N°* 311 Tweede iiau.
SI1" Jaargang.
DE EEMLANDER".
Zaterdag 24 Mei 1913.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven
DAGBLAD
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
■V
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Dozo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
1.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regols.. f 0.50»
Elko rogol moor- O.IO.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lottors naar plautsruiinto.
Voor handel on bedrijf bestaan zoor voordooligo bopalingon
tot het horlmald ndvortooron in dit Blad, bij abonnomonV
Eone circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozonden.
Tfc
Vrijzinnige Concentratie
en Landsverdediging.
Du Stichtsche Courant slaat in dc we- ^cuwc
reld der Journalisten en in dc wereld der
eerlijke menschen niet bijster hoog aangek
schreven. Ilel is waarlijk niet l.cr wille vart
de allitteratie alleen, dat dit orgaan in denj
regel in één adem met de Standaard genoemd
wordt.
Zoo zwijgzaam Amersfoort's afgevaardigde,
jlir. mr. van Asch van Wijck is als Kamer
lid, zoo welbespraakt is hij als hoofdredac
teur van de Stichtsche. Niet dat hij zooveel
te vertellen hee j. of de lezers wil voorlichten
omtrent belangrijke vraagstukken, o neen, dat
is noch van de Stichtsche, noch van ecnig an
der clerica;rl blad de taak of bedoeling. >Yat
tie op streng dieet gestelde lezers le slikken
k zijgen, dient slechts om hen op te hitsen te
gen de vrijzinnigheid. D.f. die drankjes ver
dachte bijsmaakjes hebben, wie hunner zal
hel proeven? Zij hebben al zoo veel geslikt,
dat zij alle smaak kwijl zijn.
Onlangs schreef de Stichtsche over de Vrij
zinnige Landdagen op Tweede Pinksterdag
houden: Wij veronderstellen geen oogen-
biik, dat hel dc lezers interesseeren zal le
v nemen, wa t dc Siichlsche hierover schreef
en wij hadden dan ook geenszins het plan
hun aandacht op drt milikel te vestigen.
Slechts één enkele passage willen wij even
relevccren; alweer niet omdat deze passage
zoo belangrijk of 700 origineel was, maar om
dat men geen coalitie-vergadering kan bijwo
nen en geen cottlitie-krant in dc hand kan
urmen, of men hoort en leest hetzelfde. Steeds
en overt! wordt naar voren gehaald, dat in
het vrijzinnige concentratie-program 'n p#^
ra graaf over de landsdefensie onlhreel-tt. E11
zoowaar, de goede Stichtsche komt er ook ui
voer mee aandragen.
Nu past het allerminst aan 'n coalitie-man
om aanmerking tc maken op het al of niet
ontbreken van ecnig punt op het Concenlratie-
pprogram; immers hun eigen vast accoord,
waardoor 11a maandenlang onderhandelen er
«uhachcrcn de coalitie-restjes weer bijeenge-
afwerking van de stelling Amsterdam, o.a. dc
tegenwoordige minister Talma tegen stemde;
verzwegen wordt, dof. bij de aanvrage vaij
geweren, door het lib. ministerie-
Roe^ gedaan, onder dc tegenstemmers ook
Theodoor Heemskerk was.
Vanwaar komt nu opeens die vroeger nooit
zoo luidt als thans uitgesproken bezorgdheid
der clericalen voor onze landsdefensie?
En hoe willen de clericale ontdekkers van
die splinternieuwe tegenstelling tusschcn vrij
zinnigheid en mililairismc verklaren, dat de
overgroote meerderheid der militairen libe
raal zijn? Moifl hieruit soms afgeleid worden,
d.d de Nederlandscke officieren en ondcr-of-
ficieren er beha-gen in zouden vinden het lo-
ger tc doen „ontwrichten" of dat slechts de
weinig talrijke clericalen onder hen het ern.
slig zouden meenen met de verdediging dca
vaderlands?
