f Ken Steen van Ommeren, commies ter secre- jtarie van de Rijkswerfdnrichtingen te Veen- puizen. Mevrouw C te Mijtelaai^-Gra- ider. t In de Boerhave-kliniek te Amster dam, waar zij den laatsten tijd verpleegd werd, is op 54-jari.gen leeftijd overleden de actrice mevrouw C. te Mijtelaar-Grader, des- Itijds verbonden aan het (voormalige) gezel schap Stoel en Spree. Zonderling! Te Medemblik is door ;de R.-K. geestelijkheid afgekondigd, dat de- parochianen niet mogen teekenen op het pe- ^tionnement voor „Plaatselijke Keuze". Wie nog niot mocht gehoord hebben, kan een ^"Waarschuwing" daaromtrent mzen, welke In de kerk is aangeplakt! Misschien wel in Verband met het bovenstaande, is het comité Voor JP1. K." te Medemblik ontbonden Hbld. Onbevoegde uitoefening der artsen ij bereidkunde. Het gerechtshof te Amsterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van een drogist te Goor, die met over- ■«chrijddng van haar beroepsgrenzen een re cept gereed maakte en afleverde en te dier £ake de vorige week voor het Hof terechl- ^ïtond, naar welk college de Hooge Raad haar taak had verwezen. Het Hof veroordeelde haar wegens het on- tevoegd klaarmaken van een geneeskundig feccpi tot f 50 boete, subs. 20 dagen hech tenis. Een ongeloovige. Voor de 5e Ka mer der Amsterdamsche rechtbank ver scheen heden als getuige een 50-jarige juf frouw. „Bent u bereid den eed af te leggen?" Vroeg op gebruikelijke wijze de president. uDat wil zeggen antwoordde de getuige beleefd, maar op helderen beslisten toon ik geloof niet; maar mijn woord is waar heid!" „Voldoet' u aan het formulier ging de president voort steek uw twee vingers van de rechterhand omhoog Twee vingers van de rechterhand gingen omhoog. ,,En zeg mij na de woordenZoo waarlijk helpe mij God Almachtig". „Dat kan ik niet antwoordde de juf frouw weer met de meeste beslistheid want ik geloof niet!" „Ga u dan maar zitten!" Van het hooren van deze ongeloovige getuige werd afgezien. Aanslag op een jachtopzie ner. In den nacht van 26 op 27 October jl. was C. Z uit Noordwijkerhout aan het stroo pen onder Lisse, toen hij bemerkte door jachtopzieners te worden vervolgd. Hij loste een schot op hen, nauwelijks 5 meter van hen verwijderd en ontkwam dc?r een sloot. Denzelfden nacht werd hij echter in djn wo ning aangehouden. De rechtbank te Haarlem veroordeelde der man tot 10 maanden gevangenisstraf. De eisch was ook 10 maanden. IJ muider woestelingen. Twee visschersgezellen tc IJmuiden hadden het op 7 October jL der politie zeer lastig gemaakt, zoodat de politie hen aan boord van een trawler wilde arresteeren. De een, Z.t drong een agent bijna over de verschansing te wa ter, de ander. R., dreigde met een zware ijzeren staaf. Te rechter tijd kwam hulp op dagen. De Haarlemsche rechtbank veroordeelde hen elk tot 10 maanden gevangenis, conform den eisch. Verduistering gemeentegel den. Uit de vordering door de gemeente. Haarlem ingediend in het faillissement van den plontsoenopzichter B blijkt dat deze een bedrag van f 4096 82 heeft verduisterd. Het nut van den politiehond Toen de 53-jarige S., wonende in de Verleng de Grachtstraat le Groningen. "Woensdagmor gen reeds eenige uren zoek was, begon men ongerust naar hem te worden. Verschillende pogingen om hem weer te vinden hadden geen resultaat Aan een politiehond werd lucht gegeven aan een pet van den vermiste.Dadelijk liep het beest langs een wring op het land achter de Verl. Gracht*traat. Men vond S. daar dood in een sloot liggen. TJs In de Zuiderzee. Uit Lam inar schrijft men d d. 5 Febr.: Zoo ver het oog reikt, is de zee Wer nog fcnet ijs bedekt. De havenvuren zijn dan ook nog niet ontstoken. De boot van de HolL- Friesl.