„DE E EM LAN DER".
Maandag 31 Maart 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Ilde Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Het Eeuwige Leven.
H" 266
MERSFOORT
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post - 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderljjko nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dageiyks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.» f 0.50.
Elko regol moerO.IO,
Dienstaanbiedingen 25 cents l»ij vooruitbetaling.
Grooto lottors naar plaatsruimte.
Voor handol on bedrijf bostnan zoor voordooligo bopalingoo
tot hot herhaald ndvortooron in dit Blad, bij ubounomont.
Eone circulairo, bovattondo do voorwaardon, wordt op
aonvra&g toegezonden.
Nabetrachting; over den
Gemeenteraad.
Wij lrebb&n menigmaal gemopperd, dial
iin Amersfoort,waar de wcinan1gtoestJaaiid,en
oc-o ontzaglijk veel tte wensohen overlallen,
•mni gemeemtow-egc zoo weinig gedaan werd
Hot veibietlening vani de volksüiu investing. Die
jongsHe mods v&rgaderkig zal aiain ons mop
peren allliants /voórloiopiig 'n einde gemaakt
hebben. De gewdchldge beskuiten door -dien
Iftaiad genomen hebben de lezers reeds in
oïtó "Mouig nummer ge-Lozen. Weliswaar is
kioll iniltialfiel niet van de ^emeeaite, doch
van hel onvolprezen volkshuisvesting uü l ge
gaan, maar de wijze, waarop de gemeente
bat panticu'Ider initiatief bijgesprongen is, doet
den tol o'nzor eikenleJijkhcid gelijkelijk aan
liet gemeentebestuur en volkshuis vesling be
talen. Zon Volkshuisvesting zond-er den ge-
hie-ènlltéüjlkien steun de grootste plannen, nim
mer tot uiiilv-oering hebben, kunnen bren
gen, voor liet initiatief, het schitterende
inilibtief koant haar alle huilde toe en als
#en!maa-l over de Beelc 'n fraai airbciders-
kwiMtfilea* verrezen ds, zial Volkshuisvesting
steeds irotsch mogen zijn en reggen: dat is
ons werk.
Door /dien, hoer fVa/n Aclut'eahergh werd,
-ovenals vroeger meermalen door ons, aange
drongen op woningbouw door d,c gemeente
«elf. Bedriegt dé hoop, die zoo graag doet
gedJooven wal men wenscht, ons niet, d«an
meen en wij uit hel aam woord van den bur
gemeester He mogen afleiden, d-at hel ge
nneent-öbesloiua* van gemeentelijken wo-ning-
bouiw niet afkeert g is en dat vooimamelijk
oin de zaak nlii&t mog langer op de lange baan
le houden, aan Vollishuiisvestlng de voormag
golojten wou'dl.
n Zeer belangwekkend moment in de
raadszitting leverde ditmaal de rondvraag,
men dc heer Jorisscn zich gedrongen gevoel
de uiting te geven aan de verontwaardiging
bij hem en ongetwijfeld bij alle raadsleden
gewekt door de wijze, waarop in het vrijz.-
dem. weekblad de Vooruitgang do heer Ger
uisen door 'n correspondent, onder schuil
naam aangevallen werd. De heer Jorisscn
drong er nikrt om bet 'beleedigd-e raadslid
zuiveren, maai- om de leugenachtige len-
denz in het volle licht le stellen bij het
gemeentebestuur o.p aan, mede deeling te
doen van alle feiten betreffende de zaak, in
verband waarmee de heer Gerritsen werd
beschuldigd. De lezing, welke de wethouder
van Esveld gaf, stemt geheel overeen met die
welke in hel in ons blad opgenomen verslag
van de jongste leden-vergadering van Ge
meentebelang gegeven werd. Wel verre van
eon familielid ten koste der gemeente
'n voordeeltje be bezorgen, heeft de heer
Gerritsen uit eigen middelen de gemeente in
de gelegenheid gesteld zach d-en eigen dom
verschaffen ran liet door het gemeentebe
stuur begeerde driepuntje aan den Utrecht-
sdhen Weg.
