„DE EEMLAN DER".
Vrijdag 27 Juni 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N°» 34b
IIda Jaargany.
D. Gerritsen,
J. van der Wal Ezn.
H. Donker.
J. van der V/al Ezn.
D- Gerritsen.
J. van der Ljjke.
Het Eeuwige Leven,
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franoo per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.50.
Elke regel moer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruilbotaling.
Groote lottere naar plaatoruimto.
Voor handol on bedrijt bostaau zoor voordooligo bepalingen
tot hot horhaald advortooron in dit Blad, bij abonnoinont,
Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdt op
aanvraag toegezonden.
.Aan hen, die met 1 Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen kosteloos toege
zonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort;
Gezien art. 41 dor Gemeentewet
Brengt ter kennis van <le ingezetenen, dat de
IRaad dezer gemeente zal vergaderen op Maandag,
den 30 Juni aanstaande, des namiddags ten '24
ure
Amersfoort, den 26 Juni 1913.
De Burgemeester voornoemd,
YAiN RANDWTJCK.
KOSTELOOZE-IN ENTIiN
Burgemeester en "Wethouders van Amersfoort,
Gc3et op artikel 18 der web van 4 December 1872
(Staatsblad No. 134)
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot koslelooze inen
ting wordb gegeven op den eersten en tweeden
Maandag van de maand Juli, telkens des namiddags
tc drie ure, in de daartoe bestemde locahteit van
het voormalig schoolgebouw wijk A. Koestraat no.
9.
Gedaan te Amersfoort, den 26 Juni 1913.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort.
Du Secretaris Do Burgemeester,
A. J. VEBXSTR'A, L-s. v. RANDWJJCK.
De RaatlsverkieKingen.
Wij worden dit jaar met verkiezingen
overstelpt, Statenverkiezing, Kamerverkiezing
en Raadsverkiezingen, alle binnen enkele we
ken lijds; de eene is nog niet voorbij of de
andere slaat reeds voior de deur.
Ternauwernood hebben wij eon dag tijd ge
had om weer op rust le komen na den inspan-
nonden doch met schitterend succes bekroon
den strijd om den Amersfoortschen Kamer
zetel, en nu worden wij alweer opgeroepen
lol den wedloop om 6 raadsleden.
Met zooveel geestdrift en opgewektheid wij
optrokken bij de Kamerverkiezing, met even
veel tegenzin bijna gaan wij thans deze raads
verkiezingen tegemoet.
Streden 17 en 25 Juni alle vrijzinnigen schou
der aan schouder, AVocnsdag gaan zij elkaar
bevechten. Was het hier nog 'n eerlijke en
zonder verbittering gevoerde strijd tussclien
den linker- en rechtervleugel, wij zouden ons
nog kunnen indenken, dat het meer vooruit
strevende deel der vrijzinnigheid 'n kracht-
meeting wenschte met hel meer conservatie
ve deel.
Maar de strijd, die hier staat gestreden te
worden is 'n heel bizondere, ,n voor buiten
standers waarlijk geheel onbegrijpelijke: het
gaal hier niet om eenig beginsel, niet om
eenig speciaal punt van gemeentepolitiek, het
zijn louter kwestiiias van zeer persoonlijken
aard, die de aanleiding tot den strijd zijn.
Hel schijnt nu eenmaal het noodlot van 'n
provinciestad te zijn, dat persoonlijke veelen
jarenlang de geheele gemeentelijke politiek
beheerschen en steeds meer verwarring stich
ten tot schade natuurlijk van het algemeen
bclsng en nog meer tot schade van de vrijzin
nige partij zelve. Ileeft eerst de Concentratie,
daarna de verkiezlngs-campagne de vrijzin
nigen wakker geschud en tot nieuwe geest
drift gewekt, In Amersfoort zal deze welras
gedoofd worden en zullen velen uit afkeer
voor het onderlinge gehaspel weer in hun
oude apathie vervallen. Amersfoort is mis
schien de eenige stad in ons land, welke de
zegeningen van de concentratie niet dcekcli-
tig zal worden wegens het fanatisme van eeni
ge vechtersbazen, die liefst niet zoeken naar
wat vereenigt maar naar wat verdeelt. Dat
de kiezers, minder vechtlustig dan zij, het
ten slotte beu worden telkens en telkens weer
in die zelfde oude veeten betrokken te wor
den of hen waarschuwen voor de noodlotti
ge gevolgen van hun overdreven vechtlust,
dringt waarschijnlijk niet tot hen door.
