N°* 311 Tweede iiau. SI1" Jaargang. DE EEMLANDER". Zaterdag 24 Mei 1913. BINNENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven DAGBLAD Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ■V Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Dozo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT Intercomm. Telefoonnummer 66. 1. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regols.. f 0.50» Elko rogol moor- O.IO. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto lottors naar plautsruiinto. Voor handel on bedrijf bestaan zoor voordooligo bopalingon tot het horlmald ndvortooron in dit Blad, bij abonnomonV Eone circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt op aanvraag toogozonden. Tfc Vrijzinnige Concentratie en Landsverdediging. Du Stichtsche Courant slaat in dc we- ^cuwc reld der Journalisten en in dc wereld der eerlijke menschen niet bijster hoog aangek schreven. Ilel is waarlijk niet l.cr wille vart de allitteratie alleen, dat dit orgaan in denj regel in één adem met de Standaard genoemd wordt. Zoo zwijgzaam Amersfoort's afgevaardigde, jlir. mr. van Asch van Wijck is als Kamer lid, zoo welbespraakt is hij als hoofdredac teur van de Stichtsche. Niet dat hij zooveel te vertellen hee j. of de lezers wil voorlichten omtrent belangrijke vraagstukken, o neen, dat is noch van de Stichtsche, noch van ecnig an der clerica;rl blad de taak of bedoeling. >Yat tie op streng dieet gestelde lezers le slikken k zijgen, dient slechts om hen op te hitsen te gen de vrijzinnigheid. D.f. die drankjes ver dachte bijsmaakjes hebben, wie hunner zal hel proeven? Zij hebben al zoo veel geslikt, dat zij alle smaak kwijl zijn. Onlangs schreef de Stichtsche over de Vrij zinnige Landdagen op Tweede Pinksterdag houden: Wij veronderstellen geen oogen- biik, dat hel dc lezers interesseeren zal le v nemen, wa t dc Siichlsche hierover schreef en wij hadden dan ook geenszins het plan hun aandacht op drt milikel te vestigen. Slechts één enkele passage willen wij even relevccren; alweer niet omdat deze passage zoo belangrijk of 700 origineel was, maar om dat men geen coalitie-vergadering kan bijwo nen en geen cottlitie-krant in dc hand kan urmen, of men hoort en leest hetzelfde. Steeds en overt! wordt naar voren gehaald, dat in het vrijzinnige concentratie-program 'n p#^ ra graaf over de landsdefensie onlhreel-tt. E11 zoowaar, de goede Stichtsche komt er ook ui voer mee aandragen. Nu past het allerminst aan 'n coalitie-man om aanmerking tc maken op het al of niet ontbreken van ecnig punt op het Concenlratie- pprogram; immers hun eigen vast accoord, waardoor 11a maandenlang onderhandelen er «uhachcrcn de coalitie-restjes weer bijeenge- afwerking van de stelling Amsterdam, o.a. dc tegenwoordige minister Talma tegen stemde; verzwegen wordt, dof. bij de aanvrage vaij geweren, door het lib. ministerie- Roe^ gedaan, onder dc tegenstemmers ook Theodoor Heemskerk was. Vanwaar komt nu opeens die vroeger nooit zoo luidt als thans uitgesproken bezorgdheid der clericalen voor onze landsdefensie? En hoe willen de clericale ontdekkers van die splinternieuwe tegenstelling tusschcn vrij zinnigheid en mililairismc verklaren, dat de overgroote meerderheid der militairen libe raal zijn? Moifl hieruit soms afgeleid worden, d.d de Nederlandscke officieren en ondcr-of- ficieren er beha-gen in zouden vinden het lo- ger