Woensdag 3 September 1913.
DE EEMLANDER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Klokken die verklonken.
N°. 56
I2a* Jaargang,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort v. w. f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in to zonden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.f 0.50,
Elke regol moorx.- 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto lottora naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bopalfngo*
tot het herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnomont.
Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt of
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
VALKHOFF Ct Co.
Nabetrachting over den
Gemeenteraad.
"Wij hébben 'n oogenblik geaarzeld, vóór
dat wijl boven deze regels „NaLela-achlting
aver den gemeenteraad" durfden schrijven.
Want als wij de agenda nog eens nagaan,
dan, zouden wij niet weten, waarover ook
inaar (iets zou zijn te rcaibelracliten. Behalve
punt 1, de installatie der nieuwe raadsleden,
en bet trokken der nfdeélingen, waarmede
ultte-raard eeniige tijd gemoeid was, gl'edcn
allo punten zonder eenige hapering in bet
bekende tempo onder den voorzi trtershamer
door.
'n Oogenblik hadden wij gemeend, dat een
der loden misschien 'n woordje zoggen, zou
bij punt 3, bet voorstel van B. en W. tót aain-
kóop van bot huisje, dat aan den toren vast
staat en dat B. en W. gaarne wilden hebben
om dén Horen geheel vrij te maken; het is dit
loffelijk streven ongetwijfeld, dat den Raad
dloed besluiten tot aankoop van dit perceel
tje, ver boven de waarde.
Gelukkig voor den nabetrachter leverde de
rondvraag meer belangrijks op. De beer
W'olterbeek wijdde z'n maidenspeech aan de
quaestie, waarover tusscben B. en W., bij
monde van den Wethouder van Onderwijs,
en de Commissie van Toezicht op bót L. O,
verschil van meerling scliijpb te bestaan.
De voorgeschiedenis is in het kort aldus:
in de vergadering van 30 Juni! vroeg de heer
v. Acliterhergh bij dc bcspnékimg van het
voorstel tot openstelling van die jongens
school aan d'en Leusderweg ook voor meis
jes, waarom het advies van de Commissie
van Toezicht niet tier visie was gelegd. De
Wethouder van Onderwijs antwoordde daar
op, dat dift advies was gegeven
a a n B. e n W. en dus niet verder be
hoefde te gaan, doch diab B. en W. geen
bezwaar hadden het te dtoen voorlezen, heb
geen dan ook geschiedde.
In de volgende ra ad&za tilling kwam de wet
houder, bij een interpellattile van eeni der le
den, op deze quacstile terug en lichtte bet
eenmaal verdedigde stanklpuin/b nader tloc
dooi' verwijzing naar artt. 96 en 07 van tic
'L. O. Wet, waarin mét geen woord gerept
wordt, d'ait die Commissie van Toezicht een
advisee rende is; „de dom missie behoeft geen
advies te geven noch aan B. en W. noch aan
den Raad."
De raadsleden war^n liierméde tevreden
gesteld, maar niet de heer Woiterboek, die
zLcih gisteren beriep oip art. 4 Aan de Vei-
videniinJg voor de Commissie van Toezicht
op het L. O. te Amersfoort, lulödende: dé
oomniisrio ddenit den giem-éenberaad over do
lot haar werking behoorende zaJcen van be
richt en raad."
Hét is goed, dart: de heer Woïlérbeek deze
zaak nog eens ter sprake gébracht heeft, im
mers: „du choc des sentiments et des opi
nions, la cérilé s'élance et pailli/t en rayons''.
Maar van dat „jaillir en rayons" hebben wi)
toch eerlijk gezegd niét veel gemerkt, omdat
er eigenlijk eeiwgszins langs elkaar heen ge-
praat werd. De lieer Woltéiheék vilde uitge
maakt zien, of de Commissie een advisée-
rörad lichaam is erf niet, en de wethouder
betoogde hoofdzakelijk, dat B. en W. geen
blaam kon treffen, het advies nliiet aan dep
Raad overgelegd te hebban, daar het advies
door héb college aan de commissie gevraagd
was, zooals het lederen dag adviezen yraagt
zonder deze te bunnen of be mogen overleg
gen. Overigens erkende die wethouder, dart dc
commissie volgens de Verordening eenie ad-
Viseer end e was, doah hij ontzegde der com
missie bet recht adviezen lo verleonien, wan
neer zij er niét om gevraagd werd.
