E EM LAN DER".
jDinsdag 19 Augustus 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Klokken die verklonken.
I2de Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort v. f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Per woek (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant versohynt dagelyks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.(50.
Elke regol moor0.10.
Dionstaanbiodingon 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeor voordooligo bopalingon
tot hot herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnouient.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdt op
aanvraag toegezonden.
N°. 4Ü
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. „D E
Brieven uit Noorwegen.
VI.
Een yan de schoonste dalon in Noorwegen
is het Flaamsdal, tusschen Flaam aan de
Zuidpunt van de Aurlandfjord, zijarm van de
Sognfjord, cn Myrdal, slation aan de spoor
lijn Bergcii-Ghrisliania.
De rit of wandeling door hel Flaamsdal is
één verrukking. Het dal is dieper cn afwis
selender dan hel Nerodal, maar minder wild
cn overweldigend. Telkens vernauwt zich de
vallei tot een nauwe bergkloof, waardoor de
weg nu eens aan den rechter oever, vlak
langs den bulderenden en spallonden berg
stroom, dan weer aan den overkant hoog bo
ven het bruisende water zich 'o doortocht
baant, uitgehouwen in de rotswanden, soms
onder overhellende steengevaarten, 'n enkele
keer zelfs in 120 M. lange tunnel door den
berg heen. En ontelbaar zijn de watervallen
en snelle beekjes, die aan weerszijden van
de hooge sneeuwplateaux naar beneden stor
ten, totdat loodrechte rotsen verder binnen
dringen in hel land <lcr bergreuzen schijnen
te beletten; de honderden meters hooge rots
muur, rechts en links omlijst door een bree-
dc, donderende waterval gelijkt 'n onover
komelijke versperring.
Maar de weg klimt in 16 zeer steile wen
dingen tegen den ongenaakbaren berg op en
biedt op den bovensten ommegang, die als om
den triomf te vieren van het eone. uiteinde
van den rotsmuur tot het andere loopt, van
den linkschen waterval lot den rcchlschen,
het heerlijkst© uitzicht in het romantische
Flaamsdal.
Halverwege deze laatste trans splitst de
weg zich in tweccn, rechts gaat men nog hoo-
ger naar het slation Myrdal, links naar het
vrijwel op gelijke hoogte 817 M. gelegen
hotel Yatnahalsen, iels van <len rotswand
terug en daardoor minder effectvol dan hef,
trouwens 500 M. lager liggende hotel Stal-
lieiin. Wij zijn hier te midden van de groot-
sclie natuur van het hooggebergte; het pla
teau waarop het hotel gebouwd is, schijnt 'n
schiereiland door diepe afgronden geschei
den van de nog veel hoogere bergen in het
rond; met sneeuw bedekt zijn hun toppen,
maar het is niet de eeuwige sneeuw, al gaat
er menige zomer voorbij, dat deze sneeuw
nooit geheel verdwijnt. Hier hebben wij de
mooiste voorbeelden van de Zebra-sneeuw,
het zijn geen uitgestrekte sneeuwvelden, geen
witte bergen, zoover hel oog reikt, doch elkaar
afwisselend breede sneeuwstrepen cn don
kere rotswanden, waartegen geen sneeuw
liggen blijft.
Eenige minuien loopens achter het hotel
'n groot Bergmeer, welles watermassa ziedend
en dreunend door 'n nauwe spleet 'n weg
zoekt naar het dal in de verre diepte; het
is de onvergelijkelijk schoone, overweldigen
de Kjósefos, die dichte rookwolken opjaagt,
welke beschenen door de morgenzon, de tec-
derste kleuren van.den regenboog aannemen.
'n Hollander, dien wij hier ontmoetten,
ried ons aan een uitstapje te doen naar Hal-
lingskeidt; wij hebben zijn raad gevolgd en
het heeft ons niet berouwd. Wij gingen per
spoor naar Hallingskeidt, op één na het
hoogst gelegen station aan deze lijn (110 M.,
Finse het hoogste station ligt op 1220 M.).