tc doen „ontwrichten" of dat slechts de weinig talrijke clericalen onder hen het ern. slig zouden meenen met de verdediging dca vaderlands? Neen, alleen hierom zwijgt het concentra tie over de defensie, omdat de vrijzinnigen politiek en landsverdediging gescheiden hou den èn omdat, nu dc reorganisatie van he leger zoo juist haar beslag gekregen heeft, het niet in 's lands belang kan zijn, dat 'n nieuwe minister van oorlog omver gaat wer pen, dat z'n voorganger tot stand bracht. Bo vendien na de reorganisatie van hel leger^' zijn er thans andere zaken, welke de aan dacht vragen: het kiesrecht-vraagstuk, socia le wetgeving, verzorging van ouden van da gen, enz. Dit alles weet de Stichtsche en toch gaaf zij voort haar lezers te vergiftigen. Het heeft ons alleen nog verwonderd, dat zij niet ont dekt heef, dat in het concentra tie-program( ook ontbreekt 'n paragraaf over de bestrij ding der onzedelijkheid. Is daar nu geen po liiicke munt uit te slaan, Stichtsche? Is dat geen kostelijke vondst, hebben wij u nu geenj schitterend idee aan de hand gedaan? Toe, geef onmiddellijk 'n hoofdartikel: de Vrijzin nigen en de Zedelijkheid, in den trant van het a:l ikcl over de Landdagen; mogen wij weer diclêeren? „Hel Concentratie-program zwijgt over de bestrijding der onzedelijkheid. ïL z 'dclijkheids-vraagstuik bestaat feitelijk ir'et Luiden zijn, bevif. ongeveer heclemaalj voor deze vrijzinnige .Hervormers. Een der immers het ecnige positieve van dat ac-j beste woordvoerders van de katholieke par c <-rd is het onderwijs, '11 quaestie dus, niet tij heeft het zoo terechlt gezegd: komen do lands- doch uitsluitend het partijbelang I vrijzinnigen aan het bewind, dan glijden wij rakende en dan nog wel alleen daarom op'weer terug in den afgrond der ontucht.... den voorgrond geschoven om dc aandacht af Kom. Stichtsche, wij hebben u op dreef ge le leiden van de Tariefwet! liet is nu eenmaal n gewoon verschijnsel, dat juist die menschen het brrfaalst zijn, die er dc minste reden toe hebben. En daarom) kun het eigenlijk niet verwonderen, dal de rcchtsche* propagandisten durven wijzen op bet ontbreken van 'n leger-paragraaf in het cenccntrntïc-program. Maar wat ongepaster. Is en om dat te doen motfi men wel cler5- inl zijn uit dat ontbreken leidt men af, dnl de vrijzinnigen zich 0111 dc verdediging van het vaderland niet bekommeren, dat zij „leger en marine willen negceren, aan zieli' zelf overlaten of wat erger is ontwrichten", gelijk de Stiehlsche zich gelieft uit uil te druk ken. Daartegenover moet natuurlijk de coalitie po&ceren als de schutsengel voor onze veilig heid, terwijl de vrijzinnigen met christelijk gebaar bij bet nnti-militairismc ingedeeld worden. Verzwegen wordt natuurlijk, 'at juist onder h ij. roomsche deel der coalitie de verstokiste anti-militairistcn schuilen. Ver zwegen wordt, dat bij de aanvrage door het M ij/, ministerie-cle Meester van. gelden voor b: acht, Ga nu verder. Uit de Pers. Zestig—veertig. De N. R. C t. herinnert aan den uilslag der Kamerverkiezingen in 1909: 60—40: „Xestig-veerligHet triomfgcjuich van vier jaar geleden klinkt ons nog in de oorou. Er was iu <lc verkiezingscampagne heel wat drieste taal uitgeslagen over de overwinning, <lio <lc zeer christelijke coalitie tegemoet ging. Maar zestig- veertig, dat was meer dan ze hadden durven ho pen. Hat was eene meerderheid, veel