fpl 1
fed
tfll
M
r:rs
l\
DE EEMLANDER".
N°» 37
I2,,e Jaargang
ill 1*
\y V I
- B II
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF 8* Co
zufmd had, B. en W. hierop voor de inschrij
ving attent te maken. Dan had zijn bcgroo-
ting vanzelf verhoogd moeten worden. Mijn
eigen ondervinding heeft mij dat ook geleerd.
Verleden jaar heb ik een begrooting opge
maakt voor een werk, dat pas dit jaar is uit
gevoerd. Ik ben toen wijzer geweest en heb
er een bedrag bovenop gelegd. Het speet den
heer Beltman, dat hij dat ook niet gedaan
had, want ik had er hem nog wel op attent ge
maakt
Ik ben overtuigd, dat de minste inschrij
ving overeenkomt met de begrooting. Ik heb
de berekening gezien en specifiek nagegaan,
en ik heb gezien dat de minste inschrijver
berekent een winst (dat is geen geheim meer
en hij heeft zelf gevraagd of ik het ter tafel
wil brengen), van f 800. Verder is alles zuiver
gerekend.
De Voorzitter. Vraagt thans nog een
van de heeren het woord na deze deskundi
ge toelichting, die de taak van B. en W. zoo
verlicht? Dan breng ik dus in stemming het:
(21°) Voorstel van B. en W. om het
ere diet voor de verbouwing van kantoor-
en magazijnlocaliteiten aan de gasfabriek
te verhoogtn met een ronde som van
f2200.
Goedgekeurd zonder hoofdelijke
stemming.
De Voorzitter. Dan stellen B. en W.
voor, alsnog het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Amersfoort:
gehoord het mondelinge voorstel van Bur
gemeester en Wethouders;
Besluit:
(22°) van mr. A. van Traa te Amersfoort om
niet over te nemen een strook grond, behoo-
rende tot het perceel Utreclitscheweg, kada
straal bekend gemeente Amersfoort, sectie C
no. 1868, zooals op de hierbij behoorende tee-
kening, met roode arceering is aangegeven,
met dien verstande, dat de kosten van over
dracht komen voor rekening der Gemeente.
Goedgekeurd z. h. o.
Rondvraag; 11 -
Vraag van den heer Van der Wal naar
aanleiding van een ingezonden stuk in de
Amersfoortsche Courant, inzake Commissie
van Toezicht Lager Onderwijs.
De heer Van der Wal. Mijnheer de
Voorzitter! Naar aanleiding der in de vorige
vergadering gedane mededcelingen heeft een
schrijven gestaan in de Amersfoortsche Cou
rant, omtrent de ter visie legging van de ad
viezen van de Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs.
Ik zou gaarne weten, ten eerste, welk stand
punt het Dagelijksch Bestuur daaromtrent in
neemt of behoort in te nemen.
Ten tweede: of de Wethouder van Onder
wijs nog nooit de vergadering dier Commis
sie heeft bijgewoond, en zoo ja, of dit met
een goeden regel en orde is overeen te bren
gen.
De Wethouder Rij kens. Mijnheer de
Voorzitter, ik begrijp, dat de geachte inter-
pellant deze vragen stelt, naar aanleiding van
een ingezonden stuk in de courant door den
Voorzitter van de Commissie van Toezicht.
Ik wil hem, en de overige Raadsleden, na
tuurlijk gaarne inüchtingen verstrekken,
maar hoop toch niet, dat de heeren dit zul
len beschouwen als een antwoord op dat stuk.
B. en W. hebben werkelijk wel ernstiger be
zigheden, dan in te gaan op allerlei ingezon
den stukken in de courant. De vraag, in hoe
verre het van goeden smaak getuigt, dat de
Voorzitter van de Commissie van Toezicht,
voor wien de weg open staat van een nota
tot den Raad, meent beschuldigingen aan het
adres van B. en W. te moeten doen in de
Courant, is gelukkig niet gesteld en behoeft
hier dus niet te worden beanwoord.