Uitzicht geniet men tusschen Myrdal en
Hallingskeidt weinig, even voorbij het sla
tion 'n korten blik op het Flaamsdal, diep
heneden ons, maar verder gaat het bijna on
afgebroken door zwarte tunnels en houten
snceuwkceringen, en slechts nu en dan ver
toont zich, enkele seconden, het steeds een
zamer cn witter wordend berglandschap aan
ons begeerig oog.
Bij aankomst tc Hallingskeidt krijgt men
het gevoel in 'n doodenrijk te zijn; bij het
slation twee huisjes en verder niets dan
troostcloozc verlatenheid. Het oog ontwaart
slechts sneeuw en rots, meer sneeuw dan
rots en soms tegen de rotsen aan 'n schuin
grasveldje, dat echter altijd onbegaanbaar is
en dias nog van dc pas gesmolten sneeuw.
'n Vrij goede weg voert langs een door het
sneeuwwater gevoede en zich van tijd tot tijd
tot 'n meertje verhreedendc bergstroom.
Tegen de Noordelijke berghelling want de
bergen worden nog aldoor hoogcr, de Vosse-
havl haalt de 2000 M. ziet men plotseling
de spoorbaan uit den rotswand tc voorschijn
komen, om heel even langs den rand tc loo-
pen cn dan weer achter 'n sneeuwkeering in
den berg terug te wijken, vluchtend uil zoo
doodsch landschap.
'n Zomerhui, waaromheen koeien en geiten
het schaarsclie gras afscheren, toenemende
plantengroei, kleinere sneeuwvelden kondi
gen aan, dat wij langzamerhand in de leven
de natuur tenigkeeren. Maar onherbergzaam
blijft de streek nog.
Op deze gansche wandeling van ongeveer
4 A 5 uur hebben wij niet één toerist gezien;
wij waren dc eenige die in Hallingskeidt uit
den trein slapten en eerst weer diclit bij
Yatnahalsen ontmoetten wij eenige kuierende
gasten. Toch was hel een der mooiste wan
delingen. welke wij deden; de weg leidt langs
watervallen, schooner en majestueuser dan
menige andere, waarvoor de toeristen zich
op bevel van Baedeker staan te vergapen, en
door 'n bergkloof, Wilder en indrukwekkend
der dan dc meeste welke wij zagen, en van
het begin tot het eind door ongerepte natuur.
Maar deze toer staat niet in Baedeker; is dus
niet en vogue, men behoeft zc niet te doen
om aan kennissen te kunnen zeggen, dat men
er ook geweest is en dusontmoet men
niemand op deze wandeling! maar misschien
is deze er le schooner om, want hoe vaak
wordt niet 'n schouwspel bedorven en 'n
stemming verstoord door de aanwezigheid
van die luxe-toeristen en mode-reizigers, die
men altijd juist daar aantreft, waar men ze
het liefst niet zag.
Yan Yatnahalsen keerden wij terug naar
Flaam en ook deze tweede maal maakte het
Flaamsdal den zelfden diepen indruk als de
eerste keer. Toeristen, die 'n voetreis door
Noorwegen ondernemen, verzuimen zelden
ook het Flaamsdal in hun program op te ne
men; wij zouden hen echter aanraden,.voor
al tc zorgen dat zij de wandeling hij Yatna
halsen beginnen, zij hebben dan 'n voortdu
rend dalenden weg, terwijl het bijna onafge
broken stijgen in omgekeerde richting met
als slot de steile klimpartij bij Myrdal zeer
afmattend moet zijn.
