u
li
"'1
11
„DE E EM LAN DER".
Woensdag 24 September 1913.
FEUILLETON.
Ds Klokken die verklonken.
n\ 73
I2da Jaargang,
BUITENLAND.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Ca
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO.
Idem fratico per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertontios en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels.. f 0.50,
Elke regol moor0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bodrijf bostaan zoor voordeolige bepalingoq
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnoraoni
Eono ciroulairo, bovattondo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
De Koning va.» Griekenland
te Parijs.
Zooals men uil onze rubriek „Politieke be
richten-heeft kunnen bemerken, heeft de
rede waarmede koning Gonslantijn van Grie
kenland in liet Elysee den heildronk van
presiidtenit Po'incaru heeft beantwoord, in
Frankrijk getei goede pers. Men schijnt daar
te hebben verwacht, dat de koning van Grie
kenland niet meer cd minder zo-u do-on dan
de Burlijnsche rede, waarbij bij de overwin
ningen van hel Grieksclic leger lieeit toege
schreven aan de lessen der Duitsche strate
gen, op duidelijke wijze herroepen. Deze
woorden zijn echter eenmaal gezegd en zui
len gezegd blijvon on men kan in gemoede
nlitet verlangen, zeits niet van een vorst, dat
Iiij heden logenstraft hetgeen hij gisteren ge
zegd heeit. Mitsdien is hol geplukiiaar nog
nuéL algetoopen en kunnen de chauvinisten in
beide iauwlen nog wait blijven aoorsnoeven
en naijverig doorboomen over de vraag aan
wie een deel van den lol' toekomt der Griek-
sche overwinningen in den jongslen oorlog,
aan de Pruisische strategie ol aan de Fran-
solie instructeurs, welke d(T laatste paar jaren
in het Grieksche leger zijn werkzaam geweest,
teneinde di'L te reorganisecren.
,yDe officieren, welke wij aan koning Con-
stauilijii geleverd hebben", zoo schrijft de Ra
dical, „hebben heel wat meer aandeel in de
Grieksche overwinningen dan de Pruisische
strategie."
Terwijl die Vossische Zcitung schrijft: „Ge
neraal Eydoux en zijne officieren hebben zich
aJs leermeesters van het Grieksche leger op
velerlei gebied van organisatie ontegenzeg
gelijk verdienstelijk gemaakt, er is geen en'
kole reden om dit niidt te erkennen. Men acht
zich in Duitschland vrij van ieder gevoel van
afgunst op deze verdi-cnst-en-en- op die-goede
nota daarvan door den Koning, maar men
weet hier ook te onderscheiden tusschen het
militaire alLedagswerk, waarvoor de Fran-
sche officieren in Griekenland zorgden cd
de strategische leiding, welke in handen van
koning Gonstanlijia en zijn Griéksche raads
lieden berustte."
En nu heeft, zoo zegt do Vossische, koning
Gonslantijn in Berldjoi niet anders dan de
waarheid gesproken, toen hij dankbaar con
stateerde, dat hijzelf on zijn generale staf
hunne met succes aangewende krijgsweten
schap in Duitschland. hebben verworven.
De Frankfurter Zeibung meent dat het van
waiojig respect voor een monairch getuigt,
wanneer men van hem verwacht dat hij éene
in het openbaar en zeker airiest zondter naden
ken uitgesproken meening zal herroepen.
