„DE EEMLAN DER". Zaterdag 29 Maart 1913. BINNENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. N° 265 Tweede Blad II" Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: Por 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogels 1 0.50» Elko rogol moerO.IÖ# Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbotaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bodryf bostaan zoor voordooiigo bepalingen tot het herhaald advorteoron in dit Blad, bjj abonnement Eeno oirculaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kroniek ran F. Smit Kleine. De Duitsche Michel en de Gallische Haan. Hot Algemeene Onwelzijn. De dochters van Pandora. Stemvee en Stcmveedryvers. De nuttige zin van het woord Snieerlap. De Stemveestapel. Een erftante 2i ton zwaar. ,,I>e Vrouw". Ida Heyermana en hare "Weib- lichkeit. Man-w\jven en Pétröleusea. Zielsmuznclc. Terwijl Duitschlaind en Frankrijk als mach- tige tegenstanders bezig zijn milliard en te zoe ken voor leger- en vlootuiübreiding; terwijl heide volkeren ook door hunne politieke hond'geiiooten, (Oostenrijk en Italië voor Gor- mamje, Engeland en Rus lam d voor Gal'lië)) de Europe es olie Vredesihalans in schommeling brengen; terwijl dc pacifistenanoord en brand schreeuwen over de barbaarschhedeu in den Balkamkrijg e>n de zegeningen door het Roode Kruis vajn allerlei bevriende natiën nis vredesduiven over de oorlogsfuriën neerdalen rust het onrustig NedeHand zich ten ver- kicziingskrijg en staat gereed den aanval op de florteres vain het Algemeene Welzijn te be ginnen. Of zou nicu liefst van de Pandora doos van het Algemeene Onwelzijn moeten spre ken? Daalt niet, gelijk in ave rondte Lijden, eene weeldrig begiftigde Pamidora in de aardsohe «reven neer oan icr den geesel der tweedracht en het vlammend zwaard der vijandschap te doen snerpen en flikkeren, nu zij opent haar 'heillooze doos, waarin enkel de Hoop achter blijft?! Of, wat juister verklaring is, als be- driegelijke Hoop er uit komt en blijft hangen* aan de doos. En tracht niet aanvoerder o-p aan voerder, veroveraar op veroveraar, barbaar oip barbaar de Veste te bespringen, waarin het Algemeene Welzijn, als bedriegelijke Hoop aan de doos van Pandora blijft thaingen zon der ooit nóer te dalen als Weldoenster?! Uit duizenden kelen krijschl Ihet U toe: „Wij zul len weten te rageeren zoo dra het bewintd ons •behoortl" En duizenden andere monden joe len U uit tegengestelde kaïmpen hetzelfde toe: „Bij ons is genezing voor velerlei kwa len, bij ons is hoop op herstel van alle!" Wij zullen in den nakenden kampstrijd waarschijnlijk wéldoen ons te herinneren hoe in de dagen van Olim, de weeldrig begiftigde Pandora trwee dochters ter wereld bracht: Prophasis en Melamoleia, die als Godenkin deren twee karaktereigenschappen van den raensch bezaten: Proiphasis, de hebbelijkheid van hel voorwendsel en Metameleia, die van berouw oif spijt. in *den ha.mp oan de fiorteres' van liet Alge meen Welzijn wordt veel voorgewend en veel spijt gevoeld. Er kan in het midden worden gelaten of dat laats lie ziah vertoornt tengevolge van het eerste o-f tengevolge van stille nêer- lagen of stille kwetsuren. Maar de Godinnen zijn er! Op zekeren- verkiezingsdag in zekere ver kiezingsperiode toen nog niet de zegenin gen van het bijna algemeen stemrecht: hu ur en loonkiezcrs en wèlgescba-pen en kwalijk geschapen kiezers over de Elf Provinciën waren gedaald toen in die dagen waagde zekere vollcsvertegenwoordiger hel, in een onbewaakt oogjenblik natuurlijk, bij de'voor genomen kiezersuiUbreiding te spreken vain stemvee. De veestapel vam een land staat zoo nauw in betrekking tot 's Lands welvaart, dat