lüdustrie- en Huishoudschool KOOKCURSUS voor IAHES KOOKCURSUS voor SIEtiSTBOOEN LlMilSOI EOÜWER Co, So-Easy STEE W. F. A. Groenhuizen, Van ion Eek cp den Tak, ADVERTENTIËN. KSF UI !«W HII DEN Aanmelding bij de Directrice fiet Bestuur KORTE GRACHT 22, Een vrijstaand Heerenhnis Antiek. - Antiek. TE KOOP verschillende sccrlen antieke meubelen, C. W. HOL, Meubelmaker. Westsingel I, tegenover FleHite. Instrnmentmaker, - Langestraat 42. Gedistilleerd water levert K.V, Bicchemische Fabriek „PRAHA" Orachen Quelle. F. W. v. d. Wilde, S3 ra 0HET H AfVIERSFQORTSCH g= DAGBLAD =g sraarasiraHraraHraHraKira r itfeze minister nog vasthoudt aan het verkeer de finoncieele plan. Zeer scherp toegezien moet worden, dat be hoorlijke ambtenaren worden uitgezonden, tiet doel hem evenwel leed, dat de heer Klecrekooper juist den heer Da Costa eeuigs- cins in belachelijk daglicht heeft gesteld; deze fc juist de beste ambtenaar, dien de redenaar bij zijn verblijf in Suriname heelt leeren ken- toien. De heer Van Vunren (R.-K.) klaagt er tover, dat de minister zoo weinig licht geeft omtrent zijn plannen en meen in gen. Hij zal afwachten, wat -de minister nu gaat doen, maar dringt wel aan op spoed ten aan- rien van sommige zaken, zooals de verande ring van het fcegroctingsrccht-, zooals dit in het Regelings-reglement is geregeld. Sterk dringt hij aan op een nogmaals ern stig ebestndeering van het Suriname-rap- port De heer Van Vollenhoven (V.-L.) bespreekt het gebeurde met het contract van de United Fruit Company. Hij meent nog steeds, dat er destijds geen sprake kon ziin geweest om het contract op -denzcllde voet voort te zetten. Wat geen uitstel kan velen is het nemen van maatregelen om den landbouw uit zijn verval op te heffen. Er is goede grond en de rivieren zijn zeer goed geschikt voor het verkeer. Wel is waar zijn er planten ziekten, maar die vindt men ook elders. Er is in Suriname gebrek nnn kapitaal en aan organisatie. Dat moet anders worden, zooals het ook in de Oost anders is ge worden. In de West staan de plantages allen op eieh zelf. Het doet hem leed, dat het voorstel van tie Crodietfnonk-oprichting is verworpen. De Surinaarische Bank zou niet ccider de con currentie hebben geleden. In weerwil van alle ellende heeft Suri name, meent hij, tot dusverre nog geboft. De verschillende kt radibou worodu ctii e n maken een tamelijk goede markt. Maar het hangt van de Regeerïng of, of er een blijvende op leving zal zij>n. De heer B o s (V. Dmeent, dat hef lachen om Suriname helaas niet anders kan zijn dan het lachen van den boor, ddc kiespijn heeft. Er wo-rd* steeds geld uitgegeven en het bi-kt altijd weer vergeefs. IJ;i constateert, dat no? steeds den inhoud van het rany>ort der Sirriaame-coTnirassie al gemeen juist wordt peaeht, al is niet ieder hel eens met de voorstellen, die daarin vror- den gedaan. Dat Suriname zelf riet ingenomen was met fcri rapport spruit daaruit voort, dnt het ook de fouten noemt van de kolonie zelve en dat nu wil zij riet gaarne hoorcn, hetgeen volkomen m°nsoheliik is. Het onderling verdoelen enz. vindt men in «lke kleine gemeonschap. die geïsoleerd is. Men zou daaraan kunnen tegemoet komen floor ho ofkk*.mbtenaren van hieruit te zenden, maar dan kom? weer bnf. bezwaar, dot de zonen van h°t land zelf zmh verongelukt ochten. Het beste zou hij