Wat de eerste vraag van den heer Van der
Wal betreft, de werking van de Commissie
van Toezicht is duidelijk omschreven in artL
96 en 97 van de Lager-Onderwijs-wet Ik hoop
dat de heeren cenig geduld zullen hebben,
dan zal ik het voorlezen.
Art. 96: „Voor leden van het College van
B. en W., voor de voorzitters en leden der
plaatselijke commissiën van toezicht, voor de
arrondissements-schoolop zieners, voor de
districts-schoolopzicners en voor de in
specteurs, ieder binnen de grenzen van zijn
ambts-gebied, moeten alle scholen, waar la
ger onderwijs wordt gegeven, zoo openbare
als bijzondere, steeds toegankelijk zijn en op
hunne aanvrage onverwijld worden geopend.
De hoofden dier scholen en de overige on
derwijzers zijn gehouden aan hen, of aan On
zen Minister, met de uitvoering dezer wet be
last, de verlangde inlichting omtrent de school
en het onderwijs te geven. Zij zijn hiertoe ver
plicht in eiken vorm, waarin die inlichtingen
gevraagd worden, hetzij schriftelijk, hetzij
mondeling, en zoowel bij gelegenheid van het
schoolbezoek, als op andere tijdstippen". Dat
zijn de rechten.
De verplichtingen zijn deze: „De plaatselij
ke commissiën houden een nauwkeurig toe
zicht op alle scholen in de Gemeente, waar
lager onderwijs gegeven wordt, bezoeken die
ten minste twee malen 's jaars, hetzij geza
menlijk, hetzij door commissiën uit haar mid
den, zorgen dat de verordeningen op het lager
onderwijs stipt nageleefd worden; houden
aanleekcning van het onderwijzend personeel,
van het getal leerlingen en van den staat van
het onderwijs; doen jaarlijks voor 1° Maart
aan den Gemeenteraad een beredeneerd ver
slag van den toestand van het onderwijs in
de Gemeente en zenden daarvan afschrift aan
den arrondissements-schoolopziener; deelen
aan dezen de belangrijke veranderingen me
de, die het schoolwezen heeft ondergaan; ge
ven hem, den districts-schoolopzicner cn den
provincialen inspecteur alle inlichtingen die
deze verlangen; verleenen den onderwijzers,
die hare voorlichting, hulp of medewerking
vragen, bijstand en beijveren zich den bloei
van het onderwijs naar vermogen te beharti
gen".
Zooals men ziet, een ruime werkkring.
Maar nergens staat met een woord aangege
ven dat de Commissie van Toezicht is een
Commissie van advies. De Commissie behoeft
geen advies te geven, noch aan B. en W., noch
aan den Raad. Als zij dat doet, doet zij het
geheel vrijwillig, even als het B. en W. en den
Raad volkomen vrij staat de adviezen al of
niet in te winnen.
