Dinsdag 3 Juni 1913.
„DE EEMLANDER' Uitgevers: VALKHOFF C<x
Mr. BE BEAUFORT,
BUITEN LAN dT]
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
N% 3B9
li"' Jaargang*
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO»
Idem franco per post1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on
Feestdagen.
Advertentien gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PK IJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 rogelsf 0.50#
Elke regol meer- O.IO.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bostaan zeer voordooiigo bopalingon
tot het herhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnoment.
Eeno ciroulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt oj/
aanvraag toogozonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Staatspensioen verre lpoven
Dwangverzekering.
Met zenuwachtig gejakker lieefl de Re-
gcering in haar lcatste ziLtingja r het „wets-
oulwerp Talma tot verzekering van arbeiders
tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit cn
ouderdom" er doorgehaald. Met een zuivere
pari ij-s lemming rechts tegen links is dit ont
werp aangenomen, om lot wet te worden ver
gheven zoo spoedig als de Eerste Kamer er zijn
sanctie aan geeft.
Blijft dit kabinet dus aan cn kar. minister
Kolkman met zijn bekende Tarief wel de 13
iniilioen bij elkaar krijgen voor dc tijdelijke
Siaatsbijdrage, dan treedt deze wel. op nader
af le kondigen datum in werking en zal de
•Neclerlandsche staatsburger de,... zege weg
dragen, van wat een Christelijke minister op
sociaal terrein meende te moaten geven? Gc-
loove, wie het wil. Daarvoor is deze wet in
z ij n opzet veel le e e n z ij d i g en daar
door te onrechtvaardig.
erzekeringsplichlig zijn alleen maar de ar
beiders, cn van hen nog maar diegenen, die
niet meer verdienen, dan ten hoogste f 120;)
's jaars, wal dus zeggen wil, dal ook deze
alleen voor een rente-uitkeering in aanmer
king komen.
Uitgesloten zijn dus:
lc. AUc kleine neringdoenden, kleine boer
tjes, kleine handeidrijlvenden, wier inkomen
vaak heel wat minder is, dan dat van menig
arbeider. Edoch, dc regcering veronderstelt,
dat huil positie heel wat boven die van den
werkelijken arbeider is bevoorrecht. Zij heb
ben de kans om rijk te worden, cn die rijk.-
zijn hebben toch geen. ouderdomsonder-
steuning nopclig. Schreiend onrecht aan aller,
die door wat oorzaak dan ook, kuiten den vcr-
zcktringsplichl vallen, en die toch in hun
ouderdom, niet uil eigen middelen kunnen
beslaan! Een sociale verzorging in den nood
van ouden van dagen die slechts helpend op
treedt; voor één klasse van menschen, cn op
z'n hoogst dus maar half we r lc lever t,
omdat geen recht wordt gedaan aan allen.
2o. Uilgesloten zijn bovendien tal van vrou
wen, echte huismoeders, huissloven, die ge
werkt hebben van vroeg tot laat, die mot vaak
karig loon, wonderen wisten te verrichten,
maai wier onvergeeflijke lout was dat zij
trouwden, en kinderen voortbrachten en kin-
du en groot brachten, waardoor zij dus on
mogelijk konden uil werken gaan, om in loon
dienst arbeid te verrichten. Zij ploeterden
wel, maar alleen in huil eigen huisje. Zi]
hadden een man die voor hen brood verdien
de, die van zijn loon weck in week uil de pre
mie betaalde cn zoo zorgde voor den ouden
dag, maar die kwam be sterven en hen o n-
verzorgd achterliet.
Want de wet-Talma kent geen weduwen-
rente. Dat vond minister Talma eerst wel
jammer, maar liet kon nu eenmaal niet an
ders. Hij moest rekening houden met zijn
geldmiddelen en kiezen lusschen een w e c-
z c n- en een weduwcnrc'ite. En liij koos
't eerste. Waarom? Omdat hij dat t meest drin
gend oordeelde. Niet, dat het lot der oude
vrouw hem onverschillig liet, maar, zooals
zijn verzekcrings-systecm nu in elkaar sloot,
was een weezen- en weduw^n-rentc- er niet
uit li- halen Dan liad of le premie hooger
moeten zijn, en dal was te veel gevraagd van
den arbeider, of dan liad de Slaat moeten bij
passen, en dat was hem ten cenonmale onaan
nemelijk.
