Premie voor onze Lezers. Woensdag 19 November 1913. EEMLAN DER". BUITENLAND. FEUILLETON. DOKTER JOOST 12M Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Por 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PK IJS DEK AD VEKTENTIËN: Van 15 regels.. f 0.50. Elke regel meer0.10# Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnoraent. Eeno circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Door een overeenkomst niet een bekende firma te Amsterdam, zijn wij in staat gesteld, onzen lezers eene iraaie premie tegen zeer lagen prijs te kunnen aan bieden, n.l. zes prachtige repro duction in orgineele kleuren naar Ond.liollandsciie meesiers, voor den prijs vnn 1 Ü.tlO |Fr»nco tliuis). Tegen inlevering van onder staaiideu Don kan men 11a betaling van genoemd bedrag, deze repro duction, in een kenrige portefeuil le v» vat, aan ons hnrean ver- l»c reproducties, welke een af meting hebben van 40 bij 50 c3I., zijn naar de volgende meesters A, vau Ostude „ilaringvrouwtje". Frans Huls: „De vroolijke drin ker'. t£. f>r. Breukelenuain: „Ver trouwelijk gesprek", (i. Jletzu „liet ontbijt". J. Ji Jlolenuar ..Haute aan 't Klavier", Jon. Ver ■er„Het Melkmeisje". De Administratie. De ondergeteekenue verzoekt te mogen ontvangen, tegen beta, ling van t 2.UO (Franco tliuis*), de prciiiie-uitgsive van net Anient. Dagoiad, zes reproducties iu ongineeie kleuren naar Oud-Holl. meesters. Naam: Woonplaats Dezen bon in te zenden: Bureau Arnersi. Dagblad, Utr. Str. 1 Amersloort. Politiek Overzicht. Franach-ltaliaansche pers- potentiekeii. De Fransche minister van builenlandsclie zaken Pichon heeit in vriendschappelijken vorm maai' met voldoenden nadruk om het ernstige van zijne opmerkingen le laten voe len, zich hij den ambassadeur van Italië te Parijs beklaagd over de opvallend vijandige houding van de Italiaansche pers tegen Frankrijk, ook van bladen van wie bekend is, dat zij met het kabinet-Giolitli in betrek king staan. Deze bladen ruien stelselmatig op tegen Frankrijk, dat zij voorstellen als een vijand van Italië. Beginnende met het inci dent van de Carthage en eindigende met de houding van Frankrijk tegenover dei stap van Dostenrijk-IIongarije en llalié in Athene over de ontruiming van het Zuid-Albanee- sche gebied, wordt van alle incidenten eene voorstelling gegeven, waardoor zij verschij-1 nen in hei licht van een methodisch verzet van Frankrijk legen allo Italiaansche belan gen. Uit Rome wordt aan de Tcmps bericht, dat deze Fransch-Ifaliaainsche perspolemiek daar eene groote verbazing heeft opgewekt in de bevoegde kringen op politiek en diplomatiek gebied. Men verklaart, dat dit persgetwist is, waarvan men de redenen niet weet te ver klaren, terwijl de regeeringen te Parijs en te Rome allerbeleefdste en vriendschappelijkste betrekkingen onderhouden en het eens too- nen te zijn over alle hoofdvragen. Maar men betreurt dit getwist, omdat het schadelijk kan zijn en in ieder geval nutteloos is. De Vossische Ztg. ziet in deze polemiek eene uiting van de ontstemming, die op de geheele linie van Tunis en Tripoli over de Albaneesche Adriakust lot aan de eilanden in de Egeis heersebt fusschen Frankrijk en Italië. Sedert de verovering van Tripolitanie door Italië is de oostelijke Middellandschc zee het tooneel geworden van eene scherpe mededinging om macht en invloed tusschen de beide naburige staten. Met Engeland is Frankrijk in den zomer van het vorige jaar lot eene overeenkomst over de Middelland- sche zee gekomen. De besprekingen echter, die met Italië werden gevoerd, zijn zonder resultaat gebleven. Het is nu zoo ver geko men. dat minister