Premie voor onze Lezers. cr, 124 DE E EM LAN DER". Donderdag 20 November 1913. FEUILLETON. DOKTER JOOST 12" Jaargang. BUITENLAND. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. >5 Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze C« rant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en CV. rant Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. familie- Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. o.io. PRIJS DER AD VERTEN TI EN: Van 15 regels f 9*®®* Elke regel meer Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto loiters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen tot het herhaald advertoeren in dit Blad, b\) abonnement Eene circulaire, bevuttende do voorwaarden, wjrdt op aanvraag toegezonden. Door een overeenkomst met een bekende firma te Amsterdam, zijn wij in staat gesteld, onzen lezers eene traaie premie tegen zeer lagen prijs te kunnen aan bieden, n 1. zes prachtige repro duction in orgineele kleuren naar Ouii.tloliandscne meesiers, Tooi den prijs van t 2.WO (franco tliuis). egeu inlevering van onder :en bun kan men ua betaling vu.. „o.Kieuid bedrag, deze repro duction, meen keurige porteteuil- le vervat, aan ons bureau ver- krijge.. jsc reprouucties, wciKe een at- meting licbbeu van 4U bij 50 c.tl., zijn uaai- de volgende meesters A, van Ostade„liuringvrouu tje". fraus iials„De vroolijkc drin ker". (1. lirenkelenaaai„Ver trouwelijk gesprek", bi. Jietzu „net ontbijt". J. .li. Jioleuaar „Dame aan 't Klavier", Jon. Ver meer „liet Jlelnmeisje", De Administratie. De ondergeteekeude verzoekt te mogen oiitvangeu, tegeu beta ling vun 1 Z.Uo (franco thuis;, de prcmie-uitguve van het Amerst. Dagblau, zes reproducties in ongiueeie kleuren naar oud-iloii. meesters. A aam Woonplaats i Dezen bon in te zenden: Bureau A uiers i. Dagblad, lltr. Str. 1 Aiuersioort, Politiek Overzicht. Het (vtexicaanscue raadsel. liot Mexicaaasche schaakspel gaat steeds zijn gang. De aanhoudend elxaar tegenspre kende berichten over den gang van de zaken kunnen nieL dienen om de beslaande onze kerheid op -te heffen of te verminderende eenige zekerheid, die zij verschaffen, is dat de verwarring steeds grooler wordt en het beeld van den toestand steeds onduidelijker. Verleden Zaterdag scheen het herstel van den vrede ophanden te zijn; Huerta had be loofd te zullen bedanken. 24 uren later trok bij zijne belofte weder in; bij besloot aan te blijven en verkondigde, dat hij slechts voor liet geweld zou wijken. Ten bewijze, dat bet hem daarmee ernst was, ontsloeg hij den minister ALdape, die in het kabinet bel orgaan was van de bewindsheden, die de overtuiging zijn toegedaan, dat men ver standig zou doen, door althans aan een deel van de Amerikaansche eischen te voldoen- Terwijl dus Huerta weder is bekeerd tot onverzettelijkheid tegenover de Vereenigde Staten, schijnt hij in het binnenland terrein te verliezen tegenover de opstandelingen. Ilaasl iederen dag worden berichten ontvan gen over nieuwe door de rebellen behaalde voordeden. Op de tijding van de door eene welgeslaagde krijgslist verrichte vermeeste ring van de grensstad Juarez is het bericht gevolgd, dat <le stad Victoria, in den staat Tamaupilas, na een hevigen strijd door de constitutionalisten is genomen. In Washington legt men eene groote ver ontwaardiging legen Huerta aan den dag. Men is overtuigd, dal hij comedie speelt. Men verheelt ditmaal ook niet, dat er een ultimatum aun Huerta is gericht; staatsse cretaris Bryan heelt daaraan toegevoegd, dat het van het antwoord daarop zal afhangen of de vertegenwoordiger van de Vereenig de Staten al of ïiiol Mexico zal verlaten. Maar bij nadere overweging schijnt men toch weer tot hel besluit te zijn gekomen om voort te gaan met hel oefenen van geduld. Misschien is de verklaring daarvan te