-Bjn, zit sedert gisteren morgen op een uur afstand van onze haven met averij *an het roer in dit ijs bekneld. Nader meldt men aan het FWd.: De moord in de Rue deRennes. „Hoewel men voor het meereradeel de mannen van het pohtie-corps en speciaal dot der detectives als bijzonder intelligente men- schen kaïn beschouwen", zeide de ge-* n- saonneende chef der politie Poüïcmx, Khoud ik toch deze eigenschap bij ons beroep voor meer schadelijk dan nuttig. Zij verdiept zich vaak te veel in de détails, hecht er te groote waarde aan. In mijn lange loopbaan heb ik maar dikwijls mijn verstand, om zoo te zeg gen, uitgeschakeld en be.n meer op de con crete aanwijzingen, direct ingegaan." „Be heb in mijn vak ook wel eens i^ts der gelijks moeten oonstateeren", zeide de ma- thematik er Sorbel. „In algebra of geometrie in zoover he* gegeven voorbeeld maar ff»d gesteld is schaadt een te gevoelige fctelhgentie eveneens. Men genaakt daardoor gemakkelijk op veei te veel bijwegen, zonder «venwel de oplos&ing naderbij te komen." Meneer Pantoux, zeer tevreden dat de be roemde geleende hem gelijk gaf, sprak ver der: „In ons vak speciaal heeft een concreet jeit meer waarde dan honderd vermoedens. De twee nieuwste gevallen uit onze crimi- feeele statistiek, de moord op Bredon en de Slachterij In Neuitiy, leveren het beste be wijs daarvoor. Bij Bredon, in de Rue St Maur, b een man uit het huis gekomen, zon der <kst men hem had zien binnengaan. In Kenfflly had de misdadiger op de plaats zelve eerst nog een flesdh wijn geledigdde ge boete ooeabtttatie-geest der politie had zich moeten concentreer en op deze twee feiten, men zou da>n zeker snel tot een definitief resultaat gekomen zijn. Nu valt mij In, dat een der eerste en „mooiste" gevallen uit mijn praktijk een ze kere verwantschap aantoont met de voorge noemde. U herinnert zich misschien nog wel, al zijn de détails er van vergeten, de groote lijnen van den moord in de Rue de Rermes Op een zekeren Octobermorgen vond het kamesrmelsje van mevrouw Ramille in de voorkamer het lijk van haar huisheer. Zij wilde de vestibule irtrarmen om hulp te roe pen, maar de deur der voorkamer was ge sloten en xij dait naast den doode de aluminium sleutel lag, die meneer Ramille bij het in huis komen gebruikte. Geheel bui ten zachzelve van schrik, liep het meisje in de slaapkamer van haar meesteres en sloot er zich met deze in op, in de vaste overtui ging, dat de moordenaar nog ln huis moest zijn. De heide vrouwen openden het venster en gilden om hulp. Eenige menschen ijlden de trappen op, dooh uit vrees voor een mo- gelijken aanslag van den moordenaar, open den noch mevrouw Ramille noch haar ka menier de deux. Men was verplicht een smid te gaan halen, die de deur openbrak. Hoe wel een ieder de tigging zag van het lijk, zijn sdholwomd aan de slapen, den sleutel ai3ast hem, kon men, hoe ook de woning werd doorzocht, niet het minste spoor vin den van den moordenaar, en ook geenerlei aanduiding, die wees op een mogelijke wor steling tusschen den gedioode en zijn aan valler. Ook de mannen van 't gerecht konden tot geen resultaat komen; eerst na het verhoor der concierge scheen het raadsel zich eenigszïns te zullen oplossen. Deze vertelde, dal meneer Rairriüe, volgens een vaste ge woonte, legon één uur in den morgen naar huis was gekomen. Een auto had voor de deur stilgehouden. Zij had de stappen van den thuiskomende op de trap gehoord en i was direct daarna weer ingeslapen- Eenige