Vrijdag 12 December 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
N% 14a
12" Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO»
Idem franoo per post1.50.
Per week (met graÜ9 verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant vereohynt dagelyka, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór II uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels.. f ©.8<K
Elke regel meer0.1©
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar phuitaruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdk of
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. DE EEMLAN
U i t g e v
Kennisgevingen.
KOSTELOOZE INENTING.
Burgeme sster en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der Wet van 4 December
18'5,2 (Staatsblad no. 134)
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze
inenting wordt gegeven op den eersten Maan
dag in de maand Januari 1914, des namiddags
te drie ure, in de daartoe bestemde localiteit
van het voormalig schoolgebouw Wijk A, Koe
straat no. 9
vestigen er voorts de aandacht op, dqj bij de
aanmelding het vertoonen van een geboortebe
wijs of trouwboekje gewenscht is.
Gedaan te Amersfoort, den 9. December 1913.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK.
Politiek Overzicht
De Duitsche militair, mis&ie
voor TurKge.
De leden van de Duiisclie militaire missie
voor Turkije zijn naar hunne bestemming
vertrokken. Men mag dus aannemen, dat de
oppositie, die tegen de uitzending van deze
missie is gevoerd,* niet is geslaagd. Het be
sluit, dat de regeeringen van de triple-en
tente hebben genomen om in Konstantino-
pel nadere inlichtingen te vragen, zal daarin
wel geene verandering brengen.
Over hel doel, dat met <jeze missie wordt
beoogd, heeft de Turksche minister Talaat
Bey zich tegenover een dagbladcorrespon
dent aldus uitgelaten: „Het is belachelijk aan
te nemen, dat de Duitsche generaal eene po
litieke rol zou kunnen spelen oi' eene af
doende controle over Konstantinopel uit
oefenen. Dat is evenmin hel geval, als tot in
Athene het geval zal zijn geweest, waar
Franscthe officieren in een dergelijke missie
werkzaam zijn. De reden, waarom de zetel
van het commando in Konstantinopel en niet
in eene andere Turksche stad is gelegd, is
een dubbeleVooreerst bevinden alle mili
taire scholen en het hoofdkwartier voor de
kavallerie, de artillerie enz., die voor hervor
mingen in aanmerking komen, zich in Kon
stantinopel, en bovendien is de leider van
de Duitsche militaire missie juist hierom met
het commando over het legerkorps te Kon
stantinopel belast, omdat hij de taak heeft clit
korps tot een modeltroep te maken en deze
taak moet volbrengen onder de oogen van
de Turksche regeering en in 't bijzonder van
den Turkschen minister van oorlog."
Men ziet hieruit, dat de Turksche regee
ring tegenover alle bezwaren en pretesten,
kalm is blijven staan op het standpunt, dat
zij alleen er over heeft te beslissen hoe en
door wien haar leger geoefend en gereorga
niseerd moet worden. De Frankf. Ztg. schrijft
naar aanleiding hiervan:
„Van Rusland uit trachtte men bovenal te
bereiken, dat de Duitsche officieren hunnen
arbeid niet juist op het eerste, het in Kon
stantinopel slaande korps concentreerden.
Maar juist dat is voor de Turksche behoefte
hoofdzaak. Konstantinopel en Armenië zijn
heden de bedde plaatsen in het Turksche rijk,
die het meest aan gevaar zijn blootgesteld.
Wanneer vooreerst slechts een enkel korps
van het leger bijzonder goed zal worden uit
gerust, dan spreekt het uit het oogpunt van
het Turksche belang van zelf, dat dit korps
moet slaan op een van de beide punten, die
't meest zijn bedreigd. Natuurlijk is dit aan
den anderen kant in strijd met de Russische
belangen, want Rusland is immers juist de
slaat, waardoor in de eerste plaats juist op
de vermelde plek het Turksche rijk met ge
vaar wordt bedreigd. Eene verzoening van
de Russische en de Turksche belangen is hier
onmogelijk, en de Porie is daarom zoo ver
standig geweest het formeele protest van
Rusland door een fait accompli te voorko
men. Nu blijft den Russen niets anders over,
dan compensatie te eischen. "Wat zij echter
daarvoor uitgezocht hebben, is zoo grotesk,
dat het cp het eerste gezicht slechts als een
grap kan werken: het commando van de
forten aan den Bosporus zal aan een Rus-
sischen officier toevertrouwd worden, van de
Bosporus-forten, die bestemd zijn Rusland
tegen de Zwarte zee, dus prakLisch tegen
memand andeis dan Rusland, te bescher
men 1 Dat dit voor Turkije een onmogelijke
toestand zou zijn, spreekt van zelf; maar ook
Engeland zou niet kunnen instemmen met
zulk eene praktische opheffing van de slui
ting der zeeëngten.