De groole ïbeteekenis van deze interpella
tie als hel zoo liecten mag ligt hierin^
dat zij uitging van -iemand die 'n politiek
tegenstander van den heer Gerritsen is. Dat
de hecT Jorisscn en later ntoig de heer
Veis ilcijn de groole erkentelijkheid en den
diepen eerbied van den geheelen Raad uit-
sprak vooir ad hetgeen de heer Gerritsen ge
durende z'n 25 jarig raadslidmaatschap voor
Amersfoort geweest is en gedaan heeft, moeit
voor dit raadslid bij de pijn, hein aange
daan, oprechte voldoening geven. Hoe weer
zinwekkend de bestrijding van den zich ver
schuilenden vrijzinnig-democraat wel moet
zijn in de oogen van den onpartijdige, is niet
moeielijk te gissen, nu zelfs politieke tegen
standers hun diepe afkeuring van dergelijke
strijdmiddelen uitspraken.
De heer Rolandus Ilagedoorn vroeg nog of
B. on W. ook voornemens waren naar aan
leiding van- het gebeurde de gemeente-amb
tenaren, wier namen prijken aan den kop
van het vrijz.-dcm. orgaan, ter verantwoor
ding te roepen. Eerstens gelooven wij, dat
zulks niet zou zijn in den geest van don lieer
Gerritsen, maar Lweedens zou hel ons hoogst
ongemotiveerd voorkomen, zoo B. en W. naar
aanleiding van 'n artikel in 'n courant, alle
medewerkers aan die courant voor zoover
in gemeentedienst, ter verantwoording gin
gen roepen. O. i. zouden B. en W. hiertoe
slechts kunnen overgaan, zoo in de oommis
sie v-a-n redactie 'n gemeenteambtenaar zit
ting had, maar zulks is hier niet het geval.
Poiitiek Overzicht.
De Begerversterkïng in
üustsciiland.
De voorstellen tot versterking van de
Duilscbc legermacht en tot dekking van de
kostt.li, die hun-ne uitvoering zaïl vorderen,
zijn thahs bekend gemaakt in den- Yorm,
waarin zij bij deni rijksdag zullen worden -in
gediend. Zij hebben geene verrassing meer
gebracht; de indruk, die door de vroeger ge
dane mededeelin-gen was -opgewekt, wordt
ten; volle bevestigd.
In beknopte» woorde-n samengevat, komt het
offer, dat van het Duiülsclie voilk gevorderd
wordt, hierop neer: Dc sterkl\e van liet land
leger in vredestijd zal met niet minder dan
1136,900 personen verhoogd worden, niamie-
|1 ijjk 117,000 soldaten en- korporaals, 15,00U
ondcrolfioieren en 4000 officieren. Dat is
bijna het dubbele van wa»t dc verst reikende
van de vroegere voordrachten tot legerver-
sterking in Duilsclilaind aan de bevolking
had opgelegd, eene vermeerdering van rond
20 pet. der vredessterkbe naar de begrooting
van 1910 en eene verhotogimg van het jaar-
lïjksche lichtingscijifer met rond 30 pol.
Gelijken tred daarmee houden de finaui-
cicelc offers, die moeten worden gebracht.
In de memorie, die de rijks»regeeri)ng heeft
opgesteld over dc dekkinitg ran de kosten
der voorgenomen, lcgerverstenking, wonden
de jaarlijks terugkeerende uitgaven opgege
ven als 180 5 190 millioen, de uitgaven voor
«ens a-ls 1050 ïnillioeu mark in rondo som,
iVoor de u-ilgiaiven van de laatste categorie
wordt het miillia-rd dus n'oig overschreden.
