lüdustrie- en Huishoudschool
KOOKCURSUS voor IAHES
KOOKCURSUS voor SIEtiSTBOOEN
LlMilSOI EOÜWER Co,
So-Easy STEE
W. F. A. Groenhuizen,
Van ion Eek cp den Tak,
ADVERTENTIËN.
KSF UI !«W HII DEN
Aanmelding bij de Directrice fiet Bestuur
KORTE GRACHT 22,
Een vrijstaand Heerenhnis
Antiek. - Antiek.
TE KOOP
verschillende sccrlen antieke meubelen,
C. W. HOL, Meubelmaker.
Westsingel I, tegenover FleHite.
Instrnmentmaker, - Langestraat 42.
Gedistilleerd water levert
K.V, Bicchemische Fabriek
„PRAHA"
Orachen Quelle.
F. W. v. d. Wilde,
S3 ra
0HET H
AfVIERSFQORTSCH
g= DAGBLAD =g
sraarasiraHraraHraHraKira
r
itfeze minister nog vasthoudt aan het verkeer
de finoncieele plan.
Zeer scherp toegezien moet worden, dat be
hoorlijke ambtenaren worden uitgezonden,
tiet doel hem evenwel leed, dat de heer
Klecrekooper juist den heer Da Costa eeuigs-
cins in belachelijk daglicht heeft gesteld; deze
fc juist de beste ambtenaar, dien de redenaar
bij zijn verblijf in Suriname heelt leeren ken-
toien.
De heer Van Vunren (R.-K.) klaagt er
tover, dat de minister zoo weinig licht geeft
omtrent zijn plannen en meen in gen.
Hij zal afwachten, wat -de minister nu gaat
doen, maar dringt wel aan op spoed ten aan-
rien van sommige zaken, zooals de verande
ring van het fcegroctingsrccht-, zooals dit in
het Regelings-reglement is geregeld.
Sterk dringt hij aan op een nogmaals ern
stig ebestndeering van het Suriname-rap-
port
De heer Van Vollenhoven (V.-L.)
bespreekt het gebeurde met het contract van
de United Fruit Company. Hij meent nog
steeds, dat er destijds geen sprake kon ziin
geweest om het contract op -denzcllde voet
voort te zetten.
Wat geen uitstel kan velen is het nemen
van maatregelen om den landbouw uit zijn
verval op te heffen. Er is goede grond en
de rivieren zijn zeer goed geschikt voor het
verkeer. Wel is waar zijn er planten ziekten,
maar die vindt men ook elders.
Er is in Suriname gebrek nnn kapitaal en
aan organisatie. Dat moet anders worden,
zooals het ook in de Oost anders is ge
worden. In de West staan de plantages allen
op eieh zelf.
Het doet hem leed, dat het voorstel van
tie Crodietfnonk-oprichting is verworpen. De
Surinaarische Bank zou niet ccider de con
currentie hebben geleden.
In weerwil van alle ellende heeft Suri
name, meent hij, tot dusverre nog geboft. De
verschillende kt radibou worodu ctii e n maken
een tamelijk goede markt. Maar het hangt
van de Regeerïng of, of er een blijvende op
leving zal zij>n.
De heer B o s (V. Dmeent, dat hef lachen
om Suriname helaas niet anders kan zijn dan
het lachen van den boor, ddc kiespijn heeft.
Er wo-rd* steeds geld uitgegeven en het
bi-kt altijd weer vergeefs.
IJ;i constateert, dat no? steeds den inhoud
van het rany>ort der Sirriaame-coTnirassie al
gemeen juist wordt peaeht, al is niet ieder
hel eens met de voorstellen, die daarin vror-
den gedaan.
Dat Suriname zelf riet ingenomen was met
fcri rapport spruit daaruit voort, dnt het
ook de fouten noemt van de kolonie zelve en
dat nu wil zij riet gaarne hoorcn, hetgeen
volkomen m°nsoheliik is.
Het onderling verdoelen enz. vindt men in
«lke kleine gemeonschap. die geïsoleerd is.