Volgens minister Talma mag in zulle een
allerbelangrijkste aangelegenheid als de voor
ziening in den nood der ouden van dagen, de
SUat absoluut niets bijdragen. Dat zou strij
dig zijn met zijn opvatting van arbeidsover
eenkomst
Moeilijk le begrijpen, door hen die het
stand des heeren Talma niet deelen, maar
nog moeilijker te verslaan door de oudjes
zelf, die het recht maar niet kunnen gevoe
len, waarom zij nu toch nog naar de armen
kas zullen worden verwezen, ondanks hel
feil, dat hun man, toch zoo lang hij leefde
trouw zijn premies liad betaald.
Zi hier twee iu-droevige gf volgen vefn po
litieke beginsel-ruiterij.
In het rcgeeringssysteèm wordt niet ge
vraagd wat is recht, wat is billijk voor alle
ouden van dagen, maar wat is mijn principe
en wie kunnen naar dat principe geholpen
worden.
Alleen één ding is merkwaardig. Bij ver
schillende punten ,waar 's ministers principe
i nbotsing kwam met zijn gevoel van mensclie-
Tijkheid, verwees hij zelf naar het stelsel van
Staatspensioneering
Staatspensionneering, waarin in elk
bepaald geval, niet eerst weer gevraagd
werd naar een afzonderlijken rechtsgrond,
maar waarin werd vooropgesteld, dat aan
ieder, die het noodig mocht hebben, hetzij
man of vrouw, op vastgcslelden leeftijd een
pensioen moest worden uitgekeerd
Dat stelsel van Staatspensionnee
ring, wel is waar onaannemelijk voor mi
nister Talma, en met hem voor geheel de
Rechter zijde, wenschcn wij hoog te houden,
boven welk systeem van Dwangverzekering
ook. Niet alleen, omdat ons rechtsgevoel, ons
zegt, dat door Staatspensioen, naai cisch van
billijkheid, ook Recht kan gedaan worden
aan allen, mannen cn vrouwen, zonder onder
scheid, maar ook omdat de ervaring opge
daan in Engeland en Denemarken, ons leert,
dat Staatspensioen tot een werkelijken zege
geworden is.
Die zegen die ons zeer zeker, ontgaan zal,
indien dit kabinet blijft gehandhaafd, kan ook
het deel worden van ons, Nederlanders, in
dien wij bij de komende stembus, ons oordcel
over Talma's sociale wetgeving uitspreken.
Kiezers in liet district Amersfoort, hel gaat
thans om groote dingen. Weet wal gij doet!
Nog is het niet tc laat. Tel ma's invaliditcils-
en ouderdomswet is nog niet in werking. Gaat
de Kamer om, dan zal zeer zeker deze wet
werden ingetrokken, om den weg voor Staats
pensionneering te openen.
Help daartoe mede, met alle kracht cu
breng den 17den Juni Uw stem uit op
die naar eigen bericht aan het comité vaji
actie van den Bond voor Slaaspensionneering
zirJ heeft uitgesproken als een voorstander
van
Staatspensioen.
d. B.
Politiek Overzicht
Het gekortwiekte Turkije.
De wereldhistorische bctcokenis van het
feit der ondortcckcniiig van het voorloopigc
vredesverdrag op 30 Mei j.l., is het best in
eeltige cijfers uit te drukken. Van 20 Septem
ber 1011 loit 30 Mei 1913, dus gedurende een
jaar en aclit maanden, heeft Turkije zich
in ooaiogstoesla-nd bevonden. Den 29en Sep
tember 1011 verklaarde Italic wegens Tripoli
aan Turkijo den oorlog. Dc vrede met Italië
werd, nadat de otorlog meer dan cien jaar bad
geduurd, den lSen Ootober 1912 gesloten.
Toen was de veldtocht van de Balkanstaten
legen Turkije reeds in gang. In den morgen
van 10 October loste prins Mirko van Monte
negro in de Montenegrijiiische grensstelling
bij Podgoritza hot eersbe schot. Acht dagcui
later volgde de o ori oigsverklaring van de
drie andere Balkanstaten.