Wat nu echter de Duitsche militaire missie
betreft, is hare uitzending reeds hierom ver
blijdend, omdaL daardoor ook aan de wan
gunstigste oogen gedemonstreerd wordt, dat
de beweerde nederlaag van de Duitsche mili
taire instructie in den Balkanoorlog volgens
het oordeel van de overwonnenen zelve eene
illusie is. De nu naar Konstantinopel gaande
Duitsche officieren zullen eene werkkring
krijgen, zooals aan huime kameraden, die
vroeger daar werkzaam waren, nooit be
schoren is geweest, en wij hopen, dat hun
arbeid het Turksche leger tot zegen moge
strékken en moge bijdragen tot handharing
van de onschendbaarheid en onafhankelijk
heid van het Osmanen rijk."
Duitschland.
Straatsburg in Elzas, 11 Dec. In
liet voor den krijgsraad van de 30e divisie
behandelde proces zijn veroordeeld: een re-
cruut van hot regiment no. 99 tot zes weken,
en twee andere recruton tot 3 weken „Mittel-
airrest".
De vertegenwoordiger van het le M. had
VK>r den eerste zeven maanden, voor de bei
de anderen drie maanden gevangenisstraf
voorgesteld. De beklaagden hadden de woor
den van luitenant von Fortner onder het pu
bliek gebracht.
Uit Hagenau in Elzas wordt bericht, dat
sedert het eerste bataillon van het infanlerie-
regiment no. 99 naar het oefeningstcrrcin al
daar is overgeplaatst, de luitenant von Forst-
ner zich in hel barakkenlazaret bevindt.
Volgens een (bericht uit Zabern, zijn kolonel
von Reuter en luitenant von Forstner wegens
de instructie, die tegen hen wordt gevoerd,
\an den dienst geschorst. Aan den correspon
dent van de Frankf. Ztg. te Straatsburg is uit
Zabern medegeleeld, dat von Forstner zelf
heeft verleid, dat 'hij zoo goed als ontslagen is
uit het leger en zich wil toeleggen op het doen
van examen voor den burgerlijken dienst.
liet regiment no. 99 zal, volgens een be
richt uit Straatsburg, niet meer naar Zabern
terugkeeren; het zal in Kassei of in St.-Avoid
in garnizoen komen.
Alle klachten, die door generaal von Deim-
ling, kolonel von Reuter en luitenant von
Forstner waren ingediend tegen Elzassisckc
bladen, zijn ingetrokken.
In Straatsburg wordt met bijzondere vol
doening gewezen op de goede verstandhou
ding, die in Zabern heeft bestaan tusschen
de 'beide hoogsie vertegenwoordigers van het
burgerlijke en bet militaire gezag, den Kreis-
director Mahl en den op last van den keizer
gezonden generaal-majoor Kühne. Beiden heb
ben steeds in de grootste harmonie samen
gewerkt
B er 1 ijn, 11 D e c. De Siameesohe consul-
generaal baron von Merling, die met ziijne
familie hier is aangekomen, heeft zich in
een ziekenhuis laten opnemen*, omdat hij is
aangetast door zwarte pokken. Zijn familie
bevindt zich eveneens in het ziekenhuis, maar
geen vain de leden van ihet gezini lijdt aan
pokken. Of hij de besmetting heeft opgedaan
ui Egypte oi tijdens de zeereis, is nog niet
opgehelderd.
Frankrijk.
Parjjs, 11 Dec. De regeeringsverklaring
van het kabinet-Doumergue houdt in, dat de
regeering het vaste voornemen heeft de groo
te belangen van de republiek te dienen dooi
de republikeinen lot eene duurzame eenheid
te brengen. De regecring kan niet van duur
zijn en niet handelen zonder de medewerking
en den steun van eene beslist en uitsluitenu
republikeinscihe meerderheid. Zij zou niet aan
het bewind blijven, wanneer die meerderheid
haar in den steek liet.
