Premie voor onze Lezers.
cr, 124
DE E EM LAN DER".
Donderdag 20 November 1913.
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
12" Jaargang.
BUITENLAND.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
>5
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze C« rant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
CV. rant
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur,
advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden.
familie-
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
o.io.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN:
Van 15 regels f 9*®®*
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto loiters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, b\) abonnement
Eene circulaire, bevuttende do voorwaarden, wjrdt op
aanvraag toegezonden.
Door een overeenkomst met een
bekende firma te Amsterdam,
zijn wij in staat gesteld, onzen
lezers eene traaie premie tegen
zeer lagen prijs te kunnen aan
bieden, n 1. zes prachtige repro
duction in orgineele kleuren naar
Ouii.tloliandscne meesiers, Tooi
den prijs van t 2.WO (franco tliuis).
egeu inlevering van onder
:en bun kan men ua betaling
vu.. „o.Kieuid bedrag, deze repro
duction, meen keurige porteteuil-
le vervat, aan ons bureau ver-
krijge..
jsc reprouucties, wciKe een at-
meting licbbeu van 4U bij 50 c.tl.,
zijn uaai- de volgende meesters
A, van Ostade„liuringvrouu tje".
fraus iials„De vroolijkc drin
ker". (1. lirenkelenaaai„Ver
trouwelijk gesprek", bi. Jietzu
„net ontbijt". J. .li. Jioleuaar
„Dame aan 't Klavier", Jon. Ver
meer „liet Jlelnmeisje",
De Administratie.
De ondergeteekeude verzoekt
te mogen oiitvangeu, tegeu beta
ling vun 1 Z.Uo (franco thuis;,
de prcmie-uitguve van het Amerst.
Dagblau, zes reproducties in
ongiueeie kleuren naar oud-iloii.
meesters.
A aam
Woonplaats i
Dezen bon in te zenden: Bureau
A uiers i. Dagblad, lltr. Str. 1
Aiuersioort,
Politiek Overzicht.
Het (vtexicaanscue raadsel.
liot Mexicaaasche schaakspel gaat steeds
zijn gang. De aanhoudend elxaar tegenspre
kende berichten over den gang van de zaken
kunnen nieL dienen om de beslaande onze
kerheid op -te heffen of te verminderende
eenige zekerheid, die zij verschaffen, is dat
de verwarring steeds grooler wordt en het
beeld van den toestand steeds onduidelijker.
Verleden Zaterdag scheen het herstel van
den vrede ophanden te zijn; Huerta had be
loofd te zullen bedanken. 24 uren later trok
bij zijne belofte weder in; bij besloot aan
te blijven en verkondigde, dat hij slechts
voor liet geweld zou wijken. Ten bewijze,
dat bet hem daarmee ernst was, ontsloeg hij
den minister ALdape, die in het kabinet bel
orgaan was van de bewindsheden, die de
overtuiging zijn toegedaan, dat men ver
standig zou doen, door althans aan een deel
van de Amerikaansche eischen te voldoen-
Terwijl dus Huerta weder is bekeerd tot
onverzettelijkheid tegenover de Vereenigde
Staten, schijnt hij in het binnenland terrein
te verliezen tegenover de opstandelingen.
Ilaasl iederen dag worden berichten ontvan
gen over nieuwe door de rebellen behaalde
voordeden. Op de tijding van de door eene
welgeslaagde krijgslist verrichte vermeeste
ring van de grensstad Juarez is het bericht
gevolgd, dat <le stad Victoria, in den staat
Tamaupilas, na een hevigen strijd door de
constitutionalisten is genomen.
In Washington legt men eene groote ver
ontwaardiging legen Huerta aan den dag.
Men is overtuigd, dal hij comedie speelt.
Men verheelt ditmaal ook niet, dat er een
ultimatum aun Huerta is gericht; staatsse
cretaris Bryan heelt daaraan toegevoegd, dat
het van het antwoord daarop zal afhangen
of de vertegenwoordiger van de Vereenig
de Staten al of ïiiol Mexico zal verlaten.
Maar bij nadere overweging schijnt men
toch weer tot hel besluit te zijn gekomen om
voort te gaan met hel oefenen van geduld.
