DE EEMLAN DER". Zaterdag 7 Februari 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. Op den Terpenberg. 12" jaargang, Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort1 l.<»0. Idem franco per post 1*50» Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. ^izonderlyke nummers - 0.05. 2>eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen* 1 Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.* f o.Sft, Elke regel meer0.10/ Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbotaling. Groote letters naar pl uatsruimte. Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement* Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Ons belang bij het behoud van lndië. li. "Wanneer wij spreken van de 2000 millioen, "waarop het kapitaal, bij de Indische onder nemingen betrokken, word* geschat, en van de 300 millioen gulden, welke volgens ra ming aan ja-arlijkische revenuen uit lndië worden genoten, dan dient hierbij lc worden opgemerkt, dat hiermede niet uitsluitend Ne- derlandsche belangen zijn gemoeid. Immers van sommige in Nederland of lndië gevestigde maatschappijen (die welke in het buitenland haar zetel hebben zijn buiten rekeni'ng gela ten), zijn de aandeclen voor een grooter of kleiner deel in banden van buitenlanders, én onder de particuliere ondernemers en de ge ëmployeerden der in lndië gevestigde bedrij ven komen, hier meer daar minder, vreemde lingen voor. En zelfs onder de Europeanen, die Staatsbetrekkingen heikleeden, zijn er van vreemde nationaliteit, zoo bijv. ingenieurs en officieren van gezondheid. En eindelijk dienen er bij het O.-I. leger, zooals van algemeene be kendheid is, in de mindere rangen steeds Belgen, Duitschers, Oostenrijkers. Zwitsers enz. Hoe nu in al deze verschillende opzichten precies de verhouding is tusschen het belang van Nederlanders en van personen van ande re nationaliteit, is onmogelijk aan te geven. Maar wat inmiddels vast staat is. dat op ieder gebied het Nederlandsche belang verreweg overwegend is. Natuurlijk komen ook de indirecte voordee- len niet alleen aan Nederlanders ten goede. Het zou niet mogelijk zijn den vreemden on dernemingsgeest op handelsgebied buiten te sluiten, en hot zou zeker evenmin verstandig zijn daarnaar te streven. Doch dit neemt niel weg, dat ten aanzien van den handelsomzet van lndië Nederland de allereerste plaats in neemt, zoowel in den invoer als in den uit voer. Hot bepalen van de juiste verhouding Is ook hier alweer niet wel mogelijk. De be staande statistische gegevens zijn daarvoor niet voldoende. De waardeberekening, bij het samenstellen der Nederlandsche in- en uitvoer statistiek gebezigd, is vooral hoogst gebrek kig, omdat daarbij als maatstaf geldt een ta rief, debt in 1846 is vastgesteld. De Indische statistiek is in dit opzicht zeker veel beter, omdat de prijzön voor de velschillende arti kelen jaarlijks opnieuw worden bepaald. Hier stuiten wij echter op een andere moeilijkheid, welke verband houdt inet het nagaan van het land van herkomst of bestemming, voor het geval in een tusschenhaven hetzij Europa, hetzij Azië, voornamelijk te Singapore of Pe- nang overlading heeft plaats gehad. Wij geven daarom hier de opbrengst van eenige der voornaamste producten, geduren de iv!2 in Nederland in veiling verkocht, als- Tabak 84 millioen, IhetJ 7 miilioen, tin 40 millioen. De bruto-opbrengst der verkochte producten hier te lande aangevoerd door de Nederl, Handelmaatschappij (koffie, Kina, tin, tabak, thee, copra, rubber enz.) beliep in dit jaar 71 millioen, terwijl aan den Staat werd verantwoord als opbrengst in Nederland van de Gouverncmentsproducten, met inbegrip der door de Biliton^maatschappij betaalde pacht schat, ruim 42 millioen gulden. Tot dusver is nog slechts een betrekkelijk klein gedeelte van do vruchtbare eilanden in cultuur gebracht. De van de tot nu toe be bouwde uitgestrektheid te verwachten oogs ten worden, volgens Mr. 