Dat zou niét alleen bewijzen dat zulk e'en mo-
niairch bet tegendeel ware van een karakter
vol mensoh, doch het zou hem voor de heele
wereld en voor langen tijd belachelijk ma-"
ken. Het blad vermoedt d'at koning Gonslan
tijn wèi het misverstand heeft wil
len wegnomen dlait in Frankrijk door zijn
beide was ontstaan. Koning Consbantijn heeft
Zondag, omidiat liij iini Frankrijk het woord
voerde, natuurlijk ook aan de andere leer
meesteres van zijn leger zijn erkentelijkheid
en hoogachting betuigd, n.l. de Fransche mi
litaire missie, vaat welke men ook in Duitscli-
laud overtuigd is dat ze do vorming der
Griteksohe soldaten mot „zaakkennis, ijver en
meesleep end o geestdrift" heeft op zich ge
nomen
„Deze waardeering >*311 het Fransche on
derricht raakt feitelijk in geen enkel opzicht
de vroegere waardksering der Duitsche stra
tegie. In ieder geval behoorden ook Grieken-
tand's ware vrienden in Frankrijk te erken
nen, dat de rede van koning ConstanUjn in
leder opzicht waardig en zakelijk is ge
weest."
„"Wel twijfelen wij of men zich in Grie
kenland gevleid dan wel onaangenaam ge
troffen zal gevoelen door de rede van pre
sident Poincaré, welke bij de balans der
Fransch-Grieksche vriendschapsbetrekkingen
uitsluitend de prestaties en de verdiensten
ran Frankrijk opsomt, zoodal de betrekkin
gen tussekcii de beide natiën gaan lijken op
die van een goed gu nst i gen philaistroop tegen
over zijn gunsteling, terwijl werkelijke vriend
schap toch altijd sléchts op gelijkgerechtigd
heid kan gegrond zijn. Maai' de Fransche
president moet ten slotte zelf weiten hoever
hij gaan kan tegenover een natie, welke op
zijn beurs .is aangewezen."
Voelt men de pointe?
'Men ziet waar een vorstenvvoord al niet
boe leiden kan, indien de nationale ij delheid
er mede gemoeid isl Over de vraag: Van wie
heeft Griekenland nu het meeste cn het bes
te geleerd! En als nu eens de heele strategie
niets niet Griekonland's successen te maken
heeft gehad en deze alleen te danken zij-n
aan den voor Turkije zeo noodloltigen. gang
der gebeurtenissen
Wat per slot van rekening ook ndtet onmo
gelijk is. De Grieken zijn met de Turken mis
schien nog niet klaar.
Aan den Balkan.
Konstantinopei, 2 3 Sept. De com
missie voor het Turksch-Bulgaarsch vredes
verdrag beraadslaagde heden voornamelijk
over de kwestie der vakouis. (godsdienstige
Stichtingen) waarvan de regeling naar men
zegt op moeilijkheden stuit De rest van het
verdrag zal waarschijnlijk in de volgende zit
ting worden afgehandeld, welke heden na
middag zal plaats hebben
Belgrado, 23 Sept. Een ofiicicele
nota ontkent dat er oneenigheid bestaat tus
schen Servië en Griekenland.
Uit Salomiki wordt gemeld, dat de Ser
vische autoritedien de opening der Grieksche
scholen in Monastir hebben verboden.
J a n i 11 a 2 3 S e p t. De toestand in Alba
nië wordt ingewikkelder. Men meldt uit
Berat: Essad Pacha te Durazzo en Beklas-Boy
in Bakiam hebben de autonomie van Albanië
geproclameerd, onder souvercinileit van den
sultan, terwijl ze aan Ismail Bey deden weten
dat hij van Valona zal moeten afzien, indien
liij niet met geweld wii worden weggejaagd.
Essad Pachn moet aan zijn partijgangers
Ismail Bey hebben voorgesteld als den lei
der der buitenlandsche propaganda.
Ismail IChemal heelt de bewoners van Mola-
kasta onder de wapenen geroepen, hen uit-
noodigend tegen de nieuwe partij op te trek
ken, en onder de belofte hun maandelijks een
soldij van 200 piasters te vertecnen.
Belgrado, 23 Sept. Volgens particu
liere berichten hebben 20,000 goed bewapen-
<le Alban-eezon de forten der Servische stad
Dibra bezet. De regeemng zendt haastig ver
sterkingen. Gisteren nog heeft ze de aan
dacht dor mogendheden op de onlusten in
Albanië gevestigd. Volgens door haar ont
vangen waarschuwingen moeten Oostenrijk-
sclic on Bulgaarschc offiaieren over do Alba-
néezen hot hevel voeren.