Pichon zich over deze polemiek officieel heeft beklaagd. Maar het is, volgens de Vossische Ztg., duidelijk, dat met eene dergelijke klacht niets kan worden bereikt, omdat de Italiaansche pers niet uit eene voorbijgaande gril maar tot plichtma tige verdediging van de wereldpositie van het vaderland zich schrap stelt tegen Frank rijk. „FTankrijks afgunst tegen Italië is zeer duidelijk te bespeuren in de Zuid-Albanee- sche kwestie. Frankrijk deed alles wat het kon om de eischen van Italië (en Oosten rijk) wat de bepaling van de Albaneesch- Giieksche grens betreft te verijdelen. De in ternationale commissie van grensbepaling had veel vroeger kunnen bijeenkomen, wan neer Frankrijk de zaken niet opzettelijk had gerekt. Het Fransche lid van deze commis sie gedraagt zich, naar alles wat men hoort, in besliste oppositie tegen de gevolmachtig den van Italië en Oostenrijk. De Fransche es- kadertoebt naar Griekenland geschiedt met het klaarblijkelijke doel, den Grieken den rug legen Italië te stijven. De Grieken zelf vatten hel Fransche vlootbezoek, waarbij zich een uilstapje van een siterk Engelsch eskader naar de Levant aansluit, geheel in dezen zin op. Griekenland moet, als het .eenigszins mogelijk is, op kosten van Italië sterker ge maakt worden. De strijd om Zuid-Albanie zal, naar 't zich laat aanzien, door een compromis beëindigd worden. Het voorstel hiertoe, dat zich laat hooren, gaat van Engeland uit. De commissie zal haren onvruclitbaren arbeid staken, men zal aan de groene tafel met passer en schaar iets terecht brengen en zich bij voorbaat er in schikken, dat geen van de heide recht streeks belanghebbende partijenzoomin Grieken als Albaneezen, de meesters voor hun werk dank zullen welen. Wanneer Frankrijk in Zuid-Albanie zich aan het hoofd van de tegenstander^3 van Italië heeft geplaatsrt, dan laat het aan de Engelsohen den voorrang wat de Egeïs-eilan- den betreft. De druk, die in de Egeïskwestie op Italië wordt uitgeoefend, gaat hoofdza kelijk van Londen uit, maar vindt steun in Parijs. Er is eene Fransch-Engelsche ar beidsverdeling ingetreden. Poli lick-diplo matiek is het Fransche eskader naar Zuid- Albanie, het Engelsche naar Rhodos ge richt. Italië nam zijne tegenmaatregelen, door eveneens eene vloot naar de oostelijke Mid dollandsche zee te zenden. In dezen strijd speelt ook Tunis eene rol. Gelijk Griekenland in de nu geëindigde vre desonderhandelingen van Turkije verlang de, dat het zou toestaan, dat alle in Tur kije levende personen van Grieksclie natio naliteit. die afkomstig zijn uit de door Grie kenland veroverde landstreken, voortaan Grioksche staatsburgers zijn, zoo is hel een wensch van Italië, dat alle in Tunis gevestig de Tripolitanen als Italiaansche onderda nen worden beschouwd. Frankrijk verzet zich zich tegen dezen eisch evenzeer als Turkije dit heeft gedaan togen het Grieksche verlangen. In andere tijden zou dit strijd punt, dat van ondergeschikte beleekenis is, de gemoederen niet opwinden. Onder de te genwoordige omstandigheden draagt het bij tot verscherping van de stemming. Want ook hierbij heeft men in het wezen der zaak met eene Middollandsche zee-kwestie te doen, en alles wat met de Middellandschc zee sa menhangt, maakt den Fransch-Italiaanschen horizont donkerder.