Men zou daaraan kunnen tegemoet komen
floor ho ofkk*.mbtenaren van hieruit te zenden,
maar dan kom? weer bnf. bezwaar, dot de
zonen van h°t land zelf zmh verongelukt
ochten. Het beste zou hij daarom vinden,
dat meer Surmaamsche jongelieden in de ge-
lege-p-^oid stMt hier te studeeren, opdat zij
geschikt wor^n om daar te lande op te tre
den in betrekkingen.
Hij verdedigt het bekende besluit tot liqui
datie van de bacoven rul tuur.
De plannern die er nu zijn, zullen hetzelfde
verzet ondervinden, als de onriohfing van de
Cnodiotbank ondervonden. Nu zal de Wcst-
Indisrlie Mail wel bang ziin voor curcurren-
lie. De Bogcering store zich daaraan niet.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins-
dag 11 uur.
Cnder weg9
door
ANNIE SALOMONS.
En de Rijnboot voer verder, langzaam te-
veerende van de eene zijde van de rivier naar
de andere, telkens stoppend om reizigers uit te
laten en nieuwe op te nemen, die in hun steeds-
geliik-blijvestde houding van feestende vacan-
tïeg.ongers geen verandering vnn aspect brech-
len. Terwijl de eerste ansichtskaarten gevent
rerdan en men overal zi»n Frühsriiopnen bestel
de, waren we Rüdeshc'm en den Mauseturm
langs gevarenbij Assrnonnshausen kwam een
groot gezelschap Amerikanen aan boord, d e
toegewijd elkaar de geschiedenis der verschil
lende burchten irt hun roode boek'es voorla
zen, en ijverig allerlei noteerden, als gold het
een co lege-uur; en toen we de Loreteyfel-
sen voorbij kwamen, zaten we in de kohrit. ver-
d.ept in de geneuchten van den tradit:oneelen
„Rhe'nsalm" en de „Rehbraten" met compote.
De Amerikanen stormden naar boven, maar de
Duitschcrs zongen welgemoed, met vollen mond
hun bedje achter hun borden, en hielden zich
aan den leefregel van groote mannen, dat een
tnensch maar één ding tegeli'k moet doen.
Na 't diner in de week-verteederde stem
ming, die een goed-gevulde maag en een leeg-
verveeld hoofd plegen op te roepen werd de
verhoud;ng van de vele jonge peren van een
hongerige innigheidde man in het witte pak
en het meisje met de binocle, die 's ochtends, od
hun sierlijke schoenen, herhaoldn:::k langs het
dek hadden geparadeerd, b'eten zich nu neer op
rn bankje en leunden doezelig tegen elkaareen
oudachtig man, met een demi-mondaine en-de
cadence gepaard, d:e telkens als hg zich even
rerwi'derde, met zielige toewijding haar vlekkig
gezicht in een hendspiegellje gekeurd en nreuw
gepoederd had. Het zich geduldig door haar
langs de wang aaien en h'elp heer, met botte
bereidwilligheid, aan 't strikken van haar sluier
en 't dichttrekken van de te nauwe glacétjes
over haar vleezige, hulpeloos-coquetteerende
honden.
Maar 't tweetal oo-de-h'Twelifksreis, dat eerst
plichtmatig naar alle burchten had opgezien, ei
met de armen om elkaar's hals, elkaar op elk
eilendte en elk kromminkje van de rivier had
opmerkzaam gemaakt, zat nu, zal:g-onverschil-
fig over hun omgeving, bij de machinekamer ge
kropen, waar olie- en eetlucht zich mengden, en
regelmatig gestomp van de raderen doofma-
kend in hun ooren klopte. Ze stoeiden en lach
ten maar samenhij hield haar polsen vast, en
rij rukte hem achteroverhij dreigde haar haar
!n de war te maken, en zij ontnam hem zijn glas
nis hij wilde drinken. Maar soms keken ze el
kaar even ernstig aan, dan sloeg er een gloed
over hun gezicht, en gr-rw begon 't lachspelletje
Opnieuw, alsof ze banj waren voor de machtig
heid van hun geluk.