daarom vinden, dat meer Surmaamsche jongelieden in de ge- lege-p-^oid stMt hier te studeeren, opdat zij geschikt wor^n om daar te lande op te tre den in betrekkingen. Hij verdedigt het bekende besluit tot liqui datie van de bacoven rul tuur. De plannern die er nu zijn, zullen hetzelfde verzet ondervinden, als de onriohfing van de Cnodiotbank ondervonden. Nu zal de Wcst- Indisrlie Mail wel bang ziin voor curcurren- lie. De Bogcering store zich daaraan niet. De vergadering wordt verdaagd tot Dins- dag 11 uur. Cnder weg9 door ANNIE SALOMONS. En de Rijnboot voer verder, langzaam te- veerende van de eene zijde van de rivier naar de andere, telkens stoppend om reizigers uit te laten en nieuwe op te nemen, die in hun steeds- geliik-blijvestde houding van feestende vacan- tïeg.ongers geen verandering vnn aspect brech- len. Terwijl de eerste ansichtskaarten gevent rerdan en men overal zi»n Frühsriiopnen bestel de, waren we Rüdeshc'm en den Mauseturm langs gevarenbij Assrnonnshausen kwam een groot gezelschap Amerikanen aan boord, d e toegewijd elkaar de geschiedenis der verschil lende burchten irt hun roode boek'es voorla zen, en ijverig allerlei noteerden, als gold het een co lege-uur; en toen we de Loreteyfel- sen voorbij kwamen, zaten we in de kohrit. ver- d.ept in de geneuchten van den tradit:oneelen „Rhe'nsalm" en de „Rehbraten" met compote. De Amerikanen stormden naar boven, maar de Duitschcrs zongen welgemoed, met vollen mond hun bedje achter hun borden, en hielden zich aan den leefregel van groote mannen, dat een tnensch maar één ding tegeli'k moet doen. Na 't diner in de week-verteederde stem ming, die een goed-gevulde maag en een leeg- verveeld hoofd plegen op te roepen werd de verhoud;ng van de vele jonge peren van een hongerige innigheidde man in het witte pak en het meisje met de binocle, die 's ochtends, od hun sierlijke schoenen, herhaoldn:::k langs het dek hadden geparadeerd, b'eten zich nu neer op rn bankje en leunden doezelig tegen elkaareen oudachtig man, met een demi-mondaine en-de cadence gepaard, d:e telkens als hg zich even rerwi'derde, met zielige toewijding haar vlekkig gezicht in een hendspiegellje gekeurd en nreuw gepoederd had. Het zich geduldig door haar langs de wang aaien en h'elp heer, met botte bereidwilligheid, aan 't strikken van haar sluier en 't dichttrekken van de te nauwe glacétjes over haar vleezige, hulpeloos-coquetteerende honden. Maar 't tweetal oo-de-h'Twelifksreis, dat eerst plichtmatig naar alle burchten had opgezien, ei met de armen om elkaar's hals, elkaar op elk eilendte en elk kromminkje van de rivier had opmerkzaam gemaakt, zat nu, zal:g-onverschil- fig over hun omgeving, bij de machinekamer ge kropen, waar olie- en eetlucht zich mengden, en regelmatig gestomp van de raderen doofma- kend in hun ooren klopte. Ze stoeiden en lach ten maar samenhij hield haar polsen vast, en rij rukte hem achteroverhij dreigde haar haar !n de war te maken, en zij ontnam hem zijn glas nis hij wilde drinken. Maar soms keken ze el kaar even ernstig aan, dan sloeg er een gloed over hun gezicht, en gr-rw begon 't lachspelletje Opnieuw, alsof ze banj waren voor de machtig heid van hun geluk. Bij het „Kaiser Wilhelm Denkmal" op den hoek van Coblenz, begon de leider der Ameri kanen eene lange uitlegging over grootte en bouwstoffen