DE E EM LAN DER".
Woensdag 23 Juli 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De'Klokken die verklonken.
N\ 20
I2de Jaargang.
De tweede Balkan-oorlog.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-,
advertenties en berichten vóór 2 uurrin te zonden.
Bureau: U TRE C H TSCH EST RAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 rogelsf 0.50,
Elke rogel - 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 ccnt« by vooruitbetaling.
Grooto lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordoeligo bepalingoc
tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, bij abonnnment
Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt up
aanvraag toegozondon.
- Kennisgevingen.
De Burgemeester cn Wethouders van Amersfoort.
Gelet op nrtt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van hel pubhek, dat een
door de firma Grceve Co., alhier, ingediend ver
zoek. met bijlagen, om vergunning tot het. uitbrei
den van eene kofiiebrandery, door het plaatsen van
ten" gasmotor van twee P. K., ter vervanging van
een gasmotor van éóa P. K., in het perceel, alhier
gelegen aai de Muurhuizen n<>. 54, bij het kadaster
bekend onder sectic E, no. 3885, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den
5. Augustus aanstaande, des voormiddags te half elf
uren gelegenheid ten Raadhuize word! gegeven om,
ten overstaan van het Gemeentebestuur of van één
of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbreiden
van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld m art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispruden
tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig orli
kei 7 der Hinderwet voor liet Gemeentebestuur of
éón of meer zijner leden'zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, den 22. Juli 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, Dc Burgemeester,
A. R. VEENSTRA, K-s VAN RANDWIJGK.
De Burgemeester van Amersfoort, brengt t©r ken
nis van belanghebbenden, dat in de gemeente
Tuil en 't Waal een geval van miltvuur js
voorgekomen-
Amersfoort, den 22. Juli 1913.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJ CK.
ISi-ievcit uit Auoi wegcu.
1.
De geüo-egons van 11 zeereis zijn zeer twij
felachtig voor hen, die door zeeziekte ge
kweld woruen. liet scnoiomelcn cn wiegen,
het deinen en hellen van de hooi hoeft op de
rneesle passagiers n zoo lalalcn invloed, dat
zij voor hot deerlijke spel van dc golven, de
zeegroen, met wil-schuuncnde kuif, geen oog
heboen on zeus niet in slaat zijn te genieten
van de allocs wisselende en< toch altoos weer
verrassende kleurenpracht van het eindeloozc
watervlak.
Zoo kan de zeereis van Rotterdam naar
Noorwegen li l reinste genot maar ook de
ellendigste kwelling zijn.
De Iris*van de Bergensike Dampstubsfclskap
vertrekt iedcren Woensdag om 12 uur met 'n
flinke lading toeristen van Rotterdam met be
stemming voor Bergen, waar zij, Vrijdagmid
dag tusschen 1 en 4 uur arriveert. Maar eerst
legt zij nog dicnzflfdew ochtend, zéér vroeg,
zoo tusschen 1 cn 4 uur, naar weer en wind
het willen, te Slav anger aan, waar steeds n
groot aantal passagiers afstappen om over
land via Sand en Odda, door het Bratlandslal
de reis voort te zeiten.
De reis, welke wij meemaakten, begon on
der regenachtig, somber weer, dat echter nicl
den minsten invloed scheen te hebben op de
opgewekte stemming der'passagiers, meest
vacantiagangers, dio reeds genoten van het
vooruitzicht cenige weken lang uil dien sleur
van, hun dagelijksche bezigheden 's levens last
en moeiten te mogen vergeten.
Van de imponeerende riviergezichten op
den Nieuwen Waterweg,, waarop de Hollan
der, vooral als hij zich weet in internatio
naal gezelschap, toch maar wat trotsch is ©d
trotseji kan zijjn, konden wij slechts weinig
genieten, omdat kort na dc afvaart de lunch
opgediend wordt. Aan de schotels werd alle
eer bewezen; slechts enkele voorzichligen leg
den zich strenge zelfbeperking op in keuze
en portie der gerechlon.
Na de lunch begon dc pret eerst recht; men
maakte kennis en stelde voor en schoof in
lustige groepjes de stoelen bijeent Wij bevon
den ons in 'n zeer joligen hoek met 'n gezel
schap van 7 Rotterdammers, luidruchtig,
zooals 'n rechtgeaard Rotterdammer nu con-
maal is, doch hartelijk en joviaal. Zij behoor
den niet lot de Verstandigcn, die aan de lunch
veel hadden laten voorbijgaan; integendeel,
zij, schenen nog m-el verzadigd en deden zich
le goed aaji alle mogelijke proviand, door de
dames meegezeild. Apenootjes, chocolade,
hopjes en wie weet wat al werd in korten lijd
in groote hoeveelheden naar binnen geslagen.