Misschien is de verklaring daarvan te zoe
ken in den in Mexico steeds nijpender wor
denden geldnood. Die nood komt telkens
meer aan den dag door hel verdwijnen van
de contante betalingsmiddelen. Mexico had
onder Porfirio Diaz een op goud gebaseerd
muntstelsel. Het voornaamste betalingsmid
del was echter, reeds wegens de groote zil
vermijnen in het land aanwezig, zilver. De
zilverpeso had intusschen eane bepaalde
verhouding tot het goud; het gouden 10
peso-stuk was 20.93 mark waard, de zilver
peso 2.09 mark. In de drie revolutiejaren is
eerst het goud en nu ook het voor den klein
handel onmisbare zilver uit den omgang ver
dwenen. Tot dusver waren er banknoten,
dus papiergeld, van niet lager dan 5 peso's.
Kleinere bedragen moeten in pasmunt ver
effend worden. Hot inhouden van de zilve
ren munten door banken en particulieren
moet dus tot eene zware geldkrisis leiden.
In con schrijven uit Juarez aan de Kokt
Ztg. woaxlt gezegd, dat al het zilver van Mexi
co zijn weg iin de Vereenigde Staten heeft ge
vonden en dat Mexico staat voor het ban
kroet. IIol is mogelijk, dat de president van
de Vereenigde Stalen van den in Mexico
heerschenden geldnood partij wil trekken
oju zijn spel te winnen. Overigens echter anoet
worden erkend, dat wij:, wat Mexico betreft
fn raadselen wandelen. De Neue Freie Pr es
se schrijft:
„Aan een toegieven van president Hrnerta
Lx nauwelijks nog to denken. Hij bevindt zich
eigenlijk in een beteren toestand dan de Ver
eenigde Staten, want lal is hij ten slotte ook
slechts als dictator te beschouwen, zoo is zijne
regeering voorshands toch de wettige regee
ring, al hete' zij tegen slcifke vijanden te
strijden. De Vereenigde Staten echter laden
wanneer rij militair in Mexico ingrijpen, het
oüuuni op zich, dat zij tegen ajle volkenrech
telijke begrippen in, hebben ingegrepen in de
innnenlandsche conflicten van een zelfstan
digen slaat. Dit dit in de eerste pJJaats zou
geschieden tot bescherming van gewichtige
economische belangen, zou zulik een stap niet
kunnen verontschuldigen. Ook de Monroe-
ieer zou aan de regeerenden in Washington
geen .eiüdraad tot zulk eeno inmenging kun
nen gaven. Zij kent Amerika toe aan de Ame
rikanen, maar niet aan de Vereenigde Staten
van Noord-Amorika. In eene militaire- inmen
ging, die de zelfstandigheid van Mexico niet
alleen bedreigt, maar illusoir mlaakt, zouden
de republieken van Midden- en Zuid-Amerika
eene poging van de Vereenigde Staten moe
ten zien, om op het geheele Amerikaansche
vaste,iand politie uit te oefenen, en het is niet
aan te nemen, dat zij daarmee onvoorwaar
delijk ingenomen zijd. Ook dc vraag hoe an
dere belanghebbenden, b.v. Engeland, zich
zouden stellen tegenover een gewapend in
grijpen van de Vereenigde Stoten, is nog on
opgelost. Er is bericht, dat de regeering te
Washington zich mei de vertegenwoordigers
van de Europecsche staten in overleg heeft
gesteld. Ongetwijfeld denkt president Wilson
er aan, van de heda-nghebbénde mogendhe
den een mandaat te krijgen om op te treden
in Mexico. Maar dit mandaat is tot -dusver
nog niet verleend. Het zou zeker wetisdiclijk
zijn, wanneer de menschenslachtiug in Mexi
co werd tegengegaan. In tegenstelling tot de
omwentelingen in anucre Aiucr.ikaansuhe sta
ten, hebben m Mexico de nieuwe onlusten een
bloedig verjoop cn om humanïteitciredemen
zo-u men moeiten wenschen, dat er aan dei
strijd een einde kwam. Of editor de politiek
van do Vereenigde Staten, zooals zij zieh
schijnt tc oil'wikkelen, de meest geschikte
weg daartoe is, dat is eene andere vraag. Iu
ieder goval is het vraagstuk, dat president
Wilson door zijn ultimatum aan Huerta heel»
opgeworpen, uiterst moeilijk, ten het is ni**J
ajf te zien waartoe deze politiek leidt, die van
liet standpunt der humaniteit zeker gerecht
vaardigd schijnt, maar volkenrecht dijk tol
merkwaardige gevolgen moet k-iden."
Aan <len Balkan.