De tegenwoordige omstandigheden eischen
de waakzame aandacht van allen, die zich er
mee bezig houden tegelijk den voorspoed en
de grootheid van het vaderland te verzeke
ren en de verdediging en ontwikkeling van
de republikeinsche instellingen, die openlijk
of van ter zijde sinds eenigen tijd worden
aangevallen door onverzoenlijke tegenstan
ders. Wij zijn besloten ze niet ongestraft te la
ten aanvallen.
De verklaring wijst op le noodzakelijkheid
om, met het oog op den spoedigen afloop van
het mandaat der tegenwoordieg Kamer, het
programma stipt tot het noodige te bepalen.
De eerste zorg van de regeering zal zijn de
aanneming in den kortst mogelijken lijd te
verzekeren van de begrooting voor 1914. De
regeering zal aan het parlement de wetgeven
de maatregelen voorleggen, die haar nultig
zullen voorkomen. De financieele toestand
zal het voorwerp van de bijzondere zorg der
regecring zijn. Zij zal haar best doen om het
ontwerp van eene algemeene inkomstenbelas
ting, dat nu weer bij de Senaat aanhangig is
gemaakt, te doen slagen; zij zal al hare po
gingen aanwenden om dit ontwerp definitief
wet te doen worden.
De regeering zal haar uiterste best doen,
opdat de inkomstenbelasting in slaat van wij
zen zal zijn op het tijdstip der aanneming van
de begrooling voor 1914. Zij is~ voornemens
voort te gaan met de instelling van eene be
lasting op den verkregen rijkdom, ten doel
hebbende de kosten van de militaire wetten
le dekken. De vaststelling van deze groote
democratische belastingen komt ons onver
mijdelijk noodig voor, zoowel om de reusach
tige kosten van de landsverdediging te be
strijden, als tot verzekering van de ontwik-
kelir der nationale uitrusting. Het is even
eens noodig voor den voorspoed van nijver
heid, handel en landbouw en een werk van
billijke en omzichtige ontlasting te verrich
ten en om aan ons fiscaal stelsel de rekbaar
heid te geven, die nozdig is voor een wereld
rijk.
Het ernstige vraagstuk der nationale ver
dediging is nauw verbonden aan dat van de
fiscale gerechtigheid, want de bloedbelasting
drukt des te zwaarder op de arme klassen,
wanneer de fiscale belasting onbillijk ver
deeld is, meer van hen vergt dan wat zij ver
schuldigd zijn en hunne macht om bij te dra
gen tot de lasten versterkt. Een dergelijk fis
caal stelsel instellende en daarbij met zorg
vermijdende door verspillingen de noodige,
maar geduchte uitgaven te doen toenemen,
die de veiligheid van het vaderland cischl,
zullen wij de offers minder zwaar maken, die
de wet op den driejarigen diensttijd op hel
land heeft gelegd. g
Gij weet onder welke omstandigheden en
tengevolge van welke gebeurtenissen de nood
zakelijkheid ontstond om onze militaire macht
te versterken, niet met het doel om aan te
vallen, maar met hel doel den vrede te waar
borgen. Niemand verwacht, dat wij u zullen
voorstellen de c'ebatten over de onlangs aan
genomen militaire wetten te heropenen. Maar
wij stellen ons voor de wel loyaal toe le pas
sen. Wij zijn tegelijk \oorneincns onze krach
ten te wijden aan een samenstel van maat
regelen, die onafhankelijk van den duur van
den diensttijd onder de wapenen, de defen
sieve kracht van de natie tot het maximum
zullen brengen.
P a r ij s, 11 Dec. In het gedeelte van de
verklaring betreffende den financieelen toe
stand wordt nog gezegd: De stemmilmg, waar
uit wij zijn voortgekomen, deed de instem
ming vajn de Kamer kennen met het ontwerp
van eeno algemeene inkomstenbelasting, die
alle burgers en alle inkomsten treft.
Helt slot van de regeeringsverklaring luidt:
De regeering zal zich gelegen laten zijn
aan de militaire voorbereiding van de jeugd,
*:ene betere aanwending van de reserves
en de vorthooging van de soldijen.
Wij zullen den Senaat vragen, zich zoo
spoedig mogelijk uit te spreken over de
kieswetherziening. Wanneer er geene over
eenstemming mocht kunnen verkregen wor
den tusschen de Kamer en den Senaat, zou
den de aantstaande verkiezingen aan het
land gelegenheid geven zich uit te spreken.
Gij zult het wetsontwerp tot verdediging
van de leeke>nschool moeten aannemen.