te geven, maar hij werd overstemd door het „Deutschland, Deutschland, über alles" van eenige vaderlanders, die al aan hun tweeden bowl waren. Zelfs het Hollandsche echtpaar, dat van 't oogenblik van afvaart af, zich in een no- tit:eboekje had verdiept en gekibbeld over fooien nan kellners en bagagedragers, keek nu even op, en bewonderde Kaiser Wilhelm met 'n eer biedig „Heerejee". En als wilden ze de wroe ging over te veel-geld-uitgeven voor „der kur- zen-Stunde Lust" met energie van zich afzetten, begonnen ze plotseling fanatiek te zwaaien, te gen de wuivende schare aan den wal, door de overige bootbewoners in langzamer tempo be geleid daar deze, van 's morgens èlf uur af, de beleefdheid tegenover elke volgepakte boot, te gen elke steiger, tegen elke werrie, en elk ka mermeisje voor het bovenvenster van een hotel in acht genomen hadden en dus, al tamelijk veel van hun armspieren hadden geëischt. Rusteloos-rondwarende bedienden boden kof fie, ijs en vruchten aan, verloren zelfs niet den moed bij 't steeds-weer vergeefs voorhouden van boekjes over den Rijn. Een Fami'iënbad aan den oever van de rivier, weer vader, moeder en kinderen, in vreedzame eendrachtigheid, door het water liepen of in het zand legen, of met een reusachtig badlaken stonden te zwaaien, wekte gichelige belangstelling. Maar de Ame rikanen, met de klare onbewogenheid van hun inteilectueele, wilskrachtige gezichten, noteer den alleen iets in hun boekjes. Bij Remagen moesten ze er of, en 't gaf een blij-oanvaarde afleiding; veel kiene bagage werd bij eikaar gezochtde leider dreef de scha re magere dames op, als een ossendrijver zijn weeispannige kudde, en de lucht was vervuld van schrille, snel-gekauwae klanken, terwijl de menschen, die op de boot bleven, met hoogmoe dig leedvermaak over de verschansing toekeken, hoe wonderlijk-geagiteerd men zich op reis ge draagt, als men van den eenen toestand in den anderen overgaat. Toen de schroef weer langzaam en bedacht zaam zijn wenteling had hernomen en we naar het ipidden van de rivier waren afgezakt, was het aanzien van het bovendek veranderdde verlaten tafeltjes en banken stonden slordig dooi elkaar, en de nicuw-aangekomenen hadden hun p'aatsje nog niet gevonden. Met de geanïmeerd- heid, aan elk, die pas op een boot komt, eigen, liepen ze heen en weer, alles onderzoekend, zich in alle richtingen voorthaastend, alsof ze vreesden, dat de vaart voorbij zou zijn, vócr ze den tijd hadden gevonden, alle geneuchten ge heel in zich op te nemen. De onnoozelen, d e niet doorgrondden, dat een bootveart altijd lan ger is den men zou begeeren, en dat vooral een tocht langs de liefelijke oevers van den Rijn aandoet, els een slecht gecomponeerd tooneel- stuk, waarbij alle s"tuet:cs eindeloos in de lengte worden gerekt. „Disch het toch in Godsnaam wat meer geserreerd opis voortdurend onze bede. Maar de boot laveert verder met predeu- se langzaamhe:d, en houdt ons ieder kerkje, ieder huisje, iedere boom een kwartier lang on der den neus, alsof het louter preciosa waren l Aan een tafeltje bij den kop van de boot had zich een dame neergezet, met den rug naar de woelige menigte. Ze droeg een donker-blauw mantelpak van opmerkelijk-mooie snit, een don keren hoed met witte aigrette, en in haar heele verschijning was iets van aristocratische terug getrokkenheid, d'e