Nu is het zwaard weder in de scheede ge-
sJLöken en, althans wat Turkije betreft, rus
ton dc wapenen voor goed. Turkije heeft in
de beide veldtochten zijn gehecle Afrikaan-
sche bezit en, op de hoofdstad en oen nietig
stukje voorland na, bijna zijn gehecle Euro-
peesebe bezit verloren. Het Turksche rijk
liad vóór den oorlog eene oppervlakte van
drie millioen KM2, met oene bevolking van 21
millioeii in ronde getallen. In Tripoli!-in ie
moest liet ongeveer een millioen KLM2, met
een bevolking van een millio'en afstaan. In
Europa is Turkije 103,500 KM2, niet 4,850,000
inwoners kwijlt geraakt, ongerekend Kreta,
dat reeds Grieksch is, met 8618 KM2, opper
vlakte en 350,000 inwoners, en dc Egeïsche
eiiaindcui, over welker lot nog moet worden
beslist. Derhalve houdt Turkije van de 3
millioen KM2, nog 1,820,000 over en vau de
24 millioen inwoners in een rond getal 18
millioen. Turkije is een zuiver Aziatische slaat
geworden, slechts met eene Europeeschc
hoofdstad.
Turkije zal zich nu er op moeten toeleg
gen zich in Azie te re-organiscer en, en het
is iLe wenschen, dat het zich de bittere lessen
van den oorlog, die het op liet verlies van
zijn Europeesch gebied be staan is gekomen.
zal welen ten nutte te maken, opdat niet ook
in Aziatisch Turkije het afbrokkclingspro-
ces zal beginnen, dat dc Europeeschc gewes
ten van hot rijk in liandcn van de tegenstan
ders heeft gebracht. Reeds komen ook in
Aziatisch Turkije kwestiën op, die voor liet
voortbestaan van het Turksclic rijk ook in
Azië gevaarlijk kunnen worden. Anatolic
eisclit hervormingen; in Armenië nemen de
Koerden-invallen toe, die mogelijk aan een
vreemden staat aanleiding zullen geven,
zich er mee te bemoeien. Ilier mogen
de misslagen, die de Turksche regeering in
Macedonië hoeft bedreven, zich niet herha
len. De regeering mag niet wachten, totdat
van buiten weder hervormingen voor Arme
nië cn Anatolië worden geëischt; zij moet zelf
ingrijpen cn met alle kracht den arbeid der
reorganisatie van liet rijk tor hand nemen
Sleohls dan zal liet mogelijk zijin de geva
ren te bezweren, diie zicli reeds aan den ho
rizont vertoonon.
Of er reden beslaat iin dat opzicht gorusl
te zijn, zal de tijd moeten leeren. Het Jour
nal ides Débats is te dien aanzien van ern
stige» twijfel vervuld. Het schrijft, dat de
zaken des te gemakkelijker zullen gaan, hoe
beter do Turksche regeoring zich weet aan
le passen aan den nieuwen toestand cn hoe
meer oprechtheid zij aan den dag legt in
hare plannen bot administratieve hervormin
gen. Maar wanneer, zooals sommige aanwij
zingen ongelukkig doen vreezon, de onver
beterlijke droomers in Komst antimopel de
overhand krij.gen, dan zal alles van de wijs
raken, wat men ook moge doen. „Hel zou
eene illusie zijd te meenen, dat do vrede van
St.-Jamcs aanstonds rust en vrede aan Tur
kije zal teruggeven. Wanneer oenmaal de
oorlogskoorts is verdwenen, zal dc zwakheid
van het organisme aan den dag komen met
een geJieelon sleep van verontrustende ver
schijnselen. Indien hot lot Koaisladiiüin'opel eai
teit Azië gekortwiekte Turkije wil leven, zal
het al zijne veren moeten spannen en geen
enkel deeltje vam zijne kracht verloren 1 aten
gaan. Turkije zal zich zelf moeten helpen, als
het geholpen wil worden."
Aan «len Stal kan.
De Nordd. Allg. Zeitung scliijft in hare
Wocheii-Rundschau, dat het feit, dat den 30
Mei het voorloopige vredesverdrag tot be
ëindiging van den Balkanoorlog ondertee
kend is, met gepaste waardeering voor de
wijze waarop dc moeilevolle onderhande
lingen door Sir Edward Grey zijn geleid,
overal welkom wordt gcheetcn. De groote
mogendheden kunnen in dc nu voltrokken
historische gebeurtenis een bewijs zien,
dal hun onder veelvuldige moeilijkheden
proefhoudend gebleken samenwerken lol
een gcwenscht voorloopig einde heeft ge
leid, en zij kunnen hieruit eene aanmoediging
pullen tot gemeenschappelijkcn verderen ar
beid.