's Jacob, president van de Kamer van Koophandel te Batavia, wanneer de plantingen ten volle ontwikkeling zullen zijn gekomen, berekend op: suiker 150, tabak 168, thee 25.5, Icoffiö 208, kinabast 4.3, cacao 1.6, djatihout 3 5. tapioca 4, di- yersen 2.5. te zamen 380 millioen, waarin niet is begrepen de snel stijgende opbrengst van de rubber, welke nog niet is te begrooten. Daarbuiten vallen de eveneens voor ruimer debiet vatbaar geachte minerale voortbreng selen en bosch- en zeeproducten, waarvan de uitvoer in 1910 ruim 120 millioen bedroeg. Als de takken van de Nederlandsche nij verheid. die bij den export naar lndië voor namelijk belang hebben, noemen wij de tex- ■tiel-industrie (het totaal van dien invoer van manufacturen uit Nederland in lndië bedroeg in 1911 34 millioen), de machine-industrie (met 10 millioen) en verder de fabricago van spoorwegmaterieel. gedistilleerd, papier, glas werk, klcedcren, boter, olie, veekoeken, bis cuit aardewerk; chemicaliën, zeep, verfwa ren, tabak, sigaren en sigaretten, .boeken, blikwerk, amoniak, automobielen, rijwielen enz. Ook liier zijn alle bolangen niet precies onder cijfers te brengen. Van het indirecte voordeel, dat de Indische scheepvaart aanbrengt dat is dus afgezien van de winsten door de maatschappijen uit gekeerd zijn wij echter door calculatie kun nen komen tot een meer nauwkeurig beeld. De bouwkosten van nieuwe schepen voor de Indische stoomvaartlijnen, gedurende de bei de vorige jaren op Nederlandsche werven vol tooid of op stapel gezet, bedragen omstreeks 35 millioen- Van de 97 stoomschepen, die de Koninkl. Paketvaart Mij. in de vaart heeft is voor moer dan 90 dor waarde in Nederland geblouwd De leverantiën voor uitrusting der schepen in Nederland beloopt thans ongeveer 6 mil lioen per jaar. Door de 4 maatschappijen wordt jaarlijks uitbetaald aan gages aan de Nederlandsche bemanning der schepen, sala rissen van ambtenaren en loonen van werk lieden in Nederland, (met inbegrip van pen sioenen) omstreeks 9 millioen. Hier buiten valt de commissie, uitbetaald aan de agenten, waal-van het gezamenlijk bedrag eveneens In de milliocnen loopt. Eindelijk wordt in Ne derland voor de stoomschepen aan haven- en loodsgelden een paar ton per jaar betaald. Van wat de Indische scheepvaart voor ons land beloekent (wij bepaalden ons tot de ge regelde lijnen) geven deze cijfers eenig denk beeld. Men boude in het oog, dat door de snelle uitbreiding der thans 185 schepen tel lende vloot, welke verbindingen in den Archi pel en -met Nederland, Engelsch lndië. Aus tralië, China en Japan onderhoudt, de uitga ven van jaar tot jaar beduidend stijgen. Hot moeilijkst in cijfers uil te drukken is het belang, dat de kleinhandel, de leveran ciers van allerlei levensbeuoodigdheden, mei inbegrip van de beoefenaars der bouwvakken hebben bij dat gedeelte der bevolking zeker niet het minst koopkrachtige dat, na terug keer uit O. lndië, in het vaderland zijn rente of pensioen verteert. En evenmin is het na le gaan, welk bedrag de fiscus aan rijks- en gemeentebelastingen, als aandeel in de di recte en indirecte baten uit lndië ontvangt Een feit is het, dat de Staat meedeelt in de algemeene welvaart van zijn burgers. En het Koloniaal belang is voor Nederland zeker een zeer voorname, zoo niet voornaamste factoi voor de algemeene welvaart. En nu ten slotte. Wij schreven hier boven: „Ons belang bij het behoud van lndië". Dit beteekent niet, dat voor het geval Nederland den Oost verloor, alle bezittingen van Neder landers in Inuië met één sjlag rouden verlo