Premie voor onze Lezers.
„DE E EM LAN DER".
Woensdag 12 November 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
H\ 117
I2da Jaargang.
DOKTER JOOST
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyks, behalvo op Zon- en
Feestdagen.
Ad verten tiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels.. f ^-50%
Elke regel meer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto lottors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zoor voordeolige bepalingen
tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, by abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
Door een overeenkomst met een
bekende firma te Amsterdam,
zijn wij in staat gesteld, onzen
lezers eenc fraaie premie tegen
zeer lagen prijs te kunnen aan
bieden, ii.l. zes prachtige repro
duction in orgineele kleuren naar
Oud.ltollandsche meesters, voor
den prijs van t 9U (Franco thuis).
Tegen inlevering van ondcr-
staandcn Don kun men na betaling
van genoemd bedrag, deze repro
duction, in een keurige portefeuil
le vervat, aan ous bureau ver
krijgen.
tic reproducties, welke een ai-
mcsing hebben van 40 bij 50 cJi.,
zijn naar de volgende meesters
A, van Ostade „Hariugvrouwtje".
Frans Hals: „De vroolijke drin
ker".^. G. Ureiikelenkani„Ver
trouwelijk gesprek". G. Jlctzn
„Het ontbijt". J. Ji. Molenaar
„Dame aan 't Klavier", Jon. Ver
meer „Het Melkmeisje".
De Administratie.
De ondergeleekende verzoekt
te inogeu ontvangén, tegen beta,
ling tan 1 2.DO (Franco thuis;,
de premie-uitgave van het Amerst.
Dagblad, ze» reproducties in
vrigineeie kleuren naar Oud-Holl.
meesters.
Kaant: Woonplaats:
Dezen bon in te zenden: Bnreatt
Amerst. Dagblad, ttr. Sir, 1
Amersioort.
Politiek Overzicht
Het eënde van het proces
te Kiew.
De uitspraak van de jury, die in het rilueele
moor.dproees le Kiew had te beslissen over
de schuldvraag, is, wat den beklaagde in dit
proces betreft, afdoende. Mendel Beilis is vrij
gesproken van dc aanklacht, waarvoor hij
terecht stond, op grond van het ontkennende
antwoord, dat de jury heeft gegeven op dc
tweede van de vragen, die haar waren voor
gelegd: de vraag namelijk of Beiiis uit gods
dienstig fanatisme aan den op 12 Maart 1911
op den christenjongcai Jusjtsjinski gepleeg-
den moord heeft deelgenomen. De algeineenc
vraag of deze ongelukkige knaap het slacht
offer geweest is van een ritueelen moord, is
aan de jury niet gesteld; daarop kon dus geen
antwoord gegeven worden, waarmee men aan
het gevaar is ontkomen, dat de jury he1: be
staan van een ritueelen moord zoude heb
ben bevestigd, zonder don moordenaar aan te
wijzen. Maar een andere positieve uitspraak
heeft de jury wel gedaan; zij heeft bevesti
gend geantwoord op do vraag of Jusjtsjinski
vermoord is op het terrein van de steenbak
kerij van Saitzcw. De eigenaar van die fa
briek is een Jood, en het zijn hoofdzakelijk
Joden, die daar werkzaam zijn. Voor verdere
nasporingen naar de schuldigen aan dit mis
drijf is daarmee een bepaalde w*g aangewe
zen, en wel een weg waarop de werkelijke
moordenaars niet zullen zijn te vinden. Als
men daarnaar in ernst wilde zoeken, dan
zou het bewijsmateriaal, dat in dit proces is
bijeengebracht, voldoende aanwijzingen leve
ren om hen le ontdekken. Maar die aanwijzin
gen heeft men niet willen volgen. Daaren
tegen blijft, op grond yan de uitspraak van
dc jury in dit proces, de mogelijkheid open
om te zeggen: Als Bcilis hij dezen moord niet
betrokken is geweest, dan kunnen andere
Joden, die op de steenbakkerij van Sailzew
kwamen, wel de daders zijn geweest. Zoo
opent dit deel van de uitspraak der jury de
gelegenheid om een nieuw ritueel moord-
proces te beginnen. De vraab is alleen of het
O. M. bereid zal worden gevonden de vervol
ging op nieuw ter hand te nemen.
