Premie voor onze Lezers.
Woensdag 19 November 1913.
EEMLAN DER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
12M Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PK IJS DEK AD VEKTENTIËN:
Van 15 regels.. f 0.50.
Elke regel meer0.10#
Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnoraent.
Eeno circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Door een overeenkomst niet een
bekende firma te Amsterdam,
zijn wij in staat gesteld, onzen
lezers eene iraaie premie tegen
zeer lagen prijs te kunnen aan
bieden, n.l. zes prachtige repro
duction in orgineele kleuren naar
Ond.liollandsciie meesiers, voor
den prijs vnn 1 Ü.tlO |Fr»nco tliuis).
Tegen inlevering van onder
staaiideu Don kan men 11a betaling
van genoemd bedrag, deze repro
duction, in een kenrige portefeuil
le v» vat, aan ons hnrean ver-
l»c reproducties, welke een af
meting hebben van 40 bij 50 c3I.,
zijn naar de volgende meesters
A, vau Ostude „ilaringvrouwtje".
Frans Huls: „De vroolijke drin
ker'. t£. f>r. Breukelenuain: „Ver
trouwelijk gesprek", (i. Jletzu
„liet ontbijt". J. Ji Jlolenuar
..Haute aan 't Klavier", Jon. Ver
■er„Het Melkmeisje".
De Administratie.
De ondergeteekenue verzoekt
te mogen ontvangen, tegen beta,
ling van t 2.UO (Franco tliuis*),
de prciiiie-uitgsive van net Anient.
Dagoiad, zes reproducties iu
ongineeie kleuren naar Oud-Holl.
meesters.
Naam: Woonplaats
Dezen bon in te zenden: Bureau
Arnersi. Dagblad, Utr. Str. 1
Amersloort.
Politiek Overzicht.
Franach-ltaliaansche pers-
potentiekeii.
De Fransche minister van builenlandsclie
zaken Pichon heeit in vriendschappelijken
vorm maai' met voldoenden nadruk om het
ernstige van zijne opmerkingen le laten voe
len, zich hij den ambassadeur van Italië te
Parijs beklaagd over de opvallend vijandige
houding van de Italiaansche pers tegen
Frankrijk, ook van bladen van wie bekend
is, dat zij met het kabinet-Giolitli in betrek
king staan. Deze bladen ruien stelselmatig op
tegen Frankrijk, dat zij voorstellen als een
vijand van Italië. Beginnende met het inci
dent van de Carthage en eindigende met de
houding van Frankrijk tegenover dei stap
van Dostenrijk-IIongarije en llalié in Athene
over de ontruiming van het Zuid-Albanee-
sche gebied, wordt van alle incidenten eene
voorstelling gegeven, waardoor zij verschij-1
nen in hei licht van een methodisch verzet
van Frankrijk legen allo Italiaansche belan
gen.
Uit Rome wordt aan de Tcmps bericht, dat
deze Fransch-Ifaliaainsche perspolemiek daar
eene groote verbazing heeft opgewekt in de
bevoegde kringen op politiek en diplomatiek
gebied. Men verklaart, dat dit persgetwist is,
waarvan men de redenen niet weet te ver
klaren, terwijl de regeeringen te Parijs en te
Rome allerbeleefdste en vriendschappelijkste
betrekkingen onderhouden en het eens too-
nen te zijn over alle hoofdvragen. Maar men
betreurt dit getwist, omdat het schadelijk
kan zijn en in ieder geval nutteloos is.
De Vossische Ztg. ziet in deze polemiek
eene uiting van de ontstemming, die op de
geheele linie van Tunis en Tripoli over de
Albaneesche Adriakust lot aan de eilanden in
de Egeis heersebt fusschen Frankrijk en
Italië. Sedert de verovering van Tripolitanie
door Italië is de oostelijke Middellandschc
zee het tooneel geworden van eene scherpe
mededinging om macht en invloed tusschen
de beide naburige staten. Met Engeland is
Frankrijk in den zomer van het vorige jaar
lot eene overeenkomst over de Middelland-
sche zee gekomen. De besprekingen echter,
die met Italië werden gevoerd, zijn zonder
resultaat gebleven. Het is nu zoo ver geko
men. dat minister Pichon zich over deze
polemiek officieel heeft beklaagd. Maar het
is, volgens de Vossische Ztg., duidelijk, dat
met eene dergelijke klacht niets kan worden
bereikt, omdat de Italiaansche pers niet uit
eene voorbijgaande gril maar tot plichtma
tige verdediging van de wereldpositie van
het vaderland zich schrap stelt tegen Frank
rijk.