Neen, alleen hierom zwijgt het concentra
tie over de defensie, omdat de vrijzinnigen
politiek en landsverdediging gescheiden hou
den èn omdat, nu dc reorganisatie van he
leger zoo juist haar beslag gekregen heeft,
het niet in 's lands belang kan zijn, dat 'n
nieuwe minister van oorlog omver gaat wer
pen, dat z'n voorganger tot stand bracht. Bo
vendien na de reorganisatie van hel leger^'
zijn er thans andere zaken, welke de aan
dacht vragen: het kiesrecht-vraagstuk, socia
le wetgeving, verzorging van ouden van da
gen, enz.
Dit alles weet de Stichtsche en toch gaaf
zij voort haar lezers te vergiftigen. Het heeft
ons alleen nog verwonderd, dat zij niet ont
dekt heef, dat in het concentra tie-program(
ook ontbreekt 'n paragraaf over de bestrij
ding der onzedelijkheid. Is daar nu geen po
liiicke munt uit te slaan, Stichtsche? Is dat
geen kostelijke vondst, hebben wij u nu geenj
schitterend idee aan de hand gedaan? Toe,
geef onmiddellijk 'n hoofdartikel: de Vrijzin
nigen en de Zedelijkheid, in den trant van het
a:l ikcl over de Landdagen; mogen wij weer
diclêeren? „Hel Concentratie-program zwijgt
over de bestrijding der onzedelijkheid. ïL
z 'dclijkheids-vraagstuik bestaat feitelijk ir'et
Luiden zijn, bevif. ongeveer heclemaalj voor deze vrijzinnige .Hervormers. Een der
immers het ecnige positieve van dat ac-j beste woordvoerders van de katholieke par
c <-rd is het onderwijs, '11 quaestie dus, niet tij heeft het zoo terechlt gezegd: komen do
lands- doch uitsluitend het partijbelang I vrijzinnigen aan het bewind, dan glijden wij
rakende en dan nog wel alleen daarom op'weer terug in den afgrond der ontucht....
den voorgrond geschoven om dc aandacht af Kom. Stichtsche, wij hebben u op dreef ge
le leiden van de Tariefwet!
liet is nu eenmaal n gewoon verschijnsel,
dat juist die menschen het brrfaalst zijn, die
er dc minste reden toe hebben. En daarom)
kun het eigenlijk niet verwonderen, dal de
rcchtsche* propagandisten durven wijzen op
bet ontbreken van 'n leger-paragraaf in het
cenccntrntïc-program. Maar wat ongepaster.
Is en om dat te doen motfi men wel cler5-
inl zijn uit dat ontbreken leidt men af,
dnl de vrijzinnigen zich 0111 dc verdediging
van het vaderland niet bekommeren, dat zij
„leger en marine willen negceren, aan zieli'
zelf overlaten of wat erger is ontwrichten",
gelijk de Stiehlsche zich gelieft uit uil te druk
ken. Daartegenover moet natuurlijk de coalitie
po&ceren als de schutsengel voor onze veilig
heid, terwijl de vrijzinnigen met christelijk
gebaar bij bet nnti-militairismc ingedeeld
worden. Verzwegen wordt natuurlijk, 'at
juist onder h ij. roomsche deel der coalitie
de verstokiste anti-militairistcn schuilen. Ver
zwegen wordt, dat bij de aanvrage door het
M ij/, ministerie-cle Meester van. gelden voor
b: acht, Ga nu verder.
Uit de Pers.
Zestig—veertig.
De N. R. C t. herinnert aan den uilslag der
Kamerverkiezingen in 1909: 60—40:
„Xestig-veerligHet triomfgcjuich van vier
jaar geleden klinkt ons nog in de oorou. Er was
iu <lc verkiezingscampagne heel wat drieste taal
uitgeslagen over de overwinning, <lio <lc zeer
christelijke coalitie tegemoet ging. Maar zestig-
veertig, dat was meer dan ze hadden durven ho
pen. Hat was eene meerderheid, veel grootcr, dan
er sedert jaren ooil een in de Kamer geweest was.
Ze jubelden het uit. Zie, dat liberalo getob had
nu voor goed uit. Voor 12 jaren tenminste, wel
licht v.or 16, o waarschijnlijk voor 20 jaar zat
nu dc .christelijke" meerderheid stevig te paard.