Woenen, 23 Sopt. Men meldt uit Sku-
tiari aan do Wanner Allgemeine Zcitung, dat
de Albaroeezen ric Serven in de streek van
Djbra en Prizrend 60 nederlaag hebben toe
gebracht. De Malissoren bezetten do bergen
aan de grons. Ook Toezi moet door de Al-
han-eezcu bezet zijn.
Belgrado, 23 Sept. De ministerraad
moet besloten hebben een doel der reservis
ten op te roepen en ze naar de Albaneesclie
grenzen te zonden». Do rcgccring zond een
nota aan de groote mogendheden, waarin de
toestand wordt uiteengezet.
Belgrado, 23 Sept. Een officieele nota
zegt dat bot gevecht tusschen Albaneezen
en Serven in den omtrek van Dibra zeer
hardnekkig was. De Serven die de minderen
in aanbal waren, trokken terug op Kitsjevo.
6000 Albaneozcn onder bevel van buitenland-
scbe onderofficieren zijn Dibra binnengetrok
ken. Servische versterkingen zijn uitgezon
den. De minister van buitenlandsche zaken
is naar Belgrado teruggekeerd.
Cettinje, 2 3 Sept. In verband met de
Onlusten op de Albaineesche grens loopt liet
gerucht, dat er Montenegrijnscbe troepen
heengezonden zullen worden.
.Kidder von Rilinski die benoemd is tot lid
dor commissie voor die bepaling van de
grens tusschen Griekenland en Albanië heeft
in een interview geprotesteerd tegen de
airii-Gri'eksche gezindheid, welke men hem
toegedicht heeft. Hij veiklaart het daarin
voor onjuist dat de oommissie vooropgezette
kleeën hoedt omtrent de grensbepaling. De
leden der commissie zijn het daarover vol-
■«ferekt -oog niet -ee ns en weten nog niet eens
welke stroken ze bezoeken zullen. Zij zullen
het hun door de gezantenconferentie ver-
löanKlo mandaat vervullen door zich te
basecren op de tooi welke in de af te bakenen
gebieden wordt gesproken, benevens op
enkele geognaphische en strategische facto
ren. De commissie zal alle steden van dc
betrokken streken bezoeken zonder zich
vooraf Voor de uitsluiting van deze of gene
sliad uiit te spreken.
C e 11 i n j e, 2 3 S e p t. Zaterdag is definitief
besloten tot de uitgifte van zes milliaen francs
aan schatkialbons in mindering van de inter
nationale lecning van dertig milliloen francs,
welke door de Londensche conferentie aan
Montenegro is toegestaan.
Onlangs is een verzameling van brieven van
Grieksche soldaten in druk uitgegeven, waar
op door de__Bulgaarsche posterijen beslag
was gelegd. Uit een Duitsche vertaling daar
van citeert de Frankf. Ztg. o.a. de volgende
passages, welke bewijzen dat ailerwtge bar-
baarsche geweldenarij hoogtij liceft gevierd.
„Deze oorlog is zeer gruwzaam geweest.
Wij hebben alle dorpen, die door de Bulga
ren verlaten waren, verbrand. De Bulgaren
verbranden alle Grieksche dorpen, zij moor
den en wij moorden en alle onderdanen de
zer natie, welke in onzen handen vallen, wor
den met de Mannlicliers behandeld. Van de
1200 Bulgaren die wij in Nigrita gevangen
genomen hebben zijn er slechts 41 in de ge
vangenissen in leven gebleven en overal waar
wij doortrokkon lieten wij ook maar niet één
kiom van dit ras over.