rcênuten later had iemand, die het huis uit wilde gaaai, in haar loge geroepen om het touw te trekken- Aan de stem had zij een vroeigeren huisknecht mesenen te herkennen, den teganwooaxLigen vriend van het kame- nierlje van mevrouw Ramille. Het onderzoek bracht nader aan 't licht, dat de auto aan den schoonvader van den vermoorde, aan meneer Cremieux toebe hoorde, die de gewoonte had zijn schoon zoon uit de club thuis te brengen. Hij be toonde zich over den moord van meneer Ramille ten zeerste bedroefd en zijn verhaal klopte geheel met dat der conciergevrouw. Hij had nog, voordat hij de straat uit was ■gereden, een kleine reparatie aan zijn auto moeten verrichten en had met gezien of iemand in dat oogenblik uit het huis geko men was. Het kamermeisje moest haar verhouding tot den knecht bekennen, doch zij bezwoer tevens zijn totale onschuld aan de misdaad op overtuigende wijze. De justitie was de meeuirg toegedaan dat meneer Ramille misschien te veel notitie van het meisje had willen nemen, waardoor de minnaar, in jaloezie ontbrand, hem naar het leven had gestaan. Een andere veronderstelling leek ondenk baar. De voorkamer was van de slaapkamer van mevrouw Ramille te ver verwijderd, dan dat het schot licht gehoord had kunnen wor den. Ook was dit het geval met de buren. Het omtbreken van het wapen sloot de mogelijkheid aan zelfmoord geheel uit. De gesioten deur, de uitlatingen der concierge vrouw lieten veronderstellen, dat niemand mest meneer Ramille binnen was gekomen. Zaken van waarde of geld werden niet ver mist; de kamenier betoonde echter een groote onrust, en verwarde zich in haar uit latingen, toen men haar vroeg naar haar verhouding lot meneer Ramille. Toch was het moeilijk aan te nemen, dat zij niet den knal van Het schot had gehoord, omdat zij nog niet sliep en na haar afscheid van haar minnaar den toegang tot de dienst- bodclrap gefloten had. „Op mijn woord", onderbrak professor Sorbel den verteller, „naar de manier van blootleggen der feiten, zooals n ze geeft, houd ook ik de veronderstelling der justitie voor juistI" „Wij zullen verder zienNa eenige dagen, daar de zaak niet verder kwam, werd ik geroepen bij den prefect van politie en kreeg de opdracht d<m verdwenen huis knecht op te sporen. Na inzage der akten zeide Ik kortweg, dat ik in elk geval den moordenaar op het spoor zou komen. De commissaris glimladhte een beetje meelij dend. Maar ik zag de lijn vóór me, waarlangs ik gaan moest, en die me stellig het doel zou doen vinden- Voor mij bestond, er slechts één onom- stooteliïk feit in dit drama. n.L de zeker heid. dat niemand in de directe omgeving hot schot gehoord had. Een negatief geval, dat geef ik toe. maar, na een paar dagen, had ik zekerheid. Ik zat juist aan tafel, toen de dief der po litie mij per telephoon opriep: „de zaak is geëindigd. Wij hebben den huisknecht!" ,.En hij heeft bekend?" „Neen", antwoordde men mij, „maar rijn verwarring zegt genoeg M „Ais u mijn raad wilt opvol sen, fa at dan dien man oogenblikkelijk vrij." „Kent u dan soms den waren schuldige?" spofte lachend mijn dief, toen ik even daar na bij hem kwam. „Zeker! Morgen om drie uur 's namiddags zal ik hem bij u brengen, met getuigen er bij- Op den aangegeven tijd verscheen ik in v kabinet van mijn chef. in gezelsctwr» van een vagebond en tevens van meneer Orenrieux, den schoonvader van den vermoorde. „Be verzocht meneer Cremieux hier te ko men',' verklaarde ik aan mijn sunerieur, „opdat hij de tragische bijzonderheden van de misdaad zou hooren, waaraan meneer Rams Be ten offer vieL" Meneer