DE E EM LAN DER". Woensdag 23 Juli 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. De'Klokken die verklonken. N\ 20 I2de Jaargang. De tweede Balkan-oorlog. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post- 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-, advertenties en berichten vóór 2 uurrin te zonden. Bureau: U TRE C H TSCH EST RAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 rogelsf 0.50, Elke rogel - 0.10, Dienstaanbiedingen 25 ccnt« by vooruitbetaling. Grooto lotters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordoeligo bepalingoc tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, bij abonnnment Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt up aanvraag toegozondon. - Kennisgevingen. De Burgemeester cn Wethouders van Amersfoort. Gelet op nrtt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van hel pubhek, dat een door de firma Grceve Co., alhier, ingediend ver zoek. met bijlagen, om vergunning tot het. uitbrei den van eene kofiiebrandery, door het plaatsen van ten" gasmotor van twee P. K., ter vervanging van een gasmotor van éóa P. K., in het perceel, alhier gelegen aai de Muurhuizen n<>. 54, bij het kadaster bekend onder sectic E, no. 3885, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den 5. Augustus aanstaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raadhuize word! gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbreiden van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld m art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispruden tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig orli kei 7 der Hinderwet voor liet Gemeentebestuur of éón of meer zijner leden'zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 22. Juli 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, Dc Burgemeester, A. R. VEENSTRA, K-s VAN RANDWIJGK. De Burgemeester van Amersfoort, brengt t©r ken nis van belanghebbenden, dat in de gemeente Tuil en 't Waal een geval van miltvuur js voorgekomen- Amersfoort, den 22. Juli 1913. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJ CK. ISi-ievcit uit Auoi wegcu. 1. De geüo-egons van 11 zeereis zijn zeer twij felachtig voor hen, die door zeeziekte ge kweld woruen. liet scnoiomelcn cn wiegen, het deinen en hellen van de hooi hoeft op de rneesle passagiers n zoo lalalcn invloed, dat zij voor hot deerlijke spel van dc golven, de zeegroen, met wil-schuuncnde kuif, geen oog heboen on zeus niet in slaat zijn te genieten van de allocs wisselende en< toch altoos weer verrassende kleurenpracht van het eindeloozc watervlak. Zoo kan de zeereis van Rotterdam naar Noorwegen li l reinste genot maar ook de ellendigste kwelling zijn. De Iris*van de Bergensike Dampstubsfclskap vertrekt iedcren Woensdag om 12 uur met 'n flinke lading toeristen van Rotterdam met be stemming voor Bergen, waar zij, Vrijdagmid dag tusschen 1 en 4 uur arriveert. Maar eerst legt zij nog dicnzflfdew ochtend, zéér vroeg, zoo tusschen 1 cn 4 uur, naar weer en wind het willen, te Slav anger aan, waar steeds n groot aantal passagiers afstappen om over land via Sand en Odda, door het Bratlandslal de reis voort te zeiten. De reis, welke wij meemaakten, begon on der regenachtig, somber weer, dat echter nicl den minsten invloed scheen te hebben op de opgewekte stemming der'passagiers, meest vacantiagangers, dio reeds genoten van het vooruitzicht cenige weken lang uil dien sleur van, hun dagelijksche bezigheden 's levens last en moeiten te mogen vergeten. Van de imponeerende riviergezichten op den Nieuwen Waterweg,, waarop de Hollan der, vooral als hij zich weet in internatio naal gezelschap, toch maar wat trotsch is ©d trotseji kan zijjn, konden wij slechts weinig genieten, omdat kort na dc afvaart de lunch