DE EEMLAN DER".
Zaterdag 7 Februari 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
12" jaargang,
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort1 l.<»0.
Idem franco per post 1*50»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
^izonderlyke nummers - 0.05.
2>eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen*
1 Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.* f o.Sft,
Elke regel meer0.10/
Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbotaling.
Groote letters naar pl uatsruimte.
Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeeligo bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement*
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Ons belang bij het behoud
van lndië.
li.
"Wanneer wij spreken van de 2000 millioen,
"waarop het kapitaal, bij de Indische onder
nemingen betrokken, word* geschat, en van
de 300 millioen gulden, welke volgens ra
ming aan ja-arlijkische revenuen uit lndië
worden genoten, dan dient hierbij lc worden
opgemerkt, dat hiermede niet uitsluitend Ne-
derlandsche belangen zijn gemoeid. Immers
van sommige in Nederland of lndië gevestigde
maatschappijen (die welke in het buitenland
haar zetel hebben zijn buiten rekeni'ng gela
ten), zijn de aandeclen voor een grooter of
kleiner deel in banden van buitenlanders, én
onder de particuliere ondernemers en de ge
ëmployeerden der in lndië gevestigde bedrij
ven komen, hier meer daar minder, vreemde
lingen voor. En zelfs onder de Europeanen,
die Staatsbetrekkingen heikleeden, zijn er van
vreemde nationaliteit, zoo bijv. ingenieurs en
officieren van gezondheid. En eindelijk dienen
er bij het O.-I. leger, zooals van algemeene be
kendheid is, in de mindere rangen steeds
Belgen, Duitschers, Oostenrijkers. Zwitsers
enz.
Hoe nu in al deze verschillende opzichten
precies de verhouding is tusschen het belang
van Nederlanders en van personen van ande
re nationaliteit, is onmogelijk aan te geven.
Maar wat inmiddels vast staat is. dat op ieder
gebied het Nederlandsche belang verreweg
overwegend is.
Natuurlijk komen ook de indirecte voordee-
len niet alleen aan Nederlanders ten goede.
Het zou niet mogelijk zijn den vreemden on
dernemingsgeest op handelsgebied buiten te
sluiten, en hot zou zeker evenmin verstandig
zijn daarnaar te streven. Doch dit neemt niel
weg, dat ten aanzien van den handelsomzet
van lndië Nederland de allereerste plaats in
neemt, zoowel in den invoer als in den uit
voer.
Hot bepalen van de juiste verhouding Is
ook hier alweer niet wel mogelijk. De be
staande statistische gegevens zijn daarvoor
niet voldoende. De waardeberekening, bij het
samenstellen der Nederlandsche in- en uitvoer
statistiek gebezigd, is vooral hoogst gebrek
kig, omdat daarbij als maatstaf geldt een ta
rief, debt in 1846 is vastgesteld. De Indische
statistiek is in dit opzicht zeker veel beter,
omdat de prijzön voor de velschillende arti
kelen jaarlijks opnieuw worden bepaald. Hier
stuiten wij echter op een andere moeilijkheid,
welke verband houdt inet het nagaan van het
land van herkomst of bestemming, voor het
geval in een tusschenhaven hetzij Europa,
hetzij Azië, voornamelijk te Singapore of Pe-
nang overlading heeft plaats gehad.
Wij geven daarom hier de opbrengst van
eenige der voornaamste producten, geduren
de iv!2 in Nederland in veiling verkocht, als-
Tabak 84 millioen, IhetJ 7 miilioen, tin 40
millioen. De bruto-opbrengst der verkochte
producten hier te lande aangevoerd door de
Nederl, Handelmaatschappij (koffie, Kina, tin,
tabak, thee, copra, rubber enz.) beliep in dit
jaar 71 millioen, terwijl aan den Staat werd
verantwoord als opbrengst in Nederland van
de Gouverncmentsproducten, met inbegrip der
door de Biliton^maatschappij betaalde pacht
schat, ruim 42 millioen gulden.
Tot dusver is nog slechts een betrekkelijk
klein gedeelte van do vruchtbare eilanden in
cultuur gebracht. De van de tot nu toe be
bouwde uitgestrektheid te verwachten oogs
ten worden, volgens Mr. 's Jacob, president
van de Kamer van Koophandel te Batavia,
wanneer de plantingen ten volle ontwikkeling
zullen zijn gekomen, berekend op: suiker 150,
tabak 168, thee 25.5, Icoffiö 208, kinabast
4.3, cacao 1.6, djatihout 3 5. tapioca 4, di-
yersen 2.5. te zamen 380 millioen, waarin
niet is begrepen de snel stijgende opbrengst
van de rubber, welke nog niet is te begrooten.
