E EM LAN DER". jDinsdag 19 Augustus 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. De Klokken die verklonken. I2de Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort v. f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Per woek (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant versohynt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.(50. Elke regol moor0.10. Dionstaanbiodingon 25 cents by vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeor voordooligo bopalingon tot hot herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnouient. Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdt op aanvraag toegezonden. N°. 4Ü Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. „D E Brieven uit Noorwegen. VI. Een yan de schoonste dalon in Noorwegen is het Flaamsdal, tusschen Flaam aan de Zuidpunt van de Aurlandfjord, zijarm van de Sognfjord, cn Myrdal, slation aan de spoor lijn Bergcii-Ghrisliania. De rit of wandeling door hel Flaamsdal is één verrukking. Het dal is dieper cn afwis selender dan hel Nerodal, maar minder wild cn overweldigend. Telkens vernauwt zich de vallei tot een nauwe bergkloof, waardoor de weg nu eens aan den rechter oever, vlak langs den bulderenden en spallonden berg stroom, dan weer aan den overkant hoog bo ven het bruisende water zich 'o doortocht baant, uitgehouwen in de rotswanden, soms onder overhellende steengevaarten, 'n enkele keer zelfs in 120 M. lange tunnel door den berg heen. En ontelbaar zijn de watervallen en snelle beekjes, die aan weerszijden van de hooge sneeuwplateaux naar beneden stor ten, totdat loodrechte rotsen verder binnen dringen in hel land <lcr bergreuzen schijnen te beletten; de honderden meters hooge rots muur, rechts en links omlijst door een bree- dc, donderende waterval gelijkt 'n onover komelijke versperring. Maar de weg klimt in 16 zeer steile wen dingen tegen den ongenaakbaren berg op en biedt op den bovensten ommegang, die als om den triomf te vieren van het eone. uiteinde van den rotsmuur tot het andere loopt, van den linkschen waterval lot den rcchlschen, het heerlijkst© uitzicht in het romantische Flaamsdal. Halverwege deze laatste trans splitst de weg zich in tweccn, rechts gaat men nog hoo- ger naar het slation Myrdal, links naar het vrijwel op gelijke hoogte 817 M. gelegen hotel Yatnahalsen, iels van <len rotswand terug en daardoor minder effectvol dan hef, trouwens 500 M. lager liggende hotel Stal- lieiin. Wij zijn hier te midden van de groot- sclie natuur van het hooggebergte; het pla teau waarop het hotel gebouwd is, schijnt 'n schiereiland door diepe afgronden geschei den van de nog veel hoogere bergen in het rond; met sneeuw bedekt zijn hun toppen, maar het is niet de eeuwige sneeuw, al gaat er menige zomer voorbij, dat deze sneeuw nooit geheel verdwijnt. Hier hebben wij de mooiste voorbeelden van de Zebra-sneeuw, het zijn geen uitgestrekte sneeuwvelden, geen witte bergen, zoover hel oog reikt, doch elkaar afwisselend breede sneeuwstrepen cn don kere rotswanden, waartegen geen sneeuw liggen blijft. Eenige minuien loopens achter het hotel 'n groot Bergmeer, welles watermassa ziedend en dreunend door 'n nauwe spleet 'n weg zoekt naar het dal in de verre diepte; het is de onvergelijkelijk schoone, overweldigen de Kjósefos, die dichte rookwolken opjaagt, welke beschenen door de morgenzon, de tec- derste kleuren van.den regenboog aannemen. 