*' Aan den Balkan. Sofia, 18 Nov. De minister van buiten- landsche zaken Ghenadien vertrekt heden naar Weenen, waar hij een rapport zal aan bieden aan den koning. Generaal Savow vertrekt heden paar het veroverde gebied, waar hij door de regee ring met eene militaire en burgerlijke in spectie is heiast. Men bericht, dat Savow binnen kort een antwoord zal bekend maken op de aanvallen, waaraan hij heeft blootge staan in de pers. Taike Jonesen, de Rumeensche staötsman, die in de beëindiging van de Turksch-Griek- sche vredesonderhandelingen een belangrijk aandeel heeft gehad, schijnt de spreuk te be vestigen, dat een profeet niet in zijn eigen land geëerd is. Terwijl hem van elders menig woord van lof gebracht werd, schijnt men in het eigen land maar matig ingenomen te zijn mert de rol, die hij in Athene heeft gespeeld. Er was aanvankelijk bepaald, dat het bezoek van Jonesen aan Athene geen politiek karak ter zou dragen. De Politique, het orgaan van het Rumeensche departement van builerüand- sche zaken heeft de reis aangeduid als een eenvoudig pleizierreisje. Jonesen echter heeft zich zelf eene politieke zending opgedragen, die men hem niet had toevertrouwd, en de omstandigheden lieten niet toe hem te belet ten dit voornemen uit te voeren. Nu wordt hom verweten, dat hij uil ijdelheid c-n groot heidswaan eene groote taktische fout heeft be gaan, en moet hij hooren, dat Griekenland en Turkije zich ook wel met elkaar zouden heb ben verstaan zonder de bemoeiingen van Take Jonesen, die zich geheel onnoodig als scheids- rcchior heeft opgeworpen en op de Rumeen sche politiek den stempel van marktschreeu- werige reclame heeft gedrukt. In den namiddag van den 17en zijn op de Portc do Turksch-Servische vrodesondcr- hajidelingen begonnen. De gedSachtenwisseling liep over hot vaststellen van de Vragen, die onderwerp van het vredesverdrag zullen zijn. De Grieksche re veering zal in de eerstvol gende zitting van de Kamer het vredesver drag tusschen Turkije en Griekenland Lor goedkeuring indienen. Later zal een witboek worden uitgegeven over de diplomatieke be moeiingen van Griekenland met betrekking tot de verdragen van Londen, Bukarest en Athene. Uit Athene wordt bericht, dat de rcgecring naar aanleiding van de indiening van het vredesverdrag met Turkije Dij de Kamer, zich bezig houdt met het waagstuk der inlijving van de nieuwe Grieksclie gewesten bij het koninkrijk. Een definitief besluit daarvan is nog niet genomen. Wanneer het denkbeeld van eene dadelijke inlijving doordringt, zal de gewichtige en ingewikkelde kwestie der bostuurshervorming van het nieuwe gebied eene voorloopigc oplossing vinden met eene ruimere toepassing van de bestaande grond wettige bepalingen. Een vorm van bestuur, al wijkende van den in de oud-Griekschc ge westen bestaand en toest anden zou overigens geen novum be teekenen, want Rumenie b.v. heeft de Dobroedsja eerst na 25 jaren met het overige gebied gelijk gesteld. Weenen, 18 Nov. De bladen berichten, dat de vice-consul Sarz Buchborger, die was toegevoegd aan den overleden coaisul-gene- raal Bilinski, voorloopig diens plaats zal ver vullen in de commissie voor dc bepaling Yan de zuidgrens van Albanië. Duitschland* Uit Berlijn wordt aan de Köln. Ztg. bericht, dat de nu in Berlijn beginnende Duilsch- Fransohe onderhandelingen moeten dienen om klaarheid te brengen in de stelling van de bei de rogeeringon tegenover de tusschen Duit- sche en Fransche financiers voorbereide re gelingen over spoonvegkwestiên in Aziatisch Turkije. De bijzonderheden van deze on derhandelingen zijn natuurlijk aan de open baarheid onttrokken. Men mag echter con- stateeren, dat van beide zijden mot goeden wil aan 't werk gegaan wordt. Tot Afrikaansche koloniale Icwestiën strek ken de Berlijnsche onderhandelingen zich niet uit- Frankrijk. P a r ij s, 1 8 N o v. Het Sj>aansche konings paar dejeuneerde heden bij grootvorst Cyril- lus van Rusland. P a r ij s1 8 N o v. De Kamer heeft het