DE E EM LAN DER". N° 277 Tweede Blad. 11"® Jaargang. Zaterdag 12 April 1913. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort -• f Idem franco per postl*®®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.50« Elko rogel meer Ü.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto lottors naar plmtsruimto. Voor handel en bodryt bestaan zoor voordooligo bopnlingon tot hot herhaald udvorteoren in dit Blud, bij abonnement. Eeno circulaire, bovattoudo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Brieven uit Bei-lijn. "Wanneer men 's avonds onder de LindeD wandelt, gebeurt het vaak dat een reeks van automobielen, waarin officieren met de schit terendste uniformen en dames mot de kleu igste avondtoiletten gezeten zijn, terugkeert van een feestelijkheid in het koninklijke slot l'it is in den regel alles, wat de groolc massa \.in de avondleesten merkt d<ie hier plaats hébben. De ontvangst met'Nieuwjaar in het ij udc koninklijke slot is het begin van de win terfeesten aan hel Berlij«ns>che hof. Met volle kracht zetten ze in na het ordefeest van de zwarte adelaar, dat op den stichlingsdag, den achttienden Januari gehouden wordt en we) i iet de z.g. „Militarcour" en met <le z.g. „Ci- vii-cour" of ,,Schleppencourwelke laatste naam omlslaan is door de lange sleep aan het nofkleed van de dames. Behalve eenige com- erten bestaat het hofseizoen voornamelijk uit e bals. due hel keizerlijk paar geeft. Men on derscheidt gro*ote en kleine slokbals. Op <le .rode komen in den regel eenige duizenden •- asten, terwijl voor de kleine slechts eenige honderden uitnoödigingen verzonden wor den. De opening van een bal geschiedt door wee voordansers root twee prinsessen. Du i.-j-nie voordanser is een officier, gekozen' uit het regiment van de gardes du corps, de an dere van hel eerste garderegiment te voet. l)c twee prinsessen zijn Victoria Louise, dp dochter van bet Keizerpaar en Victoria Mar- uarcte. de dochter van prins Friederich Leo pold. Eerst wanneer de beidé prinsessen naar tiaar plaats teruggevoerd zijn, treden de voor dansers naar de overige wachtende personen en spreken de woorden: „Bible, abzulanzen". üan eerst wordt de zaal gevuld door een zwerm van jonge meisjes, in kleurige helle toiletten aan de armen der dansers in goud zilverschittcrende uniformen. Later nemen •U-. prinsessen dan ook weer deel aan den dans. Zoodra dit geschiedt, wordt door de dienstdoende ceremoniemeesters en kamer- hecreii met den langen slat, die het teeken mui hunne waardigheid is, afgeklopt. Alle naren houden dan met dansen op. De regel s dat de prinsessen niet tot den dans uitge- noodigd worden. Zij noodigen zalf uit en zen den een kamerheer naar den offioier, op wien haar keus gevallen is, die buigend zegt: ..Haar Koninklijke Hoogheid beveelt!Op de kleine huls laat de Keizer wel eens de voordansers de volgende tijding rondbrengen: Heden mo gen de prinsessen lot den da«ns uitgenoodigd worden!" Dan 'kan ieder jeugdig luUena.ntje, wanneer hij den moed er toe heeft roet oen prinses door de witte zaal wals-en. Wanneer ie- prinsessen zelf kiezen, blijft 'hunne keuze bijna steeds 'beperkt tot een kleine kring van officieren, die haar bekend zijn en bovendien ook goed dansen. Die officieren, die door hun grootc danskunst dikwijls daartoe bevolen worden, dragen in den kring van hunne col lega's den naam vain ..PrinzesSinncJilanzer". Menige Prineessinnen'lanzer dankt aan zijne donskunst een schitterende hofcarrière. Maar