ren zijn. Het gezag, dat het Nederlandsche al daar zoat opvolgen, zou den eigendom van particulieren hebben te eerbiedigen. Maar het beteekent wel, dat de Nederlan ders gaandeweg uit lndië rouden worden ver drongen. Een vreemde overweldiger zou zicb zeker niet meester maken van den Archipel om den tegenwoordigen gang van zaken to bestendigen en den Hollanders het leeuwen deel der economische voordeelen te laten. Dat spreekt van zelf. Eerst zou hij natuurlijk alle Nederlanders, die openbare betrekkingen bekleeden, naar huis zenden. En als het ons dan mocht geluk ken ons op den duur in onze bandelsrelaliën met onze voormalige kolonie te handhaven, dan zou dit zijn in evenredigheid tot de an dere vreemde naties, hetgeen als het naar de getalsterkte gaat, hierop zou neerkomen, dat Nederland in lndië niet meer zou innemen dc eerste plaats doch de.~... vijf en twintigste! N. C (B. v. D. Uit de Pers. Het jaar 1913 voor lndië. De Locomotief stond in haar Oude- jaarsbeschouwing sv'n bij den keer van zaken in de Nederlandsche staatkunde en den in vloed daarvan op de koloniale politiek: „Voor de kolonie is deze keer van zaken in de moederlandsche staatkunde van in vloed, voor zoover er een waarborg mee ge geven is, dat een uiterst kerkelijk bewind van het moederland niet verder ook naar deze kolonie zal worden overgebracht, naar een land, dat geen christelijke natie bergt, geen speciaal christelijke verlangens koestert, geen beroep kent op christelijke tradities, dat den aanleg voor hooger beschaving heeft ge toond met behoud van den eigen godsdienst en het eigen gedachtenleven. Er is thans zekerheid, dat het nieuwe gou vernement alles zal nalaten wat een natuur lijken invloed van den christelijken gods dienst in dit land zou kunnen keeren, maar óók dat niets zal worden geduld, wat zich tegen de godsdienstige overtuigingen en verlangens va ndc inlandsche bevolking zou kunnen richten. Het jaar 1913 was voor de kolonie ook merkwaardig door de onderbreking van de gladde rust, waaronder tot nu hier kon wor den geleefd en gewerkt. Er is eerst het ingrijpen der regeering in de actie der Indische Partij, welke met de weigering der rechtspersoonlijkheid en de bekende interneeringen eindigde. Maar ook had het zich bewuster worden der Ooster- sche volken onze inlandsche samenleving bereikt. Er kwamen daar verlangens en grie ven tot leven in den vorm van de Sarakat Is lam. Deze opleving is een geheel natuurlijk en dan tevens een onvermijdelijk verschijn sel natuurlijk en onvermijdelijk is óók, dat dit allereerste begin van bewust worden on der een ongeschoolde, bijgeloovige, religieus aangedane massa zich onklaar en onrustig uit Bij de eerste uiterlijke verschijnselen der beweging ontstord een, vaak onverantwoor delijk aangewakkerde onrust onder de Eüro- peesche bevolking, welke climax vond in een nauwelijks te beteugelen vrees voor het erg ste, welke ten slotte een vrees voor het minste bleek te zijn. Het waren dagen, waar in men het zich uiterst moeilijk heeft ge maakt en welke overigens hebben bewezen hoe zéér ver de Europeanen hier van het volk des lands verwijderd staan en hoe wei nig vermoed werd, dat ook daar een eigen leven met eigen verlangens wordt geleefd. Het is ook aan de rustige en zekere houding van de regeering te danken, dat geen erger dingen zijn geschied". Berichten. De Staatscourant van Zaterdag 7 Febr. bevat o.a. de volgend* Kon. besluiten: benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Utrecht jhr. mr. K. J. Schorer, advocaat, kantonrechler-plaalsvcrvanger al daar; benoemd tot bureelambtenaar bij den Rijks waterstaat 3e kl. S. v. d. Veer, te Amsterdam, thans tijdelijk; eervol ontslagen wegens lichaamsgebreken de kapitein der artillerie S. M. S. de Ranitz en de officier van gezondheid le kL J. Yan Leent, beiden op non-activteit; op verzoek eervol ontslagen dc commies der telegrafie le kl. G. L. Verweij; benoemd tot directeur van het post- en te legraafkantoor te Vught H. Janssen, thans te Drachten. 