Oremieox was een forsch gebouw de, krachtige man. Men achtte bem over "t algemeen als iemand van een goed, edel ka rakter; men wist van hem. dat hij zijn eeni ge dochter zielslief had en men was ver baasd geweest oyer zijn toestemming to* het huwelijk van haar met Ramille, die zonder vermogen bekend stood. Ik begon met de opsomming van eenige onbelangrijke détails, van tijd tot tijd mij wendende tot den heer Cremieux, die dan instemmend knikte. „Meneer Cremieux hield veel van zijn schoonzoon", ging ik verder. )rNaast oudere gewoonten had hij ook deze, hem geregeld 's avonds van de club naar huis te brengen. Sedert zes maanden ongeveer bezat meneer Cremieux een aiulo,. die hij zelf bestuurde. Nu willen wij eens even nagaan, wat er voor viel in den nacht van den moord. Op de club had meneer Ramille bij 't spel ongeveer 7000 francs verloren, en daar hij niet zooveel geld bij zich had, was hij verplicht de hulp van zijn schoonvader in te roepen. Daarna vertrokken beide heeren met de auto. Bij den uitgang van het Garoussel-plein. dichtbij de grootpoortboog, stopte het gevaarte een oogenblik. Ik vermoei, omdat er iets ha perde aan den motor?" „Zoo is het", zeide meneer Cremieux. „Om dat mankementje te verhelpen, hield ik mij even op vóór het huis van mijn schoonzoon." „Maar deze détails zijn ons toch alle reeds bekend!" Yiel mij mijn chef ongeduldig in de rede. „Meneer Cremieux bracht dus de auto tot stilstaan", ging ik doodbedaard verder, „Tel echter de machine met volle kracht doorwer ken. wat onder de boog een geweldig kabaal maakte." „Dat is zoo", gaf Cremieux toe. „Daarna", ging ik doodmichter verder, „trok meneer Cremieux een revolver voor den dag, zette hem tegen de slaap van zijn schoonzoon, en drukte af!" Als een schot, zoo was de uitwerking van mijn laatste wooHen! Mijn ch°f sprong op en wierp mij een Wik vol verwijt toe. Meneer Cremieux was krijtwit geworden en wan kelde een paar passen achteruit. Hij wilde spreken, maar slechts stamelende keelklan ken bracht hij uit. „Ikik", stotterde hij. „De krol van het schot werd niet gehoord. Meneer Cremieux wendde zijn auto naar de Rue de Reunes. nadat hij tevoren over de Seine-brug zijn re vodver in 't water had ge worpen. ,Jk was daar! Ik slaap eiken nacht onder de pijlers van de brug", riep de vagebond triomfantelijk er tusschen ln. „Meneer Cremieux trok daarna bij bet woonhuis aan de bel. De deur opende zich, hij droeg het lijk naar de voorkamer, draai de tweemaal het slot om en schoof den klei nen platten sleutel onder de deur in het ver trek. Is 't niet zoo, meneer Cremieux?" „Neen, neen!" stamelde hij, geheel van de wijs. „Men heeft zooeven den hulsknecht gevan gen genomen, die als de dader beschouwd wordt. Kunt u het over uw hart verkrijgen een onschuldige in de handen der justitie te laten?" Meneer Cremieux verzamelde oneens al de energie, die in hem was. Hij sprak met vaste stem „Mijn schoonzoon was de slechtste mensch dien u zich denken kunt. Hij bestal mijn kas, soeeHe valsch en maakte het leven van mijn dochter ondragelnk ongelukkig „Dat is zoo", stemde ik toe. _De justitie zal deze feiten in Overweging nemen en ze u bij de beoordeeling van uw straf als ver zachtende omsfcaradi"heden aanrekenen." „Inderdaad, ik herinner mij nu ook dit geval!" riep de professor uit. „Cremieux werd door de jury vrijgesproken. Maar ik denk. Pontonx. dat dit schitterend succes u bij uw carriér? zeker een «tachtigen stoot heeft gegeven?" „Dan kent u de menschen slecht", ant woordde Po^toux melancholiek. Trrfesen- deel ik maakte mü daardoor b mijn supe rieuren en collega's slechts vragen en men maakte eerst na twee jaar weer eens ge bruik van mijn capaciteit, n.l. bij de zaak van Ferbiel. en wel eerst nadat men door een heftige ners-campagne er toe gedwongen was geworden GEMEENTE AMERSFOORT Opgave van personen, die zich in de Gemeente hebben gevestigd van den 26sten tot en met den 31 sten Januari 1914. Calharina T. Mulder, geen kerkgerw zonder beroep, van Groningen naar Joh. v. Oldenbarne- veldlnan 92. Thirs Vrind, geb. 1889, N.