Dc arbeid van de mogendheden heeft in
de eerste plaats betrekking op zoodanige
punten als zij zich, gelijk de vaststelling van
dc zuidelijke grens van Albanië cn de bepa
ling van liet lot van de Egeïsche eilanden,
hebben voorbehouden. iDe kwestiën,
waartoe de verdecling van liet nieuw ver
kregen gebied onder de Balkanstaten aan
leiding geeft, blijven principieel overgelaten
aaiL de eigen beslissing van de Balkanregcc-
ringen. Voor zoover een gevaar voor den
vrede dreigt, laat dc Europeesche diplomatie
het niet ontbreken aan liet uitoefenen vaneen
bemiddelenden invloed. Alle versta ndiga
overwegingen spreken tegen hei uitbreken
van een nieuwen oorlog. Tusschen de groote
mogendheden schijnt elk gevaar van ceno
botsing uil den weg le zijn geruimd, en do
laatste wolken in liet nabijgelegen Oosten
zullen zich, haar men mag hopen, weldra
verspreiden.
Naar aanleiding van dc onderleekenin&
van liet voorloopigc vredesverdrag, schrijft
de Mir, het officicusc orgaan van dc regce
ring te Sofia
liet was voor niemand een geheim, dal
Turkije en Bulgarije den vrede wenschlen.
Dc beide naburige landen hebben geen reden
meer met elkaar le twistenintegendeel dc
welbegrepen belangen gebieden hen ceno
wederzijdschc goede verstandhouding en dc
beste betrekkingen als bevriende huren. Bul
garije telt binnen zijne nieuwe grenzen onder
zijne bevolking talrijke mohammedanenzij
zullen zich verheugen in volle godsdienstige,
politieke en persoonlijke vrijheid, gelijk tot
dusver de mohammedanen in het oude Bul
garije hebben genoten, dat uit hen de trouw
ste Bulgaarsche burgers heeft gemaald. Van
nu af hebben wij geen nationalen strijd meer
in Turkije cn dus ook volstrekt gecnc ver
overingsplannen. Onze economische belangen,
de eenigen die wij voortaan in Turkfje hebben,
leggen ons in dc toekomst den plicht op do
ijverigste cn oprechtste beschermers van dc
onschendbaarheid van liet Turksche rijk tc
zijn. Alles wijst er op, dat de Turken dit vol
komen begrijpen. Een lijd van dc beste
Turksch-Bulgaarsche betrekkingen kondig*
zich aan.
Uit IConstanlinopel wordt aa:i dc Köln. Ztg.
over de daar hecrschcndc stemming bericht,
dat de Turksclic pers en de leidende politieke
kringen van meening zijn, dal dc voorloopige
vrede op den Balkan nog gccne rust brengt;
integendeel staan nieuwe bloedige botsingen
voor de deur, die de ongelukkige bevolking
van Ruinelië geheel kunnen vernietigen. Wan-
"neer het Turksche volk nog aanspraak maak!
op cenig recht om lc leven, dan mag het niet
ophouden werkzaam tc zijn om dc beleedi-
gtng, die het is aangedaan, le wreken, cn het
mag nooit vergelen, dat Rumelië ten onrechte
door ruwe vijanden overstroomd is. Militaire
kringen kringen bevelen aan liet leger niet tc
demobilisceren, maar zich er toe te bepalen
de reservisten uil Konstanlinopel cn omstre
ken met verlof huiswaarts le zenden; als dat
noodig is, kunnen zij terstond weer onder de
wapens komen en voor het overige door re-
crutcn van dc nieuwe lichting vervangen
worden.
De Aiheensclie bladen begroeten dc ondeiv
teckening van het voorloopigc vredesverdrag
met groote hartelijkheid, maar voegen er hij,
dat het sluiten van den vrede mei nog groote*
vreugde zou worden begroet, als niet door d6
Grieksch-Bulgaarsche incidenten, die in de
laatste dagen zijn voorgekomen, en door do
begeerlijkheid van Bulgarije de politieke
horizont verduisterd werd. Verder verklaren
dc bladen, dat Griekenland wcnscht, voortavn
Oud en arm, triester toestand is niet denk
baar.
Een Roman van Lieftle
74 DOOR
MARIE COKELLI.