10 0-jarig bestaan 3e regiment huzaren. De Koningin is voornemens de wapenschouwing van hel 3e reg. huzaren op Vrijdag 13 Februari ter viering van het 100- jarig beslaan van dit ruiterij-corps, in he» Malieveld bij te wonen. De derde vredesconferentie Van bevoegde z-ijdo hier te lande worden de berichten, alsof Amerika uitnoodigingen heeft gedaan voor het houden eener 3e Vredescon ferentie onjuist verklaard. Alvorens dit kon, moet nog eerst een inter nationale commissie een regeling en program van werkzaamheden vaststellen. Die commis sie is er nog wel, maar de NederL Regeering is bezig met hare vorming. Pensioenfondsvoor eraeent e- ambtenaren. In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer over de bcgrooting voor het pensioenfonds voor ge meente-ambtenaren, deelt de minister van Financiën o. a. mede, dat de ambtenaren van liet weduwen- en weczcnfonds voor burger lijke ambtenaren, die eenigen arbeid zullen verrichten voor het Pensioenfonds voor de gemeenteambtenaren op denzelfden wet werk zaam blijven ten behoeve van cerstgenucuU fonds. Do Minister vond geen aanleiding terug tf komen op dc beslissing van zijn amblsvoor* ganger, die gemeend heeft niel le moeien \ob doen aan het verzoek van het besïuur genoemd weduwen- en wee/imfonds om rJ meerdering van het aantal ambtenaren. De Minister vertrouwt dat de vermeerde ring met eenvoudige werkzaamheden «ecu be zwaar zal opleveren. Niet alleen de kosten van het geldelijk be heer, doch die van de administratie in li af geheel moeten dus door het fonds '„orden gedragen, zoodat ook dc uitgaven voor den ar beid aan den Pensioenraad voor de gemeente ambtenaren den adviseur der Regcering ten opzichte van het administratief beheer - ten laste van het fonds bchooren komen. Vrij reizen voor Kamerleden. Do spoorwegmaatschappijen hebben vrij vervoer toegestaan voor alle Kamerleden, dus ook voor hen, die er ni<*t om verzochten, en zonder dat door de maatschappijen ei-nigerief voorwaarde is gesteld. Concentratie-comité der Vrijzinnige partijen. Naar wij vernemen hebben in hel Con centratie-Comité der vrijzinnige parhjer thans zaling: voor de Liberale Unie de heeren nu D. Fock, prof. mr. J. E. Heeres, mr. P. Rink en A. Roodhuyzen; voor den Vrijziniiig-Deinocraliiclicn Bond de heeren dr. D. Bos, mr. L. N. Roodcnluirg Herman Snijders en mr. J. II. Thiel; en voor den Bond van Vrije Liberalen di heeren mr. H. C. Dresselhuys, F. J. W. Drion, mr. M. Tydeman Jr. cn prof. mr. A. C Visscï van IJzendoorn. Hel bureau van hel Coinilé beslaat uit df heeren mr. M. Tydeman Jr., voorzitternu* D. Fock, ondervoorzitter, en mr. L. N. Ro<* denburg, secretaris-penningmeester. Uit Ingekomen berichten bij den inspccj teoir van het imilitair onderwijs is, zoo mcidf do Avondp., gebleken, dat do dclacheering bij de korpsen van cadetten en lcurli.igen van den Hoofdcursus, in opleiding lot beroeps^ officier, niet die vruchten afwerpt, welke zou den verkregen kunnen worden. Dikwijls worden aan deze adspirant-offlclei minderwaardige diensten opgedragen, torwij! zij niet worden belast met de leiding of uft^ voering van voor hen leerzame oefeniugen. De bijzondere aandacht der korps-comman danten is op deze aangelegenheid gevestigd/ Staatsraad Mr. Borrel Naar me* verneemt zal de Staatsraad mr. Borrel we* gens gezondheidsredenen gedurende de eersF volgende maanden nog geen deel nemen aaj| de werkzaamheden van den Raad van Stataj De volgende alphabetische aanbeveling* lijst