„FTankrijks afgunst tegen Italië is zeer
duidelijk te bespeuren in de Zuid-Albanee-
sche kwestie. Frankrijk deed alles wat het
kon om de eischen van Italië (en Oosten
rijk) wat de bepaling van de Albaneesch-
Giieksche grens betreft te verijdelen. De in
ternationale commissie van grensbepaling
had veel vroeger kunnen bijeenkomen, wan
neer Frankrijk de zaken niet opzettelijk had
gerekt. Het Fransche lid van deze commis
sie gedraagt zich, naar alles wat men hoort,
in besliste oppositie tegen de gevolmachtig
den van Italië en Oostenrijk. De Fransche es-
kadertoebt naar Griekenland geschiedt met
het klaarblijkelijke doel, den Grieken den rug
legen Italië te stijven. De Grieken zelf vatten
hel Fransche vlootbezoek, waarbij zich een
uilstapje van een siterk Engelsch eskader
naar de Levant aansluit, geheel in dezen zin
op. Griekenland moet, als het .eenigszins
mogelijk is, op kosten van Italië sterker ge
maakt worden.
De strijd om Zuid-Albanie zal, naar 't zich
laat aanzien, door een compromis beëindigd
worden. Het voorstel hiertoe, dat zich laat
hooren, gaat van Engeland uit. De commissie
zal haren onvruclitbaren arbeid staken, men
zal aan de groene tafel met passer en schaar
iets terecht brengen en zich bij voorbaat er
in schikken, dat geen van de heide recht
streeks belanghebbende partijenzoomin
Grieken als Albaneezen, de meesters voor
hun werk dank zullen welen.
Wanneer Frankrijk in Zuid-Albanie zich
aan het hoofd van de tegenstander^3 van
Italië heeft geplaatsrt, dan laat het aan de
Engelsohen den voorrang wat de Egeïs-eilan-
den betreft. De druk, die in de Egeïskwestie
op Italië wordt uitgeoefend, gaat hoofdza
kelijk van Londen uit, maar vindt steun in
Parijs. Er is eene Fransch-Engelsche ar
beidsverdeling ingetreden. Poli lick-diplo
matiek is het Fransche eskader naar Zuid-
Albanie, het Engelsche naar Rhodos ge
richt. Italië nam zijne tegenmaatregelen, door
eveneens eene vloot naar de oostelijke Mid
dollandsche zee te zenden.
In dezen strijd speelt ook Tunis eene rol.
Gelijk Griekenland in de nu geëindigde vre
desonderhandelingen van Turkije verlang
de, dat het zou toestaan, dat alle in Tur
kije levende personen van Grieksclie natio
naliteit. die afkomstig zijn uit de door Grie
kenland veroverde landstreken, voortaan
Grioksche staatsburgers zijn, zoo is hel een
wensch van Italië, dat alle in Tunis gevestig
de Tripolitanen als Italiaansche onderda
nen worden beschouwd. Frankrijk verzet
zich zich tegen dezen eisch evenzeer als
Turkije dit heeft gedaan togen het Grieksche
verlangen. In andere tijden zou dit strijd
punt, dat van ondergeschikte beleekenis is,
de gemoederen niet opwinden. Onder de te
genwoordige omstandigheden draagt het bij
tot verscherping van de stemming. Want
ook hierbij heeft men in het wezen der zaak
met eene Middollandsche zee-kwestie te doen,
en alles wat met de Middellandschc zee sa
menhangt, maakt den Fransch-Italiaanschen
horizont donkerder.*'
Aan den Balkan.
Sofia, 18 Nov. De minister van buiten-
landsche zaken Ghenadien vertrekt heden
naar Weenen, waar hij een rapport zal aan
bieden aan den koning.
Generaal Savow vertrekt heden paar het
veroverde gebied, waar hij door de regee
ring met eene militaire en burgerlijke in
spectie is heiast. Men bericht, dat Savow
binnen kort een antwoord zal bekend maken
op de aanvallen, waaraan hij heeft blootge
staan in de pers.