grootcr, dan er sedert jaren ooil een in de Kamer geweest was. Ze jubelden het uit. Zie, dat liberalo getob had nu voor goed uit. Voor 12 jaren tenminste, wel licht v.or 16, o waarschijnlijk voor 20 jaar zat nu dc .christelijke" meerderheid stevig te paard. Er zou hoogeschool worden gereden. Zij immers hadden liet monopolie van het beginsel» dat vas tigheid gafzij beschikten over bekwame minis ters zij hadden het stalend vertrouwen, en ze blaakten van Ijver. Dim nog die meerderheid bo vendien, waarvoor alles moest wijken. Zestig- veertig! Zestig-Veertig I Ze konden het niet op... En nu? Aio een eik welks bladeren afvallen, cn als een hoi die geen water heeft. De bodem droeg geen vrucht, en ze zitten ontnuchterd te kyken. Wat van de vele beloften is in vervulling gegaan?" Aan wie de schuld? vraagt het blad. En dan schrijift de N. R. Ct. verder; „De kleurloosheid van dit regeeringsprogram is de inleiding geworden lot de politiek, waar van wij nu binnen kort mogen worden bevrijd de politiek van wat genoemd is de subjectiove antithese, die meent dat aan hare roeping vol daan is. wanneer het volk in oen met-christe lijk en een christelijk deel is gescheiden, en het Iaalgte, door steiomenmeerderheid en in de „baantjes", do laken# uitdeolt. Men moet het tocli ergens in zoeken Onder den invloed van de anti-revolutionaire parnj, in do Kamer eene machtige groep, ging het steeds meer crescendo dien kant uit. Minister Cool krygt gedaan. Zoo'n liberaal ook, terwijl de gelegciihoid er was, om op zijn zetol een man •van christelyken huize te plaatsen. De anti-revo- v lutionaire p. rlij zelve liohl hem den voet. In den Helder moot de liberale vlootvoogd voor don do- miné wijken. Minister Wentholt zelf wordt juist ^zoo lang gekneed, tot hij aanhanger is geworden van de anti-revolutionaire politiek. Dit zijn de moest sprekende voorbeelden, om dat het hierbij hooge hoeren betrof. Bij de bc zeUing vaa de kleinere baantjes is het van het zelfde laken een. pak. Minister Heemskerk taakt in conflict met de Groningsche professoren over do benoeming van eene examenoommissio, wier loden taf moest worden gechristiamscord. Deuk aan den christelijken schoolopziener, dio gcoD be hoorlek briefje kon schrijven, en aan do Utrecht- »ohe benoemingen. Justitie weigert subsidie aan eeuo barmhartige verccniging, omdat zij niet „christelyk" is. Waterstaat heeft zijn post-cir- culaire gehad. Overal gaat het dcnzelfden weg op. Door de personen tot het succes. Deze politiek, waarvan dit do kleinere uitin gen z\jn, doch waarvan de wogdoezeling van be ginselen, welke -ermee onvermijdelijk gepaard gaat, heb groote kwaad is, heeft ten slotte de gausche coalitie bevangen. Het is niet langer liet beginsel, dal de politiek voorschrift, doch de politiek, die het beginsel gaat aangeven. De han deling wordt niet meer uit het beginsel afge leid en beoordeeld, noon het beginsel wordt aan gepast aan de handeling. Wat is in ons politiek belang wenschelijk? Zoodra men dat weet, bouwL men een systeem op, waarin hot polilick wensohelijke past. Hoe meer men de verkiezingen nadert, hoe krachtiger waarschijniijk-succes tot het allesbe- heerschc-nd idéo wordt verheven. Het wordt één groote jacht naar succes bij :do stembus. Lang zaam begint men, omdat cr in het eerst nog wel zij-i. die wat beters bc-oogen; geleidelijk draven cr hoe langer hoe meer achter