Woensdag 3 September 1913. DE EEMLANDER". BUITENLAND. FEUILLETON. De Klokken die verklonken. N°. 56 I2a* Jaargang, ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort v. w. f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in to zonden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.f 0.50, Elke regol moorx.- 0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto lottora naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bopalfngo* tot het herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnomont. Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt of aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. VALKHOFF Ct Co. Nabetrachting over den Gemeenteraad. "Wij hébben 'n oogenblik geaarzeld, vóór dat wijl boven deze regels „NaLela-achlting aver den gemeenteraad" durfden schrijven. Want als wij de agenda nog eens nagaan, dan, zouden wij niet weten, waarover ook inaar (iets zou zijn te rcaibelracliten. Behalve punt 1, de installatie der nieuwe raadsleden, en bet trokken der nfdeélingen, waarmede ultte-raard eeniige tijd gemoeid was, gl'edcn allo punten zonder eenige hapering in bet bekende tempo onder den voorzi trtershamer door. 'n Oogenblik hadden wij gemeend, dat een der loden misschien 'n woordje zoggen, zou bij punt 3, bet voorstel van B. en W. tót aain- kóop van bot huisje, dat aan den toren vast staat en dat B. en W. gaarne wilden hebben om dén Horen geheel vrij te maken; het is dit loffelijk streven ongetwijfeld, dat den Raad dloed besluiten tot aankoop van dit perceel tje, ver boven de waarde. Gelukkig voor den nabetrachter leverde de rondvraag meer belangrijks op. De beer W'olterbeek wijdde z'n maidenspeech aan de quaestie, waarover tusscben B. en W., bij monde van den Wethouder van Onderwijs, en de Commissie van Toezicht op bót L. O, verschil van meerling scliijpb te bestaan. De voorgeschiedenis is in het kort aldus: in de vergadering van 30 Juni! vroeg de heer v. Acliterhergh bij dc bcspnékimg van het voorstel tot openstelling van die jongens school aan d'en Leusderweg ook voor meis jes, waarom het advies van de Commissie van Toezicht niet tier visie was gelegd. De Wethouder van Onderwijs antwoordde daar op, dat dift advies was gegeven a a n B. e n W. en dus niet verder be hoefde te gaan, doch diab B. en W. geen bezwaar hadden het te dtoen voorlezen, heb geen dan ook geschiedde. In de volgende ra ad&za tilling kwam de wet houder, bij een interpellattile van eeni der le den, op deze quacstile terug en lichtte bet eenmaal verdedigde stanklpuin/b nader tloc dooi' verwijzing naar artt. 96 en 07 van tic 'L. O. Wet, waarin mét geen woord gerept wordt, d'ait die Commissie van Toezicht een advisee rende is; „de dom missie behoeft geen advies te geven noch aan B. en W. noch aan den Raad." De raadsleden war^n liierméde tevreden gesteld, maar niet de heer Woiterboek, die zLcih gisteren beriep oip art. 4 Aan de Vei- videniinJg voor de Commissie van Toezicht op het L. O. te Amersfoort, lulödende: dé oomniisrio ddenit den giem-éenberaad over do lot haar werking behoorende zaJcen van be richt en raad." Hét is goed, dart: de heer Woïlérbeek deze zaak nog eens ter sprake gébracht heeft, im mers: „du choc des sentiments et des opi nions, la cérilé s'élance et pailli/t en rayons''. Maar van dat „jaillir en rayons" hebben wi) toch eerlijk gezegd niét veel gemerkt, omdat er eigenlijk eeiwgszins langs elkaar heen ge- praat werd. De lieer Woltéiheék vilde uitge maakt zien, of de Commissie een advisée- rörad lichaam is erf niet, en de wethouder betoogde hoofdzakelijk, dat B. en W. geen blaam kon treffen, het advies nliiet aan dep Raad overgelegd te hebban, daar het advies door héb