'n Flinke afstraffing van deze onrustige re
bellen lijkt ons het eenige wat afdoende Is.
Wij, die ons hij geen der hier bestaande
coteriejtes willen of kunnen voegen en innig
afkcerig zijn van de hyper-kleinstcedsche po
litiek, welke hier inheemsch is, zullen bij de
bespreking van de komende raadsverkiezing
de persoonlijke veeten, welke den ondergrond
vormen en voor velen ook de hoofdzaak zijn,
geheel laten rusten en slechts van hooger
standpunt den toestand beschouwen.
En als wij ons dan boven al dat gewurm
verheffJI, zien wij reeds dadelijk, dat er ge
lukkig toch nog iets meer is, waar hot om
gaaitj. Naast den zuiver persoonlijken kans
heeft deze verkiezing ook 'n andere zijde,
waaraan het welvan belang is onze aandacht
le schenken.
Wanneer men voor eenige oogenblikken het
engo standpunt kan verlaten, van waar uit
men slechts de persoon van de raadsleden en
hun gebreken bespiedt, zal men inzien, dat
onze gemeenteraad den laatsten tijd 'n bijzon
dere werkkracht ontwikkeld heeft en dat er
sinds de vorige periodieke verkiezingen groo
te dingen zijn tot stand gekomen; wij herin
neren bijv. aan de reorganisatie van het on-
derwijs, hel werkliedenreglcment, de reorga
nisatie van den brandweer en van den ge
neeskundigen dienst, dc aanstelling van school
artsen, den keuringsdienst, de waterleiding,
hel grondbedrijf, de la-a oblige bevordering
van de verbetering va-n volkshuisvesting enz.
enz.
Te ontkennen valt niet, dal er op het stad
huis „gewerkt" wordt, dal door ons gemeente
bestuur met den tijd gewoekerd is, terwijl
niets er op wijst, dat verslapping zal intre
den.
Wij vragen nu den lezers af: eischt het be
lang der gemeente, dat op dezen goeden weg
voortgegaan en de vruchtdragende arbeid van
het gemeentebestuur voortgezet wordt, of
moet, omdat sommige raadsleden U misschien
persoonlijk niet sympathiek zijn, het gemeen
tebestuur ondersteboven geworpen worden?
Hoe w ij over de raadsleden oordoelen, doet
niet ter zake; voor ons bestaat slechts de
vraag; zijn wij tevreden over den gang van
zaken en het werk, dat zij gepresteerd heb
ben?
Het spreekt wel van zelf, dat er op vel
schillende punten verschil van inzicht be
staat, hel is bekend, dat wij niet ten allen tijde
meegingen met de vrijzinnige raadsleden, dat
hun stem niet steeds in onzen geest was. Maar
wat zou dat? Daar zijn wij immers vrijzinnig
voor, om allen volkomen vrijheid van inzicht
en handelen te laten, mits zij maar vooruit
willen. En dat hebben o.i. de beide aftreden
den in district I voldoende bewezen. Met na
me de heer Gerritsen heeft 'n staat van
dienst, die klinkt. En ook de heer van der
Wal heeft zich steeds 'n bezadigd en vooruit
strevend raadslid getoond.
Uil zakelijke overwegingen, in het belang
der gemeente en voor het oogenblik nog ge
heel buiten beschouwing latende de persoon
der gestelde candidalen, kunnen wij dus on
mogelijk onzen steun verleencn aan de zon
derlinge combinatie, welke de herkiezing van
de aftredende vrijzinnigen in district I tracht
le verhinderen.
Hen, die met ons hel huidige régime in ons
gemeentebestuur wenschen bestendigd te zien,
bevelen wij aan a.s. Woensdag hun slem uit
te brengen op:
in district I.