Tot besU'ijdinig van de uitgaven voor eens
is de bijdrage voor de landsverdediging be
stemd, dio gemotiveerd wordt door de over
weging, dat licl reusachtige bedrag, dat in
eens moet worden opgebracht, niet door eene
(Léen-inig kan worden verkregen zonder te
breken met de beginselen van een gezond
fitruaiTLcibcel beheer. Dc rente-dienst voor ceno
leeming van zoo hoog bedrag zou eene nieuwe
groote belastinig vorderen; daarbij worden
van de plaatsing van de leaning bedenkelijke
gevolgen gevreesd met het oog op den tegen-
woordiigon toestand van de geldmarkt. Daar^
om wordt een beroep gedaan op de vader
landsliefde van de bezittanden door eene hef-
flinig voor eens le bepalen van lust vermogen,
bedragende ccn liaif ten ho-n-derd; liet voor
recht ran betas tin g vrijdom der Duitsche
bonjdsvou-sten zal voor deze heffintg n-iel gel-
idlen, waar ram a-lleen dc kle-ilne vermogens
van 10,000 mark en daar beneden vrijge
steld zu-llen blijven.
De uitgaven va»n blijvenden aard zullen ge
dekt worden door ccn reeks maatregelen. In
de teerstie plaats door eene verhooging van
de ,/Majtriku-la.rbe^age", thans 80 pf. be
dragende, met 1.25 mark per hoofd der be
volking. Die verhooging za-1 80 millioen mark
opbrengen. De rijksregeeririg ontslaat zicb
daardoor tevens van de noodzakelijkheid om
eene nieuwe belasting op het bezat uii.t te den
ken. Die taak wordt aan de bondsstaten over
gedragen-, die lot bestrijding van het aan
deel, waarvoor zij moeten opkomen, nieuwe
belastingen zullen moeten invoeren. Voor het
geval, dat in een bondsstaat die belasting
niet tijdig tot stand mo-cht komen, zal het
rijk heffen eene Yermgenszuwachssteuer",
locnc belasüinig dus, diie bij vermeerdering
van het vermogen verschuldigd wordt. Df
beltastnig van. het lonroerende kapitaal is
d,us in hainden gelegd van- de bondsstaten.
Daarentegen geschiedt de belasting van
het mobiele kapitaal rechtstreeks d.oor het
irijlt. De maatschappijen op aandeelen, de
naamlooze vennootschappen en andere han
del sv ere eni-gin gen worden ruim beducht met
nieuwe zegelrecliten-, diie te za-men 28 millioen
Inark zuillen opbrengen. Verder zullen d?
vc.rzekeri-ngsoouitraeten met een bedrag vai>
36 mïllioeii mark dienstbaar gemaakt wor
den ter voorziening -in deze nieuw gecrc-
eerde 'behoefte.
IJit eene voordracht va-n 1908, dtic toen om-
aifgcdaan gebleven is, is hel erfrecht van den
slaat opgediept. Nalailtenschappcn. zullen nn
[gevallen, waarin de erflater slechts verwij
derde bloedverwanten- heeft, -en niet bij tes-
ilaimenlt over zijn vermogen heeft beschikt,
-aaiiv den staat vervallen. Vo-lgens de vroegere
voordracht zou liet rijik drie vierden krijgen
vam wait uit dien hoofde in de schatkist vloeit;
ihet overige vierde deel zou aan de bonds'
stalen vallen. Ilel aa-ndedl van het rijk werd
destijds op 19 millioen maalk geraamd, iru
slechts op 15 millioen.
De Jbij eene Mroegere „heriorming der
rijksfinanciën'", uitvloeisel ran eene vorige
legerverslerking, door de wet bepaalde vcr-
la»ging vam dc suikerbclasting wordt tot La-
iter uitgesteld. Dalgclde geldt wvn de ophef-
jSmg van dcu t,oesla,g tot het recht van over
gaing vam omroerend goed, die eveneens wet-
ilelijjk wras vooi'geschreven.
Een mtouiw punt, dat wij tot dusver ner-
;gcna vermeld hebben gevonden, as dc voor-
zJIcniing, dUc wordt getroffen tot vermeerde
ring va-n- d-en „Reiehskriegsscha.lzdie in
den- Juliu^lurm te Sixinda-u wordt bewaard.