opviel en bekoorde naast de goedkoope fleurigheid van het weinig kieskeu rige Rijnlander-dom om heer heen. Ze zat met het hoofd op de hand geleund, en staarde stil voor zich uit, tot een jonge man, in wit-flanellen pak, slank, fijn-gebouwd en lenig, zich tegenover haar zette, en met zachte stem tegen haar begon te spreken. Cp het eerste ge richt leek hij haar zoon, zoo veerkrachtig en sterk was zi;n mooie gestalte naast haar moede gebogen-zitten maar terwijl hij sprak, had haar rug zich gerecht, en een uitdrukking van schuchtere bliihe;d paf iets jo^gs aan hear fijn, eenvoud:g gericht. En toen de zon over zijn hoofd viel» bleken de moo'e trekken toch wel wat moe en verscherpt, teeker.den zich fijne strepen af onder de greote, glanzende oogen werd zijn mond toch wel te smal getrokken, om zoo heel iong te kunnen 7;;n. Neen, deze twee weren riet moeder en zoon. De smeekpr.de toewijd:ng van haer blik, en de eerb:edige zachtheid, waarmee hij haar hielo haar mantel uit te trekken, spraken van een andere, burger verhouding, maar de weemoed in zijn oogen en het treurige handgebaar, waar mee ze zi n troosterde woorden afweerde, ge tuigden, dat deze lierde hun niet tot geluk, maar tot tragische scheiding voeren ping. In de dunne, witte blouse met de frne kanten leek 7e ijler en brozer, en minder jong nog, haar hals was lang en gebogen, met een zwaar moedige gratie, zooals vrouwen van een zeer oud en uitgeput geslacht wel ten toon spreiden. Er was niets ean haar, det d°ed denken aan da vervoeringen der liefdewie heer aanzag, kreeg den indruk van edele, vergeestelijkte mensche- lijkheider hing een geur van lavendel om haar heen, haar tint deed denken aan schemerige kasteel-zalen of ouderwetsche bloemen in een kloostertuin, en toch waren de don'ere, vlammende oogen van den man tegenover haar, op haar gericht met een zoo zware dankbaar heid, alsof ze de schrijn van zijn liefste herin neringen was. Hij hrd wün besteld, en toen ze samen klon ken, was er de vertwiife1rng in haar oogen, van wie niet weet, hoe ze het dragen moet. Hij leek zacht tegen haar te pleiten, dat ze sterk moest zijn, dat ze niet zoo aan haar wanhoop moest toegeven, en terwijl hij sprak, voelde ik, dat voor hèm het leed juist hevig genoeg wes, om hem de heerlijkheid van een grooten weemoed en een teedere eerbied te geven, maar dot voor haar deze scheiding „das Ende allen Sehnens beteekende. Hij ging het leven weer in, met 'n lieve, innige herinnering, en met het verlangen naar nieuw avontuur, dat hem weer zalig-geluk- kig en weer zabg-weemoed'g zou m*»kenmaar zij, die zich ut den schemer van haar vreme teruggetrokkeiiheid in de barre zon van levens lust had laten sleepen, zij wist n:et moer, waar ze zich bergen zou, nu ze van hnar vroe gere levensland was vervreemd, en in het nieu we zonder hem geen rust zou vinden. Hulpeloos keken haar stille oogen naar hem toeen ik begreep, hoe hii, die een Lebemann was, die alles wat uitbundig-bekoorlijk en stra- lend-verleidelijk aan een vrouw zijn kan, door en door kende, rich voor korten tüd aangetrok ken had gevoeld tot haar verwelkte gratie, en de heiligheid van haar strak geplooiden mond» Het moest voor hem 'n nieuwe emotie *iin ge weest, haar gade te slaan in haar loome, toe gewijde gebaren, die op oude prenten geleken, en te luisteren