In district II.
lil district III.
Aan den Balkan.
Belgrado, 26 Juni. Do geheime zit
ting van de slcoepschtina is om half elf be
gonnen.
Tweede telegram. Dc geheime zit
ting van de skocpschtina eindigde om 12 uur
50 minuten. De volgende openbare vergade
ring is morgenavond om 5 uur.
In den loop van de geheime zitting hield
Pasics eene rede van vredelievende strek
king. Hij zette den toestand uiteen en gaf re
kenschap van de omstandigheden, die hem
noopten zijn eerste standpunt te wijzigen. Dc
regeering verklaarde zich ten gunste van de
arbitrage in dc overtuiging, dat de Czaar de
rechten van Servië zal erkennen cn Servië's
belangen zal behoeden. Hij verklaarde zich
tegen de inlijving van het gebied, dat Servië
voor zich opëisclit,
Sofia, 26 Juni. De regcering zou aan
Sazonow kennis gegeven hebben, dat zij het
Bulgaarsch-Grieksch geschil wenscht te on
derwerpen aan de arbitrage van de zes groo
te mogendheden. Sazonow zou gcene bezwa
ren maken betreffende de verklaring van
Coromilas.
•De officieuse organen (Bulgaria en Mir vor
klaren, dat eene regeling tussclien de vier
Balkanstaten onmogelijk is, omdat er geen
traktaat van bondgenootschap bestaat tus-
schen alle stalen. Wat de algemeene arbi
trage betreft, verklaren de bladen, dat dit»
geheel ongelegen zou zijn.
Cettinjc, 26 Juni. 12,000 man Monte-
negrijnscbe troepen zijn gister aangekomen
in Mitrovitza, in de vlakte van Kossowo. Zij
werden met geestdrift ontvangen door de
Serven. De Montenegrijncn betrokken de
stellingen, die hun door den Serviscben bevel
hebber werden aangewezen.
Sofia, 26 Juni. De berichten over een
belangrijk gevecht bij de rivier Sletowska,
zijn onjuist. Br beeft in den nacht van eer
gist er een gevecht plaats gehad bij hel dorp
Zletowo, dal bezet is door de Serven, tus
sclien Servische troepen en eene Bulgaar-
sche hende, die een detachement van 70 Ser
vische soldaten verdreef van de omringende
hoogten aan den rechteroever van de rivier.
Het gevecht werd gisteren horvat. Dc Serven
wierpen een twintigtal granaten in dc rich
ting van Istip.'
Belgrado, 26 Juni. De Montcnegrijn-
sche minister-preside lit Voekotics heeft een
onderhoud van een uur gehad met Koning
Peter en bezoeken gebracht aan Pasics en ge
neraal Bojanowics. Hij verklaarde aan een
dagbladschrijver, dat zijn verblijf in Belgra
do betrekking had op de regeling van ver
schillende Servisch-Montenegrijnsche kwos-
tiën. Hij voegde hieraan nog toe, dat Monte
negro een vrij groot aantal troepen ter be
schikking van Servië heeft gesteld. Die troe
pen zijn reeds aangekomen.
Betreffende de aanval van de Bulgaarsche
troepen vestigt de offioieuse Samo Uprava
daarop ernstig de aandacht van de Bulgaar
sche regeering. Het blad drukt de verwach
ting uit, dat die regeering al haar best zal
doen om eene herhaling te vermijden. Doet
zij dat niet, dan zal de verantwoordelijk
heid voor de gevolgen van de gepleegde fei
ten op baar neerkomen.
In de nota, die de Servische regeering
over de herziening van hel traktaat van
bondgenootschap van 13 Maart 1912 aan dc
■Bulgaarsche regcering heeft gezonden,
■wordt gezegd:
De uitkomsten van de oorlogshandeling
tegen Turkije verlangen zoo spoedig moge
lijk eenle herzienihig van heit traktaat Van
bondgenootschap, van liet geheime addifio-
neele verdrag en van de militaire conventie.