nu genoeg over hel leven op de gladde dansvloeren van het keizerlijk paleis. Laten wij thains een blik werpen in een geheel andere omgeving, de Berlijnsche yie do Bohème Nog voor een tiental jaren was een deel van het Noorden een brandpunt voor de Berlijnsche kunstenaarswereld, het echte Berlijnsche Quairtier Latin. Studenten, en zangeresjes der vele variétés, arme geleer den, dichters en alleenstaande meisjes ver eend gd en er zich. zoodat het noordelijke kwartier ook een groole reputatie in de an dere deelen van Berlijn genoot. Dat alles is voorbij. De kleine tingeltangels zijn in cine. maJtografen .veranderd en de kleine zange resjes zijn grootcndeels verdwenen. Hel aan tal studenten dat er woont is veel geringer geworden, daar deze zich nu veelal over Charlottenburg en Wilmersdorf verspreid lebben. De weinige deaderangsvariétés dio /ijn blijven beslaan en waar men nog vol gens de oudie gewoonte zonder entreeprijzen binnentreedt, zijn van het allerlaagst ge halte. De zangeressen zijn vrijwel zonder uit zondering priesteressen der allergewoonste Venus. De leider van een dergelijk variété is in den regel humorist en oberkellner tegelijk en drukt de trouwe bezoekers, een bedenke- ijk slag van menschen hartelijk de hand, Het enkele groepje fuivende studenten dal hier nog eens verzeild raakt «past niet moer in deze milieus en> de kunstenaarswereld heeft zich een nieuw vaderland opgezocht. De jonge Berlijnsche Bolicme zetelt in hel nieuwste Westeai. grootcndeels rondom do Bayrische Platz. Hier en in enkele cal'é's der Ta-u entziensl rasse leeft oen volkje dat uiter lijk .geheel anders, docli in de kern toch het zelfde gebleven is als dat. wat eens het Noor den bewoonde. Schilders en toomcelspelers. eabarcttisten en lilleraten hebben hier hunne tenten opgeslagen. Dit nu zijn geen menschen met lange kumslonaarslokken en gebrek aan zeep. Ook het meisje uit het volk dat zich in rok en blouse kleedt treft men er niet meer aan. Zij zijn veranderd in girls. Men vindt ei geamerikaniseerde jongelingen, persoonlijk- heidjes met en zonder zekere inkomsten, dio met groote verontrusting gadeslaan dat nog steeds een groot deel der men'schheid zich •uspant oin door arbeid in zijn levensonder houd te voorzien. Menige populaire persoon lijkheid duikt soms in deze zwerm op. Menige schoone vrouw, die heden nog in de glans van brillanlen en kostbare pels zich beweegt, speelt morgen misschien geen rol meer. Be kende schrijvers, tooneclspelers met klin kende namen bevolken nu de -bars van hel Weslen. dezelfde die eenmaal in de nu bur gerlijke café's als Boulevard en Stern in het Noorden zalen. Hier drinken ze geen bier meer maar „drinks". Schilders dansen onbe rispelijk in rok in het casino van het ijspa leis, dezelfde die vroeger toen ze werkelijk nog schilderden, in café Lange zaten of mei kleine chanteuses de schoone nachten in de noordelijke balhuizen doorzwierden. Hel teekenen van reclameplaten on het teek en en voor cinematografische opnamen geeft tegen woordig voor hen groole inkomsten. Ook door het voordragen in cabarets wordit veel verdiend. Zoo verandert alles. Een wals wordt er niet meer gedanst, alleen een slap. De vriendinnetjes der kunstenaars kennen het cancanceren niet meer, hoogstens het moderne leddybeercn. Alles, alles verandert. Behalve diep in de geheime hoekjes van deze zigeunerharten is nog alles hetzelfde. Zij hebben nog heden hun eigen moraal, laten de brave burgers praten en leven voor