DE E EM LAN D ER".
Vrijdag 30 Januari 1914
BUITENLAND.
FEUILLETON^
12** Jaargang.
K°. f82
Op den Terpenberg,
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf Ï.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en beriohten véór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT L
Intercomm. Telefoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regolsf n.50.
Elke regel meer0.10<
Dienstaanbiedingen 25 cents btf vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgi bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat bij hun be
sluit van 23 dezer aan de N. V. Amersfoortsche
Stoomschoenfabriek „De Eenhoorn" en hare
rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot
het oprichten van eene zuiggasinstallatie voor
het drijven van een Thomasmotor van 25 P. K.
tot het in beweging brengen van verschillende
machines ter bewerking en vervaardiging van
schoeisel in het perceel, alhier gelegen aan de
Lavendelstraat no. 7, bij het kadaster bekend
onder sectie E, no. 5159.
Amersfoort, 23 Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RAND WIJCK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
biengen ter openbare kennis, dat bij hun be
sluit van 23 dezer aan J. Kamsteeg en zijne
rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot
het oprichten van eene smederij in het perceel
alhier gelegen aan den Leusderweg no. IS, bij
het kadaster bekend onder sectie B, no. 2241.
Amersfoort, 23 Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RAND WD CK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat bij hun be
sluit van 23 dezer aan J. Nefkens en zijne recht
verkrijgenden vergunning is verleend tot het
oprichten van eene zuiggasinstallatie voor een
motor van 40 P. K. tot het drijven van eene
maalderij en zagerij in het perceel alhier gelegen
aan den Leusderweg no. 120, bij het kadaster
bekend onder sectie B, no. 3344.
Amersfoort, 28 Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWDCK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat bij hun be
sluit van 23 dezer aan J. F- Haarsma en zijne
rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot
het oprichten van een gasmotor van 5 P. K. tot
het drijven van een draaibank enz. in het per
ceel alhier gelegen aan den Hoogeweg no. 14,
bij het kadaster bekend onder sectie A, no. 1669.
Amersfoort, 28 Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door H. Meester ingediend verzoek, met bijla
gen, om vergunning tot het oprichten van een
gasmotor van 4 P. K. tot het drijven van een cir-
l.elzaag en draaibank voor machinale bewerking
van vaatwerk, in het perceel alhier gelegen aan
de Hellestraat bij het Kadaster bekend onder sec
tie E, no. 5036 op de Secretarie der gemeente
ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 10 Februari
aanstaande, des voormiddogs te half elf uren ge
legenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten
overstaan van het Gemeentebestuur of van één
of meer zijner leden, bezwaren tegen het op
richten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijn versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 27 Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWDCK.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 0 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door H. Lensing en A. van de Vijzel ingediend
verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het op
richten van eene zuiggasinstallatie voor het drij
ven van een motor van 30 P. K. tot het in be
weging brengen van verschillende machines voor
houtbewerking in het perceel alhier gelegen aan
de Eemstraat, bij het Kadaster bekend onder seo
tie D, No. 2970 op de Secretarie der gemeente
ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 10. Fe
bruari aanstaande, des voormiddags te half elf
uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven
om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van één of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich
ten.
Amersfoort, den 27. Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. V£ENSTRA. VAN RANDWDCK.
Politiek Overzicht
De nieuwe nota wan Sip
Edward Grey.
De nieuwe nota, die de Britsohe staats
secretaris Sar Edward Grey aan de groole
mogendheden heeft doen toekomen, is tege
lijk eene aanvulling van zijne no4a van 13 De
cember en een anüwoord op de beide nota's
van den driehond van 31 December en van
14 Januari. De Brd'tsche voorstellen en de
antwoorden van de driebond-mogendheden
loopen, zooals bekend is, over twee kwes-
liën: de ontruiming van het aan Albanië toe
kende deel van Epirus door de Griekschc
troepen en de toewijzing van de eilanden in
de Egeïsche zee.