Zoo werd onJder gozelligen kout cn schels
Hoek van Holland gepasseerd, maar nauwe
lijks bui'ten de pieren in volle ze«c, waar 'n
stevige N.-W. wind stond, haastten zicli reeds
eenige dames naar dc verschansing om dc ge
noten lunch aan de visschen over te dragen.
Groote liilariteil bij dc Rotterdammers, die
zoo lekker waren als kip en juist hnii door
de apenootjes, chocolade en hopjes opge-
wekten dorst met koffie en room gingen ver
drijven.
Andere passagiers, zich van hun culinaire
zonklon bewust, liegonnen al benepen te kij
ken en yLernen hun blteeke hoofden achter
over in hun ligstoel, dc zakdoek in do hand
en de oogen geloken.
Een van de Rotterdammers, mcnsehlievetid
als Rotterdammers sleeds zijn, bood die om-
zitlentdctfi z'n probaat middel tegen zeeziekte
aan, 10 druppeltjes uit 'o flcschje op 'n klontje
suiker. Liefhebsiers cn liefhebbers genoeg!
Maar ook zij, die het probate klontje inna
men natuurlijk 1e laat verdwenen vroeg
of spa via de verschansing naar beneden
De Rotterdammers, die nog altijd zeiden
zoo lekker te zijn als kip, zaten nog onver
stoord met elkaér le joken, maar hun luid
ruchtigheid was toch niet die van den be
ginne; naluui-lijk niet van wege de opkomen
de zeeziekte daarvoor waren zij immers
immuun maar door... de efcanslucht, welke
hen ten slotte zoozeer hinderde, dat zij hun
beschut hoekje prijs gaven om op het achter
dek 'n andere plaats le zooken. Hier scheen
het hun echter ook ndet te bevallen, want
spoedig kwam dc eerste alweer terug, erken
nende, dat de etenslucht toch nog beiter te
verdragen was dan de deining van het ach
terschip.
Toen de etensbel ging, kwamen ook de
anderen terug, eoliler niet om naar de eet
zaal te gaan, doch om maar rustig in hun
oude hoekje ai te wachten dc dingen, die
komen zouden. Twee hunner echter, dc ver-
metelijksten, hadden nóg honger en wisten
ook twee anderen over te halen om mede te
gaan dineer en. Maar voordat zij de eetzaal
bereikt hadden, had de eene al rechtsomkeert
gemaakt en zuchtend en klagend haar dek-
slocl weer opgezocht; en de andere kwam na
het tweede gerecht, hevig met haar servet
manoeuvreerend, naar dek hollen en hing in
'n ondeelbaar oogonblrk over de verschansing.
Maar de heer van het probate middel, diie wij
selijk niet naar do eetzaal gegaan was, was
toen al van het dek vertrokken.., naar bene
den, evenwel zonder eerst naar de verschan
sing gcloopcn te zijn. Booze tongen beweer
den don volgenden dag, dat zij 's avonds, laings
z'n hut komende, verdachte keelgeluiden ge
hoord hadden, maar dat moet verbeulding
of kwaadsprekerij geweest zijn, want de man
had immers 'n probaat middel!
Van de zeer weinigen, die aan tafel wa
ren, bleven slechts enkelen tot het eind. Die
enkelen, die na afloop monter terug kwamen
aan dek, waren de helden, do overwinnaars
van de zee; en linn overwinning was volko
men, toen zij ten slotte ook de niet talrijke op
het dek achtergebleven passagiers, die het tol
8 of 9 uur uil hie kien, de een na den ander
wankelend zagen verdwijnen.
Dien nacht warén er weinigen op dc boot,
die goed sliepen. Hel stampen van de mar
chine en de zonderlingste keelgeluiden moe
ten zelfs de helden van den vorigen dag uit
den slaap gehouden hebben.
Den volgenden morgen was het weer opge
klaard. De koesterende zon verzilverde dc
oawnetelijksle watervlakte cn lokte successie
velijk alle passagiers aan dek. Zelfs de ziek-
sten vertoonden zich in de middaguren en
voelden zich door de verfrisschcnde zeekoelte
met liet uur aansterken De opgewekte toon
Leerde weder en dc stoelen der praters scho
ven weer bij elkaar. In den namiddag werd
het zelfs 'n gewirwar, want toen het begon
te regenen, drongen allen steeds nauwer naar
elkaar om beschutting to zoeken onder de ge
spannen zeilen.