college aan de commissie gevraagd was, zooals het lederen dag adviezen yraagt zonder deze te bunnen of be mogen overleg gen. Overigens erkende die wethouder, dart dc commissie volgens de Verordening eenie ad- Viseer end e was, doah hij ontzegde der com missie bet recht adviezen lo verleonien, wan neer zij er niét om gevraagd werd. Wij gelooven, dat op hét oogenblik eerst in .de tw-eddé plaats van belang 'is de vraag, of B. en W. eenige blaaan getroffen heeft, maar dat hét vóór alles gaat om de laak .van do Commissie. Ert d!an is het o-nS gevóelen, dat de commissie volgens art. 4 geroepen is den Raad „van bericht en raad" te dienen, ook al wordt zij er niet om ge vraagd (hetgeton dan ook door den voor- ziLter toegegeven werd). Waar dit artikel duidelijk .spreekt, mag nliiet te angstvallig vastgehouden worden aan den naam van de Commissie „van Toezicht". En wanneer dus B. en W. rheids éigemdr beweging hét aidvies der GommissLe vragen, mag het in 'n geval als dat van den 30sten Juni zeker geen „welwillendhéid" ge noemd wordén, dat B. en W. dit advies van dén Raald mededéelde, was het college iets minder voortvarend geweeét, dan zou de ac tieve Commissie stellig niet verzuimd hebben haar advies in té zenden. De omstandighéid, d-art de co-in irasrié op hét Verzoek van B. en W. haar advies adviseerde aan B. en W., kan dit advies niét dóen besoh'ouwen als slechts voor het ooilege bestemd. Want ten onrechte zou do commissie dan in verdenking komen, niet (tie voldoen aan ark 4: „den gemeente- ra a d Ue (lijeden van bericht en raad»" 'Hoe zou de commissie den Raad van „be richt en raad" kunnen dienen, zoo zij wachten moest, tótdat de Raad er haar om vroeg? Bn hoe zou dat kunnen geschileden? De Raad schrijft geen brieven aan 'n Com- missÜe van Toezicht; op de ontvangst var, zoo'in brief behoeft de commissie dus niet te rekenen. En ais B. en W. zich tot de com missie riohrtén en deze terugschrijft aan het ooilege, beschouwt het ooilege zulle 'n schrij ven als antwoord op 'n vraag om advies, zoo als cr iederen dag her eiï der om advies gevraagd, wordt. Op 'n vraag van B. en W. antwoorden aan den Raad1, zou do commissie ook niet kunnen, omdat lo. liét oubelce»fd zou zijn B. en W. de verzochte inlichtingen mot te geven en 2o. de comiriisrie altijd volgens hét! standpunt van don wethouder géén ongevraagd advies mag geven. Wij vermoioden, dart de wéthouidcr diez-e consequenties van zijfn standpunt niet zal willen handhaven en dat hij zich te zéér lei den liet door z'n zucht om B. en W. van alle blaam .vrij te pleiten. Ten onrechlto, want wij gelooven, dat er geen sprake' was om B. en W. in slaat' van beschuldiging te stellen doch dart slechte opheldering verlangd werd in hot raieöniingsvörsohil omtrenb dén omvang van dé taak ider commissie. Politiek Overzicht. De likwidatie van den Balkan oorlog. Hét besluit van de Bulgaarsche regeering om met Turkije in rechtstreeksohe onder handelingen te treden over hel herstel van den vrede, geeft voedsel aan de hoop, dat het zal gelukken ook dit conflict aan den Balkan tot een good einde tc brengen. Wanneer dat gelukt, dan blijft ais laatste taak nog over de bepaling van de zuidelijke grens cn de or ganisatie van liet nieuwe vorstendom Al banië. Over de wijze waarop deze grensbe paling zal geschieden, heeft de Neuc Freie Press e eeaiige meded eelingen ontvangen, die hertgeen daarover beleend was, nog mot eeni ge bijzonderheden aanvullen. De bepaling van de grens tusschen Zuid- Albanic en Griekenland is op de Londen sche conferentie geschied op grond van een compromis, waardoor de toekomstige grens, onder gelijktijdige onzij.digverklaring van hot kanaal van Korfoe, van lcaap Stylos