Wat Albanië betreft, waren alle mogend
heden het eens over de verlenging van den
op 31 December 1913 bepaalden termijn van
ontruiming. Intussehen blijft de toestand in
dit opzicht eenigsziins diuister. Jn hunne
nota's van 14 Januari hebben dc kabinetten
van Rome, Weenen en Berlijn verklaard
eene verlenging slechts aan te nemen tot de
18en van die maand en van het verrichten der
ontruiming op dien datum hunne toestem
ming te doen afhangen tod de toekenning-aan
Griekenland van de eilanden, die het nu
bezit, met uitzondering van Imbros en Tene-
dos. Daar de Grieksche troepen Albanië nog
niet hebben verlaten, zou men daaruit kun
nen afleiden, dat de toestemming van den
driebond tot de door Sir Edward Grey voor
gestelde toewijzing van do eilanden eene
floode letter is. Intussehen schijnt het, dat
die toestemming in beginsel is gegeven en
dat men stilzwijgend is overeengekomen aan
Griekenland eene redelijke ruimte te laten
om de teere operatie, die het heeft te verrich
ten, uit te voeren op eene iedereen bevredi
gende wijze.
Op één punt scheen eeu meeningsverschil
de kabinetten te scheiden. De driebond-kabi
netten wensehen de toewijzing van de eilan
den aan Griekenland te laten afhangen van
de belofte van dezen staat om onlusten te
verhinderen in de ontruimde Albaneesche ge
westen; zij verlangden van de Grieksche re
geering, dat zdj niet alleen hare troepen uit
het Albaneesche gedeelte van Epirus zou te
rugtrekken, maar ook de bevolking van de
baj Albanië ingelijfde landstreek zou dwin
gen daarin te berusten. Zoover willen de ka
binettien van de triple-entente uitgaan. Sir
Edward Grey drukt daarom in zijne laatste
nota de meening uit, dat men aan Grieken
land geene aansprakelijkheid kan opleggen
voor gebeurtenissen onafhankelijk van zijn
wil, en hij stelt raor eenvoudig van het ka
binet te Athéne de belofte te vragen dat het
geen verzet tegen de uit/voering van den wil
dör mogendheden zal bieden of zal aanmoe
digen.
Daarentegen heeft Sir Edward Grey ge
meend niet voor de mogendheden te moeten
brengen de door Griekenland opgeworpen
vraag van het bepalen van waarborgen op
bet gebied van school, kerk en financiën ten
gunste van de bevolking van Zuid-ALbanic in
het door de troepen van koning Konstantijn
te ontruimen gebied. Men is in het Foreign
Office van meening, dat de regeling van die
bijzondere kweslién behoort aan de Alba
neesche regeering, aan welker hoofd de prins
zu Wied zal optreden. Daar zal men in
vloed moeten aanwenden om aan de bevol
king de waarborgen, die in dit opzicht noodig
worden geacht, te verzekeren, en de midde
len daartoe ontbreken niet aan Europa.
Wat de door Italië .bezette eilanden in dc
Egeïs betreft, betwist Sir Edward Grey niet
uitdrukkelijk de Italiaansche verklaring, dal
de voorwaarden van hunne ontruiming zul
len worden bepaald door de beide staten, die
het verdrag van Lausanne hebben ondertee
kend. Maar hij herhaalt de verzekering, dat
de toewijzing ran deze eilanden eene Euro-
peesche kwestie is en dat hun toestand eerst
normaal zal zijn, wanneer geen enkele van de
elanden meer door een Europeeschen staat
bezet zal zijn.
Eindelijk ziet de nota de vraag onder de
oogen, hoe een sanctie zal worden gegeven
aan de besluiten van Europa, die nu weldra
Ier kennis van de betrokken staten zullen
worden gebracht. De ondervinding van het
afgeloopen jaar toont voldoende aan, dat ver
dragsbepalingen slechts gelden, wanneer de
wil en de macht aanwezig zijn om hunne
uilvoering tc verzekeren. De nota geeft daar
om in overweging overleg te plegen over de
middelen, die eventueel zullen worden aan
gewend om de besluiten ran Europa betref
fende Albanië en de eilanden te doen eer
biedigen. Zij geeft daarvoor aan het zenden
van eenige oorlogsschepen in de wateren van
de betrokken streken, ten einde te beletten,
dat zich pogingen van verzet zullen voor
doen.