'n Hollander, dien wij hier ontmoetten, ried ons aan een uitstapje te doen naar Hal- lingskeidt; wij hebben zijn raad gevolgd en het heeft ons niet berouwd. Wij gingen per spoor naar Hallingskeidt, op één na het hoogst gelegen station aan deze lijn (110 M., Finse het hoogste station ligt op 1220 M.). Uitzicht geniet men tusschen Myrdal en Hallingskeidt weinig, even voorbij het sla tion 'n korten blik op het Flaamsdal, diep heneden ons, maar verder gaat het bijna on afgebroken door zwarte tunnels en houten snceuwkceringen, en slechts nu en dan ver toont zich, enkele seconden, het steeds een zamer cn witter wordend berglandschap aan ons begeerig oog. Bij aankomst tc Hallingskeidt krijgt men het gevoel in 'n doodenrijk te zijn; bij het slation twee huisjes en verder niets dan troostcloozc verlatenheid. Het oog ontwaart slechts sneeuw en rots, meer sneeuw dan rots en soms tegen de rotsen aan 'n schuin grasveldje, dat echter altijd onbegaanbaar is en dias nog van dc pas gesmolten sneeuw. 'n Vrij goede weg voert langs een door het sneeuwwater gevoede en zich van tijd tot tijd tot 'n meertje verhreedendc bergstroom. Tegen de Noordelijke berghelling want de bergen worden nog aldoor hoogcr, de Vosse- havl haalt de 2000 M. ziet men plotseling de spoorbaan uit den rotswand tc voorschijn komen, om heel even langs den rand tc loo- pen cn dan weer achter 'n sneeuwkeering in den berg terug te wijken, vluchtend uil zoo doodsch landschap. 'n Zomerhui, waaromheen koeien en geiten het schaarsclie gras afscheren, toenemende plantengroei, kleinere sneeuwvelden kondi gen aan, dat wij langzamerhand in de leven de natuur tenigkeeren. Maar onherbergzaam blijft de streek nog. Op deze gansche wandeling van ongeveer 4 A 5 uur hebben wij niet één toerist gezien; wij waren dc eenige die in Hallingskeidt uit den trein slapten en eerst weer diclit bij Yatnahalsen ontmoetten wij eenige kuierende gasten. Toch was hel een der mooiste wan delingen. welke wij deden; de weg leidt langs watervallen, schooner en majestueuser dan menige andere, waarvoor de toeristen zich op bevel van Baedeker staan te vergapen, en door 'n bergkloof, Wilder en indrukwekkend der dan dc meeste welke wij zagen, en van het begin tot het eind door ongerepte natuur. Maar deze toer staat niet in Baedeker; is dus niet en vogue, men behoeft zc niet te doen om aan kennissen te kunnen zeggen, dat men er ook geweest is en dusontmoet men niemand op deze wandeling! maar misschien is deze er le schooner om, want hoe vaak wordt niet 'n schouwspel bedorven en 'n stemming verstoord door de aanwezigheid van die luxe-toeristen en mode-reizigers, die men altijd juist daar aantreft, waar men ze het liefst niet zag. Yan Yatnahalsen keerden wij terug naar Flaam en ook deze tweede maal maakte het Flaamsdal den zelfden diepen indruk als de eerste keer. Toeristen, die 'n voetreis door Noorwegen ondernemen, verzuimen zelden ook het Flaamsdal in hun program op te ne men; wij zouden hen echter aanraden,.voor al tc zorgen dat zij de wandeling hij Yatna halsen beginnen, zij hebben dan 'n voortdu rend dalenden weg, terwijl het bijna onafge broken stijgen in omgekeerde richting met als slot de steile klimpartij bij Myrdal zeer afmattend moet zijn. Dagelijks vaart er 'n boot van Flaam naar Balholm, eerst door de wondcrschoone Aur- landsfjord en daarna de breedcre Sognefjord, de derde groote fjord van het Zuiden af ge rekend. De Sogneljord behoeft in z'n schoon ste gedeelten voor de Hardangerfjord niet onder te doen cn tusschen Flaam en Balholm ziet men hem wel op z'n allerschoonst. Tot overmatc van geluk troffen wij het prachtig ste zomerweer, zoodat deze buottoclit meer dan genotvol was. Ilel is 'ii druk traject; vooral wanneer dc Duitsche Keizer in Balholm is, zijn alle boo ten in die richting overvol. In Balholm werd bijna dc gchccle lading passagiers gelost en slechts enkelen bleven met ons aan boord om de tocht voort te zetten tot Fjarland, aan dc Noordpunt van de ver rukkelijk schoone Fjarlandfjord. Deze fjord is, goed beschouwd, conigszins eentonig, om dat de bergwanden aan weerszijden even steil on even lioog blijven, en men zich zou kun nen verheelden tusschen twee reusachtige dij ken le varen. Maar