Dinsdag 3 Juni 1913. „DE EEMLANDER' Uitgevers: VALKHOFF C<x Mr. BE BEAUFORT, BUITEN LAN dT] FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. N% 3B9 li"' Jaargang* Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO» Idem franco per post1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. Advertentien gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PK IJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 rogelsf 0.50# Elke regol meer- O.IO. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bostaan zeer voordooiigo bopalingon tot het herhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnoment. Eeno ciroulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt oj/ aanvraag toogozonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Staatspensioen verre lpoven Dwangverzekering. Met zenuwachtig gejakker lieefl de Re- gcering in haar lcatste ziLtingja r het „wets- oulwerp Talma tot verzekering van arbeiders tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit cn ouderdom" er doorgehaald. Met een zuivere pari ij-s lemming rechts tegen links is dit ont werp aangenomen, om lot wet te worden ver gheven zoo spoedig als de Eerste Kamer er zijn sanctie aan geeft. Blijft dit kabinet dus aan cn kar. minister Kolkman met zijn bekende Tarief wel de 13 iniilioen bij elkaar krijgen voor dc tijdelijke Siaatsbijdrage, dan treedt deze wel. op nader af le kondigen datum in werking en zal de •Neclerlandsche staatsburger de,... zege weg dragen, van wat een Christelijke minister op sociaal terrein meende te moaten geven? Gc- loove, wie het wil. Daarvoor is deze wet in z ij n opzet veel le e e n z ij d i g en daar door te onrechtvaardig. erzekeringsplichlig zijn alleen maar de ar beiders, cn van hen nog maar diegenen, die niet meer verdienen, dan ten hoogste f 120;) 's jaars, wal dus zeggen wil, dal ook deze alleen voor een rente-uitkeering in aanmer king komen. Uitgesloten zijn dus: lc. AUc kleine neringdoenden, kleine boer tjes, kleine handeidrijlvenden, wier inkomen vaak heel wat minder is, dan dat van menig arbeider. Edoch, dc regcering veronderstelt, dat huil positie heel wat boven die van den werkelijken arbeider is bevoorrecht. Zij heb ben de kans om rijk te worden, cn die rijk.- zijn hebben toch geen. ouderdomsonder- steuning nopclig. Schreiend onrecht aan aller, die door wat oorzaak dan ook, kuiten den vcr- zcktringsplichl vallen, en die toch in hun ouderdom, niet uil eigen middelen kunnen beslaan! Een sociale verzorging in den nood van ouden van dagen die slechts helpend op treedt; voor één klasse van menschen, cn op z'n hoogst dus maar half we r lc lever t, omdat geen recht wordt gedaan aan allen. 2o. Uilgesloten zijn bovendien tal van vrou wen, echte huismoeders, huissloven, die ge werkt hebben van vroeg tot laat, die mot vaak karig loon, wonderen wisten te verrichten, maai wier onvergeeflijke lout was dat zij trouwden, en kinderen voortbrachten en kin- du en groot brachten, waardoor zij dus on mogelijk konden uil werken gaan, om in loon dienst arbeid te verrichten. Zij ploeterden wel, maar alleen in huil eigen huisje. Zi] hadden een man die voor hen brood verdien de, die van zijn loon weck in week uil de pre mie betaalde cn zoo zorgde voor den ouden dag, maar die kwam be sterven en hen o n- verzorgd achterliet. Want de wet-Talma kent geen weduwen- rente. Dat vond minister Talma eerst wel jammer, maar liet kon nu eenmaal niet an ders. Hij moest rekening houden met zijn geldmiddelen en kiezen lusschen een w e c- z c n- en een weduwcnrc'ite. En liij koos 't eerste. Waarom? Omdat hij dat t meest drin gend oordeelde. Niet, dat het lot der oude vrouw hem onverschillig