B. en W. van deze Gemeente winnen ge
woonlijk in belangrijke zaken het advies van
de schoolcommissie in, omdat zij prijs stellen
op de meening van dat College. Zij deelen ook
gewoonlijk mee de co'nclusie van het advies,
maar dat sluit niet in zkh, dat B. en W. ver
plicht zouden zijn, het geheel over te leggen
aan den Raad. Als men dezen eisch stelt, is
dat in ieder geval niet gegrond op de wet
Dit wat de eerste vraag betreft
Wat de tweede vraag betreft moet ik, als
de geachte interpellani twee woordjes uit
zonderen, nJ. „nog nooit", een bevesti
gend antwoord geven. Den eersten keer, na
mijn optreden als Wethouder, dat er verga
dering was, ben ik er heengegaan. Ik heb
toen den Voorzitter van de Commissie van
Toezicht verzocht, aan de dames en heeren
(want de vergadering kon niet doorgaan om
dat er geen leden waren), mede te deelen,
dat ik meende voortaan die vergaderingen
niet meer te moeten bezoeken, omdat het mijn
overtuiging was, dat mijn positie daar valsch
was. B. en W. hebben, zooals ik straks zei,
zonder dat zij daartoe verplicht zijn, veelal
advies ingewonnen van de Commissie van
Toezicht, tot hun eigen voorlichting. Is
nu de Wethouder van Onderwijs een
krachtige figuur, en hij komt in een
vergadering, dan zal hij onwillekeurig zijn
meening opdringen aan de Commissie van
toezicht, en krijgt liij in het College dos als
het ware zijn eigen advies terug. Is hij daar
entegen een zwakkere figuur, dan zal hij zich
in de commissie misschien laten verleiden tot
het doen van beloflen, die hij in het College
van B. enW., als hij daar tot andere inzichten
komt, misschien weer moet herroepen. Di
dan krijgt hij den naam van een draaier te
zijn. In elk geval, het College van B. en W. is
het meest gediend van onbeïnvloede advie
zen. Ik heb toen ook terstond mijn houding
medegedeeld in het College van B. on W. Nu
wordt het door den Voorzitter van de Com
missie van Toezicht, die dus op de hoogte
was dat het bij mij een beginsel-kwestie was,
dat ik niet in de vergaderingen verscheen, 1
met een paar zinnen in de courant maar neer
gesmeten, alsof de Wethouder van Onderwijs
de zaken mei grootc nalatigheid zou behande
len.
Dit bedrijf, Mijnheer de Voorzitter, wcnsch
ik niet tc kwalificeeren.
Dc heer Gerritsen. Mijnheer de Voor
zitter! Ik wcnsch een kleine toelichting te ge
ven op de houding van den Wethouder van
Onderwijs, en daarom een oude geschiedenis
nog even uit dc doos te halen. Er zijn nog
meer leden aanwezig van de oude Commis
sie van Toezicht. Ik heb ook dc eer gehad ve
le jaren....*
De Voorzitter. Gaat dit wel over rde
verantwoordelijkheid van B. en W. of het op
treden van B. en W. tegenover de school
commissie?
De heer Gerritsen. Mijnheer de Voor
zitter! Ik wensch even te spreken over de
verantwoordelijkheid van B. en W., en even te
zeggen, dat ik mij volkomen kan vereenigen
met wat de Wethouder heeft gezegd. Deze
ondervinding heb ik gedurende mijn lidmaat
schap van de Commissie opgedaan, dat het
niet goed is, dat de Wethouder van Onderwijs
deel uitmaakt van de Commissie. Er zijn
daaruit de grootste onaangenaamheden in de
Commissie voortgekomen, dat met den Wet
houder van Onderwijs voorstellen werden
behandeld, en wanneer zij uit dc vergadering
van B. en W. kwamen, stond er precies het
tegendeel in van wat de Commissie wensclite.
Daarover is toen door de leden geklaagd, cn
ik ben overtuigd dat de heeren Veis Heijn en
Jorissen dit zullen erkennen.
Als ik nog verder even het woord mag heb
ben, dan wil ik met een enkel woord spreken
omtrent hetgeen ik in de vorige vergadering
heb gezegd, omdat het zaak is dat wij zuive
ren wijn schenken, over de kwestie van de
scholen A. en B. Wat ik heb gezegd, en hier
opgenomen is, wensch ik even toe te lichten.
De Voorzitter. Kan de Raad goedvin
den, dat de heer Gerritsen hierover aanstonds
het woord krijgt? Zoo ja, dan willen wij eerst
de onderhavige zaak afhandelen.
De heer Veis H e ij n. Mijnheer de Voorzit
ter! Ik wil mijn dank uitspreken, dat de heer
Van der Wal deze vraag hier gesteld heeft.