daarop lel men niei, om- dal men slechts oog heeft voor liet schitte rende sdiouwspel vóóruit, <le boven dc ge- heelc omgeving dominccrendc Jostedals- brac, het grootste gielschcrgebicd van geheel Europa. Twee hlauw-wiLle uilloopers van deze ijswereld, de Supliellc- cn de Böjum- glelscher, gescheiden door 'n lioogen, zwar ten berg, sluiten den groenen fjord af en op 'n zonnedag als dezen maakte het bcloove- rendc natuurtafereel 'n onvcrgetclijken in druk. Het is, van Fjarland uil, slechts 'n klein rijtoertje naar de zeer laag afdalende glet- schcrs, in enkele uren kan men heide bezich tigen, maar na den imponccrcnden aanblik van den fjord uit, valt het bezoek aan dc gletschers zelf, niet mee. Hel was Zondagochtend toen wij in het eenige, maar uitmuntenden hotel van Fjar land ontwaakten en dc zon scheen nog vroo- lijker dan den vorigen dag. Op de verandah, vlak aan dc groene fjord gelegen, hebben wij langen tijd stil gezeten, diep ontroerd door de rustige schoonheid van ln> fjordlandschap in den vrede van 'n Zondagoehleiidstemming, welke slechts het geluid duldde van liet watervalletje aan dc overzijde en heel in de verte het geklop van 'n kerkklokje, dat dc dorpelingen naar het bedehuis riep. En die kwamen dan ook weldra van alle kanten aan gevaren in hun kerkbooten over hel maar eventjes, door den riemslag rimpelend water. Dc overgang van dit uur van stil genieten naar hel geroezemoes op dek van 'n toeris tenboot zou tc pijnlijk geweest zijn; daarom verheugde het ons eigenlijk, dat er Zondags geen boot voer en wij den vorigen dag een motorbootje haddon moeten afhuren om ons naar Balholm terug te brengen. Aan boord van dit parmantig noledopje op het diepe water konden wij ons gedroom voortzetten en niet vooruit ziende als ge woonlijk, doch achterwaarts naar de blauw- lichtcndc glelscliers, wijkende naar dc verte, verloren onze blikken zich in dc versmelting van het groen, het blauw cn hel wit Politiek Overzicht De evenredige vertegenwoor diging in Zwitserland. De levenredige 'vertegenwoordiging is in Zwitserland in zwang in de meeste kantons voor de verkiezing van den grooten raad en ook voor de verkiezing van de leden van den gemeenteraad in do groote gemeenten. De aanhangers van do evenredige vertegenwoor- diginig hebben nu op nieuw (Je reeds twee malen te vonon beproefde beweging op touw gc&öt ten gunste der toepassing van dit stel sel van verkiezing bij de verkiezingen voor den naJtionalen raad. De met dit dtocl 'gevoerde propagan lu heeft aanvankelijk oen mooi succes behaal I. Het centrale comité van actie heeft bij de kan selarij van den bondsraad ccn verzoekschrift ingediend, voorzien van 110.717 liundlcekc- niiigoii, om cene volksstemming te houden ovei de invoering van dc evenredige vertc- genwoordigiiig voor üeu nationaIon raad. Dat is meer dan het cuhbóle vau ho' cijfer van 50.000, dat dd Zwitsersclie grondwet eiséht om den bondsraad den plicht op te leggen, de stemgerechtigden binnen een jaar tot een re ferendum op te Poepen. Deze handtekenin gen zijn in drie maanden lijds verzameld. Se dert zijn nog 8437 handteckcmngen bij liet comité ingekomen, waardoor hel gehecle aan tal tot 110,181 is gestegen. Eenige nadere bc- zcndiingcn worden nog verwacht: zoo uit hot kanton St.