in dier voege getrokken wordt naar het ooslon tot aan Koritza, dart de vroegere Turksohe casas Delvino en Koritza definitief bij Albanië blij ven. De tengevolge yan het namens Grieken land door Frankrijk aangebrachte protest als betwist verklaarde grensstreken zullen door eene internationale commissie van grensbe paling, die den len September met haar werk is begonnen, binnen drie maanden op grond van. een plaatselijk onderzoek toegewezen worden. Deze betwiste grensstreken zijn: de casas Kolonia en Leskowik, het dal van de Vo- joessa van Koritza naar Prematd en Klis- soera, de Zagoria, het dal van Argyrokastro en de casa van Konitza mot de aangrenzende door Koetzowalachen bewoonde streken. De Londensclie conferentie heef! de inter nationale commissie uitdrukkelijk tot plicht gesteld, de toewijzing van deze landschappen uitsluitend naai' ethnografische beginselen te doen geschieden. Met politieke sympathieën wordt geen rekening gehouden. Wanneer deze gezichtspunten streng in acht genomen worden, dan is hel niet aan twijfel onderhevig, dat de genoemde vijf landschappen op grond van de Albaneesehe nationaliteit van hunne bevolking aan hel vorstendom Albanië moeten worden toege kend. In de eerstgenoemde vier landschappen zijn slechte in het dal van Argyrocaslro lien Griekschc dorpen, alle overigen zijn zuiver Albaneesch. De vrouwen dit geldt overal als het beslissend kenteeken van de nationali teit der familie of van liet dorp spreken geen woord Grieksch. De Ilelleensclie propaganda, die met deze omstandigheid zeer goed bekend is, heeft nu een middel ontdekt, om de internationale commissie over het ethnische karakter van de in geschil zijnde landschappen te misleiden. Uitgaande van de stelling, dat degene, die behoort tot de christelijk orthodoxe kerk, ook natdonaa I-politiek „Griek" is, is de Hel- leenscho propaganda er op uit met den steun van de orthodoxe geestelijkheid inzonderheid de casa van Leskowik door liet airangceren van schijnhuwelijken te grcciseeren. Wat de door veie Koetzowalachen be woonde oasa Konitza en omgeving betreft, bestaat ca- alle kans naar het ethnografische beginsel, dat dit landschap bij Albanië blijft, waar niet alleen aan alle kerkgenootschap pen volledige godsdienstvrijheid wordt toe gestaan, maar ook de Koetzowalachen eene godsdienstige autonomie heblxin te verwach- ten. Het lnor vermelde kunstmiddel, dat de Ilelleensclie propaganda heeft bedacht om Grieken te kweeken, is op zich zelf reeds eene aanwijzing, dat liet werk van de commis sie aan bestrijding en aanvechting zal bloot staan. Dat blijkt ook uit de kritiek, die de wijze waarop de commissie is samengesteld, vindt dn de Grieksohe pers. Onder dc leden van de commissie bevinden zich de Oosten- rijksdhe consul-generaal in Janina cn de Ila- liaansche consul in Monasrtir. De Atheensolie pers spreekt de vrees uit, dat deze vertegen woordigers hunne anti-Grieksohe meeningen ook aan dc overige leden van de commissie zullen opdringen, maar zij voc.gt daar aan toe, dat zelfs eene internationale beslissing de Gricksche bevolking van de betwiste landschappen niet zal afbrengen van hare gehechtheid aan Griekenland. Dat besluiten van de groote mogendheden niet al tijd ernstig zijn op te vatten, bewijst de schending van het Londensche verdrag en de bezetting van Adrianopel door Turkije. De conclusie van de Atheensclie pers is dus, dat niet is in te zien, waarom de door de ge zant enconferentie bepaalde vaststelling van de Albaneesehe grens door Griekenland en de Epirotisolie bevolking zou worden aangeno men. Aan (len ISalkan. Belgrado, 2 Sopt. Morgen zal de recht- streeksche spoorweggcmcensckap tussclicn Belgrado cn Sofia weder