f Li N°a 120 Twsede Blad. I2°" Jaargang. 1 f DE EEMLAN DER". Zaterdag 15 November 1913. BINNENLAND. FEUILLETON. DOKTER JOOST v W. i li H f t-' .A ■y B Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. .•5» Uitgevers: VALKHOFF Ca ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort v. f 1.00. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzokering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 rogols.. f 0.5C, Elko regel moortt.10. Dienstaanbiedingen 25 ccnls bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimto.. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bopalingon tot hot herhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnoinent Bono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kroniek. Holland op zijn smalst en op zijn breedst. Victor de Stuers. Zijn kunstleger. Pégoud. Baron Rothschild en Kardinaal Mery del Val. Ritueele moordprocessen. Een gifplant. Sint Nicolaas- geschenken. De Mij. van Goede en Goedkoope Lectuur. Ulfers' Dorpsvertellingen in 9den druk. De Volksziel en hare beroering. J. H. Schaper en zijne brochu re. Zwendelaars. De kunst van wetgeven op en om het Binnenhof. Dp kunstgebied blijft liet Koninkrijk der Nederlanden niet langer aangewezen als „Hol land op zijtn smalst", wij zijn wel ('iegelijk bcrgonnen in onzon stedenbouw, den aan leg van 0112e openbare tuinen, onze plantsoe nen, parken; in «de kous onzer dreven (boule vards) die wijde uiftzicliten op monumentale gebouwen openen; <le plaatsing onzer borst- of standbeelden, hel ondenhoud onzer torens en gevels enz., de inrichting onzer leeszalen en openlucht-theaters wij zijn wel degelijk aangevangen in die dingen ons Holland op zijn breedst te maken. De man, dlie daartoe voor 35 jaar ongeveer den eersten sloot gaf, toen hel de schandelijke verwaarloozing onzer oude bouwgewrochten betrof, is Victor de Stuers. Middellijk is hij bouwer, herbou wer, steller en hersteller, plaalsor en ver- plaalser, keurmeester en her-kJeurmecsler ge worden van zooveal kunstgewrochten in onze* elf provinciën; middellijk heeft liij in den loop der laatste 35 jaren lot ontwikkeling van den (openbaren schoonheidszin en het openbare beschavingspeil in Nederland zoo krachtig bij gedragen, dat d'e Rogeering hem onlangs, ter gelegenheid van zijn verjaardag, met in stemming van alle kunstlievende vaderlan ders t-ol het Commandeurschap van den Nedtrlandscheii Loeuvv een zeldzame on derscheiding heeft verheven. Alvorens de poliflicke loopbaan te betreden, heeft hij ais Referendaris van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen aan 'Binnen in ndsche Zaken het voorrecht gehad, met de kloeke medoweiiking van Dr. P. J. H. Cuypers en diens zoon Joseph en een staf andere bouwmeesters, kunstenaars en geleerden (archivarissen, bibliothecarissen, professoren en doctoren) een willig en mach tig kunstleger op de been te brengen, dat zoo het niel altij'd in de veldtochten de zege be haalde, een reeks overwinningen heeft be vochten, die duurzaam, ook op het laatst der 19de Ctouw, het merktodken van Nederlands cedht van best aam ails kunstrijke natie heeft gedrukt. Zefls is het hem meermalen gelukt len afkeer van sommige Calvinistische macht hebbers te overwinnen, die te voren in hunne starre leerstelligheid aan Roomscthen kunst zin nog niet de hulde konden brengen, die heni in een half Calvinistisch, half Roomsch land als het onze, waar zoovele beeklsloi- mers wonen, honderdvoud toekomt. 