Wij gelooven, dat op hét oogenblik eerst
in .de tw-eddé plaats van belang 'is de vraag,
of B. en W. eenige blaaan getroffen heeft,
maar dat hét vóór alles gaat om de laak .van
do Commissie. Ert d!an is het o-nS gevóelen,
dat de commissie volgens art. 4 geroepen is
den Raad „van bericht en raad" te dienen,
ook al wordt zij er niet om ge
vraagd (hetgeton dan ook door den voor-
ziLter toegegeven werd). Waar dit artikel
duidelijk .spreekt, mag nliiet te angstvallig
vastgehouden worden aan den naam van de
Commissie „van Toezicht". En wanneer
dus B. en W. rheids éigemdr beweging hét
aidvies der GommissLe vragen, mag het in
'n geval als dat van den 30sten
Juni zeker geen „welwillendhéid" ge
noemd wordén, dat B. en W. dit advies van
dén Raald mededéelde, was het college iets
minder voortvarend geweeét, dan zou de ac
tieve Commissie stellig niet verzuimd hebben
haar advies in té zenden. De omstandighéid,
d-art de co-in irasrié op hét Verzoek van B. en
W. haar advies adviseerde aan B. en W., kan
dit advies niét dóen besoh'ouwen als slechts
voor het ooilege bestemd. Want ten onrechte
zou do commissie dan in verdenking komen,
niet (tie voldoen aan ark 4: „den gemeente-
ra a d Ue (lijeden van bericht en raad»"
'Hoe zou de commissie den Raad van „be
richt en raad" kunnen dienen, zoo zij
wachten moest, tótdat de Raad er haar om
vroeg? Bn hoe zou dat kunnen geschileden?
De Raad schrijft geen brieven aan 'n Com-
missÜe van Toezicht; op de ontvangst var,
zoo'in brief behoeft de commissie dus niet
te rekenen. En ais B. en W. zich tot de com
missie riohrtén en deze terugschrijft aan het
ooilege, beschouwt het ooilege zulle 'n schrij
ven als antwoord op 'n vraag om advies,
zoo als cr iederen dag her eiï der om advies
gevraagd, wordt. Op 'n vraag van B. en W.
antwoorden aan den Raad1, zou do commissie
ook niet kunnen, omdat lo. liét oubelce»fd
zou zijn B. en W. de verzochte inlichtingen
mot te geven en 2o. de comiriisrie altijd
volgens hét! standpunt van don wethouder
géén ongevraagd advies mag geven.
Wij vermoioden, dart de wéthouidcr diez-e
consequenties van zijfn standpunt niet zal
willen handhaven en dat hij zich te zéér lei
den liet door z'n zucht om B. en W. van alle
blaam .vrij te pleiten. Ten onrechlto, want wij
gelooven, dat er geen sprake' was om B. en
W. in slaat' van beschuldiging te stellen doch
dart slechte opheldering verlangd werd in hot
raieöniingsvörsohil omtrenb dén omvang van
dé taak ider commissie.
Politiek Overzicht.
De likwidatie van den Balkan
oorlog.
Hét besluit van de Bulgaarsche regeering
om met Turkije in rechtstreeksohe onder
handelingen te treden over hel herstel van
den vrede, geeft voedsel aan de hoop, dat het
zal gelukken ook dit conflict aan den Balkan
tot een good einde tc brengen. Wanneer dat
gelukt, dan blijft ais laatste taak nog over
de bepaling van de zuidelijke grens cn de or
ganisatie van liet nieuwe vorstendom Al
banië. Over de wijze waarop deze grensbe
paling zal geschieden, heeft de Neuc Freie
Press e eeaiige meded eelingen ontvangen, die
hertgeen daarover beleend was, nog mot eeni
ge bijzonderheden aanvullen.
De bepaling van de grens tusschen Zuid-
Albanic en Griekenland is op de Londen
sche conferentie geschied op grond van een
compromis, waardoor de toekomstige grens,
onder gelijktijdige onzij.digverklaring van hot
kanaal van Korfoe, van lcaap Stylos in dier
voege getrokken wordt naar het ooslon tot
aan Koritza, dart de vroegere Turksohe casas
Delvino en Koritza definitief bij Albanië blij
ven. De tengevolge yan het namens Grieken
land door Frankrijk aangebrachte protest als
betwist verklaarde grensstreken zullen door
eene internationale commissie van grensbe
paling, die den len September met haar werk
is begonnen, binnen drie maanden op grond
van. een plaatselijk onderzoek toegewezen
worden.