-Gallen. Dat heeft toit dusver slechts 7665 handteekeningon geleverd, het geen als een gering cijfer is tc beschouwen voor een kanton, waar nog kort geleden bij do verkiezingen voor den grooten raad liet ftvenrcdiglieddsstelscl is ingevoerd. Het vraagstuk der evenredige vertegenwoor diging is reeds twee malen aan de beoordee ling van het Zwitsersche volk onderworpen geweest. In 1900 had hot verzoetk tot hol hou den van een referendum 64,675 haiidtcekc- ntmgen verkregen cn werd het voorstel zelf verworpen niet eene meerderlieid van 75,000 stemmen. Toen was de vraag echter noot zui ver gesteld; zij was min of meer verbonden aan die van de verkiezing van den bonds raad rechtstreeks door het volk. Tien jaren later werd de kwestie nogmaals voor het volk gebracht, on ditmaal word er alleen gestemd over dJe vraag of het iov oiirodiglieidsstolsol zou worden ingevoerd bij de vcrkiczingan voor den nationalen raad. De uitslag was wederom negatief; het voorstel werd verworpen, maar slechts met eene meerderheivan 25,000 stem men op de 505,000 deelnemers. Deze uitkomst was des te meer bemoedigend voor (le voor standers van dc evenredige vertegenwoordi ging, omdat alle kantons, waar heit stelsel was ingevoerd voor dc verkiezing van den groolen raad, eone meerderheid! leverden voor de uitbreiding van het stelsel bot den nationalen raad. De derde stemming schijnt onder gunstiger vooruitzichten gehouden tc zullen worden. De radicale partij, die de meerderheid in han den heeft in liet centrale bestuur, schijnt er rfüet meer zoo vierkant tegen gestemd te zijn als voorheen. In haar laatste congres heeft die parlij ziali begeven in oeme discussdie over de wijze waarop deze hervorming van het kiesrecht zou zijn tot stand te brengen; men is dus> over (liet standpunt eener besliste veaworping heen, en er wordt zelfs beweerd, dat sommige radicalen zich er mee zouden vereerdigen, als cr eene herziening van dc kiesdistrieten mee gepaard ging. Het aanzienlijke getal hawl Heek eningen, door het comité ditmaal verzameld, komt aan sommigen voor als eon waarborg, dat het grondwetsartikel tot invoering van de even redige vertegenwoordiging het ditmaal bij de volksstemming halen zal Andercm bewe ren, dat de oplossing zal afhangen van het rapport, dat do bondsraad bij de Kamers zal indianen naar aanleiding van het ver zonk om het referendum uit te schrijven. Wanneer dit rapport oen middel tot transac tie aan de hand doet, zou hol mogelijk zijn, dat de groote meerderheid van die Kamer zich uitsprak voor een bemdddjolond voor stel, dat in de plaat* zou treden van dc for mule, waarover in hot verzoekschrift oeue beslissing wordt gevraagd. Aau den Balkan. Wee n en, 18 Aug. liet Monlagsblalt be richt, dat de mogendheden een dezer dagen aan de Servische regeeiüng zullen bevestigen, dat zij cr in toestemmen, dat aan de Adrin- tisclio zee een débouché gevestigd wordt voor don Servischen handel. De mogendheden zul len tevens Servië er aan herinneren, dat zij in overeenstemming met de in Londen ge- niomen besluiten de invoering zullen vragen van eene wel lot bescherming van do roomscli- kalhoiiekc minderheden in hol nieuwe Ser vische gebied. Belgrado, 18 Aug. Op het déjeuner, dat aan de Griekschc en .Montencgrijnsciie ge delegeerden werd aangeboden, verklaarde Pasics, dat liet bondgenootschap zegevierend dc zwaarste beproevingen is te hoven geko men cn dat de bond nog is versterkt. De vrede en de harmonie in de liulkanlandeii zijn verzekerd, dank /.ij onze gcmcensiduip- pelijke pogingen en dc medewerking van Ru- menië. Laat ons met zorg waken over den nieuwen toestand, dien wij aan den Balkan in 'l leven hebben geroepen, en laat ons aan houdend zorg wijden aan onze legers, door nog steviger op elkaar de steunen. Yenizclos drukte zijne dankbaarheid jegens Rumcnic uit. Yookolics verklaarde, dat iede re poging om Servië en Montenegro van el kaar le scheiden, hij voorbaat tol mislukking is gedoemd Ccttinjc, 18 Aug De vertegenwoordl - gers van de mogendheden hebben een collec tieven stap gedaan oin de regeering tc vra gen, de bescherming van dc minderheden tc verzekeren in de pas veroverde streken. De minister vali buitenlundsckc zaken ant woordde, dat die bescherming reeds verze kerd is door de beslaande constitutioneel!» wetten. Sciloiiiki, 18 Aug. De militaire com missie, belast met de uilbaltening van dö