Vrijdag 17 October 1913.
FEUILLETON.
De Klokken die verklonken.
B2d* Jaargang.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO»
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: U TRE C H TSCH EST RAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.. f 0.50.
Elke rogol meerO.iO,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald advertooren in dit Blad, bij abonuomenti
Eene circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. DE EEMLAN DER". Uitgevers: VALKHOFF Ca
N\ Sb
Politiek Overzicht.
De Beiersche koningskwestie.
Voor de tweede maal binnen een jaar
lijds komt de kwestie te berde om door
grondwetswijziging mogelijk te iraken,
diait dc krankzinnige koning Olio van
den Beiersclien troon vervallen wordt
verklaard en de koninklijke waardigheid
wordt aanvaard door den prins- egent
Ludwig. Kort nadat prins Ludwig, ter ver
vanging van zijn op iioogen leeftijd overleden
vader, als regent was opgetreden, is de zaak
reeds ter sprake gekomen. Zij kon toen niet
\erder komen, omdat bel centrum, dat in den
landdag de meerderheid heeft, om politieke
redenen er tegen was. De drang der omstan
digheden brengt de zaak nu weder op het
tapijt. De regeering heeft een bciangi ijken
silap gedaan om klaarheid in de zaak te bren
gen, door openbaarheid te geven aar. het ad
vies, dat de minister van justitie aan den
ministerraad heeft uitgebracht over de kwes
tie. Daaraan is eene inleidende verklaring
toegevoegd, waarin wordt gezegd:
Heeds hij hel leven vaai prins-regent Luit-
pold was, inzonderheid in 1S97, in de Kamer
van aigevaardigden de wensch uitgedrukt,
dat hel regentschap zou eindigen en prins
Luitpold koning zou worden. De lcwesLio
erd wel is waar hierdoor afgedaan, dat de
"cniiiaiigc voorzittei van den ministerraad
den landdag als wilsuiting van den prins-
regent diens wensch kenbaar maakte, dat
aan de bestaande omstandigheden niets zou
worden veranderd. Maar dc gedachte, dat
Beieren weder een koning zou krijgen, be
kwaam om te regeeren, bleef in breede be
volkingskringen wrakker en was ook later
herhaaldelijk een onderwerp van gedacln en-
wisseling.
Over de wijze, waarop dit zou kunnen ge
schieden, werden verschillende meeningen
verkondigd. Van céne zij-de werd inzondor-
leid voorgesteld, dat de voogden van koning
OUo van de kroon zouden afzien; van eene
indere zijde woixl de meening vooropgesteld,
dal naar Beiiersch recht geschiktheid om te
regeeren eesne voorwaarde was tot troonsop
volging, de regent kon dus bij een regentschap
van langen duur den koning als blijvend
ongeschikt om te regeeren verklaren en zich
zelf zonder medewerking van den landdag
tol koning uitroepen. Toen naar mensche-
lijke berekening met den nabijzijnden dood
van prins-regent Luitpold moest worden ge
rekend, beschouwde de slaalsregeering 'l als
hare taak te onderzoeken, of niet bij gelegen
heid van de verwisseling in het regentschap
de vraag der beëindiging van het regentschap
en der verkrijging v-arn een normalen toestand
moest worden opgelost. De ministerraad ver
zocht daarom den minister van justitie over
de kwestie een advies uit to brengen. Deze
heeft dit advies aan der ministerraad over
gelegd. Daar van de in de litteratuur bespro
ken wegen die van de koningsprociamalic een
met gering getal aanhangers had, hield het
advies zich allereerst bezig met dezen weg.
Het toonde aan, dat deze weg om juridische
on politieke redenen niet moet worden be
gaan. In zijn tweede gedeelte stelde het ad
vies daarop den weg voor, die naar de mee
ning van het ministerie van justitie juridisch
toelaatbaar is. Het advies vond de goedkeu
ring van den ministerraad.
Na den dood van den prins-regent Luitpold
trachtte de staatsregeering met den landdag
voeling te nemen over de koningskwestie.
Met dit doel stelde zij eenige leden van de
Kamer der rijksraden in kennis met het ad
vies van het ministerie van justitie. Ooik deel
de zij aan eenige leden van de Kamer van
afgevaardigden en wel, zooals van zelf
spreekt, leden van alle partijen het advies
mede ter informatie bij de besprekingen in
de fraction. Daarbij werd er op gewezen, dat
het advies slechts voor den ministerraad be
stemd was geweest, maar de goedkeuring van
het ministerie had gevonden, en dat, als er
eene voordracht aan den landdag werd ge
daan, het advies den grondslag van deze
voordracht zou uitmaken."
