DE E EM LAN DER". Zaterdag 7 Juni 1913. N°* 323 Twseile Blad» IIde Jaargang Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. V Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort 1.00. Idem franco per post1-50* PRIJS DER ADVERT EN TIEN: Van 15 regels.* f 0.50. Elko regel meer- 0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijt bosfcian zoor voordcoligo bopalingen tot hot herhaald advcrtcoron in dit Blad, bij abonnomont. Eeno circulaire, bevattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. wel van den eenen als van den anderen kant, om daar waar het noodig mocht zijn ophelde ringen te geven. Natuurlijk waren er percec- len bij die moeilijk konden worden aangeslo ten. Er deden zich hier en daar eigenaardige bezwaren voor. Er hebben besprekingen plaats gehad, maar deze zaak is verder ook schrifte lijk behandeld. Het heeft mij niet minder ver baasd dan het geachte lid dat deze zaak heeft aanhangig gemaakt. Officieel is mij er niets van bekend, maar ik heb het ook gehoord, dat deze zaak aldus is geloopen. Ik heb het daarom zoo vreemd gevonden omdat telken male is beweerd, dat er geen haast bij was. Al de zaken waar de punten van verschil over liepen zijn, voor zoover ik weet, geheel opge lost zooals de verordening voorschrijft. Maar er is een andere zaak. Omdat de schriftelijke behandeling niet altijd snel haar beslag kreeg, heeft de directeur voorgesteld een mondeling onderhoud met dien persoon te hebben en tevens daarbij uit te noodigen den Wethouder voor de bedrijven. Ik moet zeggen' dat ik van die correspondentie vóór dien tijd niets afwist, maar toen ben ik er natuurlijk mee in kennis gesteld. De betrokkene heeft daarop geantwoord, dat hij het liever niet deed maar de voorkeur gaf aan een schrifte lijke behandeling van de zaak en een ant woord verzocht op zijn laatste schrijven. Dit antwoord is hem 20 Januari gegeven. Het be helsde trouwens geen nieuws, want in vorige brieven waren vrijwel dezelfde punten aange roerd. Maar de zaak werd nog even opnieuw verduidelijkt. Verder weten B. en W. er niets van af. Maar ik kan dit nog even mededcelcn. In een van de eerste brieven staat o.a., dat al le perceelen zonder eenige uilzondering moes ten worden aangesloten. Het lag natuurlijk in den aard van de zaak dat, waar wij wisten dat een massa perceelen lag in dc gemeente Leusden, wij even dien koers uit moesten om te hooren hoe het daar ging. Juist een paar dagen voordat het bericht mij gewerd, dat de transactie met de Ulrechlsche Waterleiding Maatschappij had plaats gehad, is cr bericht uit Leusden gekomen. En wanneer wij de zaak kalm en bedaard nagaan, dan moet ik eerlijk zeggen dat ik den toestand heelcmaal niet begrijp. Nadat het on derhoud geweigerd was heb ik den persoon bij mij gehad op mijn spreekuur. Toen heb ik met hem over de zaak gesproken, en toen heeft hij mij medegedeeld, dat de correspon dentie hem den indruk gaf, dat hij zich altijd een beetje moest verdedigen en dat dat zelfs nu nog plaats had, m. a. w. dat hij een beetje werd tegengestreefd in zijn belangen. Toen heb ik gezegd: als goed vriend ga ik je raden, laat al dat onaangename varen. Mocht er het een of ander geweest zijn, ik kan dat niet be- oordeclen en wil het ook niet beoordcclen, dan wil ik u de verzekering geven dat er te genwoordig, het was in het laatst van Janu ari, een frissche wind van het Stadhuis waait, en dal zooveel mogelijk de rechtvaar digheid en de eerlijkheid tegen wien dan ook betracht zullen worden. Dus wanneer u meent dat gij op een of andere manier ach teruitgezet zijt geworden, dan is dat vol strekt het geval niet, maar laat die meening in ieder geval varen. Ik heb toen ook nog daarbij gezegd, dat ten opzichte van enkele punten die er besproken waren cn waar de directeur heelemaal niet in beslissen kon, waarschijnlijk ook zeer tot zijn genoegen zou kunnen worden beslist. Ik kon en mochl op dat oogenblik niet