Daarvoor zullen gcene juridische, maar
politieke overwegingen beslissend zijn. Wij
hebben vroeger reeds er op gewezen, dat de
persoonlijke vraag van de schuld van Men
del Beiids in dit proces eene zeer onderge
schikte rol speelde. Een andor had even goed
kunnen zijn uitgezocht voor deze poging om
een zondebok te vinden voor eone schuld,
die men op het geheclc Jodendom wilde la
den. Alleen de woedende Jodenhaat, die in
breedc Russische kringen heerscht, maakt h. t
begrijpelijk, dat op zulke nietige aanwijzin
gen als legen Mende! Bcilis konden worden
aangevoerd, eene zoo zware aanklacht werd
gebaseerd.
De politieke aard van het proes komt ook
hierin aan den dag, dat de geheeJe vrijzin
nige pers voor, bijna de geheelc reactionaire
pers met eenige opmerkelijke uitzonderin
gen, waaronder do te Kiew verschijnende
Kjevljaniii, een conservatief .en nationalis
tisch orgaan, waarvan het rijks doem a lid
Sjoelgin hoofdredacteur is tegen Bcilis
p-artij heelt gekozen. Onder de studenten en
de fabrieksarbeiders hebben proteststakingen
wegens het proces te Kiew plaats gehad. In
Petersburg hebben in eene vergadering van
do orde van advocaten 105 leden van de balie
eene verklaring van protest tegen het proces
te Kiew en de wijze waarop li»et is gevoerd,
onderleekend. Van overheidswege is deswege
eene strafvervolging tegen hen ingesteld," het
geen inlussdhon de leden van hel
psychiatrische genootschap te Peters-
burg niet heeft weerhouden om den staf
te breken over het een anti-semiclischen
geest dragende advies, dat de Peters-
burgsche hooglearaar Silkorski voor die recht
bank heeft uitgebracht; dat advies wordt door
hen genoemd onwetenschappelijk en strijdig
met de objectieve feiten en met de wettelijke
voorschriften. Politiekers van aanzien uit do
beide kampen hebben aan de debatten in de
gerechtszaal te Kiew actief deeLgenomefn. De
openbare aanklager Wipper werd bijgestaan
door de^raadslieden van de civiele partij, den
reactionairen Moskouschen pohaiekerSchma-
kow en het docmalid Zamyslowski; onder
de verdedigers van Beilis waren cenigen van
dc meest bekende advocaten van Rusland en
ook Maklakow, een van de welsprekendsten
cxndar de leiders van do Kbcralo oppositie in
de rijksdoema. Scherper dan ooit te voren
werd, naar aanleiding van het Beilis-proces,
dc politieke scheidingslijn in geheel Rusland
gelrokken.
Wat zal de uitwerking zijn van dit proces?
De Frankt Zlg. is van mecning, dat dit moeie-
lij'k is te zeggen. „liet schijnt, dal de nu inliet
buitenland vertoevende minister-president Ko-
kowzow, die wel een conservatief is, maar
een Europeaan wil blijven, zeker een tegen
stander is van het streven naar pogroms;
maar hij is niet bijzonder machtig, 'en de re
actionairen, naar wier hart hij niet ds, intri-
geeren reeds lang togen hem. Maar ook de
nieuwe minister van binnenlandsche zaken
Maklakow, wiens broeder een der verdedi
gers in het Boi'lis-proces was, schijnt de
beperking van de Joden-onlusten ernstig op
te vallen. De waag is echter of de regeering,
nju zij door dit proces de furie heeft ontke
tend, sterk genoeg zal zijn om het onheil ge
heel tegen te gaan, vooral omdat aan de an
dere zijde zeer invloedrijke onverantwoorde
lijke personen er geen bezwaar in zien den
mannen van dc „Zwarte honderd" de hand tc
drukken, en omdat het volstrekt niet zeker is,
in hoever men op do troepen kan rekenen
voor de onderdrukking van anti-semietische
onlusten. De eerstvolgende dagen zullen mis
schien antwoord brengen op deze vragen. Dc
grooto vraag echter, wat het lot van de Joden
in Rusland zal zijn, die zeer nauw met de
constitutioneele ontwikkeling van Rusland
samenhangt, kan eerst worden beantwoord,
wanneer Rusland werkelijk datgene wordt,
wat het October-manifest 'heeft beloofd. Voor
't oogenblik levert dit proces slechts een droe
vig bewijs, hoe weinig er in de acht jaren,
die sedert dat manifest zijn verloopen, ver
anderd is."
Aan «len Balkan.