naar haar stem, die de eentonig heid ven lang-vastgehouden gedachten had. In haar armen, die moederliike bescherming be loofden, had hij rust gezocht voor de opgehitste spanning van menig jolig avontuurEn nu, nu het jonger en frisscher leven hem al weer bijna in beslag nam, had hij niet in gedach ten een blond, blank me:sjespoppetre, dat bij de ans'chten rond drentelde, met den blik ge taxeerd, nu had hij toch behoefte, haar, die van hem ging, te verzekeren, dat hij dankbaar was, dat hij niet gauw vergeten zou „Maar je zult vergeten", zei ze, even bitter en dadelijk schaamde ze zich over haar wrevel. „Mals non, maïs non", weerde hij af, „nous nous reverrons." En als alle'ding zocht h j een tweemarkstuk, en legde het op tafel om den wijn te betalen." „Schrijf je morgen dedelijk je adres, en hoe je alles gevonden hebt", drong ze aan. „Ja", zei hij, en de verwachting naar het nieuwe leven was tintelend in z'n oogen, „ik ben benieuwd, wie ik er nog vind van m'n oude vrienden." Ze wilde namen vragen, zich nog eens ver diepen in z'n leven, maar 'n moedeloosheid zakte over haar neerze kon 'm toch niet hou den. „Schrijf gauw", drong ze alleen nog eens. „Ja, morgen of overmorgen, of Woensdagik moet toch eerst zeker zijn van 'n adres." Morgen, overmorgen, Woensdag, het wond zich als een ketting af in haar hoofd. Hoe toomeloos zou vanavond al haar verlangen naar hem zijn, en don weer een dag, en weer een dag, e'ndcloos, eindeloos, nog een leven lang De boot was Rolandseck en Honnef langs ge dreven de Drachenfels hed alle binocles in be weging gebrachtmaar bij Königswinter begon de pijp plotseling roet tc strooien, en uitgelaten vlogen de lichtgelcleede Du'tschers naar 't mid dendek, de handen bezorgd over htm glazen uit- gebre'd. Zij merkte 't nauwelijks, maar met 'n ongeduldig „Fi done" knipte hij de zwarte stip jes van z'"'n smettelooze kleeren, en stond haas tig op. Even nog talmend, nam ze zorgzaam het tweemarkstuk van tafel en ging achter hem aan. Ik hing over de voorplecht, en dacht er over na, hoeveel schatten van leed en vreugd overal om ons he an tusschen onze medemenschen wor den urtgewisse!d. „Godesberg", brulde de man, die de kaarten innam, en er was gedrang bij de loopplank. Daar zag ik den jongeman in het witte pak vlug en lenrg tusschen de anderen doorgaan, een kerel, die zijn koffer droeg, echter hem aan. Ik zag hem omkijken, en groeten naar het dek, met een diepen zwaai van zijn panama, en in zijn fijn, matwit gezicht waren zijn oogen als donkere vlammen. Er werd gelost en geladen, met kisten gesme ten er ontstond een woordenwisseling met iemand, die een verkeerd biljet had, en slap van aandacht, na het urenlang boot gesuis, verloor ik m'n vreemdeling een o ogenblik uit het oog. Pas toen de boot weer los was van den wal, hief ik m'n oogen op van het gekrioel bij de controle op de balcontrap van een Wirtshaus, hoog en t-lleen, stond hij, met z'n hoed in de hand. De wind had z'n zwaar haar losgewoeld, zijn oogen zagen strak naar één punt op de boot, en van tijd tot tijd boog hij en wuifde, ridderlijk en vol eerbied. Ik voelde een voldoe ning. dat hii zijn droom tenminste zoo schoon uitgeleide deed. Ik wandelde terug naar hun tafeltje, en wacht te, dat zij daar weer komen zoumaar 'n wel gedaan gezin met een attentle-eischend kind had hun