Door de uitgifte va-n nieuwe zilveren mum-
ton on va n nieuwe rij kss ch aide islbiIj ette n
boide tot een. bedrag ran 120 millioen mark,
zal een gelijk bedrag in gemunt goud be
schikbaar komen, dat bestemd zal worden
tot vermeerdering van den oorlogsschat
Dit zijn de hoofdpunten uil den bundel
wetsontwerpen, die dc rijksdag -bij zijne te
rugkomst ubt <lc Paaschvacamtiie tor behan
deling zal vinden. Nooit te voren mog is eene
voordracht tot versterking van Dnitschlan-ds
weerba.rc macht vam zoo grootcn omvang
en verre s-trekking aamliangig geweest. En
misschien dc meest benauwende gedachte
bij het groole offer, dat wo-rdt verlangd, is
de vraag: Zal hiermee nu de girens berokt
zijn waalhoven men nireit zal gaan? Tot dus-
veT hocJt de oniden^nding a-Mj|d geleerd,
dat hetgeen aan het legerbestuur werd toe
gestaan., werkte als cenc aansporing om met
nieuwe, weer groolere cisclieii te komen.
De Balkan-oorlog.
Het laatste radiogram van Sjukiri Paclia
a-ainl het depoirtemenit vam oorlog te lvonstan-
Itinopcl was vaia 25 Ma-art en luidde al-duiis:
„Dc vijand heeft een hevigen oamval ge
daan. Een hevige strijd is begonnen; ik
kaïn miot weten hoe de uitsl-ag zal zijn, maar
•zoodra de -overwinlnii-ng vam den vijand ze
ker is, zal ik 'alle vestingwerken in dc lucht
kul en vBogem lik zal niet aiairacicn de heilige
plaatsen te vernietigen .oan tic verhinderen,
dat zij door onreine voeten omlwijd. worden.
Uk zal nu de toestellen, die voor de vonken-
telegraifio dienden, verniletiigen. Wanneer de
ivijanid o-verwiilnliiaar is, zal liij nii-ët -ccne stiad
bóainentreldoeno maar een puinhoop."
Men ziek hi or uit, dlaJt Sjiücri Pacha zich len
volle l>ewust wius van den ernst van den toc-
slfciud. Hij heeft antusschen het voornemen
d-ait hij deed kennen, motet maar den letter
uitgevoerd.
Het heriohl van den val van Adrianopel
heeft in Konslantllnopel onder de Turksche
be\ olking eene diepe nceralaohlighcid ver
wekt. Velen barstten 'm tranen uit, toien zij
het bo't van Adrianopel vernam om. Men lïad
gefleemd, d-at de stad nog lang tegenstand
liaid kunm-en bieden.
Koning Ferdinand van Bulgarije heeft, om
dat de Turks the bczottiaiig aj) het laatste
oogen-bliik lïad (beproefd dc groote spoorweg
brug over de Arda to laten apningen, hetgeen
gedee-lUelijk is gelukt, Adiriamopel moeien be
reiken lamgs den landweg, waardoor hij het
laatste gedeelte van zijn tocht heeft m-oeten
doen tusschen dindelooze rijen van Turksche
krijsgevangenen. In het militaire casino
hield liij eene parade over de Bulgaarsche
troepen. Daarop ontving liij Sjukri Paclia,
die hem zijh sabel overgaf, de Koning gaf
dezen teimg aan den verdediger van AdrLa-
niopel met eenige waardecrende woorden.
De indiHik, die door den val van Adrian op ei
is Iteweegigebrachl in de toongevende knin-
gen tie Sofia, wordt door de Mir, liet regce-
rimigsor»gaan, a-klus uitgedrukt:
Daai' de uitslag van den oorlog reeds lx>
sitiist] wms, stelden wij ons e»r mee tevreden,
voor Adrianopel i-n eene verdedigende stel-»
lfimig l-o blijven. Op deze wij-ze verspreidde
Kiiiali hel sprookje, -cki-L het Bulgaarsche le
ggier .ouubchwaam geworden wa.i -voor |dcn
Strijd, en wij waren verbaasd uil dc door dc
iiliogcflhdhedon verspreide vredesvoorwaar
den c (zi'liem, dal Europa, geen onderscheid
begoh il'c maken tussolien het overwonnen
Turkije em den zegevierenden Balkanbu-ncL
Dc i-niiiemdng van Adrianopel met de bajonet
verandert do to-cstand tten onzen gunste. Wij
willen een vrede, die aan "de werkelijkheid
•uil» aan dc gebracht/© offers beantwoordt.