opgediend wordt. Aan de schotels werd alle eer bewezen; slechts enkele voorzichligen leg den zich strenge zelfbeperking op in keuze en portie der gerechlon. Na de lunch begon dc pret eerst recht; men maakte kennis en stelde voor en schoof in lustige groepjes de stoelen bijeent Wij bevon den ons in 'n zeer joligen hoek met 'n gezel schap van 7 Rotterdammers, luidruchtig, zooals 'n rechtgeaard Rotterdammer nu con- maal is, doch hartelijk en joviaal. Zij behoor den niet lot de Verstandigcn, die aan de lunch veel hadden laten voorbijgaan; integendeel, zij, schenen nog m-el verzadigd en deden zich le goed aaji alle mogelijke proviand, door de dames meegezeild. Apenootjes, chocolade, hopjes en wie weet wat al werd in korten lijd in groote hoeveelheden naar binnen geslagen. Zoo werd onJder gozelligen kout cn schels Hoek van Holland gepasseerd, maar nauwe lijks bui'ten de pieren in volle ze«c, waar 'n stevige N.-W. wind stond, haastten zicli reeds eenige dames naar dc verschansing om dc ge noten lunch aan de visschen over te dragen. Groote liilariteil bij dc Rotterdammers, die zoo lekker waren als kip en juist hnii door de apenootjes, chocolade en hopjes opge- wekten dorst met koffie en room gingen ver drijven. Andere passagiers, zich van hun culinaire zonklon bewust, liegonnen al benepen te kij ken en yLernen hun blteeke hoofden achter over in hun ligstoel, dc zakdoek in do hand en de oogen geloken. Een van de Rotterdammers, mcnsehlievetid als Rotterdammers sleeds zijn, bood die om- zitlentdctfi z'n probaat middel tegen zeeziekte aan, 10 druppeltjes uit 'o flcschje op 'n klontje suiker. Liefhebsiers cn liefhebbers genoeg! Maar ook zij, die het probate klontje inna men natuurlijk 1e laat verdwenen vroeg of spa via de verschansing naar beneden De Rotterdammers, die nog altijd zeiden zoo lekker te zijn als kip, zaten nog onver stoord met elkaér le joken, maar hun luid ruchtigheid was toch niet die van den be ginne; naluui-lijk niet van wege de opkomen de zeeziekte daarvoor waren zij immers immuun maar door... de efcanslucht, welke hen ten slotte zoozeer hinderde, dat zij hun beschut hoekje prijs gaven om op het achter dek 'n andere plaats le zooken. Hier scheen het hun echter ook ndet te bevallen, want spoedig kwam dc eerste alweer terug, erken nende, dat de etenslucht toch nog beiter te verdragen was dan de deining van het ach terschip. Toen de etensbel ging, kwamen ook de anderen terug, eoliler niet om naar de eet zaal te gaan, doch om maar rustig in hun oude hoekje ai te wachten dc dingen, die komen zouden. Twee hunner echter, dc ver- metelijksten, hadden nóg honger en wisten ook twee anderen over te halen om mede te gaan dineer en. Maar voordat zij de eetzaal bereikt hadden, had de eene al rechtsomkeert gemaakt en zuchtend en klagend haar dek- slocl weer opgezocht; en de andere kwam na het tweede gerecht, hevig met haar servet manoeuvreerend, naar dek hollen en hing in 'n ondeelbaar oogonblrk over de verschansing. Maar de heer van het probate middel, diie wij selijk niet naar do eetzaal gegaan was, was toen al van het dek vertrokken.., naar bene den, evenwel zonder eerst naar de verschan sing gcloopcn te zijn. Booze tongen beweer den don volgenden dag, dat zij 's avonds, laings z'n hut komende, verdachte keelgeluiden ge hoord hadden, maar dat moet verbeulding of kwaadsprekerij geweest zijn, want de man had immers 'n probaat middel! Van de zeer weinigen, die aan tafel wa ren, bleven slechts enkelen tot het eind. Die enkelen, die na afloop monter terug kwamen aan dek, waren de helden, do overwinnaars van de zee; en linn overwinning was volko men, toen zij ten slotte ook de niet talrijke op het dek achtergebleven passagiers, die het tol 8 of 9 uur uil hie kien, de een na den ander wankelend zagen