liet, maar, zooals zijn verzekcrings-systecm nu in elkaar sloot, was een weezen- en weduw^n-rentc- er niet uit li- halen Dan liad of le premie hooger moeten zijn, en dal was te veel gevraagd van den arbeider, of dan liad de Slaat moeten bij passen, en dat was hem ten cenonmale onaan nemelijk. Volgens minister Talma mag in zulle een allerbelangrijkste aangelegenheid als de voor ziening in den nood der ouden van dagen, de SUat absoluut niets bijdragen. Dat zou strij dig zijn met zijn opvatting van arbeidsover eenkomst Moeilijk le begrijpen, door hen die het stand des heeren Talma niet deelen, maar nog moeilijker te verslaan door de oudjes zelf, die het recht maar niet kunnen gevoe len, waarom zij nu toch nog naar de armen kas zullen worden verwezen, ondanks hel feil, dat hun man, toch zoo lang hij leefde trouw zijn premies liad betaald. Zi hier twee iu-droevige gf volgen vefn po litieke beginsel-ruiterij. In het rcgeeringssysteèm wordt niet ge vraagd wat is recht, wat is billijk voor alle ouden van dagen, maar wat is mijn principe en wie kunnen naar dat principe geholpen worden. Alleen één ding is merkwaardig. Bij ver schillende punten ,waar 's ministers principe i nbotsing kwam met zijn gevoel van mensclie- Tijkheid, verwees hij zelf naar het stelsel van Staatspensioneering Staatspensionneering, waarin in elk bepaald geval, niet eerst weer gevraagd werd naar een afzonderlijken rechtsgrond, maar waarin werd vooropgesteld, dat aan ieder, die het noodig mocht hebben, hetzij man of vrouw, op vastgcslelden leeftijd een pensioen moest worden uitgekeerd Dat stelsel van Staatspensionnee ring, wel is waar onaannemelijk voor mi nister Talma, en met hem voor geheel de Rechter zijde, wenschcn wij hoog te houden, boven welk systeem van Dwangverzekering ook. Niet alleen, omdat ons rechtsgevoel, ons zegt, dat door Staatspensioen, naai cisch van billijkheid, ook Recht kan gedaan worden aan allen, mannen cn vrouwen, zonder onder scheid, maar ook omdat de ervaring opge daan in Engeland en Denemarken, ons leert, dat Staatspensioen tot een werkelijken zege geworden is. Die zegen die ons zeer zeker, ontgaan zal, indien dit kabinet blijft gehandhaafd, kan ook het deel worden van ons, Nederlanders, in dien wij bij de komende stembus, ons oordcel over Talma's sociale wetgeving uitspreken. Kiezers in liet district Amersfoort, hel gaat thans om groote dingen. Weet wal gij doet! Nog is het niet tc laat. Tel ma's invaliditcils- en ouderdomswet is nog niet in werking. Gaat de Kamer om, dan zal zeer zeker deze wet werden ingetrokken, om den weg voor Staats pensionneering te openen. Help daartoe mede, met alle kracht cu breng den 17den Juni Uw stem uit op die naar eigen bericht aan het comité vaji actie van den Bond voor Slaaspensionneering zirJ heeft uitgesproken als een voorstander van Staatspensioen. d. B. Politiek Overzicht Het gekortwiekte Turkije. De wereldhistorische bctcokenis van het feit der ondortcckcniiig van het voorloopigc vredesverdrag op 30 Mei j.l., is het best in eeltige cijfers uit te drukken. Van 20 Septem ber 1011 loit 30 Mei 1913, dus gedurende een jaar en aclit maanden, heeft Turkije zich in ooaiogstoesla-nd bevonden. Den 29en Sep tember 1011 verklaarde Italic wegens Tripoli aan Turkijo den oorlog. Dc vrede met Italië werd, nadat de otorlog meer dan cien jaar bad geduurd, den lSen Ootober 1912 gesloten. Toen was de veldtocht van de Balkanstaten legen Turkije reeds in gang. In den morgen van 10 October loste prins Mirko van Monte negro in de Montenegrijiiische grensstelling bij Podgoritza hot eersbe schot. Acht dagcui later volgde de o ori oigsverklaring van de drie andere Balkanstaten. Nu is het zwaard weder in de scheede ge- sJLöken en, althans wat Turkije betreft, rus ton dc wapenen voor goed. Turkije heeft in de beide veldtochten zijn gehecle Afrikaan- sche bezit en, op de hoofdstad en oen nietig stukje voorland na, bijna zijn gehecle Euro- peesebe bezit verloren. Het Turksche rijk liad vóór den oorlog eene oppervlakte van drie millioen KM2, met oene bevolking van 21 millioeii in ronde getallen. In Tripoli!