Sofia, 11 Notv. De ministerraad zal
heden een besluit nemen over de opportuni
teit om aan Griekenland, door tusschenkomst
van de mogendheden, te vragen, dat de bui
tensporigheden tegen de Bulgaren in Mace
donië ophouden en de krijgsgevangenen wor
den teruggezonden onder bedreiging met re
presailles.
Athene, 11 Nov. De Turkschc gedele
geerden heben heden lang geconfereerd mol
dc Griekschen. Overeenstemming op de basis
van het compromis van Jonescu werd op na
genoeg alle punten verkregen. Dc kwestie
yan .de onderhoudskosten der Turksche ge
vangenen, dc verschillen betreffende de uit
legging van de pro tokoilc-n over de overgave
van Saloniki, de vergoeding van de verliezen
uit de inbeslagneming van Grieksche sche
pen voortvloeiende, en de moeilijkheden over
hel particuliere staatsdomein zullen aan ar
bitrage onderworpen worden.
De overeenkomst is ad referendum gepa
rafeerd.
Over de bemiddelingsrol, die dc Rumcen-
sche minister Take Jonescu in de Turkscli-
Grieksche vredesonderhandelingen vervult,
wordt uit Athene aan dc Köln. Zlg. bericht,
dat Jonescu in zijn laatste onderhoud met de
Turksche onderhandelaars dezen heeft aan
geboden op de Grieksche eischen in tc gaan
in het belang van hot spoedig tot stand ko
men van den vrede, omdat Griekenland ook
naar zijne mecning in de hoofdvragen geene
verdere' oonccssiën kan doen. Om het ant
woord van de Porte af te wachten, zal Jonescu
nog een dag langer in Athene blijven. Als er
dan geen bevredigende verklaring van Tur
kije komt, zal de Grieksche regeering dc on
derhandelingen als doelloos afbreken en om
hare rechten te doen gelden, tot andere mid
delen hare toevlucht nemen. Men rekent editor
nog mot de mogelijkheid, dat de Porte du
Rumcensahc bemiddeling niet zal afwijzen.
De protoslverklaring van de uit Grieksche
krijgsgevangenschap teruggekeerde Bulgaar-
schc officieren wegens de behandeling, die zij
in den tijd van hunne onvrijheid hebben on
dergaan, iss gericht aan minister-president
Vemizelos en heeft den volgenden inhoud:
De krijgsgevangen Bulgaarsdie offideren
van het garnizoen Saloniki haasten zich, na
dat zij in hun vaderland zijn teruggekeerd, bij
Uwe Excellentie ton ernstigste le protestec-
ren tegen de onmenschdijkc wijze, waarop zij
gedurende hunne gcvangensdiap in Grieken
land behanddd zijn. Van hunne bagage en
grootendeels ook van hun geld beroofd, in
middenoeuwsckc gevangenissen geworpen,
levend begraven in een kerker van hel fort
van Nauplia, waarin evenmin lucht als een
lichtstraal kon binnendringen, van elke ver
binding met hunne familie afgesneden, zoo
hebben zij, de geneeskundigen inbegrepen,
alle vernederingen en al hot leed moeten dul
den, die eene geraffineerde wreedheid kan
verzinnen. Dat zijn Je treurige herinnerin
gen Excellentie, die de krijgsgevangen Bul
gaarsche officieren uit het moderne Grie
kenland mee naar huis nemen.
De Grieksche rcgecring heeft door hare
gezantschappen in het buitenland de be
schuldigingen wegens de sleehLe behande
ling van Bulgaarsche krijgsgevangenen door
de Grieken, laten tegenspreken. Volgens deze
inlichtingen zijn van de 4G gevangen Bul
gaarsdie officieren twee gestorven. AUc offi
cieren en soldaten zijn niet alleen zeer goed
behandeld, maar hebben zelfs 'geregeld dc
met hun rang overeenkomende soldij ont
vangen terwijl de in Bulgaarsche krijgsge
vangenschap verkcerende Grieksdie solda
ten niet alleen geone soldij ontvingen, maar
zelfs van hunne gehecle have beroofd wer
den. De aan de Bulgaarsdie officieren in
Nauplia aangewezen verblijven bevonden
zich niet op de vesting maar in de stad en
hadden uitzicht op de zee. Dc Bulgaarsche
officieren hebben nooit klachten geuit tegen
den Griekschen militairen gouverneur, die
hen dikwijls bezocht; ook werd geen protest
ingediend, toen de gevangenen aan de Bul
gaarsche uitleveringscommissie werden over
gegeven.