verdwijnen. Dien nacht warén er weinigen op dc boot, die goed sliepen. Hel stampen van de mar chine en de zonderlingste keelgeluiden moe ten zelfs de helden van den vorigen dag uit den slaap gehouden hebben. Den volgenden morgen was het weer opge klaard. De koesterende zon verzilverde dc oawnetelijksle watervlakte cn lokte successie velijk alle passagiers aan dek. Zelfs de ziek- sten vertoonden zich in de middaguren en voelden zich door de verfrisschcnde zeekoelte met liet uur aansterken De opgewekte toon Leerde weder en dc stoelen der praters scho ven weer bij elkaar. In den namiddag werd het zelfs 'n gewirwar, want toen het begon te regenen, drongen allen steeds nauwer naar elkaar om beschutting to zoeken onder de ge spannen zeilen. Het diner was dien avond beter bezocht dan den vorigen dag, maar de dames vertoonden zich voor hot nieerendeel nog niet, doch lie ten zich door hun hoeren enkele der gerech ten aan dek brengen. De avond was onvergetelijk, 'n milde at mosfeer, Ti kalme zee, 'n vroolijke stemming en het wilde maar niet donker worden. Toch mocht hel geen latcrtje worden, wamt om 4 uur zou men to Slavanger zijn en dan gingen velen van boord, terwijl de achterblijvenden toch aanwezig niotesLcn zijn om den schei denden 'ai laatst vaarwel en goed© reis toe te wcnschcn. En om zich dus niet te versla pen, waren er zelfs enkelen, die besloten hec- ïemaal niet naar „die beroerde kooi" te gaan. Zij hadden geen ongelijk, want zij hebben het schoone schouwspel genoten, dat de sla pers moesten missen. Tegen drie uur doem den uit de morgennevels de eerste scheren op, door vuurtorens reeds eerder hun nabij heid verradend. Men zag aanvankelijk nog niiet veel, 'n vage omtrek in het niet vervloei end. Maar allengs werden de vormen duide lijker. Iloogere scheren toekenden zich scher per af tegen den grauwen achtergrond en te gen de donkere rotswanden kwamen de witte visschershuisjes allengs beier uit. Ook bouw landen en tuintjes liften zich langs de minder steile hellingen onderscheiden, maar uitge strekt waren zij niet, wamft öf zij stootten te gen rotsen óf het land verdween plotseling weer in zee om op korten afstand weer als 'n hieuw eiland of soms slechts als rotsgrond op te rijzen. Eindelijk kwamen dc lichten van Sta vanger in ziclil; de nevels weken of lieten zich met hot oog doordringen en wij ontwaarden de huizen van de oude Kjordslad, zoo schilder achtig gelegen, uit het water zelf opkruipend tegen de zachte heuvelglooiingen. Maar over Stavanger 'n volgende keer. Politiek Overzicht Vredes vooruitzichten. Wederom opent zich het vooruitzicht op vrede aan den Balkan. De tweede Balkan oorlog gaat zijai einde tegemoet. Bulgarije heeft toegegeven aan de edschcn, die Rumenië stelde cn met liet volle gewicht van zijn op Sofia aanrukkend leger aandrong. Toege geven is, dat de grens tusschen Rumeniö en Bulgarije voortaan zal loopen over de lijn Turtukai—Dobrics—Baltjik. En verder is Bulgarije er loc gekomen den weg te betre den van rechtstreeksche onderhandelingen met zijne door don twist over de verdceling van den buit in bittere vijanden verkeerde voormalige bondgcnoolcn. Het is daarvoor beloond met hel bevel, dat liet Rumccnschc legerbestuur heeft uitgevaardigd om den marsch naar Sofia te staken. Op dertig K.M. afstand van de hoofdstad van Bulgarije heeft het Rumeenscho leger halt gemaakt. Maar hei blijft daar staan met het geweer bij den voet. Nu komen te Nisoli dc vertegenwoordigers van IJulgarije met die van Servic, Grieken land, Montenegro cn, last not least, van Ru- menie bijeen tot het voeren vun gemeen schappelijke onderhandelingen. Die onder handelingen hebben ten doel het sluiten van een wapenstilstand, waarop dan in Sinaia de eigenlijke vredesconferentie zal volgen. Het