Deze betwiste grensstreken zijn: de casas
Kolonia en Leskowik, het dal van de Vo-
joessa van Koritza naar Prematd en Klis-
soera, de Zagoria, het dal van Argyrokastro
en de casa van Konitza mot de aangrenzende
door Koetzowalachen bewoonde streken.
De Londensclie conferentie heef! de inter
nationale commissie uitdrukkelijk tot plicht
gesteld, de toewijzing van deze landschappen
uitsluitend naai' ethnografische beginselen te
doen geschieden. Met politieke sympathieën
wordt geen rekening gehouden.
Wanneer deze gezichtspunten streng in
acht genomen worden, dan is hel niet aan
twijfel onderhevig, dat de genoemde vijf
landschappen op grond van de Albaneesehe
nationaliteit van hunne bevolking aan hel
vorstendom Albanië moeten worden toege
kend. In de eerstgenoemde vier landschappen
zijn slechte in het dal van Argyrocaslro lien
Griekschc dorpen, alle overigen zijn zuiver
Albaneesch. De vrouwen dit geldt overal
als het beslissend kenteeken van de nationali
teit der familie of van liet dorp spreken
geen woord Grieksch.
De Ilelleensclie propaganda, die met deze
omstandigheid zeer goed bekend is, heeft nu
een middel ontdekt, om de internationale
commissie over het ethnische karakter van de
in geschil zijnde landschappen te misleiden.
Uitgaande van de stelling, dat degene, die
behoort tot de christelijk orthodoxe kerk,
ook natdonaa I-politiek „Griek" is, is de Hel-
leenscho propaganda er op uit met den steun
van de orthodoxe geestelijkheid inzonderheid
de casa van Leskowik door liet airangceren
van schijnhuwelijken te grcciseeren.
Wat de door veie Koetzowalachen be
woonde oasa Konitza en omgeving betreft,
bestaat ca- alle kans naar het ethnografische
beginsel, dat dit landschap bij Albanië blijft,
waar niet alleen aan alle kerkgenootschap
pen volledige godsdienstvrijheid wordt toe
gestaan, maar ook de Koetzowalachen eene
godsdienstige autonomie heblxin te verwach-
ten.
Het lnor vermelde kunstmiddel, dat de
Ilelleensclie propaganda heeft bedacht om
Grieken te kweeken, is op zich zelf reeds
eene aanwijzing, dat liet werk van de commis
sie aan bestrijding en aanvechting zal bloot
staan. Dat blijkt ook uit de kritiek, die de
wijze waarop de commissie is samengesteld,
vindt dn de Grieksohe pers. Onder dc leden
van de commissie bevinden zich de Oosten-
rijksdhe consul-generaal in Janina cn de Ila-
liaansche consul in Monasrtir. De Atheensolie
pers spreekt de vrees uit, dat deze vertegen
woordigers hunne anti-Grieksohe meeningen
ook aan dc overige leden van de commissie
zullen opdringen, maar zij voc.gt daar
aan toe, dat zelfs eene internationale
beslissing de Gricksche bevolking van de
betwiste landschappen niet zal afbrengen
van hare gehechtheid aan Griekenland. Dat
besluiten van de groote mogendheden niet al
tijd ernstig zijn op te vatten, bewijst de
schending van het Londensche verdrag en de
bezetting van Adrianopel door Turkije. De
conclusie van de Atheensclie pers is dus, dat
niet is in te zien, waarom de door de ge
zant enconferentie bepaalde vaststelling van
de Albaneesehe grens door Griekenland en de
Epirotisolie bevolking zou worden aangeno
men.
Aan (len ISalkan.
Belgrado, 2 Sopt. Morgen zal de recht-
streeksche spoorweggcmcensckap tussclicn
Belgrado cn Sofia weder beginnen.
Athene, 2 Sept De Embnos zegt, dat
boL nauwer tóehalen van dc vcrslandhou-
ding tusschen Griekenland en Servic de vruch
ten verzekert van dJe in den laatslen oorlog
behaalde overwinning en eene aankondiging
is van de goede verstandhouding op econo
misch gebied, die zal volgen op de militaire
verstandhouding.