Dagelijks vaart er 'n boot van Flaam naar
Balholm, eerst door de wondcrschoone Aur-
landsfjord en daarna de breedcre Sognefjord,
de derde groote fjord van het Zuiden af ge
rekend. De Sogneljord behoeft in z'n schoon
ste gedeelten voor de Hardangerfjord niet
onder te doen cn tusschen Flaam en Balholm
ziet men hem wel op z'n allerschoonst. Tot
overmatc van geluk troffen wij het prachtig
ste zomerweer, zoodat deze buottoclit meer
dan genotvol was.
Ilel is 'ii druk traject; vooral wanneer dc
Duitsche Keizer in Balholm is, zijn alle boo
ten in die richting overvol.
In Balholm werd bijna dc gchccle lading
passagiers gelost en slechts enkelen bleven
met ons aan boord om de tocht voort te zetten
tot Fjarland, aan dc Noordpunt van de ver
rukkelijk schoone Fjarlandfjord. Deze fjord
is, goed beschouwd, conigszins eentonig, om
dat de bergwanden aan weerszijden even steil
on even lioog blijven, en men zich zou kun
nen verheelden tusschen twee reusachtige dij
ken le varen. Maar daarop lel men niei, om-
dal men slechts oog heeft voor liet schitte
rende sdiouwspel vóóruit, <le boven dc ge-
heelc omgeving dominccrendc Jostedals-
brac, het grootste gielschcrgebicd van geheel
Europa. Twee hlauw-wiLle uilloopers van
deze ijswereld, de Supliellc- cn de Böjum-
glelscher, gescheiden door 'n lioogen, zwar
ten berg, sluiten den groenen fjord af en op
'n zonnedag als dezen maakte het bcloove-
rendc natuurtafereel 'n onvcrgetclijken in
druk.
Het is, van Fjarland uil, slechts 'n klein
rijtoertje naar de zeer laag afdalende glet-
schcrs, in enkele uren kan men heide bezich
tigen, maar na den imponccrcnden aanblik
van den fjord uit, valt het bezoek aan dc
gletschers zelf, niet mee.
Hel was Zondagochtend toen wij in het
eenige, maar uitmuntenden hotel van Fjar
land ontwaakten en dc zon scheen nog vroo-
lijker dan den vorigen dag. Op de verandah,
vlak aan dc groene fjord gelegen, hebben wij
langen tijd stil gezeten, diep ontroerd door
de rustige schoonheid van ln> fjordlandschap
in den vrede van 'n Zondagoehleiidstemming,
welke slechts het geluid duldde van liet
watervalletje aan dc overzijde en heel in de
verte het geklop van 'n kerkklokje, dat dc
dorpelingen naar het bedehuis riep. En die
kwamen dan ook weldra van alle kanten aan
gevaren in hun kerkbooten over hel maar
eventjes, door den riemslag rimpelend water.
Dc overgang van dit uur van stil genieten
naar hel geroezemoes op dek van 'n toeris
tenboot zou tc pijnlijk geweest zijn; daarom
verheugde het ons eigenlijk, dat er Zondags
geen boot voer en wij den vorigen dag een
motorbootje haddon moeten afhuren om ons
naar Balholm terug te brengen.
Aan boord van dit parmantig noledopje op
het diepe water konden wij ons gedroom
voortzetten en niet vooruit ziende als ge
woonlijk, doch achterwaarts naar de blauw-
lichtcndc glelscliers, wijkende naar dc verte,
verloren onze blikken zich in dc versmelting
van het groen, het blauw cn hel wit
Politiek Overzicht
De evenredige vertegenwoor
diging in Zwitserland.
De levenredige 'vertegenwoordiging is in
Zwitserland in zwang in de meeste kantons
voor de verkiezing van den grooten raad en
ook voor de verkiezing van de leden van den
gemeenteraad in do groote gemeenten. De
aanhangers van do evenredige vertegenwoor-
diginig hebben nu op nieuw (Je reeds twee
malen te vonon beproefde beweging op touw
gc&öt ten gunste der toepassing van dit stel
sel van verkiezing bij de verkiezingen voor
den naJtionalen raad.