Het diner was dien avond beter bezocht dan
den vorigen dag, maar de dames vertoonden
zich voor hot nieerendeel nog niet, doch lie
ten zich door hun hoeren enkele der gerech
ten aan dek brengen.
De avond was onvergetelijk, 'n milde at
mosfeer, Ti kalme zee, 'n vroolijke stemming
en het wilde maar niet donker worden. Toch
mocht hel geen latcrtje worden, wamt om 4
uur zou men to Slavanger zijn en dan gingen
velen van boord, terwijl de achterblijvenden
toch aanwezig niotesLcn zijn om den schei
denden 'ai laatst vaarwel en goed© reis toe
te wcnschcn. En om zich dus niet te versla
pen, waren er zelfs enkelen, die besloten hec-
ïemaal niet naar „die beroerde kooi" te gaan.
Zij hadden geen ongelijk, want zij hebben
het schoone schouwspel genoten, dat de sla
pers moesten missen. Tegen drie uur doem
den uit de morgennevels de eerste scheren
op, door vuurtorens reeds eerder hun nabij
heid verradend. Men zag aanvankelijk nog
niiet veel, 'n vage omtrek in het niet vervloei
end. Maar allengs werden de vormen duide
lijker. Iloogere scheren toekenden zich scher
per af tegen den grauwen achtergrond en te
gen de donkere rotswanden kwamen de witte
visschershuisjes allengs beier uit. Ook bouw
landen en tuintjes liften zich langs de minder
steile hellingen onderscheiden, maar uitge
strekt waren zij niet, wamft öf zij stootten te
gen rotsen óf het land verdween plotseling
weer in zee om op korten afstand weer als
'n hieuw eiland of soms slechts als rotsgrond
op te rijzen.
Eindelijk kwamen dc lichten van Sta vanger
in ziclil; de nevels weken of lieten zich met
hot oog doordringen en wij ontwaarden de
huizen van de oude Kjordslad, zoo schilder
achtig gelegen, uit het water zelf opkruipend
tegen de zachte heuvelglooiingen.
Maar over Stavanger 'n volgende keer.
Politiek Overzicht
Vredes vooruitzichten.
Wederom opent zich het vooruitzicht op
vrede aan den Balkan. De tweede Balkan
oorlog gaat zijai einde tegemoet. Bulgarije
heeft toegegeven aan de edschcn, die Rumenië
stelde cn met liet volle gewicht van zijn op
Sofia aanrukkend leger aandrong. Toege
geven is, dat de grens tusschen Rumeniö en
Bulgarije voortaan zal loopen over de lijn
Turtukai—Dobrics—Baltjik. En verder is
Bulgarije er loc gekomen den weg te betre
den van rechtstreeksche onderhandelingen
met zijne door don twist over de verdceling
van den buit in bittere vijanden verkeerde
voormalige bondgcnoolcn. Het is daarvoor
beloond met hel bevel, dat liet Rumccnschc
legerbestuur heeft uitgevaardigd om den
marsch naar Sofia te staken. Op dertig K.M.
afstand van de hoofdstad van Bulgarije heeft
het Rumeenscho leger halt gemaakt. Maar
hei blijft daar staan met het geweer bij den
voet.
Nu komen te Nisoli dc vertegenwoordigers
van IJulgarije met die van Servic, Grieken
land, Montenegro cn, last not least, van Ru-
menie bijeen tot het voeren vun gemeen
schappelijke onderhandelingen. Die onder
handelingen hebben ten doel het sluiten van
een wapenstilstand, waarop dan in Sinaia de
eigenlijke vredesconferentie zal volgen. Het
vertrouwen, dat deze onderhandelingen zul
len slagen, steunt op de onmacht, waartoe
Bulgarije is gezonken, en op het overwicht,
dat Rumenië kan uitoefenen op de overige
Balkanstaten. Ook deze hebben belang bij liet
beëindigen van een oorlog, die voor lien
evenzeer rijk aan offers is geweest, en zij
zullen zich wel tweemaal er op bedenken
door halsstarrig vasthouden aan overdreven
eisclien een oorlog te rekken, waarin Ru
menië 't in zijne macht heeft, door ten gunste
van Bulgarije op te komen, dc schaal weder
naar de andere zijde, ten nadccle van cl? an
deren, te doen overslaan. Het is een verstan
dig beginsel in de politiek, dat men den
vijand gouden bruggen moet bouwen. In Ser
vië schijnt men dat wel in te ziendc offi-
ciense pers te Belgrado liecft zich meermalen
uitgelaten in een zin, die doet denken, dat
men daar wel voelt voor een. billijk compro
mis. Minder lot toegeven geneigd schijnt men
in Griekenland le zijn. Maar wellicht zal men
ook daar door den druk, dien Rumenië, door
de groote mogendheden gesteund, in slaat is
uit te oefenen, tot het inzicht gebracht wor
den, dat men zijn eigen belang het best be
vordert, door zijne eischcn binnen redelijke
grenzen te beperken.