Daarbuiten vallen de eveneens voor ruimer
debiet vatbaar geachte minerale voortbreng
selen en bosch- en zeeproducten, waarvan de
uitvoer in 1910 ruim 120 millioen bedroeg.
Als de takken van de Nederlandsche nij
verheid. die bij den export naar lndië voor
namelijk belang hebben, noemen wij de tex-
■tiel-industrie (het totaal van dien invoer van
manufacturen uit Nederland in lndië bedroeg
in 1911 34 millioen), de machine-industrie
(met 10 millioen) en verder de fabricago van
spoorwegmaterieel. gedistilleerd, papier, glas
werk, klcedcren, boter, olie, veekoeken, bis
cuit aardewerk; chemicaliën, zeep, verfwa
ren, tabak, sigaren en sigaretten, .boeken,
blikwerk, amoniak, automobielen, rijwielen
enz. Ook liier zijn alle bolangen niet precies
onder cijfers te brengen.
Van het indirecte voordeel, dat de Indische
scheepvaart aanbrengt dat is dus afgezien
van de winsten door de maatschappijen uit
gekeerd zijn wij echter door calculatie kun
nen komen tot een meer nauwkeurig beeld.
De bouwkosten van nieuwe schepen voor de
Indische stoomvaartlijnen, gedurende de bei
de vorige jaren op Nederlandsche werven vol
tooid of op stapel gezet, bedragen omstreeks
35 millioen-
Van de 97 stoomschepen, die de Koninkl.
Paketvaart Mij. in de vaart heeft is voor moer
dan 90 dor waarde in Nederland geblouwd
De leverantiën voor uitrusting der schepen
in Nederland beloopt thans ongeveer 6 mil
lioen per jaar. Door de 4 maatschappijen
wordt jaarlijks uitbetaald aan gages aan de
Nederlandsche bemanning der schepen, sala
rissen van ambtenaren en loonen van werk
lieden in Nederland, (met inbegrip van pen
sioenen) omstreeks 9 millioen. Hier buiten
valt de commissie, uitbetaald aan de agenten,
waal-van het gezamenlijk bedrag eveneens In
de milliocnen loopt. Eindelijk wordt in Ne
derland voor de stoomschepen aan haven- en
loodsgelden een paar ton per jaar betaald.
Van wat de Indische scheepvaart voor ons
land beloekent (wij bepaalden ons tot de ge
regelde lijnen) geven deze cijfers eenig denk
beeld. Men boude in het oog, dat door de
snelle uitbreiding der thans 185 schepen tel
lende vloot, welke verbindingen in den Archi
pel en -met Nederland, Engelsch lndië. Aus
tralië, China en Japan onderhoudt, de uitga
ven van jaar tot jaar beduidend stijgen.
Hot moeilijkst in cijfers uil te drukken is
het belang, dat de kleinhandel, de leveran
ciers van allerlei levensbeuoodigdheden, mei
inbegrip van de beoefenaars der bouwvakken
hebben bij dat gedeelte der bevolking zeker
niet het minst koopkrachtige dat, na terug
keer uit O. lndië, in het vaderland zijn rente
of pensioen verteert. En evenmin is het na
le gaan, welk bedrag de fiscus aan rijks- en
gemeentebelastingen, als aandeel in de di
recte en indirecte baten uit lndië ontvangt
Een feit is het, dat de Staat meedeelt in de
algemeene welvaart van zijn burgers. En het
Koloniaal belang is voor Nederland zeker een
zeer voorname, zoo niet voornaamste factoi
voor de algemeene welvaart.
En nu ten slotte. Wij schreven hier boven:
„Ons belang bij het behoud van lndië". Dit
beteekent niet, dat voor het geval Nederland
den Oost verloor, alle bezittingen van Neder
landers in Inuië met één sjlag rouden verlo
ren zijn. Het gezag, dat het Nederlandsche al
daar zoat opvolgen, zou den eigendom van
particulieren hebben te eerbiedigen.
Maar het beteekent wel, dat de Nederlan
ders gaandeweg uit lndië rouden worden ver
drongen. Een vreemde overweldiger zou zicb
zeker niet meester maken van den Archipel
om den tegenwoordigen gang van zaken to
bestendigen en den Hollanders het leeuwen
deel der economische voordeelen te laten.