Thans is mij als lid van de Commissie van
Toezicht duidelijk geworden de reden waar
om de Wethouder van Onderwijs deze verga
ringen niet bijwoont. Ik herinner mij wel een
moment in de commissie, dat het wenschelijk
werd geacht de nadere toelichting te hebben
van een autoriteit als de Wethouder van On
derwijs, en toen is door mij aan den Voorzit
ter van de vergadering de vraag gesteld: wat
is de reden, dat de Wethouder van Onderwijs
in afwijking van vroeger de vergadering»
nooit bijwoont? Toen is daarop geen ant
woord ingekomen, want de Voorzitter wist
het niet Ik wensch hier uit te spreken, dat
het in de vergadering niet bekend was.
Vandaar, dat ik mij verheug, dat de Wet
houder thans zijn standpunt zoo gemotiveerd
heeft, dat ik voor mijn persoon er vrede mee
kan hebben.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regelsf 0.50»
Elko rogol moerO.IO
Dionstaanbiodingon 25 cents bfj vooruitbotaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handol on bodrijt bestaan zoor voordoeligo bepalingen
tot het herhaald advortooron in dit Blad, bij abonnement
Eonc cireulairo, bovattondo do voorwaarden, wordt oj
aanvraag toegezonden.
gendheden een
moeten zij de
vaarden.
gedelegeerden
v heden een uit-
dc gasten zijn
ilandsclic zaken
e stad Bukarcst
gedelegeerden
m nog eens bij-
citen tc vervul-
ertrekken. De
laar Sinaia.
-rvische gezant
erkentelijkheid
ui! god ruit t voor
un, dien Erank-
aan Servië te
tlkankrisis.
•rescu heeft van
geluk wcnschiug
mi van den vrc-
•rraad heeft liet
wvlie.
ilisatic is heden
i zich reeds op
rizoenen in vre-
al hel gros van
van Balkislepe
emadal, op zijn
ichtcn in brand
2r een dagorder
i aan dc ovcr-
n dc:i loop van
welke eindigde
g van de Bul-
wordt aldus
het oogenblik
aar uwe haard-
sel op ons neer.
ij bepaalde vcr-
Zij wilden ons
is met het bloed
n. Vcronlwaar-
litdglieid kon dc
■l besluiten zich
gen. Geen enkel
chiks on zonder
Tsjrid-a, Bibra,
idere Macedoni-
>broeders leven,
genooien uilgc-
anks den moeie-
met succes he
te reeks onvoor-
en onze krach*
alle kanten in
vij genoodzaakt
onderteekenen,
staat was tegen
cvaar te loopen,
Uitgeput maar
onze roemrijke
roemvolle da-
a van uwe held-
eschouw ik liet
mens Bulgarije,
kbauj'heid uil te
e mooite, al liet
ronde een reu-
zonslrijd. De geschiedenis en het nageslacht
zullen oordoelen <ui waardceron. Zij zullen io
gulden lettoren 'boekstaven hoezeer gij v
verdienstelijk hebt gemaakt jegens het va
derland. Verhaalt aan uwe kimdemi en klein-
kandoren dc dapperheid van dc Bulgaarschf
soldaten. Bereidt hen er op voor, dal /ij een
maal hot roemrijke werk zullen moeten vol-
hooien, dat gij begonnen zijl.
De koning besluit met afscheid tc nemen
van zijne roemrijke soldatou, zijne waarde
medewerkers.
Bij do grensbepaling tussclion Bulgarije e*
Griekenland is aan de Grieken Kawalla ter»
d«v_l gevallen. Daarentegen is aan Bulgarije
dc haven van L:.gos toegekend. Daarover
wordt uit Bukarcst aan-de Neuc Eroie Prcsso
bericht:
Dc haven is zeer gunstig cn overtreft zeer
ver die van Kawalla, omdat zij e n vlak kust
land heeft. Inlussohcn is dc slnvk rondom
Lagos een gevaarlijk kuorlsgèbied; de moe
rassen moolXMi daar oerst worden drooggc-
Logd. liet tabak land bij Lagos is hot beste aar
de gehccle kust on heeft hi -r en daar rent
waarde van 2ü,U0U f nines per IIA., terwijl hel
land hij Kawalla slechts 12,00ü A 11,000 frs
per IIA. kost.