-in ie moest liet ongeveer een millioen KLM2, met een bevolking van een millio'en afstaan. In Europa is Turkije 103,500 KM2, niet 4,850,000 inwoners kwijlt geraakt, ongerekend Kreta, dat reeds Grieksch is, met 8618 KM2, opper vlakte en 350,000 inwoners, en dc Egeïsche eiiaindcui, over welker lot nog moet worden beslist. Derhalve houdt Turkije van de 3 millioen KM2, nog 1,820,000 over en vau de 24 millioen inwoners in een rond getal 18 millioen. Turkije is een zuiver Aziatische slaat geworden, slechts met eene Europeeschc hoofdstad. Turkije zal zich nu er op moeten toeleg gen zich in Azie te re-organiscer en, en het is iLe wenschen, dat het zich de bittere lessen van den oorlog, die het op liet verlies van zijn Europeesch gebied be staan is gekomen. zal welen ten nutte te maken, opdat niet ook in Aziatisch Turkije het afbrokkclingspro- ces zal beginnen, dat dc Europeeschc gewes ten van hot rijk in liandcn van de tegenstan ders heeft gebracht. Reeds komen ook in Aziatisch Turkije kwestiën op, die voor liet voortbestaan van het Turksclic rijk ook in Azië gevaarlijk kunnen worden. Anatolic eisclit hervormingen; in Armenië nemen de Koerden-invallen toe, die mogelijk aan een vreemden staat aanleiding zullen geven, zich er mee te bemoeien. Ilier mogen de misslagen, die de Turksche regeering in Macedonië hoeft bedreven, zich niet herha len. De regeering mag niet wachten, totdat van buiten weder hervormingen voor Arme nië cn Anatolië worden geëischt; zij moet zelf ingrijpen cn met alle kracht den arbeid der reorganisatie van liet rijk tor hand nemen Sleohls dan zal liet mogelijk zijin de geva ren te bezweren, diie zicli reeds aan den ho rizont vertoonon. Of er reden beslaat iin dat opzicht gorusl te zijn, zal de tijd moeten leeren. Het Jour nal ides Débats is te dien aanzien van ern stige» twijfel vervuld. Het schrijft, dat de zaken des te gemakkelijker zullen gaan, hoe beter do Turksche regeoring zich weet aan le passen aan den nieuwen toestand cn hoe meer oprechtheid zij aan den dag legt in hare plannen bot administratieve hervormin gen. Maar wanneer, zooals sommige aanwij zingen ongelukkig doen vreezon, de onver beterlijke droomers in Komst antimopel de overhand krij.gen, dan zal alles van de wijs raken, wat men ook moge doen. „Hel zou eene illusie zijd te meenen, dat do vrede van St.-Jamcs aanstonds rust en vrede aan Tur kije zal teruggeven. Wanneer oenmaal de oorlogskoorts is verdwenen, zal dc zwakheid van het organisme aan den dag komen met een geJieelon sleep van verontrustende ver schijnselen. Indien hot lot Koaisladiiüin'opel eai teit Azië gekortwiekte Turkije wil leven, zal het al zijne veren moeten spannen en geen enkel deeltje vam zijne kracht verloren 1 aten gaan. Turkije zal zich zelf moeten helpen, als het geholpen wil worden." Aan «len Stal kan. De Nordd. Allg. Zeitung scliijft in hare Wocheii-Rundschau, dat het feit, dat den 30 Mei het voorloopige vredesverdrag tot be ëindiging van den Balkanoorlog ondertee kend is, met gepaste waardeering voor de wijze waarop dc moeilevolle onderhande lingen door Sir Edward Grey zijn geleid, overal welkom wordt gcheetcn. De groote mogendheden kunnen in dc nu voltrokken historische gebeurtenis een bewijs zien, dal hun