Bij het „Kaiser Wilhelm Denkmal" op den
hoek van Coblenz, begon de leider der Ameri
kanen eene lange uitlegging over grootte en
bouwstoffen te geven, maar hij werd overstemd
door het „Deutschland, Deutschland, über alles"
van eenige vaderlanders, die al aan hun tweeden
bowl waren. Zelfs het Hollandsche echtpaar, dat
van 't oogenblik van afvaart af, zich in een no-
tit:eboekje had verdiept en gekibbeld over fooien
nan kellners en bagagedragers, keek nu even
op, en bewonderde Kaiser Wilhelm met 'n eer
biedig „Heerejee". En als wilden ze de wroe
ging over te veel-geld-uitgeven voor „der kur-
zen-Stunde Lust" met energie van zich afzetten,
begonnen ze plotseling fanatiek te zwaaien, te
gen de wuivende schare aan den wal, door de
overige bootbewoners in langzamer tempo be
geleid daar deze, van 's morgens èlf uur af, de
beleefdheid tegenover elke volgepakte boot, te
gen elke steiger, tegen elke werrie, en elk ka
mermeisje voor het bovenvenster van een hotel
in acht genomen hadden en dus, al tamelijk
veel van hun armspieren hadden geëischt.
Rusteloos-rondwarende bedienden boden kof
fie, ijs en vruchten aan, verloren zelfs niet den
moed bij 't steeds-weer vergeefs voorhouden van
boekjes over den Rijn. Een Fami'iënbad aan
den oever van de rivier, weer vader, moeder en
kinderen, in vreedzame eendrachtigheid, door
het water liepen of in het zand legen, of met
een reusachtig badlaken stonden te zwaaien,
wekte gichelige belangstelling. Maar de Ame
rikanen, met de klare onbewogenheid van hun
inteilectueele, wilskrachtige gezichten, noteer
den alleen iets in hun boekjes.
Bij Remagen moesten ze er of, en 't gaf een
blij-oanvaarde afleiding; veel kiene bagage
werd bij eikaar gezochtde leider dreef de scha
re magere dames op, als een ossendrijver zijn
weeispannige kudde, en de lucht was vervuld
van schrille, snel-gekauwae klanken, terwijl de
menschen, die op de boot bleven, met hoogmoe
dig leedvermaak over de verschansing toekeken,
hoe wonderlijk-geagiteerd men zich op reis ge
draagt, als men van den eenen toestand in den
anderen overgaat.
Toen de schroef weer langzaam en bedacht
zaam zijn wenteling had hernomen en we naar
het ipidden van de rivier waren afgezakt, was
het aanzien van het bovendek veranderdde
verlaten tafeltjes en banken stonden slordig dooi
elkaar, en de nicuw-aangekomenen hadden hun
p'aatsje nog niet gevonden. Met de geanïmeerd-
heid, aan elk, die pas op een boot komt, eigen,
liepen ze heen en weer, alles onderzoekend,
zich in alle richtingen voorthaastend, alsof ze
vreesden, dat de vaart voorbij zou zijn, vócr ze
den tijd hadden gevonden, alle geneuchten ge
heel in zich op te nemen. De onnoozelen, d e
niet doorgrondden, dat een bootveart altijd lan
ger is den men zou begeeren, en dat vooral een
tocht langs de liefelijke oevers van den Rijn
aandoet, els een slecht gecomponeerd tooneel-
stuk, waarbij alle s"tuet:cs eindeloos in de lengte
worden gerekt. „Disch het toch in Godsnaam
wat meer geserreerd opis voortdurend onze
bede. Maar de boot laveert verder met predeu-
se langzaamhe:d, en houdt ons ieder kerkje,
ieder huisje, iedere boom een kwartier lang on
der den neus, alsof het louter preciosa waren l
Aan een tafeltje bij den kop van de boot had
zich een dame neergezet, met den rug naar de
woelige menigte. Ze droeg een donker-blauw
mantelpak van opmerkelijk-mooie snit, een don
keren hoed met witte aigrette, en in haar heele
verschijning was iets van aristocratische terug
getrokkenheid, d'e opviel en bekoorde naast de
goedkoope fleurigheid van het weinig kieskeu
rige Rijnlander-dom om heer heen.