is opgemaakt voor rechter in de rechlf bank te Zierikzee: mrs. H. do Bie, F. J. Lij man en J. A. van der Mersch, allen substituu* griffier, respectievelijk bij de rechtbanken *4 Zwolle, Utrecht en Breda. Tot oommies-redacteur ter secretarie Enschedé is benoemd de heer mr. L. C vaml Hot bestaan van den menscih is eigenlijk geworteld in Hoop; geen ander '^zijn bczi dan Hoop; zijn goheele levenswereld is aller eerst een wereld van Hoop. oorspronkelijke roman door - H. "WITTE. Wel scheen de belooning, hoewel niet on evenredig aan den op zichzelf kleinen, maar in zijn beteekenis zeer belangrijken dienst, ruim, zeer ruim zelfs, maar Dubbelman hield niet van half werk; wat hij deed, deed hij zoo goed als hem mogelijk was, terwijl hij hier de mogelijkheid inzag, om een hm ik ha ar mensch voor een later rampzalig leven te vrij waren. Ook wist hij zeer goed dat de heer Wermann, ook al had hij zich niet in dien zin uitgelaten, wat toch wel degelijk het geval was, hieraan zijn volkomen goedkeuring zou hechten. Daar kwam nog bij dat hij zulk een tulp allerlei kleinigheden, zoowel voor het .heerenhuis als voor zich zeiven, zeer goed jkon gebruiken, zoodat dit hem goed van pas kwam. De vraag bleef natuurlijk of zulk een land loper voor geregelde en ordelijke bezigheid hikt en of zijn vagebondeeren voor hem geen tweede natuur zou geworden zijn; of hij zich naar het stille leven in dien beperkten kring op den duur zou kunnen schikken. Daar viel voorshands niets van te zeggen, maar hel was toch wel waarschnlijk dat hij aan een goed leven boven een dat slechts armoede en gebrek kon opleveren de voorkeur zou geven. Met den boer en diens vrouw had hij wel een beetje moeite gehad. Dit waren reeds vrij bejaarde lieden, die een lange reeks van jaren daar in dienst waren geweest. Deze boerderij toch hoorde tot de eigen exploitatie en bevond zich dan ook in de onmiddellijke nabijheid, beneden achter de tweede, lage beek, terwijl die, welke zich op grooteren afstand bevonden, verpacht waren; de boer behoorde dus tot het personeel van den Ter penberg en was derhalve aan Dubbelman direct ondergeschikt. Ware dit niet het geval geweest en droe gen ze den heer Dubbelman, hun voormaligen huisgenoot, niet zooveel achting toe, het zou hem niet gelukt zijn, dien nieuweling in dezen kring te doen opnemen. Ook kon hij niet ont veinzen dat zij reden hadden om daartegen op te zien. Het geld was geen bezwaar; daar konden ze hem wel voor houden; maar zoo'n smerige bedelaar I Wie wist wat ze in huis haalden? liet gelukte hem echter die bezwaren goed deels weg te praten, en. de slotsom was dat ze het zouden probeeren. Heel anders ging het met het huispersoneel op den Terpenberg; de dienstboden toch, de vrouwelijke inzonderheid, maar ook Willem, de eigenlijke huisknecht, kenden den meestal vroolijjken en vroolijkheid brengenden trom petter van ouds, en ze mochten hem wel lij den, al trokken ze voor zijn smerige plunje vaak den neus op. Ze hadden het toen Dub belman hen opzocht om hen op de komst van dezen nieuwen assistent voor te bereiden nog druk over den door hem voorkomen diefstal. Het was duidelijk merkbaar dat hij het daar niet kwaad zou hebben. Uok waren ze blijkbaar nieuwsgierig hoe hij er wel zou uitzien, als hij niel zoo toegetakeld was als voornamelijk in den laatslen Lijd, en toen Dubbelman zeide dat hij zijn trompet meè zou brengen, gaf men lachend te kennen dat hij met vreugde zou ontvangen worden. Wat eindelijk zijn eigen huisgenooten be treft, Margo vond het heel aardig, waarbij zij in dc eerste plaats aan de trompet dacht, maar heel anders de huishoudster. Deze zette toen Dubbelman haar vertelde welke hulp zij eerstdaags zou krijgen, groote oogen op en schudde afkeurend