Sommige, door het traktaat van bondgenoot
schap voorgeschrcvcm maatregelen zijn ii(
den loop van den oorlog aan zoodanige W
suideringen onderworpen geweest, dut zij de
verbindbaarheid van het verdrag nis geheel
onzeker maken, en dinardoor is de bi'n-
kliende kracht van andere verdragbepaling'ii
ook verloren gegaan. De vierbond beeft door
bijna hel geJioclc Turkschc gebied te ver
overen veel meer bereikt dan in hel verdrag
Was voorzien. Daarom moiet ook de verdee
ling van hot veroverde gelijkmatig zijn. Bij
den nieuwen feitelijken toestand heeft Bul
garije bel gehoede gebied, dal hot naar bet
verdrag niet kan worden betwist, in bezit,
terwijl Sorvie van het volgens het verdrag
hel onbetwistbaar toekom wide geWed het
doel ten westen van Sjar-Dagli mot het
kusllaiidschap aan de Adrialisclic Zee ver
loren heeft. Vtorder: terwijl de groote mo
gendheden hebben toegestaan, dut Bulgarije
in het oosten van Ire.t ooriogslooncel Thracie
met Adrianopcl behoudt en behalve het
gebied, dut hét volgens liet verdrag onbc-
t\vistb;var toekomt, hebben zij in het westen
van Servic hol gewichtigste deel weggono-
men. van zijn nlaar hel verdrag het recht
matig toekomende gebied, door dat in tc
lijven bij Albanië. De nieuwe basis, waarop
het condominium zou moeten worden opge
bouwd, moet door oene overeenkomst vun
alle bondgentoolen vastgesteld worden. Deze
niouwc basis zou aan Servië eene gebBeds-
vermeerdering moeten toekennen, verder rei
kende dan hot gedeelte van liet gebied in
geschil dat hol naar het verdrag toekomt,
onder dc volgende gezichtspunten:
1. een deel gebied ais schadevergoeding
voor alle verdnagsplichlcn, die Bulgarije had
moeten vervullen maar niet vervuld hoeft;
2. een deel gebied als schadevergoeding
voor alle offers, die Servic voor Bulgarije op
zich heeft genomen, zonder door hot ver
drag daartoe verplicht te zijn;
3. een doel gebied als schadevergoeding
voor liet gebied, dal Bulgarije in hel oosten
meer gekregen heeft;
4. een deel gebied als schadevergoeding voor
het Servic contractueel onbetwistbaar loc-
komende gebied in het westen en bet kust
gebied aan de Adrialische zee, dat het verlo
ren beeft.
liet tweede gedeelte van den oorlog, na
zijne onderbreking door den wapenstilstand
cn door de Londenschc onderhandelingen
geeft aan Servië nog een groolcr recht op
schadevergoedingen. Volgens hel traktaat
van bondgenootschap was doel van den oor
log de overwinning en verovering van do
landstreken, die in het verdrag als onbetwist
baar aan de verschillende bondgenoolen toe
komend gebied cn als nog betwist gebied zijn
aangeduid. Op het oogenblik waarop Turkije
den afstand van deze streken aan de bond ge*
nopten toestond, was het conlractueclc oor-
I* gsdoel bereikt. Maar de vrede werd niet
gesloten, omdat Bulgarije den afstand van
Thracië met Adrianopel verlangde, en do
oorlog werd voortgezet, ofschoon Servië geen
belang daarbij had.
Deze oorlog heeft nieuwe offers van Serviö
gevorderd, zoowel van fiuancicden als van
ecouomischcn aard. Dat heeft aan Servië het
recht gegeven, reeds tijdens deze tweede oor
logsperiode schadevergoedingen te verlangen,
zoowel voor de offers, die het heeft gebracht,
Ëen Koiiian van iLielde
32 DOOR
MARIE CORELLI.
Het eeuwige Leven.
