DE EEMLANDER".
Woensdag 15 October 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Klokken die verklonken.
N0» 93 I2b" Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
3»
Uitgevers: VALKHOFF Co,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties én beriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1regols.. f 0.50»
Elke regel meer0.1O-
Dienstaanbiedingen 25 cents bg vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt o}
aanvraag toegezonden.
liet nieuwe ministerie en
het nationaal grondbezit.
iu.
Na al hel voorafgaande loam het geen ver
wondering wekken* dat wij de zorg der
overheid wenschen uitgebreid te zien over
don grond, waarop wij wonen. Dat zij het
recht hiertoe heeft, wordt tegenwoordig al
ctoor niemand meer geheel onilcmd: dc Staat
eischt wel grondlasten in verse!lillenden
vorm en hij verkoop van grond an andere
omxxememle goederen oisohl hij ©om bepaald
percentage van de opbrengst voor zich op.
Er is iuueiiiLaol, date dcui Staart hel recht hier-
Hod zon willen otiutoeggem, ook nie»t de ver-
sMoikJstie ooinservatiel.
'Den grond, waarop wij leven, kunnen wij
niet ontberen, hij moet oois voeden. Er is
nicls, dat voor hel menschelijik leven noodig
üs, oi het wordt door ons ontleord aan den
gixwid. Alleen de lucht, die wij inademen en
het zonnelicht zijn daarvan uitgesloten. Ons
oedsel, hetzij van plantaardigon, hetzij van
dierlijken aard, ontleenen wij aan den
grond; onze kleeding eveneens; ailes, wat wij
noodig hebben voor het bouwen onzer hui
zen is uit den grond afkomstig. Niets is mis
schien meer waar, dan hot oude bijbelwoord
in eenigszins anderen vorm, dat de aarde
onze moeder is; stof zijn wij niet alleen,
maar stof is ook alles, wat wij voor de in-
nd houding van ons lichaam behoeven,
'in ju ^enstaande dat, wordt me* mets
t hik? aoo roekeloos omgegaan als met
ttt eerst uoodige voor ons bestaan. Grond
wordt gekocht en verkocht, in grond wordt
gespeculeerd, kapitalen worden niet zelden
im grond vastgelegd in de ©lilie hoop er eens
een slag mede te zullen slaan; een eigenaar
mag met zijn grond doen wat hij wil, ver
kiest hij hem woest te laten liggen, niemand
die het hom kan beletben; zelfs de Staat vindt
het goed en hardt hem in het verkeerde
dioor hem minder lasten op te leggen dan
zijn buurman, die zijn bezit goed gebi uiikt
voor landbouw en veeteelt, voor den 1 ouw
van huizen oi hoe dan ook.
Stellen wij ons eens voor, wat de gevol
gen zouden zijn, wanneer men met andere
zaken van algemeen belang eens op dezelfde
manier ging handelen. Liet het eens zijn, dat
langs on2e spoorbaan hier en daar groote
borden stonden met opschriften als:
1000 M. spoorbaan te koop
k f 2.50.
Te bevragen bij notaris Jansen.
Of dat we advertenties in onze bladen lazen
als deze:
Publieke Verkooping.
Dezolfde notaris zal Maandag 0
October a. s. in „Die Pforte von
Cleve" in het openbaar veilcr:
1(000 centiaren havenoppervlak,
gelegen in de vaargeul van de
Eemhaven bij Spakenburg.
We lachen er om, wijl het iets ongeiioords
is; het zou eene onzinnigheid zijn. Maar
grond, die ons voedt, is waarlijk niet minder
noodzakelijk voor ons bestaan on voor het
maatschappelijk welzijn dan een stuk spoor
baan of een gedeelte havenoppervlak.
Maar we zijn nu eenmaal gewoon in grond
te sjacheren en daarom voelen wc het onge
rijmde er niet van. Daarbij komt, dat er
geen zekerder geldbelegging is dan die in
grond.