De met dit dtocl 'gevoerde propagan lu heeft
aanvankelijk oen mooi succes behaal I. Het
centrale comité van actie heeft bij de kan
selarij van den bondsraad ccn verzoekschrift
ingediend, voorzien van 110.717 liundlcekc-
niiigoii, om cene volksstemming te houden
ovei de invoering van dc evenredige vertc-
genwoordigiiig voor üeu nationaIon raad. Dat
is meer dan het cuhbóle vau ho' cijfer van
50.000, dat dd Zwitsersclie grondwet eiséht
om den bondsraad den plicht op te leggen, de
stemgerechtigden binnen een jaar tot een re
ferendum op te Poepen. Deze handtekenin
gen zijn in drie maanden lijds verzameld. Se
dert zijn nog 8437 handteckcmngen bij liet
comité ingekomen, waardoor hel gehecle aan
tal tot 110,181 is gestegen. Eenige nadere bc-
zcndiingcn worden nog verwacht: zoo uit
hot kanton St.-Gallen. Dat heeft toit dusver
slechts 7665 handteekeningon geleverd, het
geen als een gering cijfer is tc beschouwen
voor een kanton, waar nog kort geleden bij
do verkiezingen voor den grooten raad liet
ftvenrcdiglieddsstelscl is ingevoerd.
Het vraagstuk der evenredige vertegenwoor
diging is reeds twee malen aan de beoordee
ling van het Zwitsersche volk onderworpen
geweest. In 1900 had hot verzoetk tot hol hou
den van een referendum 64,675 haiidtcekc-
ntmgen verkregen cn werd het voorstel zelf
verworpen niet eene meerderlieid van 75,000
stemmen. Toen was de vraag echter noot zui
ver gesteld; zij was min of meer verbonden
aan die van de verkiezing van den bonds
raad rechtstreeks door het volk. Tien jaren
later werd de kwestie nogmaals voor het volk
gebracht, on ditmaal word er alleen gestemd
over dJe vraag of het iov oiirodiglieidsstolsol zou
worden ingevoerd bij de vcrkiczingan voor
den nationalen raad. De uitslag was wederom
negatief; het voorstel werd verworpen, maar
slechts met eene meerderheivan 25,000 stem
men op de 505,000 deelnemers. Deze uitkomst
was des te meer bemoedigend voor (le voor
standers van dc evenredige vertegenwoordi
ging, omdat alle kantons, waar heit stelsel
was ingevoerd voor dc verkiezing van den
groolen raad, eone meerderheid! leverden
voor de uitbreiding van het stelsel bot den
nationalen raad.
De derde stemming schijnt onder gunstiger
vooruitzichten gehouden tc zullen worden. De
radicale partij, die de meerderheid in han
den heeft in liet centrale bestuur, schijnt er
rfüet meer zoo vierkant tegen gestemd te zijn
als voorheen. In haar laatste congres heeft
die parlij ziali begeven in oeme discussdie over
de wijze waarop deze hervorming van het
kiesrecht zou zijn tot stand te brengen; men
is dus> over (liet standpunt eener besliste
veaworping heen, en er wordt zelfs beweerd,
dat sommige radicalen zich er mee zouden
vereerdigen, als cr eene herziening van dc
kiesdistrieten mee gepaard ging.
Het aanzienlijke getal hawl Heek eningen,
door het comité ditmaal verzameld, komt
aan sommigen voor als eon waarborg, dat het
grondwetsartikel tot invoering van de even
redige vertegenwoordiging het ditmaal bij
de volksstemming halen zal Andercm bewe
ren, dat de oplossing zal afhangen van het
rapport, dat do bondsraad bij de Kamers
zal indianen naar aanleiding van het ver
zonk om het referendum uit te schrijven.