ik nooit heb begrepen waarom de uit drukking stemvee, als op iets zeer nuttigs duidend, (heeft indertijd de Ilooge Raad ook niet het woord smeerlap, door zekeren eerzainen Staatsburger zijn medeburger toe gevoegd, tot do nuttige epitheta gerekend*?) niet in* <ed reeks der sociologische nuttigheden werd opgenomen. Ik, althans, zou mij vol strekt niet gekwetst voelen indien mijn buur man, met wien ik als gjoed vriend) leef, mij in de toekomstige schermutselingen voor het Openbaar Welzijn, met den toenaam van si emv eedrijver beschonk. Immers -ik ben van plan, naar mijne zwakke krachten en met de bescheiden middelen, die mij ten dienste staan, met een pa-ar dozijn exemplaren den stemveeslapel te vermeerderen tot heil van mijn vaderland, exemplaren, thans nog allen tol de ossen, ruinen oif hanen behoorend, maar kond mijn partij aan het bewind, ook de koeien, merriën en tóppen- in den veestapel- opnemend. Ofschoon ik, wanneer de vrouwen terstond het kiesrecht bekwamen, mij tweemaal zou bedenken, alvorens ik ze gelukwenschte. Een stemveedrijfster dunkt mij nog onaan genamer métier dan hetgeen het lieve Va derland van een drijver in die richting vor dert. Maar komen die dagen, dan zullen met de nieuwe plagen, ook de nieuwe heilmid delen ontstaan. En zooails mijne erftante mij onlangs nog zei: „Neeïlief, als die vrouwen maar vrouwen blijven, dan zie ik er niets dan heil In". Gelukkigl dadhit ik. Ik scherts nooit met mijn erftante (2£ ton) daarvoor heb ik afdoende redenen, -doch d'iitmaal kostte het mij todh véél ernstig te blijven, maar Yoor mij rees 't.gezicht der Zon Van de derdehalve Ton. En -de financiën van Kolkman en zijn Tarief lieten mij bij die koestering zal ik het zeggen?! marmer koud. Edoch omdat de sterveling steeds in het teekdn staat dter tegenstellingen; begint hij niet bij den uchtend (ik schrijf u c h t o n d als ik poëtisch wil zijn en morgen als ik prozaisich ben) en eindigt liij niet bij zijn tegenstelling den avond? 1 Om der tegenslel- lingjswilie ging ik mijn hart verwarmen, aan ,jDe Vrouw" cn haar redactrice Ida Hey er- man-s. Want „De Vrouw" is het veerlien-daag- sche welbekende (20-jarige) blad, „gewijd aan de onderlinge opvoeding der vrouwen." In het nummer van 1 Maart j.l. lees ik een kort artikel over de barbaarsche handelingen, van de Engelsche wijven, die in Londen broei kassen vernielden en orchideeën uitrukten. Terecht heeft het hoofdbestuur van den Ne- derlamdschen Bond voor Vrouwenkiesrecht protest aan gele ekend tegen dergelijke wan daden, maar het antwoord datda-ar op uit Engeland is ontvangen, geeft weinig hoop op verzachting van zeden hij de Britsclie zus teren en als gevolg daarvan voortzetting van den strijd met gepaste middelen. Onbeschaamd is de volzin over het mili- ta-ntisme. Hij luidt: „lik wcnsch er -evenwel op te wijzen, dat dc politieke omstandighe den, die im Engeland bestaan, het militan- lis-rne noodig mak-en in den. thans gevoórdes strijd voor het vrouwenkiesrecht. Die bewe ging heeft gedurende eesl-ig jaar actief be staan en al dien tijd worden de z.g. eon- stitutioneele strijdmiddelen (waardiger me thoden zooals u ze noemt)- vruchteloos be- proieft. Enkel sands de toepassing van mili tante methoden, kon gezegd worden, dat dc zaak tot een levend vraagstuk is gerezen, dat tegenwoordig in de practische politiële voor aan staat." Dat antwoord huldi-gt het aller verder felijkst Jezuïtisch beginsel van de heili ging van het d^el door de middelen, is daar om, evenals de Jezuïtische reservatio men talis (de lerugjhoud endheid van den ze de lijken wiil bij het uitvoeren van een on zedelijke daad) onverdedigbaar voor dc rechtbank van