vertrouwen, dat deze onderhandelingen zul len slagen, steunt op de onmacht, waartoe Bulgarije is gezonken, en op het overwicht, dat Rumenië kan uitoefenen op de overige Balkanstaten. Ook deze hebben belang bij liet beëindigen van een oorlog, die voor lien evenzeer rijk aan offers is geweest, en zij zullen zich wel tweemaal er op bedenken door halsstarrig vasthouden aan overdreven eisclien een oorlog te rekken, waarin Ru menië 't in zijne macht heeft, door ten gunste van Bulgarije op te komen, dc schaal weder naar de andere zijde, ten nadccle van cl? an deren, te doen overslaan. Het is een verstan dig beginsel in de politiek, dat men den vijand gouden bruggen moet bouwen. In Ser vië schijnt men dat wel in te ziendc offi- ciense pers te Belgrado liecft zich meermalen uitgelaten in een zin, die doet denken, dat men daar wel voelt voor een. billijk compro mis. Minder lot toegeven geneigd schijnt men in Griekenland le zijn. Maar wellicht zal men ook daar door den druk, dien Rumenië, door de groote mogendheden gesteund, in slaat is uit te oefenen, tot het inzicht gebracht wor den, dat men zijn eigen belang het best be vordert, door zijne eischcn binnen redelijke grenzen te beperken. Als nieuwste verrassing heeft de loop, (lien de tweede Balkanoorlog heeft genomen, ge leid tot de heropening van de kwestie van Adrianopel, die men door den eersten Bal kanoorlog als voor goed besüst beschouwde. De Vossischc Ztg. schrijft naar aanleiding daarvan „De Porie heeft den opmarsch van de Turksche troepen in Thracie doen vergezeld gaan van een rondschrijven aan de mogend heden, waarin zij onder verwerping van de in Londen vastgestelde grenslijn Enos—Midia verklaart te moeten aandringen op eene grens, die den loop van de Marilza tot aan Adrianopel volgt. De Porte gaat daarmee zelfs verder dan dc Ergenc-grcns. De nota drukt zich intusschen, wat Adrianopel be treft, eenigszins voorzichtig uit. Zij zegt niet rechtstreeks, dat zij opnieuw in het bezit van de stad Adrianopel wenscht te komenzij wil slechts, dat de door haar verlangde Ma- ritza-grens reikt tot Adrianopel. Zij maakt daarbij nog ccne beperking, want zij verbindt zich uitdrukkelijk het tóekoinstige lol van Thracie in overleg mol dc mogendheden tfl bepalen. Zoo is de Thraoische kwestie formeel we der geopend. Dc nota van dc Porte aan de mogendheden zal moeten worden beant woord. Daarover zullen de kabinetten zich eerst onder elkaar moeien verstaan. Ondanks verschillende dreigementen maakt het niet den indruk, dal een van de mogendheden een met gevaar dreigenden eigen weg zal gaan. Voordat de mogendheden zich over de zaak zullen hebben verslaan, zal de Thraci- schc kwestie ter sprake komen in dc confe- rentiën te Nisch. Daar heeft Turkije zijn pas gewonnen Grickschen vriend bepaald op zijne hand. Griekenland, dal Thracie wegens dc daar wonende Grieksche bevolking aan de Bulgaren misgunt, beschouwt den Turk- sohen opmarscih in Thracie als in zijn natio naal belang gelegen. Intusschen ligt het geenszins in de bedoe ling van de andere Balkanstaten, Bulgarije geheel van alle vruchten zijner overwinnin gen op dc Turken te bcrooven. De meeste groote mogendheden sluiten zich liicrbij aan. Daarom is het meer dan onwaarschijnlijk, dat Adrianopel voor dc Turken, ook al be zetten zij hel nu opnieuw, behouden zal blij ven. Daarentegen is het niet uitgesloten, dal Turkije uit de j'ongslc Balkan-verwarring dc Ergene-grens voor zich krijgt in plaats van de Enos—Midiagrcns." S u 1 o n i k i2 2 Juli. De lievige gevech ten, die sedert verscheidene dagen aan den gang zijn, worden geleverd aan den Griek- sohen linkervleugel op den geheclen kam van den bergketen van Malessi ten oosten van Pctsjevo. De verliezen zijn aanzienlijk aan beide zijden. Generaal Iwanow trekt zich