Wanneer dit rapport oen middel tot transac
tie aan de hand doet, zou hol mogelijk zijn,
dat de groote meerderheid van die Kamer
zich uitsprak voor een bemdddjolond voor
stel, dat in de plaat* zou treden van dc for
mule, waarover in hot verzoekschrift oeue
beslissing wordt gevraagd.
Aau den Balkan.
Wee n en, 18 Aug. liet Monlagsblalt be
richt, dat de mogendheden een dezer dagen
aan de Servische regeeiüng zullen bevestigen,
dat zij cr in toestemmen, dat aan de Adrin-
tisclio zee een débouché gevestigd wordt voor
don Servischen handel. De mogendheden zul
len tevens Servië er aan herinneren, dat zij
in overeenstemming met de in Londen ge-
niomen besluiten de invoering zullen vragen
van eene wel lot bescherming van do roomscli-
kalhoiiekc minderheden in hol nieuwe Ser
vische gebied.
Belgrado, 18 Aug. Op het déjeuner,
dat aan de Griekschc en .Montencgrijnsciie ge
delegeerden werd aangeboden, verklaarde
Pasics, dat liet bondgenootschap zegevierend
dc zwaarste beproevingen is te hoven geko
men cn dat de bond nog is versterkt. De
vrede en de harmonie in de liulkanlandeii
zijn verzekerd, dank /.ij onze gcmcensiduip-
pelijke pogingen en dc medewerking van Ru-
menië. Laat ons met zorg waken over den
nieuwen toestand, dien wij aan den Balkan
in 'l leven hebben geroepen, en laat ons aan
houdend zorg wijden aan onze legers, door
nog steviger op elkaar de steunen.
Yenizclos drukte zijne dankbaarheid jegens
Rumcnic uit. Yookolics verklaarde, dat iede
re poging om Servië en Montenegro van el
kaar le scheiden, hij voorbaat tol mislukking
is gedoemd
Ccttinjc, 18 Aug De vertegenwoordl -
gers van de mogendheden hebben een collec
tieven stap gedaan oin de regeering tc vra
gen, de bescherming van dc minderheden tc
verzekeren in de pas veroverde streken. De
minister vali buitenlundsckc zaken ant
woordde, dat die bescherming reeds verze
kerd is door de beslaande constitutioneel!»
wetten.
Sciloiiiki, 18 Aug. De militaire com
missie, belast met de uilbaltening van dö
Griekscli-Bulgaarsclic grens, zal mot haren
arbeid beginnen, die spoedig schijnt te zullen
afloopen.
Wee n en, 18 Aug. Volgens een telegram
uil Komstantinopel verzekert men, dal in
eiene door dc Turkschc ambassadeurs aan d«
mogendheden overhandigde verbaalnota do
Porie verklaart, dat zij misschien genood
zaakt zal zijn de Maritza over le gaan cn even
tueel don oorlog tc verklaren aan Bulgarije.
Men zegt, dat de tekst van dc nota niet voor
altc mogendheden dezelfde is.
Konstantinopei, 18 Aug. De groot
vizier, die door de vertegenwoordiger van
Lavas ondervraagd werd over de Bufgaar-
sche nota betreffende dun voorwaartschen
marsch van de Turken, zeide: liet is juist, wij
hebben Demolika, Ortakoui en Suf la voorloo-
pig bezet Wij zijn duarlcre gedwongen om
strategische redenen met het oog op de mo
gelijkheid dor hervatting van de vijandelijk-
VICTOR KAKOSI.
31 Uit het Hongaarsch vertaald door
J E O SEBESTYÊ.V
en J. A. KA ABE Jr.
De luchl in liet oosten was reeds rose ge-
tint.
Nog éénmaal loeide de stoomfluit en lang
zaam kwam de „Germania" in beweging. Het
schip voerde een groot aantal landverhuizers
mede naar Amerika; het derde dek was ach
teraan geheel gevuld met geslallen, die met
hoeden, en zakdoeken wuifden naar het
land, dat zij achterlieten.