het driemaal heilige Verstand, dat slechts fatsoenlijke middelen erkent ter bereiking vam fatsoenlijke doeleinden, en met spitsvondigheden en sluwheden, met ge heime bedoelingen en openbare geveinsd heden «niets heeft uitstaan. In de oogen ran alle behoorlijke lieden is minstens een tiental jaren het vraagsLuik van het vrouwenkiesrecht in Engeland opge schort, daar men terecht de gelederen der BüÖlschic kiezers niet wil bevolken met man wijven en pétróleuses. Ook Ida Heyermans dan. teekent protest aan, maar op zoodanige wijze, dat bij een triomf vain het ewigweibliche in haar, zij aan het muzikale taalinstrument harmo- niën van schoonheid ontlokt. Ziehier wat zij schrijft: .Jiaaskig liepen we door sommige broei kassen met palmen. We hadden ze meer ge zien. Maar talmend en bewonderend gingen we langs al die wp-nderen van kweeking en variëteit, de orchideeën, al de vreemde ge wassen met vruchten *en bladeren als uit sprookjes, gezien soms in de verbeelding eu hier tot tastbare werkelijkheid geworden En we zagen de minders snoeien»* schikken, gaaf en schoon houden, met zorgende han den em oogen. Soms dezen winter, wanneer ik wat ik zag In den zomer aam het geestesoog liet voorbijgaan, voelde ik me weer meegesleurd door den Lomdensahen menschenstroom cn dan was er weer de rust van den planten tuin* te Iöew, dien midldaig, met dc wijde gras velden, de sla-tige hoornen, de plantenwonde- ren«, producten van zorg en Hefde, van be schermende cultuur. En vrouwen verwoestten de kassen; en vrouwen rukten «uit in den stillen nacht; vrouwen vernielden met harde vingers de teedere plantten weefsels; wouwen vertrapten de bloemen, die als vlinders zicli op de lakken hadden gezet; vrouwen verscheurden wat cultuur en lief- dp voortibra chl en>; in den naicht deden zij het, toon er een wonderlijk gefluister door de hoornen is moeien gaan in den stillen tuin: toen er wellicht sterren aam den hemel flonkerden; toen de adem van de schoonheid door den tuin ging; toch de planten daar weerloos stonden, werkende aan hun taak van kleur en geur en vorm. Toen kwamen, er vrouwen, leden van het geslacht der moeders en kindervoedsters en zij rukten uit, vernielden, vertrapten, dood den in den stillen -nacht onder dien stillen hemel. Zoo overtrappende wat leer en fijn is, eischcn «zij het kiesrecht; met vingers ,dde de zachte bloemen afrukken, verlangen zij te schrijven in het boek der toekomst. In den naam van den- vooruitgang, van liaar erkenning als mensclien, nuklkctni zij uit walt schoon en lieflijk is», vertreden zij onder plompe voeten, vernielen, zij met vingers als vuisten, gaan zij door den stallen, slapcnden plarnJtientuin als schendende furiën." Dat is een aangename klank van beschaaf de zielsmuziek, terwijl het antwoord ran ma's. Harriet E. Kerr bfcrbaarsoh is. (Wegenis plaatsgebrek moest deze kroaiidk verdeden week blijven liggen.) De Staatscourant van Zaterdag 29 Maart bcvait o.a. do volgende Koninklijke Beslui-1 ten: op verzoek eervol ontslagen onder dank betuiging mr. E. W. Guljé als raadsheer in! den Hoogten Raad; eervol ontheven de majoor van den staf der artillerie J. C. ten Nocver dc Brauw als hoofd van de construct ie werkplaatsen met bestemming om ter beschikking te worden ge steld van den inspecteur der vesling-arlille-* rie; op verzoek eervol ontslagen uit den mili tairen dienst de kapiteins van den slaf den infanterie J. J. C. van Dijk en P. M. Over- sluijs onderscheidenlijk onder-directeur vam en werkzaam bij de topografische inrichting benevens de le luitenant R. C. Bakker van het 6e reg. infanterie, gedetacheerd bij die in stelling; benoemd-tot directeur der topografische in