Uit Berlijn wordt aan de Neue Freie Presse
bericht, dat de vredesonderhandelingen tus-
sclien Turkije en Servië zeer spoedig lot een
gunstig resultaat zullen leiden. De lusschen
Turkije en Griekenland gevoerde onderhan
delingen vormen voor Servië een precedent.
Dezelfde concessiën, die Griekenland neeft ge
daan, is Servië bereid te doen. De kwestie
an het staatsburgerschap, die tusschen Grie
kenland cn Turkije de grootste moeielijkhe-
den opleverde, doet zich bij Servië niet voor.
Verder heeft Servië reeds eene regeling over
zaken ran godsdienstigen aard met Tuikije,
die dagleekcnt van den in het jaar 1878 geslo
ten vrede. De onderhandelingen zullen dit
maal voornamelijk loopen over de rüet zeer
talrijke valcoefgoederen in het aan Servië af
gestane gebied en over de overneming van
godsdienstige gedenkteekenen, zooals hot graf
monument van sultan Moerad op het veld van
Kossowo.
Frankrijk,
In het door de Kamer aangenomen ontwerp
van de nieuwe kieswetkoml de bepaling
voor, dat aanvullingsverkiezingen voor de
Kamer slechts zullen worden gehouden, wan
neer een departement een derde van zijne
vertegenwoordigers verloren heeft. Deze be
paling komt liierop neer, dat slechts in zeld
zame gevallei^aanvuilingsverkiezingca zullen
worden gehouden.
De bcgrootingscommissie heeft besloten liet
ontwerp van de milliardcnleening niet het
eerst in behandeling te nomen, maar de kwes
tie van de dekking der uit de leening voort
vloeiende uitgaven tegelijk met dc lecning te
behandelen en te beslissen. De regeering had
aangedrongen op eene andere wijze van be
handeling; zij had de noodzakelijkheid be
toogd om, met hel oog op den toestand van
de geldmarkt, de beslissing over de leening
zoo spoedig mogelijk te nemen.
De oorzaak van de stakingsbeweging, die
in de mijudistricten van Frankrijk is begon
nen, is te wijten aan een geschil, dat tusschen
den Senaat en de Kamer is ontstaan over de
uitvoering van den achturigon werkdag in de
mijnen. De Kamer had in t geheel 3d over
uren per jaar toegestaan. De Senaat heeft
dit cijfer op 150 gebracht en daarmee i unhi
ding gegeven tot de staking.
Oostenrijk.
W e e n e n, 1 9 N o v. De keizer ontving he
den middag in den hofkring de leden van de
delegation van Oostenrijk-Hongarije en be
antwoordde de huldebetuigingen van de
voorzitten» der beide delegation.
Weenen, 1 9 N o v. De minister van bui-
tcnlandschc zaken graaf Berehtold vei klaar
de in de commissie van buitenlandscke zaken
van dc liongaarsche delegatie, dat de laatste
geVolgon van de groote oostersche krisis nog
niet geheel voorzien kunnen worden. Het on
metelijke historische proces, waai van wij ge
tuigen waren, moest zich voordoen, wanneer
de mohammedaanschc slaat niet meer in staat
zou zijn weerstand te Jbiedcn.
De monarchie hield zich sedert lang aan de
formule van den zoo lang mogelijk gcrekten
status quo. Onze sympathie voor de christe
lijke Balkanstaten leidde ons er toe, zoowel
mogelijk rekening tc houden met den nieuwen
toestand, die door hunne overwinningen in
t leven werd geroepen. De monarchie be
schouwde hare gebiedsuitbreiding in de Bal-
kanlanden als voltooid door do verkrijging
van Bosnië en lierzego-wina. Het prijsgeven
van dit standpunt zou niet beantwoord heb
bon aan onze algemeens belangen. Maar wij
konden er met van afzien zekere bijzondere
belangen te doen gelden. Daarom konden wij
de voorgestelde belangeloosheidsforraule niet
aanvaarden.