De republiek ondervond in de laatste kri-
sis de deugdelijkheid van hare bondsverdrar-
gen en vjiendsohapsbetrekkingen. Wfij zul
len voortgaan met de innige samenwerking
met Rusland, de vertrouwelijke innigheid
met Engeland en de hoffelijke betrekkingen
met de andere stalen.
De verklaring werd in de Kamer begroet
niet toejuichingen dioor de 'linkerzijdie en
de uiterste linkerzijde. De zinsnede be
treffende de fiscale maatregelen lokte ver
schillende interruption uit va^i helt centrum
en de rechterzijde.
In liet debat, dat op de voorlezing van de
regeeringsverklaring volgde, wenscht Violeé
te (radicaal-socialist) zich geluk met d«
komst vam de radicalen aam het bewind. mi
zegt over de wet op den driejarigen dienst
tijd: Wij zullen niet eischen, dat men za4
llérugkcea^en tot een beter stelsel met even
veel overhaasting als is betracht ora terug
te kecren tot dcm driejarigen dienst. Wij zul
len de grootero sterkte van -de troepen aan
de oostelijke gr ons handhaven.
Terwijl VU ode Ue de politiek van bevrediging
in haar geheel bespreekt, valt Briand hem
in de rede met een krachtig protest Briamd
eischt voor zich de aansprakelijkheid op voor
zijne politiek van bevrediging. Hij brengt in
herinnering, dat hij de scheidimgswet en an
der o wetten tot bescherming van den lceken-
staat hoeft doen aannemen. Briand spreekt
een krachtig rekwisiloir uit tegen bent, dia
trachtten voor reactionair tc doen doorgaan,
eene politiek, enkel steunende op eene
meerderheid van linikcr republikeinen.
Daairuja gewagende van de tot eenheid go-
braohte radicale partij, zegt hij, dat de re
giering in hare verklaring de nationale ver
dediging ajndiere beziet dan in de openbare
vergaderingen. De man, die de vei'aait woor
delijkheid op zich hoeft genomen auai het
ambt van minlis ter-president verbonden,
heeft Iets anders gezegd dan wat mem té
Pau heeft gediiuleurdi ITet zou ontoelaat
baar en zelfs misdadig zijn te onderstellen,
dat hel d'e bijgedachte van de regeering zou
zijjn terug Le komen op de wet op den
driejarigen diensttijd, die de regeering eert
evenzeer als de Kamer, die haar voteert.
Wanneer de regecring die bijgedachte heeft,
dam moot zij 'het zeggen, maar zij zegt hel
nfiet l>e spreker zet verder zijne verzoe-
ningspolildok uiteen, steunende op dc lin
kerzijde. Waanneer de rogoering die politiek
wil voeren, dan zullen spreker en zijne vrea-
den zich er toe leenen haar te steunen.
Violette zegt met betrekking tot de we*
op -den driejarigen diensttijd, dat Banthou
had aaingoduid, dat zij een Lijdelijk karakter
had, waartegen Barthou protesteert. Spre
kende over dc verklaring van Briand, zegt
Violette, dat hij overtuigd is, dat Briaud's
bedoelingen ropublikeinsch waren, maar
dat, als daarover misverstand is geweest, do
Linkerzijde daarvoor niet aansprakelijk is.
Spr. eindigt met te verklaren, dat hij en zijne
vrienden eene politiek van republikcimscho
eendracht vragen.
Reinach betoogt, dat de wet op den drie
jarigen diensttijd moet worden gehand
haafd.
Minister-president Doumcrgue verklaart
dat hij zijtni plicht zal doen, zonder zich ech
ter eenige cLubbclzdmnigihcid te verschuilen.
De 'regeering i* voornemens eene puliliok
to voeren van vereeeiiging der linker-ropu*
bUkeineiL. De regeering zal voor hare denk
beelden strijden, majar zal slechts een ge
zonden cn goeden strijd aanvaarden.
Wat de wet op don driejarigen diensttijd
betreft heeft de rogeoring verkondigd, dal
de duur van den militairen diénst tniot oen
dogma is. De wét is de wet; wij zullen haar
loyaal toepassen. Wat voor ons een dogma
is, dat is de verdediging van bet vaderland.
De militaire dienlst moet gelijk en verplich*
tend voor aJlan zijn. De finojncieelc gevoK
gerii moeten betaald woaxlen door don ver*
wojfven rijkdom. Wij moeten aam het land
eeno politiek «vam liorvotnmi'ngen 'brengepk
De regeering is besloten aan hot land deza
Hij, die zichzelf niet weet te beheerschen.
kan niets groots tot stand brengen.