Toen dwaalden gaandeweg mij; gedachten
af naar Rafel Santoris, waar was hij nu?
- in welke vredige uitgestrektheid van schil-
terend water had zijn leeënschip het anker
laten vallen? Ik beeldde hem in mijn gedach
ten af tot ik bijna zijn gelaat kon zien,
hel breede voorhoofd, de onbevreesde
Icedere oogen, zijn glimlach en ik kon mij
verbeelden, dat ik de diepe, zachte klank zij
ner stem hoorde, altijd zoo vriendelijk wan
neer hij tol mij sprak, tot miji, die hem zijn
invloed bijna kwalijk nam. En een snelle
stroom vun lang ingehouden teederheid
kwam in mijn hart op mijn gansclie ziel
ging tot hem. uit als om hem met uitgestrekte
armen te begroeten ik was mij innerlijk
bewust dat hij meer voor mij was dan de
geheele wereld en ik zeide hardop: „Mijn ge
liefde, ik bemin je, ik bemin je!" in de
stilte, bijna alsof ik dacht, dat ik de woorden
tol hem zond, dien ik 't liefst wen,sclite, dat ze
zou hooren.
Toen gevoelde ik hoe dwaas cn nutteloos
het was tot de ledige lucht te spreken, wan
neer ik mondeling mijn liefde had kunnen
bekennen aan den waren minnaar mijns
levens, indien ik minder sceptisch, minder
trolseh geweest was! Was mijn reis naar het
Huis van Aselzion een bewijs van mijn eigen
twijfel? want ik was gekomen zooals ik
nu aan mijzelf bekende, ten eerste om mij te
verzekeren dat Aselzion inderdaad bestond
en ten tweede om tot mijn eigen tevreden
heid le bewijzen, dat hij werkelijk in staat
was de mystieke geheimen mede le deelen.
die Rafel scheen te kennen. Ik tobde mij af
met nutteloos denken, en het venster sluitend
ontkleedde ik mij en legde mij te bed. Toen
ik ging liggen, werd het licht in mijn kamer
plotseling uitgedoofd en alles was weer dui
sternis, behalve dat de maan een heldere
witte straal door het tralievenster wierp,
daar er geen gordijn was om haar builen te
sluiten. Eenigen tijd lag ik wakker op mijn
harde bed ernaar le kijken en standvastig
mij ertegen verzettende, dat eenig gevoel
van vrees of eenzaamheid mij overmeesteren
zou de muziek, die mij zoo bekoord had,
had opgehouden, en alles was volmaakt stil.
Langzamerhand sloten zich mijne oogen
mijn vermoeide leden ontspanden zich, en ik
viel in 'n gezonden, droomloozen slaap. Toen
ik ontwaakte was het helder dag en de zon
neschijn viel als 'n gouden regen in mijn ka
mer. Ik sprong op, overgelukkig, dal de nacht
zoo vredig was voorbijgegaan en dal niets
vreemds of schrikwekkends voorgevallen was,
hoewel ik niet wist waarom ik dit verwacht
had. Alles scheen wonderbaarlijk frisch en
schoon in net heldere licht van den nieuwen
dag en zelfs de eenvoud van mijn kamer had
een grooter bekoring dan cenigerlei weelde
verschaft kon hebben. Het cenige ongewone,
dat ik opmerkte was dat het zachte, koude
water waarmede mijn bad gevuld was schit
terde alsof het bruiste een paar maal
scheen het alsof er zich een diamanlachtig
schuim overheen bewoog, cn 't was eigen
lijk nooit heelemaal stil. Ik keek eenige mi
nuten naar deze schitterende beweging ai-
vorens te gaan baden toen, verzekerd
zijnde, dat het met de een of andere soort
van electriciteit geladen was, dompelde ik
.er mij zonder eenige aarzeling in cn genoot
volop van het heerlijke versterkende gevoel,
dat hel mij gaf. Toen ik met mijn toilet ge
reed was en ik mij in een eenvoudig wit lin
nen morgengewaad gestoken had, meer ge
schikt voor liet warme weer, dan het zwarte,
waarin ik gereisd had, ging ik het raam
openzetten om al de frischlicid van de zee
lucht binnen te laten en was verrast een
kleine lage deur in den zijwand van de toren
kamer te zien openstaan, waardoor ik een
wenteltrap ontdekte, die naar beneden leid
de. Toegevende aan de ingeving van het
oogenblik, ging ik naar beneden en vond mij
zelf in een klernen schoonen rotstuin, die
aan de kust der zee grensde. Ik kon zelfs het
hek openen en naar den rand van het water
loopeu. Dus was ik niet langer een gevan
gene! ik kon wegloopen indien ik dat wilde!