Opeens, daar hieven honderden hij hon
derden kelen d-cn negentigsten psalm aan:
„Gij zijt, o, lieer! van de allervroegste jaren,
Voor ons geweest een toevlucht in gevaren.
Een berg cn rots uit niet geboren waren.
Eer de aarde rustte op hare grondpilaren:
Van eeuwigheid, o God, dio eeuwig leeft,
Zijt Gij de God, die eind noch oorsprong
heeft 1"
Boersch en onharmonisch klonk het gezang,
langgerekt als in het vaderland onzer vrien
den. Het gekrijsch van de stokkende stem
men der oude menschen klonk er boven uit,
Als schreiden wanhopige, gebroken harten
tui God om hulp.
_Zii konden de menschen nu reeds onder
scheiden, da-ar de „Germania'' hen van dicht
bij passeerde. Allen hadden het hoofd ont
bloot, Hongaarsche gestalten met goedig
voorkomen, veel oude mannen, grijzend en
met gerimpeld gezicht, stonden in het midden.
Teleurgesteld in hun met zwaren arbeid
doorgebracht leven, moesten zij nu op hun
ouden dag een nieuw vaderland gaan zoeken.
Een aantal vrouwen, jonge mannen en
kinderen stonden om de oude lieden heen
en zongen mei omhoog gerichten blik vroom-
aandachlig mee
Onder het gestamp van liet reusachtige
stoomschip en het geroezemoes van het ha
venleven steeg naar den rozigen morgen-
hemel omhoog liet gebed dezer arme, onge
lukkige menschen
Simóndy staarde hen na, met bleek gezicht
en opengesperde oogen.
„De negentigste psalm", stamelde Góbor.
Plotseling begon Pal's borst te hijgen, zijn
gezicht trilde en vertrok zich, uit zijn oogen
rolden brandende tranen. Ilij wrong zijn
handen samen, breidde daarop zijn armen uit
ei fluisterde met door snikken onderbroken
stem:
„Mijn godsdienst, mijn vaderland roept mij,
hoor je niet? Mijn ten gronde gaand volk,
mijn lijdend vaderland... o, ik versta u! Heb
dank, o mijn God, voor die hemelsche roep
stem!"
In het oosten verrees nu de zon mèt ko
ninklijke pracht, met gouden glans bestra
lend de honderden bij honderden schepen en
het wriemelende leven in de haven.
Met zwellende borst ademde Simóndy dc
heerlijk frissche morgenlucht in.
„Ivijk dóórheen Góbor! Licht en warmte
komt uit het oosten tot 'ons: dóór is ons va
derland! Ik voel mij herleven, Gode zij dank!
au heb ik een doel, een icvnstaak. wauiit mij:
wij gaan naar liuis
Tweede deel.
IN DE SNEE UWüERGEN.
I.
Over het „schatrijke" Kolozsvar, welks
verre van schatrijke bewoners nog in zoete
rust waren, brak de morgenschemering reeds
aan. De ouderwetsche Zevenburgschc huizen
aan het groote Marktplein, waarin de nako
melingen van vele der oude helden sluimer
den, begonnen in het schemerduister steeds
scherper omlijnde vormen aan te nemen. Op
het gansche plein waren slechts twee levende
wezens te zien: poiitie-ugentcn, die heen en
weer liepen voor liet hotel van Góbor Nagv,
door welks openslaande vensters het geluid
van muziek naar buiten kwam.
De beide mannen bleven een oogenblik
staan luisteren.
„Hoe lang heb je hier nu al gesurveilleerd,
kameraad?" vroeg de een.
,/Van elf uur af."
j,iEn heb je in al dien lijd wel één <Hon-
gaarsdi lied door die lui hooren spelen?"
,/Neen, kameraad, geen enkel."
„Ik heb af en toe eens aan den anderen
kant g'oluisterd, maar er ook geen eep ge
hoord. Allemaal «Roemeensche cn Duitsche
liederen!"