-H, spoorarbeider, van Schoterland naar Wolkerstraat 53. Frederik H. W. Hoogland, geb. 1889, Geref., sergeant-majoor, van Kazerne naar Soesterweg 397. Maria J. A. Brandes, R.-G, zonder beroep, von Bud el naar Woest ij gervveg 67. Christiaan C. de Wit, geb. 1894, R.-O, zonder beroep, van Breukelen naar Arhemscheweg 37. Pierre L Ittraann, geb. 1889, E.-L, kunstschil der, van Haarlem naar Hof 19. Jacomina v. Ruijven, N.-H., zonder beroep, van Doom naar Kampstraat 60. Servatius Jakma, geb. 1893, E.-L, zonder be roep, van Hilversum neer Zand 20. Karei Luberti, geb. 1893, E.-L, zonder beroep, van Hilversum naar Zand 20. Johannes T. v. d. Tweel, geb. 1891, R.-C., boe renknecht, van Hoogland naar Birkt 3. Ferdinand Setteur, geb. 1879, N.-H., bakkers knecht, van Leusden naar Arnhemschewcg 137. Otto J. Heere, geb. 1S75, R--G, timmerman, van Bussum naar Weversingel 39. Leonarlus Stafleu, geb. 1838, N.-H., schoen maker, van Schoten naar Westsingel 28. Jacobus J. Balvert, geb. 18-81, R.-C-, bouwkun dige, van Herwen en Aerdt naar Zand 27. Josephina M. Schoff, N.-H., onderwijzeres, van Baarn naar Borstraat 8. Folkert Stedehouder, geb. 1889, N.-H., meu belmaker, van Deventer naar Dalslraat 9. Jan W. Middelman, geb. 1896, N.-H., zonder beroep, van Markelo naar Arnhemscheweg 55. Teunis P. Bos, geb. 1893, N.-H-, onderwijzer, van Eemnes naar KL GasthxrMaan 12. Baronesse van HoeveI,geb. Monod de Froide- ville, N.-H., zonder beroep, van Sumatra naar Utrechtsche weg 10414. Hendrik E. van Vonno. geb. 1895, N.-H., amb tenaar ter secretarie, van Utrecht naar Schim- melpertninckkede 16. Opgave van personen, die de Gemeente heb ben verlaten van den 26stcn tot en met den Sisten Januari 1914- Hendrikus v. d. Kieft, geb. 1875, N.-H., arbei der, van Monnikenpad 16 naar Leusden. Sophia van Eeden, N.-H., zonder beroep, van Wilhelminastraat 5 naar Driebergen. Jan Hofland, geb. 1895, geen kerkgen^ smid, van Varkensmarkt 3 naar Leeuwarden. Petronëlla Rentmeester, D.-G., zonder beroep, van Beekensteinlaan 23 naar Goes. Jan W. van Zomeren, geb. 1887, N.-H., rijwiel reparateur, van Soesterweg 61 naar Zuilen. Jan Rijkmans, geb. 1888, D.-G^ zonder beroep, van Schimmelpenninckstraat 52 naar Haarlem. Hendrik T. Kranen, geb. 18S7, N.-H., monteur, van Soesterweg 119 naar Leusden. Jellje Agema, Ger. K., huishoudster, van West singel 39a naar Sneek. Wed. Munzebroek, geen kerkgen., zonder be roep, van H. v. Viandenstraat 12 naar Zeist. Jacobus S-nid, geb. 1893, N.-H., winkelbedien de, van KI. Nachtegaalstraat 45 naar Amsterdam. Willem E. Mathon, geb. 18S9, R.-G, officier, van Langestraat 117 naar Haarlem. Gerrit de Jong, geb. 1894, Ger. K., bakker, van Groenmarkt 18 naar Cleeff. Willem van Beek, geb. 1891, N.-H, bakker, van Lienderweg 10 naar Nijmegen. Age Rïtsme. geb. 1883, N.-H, onderwijzer, van Westerstraat 30 naar Arnhem. Christiaan P. Boerwinkel, geb. 1876, Ger. K„ koopman, van Kampstraat 13 naar Dusseldorf. Nicoloas J. Schellenberg, geb. 1874, N.-H, ka pitein Infanterie, van Langestraat 22 naar Does burg. Wed. W. Velthuizen, N.