richting J. J. C. v. Dijk voornoemd; tot onder-* directeur P. M. O ver sluijs voornoemd en tot corrector R. C- Bakker voornoemd; op verzoek eervol ontslagen uit den mili tairen dienst de luitenant-kolonel van den staf der artillerie J. II. A. Mijsberg en de ka-< piiein van den staf der artillerie G. Th. vaul Dam en beiden benoemd tot directeur der) artillerie inrichtingen eerstgenoemde tevens tot voorzitter der directie en benoemd tot secretaris dier inrichting B. J. C. Pop, thans hoofdambtenaar; benoemd tot leeraar in de wis- cn natuur kunde aan de cadettenschool de gepension-* neerde le luitenant P. M. de Wolf, thans tij delijk; benoemd tot ridder in dc Oranje Nassau orde M. M. J. Mulder, lid der firma L. L. Mulder en Zn., meubelfabrikanten te den» Haag; definitief benoemd lot controleur bij den» phytho palhologischen dienst C. J. Augustijn, te Aalsmeer, P. J. de Jong en P. C. Koene te Boskoop; benoemd tot ingQnieur bij het loodswezen, de betonning en bebakening en verlichting de adjunct-ingenieur B. A. Verhey; benoemd bij het hoofdbureau der Poste rijen en Telegrafie tot adjunct-commies J. Lo- rie thans klerk le klasse; bevorderd tot hoofdcommies D. van Os, thans commies; tot commies G. van Staveren, C. T. Korte- kaas, J. Steins, C. M. Facóe Schelfor, C. M* Voigt, C. Stuvcl, Th. J. van den Dooll, J. Cu dc Bruin, J. W. E. Hof cn G. M. baron van! Utonhove, thans adjunct commies; tot aëh junct commies J. P. Boll, A. dc Waaij, A. M, Kools, D, Vecnman, P. J. y. Kesteren en D« Pasman, thans lo klerken. Veertiende Nedorl. Natuur* en Geneeskundig Congres. Hof veertiende Noderlandsch Natuur- en Genees kundig Congres, dat Donderdag eu twee volgende dogen te Delft gehouden word\ werd gisterenmiddag geopend met een alge meene vergadering in de Stads Doelen. Te half drie opende de algemeene voor zitter, prol. W. K Bchrens, deze vergadering met oen rede, waarin hij allereerst <*cn woord van dank richtte tol de autoriteiten, vertegenwoordigers van wetenschappelijke lichamen en geleerde genootschappen, in bot bijzonder tot de aanwezige vc rtegenwoordi- gers van het Vlaamsch Natuur- en Genees kundig Congres. Spr. constateert dan met vreugde, dat Delft thans voor de tweede maal het coii* gres mag ontvangen, liet eerst in 1897 Cu thans opnieuw, cn de 9lad dankt dit aan do omstandigheid, dat daar gevestigd is de in richting waoir d*c aanstaande ingenieurs wor den gevormd. Er is, zegt Spr., in die inrich ting een grootc wijziging gekomen sedert 1897. In 191)5 loch had de omzeiling plaats van Polytechnische School in Technische Hoogcschool. En al is dat omzettingsproccs nog niet voltooid, cr is sedert 1905 toch wel zoo voel veranderd, dat het eongresbesluur gemeend heeft een belangrijk deel van hel 3- daagsch programma aan de bezichtiging van dc veranderingen te moeten wijden. Spr. brengt dank aan Curatoren en hoog leeraren, die dartoc hun medewerking heb ben verleend. l>e hoop uitsprekend, dat de samenkomst ra afloep zal blijken welgeslaagd te zijn, open Spr. het 14o congres. Het gebruik volgend, houdt prof. Bchrens ook dc le voordracht van het congres, eu hij heeft tot onderwerp gekozen: „Neder- land in den strijd tegen het water." Vervolgens hield prof. dr. IJ. G. Jonker een voordracht over „De Planotesimaalhypo- Ihese". Dit Is dc hypothese van den beroemd- den geoloog Cha'niberlin, door hem voor eonige jaren opgesteld om liet ontstaan van ons planetenstelsel in het algemeen. Na de rede van prof. Jonker ging het con gres over in huishoudelijke vergadering. Goedgekeurd werden dc verslagen van den len algeme-enen secretaris, den algemeenea penningmeester, de financicelc commissie en de