Wanneer ecflitier zulk een vrede niet wordt
aangcn'omen, dan liebbcm wij meer troepen
dan iioodig is, vooral echter kanonnen voor
een eventueel optreden tegen Tsjataldja en
Gallipoli.
Verder wordt nog-deze opmerking van do
Mir vermeld: Dc val van Adrianopel stelt
Europa voor mii-euwc voorwaarden van de
wedeshe-nii-ddeliiig. Wij verzoeken niet meer,
ohidiail wij datgene wa.l wij iioodig liad|deai,
door eigen kracht hebben verkregen. Wij
aij-n 'bereid den vrede wederom, maar dit
maal in Konstamtinopdl te d-iclceren. Zou
dc gerechtigheid in den raad van Ivuro.pa
niet evenzeer triomfeer en als de wapenen
vam het zegevierende Bulgaarsche leger?
Terwij»l de stormaanval op Adrianopel
in vollen gang was, hebben ook aan dc
Tsjataldja-liniën hevige gevechten plaats ge
had. Aan beide zijden werden niet onbelang*5
rijke troepenmassa's in hel vuur gebracht.
De Bulgaren zijn er in geslaagd de Turksche
troepen tot voorbij Tsjataldja terug te drin
gen cn die plaats, die aan de gcheelc linie
haren naam heeft gegeven, weder le bczet-
teh'. Daardoor verkrijgt dc val van Adriano
pel1 eene militaire bêteekenis, die veol verder
gaat dan dc inneming van dc stad. Er
komen van de bezetting van -dc stad en
de bewaking van de gevangenen noodigo
troepen oiiLstrceks 70,000 man vrij, die zeer
spoedig zich naar de TsjalaldjastcJling kun
nen begeven. Ook zullen bij dc inneming van
de stad aanzienlijke hoeveelheden rollend
spoorwegniaterieel in handen van de Bulga
ren gevallen zijn, die nu"in staat zijn troepen
en kanonnen langs den spoorweg in korten
tijid naar liet Tsja-laldja-front te brengen. l)e
toestand van de daar aanwezige Turksche
troepen wordt daardoor veel moeilijker dan
hij tot dusver was
Konstantinopel, 2 9 Maart. (Offii
cieel). Het militaire rapport vermeldt lieden
eene kanonnade op sommige punten van de
Tsjataldja-linie. De vijand viel gedurende den
nacht de vooruitgeschoven stellingen len wc<s*
ten van Bujuk Tsjekmedje aan. De Turken
gingen terug; maar een tcgenaanva'l, door
den linkervleugel verricht met steun van do
vloot, dreef den vijand terug. F.cm aanval van
den vijand tegen den heuvel Mocradll mis
lukte.
Konstantinopel, 30 Maart. Hel go»
echt werd lieden hervat in dc streek vaa
Bujuk Tsjekmedje.
£en ito man van ITeMe,
22 DOOK
MARIE CORELLI.
Kapitein Derrick, die er vlak bij stond kon
nu zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwin
gen.
„Vergeef mij, mijnheer," zeide hij eens-
lcla-ps; „maar mag Ik vragen (hoe het komt, dat
u zeilt zonder wind?"
^Zekert u moogt vragen en zult een ant
woord krijgen," antwoordde Santoria. „Zoo
als ik zooeven heb gezegd, onz<e zeilen zijn
onze eenige bewegende kracht, maar wij heb
ben geen -wind noodig om ze te doen zwellen.
Door een zeer eenvoudige wetenschappelijke
methode of laat mij liever zeggen door een
wetenschappelijke toepassing van natuurlijke
middelen, brengen wij door onze beweging
een vorm van electrische 'kracht voort, uit
de ludht en het water. Deze kracht vult de
zeilen en drijft het schip voort met verba-
nngwekkende snelheid in de richting waar
heen het wor-dt gestuurd. Noch windstilte
noch storm heeft invloed op zijn voortgang.