Men ziet uit deze verklaring duidelijk,
welken weg de regcering uit wil lot regeling
van de kwestie. In December van hot vorige
jaar, weinige dagen na den dood van prins
regent Luitpold, werd bericht, dat in den
boezem van de regeering de gedachte vorm
had gekregen om den bestaanden toestand te
veranderen door eene aanvulling van art. 21
van hoofdstuk 2 der grondwet in dezer
voege, dat de regent in het geval van een
blijvend cn ongeneeslijk lichaams- of gcestes-
gebrek van den monarch na verloop van tien
jaren het regentschap als .geëindigd en de
troonsopvolging als geopend kan verklaren.
Op dit standpunt is de regeering sedert ge
bleven; het is duidelijk, op grond van de
hier medegedeelde regeeringsverklaring, dat
zij van den beginne af besloten is geweest de
oplossing van deze kwestie te zoeken langs
constitutioneelen weg met medewerking van
den landdag. Men mag aannemen, dat als de
zaak opnieuw ter hand genomen wordt, de
regeering in die richting zal voortgaan om
de zaak tot oplossing te brengen.
Als er eene voordracht aan den landdag
wordt gedaan, dan zal het advies van het
departement van justitie den grondslag daar
van vormen. Wanneer zulk eene voordracht
zal worden gedaan, soliijnt echter nog niet
vast te slaan. Verleden jaar is de afwijzende
houding van het centrum oorzaak geweest,
dat men de zaak heeft laten rusten. Voor de
aanneming van een voorstel tot grondwets
herziening wordt in iedere van de beide Ka
mers eene meerderheid van twee derden ge
vorderd bij aanwezigheid van drie vierden der
leden. Het centrum, dat over 87 van de
IG3 stemmen in de Kamer van afgevaardig
den beschikt, zal dus in de eerste plaats zijne
houding moeten wijzigen, om de Beiersche
koningskwestie tot oplossing te brengen. In-
tusschen zijn er aanwijzingen, waaruit men
kan opmaken, dat het centrum nu gunstiger
slaat tegenover de beëindiging van het re
gentschap dan in December van het vorige
jaar.
Aan cl on Bnlknn.
De bezetting van de aan de Bulgaren In
Thracië toegekende streken is, wai.neer de
daaromtrent verordende maatregelen ten
uitvoer zijn gelegd, gister begonnen. Uit So
fia wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat
de regeering overtuigd is, dat er van de be
volking van het te bezetten gebied geen ver
zet is le verwachten. Niettemin is-eene aan
zienlijke troepenmacht bijeen gebracht tot
uitvoering van de bezetting: twee divisiën en
eene brigade met de daarbij behoorende ar
tillerie en machinegeweren, alles op voet van
oorlog, in 't geheel omstreeks 40.000 man.
Deze militaire krachtsontwikkeling van het,
naar 't zeggen, verzwakte Bulgarije is ook
op zich zelf opmerkelijk.
Over de stemming van de bevolking in Thra
cië heeft de regcering overigens dc beste be
richten. Harerzijds heeft zij aan de gevol
machtigden van de zoogenaamde Yoorloopi-
gc regeering van Gumuldjina geruststellende
verzekeringen laten geven.
In Konstantinopcl ,waar men dc beweging
in "West-Tbracië als strijdmiddel bij de vre
desonderhandelingen met Bulgarije beeft ge
bruikt, wenscht men nu, dat de inbezitne
ming van West-Tbracië door de Bulgaren
zooveel mogelijk zal worden bespoedigd. Men
is er daarom op uit, aan de voorloopige re
gcering de middelen om verzet te bieden aan
do Bulgaren, zooveel doenlijk te onthouden.