'Behalve enkele meer of minder geslaagde vliegtochten en de glorie van den dui kelaar-vlieger Pégoud (höt gerucht gaat dat deze voor f 25,000 tc Rotterdam ludhtduike- j lingen op zijn toestel heeft doenbewonde ren) isj er voor een wcreldbespiogelaar en zijn vlijligcn lezer niets zoo merkwaardigs als het door baron Roliischild (van de wolbekende en zeer solide firma) aan kardinaal Mery del Val gevraagd onderzoek in, de Pauselijke ar chieven te Rome. De Baron heeft gevraagd: Ilob de goedheid te doen onderzoeken hoe in den loop der eeuwetn de' ritueele moord, waar van mijn gcloofsgenooflen op gezette tijden beschuldigd wordep, door de Kerk is be schouwd. Of de Pausen hem als onomötoote- lijk vaststaand hebben gedecreteerd, of wel hwt bedrijven er van hebben ontkend. En hel antwoord van Zijne Eminentie luidde: „De Pauselijke archieven bevallen, geen documen ten, waaruit blijkt, dat de Heilige Vader, tij- dons wiens pontificaat een ritueele moord heette bedreven te' zijn, aan de echtheid van het z.g. Semitisch dogma omtrent den moord heeft geloofd. Integendeel zijn er Pauselijke brieven uit de 13de en de 18de eeuw bekend, die op söherpe veroordeeling der Christenbe- schuldJiigingen 'tegen de Joden wijzen. Dat is afdoende. De zaak is daarmee uit. Maar niet de secle-haat, hel venijn van de achterdocht. 'Deze vergiften, door de ellendelingen van on verzoenlijke s celen verspreid en uitgereikt de eeuwen door, hebben bedwelmende gassen doen opstijgen, die ook hingen over het pro ces te Kief. Wij kennen hun stiklucht reeds door 4 andere ritueele moordprocessen; dat van Tiszu Eszlar (1882), van Xamten (1891), van Polna (1899) en van Ivonitz (1900). Om de 10 jaar komt zulk een beschuldiging van het vergeiten van Chris teilMoed door Joklenhan- den gemeenlijk voor. Maan de legende zélve, waarop de waanvoorstellingen zijn gegrond, is van veel ouderen datum. Zij. (heugt van de eerste helft der XlIIdc eeuw; staat in direct verband met den Semieten-haat ei* do Joden-vervolgingen, waaraan de Kerk zich schuldig maakte en is afkomstig van een midden-eeuwsche aan klacht tegen de Joden, dal zij de II. Hostie van het altaar zouden schennen en bloed af tappen louter uit wraak regen Glirislus. De gifplant van den godsdienstwaanzin dr-upt con langzaam, mooaxlcnd venijin, dat zelfs den plicht der verdraagzaamheid en het exempel van den Barmhartigen Samaritaan telkens weer doet opschieten. En de Joden het uitverkoren volk moeten hel in onze dagen nog dikwijls ontgelden 'in die streken van Oostelijk Europa, waar de Sem'ietenhaat laait en het engste, ritueele anoordproces nu beslecht is door vrijspraak. De hoogste zede- leer dor godsdiensten: verdraagzaamheid, die bairbaarsche dwepers ni'ct kennen, wordt dóór vertrapt. Nu Sint-Ni cola as gereed staat zich in te schepen naar de Lage Landen en de vriende lijke goedgeefsche Bisschop uit Spanje tot ons zal komen, heeft hij mij gemachtigd cenige wenschen te uiten over menschen en hoe ken, de onderwerpen dezer Kronieken. Te liever bezig ik dal verlof, aangezien het een paai* kleine, handige, goed geschreven, en goedkoope boekjes betreft, met nog twee grootcre exemplaren, die men, de cenen zoo wel als de onderen, wèl r.iict in een avond uit leest, maar die bijna zonder prentjes zijn en waarvan de lectuur toch haast zoo bioscopisch is als de algemeen geroemde, geliefde cn voor afwisseling in moord- en andere looneelen zorgende film-organen van.... (fiat inserlio de namen van de eigenaren der bioscopen van Nieuwe Schans lot Maastricht).. Vooreerst de Maatschappij voor goede cn goedkoope lectuur en hare laatste prestatiën op reisgebied. Mag ik U daaruit aanbevelen de reisverhalen van M r. W. J. van Balen en van Henri van der Mand ere» „Le journal a lué le livre", zegt men, maar de nijvere leider van de Wer el d-Bihlió theek, de heer L. Simons, zou de spreuk kunnen omdraaien, en zeggen dat de keur boeken uil zijne W. B., zooals die uit zijne Mij. v. G. en G. L. menig dagblad (hier vuile elk lozer het blad zijner keuze in) onnoo- dig maken. Zeker doet de afdeeling van Rei zen cn Trekken (leider jhr. dr. N. van Such- telen) een goed bod naar prettige afwisse ling, en is zij geknipt voor jongens cn meis jes, jonge mannen en jonge vrouwen, deftige lieeren en deftige dames, die in onze woelige