Er is niets verkeerds! in, dat iemand zich
het bezit van een stukje grond tracht te ver
zekeren om er zijn huis op te bouwen en er
zijn tuintje op aan te leggen; wij kurnen ons
de liefde van den boer bot zijn land voor
stellen, waardoor hij er toe komt niet dan
nloidde afsliarJd te dJoan valn een gedeelte er
van, wijl het zijn middel van bestaan is; wij
zouden wenschen, dat elke arbeider zijn buis
en stukje grond had, groot genoeg om er
zonder ongemakken in te wonen en c een
goed deel van zijn levcnsbehoeltcn op te
verbouwen; wij zouden het toejuichen, als
alle boeien de zekerheid hadden, dat zij niet
van hun land konden worden verdreven,
wanneer zij hel sleehls goed bebouwden; wij
voelen veel voor den groot-grondbezilter,
wiens aartsvaderlijke zorg bij voortduring
gaat over hen, die een boerderijtje van hem
tegen lagen of soms in 't geheel geen pacht
in gebruik hebben.
Maar wij sympathiseeren geenszins met
hen, die rijkdom trachten te slaan uit gi ond-
speculatie.
Inlusschen, dat epeculeeren zit den men-
schen in het bloed. Ware het anders, dan
bestond al sinds lang de Staatsloterij niet
meer en dan konden ook de effectenhem zen
wel gesloten worden. Zonder die dingen
goed te keuren, moeten wij er ons bij den
tegc-nwoordigen stand van zaken wel bij
neerleggen, en wij doen dit in do hoop, dat
eens de tijd zal komen, waarin niet meer
des eenen brood des anderen nood of dood is.
Voorloopig zijn wij nog niet zulke engelen;
soit!
Bestaat er voorloopig alzoo weinig uit
zicht op, dat de beslaande grond aan den
invloed der handelszucht van de mensohen
wordt onttrokken en gemaakt wordt tot
eigendom der gemeenschap, heel anders
wordt het geval waar het geldt nieuwe aan
het water te ontwoekeren gronden. Er is
geen enkele reden, waarom, ingeval wordt
overgegaan tot drooglegging der Zuiderzee,
de daardoor verworven gronden door den
Staat zouden worden overgegeven in handen
van particulieren. Alleen, wanneer het be
heer door particulieren voor de belangen der
gemeenschap voordceliger bleek te zijn, zou
die reden kunnen bestaan. Evenwel zou
haar bestaan daarmede nog geenszins zijn
bewezen. Immers, het geval is denkbaar, dat
de wijze van beheer door de gemeenschap in
die mate achterlijk bleek, dat de produc
tiviteit van het gemeenschappelijk bezit min
der hoog werd opgevoerd als wel het geval
kon zijn. Het eerste, wat in dit geval be
hoorde te geschieden, zou zijn te trachten
een hetero wijze van bc-hver door de ge
meenschap uit te vinden. Bleek dit ten slotte
onmogelijk, dan pas zou er reden voor zijn
de gronden in particuliere handen te doen
overgaan. Dit geval heelt zich voorgedaan
bij verschillende gronden, die eertijds bij
een heele dorpsbevoiking in gebruik waren
en die men gewoonlijk bestempelde met den
naam „meent". Die meenten waren gemeen
schappelijk bezit; de ingezetenen van het
dkyrp hadden het recht er hun vae te laten
grazen. In sommige gevallen was bij be
staande regeling bepaald, hoeveel stuks vee
door elk der ingezetenen op de „meent"
mocht worden geweid.
Over het algemeen bleek deze wijze van
beheer door de gemeenschap met de meest
productieve; daarom heeft men dc meenten
te gelde gemaakt en in particulier bezit over
gebracht. Dat men hiertoe overging, lag
voor de liauid: de kwosilie van de beste wijze
van bolieer door de gemeenschap Js nog niet
zoo hoei oud en bovendien paste de maat
regel geheel in het kader van den tegen-
wOordigon tijd, •waarin particulier grondbe
zit regel en gemeenschappelijk eigendom uit
zondering is.
Ook op Java hebben wij hetzelfde zien ge
beuren.