plaats ingekomen, en ik vond haar nergens op het bovendek. Toen we Bonn naderden, ging ik naar beneden. Ik scharrelde m'n bagage bij elkaar, zocht een drager, en opeens, onverwachts, ontdekte ik haar, de lange, aristocratische vrouwenfiguur, neergavallen op 'n bank tusschen burgermen- schen, met een courant voor zich uitgebre'd om haar gezicht te verbergen, de dunne handen tot vuisten geklemd om het papier. Ik hoorde het geroes van de boot, vol banale feestelijkheid en ik dacht aan de d'epe, donkere oogen, die haar hadden verlaten. Haar rug, in den onfcerispelijk-sluitenden mantel, was nu ge bogen als van een oude vrouw. (Weekpraalje) Top Zeg, Top, wet scheelt jouwat zet jij een bedenkelijk gezicht? T i p. Zou ik niet? Is hommeles thuis, jongen mijn vrouw heeft weer ruz'e gehad met de me d, en d:e moest op stip en sprong de deur uit. Dus je begrijpt..— Top. Dat het huis niet lekker isstorm en onweer zeker? Tip. Laten we er over zwiigen. Ik hoop van avond mjjn wederhelft weer in een goede stem ming te brengen door haar iets voor te lezen uit het Dienstboden contract op rijm, dat ik zooeven in een boekwinkel gehaald heb. Net kost voor haar mondje, dacht ik- T o p. Ah, ik heb er ven gelezenin den trant van den schoolmeester, hè? Als dat maar geen olie in het vuur is, jongen' Tip. Cp de golven, de bekende golven van haar ziedenden toorn, hoop Lu.ster even: „Een meid is tegenwoord t iemand. Die bang is voor nemand Aan Mevrouw heeft ze lak En meneer noemt ze 'n bullebak. Waar k'nderen zijn, wil ze l'efst niet wezen Dat is haar te druk, ze heeft geen tijd om te lezen. Sommigen hebben als bagage htm piano en fiets. Anderen komen binnen, zonder koffer of iets, Hetgeen voor haar eischcn al we'Tvig zegt, Want beide soorten zijn gewoon even slecht. Van huis uit heeft een meid altijd weelderig eten, Oesters, haas en kin heeft ze tegen gegeten. Toch zou je epn meid als ze wordt geboren,. Meest rangschikken onder de omnivoren. M'utr als ze den dienst mettert d soms verlaat Vertelt ze dat *t „een kale boel" was, aan ieder op straat. Of wel „Meneer laat je geen oogenblik met vrede" En vervolgt je altijd met verliefderighed°n. Al is zoon mirakel ook mottig en scheel. Dat lot, zegt ze, viel haar overal reeds ten deeL Zij zelf behoort tot 't ideaal der idealen. Hoewel je zou wenschen, dat de duivel haar kwam haler*- Top. Tip, je speelt gevaarlijk spel, maar jij moet het weten. Laat je vrouw maar geen on geluk krijgen van al die emoties. Tip. Ik weet hoe ik haar behandelen moet Top. Dat geloof ikanders zou ik zeggen, lees het pas verschenen boek eens van Walter Gallichon te Londen„Hedendaogsche Vrouwen en hoe men haar behandelen moet". T i p. Wat is dat voor werk Top. De schrijver zegt daarin, dat het met den „heer der schepping", als hoedanig de man altijd beschreven wordt, volstrekt niets gedaan ishij is veeleer van meening, dat de man tegenwoordig niet meer is dan een werktuig in handen der vrouw. T i p. Hm, zoo Maarrezegt hij ook, wat daartegen te doen is? Top. Hij geeft allerlei raad. Heeft een man een zenuwacht:ge vrouw, dan moet hij haar trachten op te wekken tot werken in den tuin, tot lichten tuinarbeid. Dat moet bijzonder heil zaam wezen. T i p. Ik kan het denken zij kan dan ook geen ruzSe in de keuken krijgen. Top. En dan dient de man, volgens Galli- 1 