Die bijzondere belangen bestonden in dc op
richting van een autonoom Albanië, de ver
hindering van eene verplaatsing dei; krachten
in de Adriatische zee, de schepping van voor
waarden van stabiliteit in het Balkanscbier*
eiland. Het doel van onze diplomatieke actie
was die bijzondere belangen te doen zegevie
ren na de staking van de vijandelijkheden. De
onvriendschappelijke houoing, die op vele
plaatsen in de Baikanlanden en elders tegen
onze eischen werd aangenomen, deed een
oogenblik vreczen, dat de verstandhouding
tusschen de mogendheden zou worden ver
stoord cn eene vriendschappelijke regeling
onmogelijk zou worden. Deze vrees deed in
Londen het denkbeeld rijpen om het bijeenko
men van eene conferentie van ambassadeurs
voor te stellen onder het uitdrukkelijke voor
behoud, dat de oprichting van een zelfstan
digen Albaneescben staat niet in twijfel zou
worden gesteld en dat aan Servië een uitslui
tend conimercieele toegang naar de Adria
tische zee zou worden verschaft. Wij waren
overtuigd op deze wijze het succes te kunnen
verzekeren van onze voornaamste eischen en
met de andere mogendheden tc kunnen mede
werken tot de vreedzame onlknooping van de
niet opgeloste vraagstukken.
De Spr. ging den loop van de Londenscho
conferentie na, waarbij bij hulde bracht aan
Sir Edward Grey. Hij voegde daaraan toe,
dat op dat tijdstip de spanning in Europa niet
verminderd was. De militaire maatregelen van
Rusland verwekten ongerustheid. Bulgarijo
ging voort met zijn weinig verzoenlijke hou
ding tegenover dc territoriale eischen van
Rumenië. Al deze feilen leverden 'nieuwe stol
voor conflicten in het oosten.
De samenwerking van alle diplomaten op
de conferentie was het middel om den vrede
te handhaven. Wij volhardden in deze onder
neming. Wij besloten tot vele concessiën, die
't niet altijd mogelijk was toe tc staan, of
schoon zij uitgewisseld werden tegon behoor
lijke compensatien. Wij voerden hot voor
naamste deel van ons programma uit. Wij be
waarden den vrede voor dc monarchie, om
onze belangen te behoeden.
Met het oog op dc vijandige houding van
onze zuidelijke buren tegenover onze eischen,
werd het noodig militaire toebereidselen Ie
maken. Wij hebben militaire voorzorgen moe
ten nemen aan onze noordelijke grens wegens
het houden onder de wapenen van reserve-
lichtingen in Rusland, welke maatregel vol
strekt niet gerechtvaardigd was, omdat do
aard van onze betrekkingen met Rusland bij
zonder vriendschappelijk was. Eene gcduch-
tenwisseling, die te danken was aan het ini
tiatief van de beide monarchen, leidde er toc^
dat die maatregelen werden prijsgegeven,
voordat dc krisis al tc zeer verlengd was.
Het exposé herinnert verder aan het com
promis van 20 Maart, aan de weigering van
Montenegro om het beleg van Skutari op le
breken en aan de internationale blokkade.
Deze blokkade werkte niet veel uit bij de
bondgenooten en verhinderde de inneming
van Skutari niet; maar zij leverde het bewijs
van dc gewettigdheid van onze eischen, door
dat de mogendheden een stemmig ten hunnen
gunste opkwamen. Wij moesten ernstige
maatregelen nemen, waardoor wij er in slaag
den dc ontruiming van Skutari, zonder dat
daaraan voorwaarden werden verbonden, u
verzekeren.
Dc uitkomst van den oorlog bevatte zekert
kleinen van ongerustheid. De pogingen van
Oostenrijk en Rusland, gesteund door de Ru-
me>ensche diplomatie, slaagden er in sommige
moeielijkheden te verzachten. De national#
bevrijding, waarop door de bevolkingen waf
gehoopt, werd niet overal verkregen. Dg
methodes van summiere opneming, die dik
wijls worden toegepast, schijnen het verwek
ken van eene opwinding in de hand te ver
ken, die ongunstig is voor eene vreedzame
ontwikkeling.
Graaf Berehtold zette de redenen uiteen, dit
Oostenrijk bewogen bij Servië tusschen beidt
te komen, omdat dc handelwijze van Servië
den nieuwen staat Albanië in zijn bestaan be
dreigde. Servië gaf ons voorzichtig voldoe
ning, waardoor het gevaar van verwikkelin
gen ter zijde werd gesteld. De organisatie
van Albanië maakte in den laatsicn tijd merk*
.bare vorderingen.
De internationale commissie van c*atrölo
kwam den 17en October in Valona bij jen. Ne
derland toonde zich gezind officieren naar
Albanië te zenden om de gendarmerie te or-
Wij bedriegen en vleien de geheele wereld,
maar ons zelf het meest.
EN ZIJN ZEVEN ZORQEN.
19 DOOB
MARIE DIERS.