Het Leven is eeuwig omdat het niet ster
ven ikan. Alles wat leeft, moet voor altijd le
ven. Alles wat leeft, heeft altijd geleefd. Wat
dood wordt genoemd, is volgens de wet onbe
staanbaar. Het leven is voortdurend aan het
veranderen in verschillende vormen, en
elke verandering, die het maakt noemen we
„dood", omdat het ons het ophouden van le
ven toeschijnt, terwijl het eenvoudig her
nieuwde werkzaamheid is. Elke ziel, die lie
den in menschelijken vorm is gevangen, heeft
te voren in menschelijken vorm geleefd
de roos, die bloeit op haar stam, heeft in deze
wereld te voren gebloeid. Elke geest behoudt
zijn individualiteit en tot op zekere hoogte
zijn herinnering. Het is hem toegestaan zich
eenige uil de millioenen voorvallen cn episo
den te herinneren, maar slechts een paar, ge
durende zijn tijdpeiik van ontwikkeling. Als
hij zijn hoogste punt van ontwikkeling heeft
ibereifkit, en sterk genoeg is te weten en te
zien en te begrijpen dan zal alles in de her
innering komen van het begin af. Niets kan
Vergeten wordendaar vergeetachtigheid
verspilling is cn in het Heelal is er geen ver
spilling. Elke gedachte is voor gebruik be
waard, elk woord, elke zucht, elke traan
wordt geboekt. Het 'leven zelf kan onbepaald
op deze aarde worden verlengd, indien wij
dc middelen gebruiken, die ons worden gege
ven om hel te bewaren en le hernieuwen. Het
was gemakkelijk het te bewaren en te ver
lengen in de vroegste dagen van Ts werelds
jeugd, want toen was onze planeet dichter
bij de zon. In den tegenwoordigen tijd keert
zij terug naar een positie in het luchtruim,
die het leven aanmoedigt en onderhoudt,
en de menschen leven langer zonder te we
ten waarom, er niet aan denkenide, dat het
't gevolg is van den stand van de planeet, ten
opzichte van de zon. De aarde is niet, waar
ze was in de dagen, toen Ghristus op
aarde leefde, ze is door de ruimte gesneld ge
durende deze twee duizend jaren, en tocih
vergeet de menschheid, dat haar plaats in het
luchtruim verschillend is van die, welke, zij
vroeger innam, en dat met dit verschil de
wetten van klimaat, gewoonte en levenswijze
zijn veranderd. liet is de Mensch niet, die
zijn omgeving verandert het is de 'Natuur,
aan wier bevel men niet ongehoorzaam kan
zijn. De mensch gelooft, dat de groei der
wetenschap wat hij noemt, zijn „vooruitgang",
het resultaat is van zijn eigen knapheid
alleen; integendeel, het is het resultaat van
een verandering in de atmosfeer die niet
slechts de wetenschap helpt, maar die er
ook toe meewerkt hem grooter macht over
de elementen te geven en zijn leven te ver
lengen en zijn intclleotueele geschiktheid tc
verhoogen.
Er is niet zoo iets als „stilstand" in het
Heelal. Elke atoom, elk organisme doet iets.
of gaat ergens heen; er is geen stilstand.
Rust is slechts een vorm van Vooruitgang
naar Schoonheid en Volmaking en er is ner
gens een gaping in de majestueuze pracht
van Go'ds plan voor het geluk van zijn ge
heel e Schepping."
Aanmatigend ascetisme.
De asceet is een lasteraar van God en van
het werk, waarvoor God alleen aansprake
lijk is. Door zich uit de wereld terug te
trekken trekt hij zich van de deelname van
het mcnschelijke terug. Door het lichaam tc
kastijden, en zijn natuurlijke aandrongen en
begeerten tc bedwingen, kastijdt hij datgene,
wat God heeft gemaakt lot een tempel voor
zijn ziel om in te wonen. Door zich de ge
noegens van deze wereld te ontzeggen, ont
zegt hij zich al het goede da't God voor hem
heeft gereed gemaakt en hij doet onrecht
aan het geluk der Natuur cn de orde, waar
mede het Heelal is gevormd. Dc zoogenaam
de „godsdienstige", die zich terugtrekt in
een klooster, om daar te bidden, te vasten cn
de zonden ran het Vleesch te bejammeren,
is een onnatuurlijk schepsel, en mishaagt
zijn Schepper. Want God zag op alles neer,
wat llij gemaakt had, en vond het „goed".