onder veelvuldige moeilijkheden proefhoudend gebleken samenwerken lol een gcwenscht voorloopig einde heeft ge leid, en zij kunnen hieruit eene aanmoediging pullen tot gemeenschappelijkcn verderen ar beid. Dc arbeid van de mogendheden heeft in de eerste plaats betrekking op zoodanige punten als zij zich, gelijk de vaststelling van dc zuidelijke grens van Albanië cn de bepa ling van liet lot van de Egeïsche eilanden, hebben voorbehouden. iDe kwestiën, waartoe de verdecling van liet nieuw ver kregen gebied onder de Balkanstaten aan leiding geeft, blijven principieel overgelaten aaiL de eigen beslissing van de Balkanregcc- ringen. Voor zoover een gevaar voor den vrede dreigt, laat dc Europeesche diplomatie het niet ontbreken aan liet uitoefenen vaneen bemiddelenden invloed. Alle versta ndiga overwegingen spreken tegen hei uitbreken van een nieuwen oorlog. Tusschen de groote mogendheden schijnt elk gevaar van ceno botsing uil den weg le zijn geruimd, en do laatste wolken in liet nabijgelegen Oosten zullen zich, haar men mag hopen, weldra verspreiden. Naar aanleiding van dc onderleekenin& van liet voorloopigc vredesverdrag, schrijft de Mir, het officicusc orgaan van dc regce ring te Sofia liet was voor niemand een geheim, dal Turkije en Bulgarije den vrede wenschlen. Dc beide naburige landen hebben geen reden meer met elkaar le twistenintegendeel dc welbegrepen belangen gebieden hen ceno wederzijdschc goede verstandhouding en dc beste betrekkingen als bevriende huren. Bul garije telt binnen zijne nieuwe grenzen onder zijne bevolking talrijke mohammedanenzij zullen zich verheugen in volle godsdienstige, politieke en persoonlijke vrijheid, gelijk tot dusver de mohammedanen in het oude Bul garije hebben genoten, dat uit hen de trouw ste Bulgaarsche burgers heeft gemaald. Van nu af hebben wij geen nationalen strijd meer in Turkije cn dus ook volstrekt gecnc ver overingsplannen. Onze economische belangen, de eenigen die wij voortaan in Turkfje hebben, leggen ons in dc toekomst den plicht op do ijverigste cn oprechtste beschermers van dc onschendbaarheid van liet Turksche rijk tc zijn. Alles wijst er op, dat de Turken dit vol komen begrijpen. Een lijd van dc beste Turksch-Bulgaarsche betrekkingen kondig* zich aan. Uit IConstanlinopel wordt aa:i dc Köln. Ztg. over de daar hecrschcndc stemming bericht, dat de Turksclic pers en de leidende politieke kringen van meening zijn, dal dc voorloopige vrede op den Balkan nog gccne rust brengt; integendeel staan nieuwe bloedige botsingen voor de deur, die de ongelukkige bevolking van Ruinelië geheel kunnen vernietigen. Wan- "neer het Turksche volk nog aanspraak maak! op cenig recht om lc leven, dan mag het niet ophouden werkzaam tc zijn om dc beleedi- gtng, die het is aangedaan, le wreken, cn het mag nooit vergelen, dat Rumelië ten onrechte door ruwe vijanden overstroomd is. Militaire kringen kringen bevelen aan liet leger niet tc demobilisceren, maar zich er toe te bepalen de reservisten uil Konstanlinopel cn omstre ken met verlof huiswaarts le zenden; als dat noodig is, kunnen zij terstond weer onder de wapens komen en voor het overige door re- crutcn van dc nieuwe lichting vervangen worden. De Aiheensclie bladen begroeten dc ondeiv teckening van het voorloopigc vredesverdrag met groote hartelijkheid, maar voegen er hij, dat het sluiten van den vrede mei nog groote* vreugde zou worden begroet, als niet door d6 Grieksch-Bulgaarsche incidenten, die in de laatste dagen zijn voorgekomen, en door do begeerlijkheid van Bulgarije de politieke horizont verduisterd werd. Verder verklaren dc bladen, dat Griekenland wcnscht, voortavn Oud en arm, triester toestand