In een volgend artikel wenschen wij uileen
te zetten, hoe wij ons voorstellen dat het be
heer van gronden, welke in nationaal of ge
meentelijk bezit zijn, het best zal kunnen
plaats hebben.
Politiek Overzicht
Hei schrikbewind in Mexico.
In de lijdensgeschiedenis, die de republiek
Mexico nu reeds zoo langen tijd doormaakt,
heeft zich een nieuw geval voorgedaan, dat
kenschetsend is voor den daar heerschenden
chaos. Het Mexicaansehe congres is naar huis
gezonden. De tijdelijke president Huerta heeft
korte metten gemaakt met de volksvertegen
woordigers. Hij heeft het parlementsgebouw,
dat den ficren naam draagt van „het natio
nale paleis", door soldaten laten omsingelen,
110 afgevaardigden gevankelijk laten wegvoe
ren en daarna de deuren van het gebouw ge
sloten.
Voor kenners van den toesfand in Mexico
schijnt hierin niets verrassends te zijn gele
gen. Wij lezen in de Temps, dat het gebeurde
niets oplevert, waarover men zich moet ver
bazen. liet congres, dat gekozen is onder den
ex-president Madero, heeft eene liberale meer
derheid, terwijl de regeering in handen is van
de katholieke en reactionaire elementen. De
uitbarsting is slechts wat vroeger gekomen;
men verwachtte haar eerst na do presidents
verkiezing op 26 October, wanneer het con
gres geroepen zou zijn geweest, den uitslag
van de verkiezing te bekrachtigen en tc ver
kondigen. Wat het conflict schijnt te hebben
verhaast, is het protest, dat de afgevaardigden
hebben laten hooren tegen het beweerde ver
dwijnen van leden van het congres, die zich
hebben onderscheiden door hunne oppositie
tegen generaal Huerta. Onlangs werd van een
afgevaardigde gezegd, dat hij was doodge
schoten op bevel van den president; hij kwam
kort daarna weer boven water.. Ditmaal is
het een senator, de heer Domingucz, oud-mi-
nister van Huerta, die moet zijn verdwenen
na eene rede tegen dezen te hebben gehou
den. Aanstonds namen 110 afgevaardigden
een besluit, waarin zij verklaarden den zetel
van de vergadering naar elders te zullen ver
leggen, als het verdwijnen van afgevaardig
den niet een einde nam. Ook werd besloten
tot het houden van ccnc enquête naar het ver
dwijnen van den senator Dominguez. Het
antwoord van Huerta op dit besluit is ge
weest de ontbinding van de Kamer met mili
tair geweld en de gevangenneming van de
110 protesteerende afgevaardigden.
Er wordt aangekondigd, Hat de in hechte
nis genomen afgevaardigden voor den rech
ter zullen worden gebracht. Dat proces zal
wel eene gerechtelijke comedie zijn, gelijk dc
verkiezingen, die voor het nieuwe congres
zullen worden gehouden, eene verkieziugs-
klucht zullen zijn. Huerta heeft zich wegens
zijne gewelddaad trachten te rechtvaardigen;
hij heeft in èene proclamatie aan de bevolking
zich beklaagd over de meerderheid van het
congres, die besloten had hem elke financieele
ondersteuning te weigeren. Hij verklaarde,
dat hij zich zou terug trekken, als de oppo
sitie door eene volksbeweging ondersteund
werd. Dat was echter niet het geval. Daarom
vond hij zich gerechtigd, tegen haar op te
treden op eene wijze, die recht en wet met
voeten treedt.