DuitschlancL
Van dc soliaal-politieke wetsontwerpen,
welker indiening in de aanstaande zitting van
den rijksdag is te verwachten, is het ontwerp
lot regeling van den Zondagsrust in het han
delsbedrijf definitief vastgesteld. Twee andere
voordrachten, eene novelle van de Gewerbe-
ordnung tot beperking van den handel aan
venters en marskramers cn eene andere no
velle, die betrekking heeft op het bedrijf van
de herbergiers en kroeghouders en de daar
mee in verband staande bedrijven, worden
thans behandeld in de commissie van den
bondsraad; men hoopt ook deze voor de in
diening gereed te krijgen. Het ontwerp van
eene rijksschouwburgwet zal nog in dit jaar
bij den bondsraad worden ingediend; of bet
in de aanstaande zitting bij den rijksdag aan
hangig zal worden gemaakt, is nog niet ze
ker. Do nieuwe bewerking van het hoofdstuk
van de Gewerbcordnung over den handarbeid
zal nog geruimen tijd vorderen, omdat de be
langhebbenden daarover nog moeten worden
gehoord. Eindelijk is nog een wetsontwerp in
bewerking tot regeling van de voorziening
legen ongevallen irt den openbaren dienst. Er
is nog niets beslist over het tijdstip der in
diening van dit ontwerp bij den bondsraad.
Berlijn, 10 Oct Het Pruisische staats-
ministerie heeft in zijne zitting van beden een
besluit genomen omtrent liet voorstel, dal
over de Brunswijksche troonopvolgings
kwestie bij den bondsraad zal worden gedaan.
In deze zaak is eene correspondentie ge
voerd tusschen den kroonprins en den rijks
kanselier. Dc kroonprins bracht daarbij be
zwaar in 't midden tegen de troonsbeklim
ming van Ernst August, zonder dat hij uit
drukkelijk afstand had gedaan van zijne aan
spraken op Hannover. De rijkskanselier heeft
in zijn antwoord op deze brief, na in den
'breede de toedracht van de zaak te hebben
geschetst, de redenen uiteen gezet, die dc
houding van dc Pruisische regeering in deze
zaak bepalen.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 6 N o v. De ministerraad, die he
den voormiddag onder voorzitterschap va
president Poincaré vergaderd was, heeft be
sloten, dat de buitengewone zitting van de
Kamers den 4en November zal worden ge
opend.
De ontwerp-bcgrooting van 1914 zal op cc
van de eerste dagen, volgende op de hervat
ting van de parlementaire werkzaamheden,
behandeld worden. Daar de Kamer voor dc
verkiezing van de begroolings-commissie,
heeft afgezien van het stelsel der evenredige
vertegenwoordiging, zal die commissie in du
afdeeïingen benoemd worden.
P a r ij s, 1 6 0 c l. In de zitting van den
ministerraad van heden hceftv de minister
van buitenlandscne zaken zijne ambtgenoo-
ten op de hoogte gebracht van den bniten-
landschen toestand. Hij sprak inzonderheid
over de reis van den president naar Spanje
en over de praktische resultaten, die men
moet verwachten van de nieuwe manifesta
tie van de goede verstandhouding en harte
lijke vriendschap, waardoor de betrekkingen
tusschen de beide landen geregeld worden.
Ten gevolge van een brief, dien hij aan den
minister van oorlog heeft gericht, is generaal
Faurie, commandant van hot 16e legerkorps,
ontheven van zijn commandohij zal voor
een raad van onderzoek moeten verschijnen
wegens vergrijp tegen de militaire tucht.
De divisie-generaal Courbaisse, militair
gouverneur van Lyon en commandant van
het 14e legerkorps, is van ambtswege op pen
sioen gesteld. De divisie-generaals Plaignol,
commandant van het 17e legerkorps, en
Bcsset, commandant van de 31e divisie, zijn
op eigen verzoek op non-activiteit gesteld.
De brigade-generaal Alba, commandant van
de 72e brigade, is op non-activiteit gesteld.
De kolonels Saint-Etienne en Escudier, com
mandanten van het 123e en 122e regiment,
zijn op hun verzoek toegelaten om hun recht
op penaiocn tc doen gelden.
Generaal Pouradierd>uteil, commandant
van hel 8e korps, is benoemd tot comman
dant van het 14e legerkorpsgeneraal Paline
tot commandant van hot 17e korps, generaal
Tavenu tot commandant van het 8e korps,
generaal Alix, commandant van dc troepen
van "West-Marokko, tert commandant van het
16e korps.