•Belgrado, 2 Sept. Op een stap van de
vertegenwoordigers der groote mogendheden
antwoordde de waarnemende minister van
buitenlandsche zaken Spalaikowics, dal Ser
vië geen enkel bezwaar zal maken om vol
doening te verschaffen aan de economische
en handelsbehoeften van de bewoners der
Albaneesehe grens, maar slechte op voor
waarde, dat de douane-wetten en de politie
van Servië worden geëerbiedigd.
Sofia, 2 Sept. Men bericht, dat Tudschv
troepen den 31en Augustus Xanrtlii hebben
bezet. De Bulgaren vertrokken in de richting
van Pasclimaldi.
Tweede telegrain. Men bevestigt, dat
dc Bulgaars oho zijn teruggegaan naar Pasclv'
raahli. l>e kavallerie van de achterhoed*
wisselden op den terugtocht schoten met de
Turkschc troepen.
Sofia, 2 Sept. Men bericht uit goedo
bron, dart Natsjewics liet kabinet heeft ken
nis gegeven, dat Turkije heeft toegestemd ia
rechtstrcaksche onderhandelingen en be
sprekingen zouden worden gevoerd door
Natsjevics, Savow cm Tantsjew, oud-gezant
van Bulgarije tc Belgrado. I>c keuze van
Savow on Tanlsjew is nog niet offioiocl. Do
gevolmachtigden zullen heden avond of mor'
gen vertrokken.
S o f i a, 2 S e p t De ministerraad liceft ge
neraal Savow en Turtsjow aangewezen om
voor de onderhandelingen met Turkije aan
Natsjevics te worden toegevoegd.
K o n s t a li t i n o p c 1, 2 Sept. De Porto
heeft den oud-gezant' te Cetlinjc Bcslan aan
gewezen om over den vrede met Bulgarijo
te onderhandelen.
Sofia, 2 Sept. Savow, Tonsjew, Papa-
dorow en Koscw vertrokken naar Konslanti-
nopel, waar zij morgenmiddag zullen aanko
men.
Volgens een bericht van de Malin uit Kon-
stantinopel is Turkije besloten, bij de aan
staande samenkomst met Bulgarije slechts op
den volgenden grondslag tc onderhandelen:
1. prijsgave van het Londensche verdrag; 2.
aanneming van de Turkschc nota van 19 Juli
in hare hoofdlijnen. Dit was de nota, waarin
Turkije den categorischcn eisch stelde van
eene nieuwe grenslijn, die den loop van dc
Mari'lza zou volgen en Adrianopel zou in
sluiten.
De correspondent van dc Vossische Zlg. Ic
Konstanlinopcl verzekert, dat tusschen dc
Turken cn Bulgaren tol dusver nog slechts
over Adrianopel overeenstemming bcstnaL
Bulgarije heeft van Adrianopel afgezien;
maar wat verder over de nieuwe grens wordt
bericht, is enkel combinatie. Men is daarom'
ook niet moer algemeen van mcening, dat
de onderhandelingen binnen weinige dagen'
geëindigd zullen zijn, ofschoon beide partijen
eene snelle afdoening wenschen De Ikdara
beoordeelt den toestand zelfs pessimistisch
en onderstelt, dat Bulgarije onaannemelijke
oiséhen zal stellen, om Turkije veranlwoor-j
delijk te stellen voor eene cventueclc misluk
king van de onderhandelingen.
Wat Bulgarije in de aanslaande onderhan
delingen met Turkije eischt is, volgens een
bericht van de Franlcf. Ztg. uit Berlijn, over
"t geheel de grenslijn, die in hel verdrag van
San Stefano was bepaald. De stad Adrianopel
zou Turksch blijven op liet voor haar gele
gen spoorwegstation en een hoofdzakelijk
door Bulgaren bewoonde buitenwijk na. Daar
mee zijn echter de kwestiën, waarover men
't in de aanslaande onderhandelingen eens
zal hebben te worden, niet uitgeput er
komen nog andere bij ook van financieelen
en économisahen aard en daarom neemt
men in diplomatieke kringen niet aan, dat
deze onderhandelingen in weinige dagen tot
Als iemand veel weet te vertellen hoe an
deren liegen en bedriegen, let dan op hem
inzonderheid.
VICTOR RAKOSI.
44 Uit het Hongaarsch vertaald door
JEiVO SEBESTIÊN
en J. A. BiABE Jr.
iBenedek schraapte tweemaal zijn keel.