zoe ken in den in Mexico steeds nijpender wor denden geldnood. Die nood komt telkens meer aan den dag door hel verdwijnen van de contante betalingsmiddelen. Mexico had onder Porfirio Diaz een op goud gebaseerd muntstelsel. Het voornaamste betalingsmid del was echter, reeds wegens de groote zil vermijnen in het land aanwezig, zilver. De zilverpeso had intusschen eane bepaalde verhouding tot het goud; het gouden 10 peso-stuk was 20.93 mark waard, de zilver peso 2.09 mark. In de drie revolutiejaren is eerst het goud en nu ook het voor den klein handel onmisbare zilver uit den omgang ver dwenen. Tot dusver waren er banknoten, dus papiergeld, van niet lager dan 5 peso's. Kleinere bedragen moeten in pasmunt ver effend worden. Hot inhouden van de zilve ren munten door banken en particulieren moet dus tot eene zware geldkrisis leiden. In con schrijven uit Juarez aan de Kokt Ztg. woaxlt gezegd, dat al het zilver van Mexi co zijn weg iin de Vereenigde Staten heeft ge vonden en dat Mexico staat voor het ban kroet. IIol is mogelijk, dat de president van de Vereenigde Stalen van den in Mexico heerschenden geldnood partij wil trekken oju zijn spel te winnen. Overigens echter anoet worden erkend, dat wij:, wat Mexico betreft fn raadselen wandelen. De Neue Freie Pr es se schrijft: „Aan een toegieven van president Hrnerta Lx nauwelijks nog to denken. Hij bevindt zich eigenlijk in een beteren toestand dan de Ver eenigde Staten, want lal is hij ten slotte ook slechts als dictator te beschouwen, zoo is zijne regeering voorshands toch de wettige regee ring, al hete' zij tegen slcifke vijanden te strijden. De Vereenigde Staten echter laden wanneer rij militair in Mexico ingrijpen, het oüuuni op zich, dat zij tegen ajle volkenrech telijke begrippen in, hebben ingegrepen in de innnenlandsche conflicten van een zelfstan digen slaat. Dit dit in de eerste pJJaats zou geschieden tot bescherming van gewichtige economische belangen, zou zulik een stap niet kunnen verontschuldigen. Ook de Monroe- ieer zou aan de regeerenden in Washington geen .eiüdraad tot zulk eeno inmenging kun nen gaven. Zij kent Amerika toe aan de Ame rikanen, maar niet aan de Vereenigde Staten van Noord-Amorika. In eene militaire- inmen ging, die de zelfstandigheid van Mexico niet alleen bedreigt, maar illusoir mlaakt, zouden de republieken van Midden- en Zuid-Amerika eene poging van de Vereenigde Staten moe ten zien, om op het geheele Amerikaansche vaste,iand politie uit te oefenen, en het is niet aan te nemen, dat zij daarmee onvoorwaar delijk ingenomen zijd. Ook dc vraag hoe an dere belanghebbenden, b.v. Engeland, zich zouden stellen tegenover een gewapend in grijpen van de Vereenigde Stoten, is nog on opgelost. Er is bericht, dat de regeering te Washington zich mei de vertegenwoordigers van de Europecsche staten in overleg heeft gesteld. Ongetwijfeld denkt president Wilson er aan, van de heda-nghebbénde mogendhe den een mandaat te krijgen om op te treden in Mexico. Maar dit mandaat is tot -dusver nog niet verleend. Het zou zeker wetisdiclijk zijn, wanneer de menschenslachtiug in Mexi co werd tegengegaan. In tegenstelling tot de omwentelingen in anucre Aiucr.ikaansuhe sta ten, hebben m Mexico de nieuwe onlusten een bloedig verjoop cn om humanïteitciredemen zo-u men moeiten wenschen, dat er aan dei strijd een einde kwam. Of editor de politiek van do Vereenigde Staten, zooals zij zieh schijnt tc oil'wikkelen, de meest geschikte weg daartoe is, dat is eene andere vraag. Iu ieder goval is het vraagstuk, dat president Wilson door zijn ultimatum aan Huerta heel» opgeworpen, uiterst moeilijk, ten het is ni**J ajf te zien waartoe deze politiek leidt, die van liet standpunt der humaniteit zeker gerecht vaardigd schijnt, maar volkenrecht dijk tol merkwaardige gevolgen