terug. B u k a r c s t2 2 J u 1 i. Het persbureau van het ministerie van oorlog maakt een officieel bulletin bekend, berichtende dat uit de laat» sic inlichtingen blijkt, dat er aansluiting is verkregen tusschen dc legers van Rumenië en Servië. Odessa, 22 Juli. Men bericht, dat Ru- menie aan Turkije machtiging had ge vraagd om oorlogsschepen de Dardanellen te laten passccren, ten einde zich naar de Egeïsalie zee te begaven. Turkije weigerde dit. Bukarest, 22 Juli. Het antwoord, door Rumenië gegeven op de vredesvoor waarden van dc Bulgaarsche regeering, heeft den volgenden inhoud: Rumenië neemt hel Bulgaarselie aanbod aan betreffende den af stand van Turtukai, Dobries cn Baltsjik, als mede dc aanbieding van Bulgarije betreffen de dc concessicn aan dc Macedo-Rumenen. Rumenië steil de benoeming voor van mili taire gevolmachtigden, belast met het sluiten van den wapenstilstand. Dc keuze van do VICTOR RAKOSI. 10 Vit liet Jlonrjaarsch vertaaaï'd door JEJiO SEBE8TTÈ.V en J. A. KAABE Jr. VL (Ziji, die de voordeden van het Stipendium Bernliardinum" geniolen, vormen een vcr- eeniging, die den naam draagt van „Yerein deutscher und ungarischer Studenten". Hun officieel verga derlokaal is gelegen aan de Oude Gracht, op de bovenverdieping van de IMünzeTTBieriialie. ITier wachtten de Duit- sche collega's de Hongaatrsche op een feest je ter kennismaking Toen de waard in de benedenzaal aan Sopl den eerlijken Beier- sclien bediende, die boven voor de deftig heid luisterde naar den naam van Baptist, vertelde dat de nieuwe studenten weldra komen zouden, sprong een der Duitschers naar de slechte pianino en speelde den jjRdkócizi marsdhfDe studenten schaar den zich in een rij, mot brandende kaarsen in de hand, en riepen den Hongaren, hij hun binnenkomen een luid „Hurrah" toe. Beur telings gingen deze ,den kring rond en maak ten met een stevigen handdruk kennis. Siméndy en Puskas liet men plaats nemen tan weerskanten van den president, en na Ven langdurig „Salamander schuren" be gon met een krachtig gecommandeerd „ex" het drinken. Hierna zellgn zij de glazen om gekeerd op de tafel om te bewijzen, dat ,er geen droppel in wals achter gebleven. Tocd riep de president: „Baptist! Dc „laars 1" Een groote glazen, iaarsvormigc beker van ongeveer vijf liter inhoud wertd, met bier gevuld, voor hem neergezet. „Dit moet gij betalen, vriend", flui sterde Bienert Siméndy dn het .oor, maar ik zal met drinken beginnen." Hierbij gaf hij aan de twee jongste stu denten een teeken die daarop de ,4aars" voor den president omhoog lichtten. Deze sprak aldus: „Ons scheiden de taal, de natie en de groote afstand, maar (de gemeenschappelijke godsdienst verbindt ons aan elkaar. Moge steeds onder ons de broederlijke liefde wo nen en bloeienI Hongaarsche vrienden, hurrah!" „Hurrahl" „Schenk in!" Hiierop brachten dc beide „Füchse" de „laars" naar den mond ,van den president, en goten zoolang het bier naar binnen, tot hij met een afwijzend (gebaar „hall" com mandeerde. Toen greep Siméndy den ongewoneD beker, zeggende: „Vreemd kwamen wij in dit land, vreemd en neerslachtig. Alles wat ons dierbaar was, hebben wij achtergelaten, maar van daag voor het eerst klopt ons hart weer ver heugd, verkwikt doordat wij ons hier, om ringd door uw aller vriendschap, getheeJ thuis gevoelen. Duitsdie broeders, hurrahl" Luide toejuichingen volgden op deze geestdriftige woorden. Allen snelden naar Siméndy toe, omarmden etn kusten hem: Puskés alleen bleef zitten alsof hij zijD laalste oortje versnoept had. „Kijk nu", zei hij tot Bótai, „die Pali weet loch maar altijd de juiste snaar aan te roeren, 't Is toch een kranige kereL Maar wat moet ik doen als de beurt aan mij komt?" „,Jij bent nu aan de beurt, keredl" Inderdaad plaatste Baptist de „laars" voor