Dat spreekt van zelf.
Eerst zou hij natuurlijk alle Nederlanders,
die openbare betrekkingen bekleeden, naar
huis zenden. En als het ons dan mocht geluk
ken ons op den duur in onze bandelsrelaliën
met onze voormalige kolonie te handhaven,
dan zou dit zijn in evenredigheid tot de an
dere vreemde naties, hetgeen als het naar de
getalsterkte gaat, hierop zou neerkomen, dat
Nederland in lndië niet meer zou innemen dc
eerste plaats doch de.~... vijf en twintigste!
N. C (B. v. D.
Uit de Pers.
Het jaar 1913 voor lndië.
De Locomotief stond in haar Oude-
jaarsbeschouwing sv'n bij den keer van zaken
in de Nederlandsche staatkunde en den in
vloed daarvan op de koloniale politiek:
„Voor de kolonie is deze keer van zaken
in de moederlandsche staatkunde van in
vloed, voor zoover er een waarborg mee ge
geven is, dat een uiterst kerkelijk bewind van
het moederland niet verder ook naar deze
kolonie zal worden overgebracht, naar een
land, dat geen christelijke natie bergt, geen
speciaal christelijke verlangens koestert,
geen beroep kent op christelijke tradities, dat
den aanleg voor hooger beschaving heeft ge
toond met behoud van den eigen godsdienst
en het eigen gedachtenleven.
Er is thans zekerheid, dat het nieuwe gou
vernement alles zal nalaten wat een natuur
lijken invloed van den christelijken gods
dienst in dit land zou kunnen keeren, maar
óók dat niets zal worden geduld, wat zich
tegen de godsdienstige overtuigingen en
verlangens va ndc inlandsche bevolking zou
kunnen richten.
Het jaar 1913 was voor de kolonie ook
merkwaardig door de onderbreking van de
gladde rust, waaronder tot nu hier kon wor
den geleefd en gewerkt.
Er is eerst het ingrijpen der regeering in
de actie der Indische Partij, welke met de
weigering der rechtspersoonlijkheid en de
bekende interneeringen eindigde. Maar ook
had het zich bewuster worden der Ooster-
sche volken onze inlandsche samenleving
bereikt. Er kwamen daar verlangens en grie
ven tot leven in den vorm van de Sarakat Is
lam. Deze opleving is een geheel natuurlijk
en dan tevens een onvermijdelijk verschijn
sel natuurlijk en onvermijdelijk is óók, dat
dit allereerste begin van bewust worden on
der een ongeschoolde, bijgeloovige, religieus
aangedane massa zich onklaar en onrustig
uit Bij de eerste uiterlijke verschijnselen der
beweging ontstord een, vaak onverantwoor
delijk aangewakkerde onrust onder de Eüro-
peesche bevolking, welke climax vond in een
nauwelijks te beteugelen vrees voor het erg
ste, welke ten slotte een vrees voor het
minste bleek te zijn. Het waren dagen, waar
in men het zich uiterst moeilijk heeft ge
maakt en welke overigens hebben bewezen
hoe zéér ver de Europeanen hier van het
volk des lands verwijderd staan en hoe wei
nig vermoed werd, dat ook daar een eigen
leven met eigen verlangens wordt geleefd.
Het is ook aan de rustige en zekere houding
van de regeering te danken, dat geen erger
dingen zijn geschied".
Berichten.
De Staatscourant van Zaterdag 7 Febr.
bevat o.a. de volgend* Kon. besluiten:
benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de
rechtbank te Utrecht jhr. mr. K. J. Schorer,
advocaat, kantonrechler-plaalsvcrvanger al
daar;
benoemd tot bureelambtenaar bij den Rijks
waterstaat 3e kl. S. v. d. Veer, te Amsterdam,
thans tijdelijk;
eervol ontslagen wegens lichaamsgebreken
de kapitein der artillerie S. M. S. de Ranitz
en de officier van gezondheid le kL J. Yan
Leent, beiden op non-activteit;
op verzoek eervol ontslagen dc commies der
telegrafie le kl. G. L. Verweij;
benoemd tot directeur van het post- en te
legraafkantoor te Vught H. Janssen, thans te
Drachten.