Het was een teleurstelling voor haar, dat ze
haar vader op dit standpunt zag staan. Zo
had nu als twintigjarige voor *t eerst een ge
voel van gelijkheid met hem en voelde zich
niet meer liet gehoorzame, onderworpen kind,
dat aanneemt, wat men het voorzet. Graag
zou ze zich met hem gemeten hebben. Ze
voelde zich zoo zeker en sterk in haar ver
overde wijsheid en kennis, dat ze heelemaal
niét het gevoel had, dat haar iets zou kunnen
ontbreken. Maar haar vader had iels over zich,
dat haar kleinmoedig maakte. Was dat mis
schien de tradilioneele eerbied, de vrees voor
zijn spot, die zij vroegjer als kind gekend had?
Het was haar, alsof alle vernuftige en fijne
bewijsgronden er van door gingen, als ze hem
In de oogen keek, en ze zou zich toch maar
voor hem en zich zelf belachelijk maken, als
ze den mond opende. Maar zooveel te scher
per voelde ze, dat ze iets ar s van hem ver
dacht had, en dat ze teleui teld was, want
Wilder do andere meisjes-studenten had ze
Altijd met trots over haar vader gesproken.
I Toen kwam het haar in de gedachte, dal
ze eigenlijk heden een andere kwestie met
haar vader had willen bespreken. Ze had in
stilte gehoopt, dat op de bespreking daarvan
een mooie, vrijmoedige gedachlenwlsseling
zou volgen. Nu was de zaak juist omgedraaid
geworden en had daardoor niet veel gewon
nen
„Vader M begon ze wat aarzelend, en de
eenigszins hard cm soh«rp gewordetn uitdruk
king van haar gelaat maakte plaats voor een
warmere, mildere „ik was van .plan, nog
mei U over de kinderen te spreken. Ik lieb
vandaag gezien, dat veel niet is, zooals hel
behoorde te zijn."
Dokter Joost kwam uit een andere sfeer
terug, zette zich eens in positie, staarde haar
aan en vroeg kort: „Zoo?"
Ze ging eenigszins gejaagd voort: ,Jk weet
wel, Vader, dat U weinig lijd hebt, maar bet
is ik bedoel, of hel niet gaat, dat U nu en
dan eens een oogje op Regna houdt. Ze leidt
geen goed leven, ze gaat naar feesten met
mensclien, die heelemaal niet bij ons aan huis
komen, en ik weel het 't is niet mijn
bedoeling, haar aan te klagen, maar ik ga
toch weer weg, en er «moet iemand op hau\
passen: ze heelt rendez-vous met de referen
darissen
De dokter zette een gezicht, alsof hij onvei
hoeds tegen een lantaarnpaal wis geloop r..
„Ja, zoo zei hij op gerekten toon, „Matz
wat zijn dat voor verhalen?" Het leök er pre
des op, of hij den armen Matz verantwoorde
lijk stelde voor alles, wat ze hem daar ver'tide.
Maria was op den leeftijd, waarop ons eer
gevoel gauw gekwetst is; ze* kreeg een kleur
en maakte zich driftig. „Ik zou toch niets zeg
gen, als het niet moest!" verdedigde ze zich
haastiger, dan noodig was. „Ik ben er zelf ook
van geschrokken, zooals ze geworden is. Wat
voor eon leelijke uitdrukking heeft ze in hatr
gezicht! En verder werkt haar voorbeeld lot h
ook slecht op de kleinen. Op Ileide zeker niu,
en Inge voelt gelukkigerwijze slechts voor de
kunst, maar op Ammey! Die wordt ten laats.e
nog precies zoo! Vandaag waren Adolf en
Ewald Motte hier, cn Ammey was volslage
dol. Stelt U zich eens voor, dat ze verzen
maakt op Adolf, dien verwaanden kwast! V.-
der, ik moet U er ernstig om verzoeken, dat
U Rcgna heelemaal den omgang met jonge
mannen verbiedt!"
„Ilola, w acht eens even, ga nu maar niet op
hol!" zei dokter Joost, die ee kort, onwille
keurig lachje niet onderdrukken kon.
Ilij had daar in zijn stoel gezeten en Mari
aangestaard en was verbaasd geweest ove
haar voortra telen en daarover, dat ze hem
*t eene dwaze beeld na het andere liet zien
en met de handen had hij zich aan de arm
leuningen vastgehouden. Hij zati daar als
iemand, die zijn leven lang in de lucht heeft
gestaard, en intusschen zijn de wolven zijn
schaapskooi binnengedrongen, en nu wordt er
al een oorverdoovend geschreeuw aangeheven
en de wol vliegt maar zoo naar alle kanten.