Ze zat met het hoofd op de hand geleund, en
staarde stil voor zich uit, tot een jonge man, in
wit-flanellen pak, slank, fijn-gebouwd en lenig,
zich tegenover haar zette, en met zachte stem
tegen haar begon te spreken. Cp het eerste ge
richt leek hij haar zoon, zoo veerkrachtig en
sterk was zi;n mooie gestalte naast haar moede
gebogen-zitten maar terwijl hij sprak, had
haar rug zich gerecht, en een uitdrukking van
schuchtere bliihe;d paf iets jo^gs aan hear fijn,
eenvoud:g gericht. En toen de zon over zijn
hoofd viel» bleken de moo'e trekken toch wel
wat moe en verscherpt, teeker.den zich fijne
strepen af onder de greote, glanzende oogen
werd zijn mond toch wel te smal getrokken, om
zoo heel iong te kunnen 7;;n.
Neen, deze twee weren riet moeder en zoon.
De smeekpr.de toewijd:ng van haer blik, en de
eerb:edige zachtheid, waarmee hij haar hielo
haar mantel uit te trekken, spraken van een
andere, burger verhouding, maar de weemoed
in zijn oogen en het treurige handgebaar, waar
mee ze zi n troosterde woorden afweerde, ge
tuigden, dat deze lierde hun niet tot geluk, maar
tot tragische scheiding voeren ping.
In de dunne, witte blouse met de frne kanten
leek 7e ijler en brozer, en minder jong nog,
haar hals was lang en gebogen, met een zwaar
moedige gratie, zooals vrouwen van een zeer
oud en uitgeput geslacht wel ten toon spreiden.
Er was niets ean haar, det d°ed denken aan da
vervoeringen der liefdewie heer aanzag, kreeg
den indruk van edele, vergeestelijkte mensche-
lijkheider hing een geur van lavendel om haar
heen, haar tint deed denken aan schemerige
kasteel-zalen of ouderwetsche bloemen in een
kloostertuin, en toch waren de don'ere,
vlammende oogen van den man tegenover haar,
op haar gericht met een zoo zware dankbaar
heid, alsof ze de schrijn van zijn liefste herin
neringen was.
Hij hrd wün besteld, en toen ze samen klon
ken, was er de vertwiife1rng in haar oogen, van
wie niet weet, hoe ze het dragen moet. Hij leek
zacht tegen haar te pleiten, dat ze sterk moest
zijn, dat ze niet zoo aan haar wanhoop moest
toegeven, en terwijl hij sprak, voelde ik, dat voor
hèm het leed juist hevig genoeg wes, om hem
de heerlijkheid van een grooten weemoed en
een teedere eerbied te geven, maar dot voor
haar deze scheiding „das Ende allen Sehnens
beteekende. Hij ging het leven weer in, met 'n
lieve, innige herinnering, en met het verlangen
naar nieuw avontuur, dat hem weer zalig-geluk-
kig en weer zabg-weemoed'g zou m*»kenmaar
zij, die zich ut den schemer van haar vreme
teruggetrokkeiiheid in de barre zon van levens
lust had laten sleepen, zij wist n:et moer,
waar ze zich bergen zou, nu ze van hnar vroe
gere levensland was vervreemd, en in het nieu
we zonder hem geen rust zou vinden.
Hulpeloos keken haar stille oogen naar hem
toeen ik begreep, hoe hii, die een Lebemann
was, die alles wat uitbundig-bekoorlijk en stra-
lend-verleidelijk aan een vrouw zijn kan, door
en door kende, rich voor korten tüd aangetrok
ken had gevoeld tot haar verwelkte gratie, en
de heiligheid van haar strak geplooiden mond»
Het moest voor hem 'n nieuwe emotie *iin ge
weest, haar gade te slaan in haar loome, toe
gewijde gebaren, die op oude prenten geleken,
en te luisteren naar haar stem, die de eentonig
heid ven lang-vastgehouden gedachten had. In
haar armen, die moederliike bescherming be
loofden, had hij rust gezocht voor de opgehitste
spanning van menig jolig avontuurEn nu,
nu het jonger en frisscher leven hem al weer
bijna in beslag nam, had hij niet in gedach
ten een blond, blank me:sjespoppetre, dat bij de
ans'chten rond drentelde, met den blik ge
taxeerd, nu had hij toch behoefte, haar, die
van hem ging, te verzekeren, dat hij dankbaar
was, dat hij niet gauw vergeten zou
„Maar je zult vergeten", zei ze, even bitter
en dadelijk schaamde ze zich over haar wrevel.