De Grieksche rcgecring keert het verwijl
om en zegt, dat de door de Bulgaren gevan
gen genomen Grieksche soldaten vernederen
de werkzaamheden moesten uitvoeren en
eene onmenschelijke behandeling ondergin
gen; bij de uitwisseling werden zij in ge
scheurde klecren, barrevoets en in betreurens-
waardigen lichaamstoestand overgegeven,
waarover een officieel protest is ingediend.
Duitschland.
De Nordd. Allg. Zoitung deelt de sameav
stelling mede van. de commissie, die de rijks»
kanselier heeft benoemd Lot onderzoek vait
de gezamenlijke levuramtiën voor leger en
vloot van het rijk. Do commissie bestaat uit
vertegenwoordigers van de betrokken ressorts
on uit deskundigen; ook een aantal leden N an
den rijksdag zijn daarin opgenomen, waarbij
rekening is gehouden met de wenschen der
partijen. Heit zal de taak van dc commissie
zijin, de onitwikkeling uiteen le zetten van do
beginselen en methodes tol dusver voor de
oorlfOgslovoivuiLien aan leger en vloot in hun
veihand mol de algemeene economische ont
wikkeling, en de doelmatigheid van de tegen
woordige praktijk onder vergelijkende 1*2-
Rchouwing van soortgel e grootbedrijven van
binnen- en buitenland aan een onderzoek te
onderwerpen. Tot cl i t doel zuilen door de com
missie op grond van inleidende worstellen
van meer algemeen en inhoud volgens een in
bijzonderheden nog vast le stellen werkpro
gramma deskundigen in contradictoir ver
hoor ondervraagd worden.
Dc rijksdag is in deze commissie vertegen
woordigd door de volgende leden: Dietrich eq
graaf Westarp (conservatieven), Schuitz
(rijkspartij), Bclirens (wirlschaftliche Yercini-
gung), Ei-zberger en Speck (centrum), graat
Rrudzcewo MSelzynski (Polen), Roland en
RolLart (naliona al-libe ra len), .MüUer-Mcdniu-
gen en Licscliing (forbchrittiiche Volkspar-
tcd), Hauss (Elzasscrs), Nosko (sociaal-demo
craten.) Dc sociaal-democratische fractie liad
naast Noske nog voorgesteld den afgevaardig
de Licbknecht. Dc rijkskanselier had echter
wegens de geprononocerde stelling, die de af
gevaardigde Licbknecht persoonlijk in do
openbare behandeling van de Krupp-zaak
heeft ingonomon, bezwaar gemankt aan dit
voorstel gevolg le geven. Ann dc sociaal-do-
mocral'ischc fractie is medegedeeld, dat liet
haar \rijslaat naast den afgevaardigde Noske
nog een ander lid voor te stellen om in de
commissie tc worden geroepen.
De Vorwarts deelt hierover nader nof» mede,
dat de rijkskanselier Liebknccht slechts nis
deskundige zal uilnoodigcn, niet als commis
sielid. De afwijzing van Liebknccht is hier
mee gemotiveerd, dat de commissie in zeke
ren zin rechterlijke functién uitoefent. Vail
het lidmaatschap der oommissie zijn allen
uitgesloten, die belanghebbenden zijn; boven
dien is Liebknccht als aanklager niet onbe
vangen.
Straatsburg, 11 Nov. Uit het offi-
cieele onderzoek van het gebeurde in Zabern
is gebleken, dat de luitenant baron von Forst-
ner, bij het exereeeren op 28 October een
vroeger gestraften rebuilt vermaande, bij
twisten met burgers vechtpartijen tc vermij
den. Hij knoopte daaraan vast eene verma
ning hoe de rccruul zich moest gedragen alj
hij werd aangevallen, en zeide tot hem: „Als
gij echter wordt aangevallen, maakt gij van
uw wapen gebruik, en wanneer gij daarbij
zoo'n „Wackos" overhoop steekt, krijgt gij
van mij nog tien mark." De cscouadc-com-
mandant voegde daaraan toe: „Van mij nog
drie mark er bij."
Uit dit verband blijkt, dat dc luitenant met
deze uitdrukking slechts twistzieke personen,
vechtersbazen bedoelde, niet dc Elzassische
bevolking in het algemeen.
Een jong meisjeehart doet dienkon aan dc
maan; hoL is zeer veranderlijk en altijd is
er oen mannetje in.
