Premie voor onze Lezers. „DE E EM LAN DER". Woensdag 12 November 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. H\ 117 I2da Jaargang. DOKTER JOOST Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelyks, behalvo op Zon- en Feestdagen. Ad verten tiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regels.. f ^-50% Elke regel meer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto lottors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zoor voordeolige bepalingen tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Door een overeenkomst met een bekende firma te Amsterdam, zijn wij in staat gesteld, onzen lezers eenc fraaie premie tegen zeer lagen prijs te kunnen aan bieden, ii.l. zes prachtige repro duction in orgineele kleuren naar Oud.ltollandsche meesters, voor den prijs van t 9U (Franco thuis). Tegen inlevering van ondcr- staandcn Don kun men na betaling van genoemd bedrag, deze repro duction, in een keurige portefeuil le vervat, aan ous bureau ver krijgen. tic reproducties, welke een ai- mcsing hebben van 40 bij 50 cJi., zijn naar de volgende meesters A, van Ostade „Hariugvrouwtje". Frans Hals: „De vroolijke drin ker".^. G. Ureiikelenkani„Ver trouwelijk gesprek". G. Jlctzn „Het ontbijt". J. Ji. Molenaar „Dame aan 't Klavier", Jon. Ver meer „Het Melkmeisje". De Administratie. De ondergeleekende verzoekt te inogeu ontvangén, tegen beta, ling tan 1 2.DO (Franco thuis;, de premie-uitgave van het Amerst. Dagblad, ze» reproducties in vrigineeie kleuren naar Oud-Holl. meesters. Kaant: Woonplaats: Dezen bon in te zenden: Bnreatt Amerst. Dagblad, ttr. Sir, 1 Amersioort. Politiek Overzicht Het eënde van het proces te Kiew. De uitspraak van de jury, die in het rilueele moor.dproees le Kiew had te beslissen over de schuldvraag, is, wat den beklaagde in dit proces betreft, afdoende. Mendel Beilis is vrij gesproken van dc aanklacht, waarvoor hij terecht stond, op grond van het ontkennende antwoord, dat de jury heeft gegeven op dc tweede van de vragen, die haar waren voor gelegd: de vraag namelijk of Beiiis uit gods dienstig fanatisme aan den op 12 Maart 1911 op den christenjongcai Jusjtsjinski gepleeg- den moord heeft deelgenomen. De algeineenc vraag of deze ongelukkige knaap het slacht offer geweest is van een ritueelen moord, is aan de jury niet gesteld; daarop kon dus geen antwoord gegeven worden, waarmee men aan het gevaar is ontkomen, dat de jury he1: be staan van een ritueelen moord zoude heb ben bevestigd, zonder don moordenaar aan te wijzen. Maar een andere positieve uitspraak heeft de jury wel gedaan; zij heeft bevesti gend geantwoord op do vraag of Jusjtsjinski vermoord is op het terrein van de steenbak kerij van Saitzcw. De eigenaar van die fa briek is een Jood, en het zijn hoofdzakelijk Joden, die daar werkzaam zijn. Voor verdere nasporingen naar de schuldigen aan dit mis drijf is daarmee een bepaalde w*g aangewe zen, en wel een weg waarop de werkelijke moordenaars niet zullen zijn te vinden. Als men daarnaar in ernst wilde zoeken, dan zou het bewijsmateriaal, dat in dit proces is bijeengebracht, voldoende aanwijzingen leve ren om hen le ontdekken. Maar die aanwijzin gen heeft men niet willen volgen. Daaren tegen blijft, op grond yan de uitspraak van dc jury in dit proces, de mogelijkheid open om te zeggen: Als Bcilis hij dezen moord niet betrokken is geweest, dan kunnen andere Joden, die op de steenbakkerij van Sailzew kwamen, wel de daders zijn geweest. Zoo opent dit deel van de uitspraak der jury de gelegenheid om een nieuw ritueel moord- proces te beginnen. De vraab is alleen of het O. M. bereid zal worden gevonden de vervol ging op nieuw ter hand te nemen. Daarvoor zullen gcene juridische, maar politieke overwegingen beslissend zijn. Wij