„Mals non, maïs non", weerde hij af, „nous
nous reverrons." En als alle'ding zocht h j een
tweemarkstuk, en legde het op tafel om den wijn
te betalen."
„Schrijf je morgen dedelijk je adres, en hoe
je alles gevonden hebt", drong ze aan.
„Ja", zei hij, en de verwachting naar het
nieuwe leven was tintelend in z'n oogen, „ik
ben benieuwd, wie ik er nog vind van m'n oude
vrienden."
Ze wilde namen vragen, zich nog eens ver
diepen in z'n leven, maar 'n moedeloosheid
zakte over haar neerze kon 'm toch niet hou
den.
„Schrijf gauw", drong ze alleen nog eens.
„Ja, morgen of overmorgen, of Woensdagik
moet toch eerst zeker zijn van 'n adres."
Morgen, overmorgen, Woensdag, het
wond zich als een ketting af in haar hoofd. Hoe
toomeloos zou vanavond al haar verlangen naar
hem zijn, en don weer een dag, en weer een dag,
e'ndcloos, eindeloos, nog een leven lang
De boot was Rolandseck en Honnef langs ge
dreven de Drachenfels hed alle binocles in be
weging gebrachtmaar bij Königswinter begon
de pijp plotseling roet tc strooien, en uitgelaten
vlogen de lichtgelcleede Du'tschers naar 't mid
dendek, de handen bezorgd over htm glazen uit-
gebre'd. Zij merkte 't nauwelijks, maar met 'n
ongeduldig „Fi done" knipte hij de zwarte stip
jes van z'"'n smettelooze kleeren, en stond haas
tig op. Even nog talmend, nam ze zorgzaam
het tweemarkstuk van tafel en ging achter hem
aan.
Ik hing over de voorplecht, en dacht er over
na, hoeveel schatten van leed en vreugd overal
om ons he an tusschen onze medemenschen wor
den urtgewisse!d.
„Godesberg", brulde de man, die de kaarten
innam, en er was gedrang bij de loopplank. Daar
zag ik den jongeman in het witte pak vlug en
lenrg tusschen de anderen doorgaan, een kerel,
die zijn koffer droeg, echter hem aan. Ik zag
hem omkijken, en groeten naar het dek, met een
diepen zwaai van zijn panama, en in zijn fijn,
matwit gezicht waren zijn oogen als donkere
vlammen.
Er werd gelost en geladen, met kisten gesme
ten er ontstond een woordenwisseling met
iemand, die een verkeerd biljet had, en slap van
aandacht, na het urenlang boot gesuis, verloor
ik m'n vreemdeling een o ogenblik uit het oog.
Pas toen de boot weer los was van den wal,
hief ik m'n oogen op van het gekrioel bij de
controle op de balcontrap van een Wirtshaus,
hoog en t-lleen, stond hij, met z'n hoed in de
hand. De wind had z'n zwaar haar losgewoeld,
zijn oogen zagen strak naar één punt op de
boot, en van tijd tot tijd boog hij en wuifde,
ridderlijk en vol eerbied. Ik voelde een voldoe
ning. dat hii zijn droom tenminste zoo schoon
uitgeleide deed.
Ik wandelde terug naar hun tafeltje, en wacht
te, dat zij daar weer komen zoumaar 'n wel
gedaan gezin met een attentle-eischend kind had
hun plaats ingekomen, en ik vond haar nergens
op het bovendek.
Toen we Bonn naderden, ging ik naar beneden.