EN ZIJN ZEVEN ZOR0EN.
12 DOOR
MARIE DIERS. -
Hij zag haar onafgebroken aan en begon in
wendig steeds meer le lachen. „Strijdt maar,
voor wat je wilt, jullie dwaze kinderen!"
dacht hij. „Als je maar zao vastberaden en
stoutmoedig kijkt als dit roodlokkige per
soontje, dan kan mij al 't andere niets sche
len."
Inge was overgelukkig. Wat haar zoo boven
verwachting snel de overwinning bezergd
had, dat vermoedde ze niet. Ze wist immers
ook niets van de aanwezigheid van den klei
nen geest, dien de moeder voor haar kinderen
op aarde achtergelaten had.
De winter, die nu volgde, was zoo stil ge
lukkig en vreedzaam, als de dokter er zich
na Annemarie's dood geen herinnerde. Het
was een tamelijk zachte winter, en dokter
Toost had als geneesheer niet te veel werk en
niet te weinig. Veel tijd om verder te studee-
ren en op de hoogte te blijven van de weten
schap had hij weliswaar ook niet. Hij moest
blij zijn, als hij zijn boeren en burgers telkens
zoo'n beetje oplapte volgens de wetenschap
van twintig jaren herwaarts. Wat hielp het
hem, of hij al eens zwaarmoedig dreigde te
worden bij de gedaahte aan het feit, dat hij
zoo gebonden was en zoo afgezonderd feefdc
van de wetenschappelijke wereld? In den
gr.ond van de zaak had hij toch wel iets be
ters te doen.
Dokter Jóóst bezat die ruwe, goedige dok
tersmanieren, die de beste middelen zijn om
bij het onwetende volk gehoorzaamheid en
vertrouwen le wekken.
Daarmee bereikte hij dan ook altijd,
wat hij beoogde. Hij wond zich ook niet op,
als er eens een patiënt stierf, die misschien
op de een of andere wijze en door'een ander
middel ware te redden geweest. Hij voelde
zich- sterk verbonden met al het werkelijke
cn gewordene en hield ziCli nooit veel op met
vage, onbepaalde mogelijkheden. Hij wist, dal
er bekwamer doctoren waren dan hij, ja, dal
wel menigeen, die het als dokter tegen hem
moest afleggen, het van hem won, wat erva
ring en studie betrof, doch daarmee brak hij
zich niet onnoodig het hoofd. Hij was een man,
die van zich zelf bijna meer eischte, dan men
redelijkerwijs van een mensch kafi vorderen,
en dat bewustzijn maakte hem sterk, rustig c-n
was er oorzaak van, dat hij nooit zenuwach
tig, doch steeds op een gezonde wijze onver
schillig was. Op den anderen dokter van 't
stadje, dokter Jager, die hier de praktijk zijns
vaders geërfd had en (meestal in een lichlgn
graad van dronkenschap verkeerde, kon hij
niet rekenen.
Hij was weliswaar altijd beter dan niemand,
doch er waren ook gevallen, waarin het heter
ware geweest, dat hij weggebleven was. en
waarin dokier Joost op den koop toe het bij
zondere genot had, de door hem begane fouten
goed te mogen maken. In de welgestelde
kringen van Geneucicen namen slechts men-
schen, dfe zich op de een of andere wijze door
dokter Joost beleedigd, achtten, voor korten
tijd zijn collega.
Zoo was het dus met hem, wat zijn beroep
betreft: vastberaden en met opgeheven hoofd
verrichtte hij zijn werk; al naarmate hel noo-
dig was, toonde hij ziüh hard en streng of
weekhartig. Van hem kon men wel zeggen,
dat hij datgene, waartoe hij geroepen was,
volmaakt goed deed, al mocht men in bijzon
dere gevallen er dan ook al over denken, zoo
als men wilde.
In dezen gelukkigen, stillen winter scheen
alles er op le wijzen, dat hij in zijn ander rijk,
hel huiselijk koninkrijk, evenéens door het ge
luk gekroond zou worden.
Hierin had hij zich tot nu toe nog onrustig
genoeg gevoeld. Sedert hem de vogel Inge op
de 'hand was gevlogen, scheen liet hem plot
seling toe, alsof nu alles goe>d moest gaan. Met
Matz was alles in orde, met Inge kwam het
ook terecht, met Peter was alles altijd zoo
goed mogelijk thans kreeg hij ook moed,
wal de anderen betrof, ten opzichte van wie
de zaken -nog onzeker stonden. Heide had
door haai- ziekelijkheid toch reeds dikwijls
zijn hulp nood'ig. Als hij in de kamer kwam
en zag, hoe de anderen vroolijk waren en
Heide "met haar blond kopje, dat haav pijn
deed, stil in een hoekje zat, dan nam hij haar
mee naar zijn kamer, legde haar op zijn rust
bank, dekte haar toe en gaf -haar druppels.