Taike Jonesen, de Rumeensche staötsman,
die in de beëindiging van de Turksch-Griek-
sche vredesonderhandelingen een belangrijk
aandeel heeft gehad, schijnt de spreuk te be
vestigen, dat een profeet niet in zijn eigen
land geëerd is. Terwijl hem van elders menig
woord van lof gebracht werd, schijnt men in
het eigen land maar matig ingenomen te zijn
mert de rol, die hij in Athene heeft gespeeld.
Er was aanvankelijk bepaald, dat het bezoek
van Jonesen aan Athene geen politiek karak
ter zou dragen. De Politique, het orgaan van
het Rumeensche departement van builerüand-
sche zaken heeft de reis aangeduid als een
eenvoudig pleizierreisje. Jonesen echter heeft
zich zelf eene politieke zending opgedragen,
die men hem niet had toevertrouwd, en de
omstandigheden lieten niet toe hem te belet
ten dit voornemen uit te voeren. Nu wordt
hom verweten, dat hij uil ijdelheid c-n groot
heidswaan eene groote taktische fout heeft be
gaan, en moet hij hooren, dat Griekenland en
Turkije zich ook wel met elkaar zouden heb
ben verstaan zonder de bemoeiingen van Take
Jonesen, die zich geheel onnoodig als scheids-
rcchior heeft opgeworpen en op de Rumeen
sche politiek den stempel van marktschreeu-
werige reclame heeft gedrukt.
In den namiddag van den 17en zijn op
de Portc do Turksch-Servische vrodesondcr-
hajidelingen begonnen. De gedSachtenwisseling
liep over hot vaststellen van de Vragen, die
onderwerp van het vredesverdrag zullen zijn.
De Grieksche re veering zal in de eerstvol
gende zitting van de Kamer het vredesver
drag tusschen Turkije en Griekenland Lor
goedkeuring indienen. Later zal een witboek
worden uitgegeven over de diplomatieke be
moeiingen van Griekenland met betrekking
tot de verdragen van Londen, Bukarest en
Athene.
Uit Athene wordt bericht, dat de rcgecring
naar aanleiding van de indiening van het
vredesverdrag met Turkije Dij de Kamer, zich
bezig houdt met het waagstuk der inlijving
van de nieuwe Grieksclie gewesten bij het
koninkrijk. Een definitief besluit daarvan is
nog niet genomen. Wanneer het denkbeeld
van eene dadelijke inlijving doordringt, zal
de gewichtige en ingewikkelde kwestie der
bostuurshervorming van het nieuwe gebied
eene voorloopigc oplossing vinden met eene
ruimere toepassing van de bestaande grond
wettige bepalingen. Een vorm van bestuur,
al wijkende van den in de oud-Griekschc ge
westen bestaand en toest anden zou overigens
geen novum be teekenen, want Rumenie b.v.
heeft de Dobroedsja eerst na 25 jaren met
het overige gebied gelijk gesteld.
Weenen, 18 Nov. De bladen berichten,
dat de vice-consul Sarz Buchborger, die was
toegevoegd aan den overleden coaisul-gene-
raal Bilinski, voorloopig diens plaats zal ver
vullen in de commissie voor dc bepaling Yan
de zuidgrens van Albanië.
Duitschland*
Uit Berlijn wordt aan de Köln. Ztg. bericht,
dat de nu in Berlijn beginnende Duilsch-
Fransohe onderhandelingen moeten dienen om
klaarheid te brengen in de stelling van de bei
de rogeeringon tegenover de tusschen Duit-
sche en Fransche financiers voorbereide re
gelingen over spoonvegkwestiên in Aziatisch
Turkije. De bijzonderheden van deze on
derhandelingen zijn natuurlijk aan de open
baarheid onttrokken. Men mag echter con-
stateeren, dat van beide zijden mot goeden
wil aan 't werk gegaan wordt.
Tot Afrikaansche koloniale Icwestiën strek
ken de Berlijnsche onderhandelingen zich niet
uit-
Frankrijk.
P a r ij s, 1 8 N o v. Het Sj>aansche konings
paar dejeuneerde heden bij grootvorst Cyril-
lus van Rusland.
P a r ij s1 8 N o v. De Kamer heeft het wets
ontwerp tot herziening van de kieswet in zijn
geheel aangenomen met 333 tegen 225 stem
men.