10 0-jarig bestaan 3e regiment
huzaren. De Koningin is voornemens de
wapenschouwing van hel 3e reg. huzaren op
Vrijdag 13 Februari ter viering van het 100-
jarig beslaan van dit ruiterij-corps, in he»
Malieveld bij te wonen.
De derde vredesconferentie
Van bevoegde z-ijdo hier te lande worden de
berichten, alsof Amerika uitnoodigingen heeft
gedaan voor het houden eener 3e Vredescon
ferentie onjuist verklaard.
Alvorens dit kon, moet nog eerst een inter
nationale commissie een regeling en program
van werkzaamheden vaststellen. Die commis
sie is er nog wel, maar de NederL Regeering
is bezig met hare vorming.
Pensioenfondsvoor eraeent e-
ambtenaren. In een nota naar aanleiding
van het verslag der Tweede Kamer over de
bcgrooting voor het pensioenfonds voor ge
meente-ambtenaren, deelt de minister van
Financiën o. a. mede, dat de ambtenaren van
liet weduwen- en weczcnfonds voor burger
lijke ambtenaren, die eenigen arbeid zullen
verrichten voor het Pensioenfonds voor de
gemeenteambtenaren op denzelfden wet werk
zaam blijven ten behoeve van cerstgenucuU
fonds.
Do Minister vond geen aanleiding terug tf
komen op dc beslissing van zijn amblsvoor*
ganger, die gemeend heeft niel le moeien \ob
doen aan het verzoek van het besïuur
genoemd weduwen- en wee/imfonds om rJ
meerdering van het aantal ambtenaren.
De Minister vertrouwt dat de vermeerde
ring met eenvoudige werkzaamheden «ecu be
zwaar zal opleveren.
Niet alleen de kosten van het geldelijk be
heer, doch die van de administratie in li af
geheel moeten dus door het fonds '„orden
gedragen, zoodat ook dc uitgaven voor den ar
beid aan den Pensioenraad voor de gemeente
ambtenaren den adviseur der Regcering
ten opzichte van het administratief beheer -
ten laste van het fonds bchooren komen.
Vrij reizen voor Kamerleden.
Do spoorwegmaatschappijen hebben vrij
vervoer toegestaan voor alle Kamerleden, dus
ook voor hen, die er ni<*t om verzochten, en
zonder dat door de maatschappijen ei-nigerief
voorwaarde is gesteld.
Concentratie-comité der Vrijzinnige
partijen.
Naar wij vernemen hebben in hel Con
centratie-Comité der vrijzinnige parhjer
thans zaling:
voor de Liberale Unie de heeren nu D.
Fock, prof. mr. J. E. Heeres, mr. P. Rink en
A. Roodhuyzen;
voor den Vrijziniiig-Deinocraliiclicn Bond
de heeren dr. D. Bos, mr. L. N. Roodcnluirg
Herman Snijders en mr. J. II. Thiel;
en voor den Bond van Vrije Liberalen di
heeren mr. H. C. Dresselhuys, F. J. W. Drion,
mr. M. Tydeman Jr. cn prof. mr. A. C Visscï
van IJzendoorn.
Hel bureau van hel Coinilé beslaat uit df
heeren mr. M. Tydeman Jr., voorzitternu*
D. Fock, ondervoorzitter, en mr. L. N. Ro<*
denburg, secretaris-penningmeester.
Uit Ingekomen berichten bij den inspccj
teoir van het imilitair onderwijs is, zoo mcidf
do Avondp., gebleken, dat do dclacheering
bij de korpsen van cadetten en lcurli.igen van
den Hoofdcursus, in opleiding lot beroeps^
officier, niet die vruchten afwerpt, welke zou
den verkregen kunnen worden.
Dikwijls worden aan deze adspirant-offlclei
minderwaardige diensten opgedragen, torwij!
zij niet worden belast met de leiding of uft^
voering van voor hen leerzame oefeniugen.
De bijzondere aandacht der korps-comman
danten is op deze aangelegenheid gevestigd/
Staatsraad Mr. Borrel Naar me*
verneemt zal de Staatsraad mr. Borrel we*
gens gezondheidsredenen gedurende de eersF
volgende maanden nog geen deel nemen aaj|
de werkzaamheden van den Raad van Stataj
De volgende alphabetische aanbeveling*
lijst is opgemaakt voor rechter in de rechlf
bank te Zierikzee: mrs. H. do Bie, F. J. Lij
man en J. A. van der Mersch, allen substituu*
griffier, respectievelijk bij de rechtbanken *4
Zwolle, Utrecht en Breda.