Er zou hoogeschool worden gereden. Zij immers
hadden liet monopolie van het beginsel» dat vas
tigheid gafzij beschikten over bekwame minis
ters zij hadden het stalend vertrouwen, en ze
blaakten van Ijver. Dim nog die meerderheid bo
vendien, waarvoor alles moest wijken. Zestig-
veertig! Zestig-Veertig I Ze konden het niet op...
En nu?
Aio een eik welks bladeren afvallen, cn als een
hoi die geen water heeft. De bodem droeg geen
vrucht, en ze zitten ontnuchterd te kyken. Wat
van de vele beloften is in vervulling gegaan?"
Aan wie de schuld? vraagt het blad. En dan
schrijift de N. R. Ct. verder;
„De kleurloosheid van dit regeeringsprogram
is de inleiding geworden lot de politiek, waar
van wij nu binnen kort mogen worden bevrijd
de politiek van wat genoemd is de subjectiove
antithese, die meent dat aan hare roeping vol
daan is. wanneer het volk in oen met-christe
lijk en een christelijk deel is gescheiden, en het
Iaalgte, door steiomenmeerderheid en in de
„baantjes", do laken# uitdeolt. Men moet het
tocli ergens in zoeken
Onder den invloed van de anti-revolutionaire
parnj, in do Kamer eene machtige groep, ging
het steeds meer crescendo dien kant uit. Minister
Cool krygt gedaan. Zoo'n liberaal ook, terwijl
de gelegciihoid er was, om op zijn zetol een man
•van christelyken huize te plaatsen. De anti-revo-
v lutionaire p. rlij zelve liohl hem den voet. In den
Helder moot de liberale vlootvoogd voor don do-
miné wijken. Minister Wentholt zelf wordt juist
^zoo lang gekneed, tot hij aanhanger is geworden
van de anti-revolutionaire politiek.
Dit zijn de moest sprekende voorbeelden, om
dat het hierbij hooge hoeren betrof. Bij de bc
zeUing vaa de kleinere baantjes is het van het
zelfde laken een. pak. Minister Heemskerk taakt
in conflict met de Groningsche professoren over
do benoeming van eene examenoommissio, wier
loden taf moest worden gechristiamscord. Deuk
aan den christelijken schoolopziener, dio gcoD be
hoorlek briefje kon schrijven, en aan do Utrecht-
»ohe benoemingen. Justitie weigert subsidie aan
eeuo barmhartige verccniging, omdat zij niet
„christelyk" is. Waterstaat heeft zijn post-cir-
culaire gehad. Overal gaat het dcnzelfden weg
op. Door de personen tot het succes.
Deze politiek, waarvan dit do kleinere uitin
gen z\jn, doch waarvan de wogdoezeling van be
ginselen, welke -ermee onvermijdelijk gepaard
gaat, heb groote kwaad is, heeft ten slotte de
gausche coalitie bevangen. Het is niet langer liet
beginsel, dal de politiek voorschrift, doch de
politiek, die het beginsel gaat aangeven. De han
deling wordt niet meer uit het beginsel afge
leid en beoordeeld, noon het beginsel wordt aan
gepast aan de handeling. Wat is in ons politiek
belang wenschelijk? Zoodra men dat weet,
bouwL men een systeem op, waarin hot polilick
wensohelijke past.
Hoe meer men de verkiezingen nadert, hoe
krachtiger waarschijniijk-succes tot het allesbe-
heerschc-nd idéo wordt verheven. Het wordt één
groote jacht naar succes bij :do stembus. Lang
zaam begint men, omdat cr in het eerst nog wel
zij-i. die wat beters bc-oogen; geleidelijk draven
cr hoe langer hoe meer achter dc succespolitiek
aan. Ten slotte is er nog maar één ding, dat
aan allen iets zegtdc stembu6.