dc succespolitiek aan. Ten slotte is er nog maar één ding, dat aan allen iets zegtdc stembu6. En vóór de vier jaren om zijn, gaan er begin selen cn overtuigingen met scheepsladingen over boord. Om met met gansch leege handen voor de kicze-s tc staan, wordt alles aanvaard, al is er te voren ook nog zoo veel leelyks van gezegd. Ra- denwet, Ziektewet, Invaliditeitswet, ja staatspen- sioneering, 't wordt zonder onderscheid ,,meL vreugde" niet waar Nederlander?'binnen gehaald. Alle oordeel is aan kantze zijn van de eerste t-ot den laatste door den auccesduivel bezeten'. ZestigVeertig! Wat wilt gij nog zeggen?" Berichten. Dc Staatscourant van Zaterdag 24 Mei bevat o.a. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen als notaris te Oudenbosch mr. II. Scholten; als notaris te Lith mr. \V. F. Frijlinok; benoemd tot burgemeester van Koudekcr- ke II. P. baron van der Borch lot Verwolde; tol burgemeester van Oudkarspel A. C. Kroon; benoemd tot Iccraar aan de R. II. B. S. tc Sappenneer A. F. Vcsler, tlians tijdelijk en voor 1 jaar mr. E. Meindersma; benoemd tot officier van gezondheid 2e klasse bij het Ned.-Ind. leger do arts J. C. Vos; benoemd tot tijdelijk militair apotheker 2e ld. bij het Ned.-Ind. leger K. V. Topp; op verzoek eervol ontslagen met pensioen de O.-I. ambtenaar met verlof mr. J. M. C. E. le Rülte, laatstelijk lid van den Raad van Justitie tc Socrabaya, wegens pliysiekc on geschiktheid; idem de met verlof in Europa aanwezige le luitenant der infanterie van het Ned.-Ind. leger A. H. Clerckx, wegens lichaamsgebreken. Huid e-a dres aan Keizer Wil helm. Op initiatief van den gezant van het Duitsche keizerrijk te Den Haag, den heer Von Muller, heeft zich een comité gevormd voor het zenden van een adres van hulde, namens alle in Nederland wonende Duit- schers, aan Z. M. den Duitschen Keizer, ter gelegenheid van diens regeeringsjubilcum op 15 Juni a.s. Alle in ons land bestaande Duitsche ver- eenigingen en de Duitsche consulalen hier te lande hebben hunne médewerking toegezegd om de lot stand koming van deze huldebe tuiging te verzekeren, terwijl aan het Duit sche gêzantschapsgebouw aan den Langen Vijverberg te 'sGravenhage een lijst zal worden ncdergelegd, waarop alle Duitschers, die geen lid zijn eener Duitsche vcrecniging, hunne handteekening kunnen plaatsen. Ziektewet en Tariefwet. Verschenen is de Memorie van Antwoord van den minister van Landbouw, Nijverheid cn Handel op het voorloopig verslag der Eer ste Kamer omtrent het ontwerp-ziektewet. De minister zegt in zijn antwoord o.a. dat mocht geschieden wat de rcgecrlng wensclit en de loop der politieke gebeurtenissen dc uilvoering van haar program op dit punt mo gelijk maakt .ongetwijfeld spoedig na het zo merreces dc wijziging van hef Tarief aan de orde zal komen. De Kamerverkiezingen. Mi*. JE. baron Mackay heeft dc candida- luiir der Christ. Historische Kicsvereen. te Hilversum (niet aangesloten bij de Unie) aan genomen. In het district Nijmegen zal worden can didal gesteld door een groep Proleslantsche kiezers mr. dr. A. R. van de Laar tc Gendrin- geiu Ook dr. baron van Weideren Rengcrs te LTsbrechlum heeft bedankt voor de candida- tuui in het district Sneek. Hctmidde n-D a m t e 1* r e i n. In dc gisterenmiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad van Amsterdam heeft wet< houder DeLprat een belangrijke medcdccling gedaan