Ook streek hij haar zachtjes over 't voorhoofd
totdat zij onder zijn handen insliep. Zc spra
ken niet veel met elkaar, doch er bestond toch
een stilzwijgend, hecht verbond tusschcn hen.
Vroeger, toen ze nog naar school ging, had
hij haar veel thuis gehouden. Daardoor had ze
niet veel schoolwijsheid opgedaan, ze zou het
ook wel nooit ver in de wetenschap gebracht
hebben. Als zij niet zoo bijzonder teer cn
gauw moe was geweest, zou zij wellicht 'I
huismoedertje geworden zijn, om welks ont
breken velen hem zoozeer beklaagden, doch
nu uitten zich haar kleine talenten slechts
daarin, dat zc ongemerkt aan hel g»ckeele
huisho»uden een zacht, liefelijk waas van
poëzie wist te geven, in het plaatsen van rui
kertjes op de tafel in de huiskamer en in de
kaaner van den dokter, in licci fijngevoelige,
kleine attenties, die zo voor ieder had, cn die
op 't juiste oogenblik den persoon in kwestie
een groole vreugde konden bereiden,
De blonde Heide was nu zeventien jaar. In
wie haar zag, wekte zo z a elf to steanmingen
op, omdat ze zoo broos en teer was. Vreem
den hielden veel van haar; voor haar vader
was haar verschijnnig een van de dingen,
die hem mét ernstige gedachten aan de toe
komst deden denken.
Deze gedachte aan de toekomst was nu de
eenige zorg in dezen onvergélijkelijken
winter zich n dokter sterk deed gevoelen.
Als hij jongens had gehad, zou hij ze voor
't leven klaar gemaakt en dan gezegd hebben:
„Help je nu maar zelf." Dat gold ook voor Ma
ria. Een paar jaren op de universiteit le
Zürich kostte ze hem nog oen handvol geld,
dan zorgde ze voor haar eigen onderhoud
Doch (met betrekking tot de anderen kon men
niets mei zekerheid zeggen.
Deelnemende dames zeiden: „Maar Uw
aardige dochters zullen toch wel trouwen.'
Dat vond hij onzinnigen praht. Men trouwt
toch niet om eten en kioeren tc hebben, doch
om sterk en vrij en vol levenskracht te wor<
den, om een groole verantwoordelijkheid op
zich te nemen cn de eigenschappen van hoofd
en hart te doen groeien. Voor eten cn klee-
ren moet dc vader zorgen, opdat dit vooral
niet de aanlcidcndc oorzaak worde, dat een
vrijgeboren hart zich in eeuwige, ellendige
gevangenschap begeeft. Om trooMenderwijs
te zeggen, dat dc meisjes wel zouden trou
wen, daarmee moest men bij dokter Joost
niet aankomen.
Hij had voor de andere zes dochters lijf
renten gekocht en 't betalen daarvan viel hem
moeilijk genoeg; ook zouden ze tocli niet eens
groot genoeg zijn, om ieder ineisje zelfs ook
maar een zeer bescheiden bestaan te ver
schaffen. Als hij daarover dacht en zich goed
voorstelde, dal hij ook niet altijd zou blijven
leven en weg kon zijn, voordat de meisjes
wisten, wat ze wilden en moesten, dan werd
hem zelfs deze winter vergald.
Doch hij was sterk en had zijn werk lief,
voelde reuzenkrachten in zich, telde zich zelf
voor, dat hij nog twee jaren van de vijftig
verwijderd was en dat hij op zijn minst nog
dertig jaar verdienen cn oversparen kon
en dan werd zijn moed weer grooter, en als
hij zich later dezen lijd weer voor den geesl
terugriep, van de herfstvacantie tot Mei, dan
zag hij een helder verlicht, vroolijk tafereel,
waarop de zon door het bladerdak schijnt,
waarop men heerlijk lui in 't gras ligt en de
dagen over zich laat keenglijden als den
zachtcn luchtstroom, die komt en gaat zonder
dat men 't merkt.
Wordt vervolgd'