wets ontwerp tot herziening van de kieswet in zijn geheel aangenomen met 333 tegen 225 stem men. P a r ij s, 18 Nov. In den ministerraad, die heden in hot Elysée gehouden werd, bracht do minister van arbeid de kwestie van den achlurigen werktijd in de mijnen ter spra ke*. Er werd besloten, dat de regecring aan de Kamer zal vragen, de behandeling van het door den Senaat teruggezonden wetsontwerp op Donderdag te bepalen. De haven van Piraeus zal tegen het einde van deze maand het tooneel zijn van eene manifestatie, die niet zonder beleekenis is. Het Fransche eskader van zestien eenheden, dat tegenwoordig de havens in het oostelijk® bekken van de Middollandsche zee aandoet, zal daar samenkomen met twee Engelscho eskaders, liet Middellandschc zee-eskader on der bevel van admiraal Coville, dat 16 een heden telt, en het tweede erkader vun do Home Fleet van 13 eenheden onder bevel van den admiraal prins van Bottenberg. Dezo vloot van 45 Fransche en Engelsche oorlogs schepen zal 3 4 dagen in de Grieksche wateren vertoeven. Dc gelijktijdige aanwezig heid cn dc bij deze gelegenheid georgani seerde gemeenschappelijke leesten moeten de vertrouwelijkheid en innigheid van de tegen woordige betrekkingen tusschen Frankrijk en Engeland aanschouwelijk maken. In Italië neemt men er aanstoot aan, dat hel Fransche eskader heeft verzuimd het eiland Rhodos aan te doen, waar thans een sterk ltatliaansch eskader, onder bevel van den her- log der Abruzzen, voor anker ligt. In Parijs toont men zich verbaasd over deze gevoelig heid; men verklaart daar, dat men de ontmoe ting met dc Italiaansche vloolaldeeliug vol strekt niet heeft gemeden, maar dat nooit het voornemen heeft beslaan het eiland Rhodos te bezoeken. Generaal Fauric, dc gewezen commandant van het 16e iegorkorps, die voor straf ambts halve op pensioen is gesteld, heeit de l ap- porten van de generaals Jolfre cn CJiomer over zijn beleid bij de jongste groote manoeu vres, diie aanleiding gaven dat liij als korps- commandant werd afgezet, in dc dagbladen bekend gemaakt met zijne weerlegging van dc op zijn bcleud gevoerde kritiek. De senator Charles Humbert, een lid vau de commissie van den Senaat, die deze manoeu vres heeft bijgewoond, heeft hetzelfde gedaan met de door hem ten gunste van generaal Fau ric voor den raad van tucht afgelegde ver klaring. Naar zijne meening is generaal Fau- rie het slachtoffer geweest van eene sint» lang voorbereide intrige, waarvan de oor sprong te zoeken is in gebeurtenissen, die zich in den groolen generalen staf hebben afge speeld na de in de Dreyfuszaak gevallen be slissing. Engeland. De hertogin van Holieuberg, die thans n haren gemaal, den Oostonrijkschen aartsher Log-troonopvolger Frans Ferdinand, in Wind sor vertoeft als gast van het Engelsche ko ningspaar, wordt aan het Engelsche hof als een persoon van koninklijken rang behan deld. Toen de kroningsplechtigheid van ko ning George plaats had, liet do Engelsch® hofetikerite dat niet toe, waarom aartsher tog Frans Ferdinand afzag van zijn plan ora aan die plechtigheid deel te nemen. Thans is, op bevel van koning George, uildrukkcl k voor don duur van het bezoek van den Oos- tenirijksclien troonopvolger het gebruikelijke ceremonieel buiten werking gesteld. Zweden. Prinses Maria van Zweden, hertogin van Südermanland, vertoeft sedert half October in Parijs bij haren vader, een Russisch groot vorst Dit heeft tot fantastische geruchten aanleiding gegeven; zoo is de prinses met eene spionagezaak in verband gebracht. Juist is alleen, dat zij verklaard hoeft niet voor nemens te zijn, naar Zweden in de echtelijke woning terug te koeren. Wie zich anders voordoet dan hij* is, erkent dtiardoor, dat het niet in orde is in zijn bin nenste. EN ZIJN ZEVEN ZORSEN. 