Tot oommies-redacteur ter secretarie
Enschedé is benoemd de heer mr. L. C vaml
Hot bestaan van den menscih is eigenlijk
geworteld in Hoop; geen ander '^zijn bczi
dan Hoop; zijn goheele levenswereld is aller
eerst een wereld van Hoop.
oorspronkelijke roman
door
- H. "WITTE.
Wel scheen de belooning, hoewel niet on
evenredig aan den op zichzelf kleinen, maar
in zijn beteekenis zeer belangrijken dienst,
ruim, zeer ruim zelfs, maar Dubbelman hield
niet van half werk; wat hij deed, deed hij
zoo goed als hem mogelijk was, terwijl hij
hier de mogelijkheid inzag, om een hm ik ha ar
mensch voor een later rampzalig leven te vrij
waren. Ook wist hij zeer goed dat de heer
Wermann, ook al had hij zich niet in dien
zin uitgelaten, wat toch wel degelijk het geval
was, hieraan zijn volkomen goedkeuring zou
hechten. Daar kwam nog bij dat hij zulk een
tulp allerlei kleinigheden, zoowel voor het
.heerenhuis als voor zich zeiven, zeer goed
jkon gebruiken, zoodat dit hem goed van pas
kwam.
De vraag bleef natuurlijk of zulk een land
loper voor geregelde en ordelijke bezigheid
hikt en of zijn vagebondeeren voor hem
geen tweede natuur zou geworden zijn; of hij
zich naar het stille leven in dien beperkten
kring op den duur zou kunnen schikken. Daar
viel voorshands niets van te zeggen, maar hel
was toch wel waarschnlijk dat hij aan een
goed leven boven een dat slechts armoede en
gebrek kon opleveren de voorkeur zou geven.
Met den boer en diens vrouw had hij wel
een beetje moeite gehad. Dit waren reeds
vrij bejaarde lieden, die een lange reeks van
jaren daar in dienst waren geweest. Deze
boerderij toch hoorde tot de eigen exploitatie
en bevond zich dan ook in de onmiddellijke
nabijheid, beneden achter de tweede, lage
beek, terwijl die, welke zich op grooteren
afstand bevonden, verpacht waren; de boer
behoorde dus tot het personeel van den Ter
penberg en was derhalve aan Dubbelman
direct ondergeschikt.
Ware dit niet het geval geweest en droe
gen ze den heer Dubbelman, hun voormaligen
huisgenoot, niet zooveel achting toe, het zou
hem niet gelukt zijn, dien nieuweling in dezen
kring te doen opnemen. Ook kon hij niet ont
veinzen dat zij reden hadden om daartegen
op te zien. Het geld was geen bezwaar; daar
konden ze hem wel voor houden; maar zoo'n
smerige bedelaar I Wie wist wat ze in huis
haalden?
liet gelukte hem echter die bezwaren goed
deels weg te praten, en. de slotsom was dat
ze het zouden probeeren.
Heel anders ging het met het huispersoneel
op den Terpenberg; de dienstboden toch, de
vrouwelijke inzonderheid, maar ook Willem,
de eigenlijke huisknecht, kenden den meestal
vroolijjken en vroolijkheid brengenden trom
petter van ouds, en ze mochten hem wel lij
den, al trokken ze voor zijn smerige plunje
vaak den neus op. Ze hadden het toen Dub
belman hen opzocht om hen op de komst van
dezen nieuwen assistent voor te bereiden
nog druk over den door hem voorkomen
diefstal. Het was duidelijk merkbaar dat hij
het daar niet kwaad zou hebben. Uok waren
ze blijkbaar nieuwsgierig hoe hij er wel zou
uitzien, als hij niel zoo toegetakeld was als
voornamelijk in den laatslen Lijd, en toen
Dubbelman zeide dat hij zijn trompet meè zou
brengen, gaf men lachend te kennen dat hij
met vreugde zou ontvangen worden.
Wat eindelijk zijn eigen huisgenooten be
treft, Margo vond het heel aardig, waarbij zij
in dc eerste plaats aan de trompet dacht,
maar heel anders de huishoudster. Deze zette
toen Dubbelman haar vertelde welke hulp zij
eerstdaags zou krijgen, groote oogen op en
schudde afkeurend met het hoofd. Ze was
toch kraakzindelijk, en de gedachte dat zij
dezen smeerpoes in de keuken zou moeten
toelaten, walgde haar.