Griekscli-Bulgaarsclic grens, zal mot haren arbeid beginnen, die spoedig schijnt te zullen afloopen. Wee n en, 18 Aug. Volgens een telegram uil Komstantinopel verzekert men, dal in eiene door dc Turkschc ambassadeurs aan d« mogendheden overhandigde verbaalnota do Porie verklaart, dat zij misschien genood zaakt zal zijn de Maritza over le gaan cn even tueel don oorlog tc verklaren aan Bulgarije. Men zegt, dat de tekst van dc nota niet voor altc mogendheden dezelfde is. Konstantinopei, 18 Aug. De groot vizier, die door de vertegenwoordiger van Lavas ondervraagd werd over de Bufgaar- sche nota betreffende dun voorwaartschen marsch van de Turken, zeide: liet is juist, wij hebben Demolika, Ortakoui en Suf la voorloo- pig bezet Wij zijn duarlcre gedwongen om strategische redenen met het oog op de mo gelijkheid dor hervatting van de vijandelijk- VICTOR KAKOSI. 31 Uit het Hongaarsch vertaald door J E O SEBESTYÊ.V en J. A. KA ABE Jr. De luchl in liet oosten was reeds rose ge- tint. Nog éénmaal loeide de stoomfluit en lang zaam kwam de „Germania" in beweging. Het schip voerde een groot aantal landverhuizers mede naar Amerika; het derde dek was ach teraan geheel gevuld met geslallen, die met hoeden, en zakdoeken wuifden naar het land, dat zij achterlieten. Opeens, daar hieven honderden hij hon derden kelen d-cn negentigsten psalm aan: „Gij zijt, o, lieer! van de allervroegste jaren, Voor ons geweest een toevlucht in gevaren. Een berg cn rots uit niet geboren waren. Eer de aarde rustte op hare grondpilaren: Van eeuwigheid, o God, dio eeuwig leeft, Zijt Gij de God, die eind noch oorsprong heeft 1" Boersch en onharmonisch klonk het gezang, langgerekt als in het vaderland onzer vrien den. Het gekrijsch van de stokkende stem men der oude menschen klonk er boven uit, Als schreiden wanhopige, gebroken harten tui God om hulp. _Zii konden de menschen nu reeds onder scheiden, da-ar de „Germania'' hen van dicht bij passeerde. Allen hadden het hoofd ont bloot, Hongaarsche gestalten met goedig voorkomen, veel oude mannen, grijzend en met gerimpeld gezicht, stonden in het midden. Teleurgesteld in hun met zwaren arbeid doorgebracht leven, moesten zij nu op hun ouden dag een nieuw vaderland gaan zoeken. Een aantal vrouwen, jonge mannen en kinderen stonden om de oude lieden heen en zongen mei omhoog gerichten blik vroom- aandachlig mee Onder het gestamp van liet reusachtige stoomschip en het geroezemoes van het ha venleven steeg naar den rozigen morgen- hemel omhoog liet gebed dezer arme, onge lukkige menschen Simóndy staarde hen na, met bleek gezicht en opengesperde oogen. „De negentigste psalm", stamelde Góbor. Plotseling begon Pal's borst te hijgen, zijn gezicht trilde en vertrok zich, uit zijn oogen rolden brandende tranen. Ilij wrong zijn handen samen, breidde daarop zijn armen uit ei fluisterde met door snikken onderbroken stem: „Mijn godsdienst, mijn vaderland roept mij, hoor je niet? Mijn ten gronde gaand volk, mijn lijdend vaderland... o, ik versta u! Heb dank, o mijn God, voor die hemelsche roep stem!" In het oosten verrees nu de zon mèt ko ninklijke pracht, met gouden glans bestra lend de honderden bij honderden schepen en het wriemelende leven in de haven. Met zwellende borst ademde Simóndy dc heerlijk frissche morgenlucht in. „Ivijk dóórheen Góbor! Licht en warmte komt uit het oosten tot 'ons: dóór is ons va derland! Ik voel mij herleven, Gode zij dank! au heb ik een doel, een icvnstaak. wauiit mij: wij gaan naar liuis Tweede deel. IN DE SNEE UWüERGEN. I. Over het „schatrijke" Kolozsvar, welks verre van schatrijke bewoners nog in zoete rust waren, brak de morgenschemering reeds aan. De ouderwetsche Zevenburgschc huizen aan het groote Marktplein, waarin de nako melingen van vele der oude helden sluimer den, begonnen in het schemerduister steeds