De minister-president deelde mede, dat hij
den president ter onderteekening zal voor
leggen een besluit, waarbij tot bestuurder van
de Comèdie Fran^aise benoemd wordt Albert
Carré, ter vervanging van Jules Clarelie,
wiens verzoek ora ontslag is aangenomen en
die benoemd is tot honorair algemeen be
stuurder. Verder deelde de minister-presi
dent mede, dat hij besloten heeft te benoemen
tot directeurs van het ThéStre de l'opéra en
van de Opéra comique voor vier jaren, in
gaande 1 5November a.s., Gheusa en Isola.
Er zal later beslist worden over de vernieu
wing van de concessie van het Thé&trc dc
l'opéra.
De volgende zittingen van den minister
raad zullen gehouden worden den 20. Octo
ber in het Elysée en den 25. October te Ram-
bouillet.
Oostenrijk-Hongarlje.
Minister-president graaf Stürgkh heeft de
voorbereidende besprekingen met de verte
genwoordigers van de Czcchisohe en Duit-
sche partijen in Bohemen over de heropening
van de onderhandelingen over een compro
mis hervat. In den voormiddag verschenen
de Czechen, maar het radicale element cflider
hen ontbrak; dat wil niets weten van onden
handelingen onder leiding van het kabinel
Stürgkh-Hoclicnburger, omdat liet dit kabp
net beschouwt als vijandig gezind jegens d<
Czechen. Dc opgekomencn namen konnis van
de mededeclingcn van den minister-presi
dent, om daarover verslag te doen aan hunni
partijen.
De vertegenwoordigers van de Duitscher*
worden in den namiddag ontvangen. Zij wei
gerden echter in onderhandelingen tc treden
in tegenwoordigheid van den stadhouder var
Bohemen, vorst Thun, die door den minister
president is uilgenoodigcl tol deelneming aan
de onderhandelingen. Over het wegruimen
van dezen hinderpaal wordt nu onderhandeld
tusschen hen e nSlürgkh.
Ween i' n, 16 O c t. Heden morgen is met
grootc plechtigheid de volkerenslag bij Lcip<
zig herdacht. Bij liet gedenkteeken van vorst
Schwarzonberg is een waardig herinnerings
feest gevierd, waaraan dc keizer en liet ge*
heele hof deelnamen.
Turkije.
Dc ziekte, waaraan Enver Boy lijdt, ia
blindedarmontsteking. Ofschoon dc operatie
goed is algcloopcn, laat de toestand van den
patient tc wcnschen over. Een tweede ope
ratief ingrijpen zal noodig zijn.
De aanzienlijke moliammedaanschc bewo
ners van Ilaiffa hebben gezamenlijk eei tele
gram gezonden aan den grootvizier en den
sjeik-ul-is>ktm, waarin zij verklaren, dai zij
nooit zouden kunnen toestemmen, dat liet
gedeelte van don Hedjas-spoorwcg van Ilaiffa
naar El Mcsril aan de Franschen zou over
gaan. Deze spoorweg is niet een eigendom
van de regeering, waarover zij vrij kan be
schikken; hij is een uit bijdragen van de
gansche mohammedaanscho wereld gebouw
de lijn, die nooit voor andere don in hoofd
zaak godsdienstige doeleinden mag dienen.
In een ander telegram, van dezelfde ele
menten afkomstig, wordt verlangd, dat do
haven van Haiffa, als sleutel tot den Indjas*,
spoorweg, door niemand andei's dan het
spoorwegbes1 tuur zelf mag word.cn gebouwd*
omdat aiwlers een vreemde staat het in do
hand zou hebben, de Mekka-ga ngers in
hunne vrijheid van beweging te belemmeren.
De leden van. de regeering gaven ecu kal
meerend antwoord; zij legden er nadruk op*
dat er geene afspraken met Frankrijk in den
zifn, waarin dat werd gevreesd, zijn go
maakt
Marokko.
Madrid, 1 Oct. Een officieel telegram
uii Melilla bericht, dat 5U Mooren eene stel
ling te liucchreeu hebben aangevallen. Britt
Mooren werd gedood, een twintigtal gewond.1
Vereenigde Staten.
Albany, 16 Oct. Het gerechtshof heeft-
gouverneur Sulzer met 39 tegen 18 stemmen
schuldig verklaard aan het opmaken van
eene valsche verklaring over de bijdragen'
vo< de verkiezingscampagne. Dit eerste voJ
turn wijst aan, al is op de andere puniten nog
geene beslissing genomen, dat de uitkomst
van het proces waarschijnlijk zal zijn, dat
Sulzer uit zijn ambt zal worden ontzet.