Ik zeg niets; meneer moet zelf maar we
ten wat hij doet, maar
Ze was wel degelijk van plan om wat te
gaan zeggen, maar Dubbelman, die reeds wist
wat nu zou volgen, hield den stroom tegen.
Laat dat maar aan mij over; het zal beter
gaan dan je denkt; 't zal je zeker meèvallen
Deze laatste voorspelling werd al zeer
spoedig bewaarheid.
Toen er, een dag of drie later, gebeld was
en Mina de deur opende, stond ze met een
open mond den bezoeker aan te gapen. Zij
kon van verwondering eerst geen woord
uitbrengen; maar spoedig kwam het los, ter
wijl ze de handen inéénsloeg.
Ben jij dat? Hemelsche goedheid, ben
jij dat? Wel man, wat ben je veranderd; wat
zie je er nu knap uit! Wie had dat kunnen
denken? En je trompet, waar is je trompet?
Die heb ik in Arnhem met mijn bagage
achtergelaten. De bode brengt mijn kolfers
morgen mee.
Je koüersl Nou, het zal watl Maar vent,
wat hen je veranderd. Als ik \e buiten tegen
kwam zou ik je niet herkennen.
Onthoudt dan maar goed hoe ik er uitzie
Maar ga nu asjeblieft meneer even waar
schuwen dat ik er ben. Is hij thuis?
Ja, hij is boven. Ik zal 't hem gaan zeg
gen.
En hoofdschuddend, maar nu niet van mis
noegen, ging zij naar boven, waar Dubbelman
een eind aan het relaas moest maken, door
le zeggen dat ze hem maar bij hem moest laten
komen.
Toen Jan, bij dezen eenvoudigen naam zou
hij voortaan genoemd worden, binnengeko
men was cn de deur achter zich gesloten had,
keek Dubbelman hem met zichtbaar welge
vallen even aan, want inderdaad, de veran
dering was veel grooter dan hij zich had
kunnen voorstellen, en het spreekwoord dat
de kleeren den man maken, werd hier ten
volle bevestigd. De vroegere landloopcr, dien
men met geen vinger zou hebben willen aan
raken, zag er in zijn eenvoudig, maar net
kostuum, reoht kranig uit, hetgeen te meer
trof, als men dezen Jan met dien van vóór
weinige dagen vergeleek, wat men onwille
keurig deed.
Een kort jasje, broek en vest waren van
dezelfde goedkoope stof; een gekleurde das
was op het stijve overhemdje netjes vastge-
strikt; hij hield een klein rond hoedje in de
hand en een paar, nu wel wat bestoven
maar nette schoenen voltooide het geheel.
De groote verandering had echter zijn
facie ondergaan. Wei waren zijn door het
blazen vermoedelijk opgezwollen wangen
geslonken, maar de blozende kleur, die vroe*^
ger met zijn vuilen baard, want behoorlijk
geschoren had men hem daar nooit geziem
zoo slecht harmoniëerde, gaf nu aan zijn glad
gezicht, gevoegd bij zijn eeuwigen glimlac^
en zijn vrijen oogopslag, iets guitigs, dat om
weerstaanbaar voor hem innam.
Het was, in één woord, een volkomen metai
morphose.
Zoo, maat, zei Dubbelman, beD je daan
Kerel, wat ben je veranderd. Je ziet er uit ont
je door een ringetje te halen.
Ja, meneer, eigenlijk ben ik daar wel
wat over verlegen. Maar in den winkel of hel
magazijn waar u me gestuurd hebt om een pak
kleeren te koopen, hadden ze niets minders,
en dit was nog het goedkoopste. Maar het if
geen werkpak; goed alleen is het voor den
Zondag en ik ben er heel dankbaar voor, en
daarom trok ik het vandaag aan. Nu kon ik
bij een uitdrager voor een prikje een werk
broek en een kiel koopen, daar kwam mi)
wat u mij hebt gegeven goed bij te pas.
Dit leek Dubbelman, die wel eenige vrees
had gekoesterd dat hij, die geen geld gewoon
was, aan die tien gulden een verkeerde be
stemming zou hebben gegeven, en, na enkele
inlichtingen stuurde hij hem naar het hee
renhuis, om zich daar met de dienstboden te
verstaan. Dat hij ook daar goed ontvangen
werd is licht te begrijpen.
Wordt vervolgd'