Als nieuwste verrassing heeft de loop, (lien
de tweede Balkanoorlog heeft genomen, ge
leid tot de heropening van de kwestie van
Adrianopel, die men door den eersten Bal
kanoorlog als voor goed besüst beschouwde.
De Vossischc Ztg. schrijft naar aanleiding
daarvan
„De Porie heeft den opmarsch van de
Turksche troepen in Thracie doen vergezeld
gaan van een rondschrijven aan de mogend
heden, waarin zij onder verwerping van de
in Londen vastgestelde grenslijn Enos—Midia
verklaart te moeten aandringen op eene
grens, die den loop van de Marilza tot aan
Adrianopel volgt. De Porte gaat daarmee
zelfs verder dan dc Ergenc-grcns. De nota
drukt zich intusschen, wat Adrianopel be
treft, eenigszins voorzichtig uit. Zij zegt niet
rechtstreeks, dat zij opnieuw in het bezit van
de stad Adrianopel wenscht te komenzij
wil slechts, dat de door haar verlangde Ma-
ritza-grens reikt tot Adrianopel. Zij maakt
daarbij nog ccne beperking, want zij verbindt
zich uitdrukkelijk het tóekoinstige lol van
Thracie in overleg mol dc mogendheden tfl
bepalen.
Zoo is de Thraoische kwestie formeel we
der geopend. Dc nota van dc Porte aan de
mogendheden zal moeten worden beant
woord. Daarover zullen de kabinetten zich
eerst onder elkaar moeien verstaan. Ondanks
verschillende dreigementen maakt het niet
den indruk, dal een van de mogendheden een
met gevaar dreigenden eigen weg zal
gaan. Voordat de mogendheden zich over de
zaak zullen hebben verslaan, zal de Thraci-
schc kwestie ter sprake komen in dc confe-
rentiën te Nisch. Daar heeft Turkije zijn pas
gewonnen Grickschen vriend bepaald op
zijne hand. Griekenland, dal Thracie wegens
dc daar wonende Grieksche bevolking aan
de Bulgaren misgunt, beschouwt den Turk-
sohen opmarscih in Thracie als in zijn natio
naal belang gelegen.
Intusschen ligt het geenszins in de bedoe
ling van de andere Balkanstaten, Bulgarije
geheel van alle vruchten zijner overwinnin
gen op dc Turken te bcrooven. De meeste
groote mogendheden sluiten zich liicrbij aan.
Daarom is het meer dan onwaarschijnlijk,
dat Adrianopel voor dc Turken, ook al be
zetten zij hel nu opnieuw, behouden zal blij
ven. Daarentegen is het niet uitgesloten, dal
Turkije uit de j'ongslc Balkan-verwarring
dc Ergene-grens voor zich krijgt in plaats
van de Enos—Midiagrcns."
S u 1 o n i k i2 2 Juli. De lievige gevech
ten, die sedert verscheidene dagen aan den
gang zijn, worden geleverd aan den Griek-
sohen linkervleugel op den geheclen kam van
den bergketen van Malessi ten oosten van
Pctsjevo. De verliezen zijn aanzienlijk aan
beide zijden. Generaal Iwanow trekt zich
terug.
B u k a r c s t2 2 J u 1 i. Het persbureau van
het ministerie van oorlog maakt een officieel
bulletin bekend, berichtende dat uit de laat»
sic inlichtingen blijkt, dat er aansluiting is
verkregen tusschen dc legers van Rumenië
en Servië.
Odessa, 22 Juli. Men bericht, dat Ru-
menie aan Turkije machtiging had ge
vraagd om oorlogsschepen de Dardanellen
te laten passccren, ten einde zich naar de
Egeïsalie zee te begaven. Turkije weigerde
dit.