over het midden-Damterrein. Naar men weet was de gemeente reeds geruime! tijd in onderhandeling met een IlollandsclU combinatie, die tc Amsterdam een hotel zou willen bouwen, naar de plannen van den ar chitect Kromhout. Dc onderhandelingen zijn nu zoover gevorderd, dat, wanneer er over eenstemming wordt verkregen over de bouw plannen, B. en W. dadelijk hun voorstel om dit terrein in erfpacht uit tc geven kunnen Indienen. liet is de wensch der combinatie, dat deze zaak nu spoedig tot een oplossing koine. De kapitein G. D. van dc Kastcelc vm hel 20sle regiment infanterie le Harderwijk zai wegens gezondheidsredenen den dienst met pensioen verlaten. De le luitenant B. W. baron van Dcdein van hel le regiment huzaren le Amersfoort is benoemd tot adjudant bij het korps. -Nog geen eeuw Ncderlandsch. Uil Tegclen schrijft men aan dc „L. K.": In verband met dc alom tc vieren onafhan- kelijkhcidsfcesten in den lande, verkeert Te- gelen wel in een heel eigenaardig geval, het geen blijkt uit het volgende uittreksel, geno men uit dc „Chronologische beschrijving van Tegelen." Tegclen was van 1814 tol 181G, ter oorzako van een verkeerde uitlegging van het Wcener tractaat, aan Pruisen onderworpen gebleven, zoodat een twaalftal jongelingen uil Tegelen in 1815 nog door dc Pruisische regecring tot den krijgsdienst werden opgeroepen. Eerst in 181G werd Tegelen door ruiling tegen Ilcr- zogenrath bij hel koninkrijk der Nederlanden gevoegd. Hieruit blijkt dus, dat onze gemeen te dit jaar feitelijk nog niet het feest kan vie ren, dat op zooveel plaatsen gevierd wordt. Ilct doodvonnis van Naatje Zooals reeds is gemeld, komt op liet program^ ma van dc Amstcrdnmschc fecslcommissii Plan 1913 ook voor liet plaatsen van een blij-' Vend monument op den Dam, ter vervanging van het beeld, beleend onder den populaircnf naam van „Naatje". Ilot voorstel werd reeds, zoo meldt de Tely een vergadering van de Raadhuis-Dam? commissie ter sprake gebracht, cn daar bleek, dat de heeren zich uitmuntend met Naatje* verdwijning konden verccnigingcn. Het moet in dc bedoeling liggen den Dantf een maslen-versiering le geven, zooals men die op het St. Marcusplcin te Venetië aantreft. Plan 1913 te Rotterdam. Dc Rot- lerdamsche .gemeenteraad bcslooft gisteren^ tot bcscliikbaarslcllMig van een crediet van f 50,000 voor dc nationale feestviering 1913» Verruiming van Rotterdam. Be halve de twee groote plannen, n.L: dat van den bouw van een nieuw stadhuis en postkan toor aan dc Coolvcst, welk terrein thans bijna van alle gebouwen is gezuiverd, het plan lot doorbraak van de Blaak naar het Calandplci% waaronder ook hel nieuwe pand-Gcrzon valt' heeft het Rottcrdamsch gemeentebestuur thans bij den Raad een nieuw plan ingediend omvattende hel aanleggen van een breeden £eii Roaiau van Liefde, 66 DOOR MARIE CORELLL „Denkt ge, dal ge Sanloris weer zult onl- Aioetuii?" Dit was dezelfde vraag, die Catherine mij gedaan liad, en ik antwoordde op dezelfde Wijze: „Ik weet het werkelijk niet!" „Zoudt ge hem gaarne weer ontmoeten?" drong hij aan. Ik aarzelde even glimlachend. „Dat geloof ik wel!" „Hel is eigenaardig," vervolgde hij, „dat ik het middel moest zijn om u lot elkander te brengen. Uw theorieën van leven en dood omen zoozeer overeen, dat gij gelijke gc- d.allien hebt. Er zijn veel jaren voorbij ge gaan sinds ik Santoris kende ik had hem feitelijk geheel uit het oog verloren, hoewel tk zijn krachtige persoonlijkheid nooit ver gelen had en Eet komt mij eenigszins vreemd voor, dat hij plotseling weer op komt digen, terwijl gij bij mij waart...". „Louter toeval," zcide ik luchtig, „en eigen lijk gewoon genoeg. Soort zoekt soort, dal weet gij.