-H., zonder beroep, van Bisschopsweg 24 naar Renkum. Arjen Droaïsma, geb. 1878, N.-H, tuinbaas, van Utrechtsche weg 114 naar Lent. Anne van Woude, geb. 1895, N.-H, winkelbe diende, van Langestraat 98 naar WonseradeeL Trijntje de Haas, N.-H, zonder beroep, van Langeslraat 89 naar Amsterdam. Ary H. van Wemelen, geb. 1885, N.-H, op zichter-teekenaar, van Lange Beekstraat 16 naar Amsterdam. Henri M. A. Klardie, geb. 1892, R.-C., adjunct- commies, van Lang estreat 95 naar Enschedé. Maria Koning, R.-G, zonder beroep, van St Anariesstraat 15 naar Castricum. Opgave van personen, die in de Gemeente van woning zijn veranderd van den 26sten tot en met den 31 sten Januari 1914. Hendrfkus F. Balk, bakker, R.-G, van Station straat 2 naar Muurhuizen 25. Cornell's W. Berg, lcerL-moch. H. IJ. S. M, R.-C., van Puntenburgerlaan 10 naar Soester weg 36. Woirter van Fessen, gep. spoorbeambte, R.-C, van Gr. Koppel 6 naar Westsingel 22. Franciscus B. van Goor, suikerbakker, R.-C, van Vijverstraat 40 naar Wolkerstroat 29. Frederik H. W. Hoogland, sergeant-majoor, Geref., van Kazerne naar Soesterweg 347. Arie Jansen, houtzager, N.-H, van Weistraat 6 naar Molenstraat 35. Francina van Keken, zonder beroep, R.-C, van Breedestraat 67 naar Breedestraat 71. Petrus Kok, barbier, R.-C, van Gr. Spui 31 naar Muurhuizen 117. Albert van de Kraats, arbeider, N.-H, van Woestijgerweg 36 naar Arnhemscheweg 129. Cornelia R. Lablans, zonder beroep, N.-H, van Weistraat 7 naar Molenstraat 35. Willem Mertz, bezembinder, R.-C, van Achter de Kamp 48 naar Muurhuizen 117. Jon van 't Oever, sergeant le klasse, N.-H, van KL Nachtegaalstraat 15 naar Westerstr. 77. Catrina M. Schippers, zonder beroep, N.-H, van Flierbeekstraat 14 naar Flierbeekstraat 1. Alijda Schoonderbeek, zonder beroep, R.-C, van HoogL weg 30 naar Valkestraat 21. Maria G G. J. Spelten, zonder beroep, R.-C, van Schimmelpenninckkade 9 naar Havik 33. Antonia J. de Wees, zonder beroep, R.-C, van Utrechtschev/eg 17 naar Driest 6. Johanna AL Welling, zonder beroep, R.-C, van Krommestra at 43 naar Vlasakker weg 10. Everhardus PL Willigenburg, rijtu;gbekleeder; R.-G, van Soesterweg 18 naar Vlasakkerweg 10. Lambertus van Wijk, bakker, R.-C, van Utr. straat 23 naar Utr. weg 64, Van den Hak op den Tak. (W eekpraatje). Top. O ijdelheid der ijdelheden, niets dan ijdelheid Tip. Over welke ijdelheid lees je daar, TopP Top. Wel, waarover anders dan over de tan go, waar alle hoofden en harten den laatsten tijd vol van schijnen te zijn. De „heidensche dans" schijnt de hartstochten bijzonder op te wekken. Tip. Heidensche dans, zeg je f Is dat een woord van jou, of is dat het oordeel van anderen? Top. De tango wordt zoo genoemd, mijn waarde, omdat het een kind is van zwarte ouders in onze blanke samenleving, zij moet afkomstig zijn van de negers uit de oerwouden van Ame rika. T i p. Ah, 't is dus een vreemde eend in de bijt, aar toch een gewilde eend, naar het schijnt, want rij moet bij de Parijsdie en andere schoon en wel geTefd zijn. Top. Och ja, daartoe is weinig noodig in on zen tijd. Tip, als iets maar bizar en fantastisch is en dat moet die vreemde negerdans zijn dan valt het ook in den smaak, vooral bij de dames. T i p. Nou, die opmerking blijft voor jou re kening. Maar wat is die tango nou eigenlijk voor een dans. wat valt er aan al te keuren, is ze ook overigens zoo heidensch, behalve in haar oorsprong? Top. Je vraagt me meer dan ik weet. Jon gen, ik heb haar niet zien uitvoeren, en op dat terrein ben ik ook een leek, snap je? Een eer zaam burger en getrouwd man, als ik, houdt zich buiten die