en mei elkaar. In de café's van het Westen heb ben ze hun vaste plaatsjes, betalen er soms, als in oude tijden in het Noorden, hunne kop koffie niet on drinken er soms ook cham pagne. Een enkele keer wordt er op het blad van een marmeren tafeltje een teekening ge maakt- die de moeite waard is. Eenige dagen Inter is het tafelblad ingelijst en met glas be dekt en vormt een attractie voor nieuwe be zoekers. De vriendinnen en vrouwen vau Berlijnsche kunstzigcuners zijn in uiterlijk dames geworden. Waar ze eenmaal in dak kamertjes van liefde cn liefdesgeschiedenis sen droomden en genoten, daar zitten ze nu in woninkjes met twee of meer kamertjes, niet centrale verwarming en electrisck licht. Alles, alles is anders. Alleen de moraal van de alzaliginakcnde liefde staat muurvast in de slroomiirgen der lijden. Zoo is dc nieuwe Berlijnsolie Bohème, die in het Westen^ de mooie kamer van Berlijn huist, een volkjo met een tevreden levensopvatting, dat lustig voorleeft als een groole familie. En menige beroemdo persoonlijkheid, die reeds lang een rol zou kunnen spelen in de werkelijke goede kringen van heit Western veracht alle schit tering en wil zich niet uit den vrijen grond naar (1p zwoele kassen laten overplanten. A. v. II. De St. Bepnbardshonden. Ieder heeft wel eens gehoord van het we reldbekende Sint-Bernard hospitium en zijn bewonderenswaardige honden, die de in de sneeuw verloren geraakte reizigers opsporen Niettemin zijn weinigen nauwkeurig bekend met hel verantwoordelijke en moeilijke werk, dat de dappere monniken met hun brave honden verrichten. Inderdaad kan men al leen door een bezoek aan het hospitium ecnig begrip krijgen van dc gevaren cn moeilijkhe den waaronder deze edele zielen hun taak volbrengen. De bergpas, waar het hospitium staat, vormt een van de hoofdwegen tusschen Zwit serland cn Italië en bevindt zich ruim 8000 voet boven den zeespiegel. Meer dan 20,000 personen trekken jaarlijks langs dezen weg, van wie bijna tweederden in den winter. Vóór de voltooiing van den Simplon-lunnel was dit aantal aanzienlijk grooter. Des win ters zijn het uitsluitend arme werklieden die deze reis maken, hiertoe gedwongen, doordat zij hun werk aan de zijde van den berg heb ben. Het hospitium is een van de oudste in stellingen in Europa, daar het reeds in het jaar 692 gevestigd werd. Sindsdien is er veel verbouwd cn uitgebreid en thans bestaat het uit een blok eenvoudige grijze gebouwen. De muren zijn zeer dik, op sommige plaatsen twaalf voet, om weerstand te kunnen bieden aan den krachtigen wind en de drukking der sneeuw. Midden in den winter ligt de sneeuw dik wijls tien voet hoog rondom het gebouw en soms drijft de wind de sneeuw zóó hoog op, dal zij zelfs tol aan het dak van het hospi tium reikt. Er zijn meer dan honderd bedden voor reizigers, een ruime eetzaal, een conver satiezaal, een bibliotheek en museum, alsme de de kloosterkapel. Gedurende de winter maanden vcrleenen dc monniken dikwijls aan 400 reizigers tegelijk huisvesting. In den winter van 1908, die zeer streng was in de Alpen, waren er eens meer dan duizend rei zigers in het hospitium, die door de hevige sneeuwstormen hun reis niet konden vervol gen. Iedereen die den bergpas doortrekt kan van dc gastvrijheid gebruik maken, niemand wordt teruggezonden. Dagelijks, zoo lezen we in het „Weekblad voor Dierenvrienden", worden twee maaltij den verstrekt, cn wel 's middags om 12 en om 6 uur. Hierbij vindt men dan bijna alle natiën van