hebben vroeger reeds er op gewezen, dat de persoonlijke vraag van de schuld van Men del Beiids in dit proces eene zeer onderge schikte rol speelde. Een andor had even goed kunnen zijn uitgezocht voor deze poging om een zondebok te vinden voor eone schuld, die men op het geheclc Jodendom wilde la den. Alleen de woedende Jodenhaat, die in breedc Russische kringen heerscht, maakt h. t begrijpelijk, dat op zulke nietige aanwijzin gen als legen Mende! Bcilis konden worden aangevoerd, eene zoo zware aanklacht werd gebaseerd. De politieke aard van het proes komt ook hierin aan den dag, dat de geheeJe vrijzin nige pers voor, bijna de geheelc reactionaire pers met eenige opmerkelijke uitzonderin gen, waaronder do te Kiew verschijnende Kjevljaniii, een conservatief .en nationalis tisch orgaan, waarvan het rijks doem a lid Sjoelgin hoofdredacteur is tegen Bcilis p-artij heelt gekozen. Onder de studenten en de fabrieksarbeiders hebben proteststakingen wegens het proces te Kiew plaats gehad. In Petersburg hebben in eene vergadering van do orde van advocaten 105 leden van de balie eene verklaring van protest tegen het proces te Kiew en de wijze waarop li»et is gevoerd, onderleekend. Van overheidswege is deswege eene strafvervolging tegen hen ingesteld," het geen inlussdhon de leden van hel psychiatrische genootschap te Peters- burg niet heeft weerhouden om den staf te breken over het een anti-semiclischen geest dragende advies, dat de Peters- burgsche hooglearaar Silkorski voor die recht bank heeft uitgebracht; dat advies wordt door hen genoemd onwetenschappelijk en strijdig met de objectieve feiten en met de wettelijke voorschriften. Politiekers van aanzien uit do beide kampen hebben aan de debatten in de gerechtszaal te Kiew actief deeLgenomefn. De openbare aanklager Wipper werd bijgestaan door de^raadslieden van de civiele partij, den reactionairen Moskouschen pohaiekerSchma- kow en het docmalid Zamyslowski; onder de verdedigers van Beilis waren cenigen van dc meest bekende advocaten van Rusland en ook Maklakow, een van de welsprekendsten cxndar de leiders van do Kbcralo oppositie in de rijksdoema. Scherper dan ooit te voren werd, naar aanleiding van het Beilis-proces, dc politieke scheidingslijn in geheel Rusland gelrokken. Wat zal de uitwerking zijn van dit proces? De Frankt Zlg. is van mecning, dat dit moeie- lij'k is te zeggen. „liet schijnt, dal de nu inliet buitenland vertoevende minister-president Ko- kowzow, die wel een conservatief is, maar een Europeaan wil blijven, zeker een tegen stander is van het streven naar pogroms; maar hij is niet bijzonder machtig, 'en de re actionairen, naar wier hart hij niet ds, intri- geeren reeds lang togen hem. Maar ook de nieuwe minister van binnenlandsche zaken Maklakow, wiens broeder een der verdedi gers in het Boi'lis-proces was, schijnt de beperking van de Joden-onlusten ernstig op te vallen. De waag is echter of de regeering, nju zij door dit proces de furie heeft ontke tend, sterk genoeg zal zijn om het onheil ge heel tegen te gaan, vooral omdat aan de an dere zijde zeer invloedrijke onverantwoorde lijke personen er geen bezwaar in zien den mannen van dc „Zwarte honderd" de hand tc drukken, en omdat het volstrekt niet zeker is, in hoever men op do troepen kan rekenen voor de onderdrukking van anti-semietische onlusten. De eerstvolgende dagen zullen mis schien antwoord brengen op deze vragen. Dc grooto vraag echter, wat het lot van de Joden in Rusland zal zijn, die zeer nauw met de constitutioneele ontwikkeling van Rusland samenhangt, kan eerst worden beantwoord, wanneer Rusland werkelijk datgene wordt, wat het October-manifest 'heeft beloofd. Voor 't oogenblik levert dit proces slechts een droe vig bewijs, hoe weinig er in