Ja, wie denkt er ook aan, dat meisjes ook nog
tegen dergelijke dingen moeten beschermd
worden! Dan was er zeker geen tijd, van al
't andere afgezien, om voor eigen genoegen te
leven. Neen, dan had hij daarvoor zelfs geen
half uurtje tijd!
Hij had geen lust om te lachen, maar lachen
moest hij toch om het reddingsmiddel, dal
Matz aan de hand deed.
„Ja, beste, Matz, je hebt zeker nooit de ge
schiedenis van Hans en Griet gehoord?"
„Welke?" vroeg zij Pp geraakten toon. Ze
begreep niet hoe hij lachen kon. Dit was toch
ernstig genoeg. Maar hij was heden in alle
opzichten anders (en niet beter) dan zij ver
wacht had.
„Overigens vind ik, Vader," ging ze voort,
terwijl ze hoe langer hoe opgewonder werd
en steeds meer lust loonde, het bestaande om
ver te werpen, „dat het toch al niet in orde
is, dat alle kinderen thuis zitten. Dat is toch
in onzen Lijd al heelemaal geen gebruik meer.
Inge zult U misschien wel ergens anders heen
laten gaan, wat haar leermeesteres haar
sterk aanraadt. Maar Regna en Ammey zouden
eveneens weg moeten en wel naar heel stren
ge pensionaten, waar ze nooit een man le zien
kregen. Ik begrijp niet, wat ze. aan die on-
noozele kwasten Yindcnl"
Dokter Joost stond op, ging naar het tafeltje,
waarop zijn avondeten stond, schonk zich een
glas Moezelwijn in en dronk het in één teug
leeg. Het was werkelijk niet om te lachen,
ai mochten de door Matz ontworpen plannen
voor den veldtocht ook nog zoo belachelijk
zijn. Met zijn geestesoog zag hij, hoe zijn ge
heele huis, dat hij zoo behagelijk en gezellig
in orde meende te hebben, étn en al verwar
ring en verval was. Alles was vervloekte- on
zin, wat bij tot nu toe gedaan had. Niets was
ui orde, hij had zich nergens om bekommerd,
niets gezien, niets gemerkt en ondertusschen
ging alles in het snelste tempo te gronde.
Hij moest zidli zelf eens voorrekenen, hoe
de zaken stonden van boven af:
Matz een geleerde blauwkous, eenzijdig
onder de bekoring van de wetenschap geko
men, misschien voor altijd vervreemd van de
grootste werkelijkheden en geheimen des
levens.
Regna nu ia. Bon copuette van de soort.
waarvan hij sedert zijn jongelingsjaren altijd
een afkeer had gehad. Maar had hij zich ook
ooit moeite gegeven, voor dit meisje de macht
te zijn, die haar van den ongergang redde?
Heide: Een arm, broos en teer kind met
zwakke organen, dat slechts half leefde, en
dat door iederen wind omgeblazen kon wor
den.
Inge: Ja wie weet. Wat wist hij van de
kunst? De gelegenheid, daarvan iets bij juf
frouw Klausen te keren, had hij nu gelukkig
ook voorbij laten gaan. Dus wat zat daarach
ter? Misschien ook slechts een spelen en
ieegloopcn. Dus nog een verloren ziel meer.
Ammey. Hetzelfde soort als Regna. Dat
had Matz gezegd. Hij zou nooit op die -ge-:
dachte gekomen zijn; hij had gemeend, dat ze
een temperamentvol en eigenaardig karakter
had, dat wilde, dweepzieke ding. Maar als
men het slechtste dacht, was men misschier
wel altijd 't dichtst bij de waarheid.
Marret. Ja, van haar kan men toch no$
niets zeggen, 't Kind is eerst elf jaar. Die zal
ook zeker niets waard zijn. Andere menschen
zullen dat wel al lang zien, maar hij, de dok*
ter, hoort, ziel, merkt niets. Hij is eesi ezel»
waar het de opvoeding van zijn kinderen be-
Ireft.
Peterchen
De dokter stond nog steeds bij het klein*
tafeltje, schonk zich het tweede glas in en
dronk het langzamer uit. Zijn hand beefde.
En wat weet ik van mijn Peterchen?
Dat ze groote oogen heeft en 't liefste is, dat
ik op deze wereld bezit. Wat wil dat zeggen?
Wat geeft dat vooir waarborg?
Wordt vervolgd*