Ik scharrelde m'n bagage bij elkaar, zocht een
drager, en opeens, onverwachts, ontdekte ik
haar, de lange, aristocratische vrouwenfiguur,
neergavallen op 'n bank tusschen burgermen-
schen, met een courant voor zich uitgebre'd om
haar gezicht te verbergen, de dunne handen tot
vuisten geklemd om het papier.
Ik hoorde het geroes van de boot, vol banale
feestelijkheid en ik dacht aan de d'epe, donkere
oogen, die haar hadden verlaten. Haar rug, in
den onfcerispelijk-sluitenden mantel, was nu ge
bogen als van een oude vrouw.
(Weekpraalje)
Top Zeg, Top, wet scheelt jouwat zet jij
een bedenkelijk gezicht?
T i p. Zou ik niet? Is hommeles thuis, jongen
mijn vrouw heeft weer ruz'e gehad met de me d,
en d:e moest op stip en sprong de deur uit. Dus
je begrijpt..—
Top. Dat het huis niet lekker isstorm en
onweer zeker?
Tip. Laten we er over zwiigen. Ik hoop van
avond mjjn wederhelft weer in een goede stem
ming te brengen door haar iets voor te lezen
uit het Dienstboden contract op rijm, dat ik
zooeven in een boekwinkel gehaald heb. Net
kost voor haar mondje, dacht ik-
T o p. Ah, ik heb er ven gelezenin den trant
van den schoolmeester, hè? Als dat maar geen
olie in het vuur is, jongen'
Tip. Cp de golven, de bekende golven van
haar ziedenden toorn, hoop Lu.ster even:
„Een meid is tegenwoord t iemand.
Die bang is voor nemand
Aan Mevrouw heeft ze lak
En meneer noemt ze 'n bullebak.
Waar k'nderen zijn, wil ze l'efst niet wezen
Dat is haar te druk, ze heeft geen tijd om te
lezen.
Sommigen hebben als bagage htm piano en
fiets.
Anderen komen binnen, zonder koffer of iets,
Hetgeen voor haar eischcn al we'Tvig zegt,
Want beide soorten zijn gewoon even slecht.
Van huis uit heeft een meid altijd weelderig
eten,
Oesters, haas en kin heeft ze tegen gegeten.
Toch zou je epn meid als ze wordt geboren,.
Meest rangschikken onder de omnivoren.
M'utr als ze den dienst mettert d soms verlaat
Vertelt ze dat *t „een kale boel" was, aan ieder
op straat.
Of wel „Meneer laat je geen oogenblik met
vrede"
En vervolgt je altijd met verliefderighed°n.
Al is zoon mirakel ook mottig en scheel.
Dat lot, zegt ze, viel haar overal reeds ten
deeL
Zij zelf behoort tot 't ideaal der idealen.
Hoewel je zou wenschen, dat de duivel haar
kwam haler*-
Top. Tip, je speelt gevaarlijk spel, maar jij
moet het weten. Laat je vrouw maar geen on
geluk krijgen van al die emoties.
Tip. Ik weet hoe ik haar behandelen moet
Top. Dat geloof ikanders zou ik zeggen,
lees het pas verschenen boek eens van Walter
Gallichon te Londen„Hedendaogsche Vrouwen
en hoe men haar behandelen moet".
T i p. Wat is dat voor werk
Top. De schrijver zegt daarin, dat het met
den „heer der schepping", als hoedanig de man
altijd beschreven wordt, volstrekt niets gedaan
ishij is veeleer van meening, dat de man
tegenwoordig niet meer is dan een werktuig in
handen der vrouw.
T i p. Hm, zoo Maarrezegt hij ook, wat
daartegen te doen is?
Top. Hij geeft allerlei raad. Heeft een man
een zenuwacht:ge vrouw, dan moet hij haar
trachten op te wekken tot werken in den tuin,
tot lichten tuinarbeid. Dat moet bijzonder heil
zaam wezen.
T i p. Ik kan het denken zij kan dan ook geen
ruzSe in de keuken krijgen.
Top. En dan dient de man, volgens Galli- 1
chan, er onvoorwaardelijk aan vast te houden,
dat zijn vrouw iederen dag een koud of lauw
bad neemt en bij iedere weersgesteldheid licha-
meïijken arbe'd verricht in de onen lucht.