moet k-iden." Aan <len Balkan. Uit Berlijn wordt aan de Neue Freie Presse bericht, dat de vredesonderhandelingen tus- sclien Turkije en Servië zeer spoedig lot een gunstig resultaat zullen leiden. De lusschen Turkije en Griekenland gevoerde onderhan delingen vormen voor Servië een precedent. Dezelfde concessiën, die Griekenland neeft ge daan, is Servië bereid te doen. De kwestie an het staatsburgerschap, die tusschen Grie kenland cn Turkije de grootste moeielijkhe- den opleverde, doet zich bij Servië niet voor. Verder heeft Servië reeds eene regeling over zaken ran godsdienstigen aard met Tuikije, die dagleekcnt van den in het jaar 1878 geslo ten vrede. De onderhandelingen zullen dit maal voornamelijk loopen over de rüet zeer talrijke valcoefgoederen in het aan Servië af gestane gebied en over de overneming van godsdienstige gedenkteekenen, zooals hot graf monument van sultan Moerad op het veld van Kossowo. Frankrijk, In het door de Kamer aangenomen ontwerp van de nieuwe kieswetkoml de bepaling voor, dat aanvullingsverkiezingen voor de Kamer slechts zullen worden gehouden, wan neer een departement een derde van zijne vertegenwoordigers verloren heeft. Deze be paling komt liierop neer, dat slechts in zeld zame gevallei^aanvuilingsverkiezingca zullen worden gehouden. De bcgrootingscommissie heeft besloten liet ontwerp van de milliardcnleening niet het eerst in behandeling te nomen, maar de kwes tie van de dekking der uit de leening voort vloeiende uitgaven tegelijk met dc lecning te behandelen en te beslissen. De regeering had aangedrongen op eene andere wijze van be handeling; zij had de noodzakelijkheid be toogd om, met hel oog op den toestand van de geldmarkt, de beslissing over de leening zoo spoedig mogelijk te nemen. De oorzaak van de stakingsbeweging, die in de mijudistricten van Frankrijk is begon nen, is te wijten aan een geschil, dat tusschen den Senaat en de Kamer is ontstaan over de uitvoering van den achturigon werkdag in de mijnen. De Kamer had in t geheel 3d over uren per jaar toegestaan. De Senaat heeft dit cijfer op 150 gebracht en daarmee i unhi ding gegeven tot de staking. Oostenrijk. W e e n e n, 1 9 N o v. De keizer ontving he den middag in den hofkring de leden van de delegation van Oostenrijk-Hongarije en be antwoordde de huldebetuigingen van de voorzitten» der beide delegation. Weenen, 1 9 N o v. De minister van bui- tcnlandschc zaken graaf Berehtold vei klaar de in de commissie van buitenlandscke zaken van dc liongaarsche delegatie, dat de laatste geVolgon van de groote oostersche krisis nog niet geheel voorzien kunnen worden. Het on metelijke historische proces, waai van wij ge tuigen waren, moest zich voordoen, wanneer de mohammedaanschc slaat niet meer in staat zou zijn weerstand te Jbiedcn. De monarchie hield zich sedert lang aan de formule van den zoo lang mogelijk gcrekten status quo. Onze sympathie voor de christe lijke Balkanstaten leidde ons er toe, zoowel mogelijk rekening tc houden met den nieuwen toestand, die door hunne overwinningen in t leven werd geroepen. De monarchie be schouwde hare gebiedsuitbreiding in de Bal- kanlanden als voltooid door do verkrijging van Bosnië en lierzego-wina. Het prijsgeven van dit standpunt zou niet beantwoord heb bon aan onze algemeens belangen. Maar wij konden er met van afzien zekere bijzondere belangen te doen gelden. Daarom konden wij de voorgestelde belangeloosheidsforraule niet aanvaarden. Die bijzondere belangen bestonden in dc op richting van een autonoom Albanië, de ver hindering van eene verplaatsing dei; krachten in de Adriatische zee, de schepping van voor waarden van stabiliteit in het Balkanscbier* eiland. Het doel van onze diplomatieke actie was die bijzondere belangen te doen zegevie ren na de staking van de vijandelijkheden. De