„Dat zal moeilijk gaan, mevrouw, heel
moeilijk, want de dominee zal bezwaarlijk op
den bok van uw rijtuig mee willen rijden,
waar hij beslist weigerde mot den vrachtwa
gen te gaan
(De oude curator had net zoo lang gcdiplo-
matiseerd, lot hij er alles had uitgel'lapt.)
„Zoo?" viel mevrouw verontwaardigd uit.
^naar dan maar gauw, ;dat gijl uit mijn
oogen 'komt, onbeschaamde boeiT'
Benedek's oogen flikkerden, niaar hij zei
geen woord. Kalmweg zetie hij zijn muts op,
haalde tzijn uitgedoofde pijp voor den dag,
stak die aan mot een langs zijn broek aan
gestreken lucifer, blies vier of vijf rookwolk
jes uit, en liet daarmee zijh ergernis naar de
maan loopen. Toen, overtuigd, dat hij door
zijn gedrag blijk gegeven had, in 't geliee)
niet door de dames geïmponeerd te zijn, zei
hij zacht:
jGoecI, goed, mevrouw: maar een wagen
zal er toch zijn, want dat heb ik nu eenmaal
beloofd."
Daarop ging hij- zonder groet lieen.
VIII.
Simóndy bracht den nacht onder het af
dak van het hotel door >op den wagen van
mijnheer Benedek. Vroeg in den morgen
reeds maakte deze hem wakker en deelde
hem mee, dat zij dadelijk vertrekken moes
ten. Voor de bagage der dames had liij een
vertrouwden voerman gevonden; natuurlijk
een Hongaar, want hij meende dat, vooral
na de hoogmoedige woorden der oude dame,
het geld van den priester toch in elk geval
aan een Hongaar gegeven moest worden,
't "Was nog half donker toen de paartlcm met
hun klinkende schellen van onder het afdak
wegreden en na de juist ontwakende kleine
slacl verlaten te hebben, ging het op een suk
keldrafje dc verre sneeuwbergen tegemoet.
Tegen het aanbreken van den dag werd hol
hoe langer hoe kouder, en mijnheer-Benedek
dekte zijn dominee telkens zorgvuldig met
zijn zware jas en met den paardendeken toe,
opdat lnj toch vooral (maar geen last zou
hebben van de koude van den herfstmorgen.
Terwijl zij dan, uiL de stad gekomen, zoo over
den langen, rechten straatweg voortsukkel
den, dommelden zij alle vier nagenoeg in:
de twee mannen en de twee paarden, tot ze
ten laatste de herberg van Szentpól bereik
ten. Daar nam de sleoht begaanbare, kron
kelende, onbegaanbare bergweg een aanvang
en van hieraf moesten tBenedek en Ide paar
den wel degelijk wakker zijn: de predikant
kon gerust nog wel voortdommelen. De cu
rator stapte bij de herberg even af en gaf
zijn paarden „székcly-haver", dat wil zeg
gen. dat hii hun kop eens flink heen en weer
schudde bij het over het voorhoofd hangende
haai'; daarop keek hij den wagen na en deel
de toen den predikant mee, dat alles in orde
was, zoodat zij met Gods hulp de reis naar
de sneeuwbergen konden voortzetten.
Pali keek naar 'de nog in schemering ge
hulde bergreuzen achter wier zwijgende steen
massa's dé morgenzon omhoog begon te rij
zen; cn daarna wierp hij een langen blik te
rug op de vlakte, waar de laaghangende,
luchtige nevels rose getint werden door de
eerste glansen van het morgenrood. Vóór
hem ko-ude en donkerheid, achter hem warm
te en 'gloed!Even liep hem een huive
ring langs den rug. Hij voelde zich vreeselijk
verlaten, een gevoel van nameloos wee door
priemde zijn hart. Wat toch immers stond
hem tc wachten daar, waar hij heen ging?