vla eg tijd en met van Balen door Amerika en met van der Mand ere door Montene gro wenschen le zweven. Zoowel de ccn als de ander verslaat de kunst van vertellen cn dat is sinds Moeder de Gans een van de prettigste kunsten, die ons nooit vervelen. Diezelfde vertelkunst verstaat de heer S. Ulfers, maar op het terrein van een door olenicale hartstochten geschokte, maar door mensehelijke schoonheid gestilde doirpsom geving. Zijne Dorpsvertellingen beleven wel dra den Óen druk (Ooslloorn, Dorpsscliet sen door S. Ulfers, Rotterdam, D. van Sijn Zonon) en verdienen zeker een dozijn drukken, want zij zijn Christelijk in de cendg-goede beteekenis van het woord. Im mers terwijl zij de vroomheid in handel en wandel hoog houden, laten zij die zielsbewo- genheid allereerst ontspruiten aan dè naastenliefde, en aan al de beminnelijke woorden en daden waartoe zij leidt. Dit hoek is ongemeen, grijpt aan, treft en logt getuigenis af van. een waarlijk poë tisch gemoed, in harmonie met ziohzelven en daarom met zijne medemenschen. Het herinnert en dit is een loftuiting te meer aan Gustav Frenssen's Ililligenlel eu zal door de vriendelijke aanhangers van den vriendelijken Bisschop in deze dagen niet worden vergeten. Trouwens een negende druk bewijst hoe het boek in den smaak viel, De twee machtige factoren van den geest eencr beschaafde natie; zij die de volksziel het meest na de Beurs cn hare sprongen in berooring brengen, maar ook diezcLfdj volksziel kunnen stillen, zijn politiek cn theologie. Zij zijn broodnoodig als organen van het nationale lichaam en tegenover alle stormen,, die zij doen opsteken, slaan de zuivere ludhtstroomen, die zij verwokken. Met talrijke andere Nederlanders heb ik den Kamer-Socialist Schaper dikwijls ge rekend lot de gejond-vers landelijke en beza- digd-heldere elementen zijner partij. Wat hij als politicus dezer dagen in een brochure „De Zwolsche Beslissing" heelt verkondigd, zal instemming wokken bij alle leden zijner partij, die hun verstand boven liun instinct kunnen stellen. Schaper heeft het daarin ook over hel aan hitsen van de proletarische instincten door welsprekende volksredenaars, hetgeen m. i. met andere woorden genoemd kan worden: het beuken op of het treiteren van de volks ziel, die in een socialistisch proletariër huist, cn hel spuwen van venijn tegen alles en nog wal, builen de partij slaande. Dat is het opwekken der slechte instincten en het neerdrukken der verstandsredenen. Datzelf de ophitsend gedoe, diezelfde speculatie op de proletarische instincten kan men ook builen do volksvergaderingen in sommige rijks-, provinciale en gemeentelijke vertegen woordigingen opmerken. In meerder of min der mate zijn dergelijke politici allen specu lanten op het proletarisch instinct, welke, naai* Schapers woorden „geweldiig mei hun redenaarstalent kunnen zwendelen." Of Schapers moreel vertoog wat zal hel pen? Mij dunkt van neen, want wie als wolf werd geboren, wordt nooit een zoet schaap, tenzij hel partijbelang de schaapsvacht lijde lijk eischl. Maar wolf of schaap, leeuw of paard, pauw of vlinder, onder welke gedaante ook onze wetgevers van Rijk, Provincie of Gemeente zich vertoonen, dat hun wetgeven een kunst is, die aangeleerd moet worden en een kunst, waarin tevens-op en om het Bin nenhof in de laatste jaren veel on- redzaams en zeer weinig kunstvaardigs werd geleverd door onze wetgevende en administratieve collegién niemand die het duidelijker aantoont dan dc Wethouder vau Utrecht M.r. LP.Fockcma Andreae in zijn helder, overtuigend, amusamt-vernufligc schriftuur De Kunst van Wetgeven (H. de Vroede Utrecht 1913.) Behalve over ccn uitgebreide litteratuur van hol onderwerp beschikt mi*. F. A. over een zeer gelukkige methode in zijn be toog. Hij wikkelt liet onderwerp niet zoo stijf in liet kleed zijner geleerdheid, dat hot slechts voor zeer scherp zienden zichtbaar wordt integendeel hij ontwikkelt het sujet, zoodat het voor het oog der belangstellen den helder uitschijnt. Een aantal onzer vroede vaderen die hun gemeente in den Raad vertegenwoordigen zal wèl doen deze Kunst van Wetge ven le lezen en te herlezen. Daarom beveel ik het hun zeer als St. Nico- 1 aas-geschenk aan. De bcgrooling voor 191 is voor de meesten als gift wat schriel. Stateri'Generaa!. Tiendfonds. Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van uitgaven van het Fonds voor de uitvoering van de Tiendwet 1907 (Stbl. no. 222) over het dienstjaar 1914. De verwachting dat de Tiendcommissiën in het district Tiel en Middelburg voor den aanvang van 1913 zouden kunnen worden ontbonden, <s niet vervuld. Zeven der negen tiendcommissies hebben thans omtrent alle aangiften beslissingen geno men en ongetwijfeld zullen ook de beide overige (die le Rotterdam en te Arnhem) voor het einde van 1913 met dat gedeelte van den arbeid ge reed zijn. Intusschen blijft er alsdan voor de bureelen van verschillende commisises nog veel werk te verrichten. Op I October 1913 waren er van de 745.000 perceelen 557.000 behoorende tot 3527 aangiften geschat, en waren er van de 3951 ingekomen aangiften 2610 geheel afg<y daan. Een bedrog van f 6500 wordt aangevraagd voor de belooning van voorzitters cn secretaris-' sen. De kosten der schattingscommissics zijn in totaal op ongeveer 300.000 te stellen. Hier van is tot ll> Sept. 1913 f 133.154 uitbetaald, zoodit nog ongeveer f 165.000 tc betalen blijft, welke som voor 1 Januari 1914 wellicht tot f 150 000 zal dalen. Voor schattingscommissies en commissies van beroep te zomen wordt we» derom f 200.000 geraamd. Tot I Sept. j.l. was er ter zake van 49244 per ceelen beroep ingesteld. Aan door het Rijk voorgeschoten vrijwillig* afkoopsommen en aan schadeloosstellingen bij gemeen overleg of na schatting vastgesteld, was tot 15 October door het Tiendfonds uitbetaald f 9.665.795, waarvan in 1913 3.463.296. Ze kerheidshalve wordt voor 1914 wederom f 8.000.000 geraamd. Aangenomen is, dot er op hel eind vnn 1913 aan het Tiendfonds f 11.700.000 door dc schat kist zal zijn voorgeschoten. Gerekend wordt dat in 1914 f 130.000 uou voorschotten zal worden terugbetaald. Berichten. De Staatscourant van Zaterdag 15 No' vcmbcr beval o. a. dc volgende besluiten: op verzoek eervol ontslagen B. v. d. Hoorn, burgemeester van Gronsveld, met dankbetui ging voor de langdurige diensten; benoemd tot dijkgraaf van Watergraafsmeer II. A. Matllics, tc Amsterdam; gepensionneerd de lo luitenant der infan terie van liet Ned.-Indische leger met verlof L. Aernout, zulks wegens lichaamsgebreken; benoemd tot directeur van liet post- en tele graafkantoor te Aalten N. Hakbijl, thans tc Huizen. Bond van gepensionneerd» officieren. Te 's Gravcnhage is, op initia- lief van den gep. officier van gezondheid 1« ki. O.-I. leger F. dc Boer, besloten tot di oprichting van een Bond van gepensionneerd* cn eervol ontslagen officieren van leger, vloof en O.-I. leger. liet doel van den Bond, door den inlcidcj reeds uitvoerig uiteengezet in het blad „Dc Bandelier", beoogt de behartiging en de be vordering van dc persoonlijke cn de gemeen schappelijke maatschappelijke belangen van de leden c.q. van hunne weduwen en weezen, teneinde aldus ook ton algemeenen nutte werkzaam te zijn. Gelijkstelling der pen sioenen van de oud- en later gepensi on neer den; regeling van de positie der Indische officieren door de wet; betaling uit 's lands schatkist der pensioenen wegens Jndischer* dienst bij verlies der koloniën, enz. Verscheidene oud-officieren, van den hoog- sten tol den laagsicn rang, van alle wapent en dienstvakken der zee- en landmacht cf van liet Indische leger, traden reeds loc. Opwekking nationaliteit s- gedaclitc. Naar het N. v. d. D. verneemt, is te Amsterdam in wording de oprichting van een Bond van Yercenigingen, die zich ten dool stelt de nattonaliteiiLsgeda.ob.be in Neder land op te wekken cn daarvoor hij gepaste Zelden wordt zeil verdiend geld verkwist; verbrast geld was bijna steeds geërfd, gekre gen, gestolen of gewonnen. EN ZIJN ZEVEN ZORSEN. 