de acht jaren, die sedert dat manifest zijn verloopen, ver anderd is." Aan «len Balkan. Sofia, 11 Notv. De ministerraad zal heden een besluit nemen over de opportuni teit om aan Griekenland, door tusschenkomst van de mogendheden, te vragen, dat de bui tensporigheden tegen de Bulgaren in Mace donië ophouden en de krijgsgevangenen wor den teruggezonden onder bedreiging met re presailles. Athene, 11 Nov. De Turkschc gedele geerden heben heden lang geconfereerd mol dc Griekschen. Overeenstemming op de basis van het compromis van Jonescu werd op na genoeg alle punten verkregen. Dc kwestie yan .de onderhoudskosten der Turksche ge vangenen, dc verschillen betreffende de uit legging van de pro tokoilc-n over de overgave van Saloniki, de vergoeding van de verliezen uit de inbeslagneming van Grieksche sche pen voortvloeiende, en de moeilijkheden over hel particuliere staatsdomein zullen aan ar bitrage onderworpen worden. De overeenkomst is ad referendum gepa rafeerd. Over de bemiddelingsrol, die dc Rumcen- sche minister Take Jonescu in de Turkscli- Grieksche vredesonderhandelingen vervult, wordt uit Athene aan dc Köln. Zlg. bericht, dat Jonescu in zijn laatste onderhoud met de Turksche onderhandelaars dezen heeft aan geboden op de Grieksche eischen in tc gaan in het belang van hot spoedig tot stand ko men van den vrede, omdat Griekenland ook naar zijne mecning in de hoofdvragen geene verdere' oonccssiën kan doen. Om het ant woord van de Porte af te wachten, zal Jonescu nog een dag langer in Athene blijven. Als er dan geen bevredigende verklaring van Tur kije komt, zal de Grieksche regeering dc on derhandelingen als doelloos afbreken en om hare rechten te doen gelden, tot andere mid delen hare toevlucht nemen. Men rekent editor nog mot de mogelijkheid, dat de Porte du Rumcensahc bemiddeling niet zal afwijzen. De protoslverklaring van de uit Grieksche krijgsgevangenschap teruggekeerde Bulgaar- schc officieren wegens de behandeling, die zij in den tijd van hunne onvrijheid hebben on dergaan, iss gericht aan minister-president Vemizelos en heeft den volgenden inhoud: De krijgsgevangen Bulgaarsdie offideren van het garnizoen Saloniki haasten zich, na dat zij in hun vaderland zijn teruggekeerd, bij Uwe Excellentie ton ernstigste le protestec- ren tegen de onmenschdijkc wijze, waarop zij gedurende hunne gcvangensdiap in Grieken land behanddd zijn. Van hunne bagage en grootendeels ook van hun geld beroofd, in middenoeuwsckc gevangenissen geworpen, levend begraven in een kerker van hel fort van Nauplia, waarin evenmin lucht als een lichtstraal kon binnendringen, van elke ver binding met hunne familie afgesneden, zoo hebben zij, de geneeskundigen inbegrepen, alle vernederingen en al hot leed moeten dul den, die eene geraffineerde wreedheid kan verzinnen. Dat zijn Je treurige herinnerin gen Excellentie, die de krijgsgevangen Bul gaarsche officieren uit het moderne Grie kenland mee naar huis nemen. De Grieksche rcgecring heeft door hare gezantschappen in het buitenland de be schuldigingen wegens de sleehLe behande ling van Bulgaarsche krijgsgevangenen door de Grieken, laten tegenspreken. Volgens deze inlichtingen zijn van de 4G gevangen Bul gaarsdie officieren twee gestorven. AUc offi cieren en soldaten zijn niet alleen zeer goed behandeld, maar hebben zelfs 'geregeld dc met hun rang overeenkomende soldij ont vangen terwijl de in Bulgaarsche krijgsge vangenschap verkcerende Grieksdie solda ten niet alleen geone soldij ontvingen, maar zelfs van hunne gehecle have beroofd wer den. De aan de Bulgaarsdie officieren in Nauplia aangewezen verblijven bevonden zich niet op de vesting maar in de stad en hadden uitzicht op de zee. Dc Bulgaarsche officieren hebben nooit klachten geuit tegen den