Op het tweede punt van dc aanklacht, dat
hem van meineed beschuldigt, werd Sulzer
schuldig bevonden; op punt 3, dat hem va»
Met laster gaat het als met valsche munt;
velen die deze niet in omloop zouden willen
br e n g e n, laten haar zonder gewetensbe
zwaar in omloop b 1 ij ven.
VICTOR RAKOSI.
80 Ui het Hongaarsch vertaald door
JE 5'O SE BESTYÊX
eu J. A. RA ABE Jr.
De kamerdienaar kwam binnen met do
boodschap, dat de vradht gereed was.
„Wanneer is deze brief gekomen?"
„Eigenlijk was het ventje er gisteren al mee
weggestuurd, maar eerst vandaag is hij hier
aangekomen, want bij het vallen van den
avond durfde hij niet verder gaan, en toen
heeft hij den nacht doorgebracht bij de kolen
branders van iBojnó."
Simóndy ging naar buiten, in den hof, waar
de bedienden hem opwachtten.
„Tot uw dienst, dominee, wij zijn klaar."
,/Kunt gij vandaag nog op weg gaan?"
„Wij kunnen het probeeren, dominee. Ik
geloof, dat om negen uur de maan opkomt."
„Nu, met Gods hulp moet ge dan maar ver
trekken; behalve u drieën neemt ge zooveel
helpers mee, als er noodig blijken te zijn."
„Goed, dominee, begrepen. Maar gaat de
dominee zelf niet met ons mee?"
Simóndv a-or7plde eenige oogenblikken.
„Neen."
.Ilij wist eigenlijk zelf niet, wat hij doen
moest. Er was iets, dat hem trok nóar dai
ellendige dorp, waar hij zoo gaarne geestelijk
manna uitdeelen, waar hij zoo gaarne een
weinig kracht en vertrouwen zaaien wilde; et-
was iets, dat hem toefluisterde, dat hij er ook
bij tegenwoordig moest zijn, als men er het
stoffelijk manna zou uitdeelen.
•Maar de machtelooze schare der hongerigen
begon voor hem te verwazigen en hun pijnlijk
gejammer werd verdoofd door een andere
stem, die in zijn binnenste riep, schreeuwde,
donderde: ga naar huis, naar Garabó als je
in dit leven dat je reeds je gedolven graf
liet zien, nóg zaligheid zoeken wilt!
Van achter de bergen verhief de maan
haar vaal geel gelaat, en overgoot het land
schap met een ziekelijk schijnsel van matte
stralen. Zalathnay, die rusteloos op en neer
liep in den hof van den wethouder van Cluj,
keek naar de lucht en dacht onwillekeurig:
werkelijk, deze maan past uitstekend bij die
arme lijders aan pellagra
Simóndy stond in den hof van het Kasteel
van Funtinel te luisteren en toe te kijken,
terwijl de bedienden met de wagens, de zak
ken en de kippen met veel omslag wegreden,
en toen het rumoer al lang in de verte weg
gestorven was, stond hij er nog als een stand
beeld. De kamerdienaar stoorde hem.
„Blijft de dominee hier slapen?"
„Neen."
„Wat dan?" Gaat u de anderen misschien
nog achterna?"
„Neen. Ik ga naar huls terug, naar Garabó."
^Maar dan zult u todh zeker wel eerst hier
het avondeten gebruiken?"
Oneens echoot het Simandy te binnen, dat
hij nu al sinds eenige weken nauwelijks iets
gegeten had. En ten slotte wordt toch de
honger in den mensch als een wild dier, dat
men weer verzadigen moet
„Goed, zet mij dan maar iets voor."
Eu hij ging liet huis binnen.
Eenige oogenblikken later werd er geklopt
en J&nos Vajda, dc berendooder, trad binnen.
De in de open haard knetterende blokken
hout verspreidden slcohts een onzeker licht
schijnsel in de kamer en een andere verlich
ting was er nieL
„Ik wensch u goeden avond, dominee I"
Simandy wendde zich van het vuur af.
„Hé, u daar, meester Vajda, wat bracht u
hier?"
„Met uw verlof, ik zoek juist den dominee."
„Wat scheelt er dan aan?"
„Mij scheelt niets, en ik geloof, dat de do
minee ook niets scheelL Maar misschien
scheelt de dochter van den priester wel iets.