verder spreken, maar on der vier oogen meen ik dat ik hem genoeg ge zegd heb. Wanneer dal alles is voorafgegaan dan verwondert het mij ook geducht dat B. en W. door dien mijnheer niet in deze zaak ge kend zijn. Dat is hetgeen ik van de zaak weel. Ik kan er ook niets meer van zeggen, maar ik zou toch willen voorstellen, Mijnheer de Voorzitter, om de verschillende brieven die over deze zaak gewisseld zijn, ter visie te leg gen van de leden van den Raad, dan lean f h'eeren we&n 3at Ik omsfreeks 'dien flJÖ aUcr» ieder van de heeren zich ovcrluigen in hoe verre B. en W. in dit opzicht een blaam treft. De Wethouder Rij kens: Mijnheer de Voorzitter! Ik zal niet uitvoerig over de zaak spreken, maar wensch nog even iets in het licht te stellen dat, als ik mij niet vergis, door mijn geachten ambtgenoot voor de bedrijven lei drukten had, o.a. den grondaankoop, het grondbedrijf en den keuringsdienst, zoodat het niet geheel onmogelijk is dat ik er een oogenblik overheen heb laten gaan. Den 29 April ben ik lichtelijk ongesleld geweest, en van 1 tot 10 Mei ben ik thuis gebleven. Daarna heb ik ook nog eenige drukten gehad, en ein- is vergeten. Het is m. i. goed dat dc raadsle- delijk heb ik op 18 Mei den betrokkene uitgc- den weten, dat in een brief dien de heer Zijl- i noodigd het onderhoud te doen plaats heb- stra heeft geschreven aan den heer Van Ach- I ben. Ik kon er gerust een dag of wat over la- terbergh stond: „Lk noodig u uit bij mij op het bureau te komen; daarbij zal de Weihouder voor de bedrijven tegenwoordig zijn, en dan zal, naar ik mij voorstel, de zaak naar weder- zijdsch genoegen worden geregeld." Dat wensch ik even in hel midden te brengen om dat het mij nogal kras voorkomt, dat men na zulk een schrijven niet komt. De Wethouder Van Duinen: Dan is het misschien wel goed, Mijnheer de Voorziller, dat ik dit schrijven even voorlees. Op 15 Ja nuari schrijft de directeur aan den heer Van Achterbergh: „Naar aanleiding der door u aangevraagde aansluitingen aan de Gemeen te Waterleiding en de daaromtrent door ons gevoerde correspondentie, verzoek ik u be leefd daarover een bespreking le willen hou den op het kantoor der Gasfabriek, zoo moge lijk Maandag 20 dezer 's avonds 7 uur. Indien u deze dag voegt, zal ik den heer Wethouder der Bedrijven tevens uilnoodigen bij dat on derhoud tegenwoordig le willen zijn. Ik slel mij voor dat deze bespreking zeer bevorder lijk zal zijn voor een gunslige beslissing." Daarop is 17 Januari een antwoord ingeko men, luidende als volgt: „Uw geacht schrijven van 15 dezer heb ik ontvangen. Wat uw voor stel betreft om op 20 dezer ten uwen kantore een bespreking te hebben in zake de aanslui ting mijner perceelen aan de Gem. Waterlei ding, heb ik de eer u mede te deelen, dat ik de voorkeur geef aan een schriftelijke behan deling dezer zaak, waarom ik u dus beleefd verzoek mijn schrijven van 10 dezer per brief te beantwoorden. Dat bericht gaarne zoo spoedig mogelijk tegemoet ziende, teeken ik enz." Maar, Mijnheer de Voorzitter, er is nog een andere zaak en dat is deze. Er is hier inder tijd aan den Voorzitter medegedeeld, dat er een heel dossier was en lag ten opzichte van deze aansluitingen, en dat dit lid het gaarne ter dispositie stelde van den Voorzitter. Ik ge loof, Mijnheer de Voorzitter, dat ik het best doe u te verzoeken den loop van de zaak even mede te deelen, want de verschillende dala heb ik niet in het hoofd. Dan zal den heeren duidelijk worden dat de Burgemeester en de overige leden van het Dagclijksch Bestuur er geheel buiten staan, en al het overige neem ik gaarne op mijn verantwoording. De Voorzitter: Omdat het hier de vraag betreft of het College van B. en W. eenige blaam Ireft, is het ook mij aangenaam hier een en ander in het midden te brengen. Wij zijn officieel met deze zaak in kennis gesteld op 28 Maart. De heeren kunnen dat vinden in het officieele Raadsvcrslag, pag. 18, tweede kolom