Europa vertegenwoordigd. Het eten is eenvoudig maar goed en voldoende. In de eetzaal staat een groote piano, een geschenk van wijlen den koning van Engeland. Eenige jaren gclcdon werd het hospitium telefonisch verbonden met St. Rcmij aan dc Italiaanschc zijde van de Alpen en Gantinc dc Proz, cene kleine herberg, aan de Zwitscrsche helling. Hierdoor weet men steeds nauwkeu rig hoeveel reizigers den bergpas doortrek ken en gebeurt het thans zelden dat een rei ziger verongelukt. De wondervolle verhalen, die men omtrent den St. Bernhardhond vertelt, zijn werkelijk niet overdreven. Dicht bij het hospitium staat een monument van den beroemdsten hond, Barry, die jaren geleden stierf. Gedurende 10 jaren, die hij aan hospitium was, heeft hij veertig menschen hel leven gered. Eens vond hij een kind van 10 jaren in de sneeuw liggen. Het kind verkeerde in de noodlottige sluime ring die den dood voorafgaat. De hond ver warmde het kind met zijn borst cn wekte het uit den slaap door het te likken. Daarna ging IJarry naast het kind liggen, het daardoor uit- noodigend op zijn rug te klimmen. liet kind deed dit cn werd veilig door den hond naar het hospitium gebracht. Barry werd door een onbekend persoon, vermoedelijk bij vergis sing, gedood. Dc inscriptie in liet monument luidt: „Barry, de held, redde het leven van veertig personen en werd door den een en veertigsten gedood." Gelukkig bezit het hospitium thans weer honden, die even verstandig zijn als Barry. Daar is Emanuel, een prachtdier cn zachtzin nig als een kind. In het begin van den vori- gen winter vond hij twaalf reizigers, waar onder drie vrouwen en twee kinderen, die hij naar het hospitium bracht. De weg was afge sloten door een sneeuwval en slechts langs een grooten omweg kon het dier het hospi tium bereiken. Korten tijd daarna spoorde hij een reiziger op, die door dc monniken werd gezocht en die twintig voet diep in de sneeuw was ge zakt. Was het den hond niet gelukt, de mon niken hadden dezen reiziger niet kunnen vin den en de reiziger zou zeker zijn omgekomen. De trouwste metgezel van Emanuel is Zurich, hoewel deze laatste in temperament geheel verschilt met den eerste. Zurich wil volstrekt niet gestreeld of ver troeteld worden cn dikwijls wreekt hij dit. Doch hij verslaat zijn werk uitstekend cn voor de half-bevroren reizigers is hij zoo zacht en zorgzaam als een moeder. In de kennels bevinden zich op het oogen- blik 15 honden, alle in hel hospitium geboren. Dc dressuur dezer honden is werkelijk zeer eenvoudig. Gedurende de zomermaanden, als het niet zoo druk is, begeven zich enkele as sistenten van het hospitium met de jonge hon den in de valleien, waar altijd sneeuw ligt. Een dezer assistenten gaat dan in de sneeuw liggen en bedekt zich daarmede geheel, waar na dc hond wordt uitgezonden om hem U zoeken. Ileeft de hond den man gevonden dan moet hij blaffen cn leert men hem den man wakker te maken. Wordt de man wakker ef staat hij weder op zijn bcencn, dan moet da hond hem naar het hospitaal leiden, door vóór den man uit te loopen en hem zoodoen de den weg te wijzen. Bij dit onderricht wor den dan de oude, reeds gedresseerde honden gebruikt om dc jongere honden tc loeren. Do honden beginnen liun werk eerst ernstig aan het einde van dc maand September en gnafc daarmede onafgebroken voort tot midden Ju ni. Dit is het winterseizoen op den top van den bergpas. Gedurende deze wintermaan den is het zeer gevaarlijk op den bergpas. De weg is dan geheel