Petersburg, 11 Aug. De Nowoj*
Wrcmja schrijft: Ilel bericht, dat Rusland
nooit den steun van Frankrijk in dc ICavalla-
kwestie zou hebben gevraagd, maakt cone
opheldering dringend noodig, want men is in
Rusland gevoelig over alld kwesliën, die het
bondgenootschap raken, Men was tot lieden
in Rusland overtuigd, dat lu*t échec van Rus
land Viam Fjnankrijjk fle wijlen \vr«ts. Heden
echter wordt dat tegengesproken. Waar is
nu dc waarheid? Wij dringen In nanin van
Rusland er op aan, dat minister Sazonow zich
daarover zal verklaren. Anders zullen wij het
er voo r moeten houdendat liet échec
van Rusland in de Kavalla-kwestic een
voudig het gevolg is van cenc misdadige na
latigheid van de Russische diplomatieke
ambtenaren.
W cenc n, 11 Aug. Gewagende van het
verschil, dat thans bestaat in dc standpunten
van Duilschland cn Oostenrijk in dc vredes-
kwestic, verzekeren wel ingelichte kringen,
dat er \olstrekt geen gevaar bestaat, dat die
verschillen afbreuk zullen doen aan het Oos-
tcnrijkscJi-Duitscbe bondgenootschap, welks
basis onwrikbaar is. Oostenrijk volgl in het
tegenwoordigc geval een politieke gedrags
lijn, overeenkomende met zijne eigen be
langen, die voor de Ralkanlanden een ste-
vigen toestand eiscJien met een blijvende»
vrede. De monarchie verheugt zich er in, te
dlLen nanzien zich tc bevinden in gelijkheid
van inzicht niet Rusland. Men weel in Wce-
nen, dat de Oostenrijksch-Russ; chc toenade
ring in Berlijn zeer gunslig wordt bekeken
als een nieuwe waarborg voor de handha
ving van den algcincenen vrede-
Konstantino pel, 11 Aug. De officï-
cele tekst van hel antwoord der regeering
op <lc vertoog u der ambassadeurs is aldus:
In antwoord op de verklaring, die Uwe
Excellentie mij wel hoeft willen doen uit
naam 'van uwe regooring, haast ik mij u mede
l>e deelen, daL de keizerlijke regeering slee'is
er naar heeft gestrevfd zich te godragen naar
de door hot verdrag van London gestelde be-
hot bosch? Wie
spreken tot den
den woedenden
•.tulmige zee, uil
dc-n storm ge-
t INelly zich t(
3eg ligt zij daar
:n wel roept de
echtelijk duister
i moet!
•ij zich, als ging
eekt ze in haar
a?ar borst hcilii
kaarsvlamverbrand viel hel met 'n dof
likje levenloos op don grooid. Buiten in de
hoornen tjilpten de vogeltjes in hun droom;
ergens heel in de verte, loeide de stoomfluit
van een- zeeboot.
Maar door al die stemmen van den nacht
heen hoorde Nelly voortdurend den mono-
tonen riemslag van roeiers.
Den volgenden namiddag was de lieele be
volking van Leliënland aan de haven bijeen
gekomen, de aankomst afwachtend van de
vissoheraboof der Pieterscns. Er was geen
mist, maai- loodgrauwe wolken bedekten
den hemel, die in liet noorden blauw-geel ge
kleurd was.
vastklemmend anii"(TelT hals"van "haar zóoiT
Geen geluid liet zij hooien, maar het schok
ken van haar lichaam bewees, dat zij liarl*
stochtclijk weende.
Toen gingen do ongelukkigen naai- huis om
hun rouwkleeren aan te trekken.