EN ZIJN ZEVEN ZORGEN.
87 DOOK
MARIE DIERS.
Aan den avond van den tweeden dag werd
hij nog bij een zieke gehaald. Het werd laai
en tillen begaven zich ter ruste. Buiten re
gende het. Maria stak een lamp aan en ging
in zijn kamer zitten, om op hem te wachten.
Het sloeg elf en half twaalf, de regen klet
terde tegen de ruiten, en zj had allen tijd, er
over na te denken, wat ze eigenlijk van hem
verlangde, en wie de man was, van wien ze
wat verlangde. Maar ze meende, dat ze er
niet meer over na behoefde te denken, alles
was haar zoo duidelijk als een mathemati
sche stelling.
Zij las half verstrooid in een boek over ge
neeskunde, dat voor haar lag. Vermoeidheid
welde ze niet, want ze was gewend, lang op
te blijven.
Eindelijk kwam hij. Hij was verbaasd, haar
nog op te vinden en bovendien met zulk een
Strijdlustige uitdrukking in de oogen. Eigen
lijk had hij reeds een punt achter dezen dag
gezet, want hij had op het laatst nog zwaar
werk verricht, maar als dokter was hij er
aan gewoon, dat zijn eigen besluiten dikwijls
nietig verklaard werden. b
„Het hindert je zeker 'niet, als ik rook?'"
vroeg hij.
„Neen."
Nu bracht ze hem alle fouten onder het
oog, die hij begaan had, al de verkeerdhe
den in zijn opvoedingssysteem. Dat Ammey
iets geleerd had, was goed; dat het zoo ver
had kunnen komen met liefdesgeschiedenis
sen, was ongelooflijk en alleen zijn schuld.
Dat Regna het hoeden- en japonnenmakeu
geleerd had, was slechts tijdverspillen ge
weest. Alsof men altijd weer lot deze ver
ouderde vrouwenberoepen moest terugkee
ren I Waarom hij haar echter aan Emil Runge
uit Fitzhagen, den onbeduidendsten van alle
stervelingen, tot vrouw wilde geven, dal
moest hij haar toch eens ophelderen. Of hij
niet geloofde, dat het voor een vrouw even
verderfelijk was, als haar man dom was, als
dat hij een fat en een lichtmis was? Verder,
hoe hij voor dezen roodharigen windbuil,
dezen dokier Usedona, zijn huis zoo open
kon zetten?
Terwijl zo hem dit alles voorhield, voelde
ze niet, hoe hoog ze eigenlijk wel dacht van
zijtn karakter, dat hem er toe bracht, dit alles
kalm aan te hooren, en ze stelde zich geen
oogenblik voor, hoeveel vaders er wel zou
den zijn, die met dezelfde gelatenheid en goed
heid, welke eigenschappen voortvloeien uit
een zich-verheven-voelen boven-dergelijke-
dwaasheden, bij zulke uitingen van hun eigen
dochter een sigaar zouden rooken.
Dokter Joost had tegenover haar niet het
zelfde gevoel als tegenover Inge: Onrijpe ap
pels suggeneeren zooveel toekomstigs. Dit
hier was zwaardere kost cn oneindig veel
prihcipiëeler. Hij zag een stilstand in het
begrijpen en den vooruitgang, die zoo dik
wijls daar voorkomt, waar een jonge, krach
tige beweging, oude dammen verwoest en
de „nieuwen", die haar aanhangers zijn,
zich nog als de „bijzonderen" mogen voelen.
Wat gaf Matz het recht, hier de vierschaar
over hein te spannen en hem te veroordoelen?
Hij dacht daarbij niet aan hel schenden van
zijn gezag, zooiets was hem onverschillig,
dal was eenvoudig belachelijk. Hij verlangde
geen gehoorzaamheid van zijn menschen,
maar een heldor inzicht. Hij wilde ze zien,
zooais ze waren; hij wilde niet weten, welken
indruk ze maakten, als ze deemoedig gebo
gen met kromme ruggen voor hem stonden.
Over vaders, die zich aan hun waardigheid
vastklampten, dacht hij niet zeer vleiend.