15 DOOR MARIE DIERS. Misschien had do dokter zich op zijn rit over de velden naar hartelust le goed gedaan aan de kostelijke meiluch't, als ware liet zwa re, zoele wijn, en hij was reeds beneveld, toen hij de eigenaardige verschijning zijn nederige woning zag binnentreden, want reeds bij den eersten blik trilde een vreemd gevoel van schrik hem door dc leden. Hij wist niet, wal er met 'hem gebeurde, toen ze jiem vrijmoedig en rustig-koel de hand reikte en hem zeide, wie ze was en waarvoor ze kwam. Hij liet haar in zijn grooten doklersstoel plaats nemen, waarin buiten hem nooit iemand s. zat. Vervolgens ging hij naar boven, om van kleederen cn schoeisel le verwisselen, zijn stoffig hoofd in 't koude water te baden en zich van lop tot teen anders aan te kleeden. Hij was alles vergeten, wat voor hem, achter hem, aaast hem was, hij wist niets, 'dan dat daar beneden iets op hom wachtte, iels heel won- terlij'ks, nieuws, een feest, waarvan niemand tem oodt te voren eïLsi gezegd had. [Toen hij weer beneden kwam. had hü niet liet gevoel, alsof hij eerst een enkel woord mei haar gesproken liad, maai* H was hem, alsof hij zijn geheele leven lang bewust op haar had gewacht. Alles, wat aan haar komst voorafging, was voorspel, alles, wat naast de oogoriblikkelijkc werkelijkheid klonk, was de begeleiding. Hij ging op den stoel zijner pa tiënten bij haar zitten, keek haar met door dringend e en van nieuwsgierigheid fonkelen de oogen aan en vroeg haar tien dingen lege- lijk. Hij liad het gevoel, alsof hij in één ant- woord alles van haar vernemen moest, als moest hij haar gëheimste gedachten en gevoe lens weten, daar die toch hem en liaar sameD behoorden, meende hij. De schilderes leunde in den grooten stoei achterover en amusoerde zich over den lan gen, grooten dokter, die met de driestheid van eon roover en de naïveteit van oen kind eon aanval op haai* deed. Het leven had haar veel wonden on slagen toege bracht; vroeg was ze zelfstandig geworden, vroeg had ze geleprd, haar rechten te verde digen. Haar groot on algemeen erkend talent had haar die veilige rust geschonken, die dal had ze met bittere smart ervaren de grootmoedigheid en het eergevoel der man non haar met hadden kunnen geven. De te leurstellingen van haar eertijds zacht en week gemoed was zij door moedigen strijd' in eigen binnenste te boven gekomen, zonder dien ooit aan dc wereld en de menschen tie laten mer ken. Zij had niet haar idealisme goed gecon serveerd en inwendig laten verkoelen, zooals deze plattelaradsdokter met de gebiedende, smeekende 'kinderoogen; zij had al lang niet moer een rol vervuld in 't tooneelspel de!s le vens; zij bekeek het levenstooneel enkeL nog met haar verstand en eenigszms spottend, ter wijl haar oordeel ietwat verzacht werd door haai* goedaardige natuur. En evenals een beminnelijke, goedgeluimde tante 't wilde kind haar blanke vingers geeft om or mee te spelen, er aan te trekken, cr mee op zijn eigen klein vuistje te klappen, aan dc ringen le draaien, zoo gaf Juffrouw Klausen den onstuimigen man, die daar voor haar zal, zich zelf, haar leven, haar mccningon, half spelenderwijs; ze ontweek zijn stoutste vragen niet, ze wierp hem alles toe, waarnaar hij greop, en wist toch tegelijkertijd, dat ze met liem speelde en hem met zidh zelf liet spelen, cm dat ze elk oogenblik haar blanke handen terugtrekken, haar ringen recht schuiven en den overmoedige, die zich zoo hartstochtelijk aan haar opdrong, van zich kon afschudden, zooals men dat'aan 't oind van *t spelletje met een wild kind doet Toen ze eindelijk opstond, om heen te gaan, wist ze, dal ze hom dien zomer nog vaak, vaak