chan, er onvoorwaardelijk aan vast te houden, dat zijn vrouw iederen dag een koud of lauw bad neemt en bij iedere weersgesteldheid licha- meïijken arbe'd verricht in de onen lucht. T p. Die geleerde schrijver heeft goed praten, hij is zeker niet getrouwd, of hij heeft een vrouw zoo zacht als een lammetje. Is dat alles, wat er in dat boek staat? Top. Nee, nee, er staat ook een heeleboel 1 in over de „geestelijke behandeling", b.v.de man moet de vrouw te verstaan geven, dat hij haar volkomen waardeert en (als hij getrouwd isl els argument altijd aanvoeren, dat hij onder alle vrouwen juist haar als de voortreffelijkste heeft uitverkoren. T i p. Die Schriiver schijnt de dames te ken nen, Top, maar hij moet ze niet allen over één kam scheren. Top. Dat doet hii ook niet. Is een vrouw niet toegankelijk voor zulke argumenten, dan zegt hij dan.... moet hij £>f dat dulden, èf haar uit zijn leven uitschakelen. T i p. Jawel, jawel, jówel.... Top. En tegen wisnelturigheid en grillen be veelt Galli chan als onfeilbaar middel aan „koel heid, vcrwaarlooz'ng of opwekking van ijver zucht", en als de jonge vrouw haar man negeert, moet hij haar „een poosje laten schieten, haar niet naderen met smeekende gebaren, doch naar rijn sociëteit gaan of de een of andere bevriende dame meenemen naar den schouwburg." T i p. TutetutetutetuWat kb'nkt dat aTles heel eenvoudig, maar Toppie, in sommige omstan digheden zou, vrees ik, de toepassing van dien raad weieens precips andere gevolgen kunnen hebben, d^n verwacht werd. Wet denk jij? Top. Ik denk niks. Tip. Mijn vrouwtje en ik kunnen het best samen vinden. T i p. Nou, ik heb oog geen klagendaar zijn er anders die heel wat mans zijn. „Mans" ook in letterleken zinze willen in alles den man nadoen. Heb je gelezen, dot de vrouwen in de kleine Hessische stad Vilbel een brandweer heb ben opgericht? Top. Nee, kan dat daar, ontmoette dat geen bezwaar Tip. 't Schijnt van niet. het denkbeeld is ten minste al verwezenlijkt, 't Zat zóóde vrouwtjes wilden gaarne toonen, dat zij, wat „persoonlijken moed" betreft, niet bij het „sterke geslacht" be hoeven achter te staan. Op een uniform waren de meesten gesteld en 't liefst vilden zij daarom ook soldaat worden. Maar dat ging nietdat hadden de mannen te beslissen. Top. En toen kozen zij de brandweerP Nou, ik geloof niet, dat zij daarbij te kort zullen schieten in de dikwijls geroemde pllchtsbetrach- t'ng en promptheid. In ieder geval kan men die Vilbelsche vrouwen in dat opricht als baanbreek- ster beschouwen, want zeker zal nu in de toe komst op vele plaatsen een vrouwenbrandweer gevormd worden. T i p. Dat zie ik er ook van komen. Toch heb ik een bedenkingAls nu eens de buitensporig heden van de Engelsche vrouwenbeweging ook de Hesrische dameswereld aansteken en een suf fragette-daad het ingrijpen der brandweer nood zakelijk maakt? Zullen dan de Vilbelsche brand weervrouwen ook voldoende harteloos en moe dig zijn, om op haar eigen zusters de koude straal te richten? Top. Afwachten, Tip» maak je niet ongerust 1 Apropos, je hebt daar ons gesprek op de vrou wenbeweging rebracht. Daar doen ze in Japan, in 't land der Opgaande Zon, nog niet veel can. T i p. Nee, dat is bekendsuffragettes zijn daar schaarsch, maar daar v.ordt toch wel iets gedaan voor de vrouw, is 't niet? Top. Dat wou ik juist