En vóór de vier jaren om zijn, gaan er begin
selen cn overtuigingen met scheepsladingen over
boord. Om met met gansch leege handen voor de
kicze-s tc staan, wordt alles aanvaard, al is er te
voren ook nog zoo veel leelyks van gezegd. Ra-
denwet, Ziektewet, Invaliditeitswet, ja staatspen-
sioneering, 't wordt zonder onderscheid ,,meL
vreugde" niet waar Nederlander?'binnen
gehaald. Alle oordeel is aan kantze zijn van
de eerste t-ot den laatste door den auccesduivel
bezeten'.
ZestigVeertig! Wat wilt gij nog zeggen?"
Berichten.
Dc Staatscourant van Zaterdag 24 Mei
bevat o.a. de volgende Kon. besluiten:
op verzoek eervol ontslagen als notaris te
Oudenbosch mr. II. Scholten; als notaris te
Lith mr. \V. F. Frijlinok;
benoemd tot burgemeester van Koudekcr-
ke II. P. baron van der Borch lot Verwolde;
tol burgemeester van Oudkarspel A. C.
Kroon;
benoemd tot Iccraar aan de R. II. B. S. tc
Sappenneer A. F. Vcsler, tlians tijdelijk en
voor 1 jaar mr. E. Meindersma;
benoemd tot officier van gezondheid 2e
klasse bij het Ned.-Ind. leger do arts J. C.
Vos;
benoemd tot tijdelijk militair apotheker
2e ld. bij het Ned.-Ind. leger K. V. Topp;
op verzoek eervol ontslagen met pensioen
de O.-I. ambtenaar met verlof mr. J. M. C. E.
le Rülte, laatstelijk lid van den Raad van
Justitie tc Socrabaya, wegens pliysiekc on
geschiktheid; idem de met verlof in Europa
aanwezige le luitenant der infanterie van
het Ned.-Ind. leger A. H. Clerckx, wegens
lichaamsgebreken.
Huid e-a dres aan Keizer Wil
helm. Op initiatief van den gezant van het
Duitsche keizerrijk te Den Haag, den heer
Von Muller, heeft zich een comité gevormd
voor het zenden van een adres van hulde,
namens alle in Nederland wonende Duit-
schers, aan Z. M. den Duitschen Keizer, ter
gelegenheid van diens regeeringsjubilcum op
15 Juni a.s.
Alle in ons land bestaande Duitsche ver-
eenigingen en de Duitsche consulalen hier te
lande hebben hunne médewerking toegezegd
om de lot stand koming van deze huldebe
tuiging te verzekeren, terwijl aan het Duit
sche gêzantschapsgebouw aan den Langen
Vijverberg te 'sGravenhage een lijst zal
worden ncdergelegd, waarop alle Duitschers,
die geen lid zijn eener Duitsche vcrecniging,
hunne handteekening kunnen plaatsen.
Ziektewet en Tariefwet.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
van den minister van Landbouw, Nijverheid
cn Handel op het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer omtrent het ontwerp-ziektewet.
De minister zegt in zijn antwoord o.a. dat
mocht geschieden wat de rcgecrlng wensclit
en de loop der politieke gebeurtenissen dc
uilvoering van haar program op dit punt mo
gelijk maakt .ongetwijfeld spoedig na het zo
merreces dc wijziging van hef Tarief aan de
orde zal komen.
De Kamerverkiezingen.
Mi*. JE. baron Mackay heeft dc candida-
luiir der Christ. Historische Kicsvereen. te
Hilversum (niet aangesloten bij de Unie) aan
genomen.
In het district Nijmegen zal worden can
didal gesteld door een groep Proleslantsche
kiezers mr. dr. A. R. van de Laar tc Gendrin-
geiu
Ook dr. baron van Weideren Rengcrs te
LTsbrechlum heeft bedankt voor de candida-
tuui in het district Sneek.
Hctmidde n-D a m t e 1* r e i n. In dc
gisterenmiddag gehouden vergadering van
den gemeenteraad van Amsterdam heeft wet<
houder DeLprat een belangrijke medcdccling
gedaan over het midden-Damterrein. Naar
men weet was de gemeente reeds geruime!
tijd in onderhandeling met een IlollandsclU
combinatie, die tc Amsterdam een hotel zou
willen bouwen, naar de plannen van den ar
chitect Kromhout. Dc onderhandelingen zijn
nu zoover gevorderd, dat, wanneer er over
eenstemming wordt verkregen over de bouw
plannen, B. en W. dadelijk hun voorstel om
dit terrein in erfpacht uit tc geven kunnen
Indienen. liet is de wensch der combinatie,
dat deze zaak nu spoedig tot een oplossing
koine.