zou ontmoeten, dat hij, die zich zoo on nadenkend als een zeventienjarige jongen aan haar voeten neergeworpen had, hoofd en hart heelemaal zou verliezen, dat hij voor haar de oorzaak zon zijn van veel genoegen en emoties, en van veel onaangenaamheden en ergernis en dat zij, als" ze wilde, reeds dienzalfdcn dag dit huis, waardoor ze ging, als haar eigen dom kon beschouwen. Dat wist zij hij niet. Hij keek haar na, zooals ze daar wegging door de Poortstraat met de kastanje-boomon. Hij beschouwde aan dachtig haai* loop, haar gestalte, liet waaien van haar dunne zij'den zomerjapon, welke een prachtige, diep blauwe kleur had. Zijn huis, dal hem -svede?* in zich opnam, zag een beschonken man, voor wicn tijd en omgeving niet meer 'bestonden- De liefde, die over den dokter gekomen was, was een liefde, waarmee uren niets kon verge lijken, wat hij in zijn lang leven tot nog top ondervonden en genoten had. Ze deed hem volsia'gen zijn bezinning verliezen, ze bedierf het genot, dat hij vroeger vond in zijn bezig heden, zijn beroep en zijn huis. Hij werd lui, nalatig en gewetenloos Ier wille van deze liefde. Het kon hem bijna niet meer schelen, hoe liet zijn patiënten ging, hij vergat nood zakelijke visites, bracht dikwijls de morgen uren slapend door, terwijl hij de avon len ju don tuin bij. een glas wijn verdroomde, mei geen ander gezelschap dan zijn oigen, of ze, wat nog vaker gebeurde, bij de Mottes door bracht, di'e hij nu plotseling de eer van een oneindig aantal bezoeken waardig keurde, waarvoor hij steeds nieuwe voorwendsels vond, welke hij echter gerust onuitgesproken had kunnen laten. „Heel zachtjes kom je er nu juist niet aan geslopen, aiiijn beste Ebor", had Mevrouw Annemarie vaak gezegd. Wie was toch Anne- marie? Wie kende haar naam nog? Met de kinderen bemoeide hij zich ook niet meer, hoogstens nog met Inge. Maar dat was een oneerlijke belangstelling. Hij zag in haar niet zijn kind, maar de leerlinge van Iiilde- gard «met de groene oogen. Maar Inge zag dat niet in, ze ging zelf op in de nieuwe wereld, die zich voor haar opende. Hoe kon ze daar bij nog lellen op het zieleleven van haar va der? Zijn huis, waaraan hij niet meer dacht, stortte ook niet onmiddelijk in, toen het hoofd er niet meer over waakte, 't Is best mogelijk, dat de kinderen er niets van merkten, dat er iets veranderd was. Slechts één meiikt© hel; dat was Peterchcn. Wat scheelde vader toch? Hij was *t eeno oogenblik verstrooid on 't andere zat hij zoo in gqpeins verzonken, dat hij cr niets van merkte, als er patiënten kwamen. Ze had steeds oen gevoel, alsof ze hein niet mocht storen. Sloop Polor naar hem toe, en legde hem haar armpje om den hals, dan schoof hij heft weg, alsof hij 't niet verdragen kon. 's Avonds kwam hij ook niet aan haar bedjes zooals hij placht te doen. Maandag vóór vier den dagen was dit voor H laatst gebeurd. Zo zeide het hem, en hij antwoordde: „Ja, ja/ en kwam dan toéh niet. Tot tien uur tol half elf lag ze wakker te waditen. Dan kwam hij, doch niel bij haar, maar ging naar zijl eigen bed. Zij lag achter 't scherm, dal voof haar bedje stond en (hield haar adem in. Ein delijk richtte ze zich zachtjes, zaahtjes op en keek door een reet. Ze wilde hom roepen, maar hij zag er zoo vreemd uit, zoo ver weg van daar en zoo heet, als was er geen klein gedachtelje in hem voor zijn kind. Toen werd het bang om 't kinderhart en (het (trok zich: angstig terug. Ilad de dokter cr eemig vermoeden van, dat achter het bontgebloemde schermpje zijn kind, zijn lieveling, in tranen om hem insliep? j „Weldra vraagt d'e dokter om je hand/, zei Mevrouw Motte ftot haar zuster. „Zeg, zou' je hem nemen? Och, Hildebrand, dat zou- heer#' lijk wezen 1" 'Die itrok een gezicht. „Wat een vraag! Ka. dan ik heb eigenlijk genoeg van hem. AM hij niet gauw wegblijft, ga ik hiér weg," Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 5