is niet denk baar. Een Roman van Lieftle 74 DOOR MARIE COKELLI. Toen dwaalden gaandeweg mij; gedachten af naar Rafel Santoris, waar was hij nu? - in welke vredige uitgestrektheid van schil- terend water had zijn leeënschip het anker laten vallen? Ik beeldde hem in mijn gedach ten af tot ik bijna zijn gelaat kon zien, hel breede voorhoofd, de onbevreesde Icedere oogen, zijn glimlach en ik kon mij verbeelden, dat ik de diepe, zachte klank zij ner stem hoorde, altijd zoo vriendelijk wan neer hij tol mij sprak, tot miji, die hem zijn invloed bijna kwalijk nam. En een snelle stroom vun lang ingehouden teederheid kwam in mijn hart op mijn gansclie ziel ging tot hem. uit als om hem met uitgestrekte armen te begroeten ik was mij innerlijk bewust dat hij meer voor mij was dan de geheele wereld en ik zeide hardop: „Mijn ge liefde, ik bemin je, ik bemin je!" in de stilte, bijna alsof ik dacht, dat ik de woorden tol hem zond, dien ik 't liefst wen,sclite, dat ze zou hooren. Toen gevoelde ik hoe dwaas cn nutteloos het was tot de ledige lucht te spreken, wan neer ik mondeling mijn liefde had kunnen bekennen aan den waren minnaar mijns levens, indien ik minder sceptisch, minder trolseh geweest was! Was mijn reis naar het Huis van Aselzion een bewijs van mijn eigen twijfel? want ik was gekomen zooals ik nu aan mijzelf bekende, ten eerste om mij te verzekeren dat Aselzion inderdaad bestond en ten tweede om tot mijn eigen tevreden heid le bewijzen, dat hij werkelijk in staat was de mystieke geheimen mede le deelen. die Rafel scheen te kennen. Ik tobde mij af met nutteloos denken, en het venster sluitend ontkleedde ik mij en legde mij te bed. Toen ik ging liggen, werd het licht in mijn kamer plotseling uitgedoofd en alles was weer dui sternis, behalve dat de maan een heldere witte straal door het tralievenster wierp, daar er geen gordijn was om haar builen te sluiten. Eenigen tijd lag ik wakker op mijn harde bed ernaar le kijken en standvastig mij ertegen verzettende, dat eenig gevoel van vrees of eenzaamheid mij overmeesteren zou de muziek, die mij zoo bekoord had, had opgehouden, en alles was volmaakt stil. Langzamerhand sloten zich mijne oogen mijn vermoeide leden ontspanden zich, en ik viel in 'n gezonden, droomloozen slaap. Toen ik ontwaakte was het helder dag en de zon neschijn viel als 'n gouden regen in mijn ka mer. Ik sprong op, overgelukkig, dal de nacht zoo vredig was voorbijgegaan en dal niets vreemds of schrikwekkends voorgevallen was, hoewel ik niet wist waarom ik dit verwacht had. Alles scheen wonderbaarlijk frisch en schoon in net heldere licht van den nieuwen dag en zelfs de eenvoud van mijn kamer had een grooter bekoring dan cenigerlei weelde verschaft kon hebben. Het cenige ongewone, dat ik opmerkte was dat het zachte, koude water waarmede mijn bad gevuld was schit terde alsof het bruiste een paar maal scheen het alsof er zich een diamanlachtig schuim overheen bewoog, cn 't was eigen lijk nooit heelemaal stil. Ik keek eenige mi nuten naar deze schitterende beweging ai- vorens te gaan baden toen, verzekerd zijnde, dat het met de een of andere soort van electriciteit geladen was, dompelde ik .er mij zonder eenige aarzeling in cn genoot volop van het heerlijke versterkende gevoel, dat hel mij gaf. Toen ik met mijn toilet ge reed was en ik mij in een eenvoudig wit lin nen morgengewaad gestoken had, meer ge schikt voor liet warme weer, dan het zwarte, waarin ik gereisd had, ging ik het raam openzetten om al de frischlicid van de zee lucht binnen te laten en was verrast een kleine lage deur in den zijwand van de toren kamer te zien openstaan, waardoor ik een wenteltrap ontdekte, die