P a r ij s, 18 Nov. In den ministerraad, die
heden in hot Elysée gehouden werd, bracht
do minister van arbeid de kwestie van den
achlurigen werktijd in de mijnen ter spra
ke*. Er werd besloten, dat de regecring aan
de Kamer zal vragen, de behandeling van het
door den Senaat teruggezonden wetsontwerp
op Donderdag te bepalen.
De haven van Piraeus zal tegen het einde
van deze maand het tooneel zijn van eene
manifestatie, die niet zonder beleekenis is.
Het Fransche eskader van zestien eenheden,
dat tegenwoordig de havens in het oostelijk®
bekken van de Middollandsche zee aandoet,
zal daar samenkomen met twee Engelscho
eskaders, liet Middellandschc zee-eskader on
der bevel van admiraal Coville, dat 16 een
heden telt, en het tweede erkader vun do
Home Fleet van 13 eenheden onder bevel van
den admiraal prins van Bottenberg. Dezo
vloot van 45 Fransche en Engelsche oorlogs
schepen zal 3 4 dagen in de Grieksche
wateren vertoeven. Dc gelijktijdige aanwezig
heid cn dc bij deze gelegenheid georgani
seerde gemeenschappelijke leesten moeten de
vertrouwelijkheid en innigheid van de tegen
woordige betrekkingen tusschen Frankrijk en
Engeland aanschouwelijk maken.
In Italië neemt men er aanstoot aan, dat hel
Fransche eskader heeft verzuimd het eiland
Rhodos aan te doen, waar thans een sterk
ltatliaansch eskader, onder bevel van den her-
log der Abruzzen, voor anker ligt. In Parijs
toont men zich verbaasd over deze gevoelig
heid; men verklaart daar, dat men de ontmoe
ting met dc Italiaansche vloolaldeeliug vol
strekt niet heeft gemeden, maar dat nooit het
voornemen heeft beslaan het eiland Rhodos
te bezoeken.
Generaal Fauric, dc gewezen commandant
van het 16e iegorkorps, die voor straf ambts
halve op pensioen is gesteld, heeit de l ap-
porten van de generaals Jolfre cn CJiomer
over zijn beleid bij de jongste groote manoeu
vres, diie aanleiding gaven dat liij als korps-
commandant werd afgezet, in dc dagbladen
bekend gemaakt met zijne weerlegging van
dc op zijn bcleud gevoerde kritiek.
De senator Charles Humbert, een lid vau de
commissie van den Senaat, die deze manoeu
vres heeft bijgewoond, heeft hetzelfde gedaan
met de door hem ten gunste van generaal Fau
ric voor den raad van tucht afgelegde ver
klaring. Naar zijne meening is generaal Fau-
rie het slachtoffer geweest van eene sint»
lang voorbereide intrige, waarvan de oor
sprong te zoeken is in gebeurtenissen, die zich
in den groolen generalen staf hebben afge
speeld na de in de Dreyfuszaak gevallen be
slissing.
Engeland.
De hertogin van Holieuberg, die thans n
haren gemaal, den Oostonrijkschen aartsher
Log-troonopvolger Frans Ferdinand, in Wind
sor vertoeft als gast van het Engelsche ko
ningspaar, wordt aan het Engelsche hof als
een persoon van koninklijken rang behan
deld. Toen de kroningsplechtigheid van ko
ning George plaats had, liet do Engelsch®
hofetikerite dat niet toe, waarom aartsher
tog Frans Ferdinand afzag van zijn plan ora
aan die plechtigheid deel te nemen. Thans is,
op bevel van koning George, uildrukkcl k
voor don duur van het bezoek van den Oos-
tenirijksclien troonopvolger het gebruikelijke
ceremonieel buiten werking gesteld.
Zweden.
Prinses Maria van Zweden, hertogin van
Südermanland, vertoeft sedert half October
in Parijs bij haren vader, een Russisch groot
vorst Dit heeft tot fantastische geruchten
aanleiding gegeven; zoo is de prinses met
eene spionagezaak in verband gebracht. Juist
is alleen, dat zij verklaard hoeft niet voor
nemens te zijn, naar Zweden in de echtelijke
woning terug te koeren.
Wie zich anders voordoet dan hij* is, erkent
dtiardoor, dat het niet in orde is in zijn bin
nenste.
EN ZIJN ZEVEN ZORSEN.