„Juffrouw Florica?" vroeg Simóndy flauw
tjes, alsof een plotselinge verdooving hem
aangreep.
Een minuut lang zweeg hij, toen riep hij
vol ongeduld uit:
„Maar spreek dan toch! Waarom zijt ge
hierheen gekomen?"
Jénos Vajda draaide zijn snor eens op,
kuchte, alsof hij zeggen wilde: nu weet ik al,
dat er hier toch ook wel wat aan scheelt,
en begon daarna kalmpjes:
„Neem mij niet kwalijk, dominee, ik zal u
dan vertellen, wat er aan de hand is. Toen ik
gisterenavond uit het bosch lihuis kwam,
vertelde mijn vrouw mij, dat de juffrouw er
geweest was en haar gevraagd had een bood
schap te willen sturen, zoodra ik thuis was
cekomen. .Nu moeder," zei ik, „wat wil zii
dan?" Dat weet ik niet oudje, maar zij sprak
mij aan met „vrouwtje lief* cn zoo smcc-
kend was haar slem, dat een steenen hart er
door zou zijn bewogen. Ternauwernood was
ik een poosje thuis, of zij kwam al uit het
bosch door den achtertuin naar den hof. Zij
wenkte, en wij gingen het huis binnen. Met
mijn schort stofte ik een stoel voor haar af,
maar zij ging niet zitten.
„Waar is uw predikant?" vroeg zij gejaagd.
„Dat weet ik niet, juffrouw; ik kom niet vaak
in de buurt van de kerk."
„Men zegt, dat hij naar Zalathnay in Fun
tinel gegaan is."
„Dat heb ik ook gehoord."
„Maar als dat eens niet waar was? Als hij
eens was verdwenen? Als hij eens zelfmoord
gepleegd had?
„Maar juffrouw, hoe komt u aan zulke ge
dachten?"
„Hebt u vandaag den geheelen dag door
het bosch rondgezworven?"
„Ja."
„En hebt u wel de kolenbranders, de bosch
wachters en de houthakkers gesproken?"
„Met een paar van hen."
.Jlebben zij het niet over hem gehad?"
J£en van de boschwachters vertelde mij
dat hij onder de Piatra Drakulul twee ruiters
gezien hadDit kan de dominee wel ge
weest zijn met mijnheer Zalathnay."
„J-fet kan zijn, maar het is niet zeker, dat
hij het geweest is... Beste meester Vajda, ik
ben heusch bang, dat hij een eind aan zijn
leven gemaakt heeft, misschien is hij wel in
een afgrond gesprongen, of heeft hij zich
dood geschotenIk heb Gyorgye met een
brief naar hem toegestuurd, maar die is nog
piet teruggekomenIk vertrouw alleen op
u, gaat u eens 'zoeken, gaat u naar FuntinoJ
of ergens anders heen en zoek hembreng
hem terug... zweer bij de Heilige Maagd va»
Kazan, dat u hem terug zult brengen..."
Ik heb natuurlijk niet gezworen, maar Ui
heb haar beloofd, dat ik den dominee, al wa<i
het van onder de aarde, te voorschijn bren-t
gen zouToen nam zij een breeden ketting
van haar hals en drukte mij die in de hand,
„Zoo. iets doet men niet voor geld of goud*]
juffrouw," zei ik „dat doet men allee»
uit vriendschapik ga nu dadelijk op wegj
omdat ik medelijden met de juffrouw heb;
en veel van mijn dominee houd."
Zij scheurde een blad van den kalender,
schreef er iets op en reikte hel mij over. Zij
zei er wel mets bij, maar ik begreep, dat zij1
er voor den dominee wat op geschreven had.
Hier is het.
Ik heb mij vóór den nacht nog op weg be«
geven eu van den Kricsor tot den Vrescor het
bosch doorzocht, wat trouwens ook mijn)
plicht was, en nu ben ik hier. Als het u belieft!
En hij overhandigde Simóndy een klein:
papiertje. Deze hield het bij bet vuur en bleof'
er lang en onderzoekend op staren. Toen het,-
hem ten siottie gelukte het bij den dansenden,
rooden lichtgloed te ontcijferen, las hij in fijn
beverig schrift de woorden:
„Mijn Pali, mijn Pali, Ik hel) je zoo lief!"
Hij las en herlas het, en staarde er zoo lang
op, tot alles voor zijn oogen samensmolt.
Wordt vervolpd*