T p. Die geleerde schrijver heeft goed praten,
hij is zeker niet getrouwd, of hij heeft een vrouw
zoo zacht als een lammetje. Is dat alles, wat er
in dat boek staat?
Top. Nee, nee, er staat ook een heeleboel 1
in over de „geestelijke behandeling", b.v.de
man moet de vrouw te verstaan geven, dat hij
haar volkomen waardeert en (als hij getrouwd
isl els argument altijd aanvoeren, dat hij onder
alle vrouwen juist haar als de voortreffelijkste
heeft uitverkoren.
T i p. Die Schriiver schijnt de dames te ken
nen, Top, maar hij moet ze niet allen over één
kam scheren.
Top. Dat doet hii ook niet. Is een vrouw niet
toegankelijk voor zulke argumenten, dan zegt
hij dan.... moet hij £>f dat dulden, èf haar
uit zijn leven uitschakelen.
T i p. Jawel, jawel, jówel....
Top. En tegen wisnelturigheid en grillen be
veelt Galli chan als onfeilbaar middel aan „koel
heid, vcrwaarlooz'ng of opwekking van ijver
zucht", en als de jonge vrouw haar man negeert,
moet hij haar „een poosje laten schieten, haar
niet naderen met smeekende gebaren, doch naar
rijn sociëteit gaan of de een of andere bevriende
dame meenemen naar den schouwburg."
T i p. TutetutetutetuWat kb'nkt dat aTles heel
eenvoudig, maar Toppie, in sommige omstan
digheden zou, vrees ik, de toepassing van dien
raad weieens precips andere gevolgen kunnen
hebben, d^n verwacht werd. Wet denk jij?
Top. Ik denk niks. Tip. Mijn vrouwtje en
ik kunnen het best samen vinden.
T i p. Nou, ik heb oog geen klagendaar zijn
er anders die heel wat mans zijn. „Mans" ook
in letterleken zinze willen in alles den man
nadoen. Heb je gelezen, dot de vrouwen in de
kleine Hessische stad Vilbel een brandweer heb
ben opgericht?
Top. Nee, kan dat daar, ontmoette dat geen
bezwaar
Tip. 't Schijnt van niet. het denkbeeld is ten
minste al verwezenlijkt, 't Zat zóóde vrouwtjes
wilden gaarne toonen, dat zij, wat „persoonlijken
moed" betreft, niet bij het „sterke geslacht" be
hoeven achter te staan. Op een uniform waren
de meesten gesteld en 't liefst vilden zij daarom
ook soldaat worden. Maar dat ging nietdat
hadden de mannen te beslissen.
Top. En toen kozen zij de brandweerP Nou,
ik geloof niet, dat zij daarbij te kort zullen
schieten in de dikwijls geroemde pllchtsbetrach-
t'ng en promptheid. In ieder geval kan men die
Vilbelsche vrouwen in dat opricht als baanbreek-
ster beschouwen, want zeker zal nu in de toe
komst op vele plaatsen een vrouwenbrandweer
gevormd worden.
T i p. Dat zie ik er ook van komen. Toch heb
ik een bedenkingAls nu eens de buitensporig
heden van de Engelsche vrouwenbeweging ook
de Hesrische dameswereld aansteken en een suf
fragette-daad het ingrijpen der brandweer nood
zakelijk maakt? Zullen dan de Vilbelsche brand
weervrouwen ook voldoende harteloos en moe
dig zijn, om op haar eigen zusters de koude
straal te richten?
Top. Afwachten, Tip» maak je niet ongerust 1
Apropos, je hebt daar ons gesprek op de vrou
wenbeweging rebracht. Daar doen ze in Japan,
in 't land der Opgaande Zon, nog niet veel can.
T i p. Nee, dat is bekendsuffragettes zijn
daar schaarsch, maar daar v.ordt toch wel iets
gedaan voor de vrouw, is 't niet?
Top. Dat wou ik juist zeggen. Ik las, dat een
Fransch reiziger naam is me or.tgaan een
bezoek heeft gebracht aan de Jopansche uni
versiteit voor vrouwen, die in 190) geopend is.