De kapitein G. D. van dc Kastcelc vm
hel 20sle regiment infanterie le Harderwijk
zai wegens gezondheidsredenen den dienst
met pensioen verlaten.
De le luitenant B. W. baron van Dcdein
van hel le regiment huzaren le Amersfoort
is benoemd tot adjudant bij het korps.
-Nog geen eeuw Ncderlandsch.
Uil Tegclen schrijft men aan dc „L. K.":
In verband met dc alom tc vieren onafhan-
kelijkhcidsfcesten in den lande, verkeert Te-
gelen wel in een heel eigenaardig geval, het
geen blijkt uit het volgende uittreksel, geno
men uit dc „Chronologische beschrijving van
Tegelen."
Tegclen was van 1814 tol 181G, ter oorzako
van een verkeerde uitlegging van het Wcener
tractaat, aan Pruisen onderworpen gebleven,
zoodat een twaalftal jongelingen uil Tegelen
in 1815 nog door dc Pruisische regecring tot
den krijgsdienst werden opgeroepen. Eerst
in 181G werd Tegelen door ruiling tegen Ilcr-
zogenrath bij hel koninkrijk der Nederlanden
gevoegd. Hieruit blijkt dus, dat onze gemeen
te dit jaar feitelijk nog niet het feest kan vie
ren, dat op zooveel plaatsen gevierd wordt.
Ilct doodvonnis van Naatje
Zooals reeds is gemeld, komt op liet program^
ma van dc Amstcrdnmschc fecslcommissii
Plan 1913 ook voor liet plaatsen van een blij-'
Vend monument op den Dam, ter vervanging
van het beeld, beleend onder den populaircnf
naam van „Naatje".
Ilot voorstel werd reeds, zoo meldt de Tely
een vergadering van de Raadhuis-Dam?
commissie ter sprake gebracht, cn daar bleek,
dat de heeren zich uitmuntend met Naatje*
verdwijning konden verccnigingcn.
Het moet in dc bedoeling liggen den Dantf
een maslen-versiering le geven, zooals men die
op het St. Marcusplcin te Venetië aantreft.
Plan 1913 te Rotterdam. Dc Rot-
lerdamsche .gemeenteraad bcslooft gisteren^
tot bcscliikbaarslcllMig van een crediet van
f 50,000 voor dc nationale feestviering 1913»
Verruiming van Rotterdam. Be
halve de twee groote plannen, n.L: dat van
den bouw van een nieuw stadhuis en postkan
toor aan dc Coolvcst, welk terrein thans bijna
van alle gebouwen is gezuiverd, het plan lot
doorbraak van de Blaak naar het Calandplci%
waaronder ook hel nieuwe pand-Gcrzon valt'
heeft het Rottcrdamsch gemeentebestuur
thans bij den Raad een nieuw plan ingediend
omvattende hel aanleggen van een breeden
£eii Roaiau van Liefde,
66 DOOR
MARIE CORELLL
„Denkt ge, dal ge Sanloris weer zult onl-
Aioetuii?"
Dit was dezelfde vraag, die Catherine mij
gedaan liad, en ik antwoordde op dezelfde
Wijze:
„Ik weet het werkelijk niet!"
„Zoudt ge hem gaarne weer ontmoeten?"
drong hij aan.
Ik aarzelde even glimlachend.
„Dat geloof ik wel!"
„Hel is eigenaardig," vervolgde hij, „dat
ik het middel moest zijn om u lot elkander
te brengen. Uw theorieën van leven en dood
omen zoozeer overeen, dat gij gelijke gc-
d.allien hebt. Er zijn veel jaren voorbij ge
gaan sinds ik Santoris kende ik had hem
feitelijk geheel uit het oog verloren, hoewel
tk zijn krachtige persoonlijkheid nooit ver
gelen had en Eet komt mij eenigszins
vreemd voor, dat hij plotseling weer op komt
digen, terwijl gij bij mij waart...".