** kan zijn. Er is zeker iets in de wet aantrekking tusschen menschelijkc we- Wtts1, wat wij niet begrijpen." antwoordde hij peinzend. „Misschien, indien wij het kon den Hij brak af en zweeg. Dien avond juist voor het naar bed gaan, ontmoette ik dr. Brayle in de gang, die naar mijn hut leidde. Ik wilde hem met een kort goedennacht voorbij gaan, maar hij hield mij staande. „Dus ge gaat werkelijk morgen heen!" zeide hij met een sluw knipoogen, terwijl hij mij aanzag. „Welnu misschien is het 't beste! Gij zijt een zeer sforende magneet." Ik glimlachte. „Inderdaad? Op welke wijze?" „Dat kan ik u niet zeggen zonder onlogisch le schijnen," antwoordde hij bruusk. „Tot op zekere hoogte geloof ik in magnetisme, ik heb inderdaad zelf de kracht ervan beproefd bij echte zenuwpatiënten, maar ik lieb nooit hel denkbeeld gehuldigd, dat menschen stil zwijgend en bijna zonder bewuste inspan ning anderen voor goede of kwade doelein den kunnen beïnvTóëaen. In uw tegenwoor digheid echter, wordt mij dit opgedrongen alsof het waarheid was, terwijl ik weet, dat het onwaar is." „Is 't eigenlijk niet te laat 0111 over zulke dingen te praten vanavond?" vroeg ik, wen- schende het gesprek te bekorten. „Misschien wel, maar ik zal waarschijnlijk nooit de gelegenheid hebben te zeggen, wat ik zeggen wil," antwoordde hij en hij leunde tegen dc trap, juist waar het licht uit het salon een heldere straal op zijn gezicht deed vallen, hij keek donker cn eehigszins verward. „Gij hebt verscheidene dingen be studeerd op de uw eigen impulsieve vrouwe lijke wijze en gij zijt boven de domheid van die „would-he" aangename vfouwen verhe ven, die vinden dat een aardige geveinsde onwetendheid goed staat, zoodat ik ronduit kan spreken. Ik kan u nu zeggen, dat ik voelde u vroeger gekend te hebben, van den eersten dag af, dat ik u zag, en gij vervulde mij met een eigenaardig gemengd gevoel van genegenheid cn afkeer. Eens op een avond, toen gij met ons op het dek zal het was voor wij dien Santoris ontmoetten sloeg ik u met bijzondere belangsleling gade elke beweging van uw hoofd, elke blik in uw oogen scheen mij welbekend en voor een oogenblik had ik u bijna lief! O, gij behoeft het if niet aan tc trekken, dat ik dit zeg!" en hij lachte eenigszins over mijn onwille- keurigen uitroep „het was niets, het was slechts een voorbijgaande stemming, want na een paar minuten haatte ik u even sterk! Daar hebt gij het. Ik weet niet waarom ik deze eigenaardige ervaringen gehad heb, maar ik moet toegeven, dat zij bestaan, en daarom ben ik eigenlijk blij, dat gij heen gaat." „Ik ben ook blij," zeide ik, en ik stak mijn hand uil ten afscheid. „Ik zou niet graag er gens blijven, waar mijn tegenwoordigheid ook maar een oogenblik ongemak of onaan genaamheid veroorzaakte." „Dat is niet heel juist voorgesteld," zeide hij, mijn aangeboden hand aannemend en die losjes in de zijne houdend. „Maar gij zijt een overtuigd zielkundige en daarom een beetje „griezelig". Ik zou u niet willen beleedigen." „Dat zoudt ge niet kunnen al probeerde gij het," zeide ik vlug. „iDat beteekent, dat