18 DOOB
MARIE DIERS.
Toen hij builen kwam, zag hij in de grijze,
stille lucht zijn 'klein meisje naast het groote
paard staan, zoo trouw en ernstig. 'Dat voelde
hij plotseling als een groot geluk, dat hij half
vergeten had. Hij boog zich tot haar neer'
„Peter!"
Wat had ze toch groote, treurige oogen. Iets
van den „blik van een dier, welks ziel nog ge
boeid is," waarvan Ilildegard eens gesproken
had, schoot ihem te binnen. Hij schudde haar
zachtjes bij den arm. „Lach toch eelns Peter!"
Dit aangrijpend lieve glimlachje, dat nicl
recht lachen worden wouybleef hem in de ge
dachte, toen hij wegreed-. Hij boog zich wat
voorover en gai hef paard de sporen. „Hop,
galop, Achmed, gfedroomd tmag er vandaag
ti&et worden."
Toen ging het voort.
Het was slechts eeJn oud doktérspaard, maar
het kon toch nog, als het «moest. Joosft werd
het bloed warm in het lichaam. Hallo, wat
i renden ze, de 'krachtige vrind bracht hem
frissche lucht in de longen. Als weggeblazen
was de koortsige, wakend doorgebrachte
naoht
De velden rechts en links wareh gemaald.
Door den regen zwaar neerhangend, hall
omgeworpen en grijs' stonden de opgezette
korensohooven op de akkers. Bij den dokter
kwam de oude lust tot rijdefo boven. Hij
wendde zijn paard, joeg dwars over de velden
heen en beproefde over een schoof te sprin
gen, wat niet gelukte. Nu dajn over de vol
gende: „Hoera, hop!" Over ide derde: „Goed
ouwe jongen." Eindelijk over een sloot en een
hek. „Nu, gaat het nog?"
Heet kwamen ros en ruiter in 't volgende
dorp aan.
Dat was een dagl Dien vlergat Eber-
hard Joost zijn geheele leven niet.
Weet je, wat het zeggdn wil, een geheelen.
langen, heeten dag, waarop de zon op je huid
brand't, in het diepe zand te woelen, woelen,
woelen voorwaarts te moeten en niet te
kunnen heet, vol slof, dorstig, afgemat, van
wanhoop vertwijfelend, zonder schaduw,
zonder rust, altijd maar, altijd .maar in hel
heete, mulle zand wort te gaan en dan
plotseling, als de zon reeds begint te dalen,
een koeten, helderen, diepen stroom voor je
te zien, en in de schaduw der boomen daarop
de warme stoffige kleeren uit te trekken, en
eerst heel 'behoedzaam, als aarzelend, de
moede, pijnlijke voeten in het water te dom
pelen, en dan steeds dieper, dieper er in te
gaan, tot aan de kniieën, tot aan de borst, den
hals O, gij reddende, bevrijdende! stroom!
In de koelte van zijn werkelijk, moedig
leven zette dez>e man, 'die heft rustige denken
was verleerd, in wiens hoofd het een chaos
was, den voert, eerst weifelend, toen steeds
verder en dieper, totdat hijj midden in den
groolen stroom zwom, het slof, de hitte, dat,
sn at hem kwelde, van zich afspoelde, zijn
spieren spande en ze vermoeide, tot de ver
moeidheid hem een weffidaad word.
Toen hij in het avonduur langs de velden
reed en een late zonnestraal over de schooven
glansde, welde hij aan zijn hart, dat er iets
groots met hem gebeurd was, dat hij en
voorloopig wist hij bijina nog niet hoe op
bet goede ter wille van het betere een schoone
en. krachtige overwinning bevochten had.
Want hij;, Eberhard Joost, was nu eenmaal
zoo geschapen, dat hij slechts één ding kon
doen, waaraan hij zijn geheele han-t en alle
krachten moest wijden.
Op deze dagtaa/k mocht hij met recht
trolsCli zijn!
Maar toen bij thuis kwam, zag hij*, dat zijn
dagwerk nog lang niet volbracht was. Maria
trad hem tegemoet.
„Vader, als U zoo goed zou willen zijn, zou
ik U wel eens alleen willen spreken."