onvriendschappelijke houoing, die op vele plaatsen in de Baikanlanden en elders tegen onze eischen werd aangenomen, deed een oogenblik vreczen, dat de verstandhouding tusschen de mogendheden zou worden ver stoord cn eene vriendschappelijke regeling onmogelijk zou worden. Deze vrees deed in Londen het denkbeeld rijpen om het bijeenko men van eene conferentie van ambassadeurs voor te stellen onder het uitdrukkelijke voor behoud, dat de oprichting van een zelfstan digen Albaneescben staat niet in twijfel zou worden gesteld en dat aan Servië een uitslui tend conimercieele toegang naar de Adria tische zee zou worden verschaft. Wij waren overtuigd op deze wijze het succes te kunnen verzekeren van onze voornaamste eischen en met de andere mogendheden tc kunnen mede werken tot de vreedzame onlknooping van de niet opgeloste vraagstukken. De Spr. ging den loop van de Londenscho conferentie na, waarbij bij hulde bracht aan Sir Edward Grey. Hij voegde daaraan toe, dat op dat tijdstip de spanning in Europa niet verminderd was. De militaire maatregelen van Rusland verwekten ongerustheid. Bulgarijo ging voort met zijn weinig verzoenlijke hou ding tegenover dc territoriale eischen van Rumenië. Al deze feilen leverden 'nieuwe stol voor conflicten in het oosten. De samenwerking van alle diplomaten op de conferentie was het middel om den vrede te handhaven. Wij volhardden in deze onder neming. Wij besloten tot vele concessiën, die 't niet altijd mogelijk was toe tc staan, of schoon zij uitgewisseld werden tegon behoor lijke compensatien. Wij voerden hot voor naamste deel van ons programma uit. Wij be waarden den vrede voor dc monarchie, om onze belangen te behoeden. Met het oog op dc vijandige houding van onze zuidelijke buren tegenover onze eischen, werd het noodig militaire toebereidselen Ie maken. Wij hebben militaire voorzorgen moe ten nemen aan onze noordelijke grens wegens het houden onder de wapenen van reserve- lichtingen in Rusland, welke maatregel vol strekt niet gerechtvaardigd was, omdat do aard van onze betrekkingen met Rusland bij zonder vriendschappelijk was. Eene gcduch- tenwisseling, die te danken was aan het ini tiatief van de beide monarchen, leidde er toc^ dat die maatregelen werden prijsgegeven, voordat dc krisis al tc zeer verlengd was. Het exposé herinnert verder aan het com promis van 20 Maart, aan de weigering van Montenegro om het beleg van Skutari op le breken en aan de internationale blokkade. Deze blokkade werkte niet veel uit bij de bondgenooten en verhinderde de inneming van Skutari niet; maar zij leverde het bewijs van dc gewettigdheid van onze eischen, door dat de mogendheden een stemmig ten hunnen gunste opkwamen. Wij moesten ernstige maatregelen nemen, waardoor wij er in slaag den dc ontruiming van Skutari, zonder dat daaraan voorwaarden werden verbonden, u verzekeren. Dc uitkomst van den oorlog bevatte zekert kleinen van ongerustheid. De pogingen van Oostenrijk en Rusland, gesteund door de Ru- me>ensche diplomatie, slaagden er in sommige moeielijkheden te verzachten. De national# bevrijding, waarop door de bevolkingen waf gehoopt, werd niet overal verkregen. Dg methodes van summiere opneming, die dik wijls worden toegepast, schijnen het verwek ken van eene opwinding in de hand te ver ken, die ongunstig is voor eene vreedzame ontwikkeling. Graaf Berehtold zette de redenen uiteen, dit Oostenrijk bewogen bij Servië tusschen beidt te komen, omdat dc handelwijze van Servië den nieuwen staat Albanië in zijn bestaan be dreigde. Servië gaf ons voorzichtig voldoe ning, waardoor het gevaar van verwikkelin gen ter zijde werd gesteld. De organisatie van Albanië maakte in den laatsicn tijd merk* .bare vorderingen. De internationale commissie van c*atrölo kwam den 17en October in Valona bij jen. Ne derland toonde zich gezind officieren naar Albanië te zenden om de gendarmerie te or- Wij bedriegen en vleien de geheele wereld, maar ons zelf het meest. EN ZIJN ZEVEN ZORQEN. 