18 DOOB MARIE DIERS. Toen hij builen kwam, zag hij in de grijze, stille lucht zijn 'klein meisje naast het groote paard staan, zoo trouw en ernstig. 'Dat voelde hij plotseling als een groot geluk, dat hij half vergeten had. Hij boog zich tot haar neer' „Peter!" Wat had ze toch groote, treurige oogen. Iets van den „blik van een dier, welks ziel nog ge boeid is," waarvan Ilildegard eens gesproken had, schoot ihem te binnen. Hij schudde haar zachtjes bij den arm. „Lach toch eelns Peter!" Dit aangrijpend lieve glimlachje, dat nicl recht lachen worden wouybleef hem in de ge dachte, toen hij wegreed-. Hij boog zich wat voorover en gai hef paard de sporen. „Hop, galop, Achmed, gfedroomd tmag er vandaag ti&et worden." Toen ging het voort. Het was slechts eeJn oud doktérspaard, maar het kon toch nog, als het «moest. Joosft werd het bloed warm in het lichaam. Hallo, wat i renden ze, de 'krachtige vrind bracht hem frissche lucht in de longen. Als weggeblazen was de koortsige, wakend doorgebrachte naoht De velden rechts en links wareh gemaald. Door den regen zwaar neerhangend, hall omgeworpen en grijs' stonden de opgezette korensohooven op de akkers. Bij den dokter kwam de oude lust tot rijdefo boven. Hij wendde zijn paard, joeg dwars over de velden heen en beproefde over een schoof te sprin gen, wat niet gelukte. Nu dajn over de vol gende: „Hoera, hop!" Over ide derde: „Goed ouwe jongen." Eindelijk over een sloot en een hek. „Nu, gaat het nog?" Heet kwamen ros en ruiter in 't volgende dorp aan. Dat was een dagl Dien vlergat Eber- hard Joost zijn geheele leven niet. Weet je, wat het zeggdn wil, een geheelen. langen, heeten dag, waarop de zon op je huid brand't, in het diepe zand te woelen, woelen, woelen voorwaarts te moeten en niet te kunnen heet, vol slof, dorstig, afgemat, van wanhoop vertwijfelend, zonder schaduw, zonder rust, altijd maar, altijd .maar in hel heete, mulle zand wort te gaan en dan plotseling, als de zon reeds begint te dalen, een koeten, helderen, diepen stroom voor je te zien, en in de schaduw der boomen daarop de warme stoffige kleeren uit te trekken, en eerst heel 'behoedzaam, als aarzelend, de moede, pijnlijke voeten in het water te dom pelen, en dan steeds dieper, dieper er in te gaan, tot aan de kniieën, tot aan de borst, den hals O, gij reddende, bevrijdende! stroom! In de koelte van zijn werkelijk, moedig leven zette dez>e man, 'die heft rustige denken was verleerd, in wiens hoofd het een chaos was, den voert, eerst weifelend, toen steeds verder en dieper, totdat hijj midden in den groolen stroom zwom, het slof, de hitte, dat, sn at hem kwelde, van zich afspoelde, zijn spieren spande en ze vermoeide, tot de ver moeidheid hem een weffidaad word. Toen hij in het avonduur langs de velden reed en een late zonnestraal over de schooven glansde, welde hij aan zijn hart, dat er iets groots met hem gebeurd was, dat hij en voorloopig wist hij bijina nog niet hoe op bet goede ter wille van het betere een schoone en. krachtige overwinning bevochten had. Want hij;, Eberhard Joost, was nu eenmaal zoo geschapen, dat hij slechts één ding kon doen, waaraan hij zijn geheele han-t en alle krachten moest wijden. Op deze dagtaa/k mocht hij met recht trolsCli zijn! Maar toen bij thuis kwam, zag hij*, dat zijn dagwerk nog lang niet volbracht was. Maria trad hem tegemoet. „Vader, als U zoo goed zou willen zijn, zou ik U wel eens alleen willen spreken." Weliswaar was hij tot het punt genaderd, waarop