Duitschland»
BIJ de delileercour, die op Keizers verjaar
dag gehouden werd, werden de voorzitter en
de ondervoorzitters van den rijksdag door den
keizer met eene lichte hoofdbuiging begroet.
De voorzitters van het heerenhuis en het huis
van afgevaardigden van den Pruisischen land
dag, die op hen volgden, kregen een krachti-
gen handdruk. De leden van het rijksdag-pre
sidium hebben hierin aanleiding gevonden om
geen gebruik te maken, van de voor hen be
schikbaar gestelde plaatsen voor de feestvoor-
stelling in het operagebouw.
Tot troost van angstige gemoederen, merkt
een correspondent van de Franlcf. Ztg. op, dat
stemming en ontstemming bij keizer Wilhelm
II spoedig ontstaan, maar ook spoedig wis
selen. Het is niet de eerste maal, dat de voor
zitter van den rijksdag dit heeft ondervonden.
De nu fuugeerende voorzitter kreeg op 1 Jan.
1913 slechts een genadigen hoofdknik en den
27en Januari werd zijne hand met opvallende
warmte gedrukt.
Straatsburg, 28 Jan. De begrotings
commissie van de Tweedo Kamer van den
landdag heeft de houding van de regeering
naar aanleiding van de gebeurtenissen van
Zabern goedgekeurd.
Straatsburg, 29 Jan. Staatssecretaris
Zorn von Bulach bevestigde in de zitting van
de begrotingscommissie, dat de regeering
van Elzas-Lotharmgen ontslag heeft gevraagd.
De regeering zal aan het bewind blijven en
zich met de loopende zaken bezig houden, tot
dat de begroting is gevoteerd.
De commissie heeft de behandeling van de
begrooting ten einde gebracht Een Lotharing-
sche afgevaardigde stelde voor het traktement
\an een kapitein der gendarmerie te schrap
pen als protest tegen de benoeming voor den
post te Zabern van den kapitein Schotte, die
getuigenis heeft afgelegd ten gunste van kolo-
uel von Reuter.
Naar aanleiding van de mcdedeeling van
staatssecretaris Zorn von Bulach in de begro
tingscommissie van de Tweede Kamer van den
landdag van Elzas-Lotharingen, dat het ge
beurde in Zabern de regeering in een moeie-
lijken toestand heeft gebracht, waaruit de stad
houder en alle ministers de noodige conse
quenties hebben gelrokken, wordt uit Straats
burg aan de Frankf. Ztg. bericht, dat dit De-
richt niet als eene verrassing komt Men ver
wacht, dat het gekeele ministerie zal altreden,
hetgeen niet is op te vatten in dien zin, dat het
aftreden uitgaat van de regeering van het
rijkstand. Over het tijdstip van de verande
ring schijnt vast te staan, dat zij niet zal ge
schieden voordat de begrooting in den land
dag is afgedaan. Men verwacht, dal de land
dag eene uitgebreide discussie over de begroo-
ling zal voeren, maar nadat de begrooting is
aangenomen, tot 1 November zal worden ver
daagd.
Wat over de nieuwe mannen wordt gezegd,
die aan de regeering zullen worden geroepen,
steunt meestal op vermoedens. Vast schijnt te
staan, dat de heer Molitor, voorzitter van het
Oberlandesgcricht te Colmar, zal optreden
als hoofd van het departement van justitie.