door dc sneeuw verdwenen cn een onbekend reiziger kan dan onmogelijk den tocht over den bergpas volbrengen. Dc verschrikkelijke sneeuwstormen, waar bij de wind zich dan lot een orkaan verheft, versperren den weg cn bedekken de afgron den met haar wil doodkleed. Daarbij lcomt nog de mist. In dezen gevaarlijken tijd zoeken de moiv niken naar de reizigers en zien er dan niet legen op vijftien, achttien, soms zelfs twintig uren achter elkaar huilen in den sneeuw storm al zoekende rond te loopen. Dc honden blijven dikwijls twee, drie dagen buiten in do sneeuw, gedurende welken tijd zij heel wei nig eten en bijna niet slapen. Dan is dc schran derheid dezer edele dieren bijna ongcloofc- lijk, hetgeen blijkt uit het volgende: Eens gingen eenige monniken naar reizi gers zoeken, die onmogelijk hun weg konden vinden, daar het hard sneeuwde, bitter koud en zeer duister was. Zij hadden drie honden bij zich, welke vooruit gezonden werden. Spoedig hoorden zij blaffen, waarop dc mon niken zich voorlhaastten in de richting van waaruit liet geluid tot lien kwam. Zij vonden daar een der honden bezig met het uitgraven der sneeuw cn begrepen dadelijk dal daar iemand onder moest liggen. Met hun han den de sneeuw wegruimend vonden zij ciu* dclijk het lichaam van een man dien zij spoe* dig tol bewustzijn brachten. Op eens hoorden zij een anderen hond blaf fen, waarop een van dc monniken wilde weg- loopcn, doch dadelijk door den hond, dio zoocven den reiziger had gevonden, in zijn klecren werd gegrepen en zoo hard terugge trokken, dat dc monnik terugviel in do sneeuw. Hierover ten zeerste verbaasd, onderzocht de monnik met een lantaarn den weg, dien hij had willen volgen en ontdekte dat hij aan den rand van een afgrond had gestaan. Do hond had hem van een wissen dood gered. De monniken vonden nog zeven personen, waaronder een vrouw cn een klein kind. Ilct laatste was zwak en ziek. Een van de broe ders trok zijn jas uit, wikkelde het kind er in, bond het op den rug van den hond cn zond dezen vooruit naar hel hospitium waar na dc anderen volgden. Vroeger toen het hos pitium nog niet telefonisch verbonden was, droegen de honden wijn cn voedsel bij zich. Thans hebben zij nog alleen den wijn bij zich, daar het gewicht van hel voedsel voor hen hinderlijk is op hun tochten door do sneeuw. De honden zijn zoo goed gedresseerd dat zij dikwijls alleen naar beneden den berg pas afgezonden worden om reizigers bergop* Een Kooian van Liefde, 83 DOOR MARIE CORELLL (Hij hield nog «mijn handen met -de leeder- stc 'kraakt vast, on scheen, evenals ik, hei sproken moeielijk te vimden. Wanneer twee zeer verkmoohle vrienden, die véle jaren ge scheiden geweest waren, elkander onver wacht op een eenzame plaats zouden opmoe ten, waar geen van beiden verwacht had een levende ziel te zien, zou liun ontroering nau welijks dieper kunnen zijn dan de onze, cn to-csh er was een onzichtbare scheids muur tusschen ons, een scheidsmuur hetzij door ihem, hetzij door mij opgericht, iets ld at ons gescheiden hield. De plotselinge cn overweldigende eisch die aan onze kracht ge- Rteld werd door de snelle en onzichtbare machit, die ons tot elkander trok, werd door onszelven in bedwang .geho-uden, en het was alsof wij elk afzonderlijk door een cir kel omgeven wenden, die geen van tweeën waagde te overschrijden. Ik za.g hem onder zoekend en bevreesd aan zijn oogen waren ernstig nadenkend en vol licht. „Ja ik, ik weet het," antwoordde (hij einde lijk, zeer