Niet lang daarna verscheen het scheepje,
gedragen op de ruggen der golven, en Nelly,
het bevende lichaam geleund tegen een boom,
hield er haar starenden blik op gevestigd.
Do oude mannen aan den wal ontblootten
zich het hoofd en met gevouwen handen ba
den dc vrouwen in stilte.
Op het scheepje kon men reeds de zwarte
kisL zien staan; ook onderscheidden som
migen al don grijzen Pielersen. naast dc
ToerTEet "volkomcnCUrerer —geworenm- was,
bracht hij Nclly naar haar kamertje, en na
dat hij haar goeden nacht gekust en zorg
vuldig toegedekt had, zocht hij zijn eigen
legerstede op.
Het meisje ging overeind in haar bed zit
ten, en luisterdeKletterend begon de re
gen iiecr te vallen, hevig schud-de de wind
de boomen heen en weer en deed de woning
In al haar voegen la-aken.
Nelly slootte het venster open en luisterde.
Door den strijd der elementen heen was
hel haar als hoorde zij scherpe kreten. Wel
licht het schel gekrijsch dor boven de on
stuimige zee heen on weer schietende storm
vogels? Of het geweeklaag dor door den re-
de la-ge vcnslcr-
ad staan. Bij hel
aciitlainp, werpt
kamer cn keert
boezem 'n brief
hem in den bij
na, als kreeg zij
ielt zij voor den
intnqjcr vmr~iraza s slaapkamer en
kust dien herhaalde malen, 't Volgende
oogenblik echter klimt zij reeds het raam
uit en snelt door de achterdeur van den tuin
naar de haven.
De regen heeft opgehouden; de wolken
scheuren zich vaneen.
Zij struikelt over steenen, valt over boom
wortels, springt weer overeind en snelt ver
der, altijd verder. Bij de boot staal zo stil De
zwairte rouwvlag aan de mast wappert, als
wuift ze haar een welkomstgroet toe....
En Nelly, hel lieve, van kindsbeen af met de
teederste zorgen omringde meisje, stapt in het
koude water en klautert in de boot.
Voortdurend trachten de golven hel vaar-
tuigje mee te sleuren,, maar liet touw houdt
het stevig terug, alsof de aarde het niet
wilde laten gaan.
Weg, weg van u voor altoos, ellendige plaat!
van lijden cn van smart
Nelly neemt ha-ar zakmesje en begint,
waanzinnig van opwiiwliing, het touw door
tc kerven... 'Daar ziet ze 'n bijl liggen, cn
vol ongeduld grijpt ze dien Eindelijk! Ecu
reusachtige golf heft het bootje op, het touw
knajit afen mei é&n forsche nik is de
boot in de wilde zee, in dc duisternis, in deu
nevel
De arme Nelly wordt mcegc-voeixl door liet
vaartuig van den dood... Hel woest gebulder
van dc zee cn 'l geweeklaag der krijgsdhendo
stormvogels begeleiden haar.
XV.
SimAndy was gewoon 's morgens vroeg op
te staan; dan stak hij de lamp aan en zette
zidh aan de studie. Sinds weken namelijk
was hij hard aan 't werk voor hel examen in
de Hollandsclie taal, dat hij weldra zou moe
ten afleggen. De Itongaarsche en Duiische
studenten wedijverden met elkander op elk
gebied. In het bierdrinken hadden de Duit-
schers altijd overwonnen, nu echter volgde
het examen en dat zou de beslissing geven.
Van de Diuitschers bereidden er zich. vijf voo
van do Hongaren, alleen Simandy, want GA-
bor PuokAs, hoe verlangend ook steeds naar
den triomf van zijn, edgen -natie, tirok zich
voor dezen strijd toch wat lea- zijde, daar
zijn kennis van het -Ilollandsch maar juist
voldoende was, om de juffrouw in den na-
burigen sigarenwinkel een paar vroolijke
oogenblikken te bezorgen.
Wordt vervolgd'