Goed niet slecht, zooals de aanmatigende
asceet zou willen beweren. Vreugde, niet
verdriet, moest de grondtoon van het leven
zijn; de wereld is ge»en „tranendal", maar
een met bloemen gevulden tuin, blakende in
voortdurenden zonneschijn, door den glim
lach Gods. Wat zonde wordt genoemd, is het
werk van den Mensch daar heeft God geen
deel aan. „Door trots vallen de engelen." Door
trots houdt de Mensch ziin eeuwiae vreugde
tegen, wanneer hij zich verbeeldt wijzer te
zijn dan zijn Schepper als hij beproeft de
organisatie der NaUiur tc veranderen, cn
zelf een soort natuurlijk en zedelijk voetbad
uitvindt, dan volgt er onheil. Dc regel van
een rein en gelukkig leven is alles te aan
vaarden wat God zendt met dankbaarheid
met zelfbeheersching de vruchten der
aarde, de vreugden der zintuigen, de liefde
der medeschepselen, de genietingen van het
intellect, de verrukkingen der ziel; en geen
fouten te zien in datgene wat is en altijd
zonder fout moet zijn. Wij hooren wijze lie
den en wijsgeeren zich bedroeven over „de
moeite en het lijden der wereld," maar
dc moeite en het leed worden veroorzaakt
door den Mensch alleen en door de wreed
heid van den Mensdh tegenover zijn mede-
menschen. Door 's menschen schuldige ver-
waarloozi ng der gezondheids wetten, is elke
ziekte gekomen, evenals door 's menschen
verwaandheid en zelfzucht ajlle misdaden
zijn ontstaan."
Hier hield ik op, want het scheen mij toe,
dat het donker werd, in elk geval kon ik
niet genoeg zien om te lezen. Ik keek naar
het venster, er kwam maar weinig licht door
een plotselingen duisternis als een zware
wolk, verdonkerde alle zichtbare dingen. Ik
besloot snel niet meer toe te geven aan fan
tastische verschrikkingen en evenmin de ka
mer te verlaten, zelfs al zag ik dien avond
een anderen nitgang. Met dit besluit ont
kleedde ik mij snel en ging te bed. Toen ik
mijn hoofd neerlegde, gevoelde ik eenige
koude, die mij een weinig deed huiveren, een
onplezierige gewaarwording, waaraan ik
niet wilde toegeven. Ik zag dat de duisternis
rondom mij zich verdichtte en sloot de oocen-
met het besluit te gaan rusten cn slaagde c»
zoo goed in, dal ik binnen enkele oogen»
blikken vast was ingeslapen.
HOOFDSTUK XIX.
De onbekende diepte.
Mijn sluimering was zóó diep cn zonder
droomen, dat ik er mij geen begrip van vor
men lean, hoe lang zij duurde, maar toen ik
ten slotte ontwaakte, was het met een ge
voel van hevigen schrik, die mij deed ver-
bleekcn. Elke zenuw van mijn lichaam scheen
verlamd, ik kon mij noch bewegen, noch
schreeuwen, onzichtbare banden, sterker
dan ijzer, hielden mij op mijn bed geklui
sterd, cn ik kon slechts met afschuw omhoog
staren gelijk een slachtoffer, dat op de pijn
bank gebonden, naar het meedoogenlooze
gezicht zijner pijnigers staart. Een gedaan
te, lan-g en in het zwart gekleed, stond naasfc
mij; ik kon het gelaat niet zien, maar ik zag
de oogen op mij gevestigd met een onbarm-
hartigen, kouden, onderzoekenden blik, als
een zwijgende, vorschcnde waag, welke zich
zelf zonder woorden antwoord gaf. Indien
men elke gedachte in mijn hersenen en elko
aandoening mijner ziel met een ontleedmes
uit mij had kunnen sriijden en bloot stellen
aan een onderzoek, dan zouden deze ver*
schrikkelijke oogen, die tot In de verbor*
gensto schuilhoeken ran mijn wezen door*
drongen, het werk hebben gedaan.
Wordt vervolgd.