Hij sprak met den stichter en le:der, een uit
nemend opvoeder, d'e al 20 teren ijvert voor een
hervorming van het onderwi's aan vrouwen. D e
man verklaarde„Wij willen bij onze ioneo
meisjes het gevoel van verantwoordelijkheid
wekken. Zij mogen niet langer de dienaressen
van den man zijn, zonder een persoonlükhe'd.'
T i p. Als hij van die Japa-ische meisjes nu
m°ar geen blauwkousen maakt.
Top. Daar is, geloof ik, geen gevaar voor.
De meeste meisjes-studenten bestudeeren de
schoonste kunst der vrouwen, het besturen van
een hu'shoud'ng", enkelen studeeren voor lee-
rares. Al'en He eden zich nog als heur moeders
en grootmoeders.
1 i p. 't Zou ook jammer zijn, a's die bekoor
lijke Oostersche dracht verloren ging. Daar kun
nen onze moderne dames, in de Oude en de
Nieuwe Wereld, hoe ch:gue ze ook zijn, nog een
puntje aan zuigen. Zeg, ik las dn^r- da' m?n
in vele groote steden van de Vereen:gde Staten,
vooral te Chicago en te Philadelphia, aan de
dames het dragen van veeren op hoeden wil be
letten.
Top. Dat heeft miin instemming, want die
veerenmode leidt maar tot uitroeiing van de
siervogels.
ar schijnt i pD
•T i p. Daar schijnt men nu in Amerika minder
het oog op te hebben. Men wil daar door een
wet het dragen van groote veeren op de hoeden
verbieden, omdat daardoor in tram -en spoon*
wegcoupé san de medereteigers overlast wordt
gedaan. Het Amerikaansche publiek klaagt te
genwoordig steen en been, dat het verblijf in
de tuinen vnn de ondergrondsche spoorwegen
door de iutsteker.de veeren „zeer gevaarlijk" is.
Top. Ferst de hoedepennen, nu de honden
voeren t Ik beklaag onze l:eve schoonen. Tip.
Tip. En ik mijn eigen arm vrouwtje. Top,
d:e zonder dienstbode sukkelt. Bonjour, ik moet
naar huis.
Top. Bonjour, vrind, het beste 1
KEUVELAAB-
belasten zich met
aan. en verkoop van
Effecten, Wissels en
Coupons,
Sluiten prolongatie
Safe-Inrichting.
TE Knnp
t« bevragen bij E. J. RUITENBERG, Makelaar,
Weverssingel 11 te Auierloort. 51
als Kasten, Tafels. Stoelen, Spiegels, Glazenkasten, enz. bal
Tevens het beste adres voor het vervaaidigen
van alle soorten im-iibeleu, zoowel modern
als in antieken vorm.
Leugen, Leesglazrn,
Barometers, Koorts.
Thermomct' r>, enz.
Verband- Bn Z'ekenverplegings-
artikelen. Al!e soorten Scharen,
Messen en bpetioorende zaken b[j
Gedacbt°n voor nlet-adverteerende
Handelaars en winkeliers.
Een zakenman, die niet adverteert
omdat zijn grootvader het ook niet deed,
moet een kniebroek aantrekken en een
pruik opzetten.
Een zakenman, die niet adverteert
omdat het geld kost, moet ophouden
salaris uit te betalenwant ook dat kost
geld.
Een zakenman, die niet adverteert
omdat hij het al eens beproefd heeft
doch weinig succes heeft gehadmoet
zijn sigaar weggooien als hij is uitgegaan.
Een zakenman, die niet adverteert
omdat hij er geen slag van heeft om een
aankondiging goed op te stellen, moet
niet meer eten, als hij niet koken kan.
Achter Luiaard 44 Amersfoort.
(N.ttuuilijk tafelw.iter).
Per ff. I 0.17, per */t il- fO.13.
StoOT<-.lrn»t. Tolrloon 2».
DE EEIU LANDER
S3 ra
gq IS's AVONDS CM 6 UUR pj
KI VERKRIJGBAAR AAN H
PE STATIONSKIOSK g
B H