Terwijl een ander Grioksch soldaat schrijft:
Wij zijn ana dc grens van Bulgarije cn
Thracië. Wat den oorlog aangaan, onmo
gelijk is het om te beschrijven wat daarbij
gebeurt. De gruweldaden die thans plaats
hebben zijn zoo vrccsclijk dat ze na Christus
hun wedergade niet vinden. Het Grieksche
leger verbrandt alle Bulgaarsche dorpen en
doodt alle Bulgaren die liet ontmoet"
Duitschland.
Berlijn, 23 Sept. De Norddeulsche
Allgomeane Zoitong schrijft: Aan de Daily
Mail werd uit Berlijn gemeld, dat Keizer Wil
helm te Vancouver, althans in Britscli-Go-
lunibia, land voor zijn persoonlijke rekening
land heeft aangekocht. Wij constalecren dat
deze bewering een verzinsel is.
Luxemburg.
Gisteren hei damt de Luxcmburgsche staats
minister Eyscihcn zijn zilveren ambtsjubi
leum. Paul Eyschen is in 1811 geboren cn
werd in 1866 in de Kamer gekozen, terwijl
hij in 1876 reeds in het ministerie trad. Ech
ter eerst in 1888 werd hein de hoogste waar
digheid in het Luxemburgschc landje toever
trouwd en kwam hij aan het hoofd der re
geering. Vijfentwintig jaren lang heeft hij
nu de teugels van het bewind in handen ge
had. Zijn verdiensten voor het bestuur van
het kleine groothertogdom, dat zich in latere
jaren op industrieel gebied zoo zeer ontwik
kelde, worden in breedo kringen gewaar
deerd.
Frankrijk.
P a r ij s, 23 Sc pt De Koning Yan Grie
kenland begaf zich lieden naar hel ministerie
van buiLeinlandscihe zaken, waar hij met mi
nister Pidion een langdurig onderhoud had.
P a r ij s, 23 Sept. Poincaré heeft aan Ve-
nizelos het Grootkruis van het Legioen van
Eer verleend.
Athene, 23 SepL Mi nis ter-president Ve-
nizelos bracht gisteren een bezoek aan den
Franschen gezant Halgouel, wion hij dank
betuigde voor de liarteLijke en sympathieke
woorden, door president Poincaré jegens
Griekenland geuit.
De Koning van Griekenland' heeft in Frank
rijk geen goede pers. Terwijl de bladen van
alle richtingen eenstemmig zijn in hunne
waardeerilig van den takt, waarmede Poin
caré de zaak Grieken lands heeft welen te
scheiden van die des konings en tegenover
den laatstgenoemde I\rank/ijk's ware gevoe
lens te verstaan heelT1 gegeven, verwijlen) ze
konfing Conslan'lijn dat deze zich in zijn tafel
rede lot nietszeggende algemeenheden heeft
beperkt en geen- enkel woord heeft gespro
ken rlat het Fransche volk in hart treft. Alle
bladen geven evenwel de verwachting te ken
nen dat Frankrijk Griekenland niet voor de
onhandigheid van zijn vorst zal d'oen boe
ten. Die bladen, welke een afspiegeling die
nen te geven van Frankrijk s officieele poli
tiek, zooals de Pet'it Parisien, zijn er mee
tevreden dat het incident als gecundigd kan
beschouwd worden en dal de oude vriend
schap tusschen Griekenland en Frankrijk
weer hersteld is cn ook dc Radical meent dal
door des konings hartelijke, hoezeer ai ge me
ten woorden de onbehagelijke stemming ln
Frankrijk nu wel zal geweken zijn.
Andere blaklen geven evenwel on
omwonden too, dat hot niet gelukt
koning Gonstaiiliju woorden tc doen zeggen,
welke den indruk van zijn BeaTijnscho rede
kunnen uitwisschen. De „Ma-tin", dio voor
namelijk do campagne tegen den koning ge
leid heeft, constateert zulks eveneens on vocgl
daaraan toe, dial men do rede van koning
Gonstantijn als „voorloopig bevredigend" mag
beschouwen. Eerst de toekomst zal haar df
juiste botookenis vorlecnen.