Griekschen militairen gouverneur, die hen dikwijls bezocht; ook werd geen protest ingediend, toen de gevangenen aan de Bul gaarsche uitleveringscommissie werden over gegeven. De Grieksche rcgecring keert het verwijl om en zegt, dat de door de Bulgaren gevan gen genomen Grieksche soldaten vernederen de werkzaamheden moesten uitvoeren en eene onmenschelijke behandeling ondergin gen; bij de uitwisseling werden zij in ge scheurde klecren, barrevoets en in betreurens- waardigen lichaamstoestand overgegeven, waarover een officieel protest is ingediend. Duitschland. De Nordd. Allg. Zoitung deelt de sameav stelling mede van. de commissie, die de rijks» kanselier heeft benoemd Lot onderzoek vait de gezamenlijke levuramtiën voor leger en vloot van het rijk. Do commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken ressorts on uit deskundigen; ook een aantal leden N an den rijksdag zijn daarin opgenomen, waarbij rekening is gehouden met de wenschen der partijen. Heit zal de taak van dc commissie zijin, de onitwikkeling uiteen le zetten van do beginselen en methodes tol dusver voor de oorlfOgslovoivuiLien aan leger en vloot in hun veihand mol de algemeene economische ont wikkeling, en de doelmatigheid van de tegen woordige praktijk onder vergelijkende 1*2- Rchouwing van soortgel e grootbedrijven van binnen- en buitenland aan een onderzoek te onderwerpen. Tot cl i t doel zuilen door de com missie op grond van inleidende worstellen van meer algemeen en inhoud volgens een in bijzonderheden nog vast le stellen werkpro gramma deskundigen in contradictoir ver hoor ondervraagd worden. Dc rijksdag is in deze commissie vertegen woordigd door de volgende leden: Dietrich eq graaf Westarp (conservatieven), Schuitz (rijkspartij), Bclirens (wirlschaftliche Yercini- gung), Ei-zberger en Speck (centrum), graat Rrudzcewo MSelzynski (Polen), Roland en RolLart (naliona al-libe ra len), .MüUer-Mcdniu- gen en Licscliing (forbchrittiiche Volkspar- tcd), Hauss (Elzasscrs), Nosko (sociaal-demo craten.) Dc sociaal-democratische fractie liad naast Noske nog voorgesteld den afgevaardig de Licbknecht. Dc rijkskanselier had echter wegens de geprononocerde stelling, die de af gevaardigde Licbknecht persoonlijk in do openbare behandeling van de Krupp-zaak heeft ingonomon, bezwaar gemankt aan dit voorstel gevolg le geven. Ann dc sociaal-do- mocral'ischc fractie is medegedeeld, dat liet haar \rijslaat naast den afgevaardigde Noske nog een ander lid voor te stellen om in de commissie tc worden geroepen. De Vorwarts deelt hierover nader nof» mede, dat de rijkskanselier Liebknccht slechts nis deskundige zal uilnoodigcn, niet als commis sielid. De afwijzing van Liebknccht is hier mee gemotiveerd, dat de commissie in zeke ren zin rechterlijke functién uitoefent. Vail het lidmaatschap der oommissie zijn allen uitgesloten, die belanghebbenden zijn; boven dien is Liebknccht als aanklager niet onbe vangen. Straatsburg, 11 Nov. Uit het offi- cieele onderzoek van het gebeurde in Zabern is gebleken, dat de luitenant baron von Forst- ner, bij het exereeeren op 28 October een vroeger gestraften rebuilt vermaande, bij twisten met burgers vechtpartijen tc vermij den. Hij knoopte daaraan vast eene verma ning hoe de rccruul zich moest gedragen alj hij werd aangevallen, en zeide tot hem: „Als gij echter wordt aangevallen, maakt gij van uw wapen gebruik, en wanneer gij daarbij zoo'n „Wackos" overhoop steekt, krijgt gij van mij nog tien mark." De cscouadc-com- mandant voegde daaraan toe: „Van mij nog drie mark er bij." Uit dit verband blijkt, dat dc luitenant met deze uitdrukking slechts twistzieke personen, vechtersbazen bedoelde, niet dc Elzassische bevolking in het algemeen. Een jong meisjeehart doet dienkon aan dc