zacht spreken dl, za-chikcns een mij ner handen loslatend, terwijl hij de andere nog vasthield. „Ik weet het, maar daar behoeven wii niet over te spreken! Zooals ik reeds gezegd heb, langzamerhand zult gij u alles herinneren. Wij mogen nooit geheel ver geten. Maar het is zeer natuurlijk, dat wij het nu op dit oogenblik vreemd vinden gij misschien meer dan ik dat iels ons tot elkaar trekt, iets, dat zich niet laat wegcijfe ren, iets, dat, indien alle krachten van hemel en aarde tusschenbeide konden koanen, het geen zij volgens de eenvoudigste wet niet kunnen, niet weg te nemen is!" Ik beefide, niet van vrees, maar door een heerlijke verrukking die ik niet durfde ont leden. Hij drukte mijn hand vaster. „Wij moeslen maar verder gaan," vervolg de hij. zijn oogen voor het oogenblik van mij afwendend. „Indien ik nu meer zeg, zal ik 'te veel zeggen en igij zult schrikken misschien u beleedigd gevoelen. Ik heb mij in het verleden aan zoo veel dwalingen schul dig gemaakt, gij moet mij helpen, ze in de toekomst te vermijden. Kom!" en hij liet zijn oogen weer met een glimlach oo mij rusten. „Laat o-ns naar den zonsondergang zien!" Wii gingen eenige oogenblikken verder in volmaakt stilzwijgen, terwijl hij nog mijn hand vasthield en mij het ruwe pad ophielp dat wij volgden. Het geludd van den bruisen den stroom klonk luider in mijn ooren, som tijds roet (kletterende volharding als trachtte het zidh met het snelle stroomen van mijn eigeJi bloed te melen in een poging om mijn gedachten te overstemmen. Voort gangen wij, alfciiid verder, het pad scheen oneindig, hoe wel het in werkelijkheid een zeer korte reis was. Maar er woog zulk een gewicht van on uitsprekelijke dingen op mijn ziel, als een storm, die werd teruggehouden en naar een uitweg zocht, dat iedere voetstap wel een mijl geleek. Eindelijk stonden wil stil; wii hadden het volle gezicht op Loch Coruish in zijn boven natuurlijke pracht. Aan alle zijden verhieven zich naakte, hooge bergen, hier en daar .dpor- ploegd en verbroken door diepe holen en da len, majestueus in hun indrukwekkende ver latenheid, hun steeiien spitsen als de wallen cn torens van een reusachtig fort om ons ver heffend en zij rezen zoo steil omhoog en om ringden de zwarte watervlakte daarbeneden zoo ondoordringbaar, dat het onmogelijk scheen, dat een zonnestraal zulk een cirkel van ididhte duisternis met zijn glans kon door dringen. Toch was er een regen van gouden licht, dat schuin langs een der hoogste heu velen -naar beneden gleed en de bosjes heide kruid tot een levendig karmozijn verlichtte, enkele strooken mos en hoemmos een licht groene kleur verleenend en aan de witte vleugels van een zeemeeuw, die boven ons hoofd zweefde en zijn wilde kreten uitstiet als iemand, die pijn leed, een schitterenden zilverglans meedeelend. Bleekblauwe nevels stegen van de oppervlakte van het meer om hoog, en de grillige luchtstroom, die over de rotstoppen voer, speelde met deze dampen, die uit de Atlar'.ischen Oceaan hel land inge voerd en in fantastische vormen heen en weer gedreven werden sommige gelijk aan vliegende gedaanten met lang haar som mige gelijk aan gewapenJde krijgers, die el kander hun speren toeslingerden, en som mige gelijk aan gesluierde geesten, die voor bijsnelden, alsof zij door vrees naar hun schimmenland teruggedreven werden. Wij stonden zwijgend hand aan hand het onrus tig heen en weer schieten van deze wolk geesten gade te slaan, wachtend op den die per woudenden