met het hoofd. Ze was toch kraakzindelijk, en de gedachte dat zij dezen smeerpoes in de keuken zou moeten toelaten, walgde haar. Ik zeg niets; meneer moet zelf maar we ten wat hij doet, maar Ze was wel degelijk van plan om wat te gaan zeggen, maar Dubbelman, die reeds wist wat nu zou volgen, hield den stroom tegen. Laat dat maar aan mij over; het zal beter gaan dan je denkt; 't zal je zeker meèvallen Deze laatste voorspelling werd al zeer spoedig bewaarheid. Toen er, een dag of drie later, gebeld was en Mina de deur opende, stond ze met een open mond den bezoeker aan te gapen. Zij kon van verwondering eerst geen woord uitbrengen; maar spoedig kwam het los, ter wijl ze de handen inéénsloeg. Ben jij dat? Hemelsche goedheid, ben jij dat? Wel man, wat ben je veranderd; wat zie je er nu knap uit! Wie had dat kunnen denken? En je trompet, waar is je trompet? Die heb ik in Arnhem met mijn bagage achtergelaten. De bode brengt mijn kolfers morgen mee. Je koüersl Nou, het zal watl Maar vent, wat hen je veranderd. Als ik \e buiten tegen kwam zou ik je niet herkennen. Onthoudt dan maar goed hoe ik er uitzie Maar ga nu asjeblieft meneer even waar schuwen dat ik er ben. Is hij thuis? Ja, hij is boven. Ik zal 't hem gaan zeg gen. En hoofdschuddend, maar nu niet van mis noegen, ging zij naar boven, waar Dubbelman een eind aan het relaas moest maken, door le zeggen dat ze hem maar bij hem moest laten komen. Toen Jan, bij dezen eenvoudigen naam zou hij voortaan genoemd worden, binnengeko men was cn de deur achter zich gesloten had, keek Dubbelman hem met zichtbaar welge vallen even aan, want inderdaad, de veran dering was veel grooter dan hij zich had kunnen voorstellen, en het spreekwoord dat de kleeren den man maken, werd hier ten volle bevestigd. De vroegere landloopcr, dien men met geen vinger zou hebben willen aan raken, zag er in zijn eenvoudig, maar net kostuum, reoht kranig uit, hetgeen te meer trof, als men dezen Jan met dien van vóór weinige dagen vergeleek, wat men onwille keurig deed. Een kort jasje, broek en vest waren van dezelfde goedkoope stof; een gekleurde das was op het stijve overhemdje netjes vastge- strikt; hij hield een klein rond hoedje in de hand en een paar, nu wel wat bestoven maar nette schoenen voltooide het geheel. De groote verandering had echter zijn facie ondergaan. Wei waren zijn door het blazen vermoedelijk opgezwollen wangen geslonken, maar de blozende kleur, die vroe*^ ger met zijn vuilen baard, want behoorlijk geschoren had men hem daar nooit geziem zoo slecht harmoniëerde, gaf nu aan zijn glad gezicht, gevoegd bij zijn eeuwigen glimlac^ en zijn vrijen oogopslag, iets guitigs, dat om weerstaanbaar voor hem innam. Het was, in één woord, een volkomen metai morphose. Zoo, maat, zei Dubbelman, beD je daan Kerel, wat ben je veranderd. Je ziet er uit ont je door een ringetje te halen. Ja, meneer, eigenlijk ben ik daar wel wat over verlegen. Maar in den winkel of hel magazijn waar u me gestuurd hebt om een pak kleeren te koopen, hadden ze niets minders, en dit was nog het goedkoopste. Maar het if geen werkpak; goed alleen is het voor den Zondag en ik ben er heel dankbaar voor, en daarom trok ik het vandaag aan. Nu kon ik bij een uitdrager voor een prikje een werk broek en een kiel koopen, daar kwam mi) wat u mij hebt gegeven goed bij te pas. Dit leek Dubbelman, die wel eenige vrees had gekoesterd dat hij, die geen geld gewoon was, aan die tien gulden een verkeerde be stemming zou hebben gegeven, en, na enkele inlichtingen stuurde hij hem naar het hee renhuis, om zich daar met de dienstboden te verstaan. Dat hij ook daar goed ontvangen werd is licht te begrijpen. Wordt vervolgd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5