Wat hiermede bedoek! wordt, geelt de „Ra
dical" in do volgende woorden weer: „Op
den dag waarop de Fransche en d<e Griek
sche regeering onderhandelen over politieke
overeenkomsten, moeten wij do gemeenschap
pelijke belangeu van bedde landen mot be
trekking tol de verzekering van het evenwicht
in de Middellandsche zoe in hot oog houden.
Mocht editor onze medewerking verlangd
worden voor de afsluiting van finoneicede
contracten, dan zulten wij in allo respect
van vriend Gonsliunitijn verlangen, dut hij
Framikrijik's geld niet aanvaardt om er kanon
nen van Kruipp en Duitsche panlsenschcpen
mede to betalen."
Do „1'elite Republkpic" schrijfti Do toast
van den koning is correct en stijf. Het ia do
toast van den Duilschon veldmaarschalk. On
der deze omstandigheden zien wij niet in
wat generaal Eydoux nog langer in Grieken
land doen moet.
Do „Autorité": Men vergelijke den tekst van
do redJo te Berlijn met die te Parijs, zoo ook
do beide bezoeken met elkander. In Berlijn
een officileole ontvangst en een fanfarenredc,
waarin verkondigd werd dal de Grieksche
overwinningen aan do Lhiitsche stelregelen
te danken zijn; in Parijs een ontvangst in
cognito en eene rode, die heel slapjes Frank-
rijk's bijstand erkent en aan de Fransche
militaire missie een paar pluimpjes op den
hoed steekt. Wij zijn van meenikig da)t dit
weinig is en dat wij moer verdiend hebben.
Do „Gil Blus" schrijft dat de wonde niet
gdhëeld is cn dat de Parijscho bevolking
geen reden hoeft ora de ironische houding,
welk.e ze sinds een paar dagen tegenover ko
ning Con<stüinitijn heeft aangenomen, te laten
varen.
De vroegere minister van onderwijs S t e eg
schrijft in de „Evènemen-1": „Vonizelos heeft
onmiddellijk het gevaar ingezien waaraan
Griekenland door de ijdelheid dos Konings
is blootgesteld. Hij heeft zich aan de zijd«
van Frankrijk geschaard. Frankrijk zal aan
Griokenlan ddo houding van zijn vorst niel
verwijten, dlooh het zal waarborgen verlan
gen."
Het „Journal des Débats" noemt do red*
van koning Conslaulijn opgeschroefd, zwaar
op de hand en oonvenlionneel; ze draagt het
karakter win strafwerk, waaraam niet te ont
komen is. Doch dit is eenmaal hot gevolg
van een valsohe positie. „De rede van dop
koning in hot Elysée" zoo luidt daarom
hel oordeel des Dóbats, „is geweest wat zo
zijn kon en wat men redelijkerwijs en naaij
behooren na de Bcrlijnschc manifestatie kon
verwachten. Wanneer het incident nog meer,
gevolgen hebben moét, mogo dal dan niet
bestaan Ln do voortzetting van onvriendelijke
comrnenteren, dooli in een voorzichtige, ver-«
3fanKlige poflil'iek onzerzijds."
TICTOR KAKOSI.
61 Uit het Hotigaar8ch vertaald door
J£»\0 S JE BESTYÉ.M
en J. A. RA ABE Jr.
„Weg, 'hier vandaanI" commandeerde me
vrouw Todorescu, die de leiding op ziah ge
nomen had, gejaagd, „vandaag dienen wij
allemaal een helder hoofd le houden en kun
nen wij niemand om ons heen velen, want
wij hebben vanmiddag voornaam gezelschap
aan tafell"
Pista begon uit de slede het koud gevogelte,
de ganzenleverpastei, een geheele ham, koude
tong en aneer dergelijke lekkernijen te voor
schijn te brengen. Daarop kwamen -de mand
jes met witten en rooden wijn en champagne
voor den dag.