Bukarest, 22 Juli. Het antwoord,
door Rumenië gegeven op de vredesvoor
waarden van dc Bulgaarsche regeering, heeft
den volgenden inhoud: Rumenië neemt hel
Bulgaarselie aanbod aan betreffende den af
stand van Turtukai, Dobries cn Baltsjik, als
mede dc aanbieding van Bulgarije betreffen
de dc concessicn aan dc Macedo-Rumenen.
Rumenië steil de benoeming voor van mili
taire gevolmachtigden, belast met het sluiten
van den wapenstilstand. Dc keuze van do
VICTOR RAKOSI.
10 Vit liet Jlonrjaarsch vertaaaï'd door
JEJiO SEBE8TTÈ.V
en J. A. KAABE Jr.
VL
(Ziji, die de voordeden van het Stipendium
Bernliardinum" geniolen, vormen een vcr-
eeniging, die den naam draagt van „Yerein
deutscher und ungarischer Studenten". Hun
officieel verga derlokaal is gelegen aan de
Oude Gracht, op de bovenverdieping van de
IMünzeTTBieriialie. ITier wachtten de Duit-
sche collega's de Hongaatrsche op een feest
je ter kennismaking Toen de waard in de
benedenzaal aan Sopl den eerlijken Beier-
sclien bediende, die boven voor de deftig
heid luisterde naar den naam van Baptist,
vertelde dat de nieuwe studenten weldra
komen zouden, sprong een der Duitschers
naar de slechte pianino en speelde den
jjRdkócizi marsdhfDe studenten schaar
den zich in een rij, mot brandende kaarsen
in de hand, en riepen den Hongaren, hij hun
binnenkomen een luid „Hurrah" toe. Beur
telings gingen deze ,den kring rond en maak
ten met een stevigen handdruk kennis.
Siméndy en Puskas liet men plaats nemen
tan weerskanten van den president, en na
Ven langdurig „Salamander schuren" be
gon met een krachtig gecommandeerd „ex"
het drinken. Hierna zellgn zij de glazen om
gekeerd op de tafel om te bewijzen, dat ,er
geen droppel in wals achter gebleven. Tocd
riep de president:
„Baptist! Dc „laars 1"
Een groote glazen, iaarsvormigc beker
van ongeveer vijf liter inhoud wertd, met
bier gevuld, voor hem neergezet.
„Dit moet gij betalen, vriend", flui
sterde Bienert Siméndy dn het .oor, maar
ik zal met drinken beginnen."
Hierbij gaf hij aan de twee jongste stu
denten een teeken die daarop de ,4aars"
voor den president omhoog lichtten. Deze
sprak aldus:
„Ons scheiden de taal, de natie en de
groote afstand, maar (de gemeenschappelijke
godsdienst verbindt ons aan elkaar. Moge
steeds onder ons de broederlijke liefde wo
nen en bloeienI Hongaarsche vrienden,
hurrah!"
„Hurrahl"
„Schenk in!"
Hiierop brachten dc beide „Füchse" de
„laars" naar den mond ,van den president,
en goten zoolang het bier naar binnen, tot
hij met een afwijzend (gebaar „hall" com
mandeerde.
Toen greep Siméndy den ongewoneD
beker, zeggende:
„Vreemd kwamen wij in dit land, vreemd
en neerslachtig. Alles wat ons dierbaar
was, hebben wij achtergelaten, maar van
daag voor het eerst klopt ons hart weer ver
heugd, verkwikt doordat wij ons hier, om
ringd door uw aller vriendschap, getheeJ
thuis gevoelen. Duitsdie broeders,
hurrahl"
Luide toejuichingen volgden op deze
geestdriftige woorden. Allen snelden naar
Siméndy toe, omarmden etn kusten hem:
Puskés alleen bleef zitten alsof hij zijD
laalste oortje versnoept had.
„Kijk nu", zei hij tot Bótai, „die Pali
weet loch maar altijd de juiste snaar aan te
roeren, 't Is toch een kranige kereL Maar
wat moet ik doen als de beurt aan mij
komt?"