Deze heeft als lid van de Eerste Kamer zich
onthouden van deelneming aan de stemming,
waarin die vergadering haar oordeel heelt
uitgesproken. Blijkens een artikel, dat is vei>
schenen in de Berlijnsche Tag, is de heer Molk
tor van meening, dat de kabinetsorder van 182|
in Elzas Lotharingen niet geldig is en da(
de officier, die zich naar deze order gedraag^
het recht schendt Maar hij heeft als lid van
de Eerste Kamer het vrijsprekende vonnis van
den krijgsraad in de zaak van kolonel von
Reuter niet willen kritiseeren, omdat de wet
gevende macht zich niet mag bemoeien met
wat tot het gebied van de rechterlijke macht
behoort.
Het parket te Zabern heeft de vervolgingen,
die door de militaire autoriteiten werden ver*
langd tegen verschillende burgers naar aan
leiding van het gebeurde in November, op
geschort. Het is uog niet bekend, of kolonel
von Reuter in persoon zal verschijnen voor do
rechtbank te Zabern in het burgerlijke proces,
dat hem is aangedaan door de personen, dio
hij in den nacht van 28 op 29 November in den
pandoerenkelder opgesloten heeft gehouden
Hij houdt thans verblijf in Zwitserland.
Frankrijk.
De voorzitters van 71 Fransche Kamers van
Koophandel hebben eene buitengewone ver*
gadering gehouden om te protestceren tegen
de door den minister van financiën Caillaux
ontworpen inkomsten- en vermogensbelasting.
De vergadering nam een besluit, waarin werd
verklaard, dat de Fransche kooplieden bereid
zijn de offers te brengen, die noodig zijn ge
worden door den tegenwoordigen financiee-
len toestand, maar slechts op den grondslag
\an de bestaande belastingen.
Nice, 30 Jan. Paul Déroulède, dc voort
zitter van de Ligue der patriotes, is over
leden.
Engeland.
Het arbitrageverdrag tusschen Engeland ea
Spanje, dat eergisteren afliep, is voor vyï
jaren verlengd.
Oostenrijk.
Weenen, 29 Jan. De zitting van he*
huis van afgevaardigden werd heden in be<
slag genomen door obslruchonistische redo*
voeringen van agrarische en radicale Czo*
chen, die bij wijze van protest tegen de niet.
bijeenroeping van den landdag van Bohe*
men, besloten de behandeling van de ze#"
maandsohe crediotwet te verhinderen.
Hongarije.
De oppositie-partijen in het huis van afge*
vaardigden van den rijksdag hebben besloten,
een protest uit te brengen tegen het wetsonfV
werp tot vaststelling van een verhoogde re*
cruten-contingeut, maar geen deel te nemen
aan de zitting, die voor de behandeling van!
dit wetsontwerp bestemd is, omdat vier der
meest geziene leden van de oppositie, da gra
ven Andrassy, Karolyi en Zichy en de heer
Julius JusLh, van de zittingfen uitgesloten 7ijj%
Rusland.
Petersburg, 29 Jan. De minister»,
president verklaarde in eene commissieziU
ting van de rijksdoema, dat binnen kort een
wetsontwerp zal worden ingediend betref
fende de noodige credicten voor de landsver
dediging, die aanzienlijke stommen zullen
eischen.
Petersburg, 30 Jan. Tegenover ee<
artikel van de Temps verklaart het Peters-
Wacht u voor al wat naar aigunst zweemi,
die verderfelijke macht, die vrede en levens
vreugd doodt in het hart
oorspronkelijke roman
25 door
H. WITTE.
Onbegrijpelijk, zoowel voor hemzelf als
voor de anueren, was de moreele invloed
welke dit kind, eigenlijk zonder er zeil goed
van bewust te zijn, up dien vijltigjangen,
baMvërgrijsden man uitoefende; een mvioeo
waaraan Inj zich niet zou hebben kunnen
ontrekken, ook al liaoUhij dit gewild. Maar hij
wilde liet met; integendeel, tuen hij er goeu
erg in kreeg, begon nij er een wezenlijk plei-
zier in te vinden om aan haar vleien-opmer-
kingen of wensehen toe te geven. Nü waren
het zijn schoenen, die le beslijkt of te besto
ven waren voor een nette kamer, dan weer
moest zijn valen hoed het misleiden, en toen
zij dit had klaargespeeld, kwam zijn verscho
len en versleten jas aan de beurt, cn vroeg zij
of hij dan zoo'n arme tobber was, dat hij mei
zulk een gore jas bleef loopen.