bibliotheekcommissie. Als plaats voor het volgend congres werd Amsterdam gekozen. Tot algemeen penningmeester werd herko* zen dr. C. ICerbert. Gisterenavond 9 uur werd het congres offl* eicel door de gemeente ontvangen, ter g-ele* genheid waarvan het stadhuis feestelijk ge* illumineerd was. De burgemeester van Delft, mr L. W. G. van den Berg, begroette de congressisten na mens wie prof. Bchrens antwoordde. Na afloop van deze officieele ontvangt kwamen -de congressisten, bijeen in Restau rant „Phoenix". Hen Roman van Lieide, 21 door MARIE CORELLL Wij moesten onze oogen inspannen tenge volge van den schitterenden glans -die óe ver lichtte zeilen in de duisternis afstraalden ci> konden zien, dat de heer Swinton met een groep matrozen sprak. Een verwijderde zich maar kwam bijna onmiddellijk terug met een man gekleed in wit flanellen jachtcostuuro. hij stond bij een der verlichte zeilen, het, Licht viel met niet te miskennen goed effect op hem. Ik zag hem het eerst, en terwijl ik keek was het alsof hij geen vreemdeling was ik had hem te voren vaak gezien. Dit plot seling bewust worden, kalmeerde al het vroe gere oproer in mijn gemoed en ik was niet langer angstig over het resultaat van onze mogelijke ontmoeting. Catherine ILarlandj greep mijn arm opgewonden. „Daar is hij," zeide zij. „Dat moet de eigenaar van het schip zijn. Hij leest den brief van va der." Dat was zoo wij konden zien hoe hij het kleine blaadje papier in zijn handen om draaide. En terwijl wij wachten, cn nieuws gierig waren wal zijn antwoord zou zijn verbleekte het licht op de ztólen van ziju schip gaandeweg straal na straal van schittering viel af alsof hot waterdroppels waren, en voordat wij er ons van bewrust waren heersch- le er duisternis daar waar het kort geleden zoo licht was geweest; het zeil werd gestre ken. Met het dempen van dien intensen glans verloren wij de mensclielijke gestalten op het dek uit het oog, en wij konden ons niet voor stellen wat er verder zou gebeuren. De don kere kust leek donkerder dan ooit; de omtrek van het jacht was nu werkelijk spookachtig; het leek een schip van zwarte spinnew ebben tegen de maan. "Wij keken elkaar vragei.d aan. Toen zeide de heer Harland zacht. „De boot komt terug ik hoor de roeispanen." Ik boog mij over den kant van ons schip en trachtte door de donkerheid te zien. Wat was hert water stil! igeen rimpeltje was op do oppervlakte waar te nemen. Maar er wa ren vreemde stralen van dwalend licht in de diepte, gelijkend op gevallen ju weeier, ver loren in het zand heel omlaag. Het geregeld slaan der riemen in het water kwam steeds nader. Mijn hart klopte met pijnlijke snel heid ik kon het vreemde gevoel niet be grijpen dat mi) overviel. Het was alsof mijn ziel mijn lichaam ontvluchtte, om die nade rende bobt te ontmoeten, die zijn weg door de duisternis baande. Nog een kort oogenblik cn wij zagen de boot in een groot vlak der zee, dat door de maan verlicht werd. Wij konden den heer Swinton zien zitten aan den achter steven, met iemand naast zich een man, die opstond toen onze boot naderde en zijn pet mot een vlugge beweging ainara en toen werd aangelegd, hot koord greep en met een vlug gen stap op de kampagneladder sprong. „Wel hij is werkelijk zelf meegekomen," zei de heer Harland hij spoedde zich naar dc brug, juist in tijds om onzen bezoeker te ontvangen toen hij aan dek stapte. „Mijnheer Harland, hoe vaart u?z-eide een welluidende stem op vnoolijken toon. „Het is vreemd, dat wij elkaar zoo, na zooveel jaar ontmoeten!" HOOFDSTUK VL (Herkenning. Bij het hooren van deze woorden en bij het zien van den spreker, sprong de heer Harland:, terug, alsof een bij hem