^Nn, hierbij is niets meer noodig dan een
goede soep en versdh brood," 1— meende de
kamerdienaar.
Mevrouw Todorescu dacht even na.
JMissdhien kan' ik er' nog een 'haas bij ge
reed maken met een lekkere saus."
^En dan zal ik wat schuimpjes bakken,"
&- stelde Florica voor.
JDat zou nog zoo kwaad! niet zijn juf
frouw," zei Pista (goedkeurend.
In de keuken begon men nu met kokerij,
terwijl Florica naar haar kamertje Badder
de, daar zij het nog niet cmet zich zelf er over
eens was, welk kleedje zij (zou aantrekken.
Beurtelings bekeek zij elk costuum, paste hut
aan, maar was inel géén enkel volkomen
tevreden. Ilaar moeder durfde zij niet om
raad vragen, daar 'deze stellig haar knorrig
zou toevoegen: ,kom, voor wiens pleizier zou
je je eigenlijk ,zbo opdirken!?
Heur haar, die mooie, zwarte, glanzende
lokken, had zij ook losgemaakt, en lang duur
de het, voordat zij een passend kapsel gevon
den ihad. «Zich naar de laatste mode te kap
pen, had men haar in het pensionaat te Boe
karest geleerd. Zij 'herinnerde zich nog heel
goed, hoe zij de officieren van Szöben en du
badgasten van« Tusnbd het hoofd op hol had
gebracht, en zij peinsde er zich nu suf op,
om zich weer te binnen te brengen, hoe zij
zich dan wel tegenover de heeren, die haar
daar het hof maakten, had gedragen, en wat
suj toch met hen had besproken, dat zij hen
7.00 had 'kunnen bekoren. Toen begon zij
opeens vroolijk te lachen: zij was immers de
eenige jonge dame in het heele dorp, terwijl
men algemeen zei, dat zij nu juist niet zoo
erg leelij'k was, waarom zou zij zich dan zoo
inspannen, als zij toch de mededinging van
anderen niet te vreezen had? Zij deed een wit
schortje voor en liep naar de keuken, waar
een groote bedrijvigheid bij het maken van
de toebereidselen heerschte. Pista zat zich
onder het rooken van een sigaret op een
bankje to warmem
„Pista", sprak Florica 'hem zachtjes aan
„weet je in het dorp den Hongaarschen
predikant te .wonen?"
„Neen, juffrouw."
„Vlak aan den voet van den heuvel, waarop
de gereformeerde kerk staalt, is een steenen
huls; daar woont hij. Wil je er even heengaan
en hem uitnoodden hier van middag om twee
uur te komen dineeren? Papa, moet je zeg
gen, laat hem uilneodigen, mode uil naam van
graaf iBaranghy."
Pista trok zijn korte jjelsjas aan, trad naar
builen op de veranda, en begaf zich toen door
den orkaan naar de kerk met de ster op den
toren
Simandy was intussohen opgestaan, en
daar de schoolkinderen wegens den storm
niet geikomen waren, had hij een boek ter
hand genomen. Toen Pista hem dc boodschap
overgebracht had, vroeg hij:
„Wie heeft u eigenlijk hieriieen gezonden?
De priester of de graaf?"
„Ik bon eigenlijk door de juffrouw ge
stuurd."
,jDoor de (juffrouw
„Ja wel, maar zij voegde er bij, dat het was
op verlangen van haar vader en van mijn
heer den graaf."