naar beneden leid de. Toegevende aan de ingeving van het oogenblik, ging ik naar beneden en vond mij zelf in een klernen schoonen rotstuin, die aan de kust der zee grensde. Ik kon zelfs het hek openen en naar den rand van het water loopeu. Dus was ik niet langer een gevan gene! ik kon wegloopen indien ik dat wilde! Ik zag om mij heen en glimlachte, toen ik inzag, dat het onmogelijk was te ontsnappen. De kleine tuin hoorde uitsluitend tot den toren .en aan eiken kant daarvan verhieven zich onbegaanbare rotsen, bijna even hoog als het Chateau d'Aselzion zelf. terwijl het stukje grond waarop ik stond, eveneens door reusachtige rotsblokken ingesloten werd, waarop de golven eeuwenlang gebeukt hadden zonder eenige zichtbare ver andering daarin teweeg te brengen. Toch was het heerlijk lc gevoelen dat mij eenige vrijheid en frissohc lucht gegund werd en ik stond gedurende eenige minuten naar de zee te zien en van de warmte der zuidelijke zon te genieten. Toen ging ik langzaam terug, en zag overal om mij heen of er ook iemand in de nabijheid was. Geen levende ziel was in het gezicht. Ik ging naar mijn kamer terug en bevond, dat mijn bed zoo netes was opgemaakt alsof ik er nooit op geslapen had, en mijn ontbijt bestaande uit een kop melk en wat larwe- koeken op de tafel klaargezet. Ik verlangde naar het maal en genoot ervan. Toen ik ge reed was nam ik mijn ledige kop en het bord cn zette ze op de dientafel in de nis waarna de dienlafel onmiddellijk werd neergelaten en weldra verdween. Toen begon ik mij er in te verdiepen, wat ik zou doen. Het gaf nlels of ik brieven schreef, hoewel ik mijn reiscassette voor dat doel bij mij had, ik walde niet dat mijn vrienden cn kennissen wisten waar ik was en zelfs indien ik aan een van hen geschreven had, was het nau welijks waarschijnlijk, dat mijn correspon dentie hun ooit bereiken zou. Want ik wist zeker dat de mystieke Broederschap van Aselzion mij niet zou toestaan, zoolang ik bij hen vertoefde met de wereld in gemeen schap te treden. Ik peinsde hierover en be gon te denken dat verscheidene dagen aldus doelloos doorgebracht, moeilijk voor mij le dragen zouden zijn. Ik kon de tijd niet juist nagaan, daar mijn horloge was blijven stil staan cn er geen klok of klokkenspel van ecnigcrlci aard was,dat ik kon hooien. Do stille, die mij omringde, zou drukkend ge weest zijn, als ik niet dit zachte geplas der kleine golfjes gehoord had, die beneden miji op dc kust braken. Plo'seling werd tot mijn groote vreugde mijn kamerdeur geopend cn de persoon, die Honorius genoemd werd, trad binnen. Hij boog even het hoofd, bij wijze van groet en zeide toen kort: „Men beveelt u mij tc volgen". •Ik stond gehoorzaam op, geheel gereed, llij zag mij oplclend aan met eenige nieuws-» gierigheid, alsof hij mijn gedachten wild* lezen. Bedenkende, dat Aselzion gezegd had, dat ik niet mocht spreken tenzij men tot mij sprak, beantwoordde ik slechts zijn blik, standvastig en glimlachend. „Gij zijt niet ongelukkig, of bang, of ruste loos," zeidc hij langzaam. ,/Dat is goed! Gij begint goed. En nu wat gij ook moogt zien of hooren, zwijg! Indien gij wenschl te spre ken, spreek dan nu, maar nadat wij deze kamer verlaten hebben moet geen woord aan uw lippen ontsnappen, geen enkele uitroep, gij moet slechts luisteren, leeren cn gehoor zamen!" Hij wachtte, mij dc gelegenheid gevend iets ten antwoord te zeggen, maar ik gaf de voorkeur aan zwijgen. Hij overhandigde mij toen een stuk opgevouwen zachte witte stof, dicht, maar toch fijn en zijig als spinzag. „(Bedek u met dezen sluier," zeide hij. en hef hem niet op voor gij hier terugkomt." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1