Indien er een goede rukwind is in onze rich-
flag 3an verminderen wij natuurlijk den
ï&t+sn ran onzen eigen voorraad, maar we
ktumsxk met groote snelheid gaan zelfs met
tuflim—cod. Wij ontkomen aan al de ongemak
kan van .«doom en rook en -ruil en geraas
en ik durf wedden, -dat over een paar hon
derd jaar mijn methode om de zee te bevaren
door alle schepen groot en klein toegepast zal
worden en men zich zal verbazen, dat men
er niet reeds lang geleden aan heeft gedacht."
„Waarom brengt u het niet zelf in toepas
sing?" vroeg dr. Brayle, zich nu voor het
eerst in het gesprek mengende. Hij deed de
vraag met een uitdrukking van ongeloof en
spot. „Met zulk een bewonderin-gswaardige
ontdekking als de uwe er een is zoudt
u uw fortuin maken 1"
Santoris keek hem aan met beleefde ver
draagzaamheid.
is mogelijk, dat het niet noodig is mijn
fortuin te maken," antwoordde hij, daarna
wendde hij zich tol kapitein Derrick en zeide
vriendelijk:
„Ik hoop, dat de zaak nu duidelijk voor u
is? Wij zeilen zonder wind, dat is waar, maar
niet zonder de macht, die den wind schept."
De kapitein schudde verbaasd zijn hoofd.
„Wel, mijnheer, goed vat ik het nog niet,"
bekende hij. ,4'k zou er graag meer1 van we
ten."
„Dat zult ui Harland wilt gij allen morgen
naar het jacht komen? Wij zouden samen een
excursie kunnen maken en blijft dan daar
na bij mjii dineeren."
Het gelaat van den heer Harland was ©en
studie. Twijfel en vrees streden er op om de
overhangt en hij antwoordde niet dadelijk.
Daarna scheen hij zijn aarzeling te overwin
nen en zich te herstellen.
„Laat mij een oogenblik met u alleen zijn,"
zeide hij met een uitnoodigende beweging
naar de dekkajuit.
Onze bezoeker was er dadelijk toe bereid,
de twee mannen gingen het salon binnen en
sloten da diej«r.
Stilte volgde, Catherine keek mij vragend
en verbluft aan daarna riep zij den heer
Swinton, die er bij had geslaan op zijn ge
wone vermoeide en onderdanige manier, als
of hij -ojp bevelen wachtte.
„Wat voor onderhoud hadt -u met dien heer,
toen u op zijn jacht zijl geweest?" vroeg zij.
„Zeer aangenaam, werkelijk zeer aange
naam," antwoordde hij. „Hot schip is prach
tig uitgerust. Ik heb nooit zulk een. wecid-e ge
zien. Buitengewoon! Meer dan vorstelijk! De
heer Santoris zelf vond ik buitengewoon aan
genaam! Toen hij den brief van den heer
Harland had gelezen, zeide hij, dat hij blij'
was te zien dat het briefje van een, ouden aca
demiekennis was, cn dat hij met mij mede
zou komen om dc kennis te hernieuwen. En
dat heeft hij gedaan."
„U waart niet bang voor -hem?" vroeg dr.
Brayle sarcastisch.
„Weineen! Hij schijnt zeer goed opgevoed,
en ik zou zeggen »dat hi] zeer rijk moot zijn."
„Een zeer machtige aanbeveling!" fluister
de Brayle. „De beste 'die er in de wereld is!
Wat denkt u van hem?" vroeg -hij, zicli eens
klaps tot mij wendende.
„Ik heb geen meenin-g," antwoordde ik
kalm.