hij 't alerliefst jas en laarzen uitge trokken had en languit op zijn harde rust bank zou zijn gaan liggen. Hij voelde het toch wel over het geheele lichaam, wart het heden voor een dag geweest was: een werkdag, zoo lang als hem bijna 'nooit overkwam, met een haastig middagmaal in een dorpsherberg, zonder rust, waarop hij weinig spijs en drank had gebruikt, terwijl hij sedert den voor- laatsten nacht geen oog geloken had. Verder had hij in zjj*n hart dien hevigen strijd ten einde gestreden. Maar 't was waar, Maria had hij nauwelijks gezien. Dat ging toch niet. Hij keek het meisje in 't gelaat, voelde zijn hart warm worden en zei kortaf: „Nu, vooruit dan maar! Stort je hart maar bij je vader uit." Hij ging in de slaapkamer, 9poelde even gezicht en handen af en begaf zich naar zijn kamer. Zijn avondeten was op een klein ta feitje gezet, want het was weldra negen uur en de kinderen mochten met het eten niet op hem wachten. Maar hij voelde zich bijna te moe om te eten. Hij ging in zijn stoel zitten, beschouwde zijn kind aandachtig en zei: „Dat is goed van je, Matz, dat jij me eens 't een en ander ver tellen wilt. Steek liever de lamp aan, 3c kan je gezicht niet meer zien." Ze gehoorzaamde. Ze zag er bleek en over werkt uit, was haast al te eenvoudig gekleed em had te veel over zich, wat studenten ken merkt, om haar absoluut vrouwelijk te kun nen noemen. Ook had ze 't haar strak uit het gezicht getrokken, -zoodat haar voorhoofd erg breed leek, wat haar niet goed stond. Maar dat alles was dokter Joost tamelijk on verschillig. Hij was merkwaardig/ dom op 't gebied van vrouwenschoonheid. Haar vast beraden, verstandige blik en de natuurlijke vrijünoedigheid in 't 6preken nameai hem da delijk voor haar in. „Nu vooruit maar, Matz," zei bij met een klein zweempje van dat lachen, dart zij nog van de Latijnsehe lessen kende, toen hij haar juist dan altijd voor idioot had veridaard, als zij 't best leerde, „wat voor een brok van de wetenschap heb je nu weer beanahhligd? Laat hem eens zien." „Ja, Vader," zei ze licht blozend, „maar U moet niet altijd spotten. 'Dat waf wij veroverd hebben, is toah iels igroots en heerlijk» Zij struikelde in haar hoogdravendheid over haar eigen woorden, omdat zijn oogen haar van de wijs brachten. Ze werd verlegen en tmi vist *ze heelemaal niets meer te zeggen. „Zeker, -kind," zei hij, terwijl hij ernstig werd, „ik heb er ook niets -tegen, dat je voor loopig nog alles, wart wetenschap heet, zalig vindt. Maar ik zou je toch bijtijds graag mee- deelen, dat de geheele wetenschap ook maar een brokje Is, dat wij, armzalige aardbewo ners, van bet heelal hebben welen af te scheu ren. Menschen, die dat niet in *t oog kunnen houden, zijn de ergste dwazen. Word geen slachtoffer van de studie, Matz, je zou er wer kelijk bij te kort komen. Er moeten namelijk, .'ooals ik vernomen heb, toch nog op aarde een zeker soort duistere krachten aan 't werk zijn, die ons onvoorziens alles, wat wdj zoo verstandig en knap opgebouwd meenen te hebben, overhoop kunnen werpen." Hij zweeg en dacht «terug aan den goeden dag, dien hij achter den rug bad. In den grond van zijn hart wenschte hij niets beters voor zijn dochter, dan dat ook zij zulke prachtigo dagen zou krijgen, waarop zij zou staan naast haar verwoeste bouwwerk. Ze keek hem aan, doch blijkbaar begreep ze i hem niet „Hoe komt Vader nu aan mertaphy- sica?" dacht ze verbaasd. Voor haar jongen geest, die naar weten cn onderzoeken uitging, was het belachelijk en dwaas, van duisterf krachten te spreken, alsof ze werkelijkheid waren. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1