midden in, waar de heer Van Aclilcr- bergh zegt: „Wanneer een aanvrage wordt gedaan voor een volkrijke buurt dan worden allerlei bezwaren opgeworpen. Ik zal u bij de ze gelegenheid eens een correspondentie laten zien tusschcn den directeur van de Waterlei ding cn mij." Deze correspondentie heb ik niet onmiddellijk gekregen. Ik herinner mij niet precies den datum, maar het was kort na het uitkomen van het Raadsverslag, ongeveer 12 April dat van mij is uitgegaan het verzoek om deze correspondentie over te leggen. Men lette er wel op: de correspondentie is mij niet gegeven, maar door mij gevraagd. Ik durf ge rust zeggen, dat ik geheel actief in deze zaak was. Eenige dagen later, toen ik het dossier had gelezen, heb ik een onderhoud aange vraagd, ik meen dat liet was op 22 April. De s ten heengaan, omdat uit dc correspondentie was gebleken, dat er geen haast bij was. Im mers bij schrijven van 31 December had de be trokkene gemeld „Trouwens er is absoluut geen haast om deze perceelen direct aan te sluiten, daar overal goede Norlon-boringen zijn gemaakt", en 10 Januari had hij geschre ven: „Ik neem levens de vrijheid u op te mer ken, dat ik voor de aangevraagde huizen vol doende cn goed drinkwater heb en dal ik dus niet in de noodzakelijkheid verkeer water van de Gemeente le betrekken." Er wras dus abso luut geen hnasl bij en waar het nu juist den heer Van Achterbergh betrof, die voldoende met de gemeentelijke verhoudingen bekend is, kon ik verwachten, dat hij intijds in beroep zou gaan van de voorloopigc beslissingen van den directeur bij het College van B. en W. Dit is niet geschied en met het oog op het een en ander dat ook reeds door de heeren Rijkens cn Van Duinen in het midden is gebracht, durf ik met gerust geweten zeggen, dat in dit op zicht ons College niet de minste blaam treft, en dat is mij aangenaam. De heer Jo rissen: Mijnheer dc Voorzit ter! Ik zou nog graag een kleine toelichting hebben. Dat een particulier voor zijn huis geen waterleiding neemt, moet die particulier we ten. Daar ga ik niet op in, maar wel op het geen hier in den Raad is besproken. Daar is gelegd: „ik zou u een correspondentie kunnen lalen zien met den directeur van de Waterlei ding" en dit wordt gezegd naar aanleiding van de bewering, dal wanneer men voor een volkrijke buurt aansluitingen vraagt, er al lerlei moeilijkheden in den -weg worden ge legd. Nu hebt u er niet geheel den nadruk op gelegd, of uil de correspondentie is gebleken, dal eenige moeilijkheden werden gemaakt, ik bedoel iets dal als een moeilijkheid kan wor den opgevat. Natuurlijk niet wanneer de directeur het reglement wenscht toegepast te zien, want dat is geen moeilijkheid. Maar is er iets geble ken dat als een moeilijkheid kan worden op geval? De Voorzitter: De moeilijkheid betrol meer het verharden van de straat en daar over heeft de directeur het een en ander in i het midden gebracht, dat 'misschien niet aan j hem stond te beslissen. Dit had echter niet de f minste aanraking met de kwestie van dc volk rijke buurt. Dat stond er geheel builen. Er was juist een aanvrage gedaan voor wegen die niet bepaald volkrijk zijn. Is het niet, Mijnheer Van Duinen? De Wethouder Van Duinen: Ja, Mijn heer de Voorzitter. Dc heer Eysink: Mijnheer de Voorzitter! Ik dank B. en W. voor de inlichtingen die zij hebben verstrekt. Ilct doet mij genoegen dat B. en W. geen blaam treft, wat ik trouwens wel vermoedde. Maar als koopman en lid van de Commissie Yan Bijstand in het beheer van de Gasfabriek en de Waterleiding, waar men geregeld met de bedrijven nader kennis maakt, en dus als het ware meeleeft met dep geregclden gang van zaken, is het mij natuire*- lijk opgevallen dat een groot verbruiker, die zulk een massa woningen laat aansluiten, de Gemeente ontglipt. Dat heeft mij natuurlijk ten hoogste verwonderd en daarom moest ik mijn vraag stellen. Het spijt mij ten zeerste voor het belang van de