gestoken had. „Santoris!" riep hij. „Onmogelijkl Rafel Santoris! Neen! Gij nnoet zijn zoon zijn!" De vreemdeling lachte. „Mijn goede Harland. Altijd een twijfelaar! Er zijn veel wonderen, maar van eeu is alle mogelijkheid builen gesloten, een mensch kan zijn afstammeling niet zijn! Ik ben dezelfde Santoris, dien gij in Oxford, zaagt, kom, kom, gij moet mij kennen!" Hij stapte meer in het volle licht, dal door de open *deur van de dekkajuit stroomde; hij was nu duidelijk zichtbaar, een man van on geveer veertig jaar en beschaafd voorkomen. Hij was goed gebouwd, had den rechten rug en breede schouders van den athleet; zijn gelaat had fijne trekken en straalde door den glans van gezondfheld en kracht en toen hij glimlachte en een hand legde op den schouder van dten heer Harland scheen hij de belichaming van werkzame, krachtige man nelijkheid. Morton Harland staarde hem ver baasd, maar ook eenigsizihs ontsteld aan. „Rafel Santoris," herhaalde hij. „Gij zijt zijn levend evenbeeld maar hemzelf kunt gij niet zijn, gij zijt te jougl" Een schitte ring *van pret fonkelde in de oogen van don vreemdeling. „Laat ons voor hel oogenblik niet spreken over ouderdom of jeugd," zeide hij. „Hie*r ben ik, uw excentrieke kennis uit uw studen tentijd, dien gij en vele anderen jaren gele den vermeden! Ik verzeker u, dat ik volko men onschadelijk ben, wilt gij mij aan de dames voorstellen?" Br volgde een korte, beklemmende stilte. Daarna wendde de heer Harland zich tot ons, wij had'den ons wrat teruggetrokken en richtte zich tot zijn -dochter. „Catherine," zeide hij. ,J>eze heer zegt mij, dat hij mij in Oxford heeft gekend, en als hij gelijk heeft kende ik hem ook. Nog gisteren avond sprak ik aan het diner over hem herinnert gij het u? maar zijn naam zeide ik u niet. Die is Rafel Santoris Indien hij werkelijk Santoris is! ofschoon mijn San toris een veel ouder man moest zijn." „Het spijt mij buitengemeen," zeide onze bezoeker, naderkomend en beleefd voor Ca therine en mij buigend, „dat ilc niet aan de verlangde voorwaarden van ouderdom be antwoord. Wilt u trachten het mij te verge ven?" Hij glimlachte wij waren wat verlegen, daar wij niet goed wisten wat we moesten zeggen. Onwillekeurig sloeg ik mijn oogen op en met een iblik zag Ik in die heldere blauwe oogen die zoo vast op mij gericht wa- ren, een wereld van herinneringen, tee I dere, droefgeestige en aandoenlijke herinno» ringen, als in vuur en tranen verward. Ge heel het innerlijk instinct van mijn geest zei de mij, «dat ik hem goed kende even goed als men hel goud van den zonneschijn en do kleur van het uitspansel kent maar waar had ik hem vroeger meer dan eens gezien? Terwijl mijn gedacliten over de vraag «peins den wendde hij zijn blik van mij af cn ging voort met Catherine te spreken. „Ik begrij-p, dat u belang stelt in de ver lichting van mijn jacht," zeide hij. Het. is prachtig en verbazingwekkend,'* zeide Catherine op haar koudsten conventio- nceten beleefdheidstoon. „En zoo ongewoonI* Hij trok zijn wenkbrauwen op met e enigs zins graj>pige uitdrukking. „Ja, ik denk dat het ongewoon is," zeide hi^ „Ik vergeet altijd, dat hetgeen niet heel go- woon is, vreemd' 1 ij let I Maar werkelijk is dit heel eenvoudig. Dc naam van het jacht Ls de „Droom" en het is, zwoals zijn naam, be* teekent een vervulde „diroom". Zijn zeilen zijn zijn cenige bewegende kracht. Zij zijn geladen met elcctrioiteit en dat is 'het, wa-t in den nacht buitenstaanders moet doen denken aan een 'bijzondere illuminatie. Indien u mdj morgen de ecr van een bezoek wilt gevei^ dan zal ik u aanwijzen hoe het is ingericht* Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 5