„Goed. zoo, Pali, maar houd je bedaard,
kerel," zei hij tot zich zolt Drie, viermaal
liep hij zijn kamer op en neer, ging toen voor
zijn spiegel zitten, en begon zich met zorg te
scheren. Ondertussdhen bekeek hij zich, nam
hij zichzelf op, zooals liij dait nog nooit te
voren had gedaan. Werkelijk, voor een dorps
predikant was zijn teint blank genoeg, al wa
ren er onder zijn oogen ook blauwe kringen
zichtbaar; zijn oogwimpers waren nog lan
ger, zijn oogen bijina nog donkerder gewor
den dan zij vroeger reeds warenZou hij
naar dat -diner gaan? Zou hij voor een en
kelen namiddag ln een beschaafd gezelschap
zich begeven, o-m daarna weer (des te meer
het gemis ervan te gevoelen? Zou misschién
slechts een gevoel van onbevredigdheid en
onrust bij hem wakker roepen, misschien wel
hem totaal ontevreden stemmen zelfs.Hij
staarde zijn eigen beeld weer strak aan
Je bent niet oprecht, kerel. Je aarzelt allceh
maar om Florica. Wat kan jc die Engelsche
diplomaat cn die Russische officier schelen.
jc durft niet wegens dat kleine, zwarte meis
je, niet haar melodiouse stem, die met haar
vroolijke kout je hart zoo heerlijk verkwikt.
En als dat nu eens inderdaad zoo was? Moei
je dan altijd eenzaam over kale velden /wan
delen? Zou je dan nooit, zelfs voor geen
oogenblik de woestijn van je leven mogen
verlaten? Je hen't hard als staalcn als
ijs zoo koudje zult geen schuld op je la
den, noch tegenover God, nooh tegenover de
menschen, als je een weihig geluk toelaat in
je hart. Ga, nieman'd zal ooit weten, dat je
jezelf een paar gelukkige uren verschafl
hebt! Ga!
Bijna een half uur lang probeerde hij zijn
zwarte haren glad te kammen, wat hem
evenwel maar niet gelukken wilde. Daarha
kleedde hij zich feestelijk in het zwart, draai
de zijn knevel op, hing zich zijn pels om dc
schouders en ging op weg, den orkaan trot-
seerend. Als een verliefde gymnasiast, die
naar een rendez vous gaat, «oo haastte hij
zich voort, gedachteloos, naar rechts noch
links kijkend, vol ongeduld door de hooge
sneeuw wadond.
Xill,
Toen Slmrindy bij ue odorescu's aankwam,
waren de heeren al weer bij de hand en
rookten ih de eetzaal een sigaret Florica
was het ook intussdhen met zich zelf omtrent
de keuze van haar toilet eens geworden. Zij
droeg bij een'donker-kleurigen rok een rose
blouse, en nu was zii met een door het keu
kenvuur hoogblozend gezicht juist bezig do
tafel te dekken. Bescheiden trad Simandy
binnen en maakte een diepe buiging voor -hot
voornaam gezelschap. Met een stralend ge
zicht keek Florica den jongen man aan, toen
hij op haar toetrad om haai* de hand le druk
ken. De Engelsche gezantsdhaps-seoretaris
knoopte terstond met Pali een gesprek aam
„Zeg creis, dominee, zijt (gij den vorigen
nacht er op uitgetrokken) om eon, beor to
dooden?
„Pardon, mylond, wij gingen een kleinen
herdersknaap zoeken, dia in een afgrond ge
vallen was."
„En zijt ge toen daarbij ook door den storm
overvallen?" interesseerde zich graaf Ba<4
ranghy.
„De storm was al «uitgebroken, mijnheer del
graaf, toen wij ons naar de sneeuwbergen;
•op weg begaven."
„Wat, hebt gij voor een on"n00zelen her
dersjongen uw leven in de waagschaal ge
steld?!"
„He heb het volstrekt niet in de waag
schaal gesteld, graaf Baranghy, want ik leef
immere nog!"
„Maar ge hadt er todh bij kunnen omko>
menl"
„Gewoonlijk komen bij mij dergelijke ge j
dachten eerst op als het gevaar geweken is,
Trouwens, ik moet bekennen, dat ik het hee-
lemaai uit een egoïstisch oogpunt heb ge
daan."
„Wat zegt ge, hoe b dat nu mogelijk?'*
Wordt vervolff'd*