zeggen. Ik las, dat een Fransch reiziger naam is me or.tgaan een bezoek heeft gebracht aan de Jopansche uni versiteit voor vrouwen, die in 190) geopend is. Hij sprak met den stichter en le:der, een uit nemend opvoeder, d'e al 20 teren ijvert voor een hervorming van het onderwi's aan vrouwen. D e man verklaarde„Wij willen bij onze ioneo meisjes het gevoel van verantwoordelijkheid wekken. Zij mogen niet langer de dienaressen van den man zijn, zonder een persoonlükhe'd.' T i p. Als hij van die Japa-ische meisjes nu m°ar geen blauwkousen maakt. Top. Daar is, geloof ik, geen gevaar voor. De meeste meisjes-studenten bestudeeren de schoonste kunst der vrouwen, het besturen van een hu'shoud'ng", enkelen studeeren voor lee- rares. Al'en He eden zich nog als heur moeders en grootmoeders. 1 i p. 't Zou ook jammer zijn, a's die bekoor lijke Oostersche dracht verloren ging. Daar kun nen onze moderne dames, in de Oude en de Nieuwe Wereld, hoe ch:gue ze ook zijn, nog een puntje aan zuigen. Zeg, ik las dn^r- da' m?n in vele groote steden van de Vereen:gde Staten, vooral te Chicago en te Philadelphia, aan de dames het dragen van veeren op hoeden wil be letten. Top. Dat heeft miin instemming, want die veerenmode leidt maar tot uitroeiing van de siervogels. ar schijnt i pD •T i p. Daar schijnt men nu in Amerika minder het oog op te hebben. Men wil daar door een wet het dragen van groote veeren op de hoeden verbieden, omdat daardoor in tram -en spoon* wegcoupé san de medereteigers overlast wordt gedaan. Het Amerikaansche publiek klaagt te genwoordig steen en been, dat het verblijf in de tuinen vnn de ondergrondsche spoorwegen door de iutsteker.de veeren „zeer gevaarlijk" is. Top. Ferst de hoedepennen, nu de honden voeren t Ik beklaag onze l:eve schoonen. Tip. Tip. En ik mijn eigen arm vrouwtje. Top, d:e zonder dienstbode sukkelt. Bonjour, ik moet naar huis. Top. Bonjour, vrind, het beste 1 KEUVELAAB- belasten zich met aan. en verkoop van Effecten, Wissels en Coupons, Sluiten prolongatie Safe-Inrichting. TE Knnp t« bevragen bij E. J. RUITENBERG, Makelaar, Weverssingel 11 te Auierloort. 51 als Kasten, Tafels. Stoelen, Spiegels, Glazenkasten, enz. bal Tevens het beste adres voor het vervaaidigen van alle soorten im-iibeleu, zoowel modern als in antieken vorm. Leugen, Leesglazrn, Barometers, Koorts. Thermomct' r>, enz. Verband- Bn Z'ekenverplegings- artikelen. Al!e soorten Scharen, Messen en bpetioorende zaken b[j Gedacbt°n voor nlet-adverteerende Handelaars en winkeliers. Een zakenman, die niet adverteert omdat zijn grootvader het ook niet deed, moet een kniebroek aantrekken en een pruik opzetten. Een zakenman, die niet adverteert omdat het geld kost, moet ophouden salaris uit te betalenwant ook dat kost geld. Een zakenman, die niet adverteert omdat hij het al eens beproefd heeft doch weinig succes heeft gehadmoet zijn sigaar weggooien als hij is uitgegaan. Een zakenman, die niet adverteert omdat hij er geen slag van heeft om een aankondiging goed op te stellen, moet niet meer eten, als hij niet koken kan. Achter Luiaard 44 Amersfoort. (N.ttuuilijk tafelw.iter). Per ff. I 0.17, per */t il- fO.13. StoOT<-.lrn»t. Tolrloon 2». DE EEIU LANDER S3 ra gq IS's AVONDS CM 6 UUR pj KI VERKRIJGBAAR AAN H PE STATIONSKIOSK g B H

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 6