„,Jij bent nu aan de beurt, keredl"
Inderdaad plaatste Baptist de „laars"
voor Gébor. Deze nam hem vastberaden
aan en riep luid tegen de rumoerige groep*
„Extra linguam Hungarioam non est
lingua! IIös vértöl pirosult gyészitér sóhajtva
köszöntlek, nemzelli nagylétünk nagy leine-
töje Mohécshurrahl"
Hierop liet hij ongeveer twee liter bier
door zijn keel glijden zonder ook maar ééü-
maal te slikken. Dit gaf aan de opgewonden
heid der sLudenten nieuw voedsel en krach-
lig klopten zij Puskés op den schouder.
Bienert vroeg met overdreven ernst het
woord:
„Ik heb al veel hooren toasten in mijn
leven," zei hij, „maar zulk idrinken heb
ik nog nooit gezien-Laat de krans van Gam-
brinus brengen!"
Men nam uit de eenige aanwezige kast een
krans eikebladeren van nagemaakt zilver, en
de president plaatste dien met een korte
toespraak Puskés op het hoofd. Daarna gaf
hij hem een zachten tik cp hei achterhoofd,
zeggende:
„Ik heb u nu geslagen tot ridder in de
orde van SL Gambrinus. Kent gij de da<araan
verbonden verplichtingen?"
„Neen".
„Wij ook niet. Maar kent gij dan uw
rechten?"
„Neen".
„Dat is jammer. Uw voornaamste en on-
beslrijdba/re reoht is: het bior te mogen be
talen van iederen dorstigen ridder."
Hierop zette de voorzitter een verwon
derd gezicht 1"
H-oe nu, heer ridder? De „laars" staat al
tien seconden leegl Baptist, help mijnheer
in de uitoefening van zijn heiligste recht!"
Sepl stond, als de meeste zijner landge-
nootcn, zeer a-cuteraan 'loen onze lieve lieer
het verstand uitdeelde, en als een echte Beier
inspireerde hem slechts één ding: het bier.
Zoodra hij hiermee omging, het tapte, in
schonk, rondbracht, rook, proefde, werd hij
er als ware geheel door bezield, frisch,
monter, bijna zelfs geestig, 't Was een lust
dien grooten, plompen kerel te zien, als hij
met koortsachtige opgewondenheid rondliep
om de ,4ieilige' zaak van het bierverbruik te
dienen. Toen Bienebt zijn verwondering uitte,
kwara hij reeds met de kruik aanzetten, en
nauwelijks had de president het laatste
woord uitgesproken, of de kruik met bier
schuimde al midden op de tafel.
Puskés stond nog altijd afwachtend naar
Bienert te kijken, die hem daarom vroeg:
„Wacht gij er op, vriend, dat ik zal voort
gaan met de opsomming van uw rechten?*'
„Ja."
'ia dan maar gauw zütten. Vraagjt gij nog
meer rechten? Ei, ei, dat gaat niet aan; wij
kunnen van u wel meer bier vragen, maar
van ons kunt gij geen rechten meer vorderen."
Daarna stond 'n lange, blonde student op,
streek met het mondstuk van zijn pijp beide
kanten van ziin snor, en snraki
„Ik stel voor, dat wij dezen ridder, met het
oog op zijn prachtig talent in het bierdrin-
ken, promoveeren lot Üuitschcr honoris
causal"
Puskés liegroep niet hcclemaal de strek
king van dit voorstel, en toen hij er ten sloltj
achter kwam, was hij reeds gekozen. Siméndy
cn Bótai hielden hun buik vast van 't lachen.
Puskés spartelde op alle mogelijke manieren
tegen, maar te vergeefs. Dc studenten zongen
luid hun „Burschlicder", en in zulk algemeen
rumoer verlies* men zijn eigen wiL
„Laat jna^r, ouwe jongen, je hoeft er jc
immers niet zoo erg voor te sdhamen. Ten*
minste zijn wij het geweest, <lie ook In he*
bierdrinken hun meerderen bleken te zijn»
hoewel zijj er, als ware toe gepraedesti-
neerd zijn."
Het werd pas weer stil, toen Bótai da
derde ,4aars" liet plaatsen, en met zijn diep
liggende oogen om zidh heen kijkend, spraki
„Ik drink op de gewondheid van haar, dio
gij het meest licüicbb. God zogene uw lievcf
moeder 1"
De bierkruiken dreunden mei groot lai
waai <op dc Tafel, de „laars" ging <van
tot hand en de studenten kwamen beurte
lings naar Bótai toe en kusten hem. Bienerl
echter klopte hem op den schouder, en
vroeg:
)rJe weent, «vriend?"
Zachtjes antwoordde Bótah
„Mijn lieve moeder is al sinds lang te*
graven,"
Wordt vervolgd-