Vol verontwaardiging schudden zij hel
hoofd*-
„Zou hot niet goed zijn eens eventjes naar
binnen le gaan?"
„.Waarom?"
„Wel, het wordt lijd, dat zij er nu eens mee
ophouden, de dag begint al aan tc breken 1"
„Daar hebben wij niets mee te maken. Ons
is alleen opgedragen er voor te zorgen, dat
den Roemenen van de zijde van ons volk
geen kwaad zal overkomen."
,vZeker, daar heb jc wel gelijk aan, maar ik
zou het toch niet onaardig vinden eens een
lierttal Hongaarsche hoeren uit Ilóstót met
hun dorsdhvlégel op hen af te sturen."
„Ja, dat zou nog zoo kwaad niet wezen,
maar wij moeten bedenken, kameraad, dat
wij politie-agentcn en geen gewone burgers
zijn."
Jn het hotel ran Góbor Nagy werd feest ge
vierd door de Roemenen, die betrokken waren
in het proces wegens een naar den Keizer
gezonden .memorandum. jDc champagne en
de cognac stroomden overvloedig, het goud
uit Boekarest rolde klinkend over de tafel,
cn dc halfbeschaafde Roemeensche priesters
met hun ruw uiterlijk omarmden herhaal
delijk zoowel de elegante advokaten uit Roe-
menie's hoofdstad en de dorpsburgemees
ters, met den breeden leeren gordel om hel
vrijhangende hemd, als de onderwijzers en
de onbeduidende kleinsleedsche notarissen.
De uitwerking van de champagne was duide
lijk op aller gezicht te lezen en telkens weer
dansten zij, elkaar bij de hand vattend, den
wilden dans der „móc", de ©nbcsdhaafde
Roemeensche bewoners der Sneeuwbergen.
Een mager meisje met geblanket gezicht, de
dochter van een der eenwezige advokaten,
was het wildst \an het heele gezelschap. Zij
schreeuwde schel, sloeg met haar vuisten
bonkend op de tafel en sprong, de haren los,
als dol in H. rond, terwijl de anderen onder j
luide kreten haar voorbeeld volgden.
Benéden, onder het ruime, open afdak, ver
hinderde dit rumoer vele menschen tc slapen
In de hier slaande wagens hadden zich na
melijk verscheidene gereformeerde predikan
ten ter ruste begeven, die uit Mezöség en ui!
de Sneeuwbergen gekomen waren ter pro
vinciale kerkvergadering.
Velen van hen had men logies verschaft ii
het christelijk gymnasium; anderen, die hel
doen konden, waren in het hotel gegaan
maar verreweg het grootste gedeelte moes!
den wagen van hun cerator als nachtverblijf
voor lief nemen. Sommigen hadden daarin'
reeds een tocht van verscheidene dagreizci^
afgelegd om de inzegening der jonge predi
kanten te .Kolozsvór bij tc kunnen wonen.
Tegen den morgen werd door een jonge»*,
daszkól een bejaarde predikant met
sncouwwilte haren en blozend gezicht door
dc deur naar binnen geduwd.
„Mijne heeren!" riep 'hij met stentorstem
„ik heb de eer u mijn buurman voor to
stellen, den Ilongaarschen predikant van
SaiTél. Hij beweerde door liet tumult niet lo
kunnen slapen, en daarom heb ik hem uitge-
noodïgd oen glas champagne niet ons te ko
men drinkenHij heott imij verteld, dai
hij nog nooit champagne gedronken heeft.
Des te Mever zou hij het dan zeker nu eens
willen proeven, heb ik gezegd.«En daarna
zal hij dan wel zoo vast slapen, dat men een
kanon bij zija oor kan afschieten, zonder daf
hij er wakker van wordt..."
Roemeensche dorpsschoolmeester.
Wordt vtrvofod