Wat kon ik anders zeggen? Hoe kon ik
tegenover een man -als (hij spreken over
iemand, die in mijn leven was -gekomen en
even sterk als een lichtstraal alles verlicht,
dat tot dusverre donker was geweest
Op dat oogenblik greep Catherine mijn
hand. „Luister!" fluisterde zij. Een venster
van de kajuit op liet dek was open en wij
stonden er bij. Dr.Brayle en -de heer Swinton
hadden zich verwijderd ora een nieuwe si
gaar aan te steken, voor het oogenblik waren
wii vrouwen alleen. Wij hoorden der heer
Harland als in een gesmoonden kreet zeg-
gen:
„Mijn God! Gij zijt Santoris!"
„Natuurlijk hen ik het!"
En de diepe antwoordende klanken waren
vol muziek de muziek •van een ernstig en
leeder medelijden. „Waarom Iwijfehk-l ue er
aan? En waarom God aanroepen? Dat is een
naam, die voor u geen ïbeteekenis 'heeft."
Een stilte volgde nu. Ik keek ,naar Cathe
rine en zag baar blèek gelaat in het licht der
maan vervallen, ouder dan 'haar jaren, en
mijn hart was vol deernis onet haar. Zij was
opgewondener dan men van haar gewoon
was ik kon zien, dat -de verschijning van
den vreemdeling van het jacht haar belang
stelling had gewekt en haar tot bewondering
dwong.
Ik beproefde haar zacht wat verder van de
kajuit weg te trekken maar zij wilde zich
niet bewegen.
„Wij mogen niet luisteren," zeide ik. „Ca
therine kom mee!"
Zij schudde bel hoofd: „Stil!" fluisterde zij
zacht, ik wil luisteren!"
Juist sprak de heer Ilarland weer.
„Ik -heb er spijt van!" zeide hij, „ik heb
u onrecht gedaan, ik maak mijn verontschul
diging. Maar gij kunt u toch niet verbazen
over mijn ongeloof, daar uw voorkomen, dat
is van een veel jonger man, dan uw werke
lijke jaren u zouden maken." De volle, rijke
stem van Santoris gaf antwoord. „Ileb ik u
en anderen niet lang geleden gezegd, dat er
voor mij geen tijd, maar alleen eeuwigheid
bestaat? Dc ziel is altij-d jong en ik leef
in den Geest van Jeugd, niet in den Hof van
Ouderdom!"
Catherine keek mij aan met de grootste
verbazing.
„Ilij moet krankzinnig zijnf' zeide zij.
l!k antwoordde niet, noch door woord of
blilk. Wij hoorden .'den heer Harland opreken
maar zachter cn konden niiot onderscheiden
wat hij zeide. Spoedig antwoordde Santoris
en zijn klinkende stein was helder en duide
lijk-
„Waarom iijikl hel u zoo wonderlijk?" zei
de hij. „Gij -vindt hel niet wonderdadig, als
•de beeldhouwer staande voor een vormloos
stuk marmer het uithouwt naar zijn inner
lijke gedachte. liet marnier is niets dan mar
mer, hiard om te behandelen, moeielijk om te
vormen toch kan dc denker en werker
uit ziin weerstrevende ruwheid een Apollo
of een Psyche vormon. Gij vindt hier niets
wonderbaarlijks in, ofschoon 'hel resultaat
van dc vorming er van te danken is aan
niets anders dan Gedachte en Arbeid. Maar
als "ji het mens-öhclijk lichaam, dat veel ge
makkelijker te vormen is .dan manner, tot
onderwerping gebracht ziet door dezelfde
krachten van Gedachte cn Arbeid, 'dan zijt
r:' verbaasd! Zeker is het een eenvoudj.gei
ziaak. de levende cellen van zijn eigen v-lce-
sohelijk organisme te beïnvloeden, en ze te
dwingen, de bevelen van den overheerschen-
den geest te gehoorzamen, dan het beeLd:
van een God te houwen uit een stuk sleen!"
Hierna volgdie stille; daarna minder ver
staanbaar gepraa-l van den heer Harland, en
toen wij nog wachtten om meer van hun ge
sprek te 'hooren, deed hij eensklaps de deur
van de kajuit open en riep ons binnen le
komen. Wij gaven er onmiddellijk gevolg
aan, en toen wij binnen waren, zeide hij op
eenigszins opgewonden s&enuwachtigen toon:
Wordt vervolgd