scherper omlijnde vormen aan te nemen. Op het gansche plein waren slechts twee levende wezens te zien: poiitie-ugentcn, die heen en weer liepen voor liet hotel van Góbor Nagv, door welks openslaande vensters het geluid van muziek naar buiten kwam. De beide mannen bleven een oogenblik staan luisteren. „Hoe lang heb je hier nu al gesurveilleerd, kameraad?" vroeg de een. ,/Van elf uur af." j,iEn heb je in al dien lijd wel één <Hon- gaarsdi lied door die lui hooren spelen?" ,/Neen, kameraad, geen enkel." „Ik heb af en toe eens aan den anderen kant g'oluisterd, maar er ook geen eep ge hoord. Allemaal «Roemeensche cn Duitsche liederen!" Vol verontwaardiging schudden zij hel hoofd*- „Zou hot niet goed zijn eens eventjes naar binnen le gaan?" „.Waarom?" „Wel, het wordt lijd, dat zij er nu eens mee ophouden, de dag begint al aan tc breken 1" „Daar hebben wij niets mee te maken. Ons is alleen opgedragen er voor te zorgen, dat den Roemenen van de zijde van ons volk geen kwaad zal overkomen." ,vZeker, daar heb jc wel gelijk aan, maar ik zou het toch niet onaardig vinden eens een lierttal Hongaarsche hoeren uit Ilóstót met hun dorsdhvlégel op hen af te sturen." „Ja, dat zou nog zoo kwaad niet wezen, maar wij moeten bedenken, kameraad, dat wij politie-agentcn en geen gewone burgers zijn." Jn het hotel ran Góbor Nagy werd feest ge vierd door de Roemenen, die betrokken waren in het proces wegens een naar den Keizer gezonden .memorandum. jDc champagne en de cognac stroomden overvloedig, het goud uit Boekarest rolde klinkend over de tafel, cn dc halfbeschaafde Roemeensche priesters met hun ruw uiterlijk omarmden herhaal delijk zoowel de elegante advokaten uit Roe- menie's hoofdstad en de dorpsburgemees ters, met den breeden leeren gordel om hel vrijhangende hemd, als de onderwijzers en de onbeduidende kleinsleedsche notarissen. De uitwerking van de champagne was duide lijk op aller gezicht te lezen en telkens weer dansten zij, elkaar bij de hand vattend, den wilden dans der „móc", de ©nbcsdhaafde Roemeensche bewoners der Sneeuwbergen. Een mager meisje met geblanket gezicht, de dochter van een der eenwezige advokaten, was het wildst \an het heele gezelschap. Zij schreeuwde schel, sloeg met haar vuisten bonkend op de tafel en sprong, de haren los, als dol in H. rond, terwijl de anderen onder j luide kreten haar voorbeeld volgden. Benéden, onder het ruime, open afdak, ver hinderde dit rumoer vele menschen tc slapen In de hier slaande wagens hadden zich na melijk verscheidene gereformeerde predikan ten ter ruste begeven, die uit Mezöség en ui! de Sneeuwbergen gekomen waren ter pro vinciale kerkvergadering. Velen van hen had men logies verschaft ii het christelijk gymnasium; anderen, die hel doen konden, waren in het hotel gegaan maar verreweg het grootste gedeelte moes! den wagen van hun cerator als nachtverblijf voor lief nemen. Sommigen hadden daarin' reeds een tocht van verscheidene dagreizci^ afgelegd om de inzegening der jonge predi kanten te .Kolozsvór bij tc kunnen wonen. Tegen den morgen werd door een jonge»*, daszkól een bejaarde predikant met sncouwwilte haren en blozend gezicht door dc deur naar binnen geduwd. „Mijne heeren!" riep 'hij met stentorstem „ik heb de eer u mijn buurman voor to stellen, den Ilongaarschen predikant van SaiTél. Hij beweerde door liet tumult niet lo kunnen slapen, en daarom heb ik hem uitge- noodïgd oen glas champagne niet ons te ko men drinkenHij heott imij verteld, dai hij nog nooit champagne gedronken heeft. Des te Mever zou hij het dan zeker nu eens willen proeven, heb ik gezegd.«En daarna zal hij dan wel zoo vast slapen, dat men een kanon bij zija oor kan afschieten, zonder daf hij er wakker van wordt..." Roemeensche dorpsschoolmeester. Wordt vtrvofod

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1