ik te onbeduidend ben naar uw oordeel 0111 te kunnen beleedigen," merkte hij op, „dat ben ik zeker ook, ik leef volgens het stoffelijk levensplan en ben te vreden daarbij te blijven. Gij tracht een lioo- ge vlucht le nemen en stijgt op tc midden van moeilijkheden van gedachten en daden, die geheel en al buiten de nuttige en noodigc routine des levens liggen en het kan zijn, dat zij ten slotte telioog voor u blijken te zijn." •I-lier liet hij mijn hand los. „Gij brengt een atmosfeer met u mede, die te ijl is voor ge wone stervelingen zij heeft dezelfde uit werking als de hooge berglucht op een zwak hart, zij is te sterk, men geraakt builen adem, en verliest het vermogen om samen hangend te denken. Gij veroorzaakt dit bij juffrouw Harland en tot op zekere hoogte bij mij zelfs eenigszins bij den beer Har- land, en de armo Swinton komt niet onder dien invloed, daar hij feitelijk geen hersens heeft om invloed op uit te oefenen. Alleen iemand, die gewoon is in dezelfde atmosfeer tc leven als gij, kan in indrukken en mee ningen bij u passen. Wij staan op een ver schillende hoogte van denken, voelen en er varingen en gij moet ons bijna onuitstaan baar vinden." „iZojoals gij mij vindt?" viel ik hem glim lachend in de rede. „Neen, dat wil ik niet zeggen! Want er schijnt een tijd geweest te zijn, dat wij allen op gelijke hoogte waren." Hij hield op, cn er was een oogenblik van gespannen stilte. Met zachlen zilveren slag sloeg de klok in het salon twaalf uur. goedennacht, dr. Brayle!" zeide ik. 'Hij sloeg zijn peinzende oogen op en zag mij aan. „Goedennacht! Indien ik u geërgerd heb door mijn scepticisme in zekere dingen, moet gij dit maar op rekening van mijn tempcra- ment schuiven en mij vergeven. Het zou mil spijlen als ge mij een kwaad hart toedrocgt.*' Welk een eigenaardige smeekende toon was er in zijn stem! Plotseling scheen hel mij toe alsof hij mij vroeg hem dien moord le vergeven van vroeger, dien ik in het visi?^ oen weerkaatst had gezien! en mijn bloed werd plotseling aan het koken gebracht dooi1 een gevoel van diepe ergernis. ,jDr. Brayle," zeide ik, „wees zoo goed u verder maar niet om mij le bekommeren. Onze wegen zullen altijd gescheiden zijn en waarschijnlijk zullen we elkander nooit we-/ derzien. Het komt er werkelijk in 't geheel' niet op aan wat mijn gevoelens ten opzichte van u zijn, zij kunnen geen invloed hebben' op uw verleden of uw toekomst. Vriendschap' laat zich niet dwingen." „Gij wilt niet zeggen," viel hij mij in de rede, „dat ge geen afkeer van mij hebt?" Ilc aarzelde en sprak toen oprecht'. „Neen," antwoordde ik, „omdat ik dat niet kan!" Voor een oogenblik ontmoetten onze oogen elkaar toen kwam er iels tusschcn ons daf aan een absoluut en onherroepelijk verlies deed denken. „Nog niet!" mompelde hij. „Nog niet!" en met een gedwongen glimlach, boog hij en liet mij voorbijgaan naar mijq, hut. Ik was blij daar te zijn blijde alleen te zijn en overweldigd als ik was door het bewustzijn, dat de herinneringen mijner ziel te sterk voor mij geweest waren om ze te kunnen weerstaan, was ik dankbaar, dat ik den moed gehad had mijn onoverwinnelijk ken tegenzin uit te spreken tegenover iemand, die, zooals ik instinctmatig scheen te hegriji pen, zich schuldig gemaald had aan een mi^ daad, waarover hij geen berouw had. Wordt vervolod-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 5