Dit laatste was misschien wel de grootste
opoffering, maar toch werd de afgedragen
jas voor goed afgedankt.
Zoo volgde het ééne op het andere, met het
*wolg, dat hiL toen de winter om was, reeds
zoo goed als een volkomen gedaanteverwisse
ling had ondergaan.
Dat de kraakzindelijke huishoudster, die
den jovialen dokter wel modit lijden, maar
gruwelijk het land aan zijn slordigheid iiato.
indirect hierin mede de hand had gehad
uaar zij op haar beurt Margo, die haar met
bijna kinueriijke heide aaninng en in alles
haar wenken volgde, opstookte, was wel ze
ker, en Dubbelman, die dit spelletje zeer
goed doorzag, lachte er in zijn vuist om, te
meer daar hij er schik in had, dat vrouwe
lijke slimheid en kinderlijke aanhuiiglieid met
het grootste geraak gedaan kregen, wat hij
op verschillende wijzen te vergeefs beproefd
had.
Die metamorphose was volkomen, toen de
dokter in Mei, op Dubbelman's verjaardag,
dezen in een nieuw, fraai zomerpak, dat aein
uitmuntend kleedde, kwam feliciteeren; zijn
das en boordje zaten onberispelijk en zelfs
de laatste nieuwigheid manchetten ontbra
ken niet.
Dit was voor Dubbelman toch te sterk, om
er hem niet over in 't ootje te nemen, en
ook de heer Werinann, die den jarige kwam
gelukwenschen, wendde zich daarna tot den
dokter, wijze waarop* hij den fatsoenlijken
mensch ook lot een fatsoenlijk man had ge
promoveerd.
Deze liet zich dit compliment gaarne wel
gevallen, er bij opmerkende dat het waarlijk
niet uit eigen initiatief was geschied.
Het is hier ook alweer: „cherchez la
femme", al is het dan ook nog maar een
klein exemplaar van het vrouwelijk geslacht
dat mij gekneed en vervormd heeft, 't Is toch
vreemd, dat zulk een klein creatuur met haar
hef snoetje en haar vleierijtjes over een soiled
man zoo den baas kan spelen. Het lijkt mij
een zielkundig probleem, dat ik tevergeefs
tracht op te lossen, en ik twijfel er zeer aan
of zelfs een zieleherder dit wel zou kunnen.
Ik geef mij eenvoudig gewonnen en onder
werp mij lijdelijk; eigenlijk heb ik er zelf
schik in.
Dit bleek dan ook duidelijk genoeg, want hij
was mooi op weg om van het ééne in het
andere uiterste te vervallen, en aan zijn vroe
gere zucht tot netheid en orde weer den teu
gel te gaan vieren. Het verlies van zijn fortui
had hem onverschillig gemaakt. Nu de indruk
daarvan was afgesleten, bleek er maar een
op liem inwerkende aanleiding noodig te zijn.
pakkender dan de schertsende opmerkingen
van Dubbelman en ook van anderen, om hem
weer te doen inzien, dat het toch eigenlijk de
plicht van een beschaafd mensch is, zich naar
zijn stand voegzaam te kleedcn, en deze aan
leiding vond hij in een tot voor korten tijd
geheel verwaarloosd meisje.
Toen zij, ruim een jaar, nadat ze door
Dubbelman als beschermelinge werd opge
nomen, en zoo ver was dat zij grif kon lezeu
cn voor een meisje tamelijk goed kon schrij
ven, was het voor de beide mentors een punt
van overweging geworden, wat nu verder
met haar aan te vangen. Het stond bij Dub
belman allang vast, dat zij niet bestemd moest
worden om als een dienstbare liaar leven in
de keuken te slijten. Voor haar oefeningen
bad hij in een gezellig hoekje van zijn werk
kamer een tafel beschikbaar gesteld. Den
overigen tijd bracht zij tot nu toe bij de huis
houdster door; dit was, meende hij, nuttig
en noodig, zoolang tot zij in de huishoudelijke
en keukenbedrijven goed thuis zou zijn. Haar
aanleg en geheel haar voorkomen stempelden
haar veeleer tot huisgenoote, zooals dit met
een opgenomen familielid het geval zou zijn.