beginnen. Athene, 2 Sept De Embnos zegt, dat boL nauwer tóehalen van dc vcrslandhou- ding tusschen Griekenland en Servic de vruch ten verzekert van dJe in den laatslen oorlog behaalde overwinning en eene aankondiging is van de goede verstandhouding op econo misch gebied, die zal volgen op de militaire verstandhouding. •Belgrado, 2 Sept. Op een stap van de vertegenwoordigers der groote mogendheden antwoordde de waarnemende minister van buitenlandsche zaken Spalaikowics, dal Ser vië geen enkel bezwaar zal maken om vol doening te verschaffen aan de economische en handelsbehoeften van de bewoners der Albaneesehe grens, maar slechte op voor waarde, dat de douane-wetten en de politie van Servië worden geëerbiedigd. Sofia, 2 Sept. Men bericht, dat Tudschv troepen den 31en Augustus Xanrtlii hebben bezet. De Bulgaren vertrokken in de richting van Pasclimaldi. Tweede telegrain. Men bevestigt, dat dc Bulgaars oho zijn teruggegaan naar Pasclv' raahli. l>e kavallerie van de achterhoed* wisselden op den terugtocht schoten met de Turkschc troepen. Sofia, 2 Sept. Men bericht uit goedo bron, dart Natsjewics liet kabinet heeft ken nis gegeven, dat Turkije heeft toegestemd ia rechtstrcaksche onderhandelingen en be sprekingen zouden worden gevoerd door Natsjevics, Savow cm Tantsjew, oud-gezant van Bulgarije tc Belgrado. I>c keuze van Savow on Tanlsjew is nog niet offioiocl. Do gevolmachtigden zullen heden avond of mor' gen vertrokken. S o f i a, 2 S e p t De ministerraad liceft ge neraal Savow en Turtsjow aangewezen om voor de onderhandelingen met Turkije aan Natsjevics te worden toegevoegd. K o n s t a li t i n o p c 1, 2 Sept. De Porto heeft den oud-gezant' te Cetlinjc Bcslan aan gewezen om over den vrede met Bulgarijo te onderhandelen. Sofia, 2 Sept. Savow, Tonsjew, Papa- dorow en Koscw vertrokken naar Konslanti- nopel, waar zij morgenmiddag zullen aanko men. Volgens een bericht van de Malin uit Kon- stantinopel is Turkije besloten, bij de aan staande samenkomst met Bulgarije slechts op den volgenden grondslag tc onderhandelen: 1. prijsgave van het Londensche verdrag; 2. aanneming van de Turkschc nota van 19 Juli in hare hoofdlijnen. Dit was de nota, waarin Turkije den categorischcn eisch stelde van eene nieuwe grenslijn, die den loop van dc Mari'lza zou volgen en Adrianopel zou in sluiten. De correspondent van dc Vossische Zlg. Ic Konstanlinopcl verzekert, dat tusschen dc Turken cn Bulgaren tol dusver nog slechts over Adrianopel overeenstemming bcstnaL Bulgarije heeft van Adrianopel afgezien; maar wat verder over de nieuwe grens wordt bericht, is enkel combinatie. Men is daarom' ook niet moer algemeen van mcening, dat de onderhandelingen binnen weinige dagen' geëindigd zullen zijn, ofschoon beide partijen eene snelle afdoening wenschen De Ikdara beoordeelt den toestand zelfs pessimistisch en onderstelt, dat Bulgarije onaannemelijke oiséhen zal stellen, om Turkije veranlwoor-j delijk te stellen voor eene cventueclc misluk king van de onderhandelingen. Wat Bulgarije in de aanslaande onderhan delingen met Turkije eischt is, volgens een bericht van de Franlcf. Ztg. uit Berlijn, over "t geheel de grenslijn, die in hel verdrag van San Stefano was bepaald. De stad Adrianopel zou Turksch blijven op liet voor haar gele gen spoorwegstation en een hoofdzakelijk door Bulgaren bewoonde buitenwijk na. Daar mee zijn echter de kwestiën, waarover men 't in de aanslaande onderhandelingen eens zal hebben te worden, niet uitgeput er komen nog andere bij ook van financieelen en économisahen aard en daarom neemt men in diplomatieke kringen niet aan, dat deze onderhandelingen in weinige dagen tot Als iemand veel weet te vertellen hoe an deren liegen en bedriegen, let dan op hem inzonderheid. VICTOR RAKOSI. 