Nu wil echter het ongeluk, dat Iluerta zelf
allerminst eene machtige volksbeweging ach
ter zich heeft. Do smadelijke wijze, waarop
de stad Torreon voor hem verloren is gegaan,
levert integendeel een in het oog springend
bewijs voor zijne zwakheid. Wat cr eigenlijk
In Torreon is gebeurd, vordert nog nadere
opheldering. Men zeide eerst, dat door een
ongelukkig toeval, tengevolge van de zorge
loosheid van Hen aanvoerder der regecrings-
troepen, de rebellen er in geslaagd zijn, on
verwachts de stad binnen te komen. Wat hier
van zij, het staat vast, dat na een weinig roem-
vollen strijd, waarbij generaal Alvircz met
velen van zijne manschappen gevangen ge-
uomen en doodgeschoten werd, de troepen
van Huerta de stad weerloos aan den vijand
overgelaten hebben. De aankondiging van
Huerta, dat hij binnen tien dagen de stad met
6000 van zijne soldaten zal terugwinnen en
dat de schuldige generaals, dio Torreon in
den steek hebben gelaten, voor een krijgsraad
zullen worden gebracht, verschaft weinig
troost. liet gebeurde in Torreon wekt den in
druk alsof dc van Iluerta aanstaande is,
cn de maatregelen van geweld, dio lluerli
in do bondshoofdstad tegen zijne vijande^
heeft toegepast, kunnen dien indruk niet weg<
nemen. En waar is de man, sterk genoeg oraJ
als Iluerta valt, het land voor de anarchie
te bewaren? Die vraag is gemakkelijker to
stellen dan tc beantwoorden.
Aan den ISnlkan.
Volgens een bericht van de Politische Kor-
respondent uit Bukarest, hecrscht in dc poli
tieke kringen aldaar dc opvatting, dat Ru-
memié ook verder de wachter des vredes op
den Balkan moet blijven en bovenal zijne
aandacht moet vestigen op de handhaving
van den vrede van Bukarest. De Rumeensche
regeering heeft daarom door haren gezant
te Athene dc Grieksche regeering tot mati
ging aangespoord. De gebeurtenissen in Al-
bande hebben haar nog geene aanleiding tot
een dergelijke stap gegeven, en een stap in
Sofia, die aan de Servische wenschen zou
hebben beantwoord, is niet geschied. In dc
ingewijde kringen ziet men zonder bezorgd
heid de naaste toekomst tegemoet, zooals ook
de reis naar het buitenland van minister-pro
sident Majorescu bewijst.
De correspondent van de Vossische Ztg. U
Konstantinopcl heeft van een aanzienlijk
Turksch staatsman, die den loop van de on
derhandelingen met Bulgarije in alle omstan
digheden van nabij heeft kunnen volgen-; ver
nomen, dat het niet juist is, dat tusschcn do
Porte en de Rulgaarsche i gcering eene over
eenkomst over een gemeenschappelijk optre
den tegen Griekenland is gesloten. Wel ech
ter is het juist, dat ook deze kwestie zonder
verbintenis lusschen beiden is besproken. Uit
deze besprekingen is gebleken, dat Turkije
van de ondersteuning van Bulgarije zeker
•kan zijn, als het niet komt tot eene vreedzame
entente met Griekenland. Inlusschen gelooft
men niet meer, met deze mogelijkheid te moe
ten rekenen, want al zal het nog tamelijk lang
duren totdat alle geschilpunten tusschen Tur
kije en Griekenland geregeld wijn, men zal
toch wel eindigen met zich te verstaan.
Aan de Politische Korrcspondcnz wordt uit
Ko nsl anti nop el bericht, dal de beweging ten
gunste van de autonomie in Gumuldjina als
nagenoeg overwonnen kan worden be
schouwd. De deputatie van de voorloopige
regeoring in Gumuldjina, waarmee de Bul-
gaarsche gevolmachtigden in Konstantinopcl
onderhandelingen hebben gevoerd, heeft zich
bot onderwerping bereid verklaard, om daar
door de algeroeene amnestie deelachtig te
worden. Daardoor zou het aan Bulgarije be
spaard blijven tegen de gewapend en iu Gu
muldjina, welker aantal ongeveer 70,000 man
(bedraagt, met aanwending van geweid op tc
treden.
Konstantinopel, 14 Oct. De slechte
indruk, die is teweeg gebracht door dc ont
vangst, welke prins Sabah Eddin in Athene
heeft gevonden, is aan den dag gekomen in
een heftig gesprek, dat de grootvizier gevoerd
heeft met Davides, den offieieuson vertegen
woordiger van Griekenland, op een bal, dat
gogeven werd aan de Russische ambassade
De grootvizier keurde levendig dc houding
van de Grieksche regeering af. 'Iet gesprek
Men heeft dikwijls de waarheid gezocht
zonder haar te vinden; maar heeft men ze
ook gevoncfen zonder haar te zoeken?