dingen. Wat ik er van gelezen heb, komt hierop neer, dat de tango is: een wringen en draaien van het lichaam in slapp© bochten, en het huppelen en wiegelen als een gans, het grimassen maken van een aanstelerb*- gen schooljongen, en zoo al meer. Onfatsoenlijk en onzedelijk wordt de tango geheeten. T i p. Dat las ik ook. De Frarsche geestelijk heid moet ze als een verderfelijk vermaak vers boden hebben en ook de Duilsche Keizer moet er afkeerig van zijn. Dat zal aan de populariteit geen goed doen. Top. Missduen niet hoewelverboden vruchten smaken het lekkerst. Weet je. wat rrvsschien nog het meest afbreuk zal doen aan de populariteit van de tango. Er wordt gezegd, dat vrouwen, die tango dansen, rimpels in 't ge zicht krijgen, en een onderkin, en zakwangen. T i p. Als dat zoo ia, dan is het -gauw uit Top. Laten de tegenstanders dat maar goed naar vo ren brengen, dan is de beweging voor de tango zoo gesmoord. Maar zeg eens, ik heb toch ook gende beoordeelingen van de tango gelezen, van de echte, onvervalschte, naar men schreef. Hoe zit dat? T o p. 't Is een heel gekke zaak met die tango, Tip. Niemand weet er eigenlijk het rechte van. Ze wordt overal gedanst en op geen twee plaat sen moet ze dezelfde zijn. Als ik het goed begre pen heb, dan onderscheidt men de echte on vervalschte Argentijnsche dans en de Spaansche tango. De laatste, de Spaansche, moet meer zin nelijke houdingen, gebaren en heupbewegingen te zien geven. De eerste moet reeds vóór 40 jaar in Argentinië als volksdans gedanst zijn, sedert dien is ze hervormd als een salonlango, en wordt als zoodanig geroemd als een pracht- dans, die geen oogenblik de kuischheid van den toeschouwer doet wijken, zooals het N. v. d. D. zegt. T i p. Men heeft dus van de negerdans een theaterdans gemaakt- Dan was het van deze hervormde tango zeker, dat ik in een oordeel van Het Vaderland las, dat zelfbeheer- s c h i n g daarbij een eerste vereischte is en dat er, zou de tango het burgerrecht verkrij gen in onze danszalen, eerst nogmaals in eenige standen en bewegingen een kleine hervorming zou moeten worden gebracht Ze schijnt dus nog niet zuiver op de graat te zijn, Top. Top. We zullen er ons maar niet druk om maken, vriend, 't Is een epidemie, die moet uit woeden. 't Kan ook wezen, dat al de tegenstand de tango toch niet doet verdwijnen en dat ze gelouterd uit de vuurproef te voorschijn komt. Men heeft nu al uit de 70 ingewikkelde figuren de 10 mooiste gekozen voor „dagelijksch ge bruik," en het heet, dat bij waardige uitvoering van deze vereenvoud:gste tango onze bals er slechts door zullen winnen. Tip. Dat is ook mogelijk. Hoe is het gegaan met de wals5 Toen die dans vóór een kleine eeuw, uit Duitschland afkomstig, haar intrede deed in de aristocratische salons in Parijs, toen gingen daar van vele zijden kreten van ver or waard'ging op over die „betreurenswaardige schaamteloosheid", waarbij Christen-vrouwen dansten in de armen van heeren, die geheel vreemd voor haar waren, en men noemde d© wals een dans, „die de geesten verdwalen doet, de harten bedwelmt en de zielen ten verderve leidt." Top. We zien alweerer is niets nieuws onder de zon, alles herhaalt zich. Ondertusschen Tip de wereld gaat zoetjes aan, langzaam maar zeker, achteruit. De geleerden willen ons vertel len, dat de zon gaandeweg minder wordt. Tip. De zon minder wordt? Dot klinkt be denkelijk. We loopen toch geen gevaar „op een goeien dag in het zonnetje pardon, in het duister te worden gezet"? Top. Zoo n vaart zal het niet nemen, 't Pi o - ces wordt heel langzaam voltrokken. Maar