Ik zag om mij heen en glimlachte, toen ik
inzag, dat het onmogelijk was te ontsnappen.
De kleine tuin hoorde uitsluitend tot den
toren .en aan eiken kant daarvan verhieven
zich onbegaanbare rotsen, bijna even hoog
als het Chateau d'Aselzion zelf. terwijl het
stukje grond waarop ik stond, eveneens
door reusachtige rotsblokken ingesloten
werd, waarop de golven eeuwenlang
gebeukt hadden zonder eenige zichtbare ver
andering daarin teweeg te brengen. Toch
was het heerlijk lc gevoelen dat mij eenige
vrijheid en frissohc lucht gegund werd en ik
stond gedurende eenige minuten naar de zee
te zien en van de warmte der zuidelijke zon
te genieten. Toen ging ik langzaam terug, en
zag overal om mij heen of er ook iemand
in de nabijheid was. Geen levende ziel was
in het gezicht.
Ik ging naar mijn kamer terug en bevond,
dat mijn bed zoo netes was opgemaakt alsof
ik er nooit op geslapen had, en mijn ontbijt
bestaande uit een kop melk en wat larwe-
koeken op de tafel klaargezet. Ik verlangde
naar het maal en genoot ervan. Toen ik ge
reed was nam ik mijn ledige kop en het bord
cn zette ze op de dientafel in de nis waarna
de dienlafel onmiddellijk werd neergelaten
en weldra verdween. Toen begon ik mij er
in te verdiepen, wat ik zou doen. Het gaf
nlels of ik brieven schreef, hoewel ik mijn
reiscassette voor dat doel bij mij had, ik
walde niet dat mijn vrienden cn kennissen
wisten waar ik was en zelfs indien ik aan
een van hen geschreven had, was het nau
welijks waarschijnlijk, dat mijn correspon
dentie hun ooit bereiken zou. Want ik wist
zeker dat de mystieke Broederschap van
Aselzion mij niet zou toestaan, zoolang ik
bij hen vertoefde met de wereld in gemeen
schap te treden. Ik peinsde hierover en be
gon te denken dat verscheidene dagen aldus
doelloos doorgebracht, moeilijk voor mij le
dragen zouden zijn. Ik kon de tijd niet juist
nagaan, daar mijn horloge was blijven stil
staan cn er geen klok of klokkenspel van
ecnigcrlci aard was,dat ik kon hooien. Do
stille, die mij omringde, zou drukkend ge
weest zijn, als ik niet dit zachte geplas der
kleine golfjes gehoord had, die beneden miji
op dc kust braken. Plo'seling werd tot mijn
groote vreugde mijn kamerdeur geopend cn
de persoon, die Honorius genoemd werd,
trad binnen. Hij boog even het hoofd, bij
wijze van groet en zeide toen kort:
„Men beveelt u mij tc volgen".
•Ik stond gehoorzaam op, geheel gereed,
llij zag mij oplclend aan met eenige nieuws-»
gierigheid, alsof hij mijn gedachten wild*
lezen. Bedenkende, dat Aselzion gezegd had,
dat ik niet mocht spreken tenzij men tot mij
sprak, beantwoordde ik slechts zijn blik,
standvastig en glimlachend.
„Gij zijt niet ongelukkig, of bang, of ruste
loos," zeidc hij langzaam. ,/Dat is goed! Gij
begint goed. En nu wat gij ook moogt zien
of hooren, zwijg! Indien gij wenschl te spre
ken, spreek dan nu, maar nadat wij deze
kamer verlaten hebben moet geen woord aan
uw lippen ontsnappen, geen enkele uitroep,
gij moet slechts luisteren, leeren cn gehoor
zamen!"
Hij wachtte, mij dc gelegenheid gevend iets
ten antwoord te zeggen, maar ik gaf de
voorkeur aan zwijgen. Hij overhandigde mij
toen een stuk opgevouwen zachte witte stof,
dicht, maar toch fijn en zijig als spinzag.
„(Bedek u met dezen sluier," zeide hij. en
hef hem niet op voor gij hier terugkomt."
Wordt vervolgd.