maan; hoL is zeer veranderlijk en altijd is er oen mannetje in. EN ZIJN ZEVEN ZOR0EN. 12 DOOR MARIE DIERS. - Hij zag haar onafgebroken aan en begon in wendig steeds meer le lachen. „Strijdt maar, voor wat je wilt, jullie dwaze kinderen!" dacht hij. „Als je maar zao vastberaden en stoutmoedig kijkt als dit roodlokkige per soontje, dan kan mij al 't andere niets sche len." Inge was overgelukkig. Wat haar zoo boven verwachting snel de overwinning bezergd had, dat vermoedde ze niet. Ze wist immers ook niets van de aanwezigheid van den klei nen geest, dien de moeder voor haar kinderen op aarde achtergelaten had. De winter, die nu volgde, was zoo stil ge lukkig en vreedzaam, als de dokter er zich na Annemarie's dood geen herinnerde. Het was een tamelijk zachte winter, en dokter Toost had als geneesheer niet te veel werk en niet te weinig. Veel tijd om verder te studee- ren en op de hoogte te blijven van de weten schap had hij weliswaar ook niet. Hij moest blij zijn, als hij zijn boeren en burgers telkens zoo'n beetje oplapte volgens de wetenschap van twintig jaren herwaarts. Wat hielp het hem, of hij al eens zwaarmoedig dreigde te worden bij de gedaahte aan het feit, dat hij zoo gebonden was en zoo afgezonderd feefdc van de wetenschappelijke wereld? In den gr.ond van de zaak had hij toch wel iets be ters te doen. Dokter Jóóst bezat die ruwe, goedige dok tersmanieren, die de beste middelen zijn om bij het onwetende volk gehoorzaamheid en vertrouwen le wekken. Daarmee bereikte hij dan ook altijd, wat hij beoogde. Hij wond zich ook niet op, als er eens een patiënt stierf, die misschien op de een of andere wijze en door'een ander middel ware te redden geweest. Hij voelde zich- sterk verbonden met al het werkelijke cn gewordene en hield ziCli nooit veel op met vage, onbepaalde mogelijkheden. Hij wist, dal er bekwamer doctoren waren dan hij, ja, dal wel menigeen, die het als dokter tegen hem moest afleggen, het van hem won, wat erva ring en studie betrof, doch daarmee brak hij zich niet onnoodig het hoofd. Hij was een man, die van zich zelf bijna meer eischte, dan men redelijkerwijs van een mensch kafi vorderen, en dat bewustzijn maakte hem sterk, rustig c-n was er oorzaak van, dat hij nooit zenuwach tig, doch steeds op een gezonde wijze onver schillig was. Op den anderen dokter van 't stadje, dokter Jager, die hier de praktijk zijns vaders geërfd had en (meestal in een lichlgn graad van dronkenschap verkeerde, kon hij niet rekenen. Hij was weliswaar altijd beter dan niemand, doch er waren ook gevallen, waarin het heter ware geweest, dat hij weggebleven was. en waarin dokier Joost op den koop toe het bij zondere genot had, de door hem begane fouten goed te mogen maken. In de welgestelde kringen van Geneucicen namen slechts men- schen, dfe zich op de een of andere wijze door dokter Joost beleedigd, achtten, voor korten tijd zijn collega. Zoo was het dus met hem, wat zijn beroep betreft: vastberaden en met opgeheven hoofd verrichtte hij zijn werk; al naarmate hel noo- dig was, toonde hij ziüh hard en streng of weekhartig. Van hem kon men wel zeggen, dat hij datgene, waartoe hij geroepen was, volmaakt goed deed, al mocht men in bijzon dere gevallen er dan ook al over denken, zoo als men wilde. In dezen gelukkigen, stillen winter scheen alles er op le wijzen, dat hij in zijn ander rijk, hel huiselijk koninkrijk, evenéens door het ge luk gekroond zou worden. Hierin had hij zich tot nu toe nog onrustig genoeg gevoeld. Sedert hem de vogel Inge op de 'hand was gevlogen, scheen liet hem plot seling toe, alsof nu alles goe>d moest gaan. Met Matz was alles in orde, met Inge kwam het ook terecht, met Peter was alles altijd zoo goed mogelijk thans kreeg hij ook moed, wal de anderen