Gemeente dat wij deze aansluitingen niet hebben gekregen- De heer Koning: Mijnheer de Voowdtter! irekers cn gasten itepie de la Saus- n Ilaag; ds. J L. dr. J. G. Gcel- llrecteur van het /Or jongens te wer, raadgevend J. C. E. van Iler- i. C. Leendertz, ia, Deventer, en stenbond. In vergadering van bond werd ver- itsings- en infor- .gsfonds en 't uit- enz. inlworpen bonds- :\vijzigd aangeno- cel mogelijk actie ting en vervroeg- eken. ng zal tc Roller- li f e r e n l i e. De g voor de Haag- naar dc N. R. Ct. rcy de volgende overweging ge- onvenlies met het overeenkomst tot -plichle arbitrage, lamdc „llof voor commissie hoopt, al niet het voor- ïferentie door dc geheel in dien toch stappen te juridische orde steld zijn door de eens te behandc- dissing te nemen, fin een algemeene >1 internationale luchtschepen als wet op liet zee- zonder uitstel bc- antastbaarvcrkla- j> zee in tijd van rder, dat niclte- n met de uiterste hst tot beperking loet worden gc- stukken. Door t, is aan de firma Amsterdam, als a Basse cn Selvc, agen de levering len munlplaatjes, ie 5-cent stukken. van apothe- It, zullen binnen- dam des Zondags 2 apotheken dan t* zullen dan alle cmaakt voor alle apotheken. Volgens een rooster zullen dc apotheken om beurten .gesloten zijn. Een inspecteur der Rijks- vel d w a c li t voor d c recht b a n k. He den deed dc rechtbank te Middelburg uil- spraak tegen G. 11. A. van Trolsenburg, in specteur der Rijksvcldwivchl tc Middelburg, beklaagd yan vervalsohing van declaration, De beklaagde werd ontslagen van rechtsver volging. N Bookmaker ij. Dc rechtbank le Mid delburg liccft uitspraak gedaan in dc zaak legen C. Knegt te Koudekerke, beklaagd van overtreding van arl.251bis Wetboek van Straf recht (bookmakcrsbi Jrijf). De beklaagde werd veroordeeld tol l maand gevangenisstraf. De Zu i d-Li m b u r gschc b a n k. Omtrent dc verdwijning van den hoor S., directeur van de Zuid -Limb u r gsche Bank le Maastricht, meldt de „L. K." nog liet vól gende: Naar wij uil zeer goede bron vernemen, zijn dc moeilijkheden, waarin zich dc bank bevindt, le wijten aan liet verlcencn van ccw aanzienlijk blanco-crediel door den directeur den heer Jac. S., op eigen verantwoordelijk heid, zonder voorkennis ia zelfs in weerwil van het verbód van de commissarissen, ver strekt aan eenc industrieelc onderneming, aldaar, waarvan de heer S. commissaris was. Toen hole end werd, dal de heer S. cr edic ten liad verleend, heeft do directeur schrif telijk erkend aan de commissarissen, dat hij zijne bevoegdheid is te.builen gegaan, eu heelt zich zelf aansprakelijk gesteld voor de financicele gevolgen. Herhaaldelijk had S. beloofd, heil geld tc zullen bijpassen, doch hiervan is niets ge komen. Zaterdag vergaderden dc aandeelhouders. In deze vergadering werd breedvoerig dc loop van zaken medegedeeld; er werd gc- spmkcii over valschc voorspiegelingen, val- sclic brieven, die door den lieer S. gepro duceerd zouden zijn, en over valschc posten in boekem. Den lieer S. wenl nog 8 dagpn lijd gegcyen om dc zaak in hel reine le bren- gen. Woensdagochtend heeft de heer S. zijn wo ning verlaten, zeggende zicli te laten scheren, Sedert is hij niet moer teruggekeerd. Een der crediteuren had het faillissement aangevraagd, d-ocli heeft dit verzoek labor weer ingetrokken. Gisterenmiddag zouden de voornaamste schuldeischers- ccne vergadering houden, waarin hun hol verloop der zaak zou worden medegedeeld cn vermoedelijk tot liquidatie worden besloten. Door den commissaris van politic is do aanhouding van den lieer S. verzocht. De heer S is het laatst gezien in Borgharen. Kunst cn Wetenschap. Nationale tentoonstelling van oude kerkelijke kunst te 's Herioeenlioscli II. Zooals we reeds zeiden, is de ten toonstelling ingericht in de militaire rij school of rijbaan, welke voor dit doel wel willend dioor den minister van oorlog is af gestaan. 