44 Uit het Hongaarsch vertaald door JEiVO SEBESTIÊN en J. A. BiABE Jr. iBenedek schraapte tweemaal zijn keel. „Dat zal moeilijk gaan, mevrouw, heel moeilijk, want de dominee zal bezwaarlijk op den bok van uw rijtuig mee willen rijden, waar hij beslist weigerde mot den vrachtwa gen te gaan (De oude curator had net zoo lang gcdiplo- matiseerd, lot hij er alles had uitgel'lapt.) „Zoo?" viel mevrouw verontwaardigd uit. ^naar dan maar gauw, ;dat gijl uit mijn oogen 'komt, onbeschaamde boeiT' Benedek's oogen flikkerden, niaar hij zei geen woord. Kalmweg zetie hij zijn muts op, haalde tzijn uitgedoofde pijp voor den dag, stak die aan mot een langs zijn broek aan gestreken lucifer, blies vier of vijf rookwolk jes uit, en liet daarmee zijh ergernis naar de maan loopen. Toen, overtuigd, dat hij door zijn gedrag blijk gegeven had, in 't geliee) niet door de dames geïmponeerd te zijn, zei hij zacht: jGoecI, goed, mevrouw: maar een wagen zal er toch zijn, want dat heb ik nu eenmaal beloofd." Daarop ging hij- zonder groet lieen. VIII. Simóndy bracht den nacht onder het af dak van het hotel door >op den wagen van mijnheer Benedek. Vroeg in den morgen reeds maakte deze hem wakker en deelde hem mee, dat zij dadelijk vertrekken moes ten. Voor de bagage der dames had liij een vertrouwden voerman gevonden; natuurlijk een Hongaar, want hij meende dat, vooral na de hoogmoedige woorden der oude dame, het geld van den priester toch in elk geval aan een Hongaar gegeven moest worden, 't "Was nog half donker toen de paartlcm met hun klinkende schellen van onder het afdak wegreden en na de juist ontwakende kleine slacl verlaten te hebben, ging het op een suk keldrafje dc verre sneeuwbergen tegemoet. Tegen het aanbreken van den dag werd hol hoe langer hoe kouder, en mijnheer-Benedek dekte zijn dominee telkens zorgvuldig met zijn zware jas en met den paardendeken toe, opdat lnj toch vooral (maar geen last zou hebben van de koude van den herfstmorgen. Terwijl zij dan, uiL de stad gekomen, zoo over den langen, rechten straatweg voortsukkel den, dommelden zij alle vier nagenoeg in: de twee mannen en de twee paarden, tot ze ten laatste de herberg van Szentpól bereik ten. Daar nam de sleoht begaanbare, kron kelende, onbegaanbare bergweg een aanvang en van hieraf moesten tBenedek en Ide paar den wel degelijk wakker zijn: de predikant kon gerust nog wel voortdommelen. De cu rator stapte bij de herberg even af en gaf zijn paarden „székcly-haver", dat wil zeg gen. dat hii hun kop eens flink heen en weer schudde bij het over het voorhoofd hangende haai'; daarop keek hij den wagen na en deel de toen den predikant mee, dat alles in orde was, zoodat zij met Gods hulp de reis naar de sneeuwbergen konden voortzetten. Pali keek naar 'de nog in schemering ge hulde bergreuzen achter wier zwijgende steen massa's dé morgenzon omhoog begon te rij zen; cn daarna wierp hij een langen blik te rug op de vlakte, waar de laaghangende, luchtige nevels rose getint werden door de eerste glansen van het morgenrood. Vóór hem ko-ude en donkerheid, achter hem warm te en 'gloed!Even liep hem een huive ring langs den rug. Hij voelde zich vreeselijk verlaten, een gevoel van nameloos wee door priemde zijn hart. Wat toch immers stond hem tc wachten daar, waar hij heen ging? Zelfs igecn trouwe hond zou hem verheugd, met dartele sprongen tegemoet rennen. En de gedachte kwam -bij hem op, of hij maar niet liever terug moest keeren? Maar wat zou hem dat baten? Daarginds had hij toch ook niemand. Een M'cemde menschenmassa, een onverschillige schare. Vooruil, maar, mijn heer de curator, naar hnisl" Zij reden een diep ravijn in, waar zij zich weldira weer bij'na geheel in het duister be vonden o Omstreeks ddenzelfden tijd ongeveer sloeg Florica Todorescu in de eenige goede slaap kamer van het hotel in Baltavór, haar gevul de armen om ~den hals harer moeder, haar soneckcnd nog eeai poosje te mogen blijven slapen. Maar dc oude dame gaf -hieraan geen gehoor, daar de voerman al een half uur on geduldig in de gang stond te wachten om de bagage te 'kur\nen opladen. 