VICTOR RfiKDSI.
78 Ui het Hongaarach vertaald door
JEJiO SEBESÏIÈN
en J. A. KA1BE Jr.
Met duizelend hoofd, droge lippen en
schorre stem sprak hijmaar al te goed
gevoelend echter, dat het alles te vergeefs
was bij een ellende, zoo nameloos groot. En
ook van hem maaklle zich ontmoediging
meester... Neen, neen, men moest zich nu
niet tot God wendeneigenlijk moet men
dat altijd doen, dus ook numaar hier
moesten toch éérst de verzuimen der aard-
sche machten weer goed gemaakt worden.
Hier moest men ter verantwoording roepen
hen Jn wier hand het lot van millioenen on
bekenden uit het volk rust. Maar waar zijn
deze te vinden? Wie zijn het? Dat wist hïj
niet. Ook het volk wist het niet
Hij wendde zich naar buiten tot de schare,
en toen greep ontroering zijn deelnemend
hart aan. Hij sprak hen zacht en liefdevol
toe, troostte hen, ging tusschen hun rijen
door, stremde hun gezichten, liefkoosde de
kinderen en intussdhen stroomden hem de
tranen over de wangen. I
Daar liet zich buiten eensklaps paarden
getrappel hooren, en een geelgetresle huzaar,
hield 7 ju brieschend paard voor het huis stil,
terwijl hij met de aanmatigende stem van
een weldoorvoedcn bediende riep:
,3ei daar, Roemenen, is dat Cluj?"
Allen schrokken op bij het hooren van deze
ruwe slem. Zalalhnay trad naar buiten voor
de deur, en zei;
„Schreeuw niet zoo, kerel, want anders zal
ik je eens eventjes zandruiter makent"
De huzaar groette en zei onderdanig:
„Neem mij niet kwalijk, ik wist niet, dat
hier ook heeren waren. Is dit Cluj, waar de
gele ziekte heerscht?"
„Ja. Waarom?"
„Ik zou graag den wethouder even willen
spreken!"
,yHier ben ik."
„Ik heb u mee te deelen, dat een provin
ciale commissie, bestaande uit een dokier, een
griffier en den secretaris van den gouverneur
straks hier zullen aankomen om een onder
zoek in te stellen en een wagen met levens
middelen uit le deelen. Dus u moet er op
rekenen een en ander in orde te brengen.
Gegroell Goeden dag, mijnheer!"
(Dit laatste was al weer tot Zalathnay ge
richt).
Hoofdschuddend had de wethouder hel
bericht aangehoord. Wéér heeren, dat kon
nooit goed afloopen! Haastig dreef hij de
menschen uit den hof, en spoorde hen zelfs
nog aan met zijn ambtsstok, opdat iedereen
maar hoe eerder hoe liever naar huis zou gaan.
De arme stumpers verzamelden de laatste
rest van de energie, die nog in hen over was.
en wankelden verschrikt naar huis.
Zalathnay en Siméndy gingen bij de klok
staan om de Commissie af te wachten, die
kort daarop aankwam. De provinciale dokter
was zelf meegekomen, daar er, naar hij zeide,
van de regeering een streng bevel was uitge
gaan, dat het bestuur een hevigen schrik had
aangejaagd. De griffier was een kranig, knap
jong edelman, die uit familietraditie een be
trekking bij het provinciaal bestuur bekleed
de; de secretaris van den gouverneur was
niemand anders, dan Gébor Puskés.
Verrast keek Pali naar den volgens den
laatsten smaak gckleeden ruiter en bijna tege
lijkerlijd riepen zij uit-
..Pali!"
„Géborl"
Zij omarmHen en kusten elkaar.
„Wat zoek je in vredesnaam hier, waar
geen sterveling ooit heengaat?" vroeg
Puskds.
„Maar jij? Ben je dan geen predikant ge
worden?