Gébor. Deze nam hem vastberaden aan en riep luid tegen de rumoerige groep* „Extra linguam Hungarioam non est lingua! IIös vértöl pirosult gyészitér sóhajtva köszöntlek, nemzelli nagylétünk nagy leine- töje Mohécshurrahl" Hierop liet hij ongeveer twee liter bier door zijn keel glijden zonder ook maar ééü- maal te slikken. Dit gaf aan de opgewonden heid der sLudenten nieuw voedsel en krach- lig klopten zij Puskés op den schouder. Bienert vroeg met overdreven ernst het woord: „Ik heb al veel hooren toasten in mijn leven," zei hij, „maar zulk idrinken heb ik nog nooit gezien-Laat de krans van Gam- brinus brengen!" Men nam uit de eenige aanwezige kast een krans eikebladeren van nagemaakt zilver, en de president plaatste dien met een korte toespraak Puskés op het hoofd. Daarna gaf hij hem een zachten tik cp hei achterhoofd, zeggende: „Ik heb u nu geslagen tot ridder in de orde van SL Gambrinus. Kent gij de da<araan verbonden verplichtingen?" „Neen". „Wij ook niet. Maar kent gij dan uw rechten?" „Neen". „Dat is jammer. Uw voornaamste en on- beslrijdba/re reoht is: het bior te mogen be talen van iederen dorstigen ridder." Hierop zette de voorzitter een verwon derd gezicht 1" H-oe nu, heer ridder? De „laars" staat al tien seconden leegl Baptist, help mijnheer in de uitoefening van zijn heiligste recht!" Sepl stond, als de meeste zijner landge- nootcn, zeer a-cuteraan 'loen onze lieve lieer het verstand uitdeelde, en als een echte Beier inspireerde hem slechts één ding: het bier. Zoodra hij hiermee omging, het tapte, in schonk, rondbracht, rook, proefde, werd hij er als ware geheel door bezield, frisch, monter, bijna zelfs geestig, 't Was een lust dien grooten, plompen kerel te zien, als hij met koortsachtige opgewondenheid rondliep om de ,4ieilige' zaak van het bierverbruik te dienen. Toen Bienebt zijn verwondering uitte, kwara hij reeds met de kruik aanzetten, en nauwelijks had de president het laatste woord uitgesproken, of de kruik met bier schuimde al midden op de tafel. Puskés stond nog altijd afwachtend naar Bienert te kijken, die hem daarom vroeg: „Wacht gij er op, vriend, dat ik zal voort gaan met de opsomming van uw rechten?*' „Ja." 'ia dan maar gauw zütten. Vraagjt gij nog meer rechten? Ei, ei, dat gaat niet aan; wij kunnen van u wel meer bier vragen, maar van ons kunt gij geen rechten meer vorderen." Daarna stond 'n lange, blonde student op, streek met het mondstuk van zijn pijp beide kanten van ziin snor, en snraki „Ik stel voor, dat wij dezen ridder, met het oog op zijn prachtig talent in het bierdrin- ken, promoveeren lot Üuitschcr honoris causal" Puskés liegroep niet hcclemaal de strek king van dit voorstel, en toen hij er ten sloltj achter kwam, was hij reeds gekozen. Siméndy cn Bótai hielden hun buik vast van 't lachen. Puskés spartelde op alle mogelijke manieren tegen, maar te vergeefs. Dc studenten zongen luid hun „Burschlicder", en in zulk algemeen rumoer verlies* men zijn eigen wiL „Laat jna^r, ouwe jongen, je hoeft er jc immers niet zoo erg voor te sdhamen. Ten* minste zijn wij het geweest, <lie ook In he* bierdrinken hun meerderen bleken te zijn» hoewel zijj er, als ware toe gepraedesti- neerd zijn." Het werd pas weer stil, toen Bótai da derde ,4aars" liet plaatsen, en met zijn diep liggende oogen om zidh heen kijkend, spraki „Ik drink op de gewondheid van haar, dio gij het meest licüicbb. God zogene uw lievcf moeder 1" De bierkruiken dreunden mei groot lai waai <op dc Tafel, de „laars" ging <van tot hand en de studenten kwamen beurte lings naar Bótai toe en kusten hem. Bienerl echter klopte hem op den schouder, en vroeg: )rJe weent, «vriend?" Zachtjes antwoordde Bótah „Mijn lieve moeder is al sinds lang te* graven," Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1