'Nolens-volens moest de mooie FJ-o-rica dus wél omslaan. omdat de kisten en koffers in haar kamer stonden. Terwijl zij een zacht-rose morgen japon aantrok en haar moedei* iheiu* haar opmaakte, 'kwam de voerman mei den hotel knecht binnen. „Wacht een oogenblik", zei mevrouw To dorescu. „Wie ben je?" „Vraag excuus, mevrouw, ik ben AndrAs Gal, burger uit deze slad." Heeft mijnheer Benedek, de curator, je hier besteld? „Jawel, mevrouw." „En waar is hij dan zelf nu?" „O, hij is al voor liet aanbreken van den dag met den Hongaarsdien predikant ver trokken." „Wie zal er dan borg voor blijven, dat er niets van onze bagage verloren zal gaan?" „Ik zelf, mevrouw; ik heb nog een huisje cn een stukje 'grond; daarop kunt u verhaal zoeken, als dk soms iets van het uwe mocht beschadigen." „Adht stuks zijn er". „Ik zal het zelf ook even natellen, mevrouw" Andrós Gól nam de pakken en kisten voor zichtig aan, informeerend naar wat er alzoo in zat, om als er soms breékbare waar bij was, er des te meer zorg voor tc kunnen dragen. Daarop zei hij goeden dag en ging weg. De dames staken den bouilloir aan en zetten thee. Toen Florica zich op haar gemak gekleed had, sloeg zij een kart pelsmanteltje om, en'ging op ,de veranda zitten. Voor haar strekte zich de, door de opkomend'e zon ver gulde stad ,uit, en met Volle teugen ademde het jonge meisje de frissdhe morgenlucht in. Daarna ging zij naar beneden In den tuin, waar zij een nuiker herfstbloemen plukte; dit bezorgde haar evénwel een Daar door natte voeten, zoodat zij genoodzaakt was een paar schoonc kousen aan te trekken. De kil heid van den vroegen morgen had haar hui- Ycrig gemaakt, maar twee kopjes warme, geurige thee brachten alles spoedig weer in orde. Alleen -haar gezicht bleef een weinig bleek en bezorgd kwam haar moeder bij haar staan, haar zachtjes over hét hoofd streelcnd. De beide ouders hielden ontzettend veel van hun dochter en zouden alle schallen der we reld wel vóórhaar willembesteden. Todorescu de Roemeensclie priester van Garabó, was volstrekt niet een arm maai. In en om het dorp in de sneeuwbergen immers woonden' vele Roemeenen en de priester kan op dui zend manieren schaüling opleggen aan de' geloovigen, die overigeaiis todh al met waar fanatisme aan -hun pópa's zijn gehecht Dc priester dient zoowel het. geloof als het bij geloof van zijn volk cn betéalt het geloof al slecht, liet bijgeloof 'brengt des te meer op. De Roemeen loopt zelfs lot voor zijn zieke koe naar den priester. Ilij "klaagt den diefstal zijner bezittingen aüet bij de politie, maar bij den priester aan, die dan in zijn predicalie den dief met den vloek bedreigt, als deze zich niet binnen zoo en zooveel tijd aan-' meldt. Zonder voorkennis van den priester durft de Roemeen zich zélfs niet tot God tc wenden, en vooral roept hij diens bijstand in, wanneer (hij te strijdeni heeft tegen den dui-k vel en de hooze geesten. Dit alles vermeer dert natuuriijk nog rijkelijk hert inkomen van den pópa. Overigens stond Todorescu ook op zeer goeden voet met den metropoliet vaii NagySzeben, door wiens bemiddeling hij, Zooals men ten mirte te mompelde, ruime on dersteuning genoot f Wordt vervqlüd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1