Daartoe was het echter noodig dat ze genoeg
algemeene kennis verkreeg van zaken, die in
slechts eenigszins beschaafde kringen r nis-
baar zijn. 'legen een huisonderwijzer bestond
echter op die afgelegen plaats een overwe
gend bezwaar, zoodat zij tot de conclusie
kwamen, wat trouwens bij beiden reeds vast
stond lang voordat zij er over begonnen te
redeneeren, dat zij ook die taak zeer goed sa
men konden deelen.
Allereerst moest zij zich zuiver leeren uit
drukken en ook zooveel kennis van de tagl
hebben, dat ze die zonder fouten zou kunnen
schrijven, en dan ook werd eenig begrip van
aardrijkskunde, inzonderheid met betrekking
lot ons eigen land, hoog noodig geacht. Nu
kon de dokter zich als geleerde doen gelden
door het taalonderwijs op zich te nemen, het
geen Dubbelman te gereeder aan hem overliet
wijl zijn grammaticale kennis daarbij zeker
le kort zou schieten, terwijl de aardrijks
kunde, voorzoover die kier noodig was, voor
hem geenerlei bezwaar opleverde. Zoo namen
dan deze beide vrienden voor den ophanden
zijnden tweeden winter elk een taak op zich.
die ze voor zichzelf als een recreatie be
schouwden en voor hun beider lieveling nut
tig zou zijn.
Er was echter nog iets, waarin echter naar
zij meenden gemakkelijk was te voorzien.
Van geen van beiden kon gezegd worden
dat ze streng godsdienstig waren, van den
dokter, die een volbloed materialist was. zeker
allerminst, terwijl Dubbelman, hoe liberaal hij
overigens ook mocht zijn, toch vasthield aan
zijn overtuiging, dat een eenagszihs godsdien
stige opleiding noodig was; hg voor zich. of
schoon wars van alle dogmatiek, was tod(
inderdaad wel godsdienstig, maar liet iede#
Ln zijn overtuiging en eerbiedigde die, maar
opdringen liet hij ze zich niet.
Hij was er dus op gesteld dat zij ook eenig
begrip van godsdienst zou krijgen, ketwelif
zc dan later naar eigen goedvinden kon uil<
breiden, waartegen de dokter niets bad in te
brengen, en beiden waren het hieromtrent
eens, dat daar voorloopig geen dominé bij t«
pas behoefde te komen. Dit kon men zeer
goed aan de huishoudster overlaten. Mina;
toch was van huis uit eenvoudig r.;dsdien-
stig; zij vond het wel jammer dat ze niet ge«
regeld naar de kerk kon gaan, omdat de aft
stand, vooral hij ongunstig wéér, te groot
was, maar zij nam dit toch niet zwaar op, et
achtte het voor haar stichting voldoende eiken
avond een paar hoofdstukken van den Bijbel
le lezen, geregeld een uit het oude en een uit
liet nieuwe testament; en daar Margo het
grootste gedeelte der lange winteravonden
nog in de keuken doorbracht, zou die geeste
lijke opvoeding wel als vanzelf terechtkomen;
vooral als men er de oude maagd op attent
maakte.
Dit laatste bleek echter onnoodig,, want
toen Dubbelman er haar over sprak, zeide
zij, met blijkbare zelfvoldoening, dat de kleino
er reeds veel meer van wist, dan meneer
dacht, want dat zij haar in 't begin had voor
gelezen, en later, toen zij het in de kunst van
lezen ver genoeg had gebracht, die taak aan
haar had opgedragen, terwijl zij er naar zat
te luisteren en onder de hand nog wat kos
uitvoeren.
Wordt vervolgd-