betrof, ten opzichte van wie de zaken -nog onzeker stonden. Heide had door haai- ziekelijkheid toch reeds dikwijls zijn hulp nood'ig. Als hij in de kamer kwam en zag, hoe de anderen vroolijk waren en Heide "met haar blond kopje, dat haav pijn deed, stil in een hoekje zat, dan nam hij haar mee naar zijn kamer, legde haar op zijn rust bank, dekte haar toe en gaf -haar druppels. Ook streek hij haar zachtjes over 't voorhoofd totdat zij onder zijn handen insliep. Zc spra ken niet veel met elkaar, doch er bestond toch een stilzwijgend, hecht verbond tusschcn hen. Vroeger, toen ze nog naar school ging, had hij haar veel thuis gehouden. Daardoor had ze niet veel schoolwijsheid opgedaan, ze zou het ook wel nooit ver in de wetenschap gebracht hebben. Als zij niet zoo bijzonder teer cn gauw moe was geweest, zou zij wellicht 'I huismoedertje geworden zijn, om welks ont breken velen hem zoozeer beklaagden, doch nu uitten zich haar kleine talenten slechts daarin, dat zc ongemerkt aan hel g»ckeele huisho»uden een zacht, liefelijk waas van poëzie wist te geven, in het plaatsen van rui kertjes op de tafel in de huiskamer en in de kaaner van den dokter, in licci fijngevoelige, kleine attenties, die zo voor ieder had, cn die op 't juiste oogenblik den persoon in kwestie een groole vreugde konden bereiden, De blonde Heide was nu zeventien jaar. In wie haar zag, wekte zo z a elf to steanmingen op, omdat ze zoo broos en teer was. Vreem den hielden veel van haar; voor haar vader was haar verschijnnig een van de dingen, die hem mét ernstige gedachten aan de toe komst deden denken. Deze gedachte aan de toekomst was nu de eenige zorg in dezen onvergélijkelijken winter zich n dokter sterk deed gevoelen. Als hij jongens had gehad, zou hij ze voor 't leven klaar gemaakt en dan gezegd hebben: „Help je nu maar zelf." Dat gold ook voor Ma ria. Een paar jaren op de universiteit le Zürich kostte ze hem nog oen handvol geld, dan zorgde ze voor haar eigen onderhoud Doch (met betrekking tot de anderen kon men niets mei zekerheid zeggen. Deelnemende dames zeiden: „Maar Uw aardige dochters zullen toch wel trouwen.' Dat vond hij onzinnigen praht. Men trouwt toch niet om eten en kioeren tc hebben, doch om sterk en vrij en vol levenskracht te wor< den, om een groole verantwoordelijkheid op zich te nemen cn de eigenschappen van hoofd en hart te doen groeien. Voor eten cn klee- ren moet dc vader zorgen, opdat dit vooral niet de aanlcidcndc oorzaak worde, dat een vrijgeboren hart zich in eeuwige, ellendige gevangenschap begeeft. Om trooMenderwijs te zeggen, dat dc meisjes wel zouden trou wen, daarmee moest men bij dokter Joost niet aankomen. Hij had voor de andere zes dochters lijf renten gekocht en 't betalen daarvan viel hem moeilijk genoeg; ook zouden ze tocli niet eens groot genoeg zijn, om ieder ineisje zelfs ook maar een zeer bescheiden bestaan te ver schaffen. Als hij daarover dacht en zich goed voorstelde, dal hij ook niet altijd zou blijven leven en weg kon zijn, voordat de meisjes wisten, wat ze wilden en moesten, dan werd hem zelfs deze winter vergald. Doch hij was sterk en had zijn werk lief, voelde reuzenkrachten in zich, telde zich zelf voor, dat hij nog twee jaren van de vijftig verwijderd was en dat hij op zijn minst nog dertig jaar verdienen cn oversparen kon en dan werd zijn moed weer grooter, en als hij zich later dezen lijd weer voor den geesl terugriep, van de herfstvacantie tot Mei, dan zag hij een helder verlicht, vroolijk tafereel, waarop de zon door het bladerdak schijnt, waarop men heerlijk lui in 't gras ligt en de dagen over zich laat keenglijden als den zachtcn luchtstroom, die komt en gaat zonder dat men 't merkt. Wordt vervolgd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1