„Louter toeval," zcide ik luchtig, „en eigen
lijk gewoon genoeg. Soort zoekt soort, dal
weet gij.**
kan zijn. Er is zeker iets in de wet
aantrekking tusschen menschelijkc we-
Wtts1, wat wij niet begrijpen." antwoordde
hij peinzend. „Misschien, indien wij het kon
den
Hij brak af en zweeg.
Dien avond juist voor het naar bed gaan,
ontmoette ik dr. Brayle in de gang, die naar
mijn hut leidde. Ik wilde hem met een kort
goedennacht voorbij gaan, maar hij hield mij
staande.
„Dus ge gaat werkelijk morgen heen!"
zeide hij met een sluw knipoogen, terwijl hij
mij aanzag. „Welnu misschien is het 't beste!
Gij zijt een zeer sforende magneet."
Ik glimlachte.
„Inderdaad? Op welke wijze?"
„Dat kan ik u niet zeggen zonder onlogisch
le schijnen," antwoordde hij bruusk. „Tot op
zekere hoogte geloof ik in magnetisme, ik
heb inderdaad zelf de kracht ervan beproefd
bij echte zenuwpatiënten, maar ik lieb nooit
hel denkbeeld gehuldigd, dat menschen stil
zwijgend en bijna zonder bewuste inspan
ning anderen voor goede of kwade doelein
den kunnen beïnvTóëaen. In uw tegenwoor
digheid echter, wordt mij dit opgedrongen
alsof het waarheid was, terwijl ik weet, dat
het onwaar is."
„Is 't eigenlijk niet te laat 0111 over zulke
dingen te praten vanavond?" vroeg ik, wen-
schende het gesprek te bekorten.
„Misschien wel, maar ik zal waarschijnlijk
nooit de gelegenheid hebben te zeggen, wat
ik zeggen wil," antwoordde hij en hij
leunde tegen dc trap, juist waar het licht uit
het salon een heldere straal op zijn gezicht
deed vallen, hij keek donker cn eehigszins
verward. „Gij hebt verscheidene dingen be
studeerd op de uw eigen impulsieve vrouwe
lijke wijze en gij zijt boven de domheid van
die „would-he" aangename vfouwen verhe
ven, die vinden dat een aardige geveinsde
onwetendheid goed staat, zoodat ik ronduit
kan spreken. Ik kan u nu zeggen, dat ik
voelde u vroeger gekend te hebben, van den
eersten dag af, dat ik u zag, en gij vervulde
mij met een eigenaardig gemengd gevoel van
genegenheid cn afkeer. Eens op een avond,
toen gij met ons op het dek zal het was
voor wij dien Santoris ontmoetten sloeg
ik u met bijzondere belangsleling gade
elke beweging van uw hoofd, elke blik in uw
oogen scheen mij welbekend en voor een
oogenblik had ik u bijna lief! O, gij behoeft
het if niet aan tc trekken, dat ik dit zeg!"
en hij lachte eenigszins over mijn onwille-
keurigen uitroep „het was niets, het was
slechts een voorbijgaande stemming, want na
een paar minuten haatte ik u even sterk!
Daar hebt gij het. Ik weet niet waarom ik
deze eigenaardige ervaringen gehad heb,
maar ik moet toegeven, dat zij bestaan, en
daarom ben ik eigenlijk blij, dat gij heen
gaat."
„Ik ben ook blij," zeide ik, en ik stak mijn
hand uil ten afscheid. „Ik zou niet graag er
gens blijven, waar mijn tegenwoordigheid
ook maar een oogenblik ongemak of onaan
genaamheid veroorzaakte."
„Dat is niet heel juist voorgesteld," zeide
hij, mijn aangeboden hand aannemend en die
losjes in de zijne houdend. „Maar gij zijt een
overtuigd zielkundige en daarom een beetje
„griezelig". Ik zou u niet willen beleedigen."
„Dat zoudt ge niet kunnen al probeerde
gij het," zeide ik vlug.