Weliswaar was hij tot het punt genaderd,
waarop hij 't alerliefst jas en laarzen uitge
trokken had en languit op zijn harde rust
bank zou zijn gaan liggen. Hij voelde het toch
wel over het geheele lichaam, wart het heden
voor een dag geweest was: een werkdag, zoo
lang als hem bijna 'nooit overkwam, met een
haastig middagmaal in een dorpsherberg,
zonder rust, waarop hij weinig spijs en drank
had gebruikt, terwijl hij sedert den voor-
laatsten nacht geen oog geloken had. Verder
had hij in zjj*n hart dien hevigen strijd ten
einde gestreden.
Maar 't was waar, Maria had hij nauwelijks
gezien. Dat ging toch niet. Hij keek het meisje
in 't gelaat, voelde zijn hart warm worden en
zei kortaf: „Nu, vooruit dan maar! Stort je
hart maar bij je vader uit."
Hij ging in de slaapkamer, 9poelde even
gezicht en handen af en begaf zich naar zijn
kamer. Zijn avondeten was op een klein ta
feitje gezet, want het was weldra negen uur
en de kinderen mochten met het eten niet op
hem wachten.
Maar hij voelde zich bijna te moe om te
eten. Hij ging in zijn stoel zitten, beschouwde
zijn kind aandachtig en zei: „Dat is goed van
je, Matz, dat jij me eens 't een en ander ver
tellen wilt. Steek liever de lamp aan, 3c kan
je gezicht niet meer zien."
Ze gehoorzaamde. Ze zag er bleek en over
werkt uit, was haast al te eenvoudig gekleed
em had te veel over zich, wat studenten ken
merkt, om haar absoluut vrouwelijk te kun
nen noemen. Ook had ze 't haar strak uit het
gezicht getrokken, -zoodat haar voorhoofd
erg breed leek, wat haar niet goed stond.
Maar dat alles was dokter Joost tamelijk on
verschillig. Hij was merkwaardig/ dom op 't
gebied van vrouwenschoonheid. Haar vast
beraden, verstandige blik en de natuurlijke
vrijünoedigheid in 't 6preken nameai hem da
delijk voor haar in.
„Nu vooruit maar, Matz," zei bij met een
klein zweempje van dat lachen, dart zij nog
van de Latijnsehe lessen kende, toen hij haar
juist dan altijd voor idioot had veridaard, als
zij 't best leerde, „wat voor een brok van de
wetenschap heb je nu weer beanahhligd?
Laat hem eens zien."
„Ja, Vader," zei ze licht blozend, „maar U
moet niet altijd spotten. 'Dat waf wij veroverd
hebben, is toah iels igroots en heerlijk»
Zij struikelde in haar hoogdravendheid
over haar eigen woorden, omdat zijn oogen
haar van de wijs brachten. Ze werd verlegen
en tmi vist *ze heelemaal niets meer te zeggen.
„Zeker, -kind," zei hij, terwijl hij ernstig
werd, „ik heb er ook niets -tegen, dat je voor
loopig nog alles, wart wetenschap heet, zalig
vindt. Maar ik zou je toch bijtijds graag mee-
deelen, dat de geheele wetenschap ook maar
een brokje Is, dat wij, armzalige aardbewo
ners, van bet heelal hebben welen af te scheu
ren. Menschen, die dat niet in *t oog kunnen
houden, zijn de ergste dwazen. Word geen
slachtoffer van de studie, Matz, je zou er wer
kelijk bij te kort komen. Er moeten namelijk,
.'ooals ik vernomen heb, toch nog op aarde
een zeker soort duistere krachten aan 't werk
zijn, die ons onvoorziens alles, wat wdj zoo
verstandig en knap opgebouwd meenen te
hebben, overhoop kunnen werpen."
Hij zweeg en dacht «terug aan den goeden
dag, dien hij achter den rug bad. In den grond
van zijn hart wenschte hij niets beters voor
zijn dochter, dan dat ook zij zulke prachtigo
dagen zou krijgen, waarop zij zou staan naast
haar verwoeste bouwwerk.
Ze keek hem aan, doch blijkbaar begreep ze i
hem niet „Hoe komt Vader nu aan mertaphy-
sica?" dacht ze verbaasd. Voor haar jongen
geest, die naar weten cn onderzoeken uitging,
was het belachelijk en dwaas, van duisterf
krachten te spreken, alsof ze werkelijkheid
waren.
Wordt vervolgd*