gloed, die, wanneer hij zich opwaarts zou verspreiden uil de stralen der dalende zon. het wilde, donkere tooneel zou veranderen in een van bijna bovennatuurlijke pracht. Plotseling sprak Santoris: „Zal ik u nu vertellen, waar wij elkaar hei laaLst onlinoet hebben? En mag ik u de re denen openbaren waarom wij olkaar weer ontmoeten?" vroeg hij, zeer vriendelijk. Ik sloeg mijn oogen op naar de zijne. Mijn hart klopte zoo snel, dal het mij bijna deed slikken en er waren gedachten in mijn hoofd, die «dreigden het kleine beetje zelfbehccr- sching dat mij nog restte, te overweldigen en mij te vernederen lot een wezen van tranen cn hartstocht. Ik bewoog mijn lippen en poogde te spreken, maar cr kwam geen ge luid. „Wees niet bang." vervolgde hij op den- zelfden kalmen toon. „Het is waar, dat wij nu even voorzichtig moeten zijn als wij in het verleden zorgeloos waren, maar liet ligt aan ons elkander volkomen te begrijpen. Mag ik voortgaan?" Zwijgend gaf ik een teeken van toestem ming. Er was een ruw rotsblok in onze na bijheid, eigenaardig gevormd als een soort van troon met een hemel er boven, de hemel werd gevormd door een overhangend stuk rots met heidekruid begroeid en hier deed hij m'? nederziten cn nam naast mij plaats. Van hieruit overzagen wij het meer en den grooten berg, die hel afsluit en er zich hoog boven verheft, en die nu verlicht begon te worden door een tooverachtigen gloed van oranje en purper, terwijl een dunne nevel er langzaam overheen schoof als de plooien van het gordijn van een scliimmenloonccl, dat op het punt was opgetrokken te worden en het eerste tooneel van een .groot «drama voor ons oog ontdekte. „Het gebeurt somtijds", zeide hij toen, „zelfs in de wereld van koude en gekunstelde eonventies, dat een man en een vrouw bij elkaar gebracht worden, die naar hun welen vroeger met aan elkander bekend geweest zijn, en die toch bij dc geringste aanraking, den vluchligslen blik der oogen millioenen trilingen in zich voelen ontwaken als harp snaren door dc hawd van een meester aange raakt. en die elkander in trillende harmonie en volkomen zuiver beantwoorden. Zij weten niet hoe het komt zij gevoelen slechts, dat het zoo is. Dan kan niets, ik herhaal dit nadrukkelijk niets hen gescheiden hou den. Dc ziel snelt dc ziel tegemoet, hel hart, het «hart en alle vormen en ceremoniën, ge woonten en gebruiken vallen in puin voor do macht, die hen overweldigt. De plotselinge stormen van etherische trillingen komen da gelijks voor, in de meest gewone omgeving en met dc personen, van wie met hel 'l minst zou denken, en d ©Maatschappij, zooals zij tegenwoordig is, fronst de wenkbrauwen cn schudt het hoofd of bespot wat zij niet kan begrijpen, terwijl zij zoo iels onstuimigheid, dwaasheid of erger noemt, en opzettelijk de oogen gesloten houdt voor het feit, dat difc toph niets anders is dan een Eeuwige Wet, die zich laat gelden. Bovendien is het een wet, die niet ongestraft veronachtzaamd of overtreden kan worden. Juist zooals hel eene trillingspunt hel andere sympalhetisch aan doet bij het stelsel der draadlooze telegrafie, evenzoo verwekt, ondanks millioenen en mil lioenen van daarlusschen liggende slroomin- gen en uileenlooipende lijnen, de onsterfe lijke vonk der ztel het vuur, dat aan haar verwant is, door een wildernis van werelden tot zij elkander ontmoeten in de dwingende lichtstraal van die Boodschap Gods, die Lief* de genoemd wordt!" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 5