„O neen, ik ben secretaris bij den gouver
neur. A1 sinds lang bob ik het predikantsambt
vaarwel gezegd't Is mij duidelijk gewor
den, dat ik er volstrekt de man niet voor
benDaartoe vriendlief, moet men geboren
wordeiiIk moet echter toegeven, dat dit
met jou het geval is: ik heb mij altijd over
je verbaasd, ik heb je talent bewonderd en
ben er vast van overtuigd, dat jou in dit ambt
nog een groote toekomst te wachten staat
Zwijgend luisterde Pali naar de woorden
van den jongen man en staarde daarbij strak
naar diens fijne rijlaarzen.
„Maar je b'ent toch zeker niet predikant
van dit ellendige nest?"
„Neen. Van een ander nest, maar even el
lendig als dit"
PuskAs keek oDletlend aan.
„Wat ben je veranderd. Je hebt nu al grijze
haren. Je bent toch niet ziek geweest?"
„O neen, ik mankeer niets."
„Nu ik maak het ook goed. De grondbezit
tende families in deze provincie zijn grooten-
deels verwanten van mij. Na eenige dienst
jaren zullen zij mij wel als afgevaardigde
naar Budapest zenden, of anders bezorgt de
gouverneur mij in elk geval een betrekking
aan het ministerie. Geloof me, alleen in Bu
dapest kan men vooruitkomenHet doet
mij inlusschen werkelijk veel genoegen, dat
wij elkander ontmoet hebbenDikwijls heb
ik aan jou en aan de dagen in Holland ge
dacht."
Intusschen had de commissie haar intrek
genomen in het huis van den wethouder en
begon het allereerst met het gebruiken vaD
een maaltijd De dokter pakte ham, zoute koe
ken, hard gekookte eieren, een paar flcsschen
wijn, en versdh brood uit en spoorde Zalath
nay aan mee te eten.
Siméndy echter merkte op:
„Zou het misschien niet befer zijn, eerst de
levensmiddelen onder het volk te verdeelen?"
„Dc wagen kan op zijn vroegst eerst over
een uur aankomen. -De slechte bergwegen in
deze streek zijn uiterst moeilijk begaanbaar."
De heeren begonnen te eten, maar Simóndy
ging naar buiten voor het huis. Van achter
de omheiningen loerden overal de gele zieken
naar de woning van den wethouder. Op hun
bloode gezichten was kinderlijke vrees tc
lezen.
Siméndy kon dien aanblik niet langer ver
dragen, ging het dorp in, en trachtte hen wat
op te vroolijken door de mededecling, dat er
straks een wagen met brood zou komen, om
onder hen verdeeld te worden.
Maar ook zelfs dit bericht bracht geen glans
van blijdschap op de misvormde gezichten;
daarop kon de vreugde al heelemaal geen
plaats meer vinden. Iedere trek werd cr gere
geerd door wilde wanhoop of doffe, onver
schillige berusting. Maar zooveel had Simandy
toch nog bereikt, dat eenige personen, die er
buitengewoon weerzinwekkend uitzagen eu
zich verborgen hadden, uit vrees dat de hee
ren hun kwaad zouden doen, op zijn bemoe
digende woorden uit hun hoek tc voorschijn
kropen en ook bij de omheining gingen staan.
Toen Simiindy in het Kuis van den wethou
der terugkwam, waren de heeren reeds bezig
met kaartspelen, alleen Zalathany had zich
op een rustbank uitgestrekt en lag zwijgend
voor zich uit te staren. Siméndy ging bij hem
zitten en keek droefgeestig naar Puskés, den
vroeger zoo ijverigen, braven Hongaar, den
aardigen flinken, jongen man en vriend, die
nu ook gevallen was in den macht van den,
Hongaarschen ziektetoestand, die zich open»!
baart in heti: de-zakcn-stecds-van-dcn-licht»!
sten-kant-bekijken. Zoodra zich aan een aifcj
dcre zijde verlokkende vooruitzichten hadden
aangeboden, had hij doodeenvoudig het pre
dikantsambt laten varen.
Wordt vervolgd-