19 DOOB MARIE DIERS. Het was een teleurstelling voor haar, dat ze haar vader op dit standpunt zag staan. Zo had nu als twintigjarige voor *t eerst een ge voel van gelijkheid met hem en voelde zich niet meer liet gehoorzame, onderworpen kind, dat aanneemt, wat men het voorzet. Graag zou ze zich met hem gemeten hebben. Ze voelde zich zoo zeker en sterk in haar ver overde wijsheid en kennis, dat ze heelemaal niét het gevoel had, dat haar iets zou kunnen ontbreken. Maar haar vader had iels over zich, dat haar kleinmoedig maakte. Was dat mis schien de tradilioneele eerbied, de vrees voor zijn spot, die zij vroegjer als kind gekend had? Het was haar, alsof alle vernuftige en fijne bewijsgronden er van door gingen, als ze hem In de oogen keek, en ze zou zich toch maar voor hem en zich zelf belachelijk maken, als ze den mond opende. Maar zooveel te scher per voelde ze, dat ze iets ar s van hem ver dacht had, en dat ze teleui teld was, want Wilder do andere meisjes-studenten had ze Altijd met trots over haar vader gesproken. I Toen kwam het haar in de gedachte, dal ze eigenlijk heden een andere kwestie met haar vader had willen bespreken. Ze had in stilte gehoopt, dat op de bespreking daarvan een mooie, vrijmoedige gedachlenwlsseling zou volgen. Nu was de zaak juist omgedraaid geworden en had daardoor niet veel gewon nen „Vader M begon ze wat aarzelend, en de eenigszins hard cm soh«rp gewordetn uitdruk king van haar gelaat maakte plaats voor een warmere, mildere „ik was van .plan, nog mei U over de kinderen te spreken. Ik lieb vandaag gezien, dat veel niet is, zooals hel behoorde te zijn." Dokter Joost kwam uit een andere sfeer terug, zette zich eens in positie, staarde haar aan en vroeg kort: „Zoo?" Ze ging eenigszins gejaagd voort: ,Jk weet wel, Vader, dat U weinig lijd hebt, maar bet is ik bedoel, of hel niet gaat, dat U nu en dan eens een oogje op Regna houdt. Ze leidt geen goed leven, ze gaat naar feesten met mensclien, die heelemaal niet bij ons aan huis komen, en ik weel het 't is niet mijn bedoeling, haar aan te klagen, maar ik ga toch weer weg, en er «moet iemand op hau\ passen: ze heelt rendez-vous met de referen darissen De dokter zette een gezicht, alsof hij onvei hoeds tegen een lantaarnpaal wis geloop r.. „Ja, zoo zei hij op gerekten toon, „Matz wat zijn dat voor verhalen?" Het leök er pre des op, of hij den armen Matz verantwoorde lijk stelde voor alles, wat ze hem daar ver'tide. Maria was op den leeftijd, waarop ons eer gevoel gauw gekwetst is; ze* kreeg een kleur en maakte zich driftig. „Ik zou toch niets zeg gen, als het niet moest!" verdedigde ze zich haastiger, dan noodig was. „Ik ben er zelf ook van geschrokken, zooals ze geworden is. Wat voor eon leelijke uitdrukking heeft ze in hatr gezicht! En verder werkt haar voorbeeld lot h ook slecht op de kleinen. Op Ileide zeker niu, en Inge voelt gelukkigerwijze slechts voor de kunst, maar op Ammey! Die wordt ten laats.e nog precies zoo! Vandaag waren Adolf en Ewald Motte hier, cn Ammey was volslage dol. Stelt U zich eens voor, dat ze verzen maakt op Adolf, dien verwaanden kwast! V.