11 cl is een zeer ruim gebouw, dat uitnemend gescliilct is om voor ecne exposi tie te worden ingericht. sommen geüurenüe zes maanden, en gij zult deze muren verlaten, naar lichaam en geest vernieuwd, jeugdig en vol levenskrachtl Maar gij zelf moet het wonder bewerken zooals ieder, die het leven geheel wil bezitten. In dien gij aarzelt indien gij terugtrekt indien gij u met dwaze vrees of ziekelijke gedachten houdt aan uw vroegere dwalingen in het leven, die voorbij zijn aan haar, uw vrouw, een vrouw in naam, maar nooit in zielsgemeenschap. aan uw kinderen, gebo- fÊn uit dierlijk instinct, maar niet uit gees- dat de stralen die uit het middenpunt van hel Symbool straalden, zich lot een buiten gewone lengte uitstrekten, zijn geheele ge stalte omgaven en de kapel vulden met een licht, alsof ze eensklaps in brand stond. Hij liep recht naar het midden van de schitte rende vlammen bij een zeker punt bleef hij staan wendde zich om en zag zijn volgelingen aan. Maar "welk een schouwspel leverde hij nu op! Ilel licht rondom licm scheen een deel van zijn lichaam en kleercn le ziin liii was veranderd in iets goddelijks Lieine, wiens geaaclite is Vlam en wiens wensch is Schepping, wees gij onze geest, steun en onderrichter door al de werelden zonder eind. Amen!" Nog eenmaal ruischte de heerlijke muziek door de kapel als een storm, en ik, bevende over al mijn leden, knielde en bedekte liet gesluierd gelaat met mijn hand, geheel onder don indruk van de pracht cn het vreemde van hel geluid. Langzaam, heel langzaam stierf de muziek weg een diepe stilte volgde cn toen ik het hoofd ophief was de n discipelen \va- •dwenen, alsof zij -•hts het Kruis en gen den donker- (e trillende slra- ircn bleek violet, r andere hadden opaas. htcr mij, en tot dat de deur van itsloten was. Ge- die te sterk was jden, sloop ik er n terwijl ik nau- vond ik mijn weg hel midden der el alleen terwijl er niets om hang pij mij, zoover ik gevoel alsof dui- jn van de zoldc- n van de beschil- t wierpen op den órendc glans van le stilte was bijna e heldere stralen le, stom, mystieke geaaclnen unarUKten! Belooverd trad ik na der en nader stond toen plotseling stil, weerhouden door een soort rilling onder mij, alsof de grond schudde spoedig kreeg ik nieuwen moed om verder te gaan, en werd gaandeweg getrokken in een draaikolk van licht, dat als groote golven van alle'kanten met zooveel kracht op mij in werkte, dat ik bijna geen bewustzijn meer had van mijn eigen bewegingen. Ik bewoog mij als een schepsel dat droomt mijn handen leken doorschijnend en schimochói» jnog jk ze naar hei wonderbare symbool uitstrekte! cn toen mijn oogen een oogenblik keken naar de plooien van mijn sluier, zag ik, dat de wile zijde glansde met een blccke ainetliysten tint. Verder, verder ging ik, een roekeloos denkbeeld greep mij aan om, zoover ik maar kon, door te dringen in dal vreemde schit terende middenpunt van levende stralen. D< stoutmoedigheid dezer gedachte verbijsterde mij, maar stap voor slap ging ik vastbesloten Verder, totdat ik mij eensklaps als het ware voelde gegrepen in een warreling van vuur! Het dwarrelde rondom mij scherpe licht punten, scherp als speren die in mijn lichaam schenen le dringen, door cn door te steken ik snokte naar adem, en trachtte terug te gaan onmogelijk! Ik was verward in ccn net van eindeloozc lichttrillingen die, of schoon ze geen warmte uitstraalden mijn ge heele wezen toch inct ccn zengende intensi teit doortrilden, alsof zij mij tot in het diep ste mijner ziel wilden peilen! Ik kon geen ge luid geven, ik stood sprakeloos, onbeweeg lijk en gehuld in een millioen-kleurige vlam, te versuft door dfcn schok om mijn eigen in- dentiteit te beseffen. .Daar zweefde eensklaps iets koels en donkers over mij heen als de schaduw van een voorbijgaande wolk ik keek op en beproefde een kreet le slaken een smeekbede! daarna viel ik bewusteloos op den grond. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 7