„iDat beteekent, dat ik te onbeduidend ben
naar uw oordeel 0111 te kunnen beleedigen,"
merkte hij op, „dat ben ik zeker ook, ik leef
volgens het stoffelijk levensplan en ben te
vreden daarbij te blijven. Gij tracht een lioo-
ge vlucht le nemen en stijgt op tc midden
van moeilijkheden van gedachten en daden,
die geheel en al buiten de nuttige en noodigc
routine des levens liggen en het kan zijn, dat
zij ten slotte telioog voor u blijken te zijn."
•I-lier liet hij mijn hand los. „Gij brengt een
atmosfeer met u mede, die te ijl is voor ge
wone stervelingen zij heeft dezelfde uit
werking als de hooge berglucht op een zwak
hart, zij is te sterk, men geraakt builen
adem, en verliest het vermogen om samen
hangend te denken. Gij veroorzaakt dit bij
juffrouw Harland en tot op zekere hoogte
bij mij zelfs eenigszins bij den beer Har-
land, en de armo Swinton komt niet onder
dien invloed, daar hij feitelijk geen hersens
heeft om invloed op uit te oefenen. Alleen
iemand, die gewoon is in dezelfde atmosfeer
tc leven als gij, kan in indrukken en mee
ningen bij u passen. Wij staan op een ver
schillende hoogte van denken, voelen en er
varingen en gij moet ons bijna onuitstaan
baar vinden."
„iZojoals gij mij vindt?" viel ik hem glim
lachend in de rede.
„Neen, dat wil ik niet zeggen! Want er
schijnt een tijd geweest te zijn, dat wij allen
op gelijke hoogte waren."
Hij hield op, cn er was een oogenblik van
gespannen stilte. Met zachlen zilveren slag
sloeg de klok in het salon twaalf uur.
goedennacht, dr. Brayle!" zeide ik.
'Hij sloeg zijn peinzende oogen op en zag
mij aan.
„Goedennacht! Indien ik u geërgerd heb
door mijn scepticisme in zekere dingen, moet
gij dit maar op rekening van mijn tempcra-
ment schuiven en mij vergeven. Het zou mil
spijlen als ge mij een kwaad hart toedrocgt.*'
Welk een eigenaardige smeekende toon
was er in zijn stem! Plotseling scheen hel
mij toe alsof hij mij vroeg hem dien moord
le vergeven van vroeger, dien ik in het visi?^
oen weerkaatst had gezien! en mijn bloed
werd plotseling aan het koken gebracht dooi1
een gevoel van diepe ergernis.
,jDr. Brayle," zeide ik, „wees zoo goed u
verder maar niet om mij le bekommeren.
Onze wegen zullen altijd gescheiden zijn en
waarschijnlijk zullen we elkander nooit we-/
derzien. Het komt er werkelijk in 't geheel'
niet op aan wat mijn gevoelens ten opzichte
van u zijn, zij kunnen geen invloed hebben'
op uw verleden of uw toekomst. Vriendschap'
laat zich niet dwingen."
„Gij wilt niet zeggen," viel hij mij in de
rede, „dat ge geen afkeer van mij hebt?"
Ilc aarzelde en sprak toen oprecht'.
„Neen," antwoordde ik, „omdat ik dat niet
kan!"
Voor een oogenblik ontmoetten onze oogen
elkaar toen kwam er iels tusschcn ons daf
aan een absoluut en onherroepelijk verlies
deed denken. „Nog niet!" mompelde hij.
„Nog niet!" en met een gedwongen glimlach,
boog hij en liet mij voorbijgaan naar mijq,
hut. Ik was blij daar te zijn blijde alleen
te zijn en overweldigd als ik was door het
bewustzijn, dat de herinneringen mijner ziel
te sterk voor mij geweest waren om ze te
kunnen weerstaan, was ik dankbaar, dat ik
den moed gehad had mijn onoverwinnelijk
ken tegenzin uit te spreken tegenover iemand,
die, zooals ik instinctmatig scheen te hegriji
pen, zich schuldig gemaald had aan een mi^
daad, waarover hij geen berouw had.
Wordt vervolod-