Zelfs igecn trouwe hond zou hem verheugd,
met dartele sprongen tegemoet rennen. En
de gedachte kwam -bij hem op, of hij maar
niet liever terug moest keeren? Maar wat
zou hem dat baten? Daarginds had hij toch
ook niemand. Een M'cemde menschenmassa,
een onverschillige schare. Vooruil, maar, mijn
heer de curator, naar hnisl"
Zij reden een diep ravijn in, waar zij zich
weldira weer bij'na geheel in het duister be
vonden o
Omstreeks ddenzelfden tijd ongeveer sloeg
Florica Todorescu in de eenige goede slaap
kamer van het hotel in Baltavór, haar gevul
de armen om ~den hals harer moeder, haar
soneckcnd nog eeai poosje te mogen blijven
slapen. Maar dc oude dame gaf -hieraan geen
gehoor, daar de voerman al een half uur on
geduldig in de gang stond te wachten om
de bagage te 'kur\nen opladen. 'Nolens-volens
moest de mooie FJ-o-rica dus wél omslaan.
omdat de kisten en koffers in haar kamer
stonden. Terwijl zij een zacht-rose morgen
japon aantrok en haar moedei* iheiu* haar
opmaakte, 'kwam de voerman mei den hotel
knecht binnen.
„Wacht een oogenblik", zei mevrouw To
dorescu. „Wie ben je?"
„Vraag excuus, mevrouw, ik ben AndrAs
Gal, burger uit deze slad."
Heeft mijnheer Benedek, de curator, je
hier besteld?
„Jawel, mevrouw."
„En waar is hij dan zelf nu?"
„O, hij is al voor liet aanbreken van den
dag met den Hongaarsdien predikant ver
trokken."
„Wie zal er dan borg voor blijven, dat er
niets van onze bagage verloren zal gaan?"
„Ik zelf, mevrouw; ik heb nog een huisje cn
een stukje 'grond; daarop kunt u verhaal
zoeken, als dk soms iets van het uwe mocht
beschadigen."
„Adht stuks zijn er".
„Ik zal het zelf ook even natellen, mevrouw"
Andrós Gól nam de pakken en kisten voor
zichtig aan, informeerend naar wat er alzoo
in zat, om als er soms breékbare waar bij
was, er des te meer zorg voor tc kunnen
dragen. Daarop zei hij goeden dag en ging
weg. De dames staken den bouilloir aan en
zetten thee. Toen Florica zich op haar gemak
gekleed had, sloeg zij een kart pelsmanteltje
om, en'ging op ,de veranda zitten. Voor haar
strekte zich de, door de opkomend'e zon ver
gulde stad ,uit, en met Volle teugen ademde
het jonge meisje de frissdhe morgenlucht in.
Daarna ging zij naar beneden In den tuin,
waar zij een nuiker herfstbloemen plukte;
dit bezorgde haar evénwel een Daar door
natte voeten, zoodat zij genoodzaakt was een
paar schoonc kousen aan te trekken. De kil
heid van den vroegen morgen had haar hui-
Ycrig gemaakt, maar twee kopjes warme,
geurige thee brachten alles spoedig weer in
orde. Alleen -haar gezicht bleef een weinig
bleek en bezorgd kwam haar moeder bij haar
staan, haar zachtjes over hét hoofd streelcnd.
De beide ouders hielden ontzettend veel van
hun dochter en zouden alle schallen der we
reld wel vóórhaar willembesteden. Todorescu
de Roemeensclie priester van Garabó, was
volstrekt niet een arm maai. In en om het
dorp in de sneeuwbergen immers woonden'
vele Roemeenen en de priester kan op dui
zend manieren schaüling opleggen aan de'
geloovigen, die overigeaiis todh al met waar
fanatisme aan -hun pópa's zijn gehecht Dc
priester dient zoowel het. geloof als het bij
geloof van zijn volk cn betéalt het geloof al
slecht, liet bijgeloof 'brengt des te meer op.
De Roemeen loopt zelfs lot voor zijn zieke
koe naar den priester. Ilij "klaagt den diefstal
zijner bezittingen aüet bij de politie, maar bij
den priester aan, die dan in zijn predicalie
den dief met den vloek bedreigt, als deze
zich niet binnen zoo en zooveel tijd aan-'
meldt. Zonder voorkennis van den priester
durft de Roemeen zich zélfs niet tot God tc
wenden, en vooral roept hij diens bijstand in,
wanneer (hij te strijdeni heeft tegen den dui-k
vel en de hooze geesten. Dit alles vermeer
dert natuuriijk nog rijkelijk hert inkomen van
den pópa. Overigens stond Todorescu ook op
zeer goeden voet met den metropoliet vaii
NagySzeben, door wiens bemiddeling hij,
Zooals men ten mirte te mompelde, ruime on
dersteuning genoot f
Wordt vervqlüd'