iecL. jaar neemt de zon toch, volgens Prof. Bosk van de Parijsdie sterrenwacht, 180 trillioen gra..i of ISO millïoen ton, in gewicht af, door het verlies van licht- en warmtestralen, die van hear uitgaan. Tip. Je noemt daar nog al iets180 millioen ton, dat is, zou ik zeggen, een aardig brokje. Top. Op zishzelf, ja, maar 't is van de zon toch maar een onbeduidend stukje. De zonne- massa moet zoo ongeveer 325 duizend maal zoo groot zijn als de massa van onze aarde, en als je nu weet, dat, volgens genoemde Professor, eerst over 30 millioen jaren de zon zooveel in gewicht zal hebben verspeeld, als de massa van de aarde bedraagt, dan Tip. Dan hoeven we vooreerst niet te vree zen, dat de zon ons of onze nakomelingen in den steek zal laten. Dat is een geleerde baas, Top, die Professor, dat hij dat zoo precies weet. 't Is of hij de verschillende hemellichamen op een weegschaaltje legt. Top. Aan d;e preciesheid zal wel wat ont breken. De Professor zegt dat trouwens zelf, want hij verklaart, dat de toestellen, voor de waarnemingen gebruikt, ongeveer 40 duizend maal fijner en zuiverder moesten zijn om het verlies der zon zuiver en duidelijk te kunnen aantoonen. Maar hij weet te vertellen dat het verlies er is. T i p. En daar zullen we ons maar mee te- vreê stellen en vertrouwen, dat de berekenin gen van den hooggeleerde niet al te zeer buiten den gis zijn. Wij, leeken, zullen hem niet con troleeren, Top. Top. Neen, toch niet, maar daarom behoeven we hem nog niet te verdenken van schijnge leerdheid. Tip. Zoo bedoel ik het ook volstrekt niet. Van schijngeleerdheid gesproken, nou, die Is ei anders genoeg in de wereld. Je kent m'n neef Wolters? Gisteren was hij bij ons, ik had hem in langen tijd niet gezien. Hij vertelde me, dat hij tegenwoordig plongeur was. Weet je wat dat is? T o p. Ik ben niet sterk meer in m'n Fronsch. Tip. Plongeur, plongeur.... nee, daar sta ik voor Tip. Je behoeft je er niet om te schamen voor me, want ik wist het ook niet. Het is keu- ken-Fransch. Mijn waarde neef is plongeur ofte wel bordenwasscher in een deftig versta goeddeftig restaurant. Top. Dan heeft dat jongemensch het ve; gebracht. Ja, dat keuken-Fransch is een bijzon der soort van FranscL Men zie er de spijslijs- ten, alias menu's, maar eens op na. In de res taurants en de hotels met hun tables sépa- rées of hun table d'hote 0 wordt het Fransch of wat er voor moet doorgaan, misbruikt om het kleine groot en het eenvoudige belangwek kend te maken. Tip. Precies. Zoo kreeg laatst de Italiaanscho Minister van Buitenlandsche Zaken op een feest maal, hem ter eere aangericht door den Griek- schen eersten minister, oxn. te etenDélices Lu- culhis P. Poularde aux perles du Périgord, welke deftige schotel in eenvoudig goed Hollandsch heetKip met aardappelen". Top. Maar „kip met aardappelen" eet alleen een burgerman. Tip, en verschijnt niet op een feestmaaL Bovendien, ook uit de namen der ge rechten moest blijken, dat Italië een groote mo gendheid is en dat een Grieksche premier er eer bied voor heeft. Tip. Zoo is het. Zóo'n woordje Fransch. geeft ook bewijs van goeden «naak en ontwikkeling. Een tailleur wint het ver van een kleermaker, een coiffeur van een kapper, een coupeur van een snijder. T o p. Ja, Ja, en zoo staat ook een coiffure veel hoogcr don een kapselweelde-artikelen halen met bij articles de luxe, en een maison klinkt heel wat voornamer dan een winkel of een magazijn. Tip. Je hadt gelijk straks, TopO ijdelheid der ijdelheden, niets dan ijdelheid. KEUVELAAR.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 6