Dat een volwassen Matz zich aanbood als
helper en raadgever, dat zou hem niets dan
vreugde hebben bereid. Maar dan moest ze
ook hulp en raad geven. „Voor den duivel
nog toe!" dacht hij. „Voor welk gerecht wer
ken zulke dwaasheden wat uit?" Haar bewe
ringen waren zoo onzinnig kinderachtig, ze
hielden hcelemaal geen rekening met de
werkelijkheid, ze zaten zoo gedwongen in el
kaar! Dat hij, Joost, wat betreft zijn zeven
meisjes, zeven maal zeventig keer verkeerd
had gehandeld, dat wist hij al lang. Het le
ven is er eenvoudig niet naar ingericht, dat
men geen fouten zal maken. Och, en zulk een
vader is welbeschouwd ook slechts een blind,
doof, alles verkeerd ziend en verkeerd hoo-
rend, lichtgeioovig, ongeLoovig, steenhard,
al te weekhartig, vreeselijk wijs en trooste
loos onwetend schepsel. Dat alles was waar.
Dat alles hadden hem de twee maial zeven
jaren van zijn weduwnaarschap, had hem dc
tijd, waarin hij als vader alleen verantwoor
delijk geweest was, getoond. Het was ook
nu nog niet te laat, daarvan hinder te heb
ben en uit alle macht naar verbetering te
streven, en met een goeden, helderen kop,
onverschillig, of die op het lichaam van een
dochter, een vriend, of een vreemde zat,
daarover te praten. Maar dit hoofd hier
kwam niet in aanmerking. Joost dacht tij
dens Maria's terechtwijzigingen niet: „Wat
moet ik haar antwoorden?" maar: „Iloe is
het gekomen, dat dit kind zoo opgegroeid is
en is er nog iels aan te veranderen?"
Hoe het kwam? Het kwam eenvoudig door
het leven zelf. Blijf me met jullie praatjes van
een opleiding, die meisjes onvrouwelijk maakt,
van het lijf. Is het soms onvrouwelijk, zooaLs
dit kind zich gedraagt? Het is zoo vrouwe
lijk, zoo bekrompen vrouwelijk, zoo hulpe
loos en wanhopig vrouwelijk, als het maar
zijn kanl Het is het vrouwelijke nog-geen-
raad-weten met groote taken en eischen. Al
de vrouwelijke zwakheden, bekrompenhe
den, verkeerde begrippen ,die ik, de wereld,
de tijd haar nog niet afgeleerd hebben, zitten
er nog in. Laten we maar eens eerst wat
verder zijn en laten de werkelijke eischen
maar eerst rustig stijgen, opdat er ernst in
dit kakelende kippenvolkje kome en de be
grippen ordelijk gerangschikt worden
dan zullen we nog eens weer praten over
mannelijk en vrouwelijk.
„"Waarom geeft U me geen antwoord,
Vader?"
Hemel, alsof dat niet vrouwelijk was! Deze
bitse, gekrenkte toon! Hij legde de sigaar w°g.
„Matz," zei hij ernstig, „je praat over jc
zusters. Op het oogenblik vind ik jou echter
interessanter dan haar allemaal samen. Ik
dacht er juist over na, hoe mannelijk je wel
geworden zou zijn, als ik je het koken had
laten leeren."
„Mannelijk
„Ja, dan zou je van een jongen niet te on
derscheiden geweest zijn, zoo slecht zou je
het gedaan hebben, en zulk een sterk, groot
verlangen zou je hebben gehad naar de boe
ken. Nu dat is mij indertijd niet duidelijk
geweest. Ik kan ook niet zeggen, wat ik dan
gedaan zou hebben. Het leven laat zich nu
eenmaal niet in bepaalde vormen gieten."
„Ik begrijp U niet, Vader," zei Maria, dis
het spoor bijster werd. „Dikwijls komt het
mii voor, dat Uw denken heelemaal niet zoo
ver staat van dat van de strijders voor du
rechten der vrouw
„Ik strijd meer voor de rechten der vrouw
dan jullie allemaal," hernam hij met diepe
stem, „Ik zou voor jullie graag het recht
verkrijgen, dat je ook je mooie vrouwelijke
hoedanigheden meeneemt en niet alleen de
leelijke, als jullie je eens op een ander ter
rein begeeft dan je zusters en nichtjes. Een
beetje meer mooie vrouwelijke goedheid,
mijn kind, en een goeden kijk op het werko-
lijÜce leven wilde ik, dat je bezat, in plaat#
van -deze wijsneuzige schoolmeisjesmanieren."
„Vadert U is zeker beleedigd?" qprak
geraakt
Wordt vervolgd'