- der, ik moet U er ernstig om verzoeken, dat U Rcgna heelemaal den omgang met jonge mannen verbiedt!" „Ilola, w acht eens even, ga nu maar niet op hol!" zei dokter Joost, die ee kort, onwille keurig lachje niet onderdrukken kon. Ilij had daar in zijn stoel gezeten en Mari aangestaard en was verbaasd geweest ove haar voortra telen en daarover, dat ze hem *t eene dwaze beeld na het andere liet zien en met de handen had hij zich aan de arm leuningen vastgehouden. Hij zati daar als iemand, die zijn leven lang in de lucht heeft gestaard, en intusschen zijn de wolven zijn schaapskooi binnengedrongen, en nu wordt er al een oorverdoovend geschreeuw aangeheven en de wol vliegt maar zoo naar alle kanten. Ja, wie denkt er ook aan, dat meisjes ook nog tegen dergelijke dingen moeten beschermd worden! Dan was er zeker geen tijd, van al 't andere afgezien, om voor eigen genoegen te leven. Neen, dan had hij daarvoor zelfs geen half uurtje tijd! Hij had geen lust om te lachen, maar lachen moest hij toch om het reddingsmiddel, dal Matz aan de hand deed. „Ja, beste, Matz, je hebt zeker nooit de ge schiedenis van Hans en Griet gehoord?" „Welke?" vroeg zij Pp geraakten toon. Ze begreep niet hoe hij lachen kon. Dit was toch ernstig genoeg. Maar hij was heden in alle opzichten anders (en niet beter) dan zij ver wacht had. „Overigens vind ik, Vader," ging ze voort, terwijl ze hoe langer hoe opgewonder werd en steeds meer lust loonde, het bestaande om ver te werpen, „dat het toch al niet in orde is, dat alle kinderen thuis zitten. Dat is toch in onzen Lijd al heelemaal geen gebruik meer. Inge zult U misschien wel ergens anders heen laten gaan, wat haar leermeesteres haar sterk aanraadt. Maar Regna en Ammey zouden eveneens weg moeten en wel naar heel stren ge pensionaten, waar ze nooit een man le zien kregen. Ik begrijp niet, wat ze. aan die on- noozele kwasten Yindcnl" Dokter Joost stond op, ging naar het tafeltje, waarop zijn avondeten stond, schonk zich een glas Moezelwijn in en dronk het in één teug leeg. Het was werkelijk niet om te lachen, ai mochten de door Matz ontworpen plannen voor den veldtocht ook nog zoo belachelijk zijn. Met zijn geestesoog zag hij, hoe zijn ge heele huis, dat hij zoo behagelijk en gezellig in orde meende te hebben, étn en al verwar ring en verval was. Alles was vervloekte- on zin, wat bij tot nu toe gedaan had. Niets was ui orde, hij had zich nergens om bekommerd, niets gezien, niets gemerkt en ondertusschen ging alles in het snelste tempo te gronde. Hij moest zidli zelf eens voorrekenen, hoe de zaken stonden van boven af: Matz een geleerde blauwkous, eenzijdig onder de bekoring van de wetenschap geko men, misschien voor altijd vervreemd van de grootste werkelijkheden en geheimen des levens. Regna nu ia. Bon copuette van de soort. waarvan hij sedert zijn jongelingsjaren altijd een afkeer had gehad. Maar had hij zich ook ooit moeite gegeven, voor dit meisje de macht te zijn, die haar van den ongergang redde? Heide: Een arm, broos en teer kind met zwakke organen, dat slechts half leefde, en dat door iederen wind omgeblazen kon wor den. Inge: Ja wie weet. Wat wist hij van de kunst? De gelegenheid, daarvan iets bij juf frouw Klausen te keren, had hij nu gelukkig ook voorbij laten gaan. Dus wat zat daarach ter? Misschien ook slechts een spelen en ieegloopcn. Dus nog een verloren ziel meer. Ammey. Hetzelfde soort als Regna. Dat had Matz gezegd. Hij zou nooit op die -ge-: dachte gekomen zijn; hij had gemeend, dat ze een temperamentvol en eigenaardig karakter had, dat wilde, dweepzieke ding. Maar als men het slechtste dacht, was men misschier wel altijd 't dichtst bij de waarheid. Marret. Ja, van haar kan men toch no$ niets zeggen, 't Kind is eerst elf jaar. Die zal ook zeker niets waard zijn. Andere menschen zullen dat wel al lang zien, maar hij, de dok* ter, hoort, ziel, merkt niets. Hij is eesi ezel» waar het de opvoeding van zijn kinderen be- Ireft. Peterchen De dokter stond nog steeds bij het klein* tafeltje, schonk zich het tweede glas in en dronk het langzamer uit. Zijn hand beefde. En wat weet ik van mijn Peterchen? Dat ze groote oogen heeft en 't liefste is, dat ik op deze wereld bezit. Wat wil dat zeggen? Wat geeft dat vooir waarborg? Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1