f
Ken Steen van Ommeren, commies ter secre-
jtarie van de Rijkswerfdnrichtingen te Veen-
puizen.
Mevrouw C te Mijtelaai^-Gra-
ider. t In de Boerhave-kliniek te Amster
dam, waar zij den laatsten tijd verpleegd
werd, is op 54-jari.gen leeftijd overleden de
actrice mevrouw C. te Mijtelaar-Grader, des-
Itijds verbonden aan het (voormalige) gezel
schap Stoel en Spree.
Zonderling! Te Medemblik is door
;de R.-K. geestelijkheid afgekondigd, dat de-
parochianen niet mogen teekenen op het pe-
^tionnement voor „Plaatselijke Keuze". Wie
nog niot mocht gehoord hebben, kan een
^"Waarschuwing" daaromtrent mzen, welke
In de kerk is aangeplakt! Misschien wel in
Verband met het bovenstaande, is het comité
Voor JP1. K." te Medemblik ontbonden
Hbld.
Onbevoegde uitoefening der
artsen ij bereidkunde. Het gerechtshof
te Amsterdam heeft uitspraak gedaan in de
zaak van een drogist te Goor, die met over-
■«chrijddng van haar beroepsgrenzen een re
cept gereed maakte en afleverde en te dier
£ake de vorige week voor het Hof terechl-
^ïtond, naar welk college de Hooge Raad haar
taak had verwezen.
Het Hof veroordeelde haar wegens het on-
tevoegd klaarmaken van een geneeskundig
feccpi tot f 50 boete, subs. 20 dagen hech
tenis.
Een ongeloovige. Voor de 5e Ka
mer der Amsterdamsche rechtbank ver
scheen heden als getuige een 50-jarige juf
frouw.
„Bent u bereid den eed af te leggen?"
Vroeg op gebruikelijke wijze de president.
uDat wil zeggen antwoordde de getuige
beleefd, maar op helderen beslisten toon
ik geloof niet; maar mijn woord is waar
heid!"
„Voldoet' u aan het formulier ging de
president voort steek uw twee vingers
van de rechterhand omhoog
Twee vingers van de rechterhand gingen
omhoog.
,,En zeg mij na de woordenZoo waarlijk
helpe mij God Almachtig".
„Dat kan ik niet antwoordde de juf
frouw weer met de meeste beslistheid
want ik geloof niet!"
„Ga u dan maar zitten!" Van het hooren
van deze ongeloovige getuige werd afgezien.
Aanslag op een jachtopzie
ner. In den nacht van 26 op 27 October jl.
was C. Z uit Noordwijkerhout aan het stroo
pen onder Lisse, toen hij bemerkte door
jachtopzieners te worden vervolgd. Hij loste
een schot op hen, nauwelijks 5 meter van
hen verwijderd en ontkwam dc?r een sloot.
Denzelfden nacht werd hij echter in djn wo
ning aangehouden.
De rechtbank te Haarlem veroordeelde
der man tot 10 maanden gevangenisstraf. De
eisch was ook 10 maanden.
IJ muider woestelingen. Twee
visschersgezellen tc IJmuiden hadden het op
7 October jL der politie zeer lastig gemaakt,
zoodat de politie hen aan boord van een
trawler wilde arresteeren. De een, Z.t drong
een agent bijna over de verschansing te wa
ter, de ander. R., dreigde met een zware
ijzeren staaf. Te rechter tijd kwam hulp op
dagen.
De Haarlemsche rechtbank veroordeelde
hen elk tot 10 maanden gevangenis, conform
den eisch.
Verduistering gemeentegel
den. Uit de vordering door de gemeente.
Haarlem ingediend in het faillissement van
den plontsoenopzichter B blijkt dat deze een
bedrag van f 4096 82 heeft verduisterd.
Het nut van den politiehond
Toen de 53-jarige S., wonende in de Verleng
de Grachtstraat le Groningen. "Woensdagmor
gen reeds eenige uren zoek was, begon men
ongerust naar hem te worden. Verschillende
pogingen om hem weer te vinden hadden geen
resultaat
Aan een politiehond werd lucht gegeven
aan een pet van den vermiste.Dadelijk liep
het beest langs een wring op het land achter
de Verl. Gracht*traat. Men vond S. daar dood
in een sloot liggen.
TJs In de Zuiderzee. Uit Lam
inar schrijft men d d. 5 Febr.:
Zoo ver het oog reikt, is de zee Wer nog
fcnet ijs bedekt. De havenvuren zijn dan ook
nog niet ontstoken. De boot van de HolL-
Friesl.-Bjn, zit sedert gisteren morgen op
een uur afstand van onze haven met averij
*an het roer in dit ijs bekneld.
Nader meldt men aan het FWd.:
De moord in de Rue deRennes.
„Hoewel men voor het meereradeel de
mannen van het pohtie-corps en speciaal dot
der detectives als bijzonder intelligente men-
schen kaïn beschouwen", zeide de ge-* n-
saonneende chef der politie Poüïcmx, Khoud
ik toch deze eigenschap bij ons beroep voor
meer schadelijk dan nuttig. Zij verdiept zich
vaak te veel in de détails, hecht er te groote
waarde aan. In mijn lange loopbaan heb ik
maar dikwijls mijn verstand, om zoo te zeg
gen, uitgeschakeld en be.n meer op de con
crete aanwijzingen, direct ingegaan."
„Be heb in mijn vak ook wel eens i^ts der
gelijks moeten oonstateeren", zeide de ma-
thematik er Sorbel. „In algebra of geometrie
in zoover he* gegeven voorbeeld maar
ff»d gesteld is schaadt een te gevoelige
fctelhgentie eveneens. Men genaakt daardoor
gemakkelijk op veei te veel bijwegen, zonder
«venwel de oplos&ing naderbij te komen."
Meneer Pantoux, zeer tevreden dat de be
roemde geleende hem gelijk gaf, sprak ver
der:
„In ons vak speciaal heeft een concreet
jeit meer waarde dan honderd vermoedens.
De twee nieuwste gevallen uit onze crimi-
feeele statistiek, de moord op Bredon en de
Slachterij In Neuitiy, leveren het beste be
wijs daarvoor. Bij Bredon, in de Rue St
Maur, b een man uit het huis gekomen, zon
der <kst men hem had zien binnengaan. In
Kenfflly had de misdadiger op de plaats zelve
eerst nog een flesdh wijn geledigdde ge
boete ooeabtttatie-geest der politie had zich
moeten concentreer en op deze twee feiten,
men zou da>n zeker snel tot een definitief
resultaat gekomen zijn.
Nu valt mij In, dat een der eerste en
„mooiste" gevallen uit mijn praktijk een ze
kere verwantschap aantoont met de voorge
noemde.
U herinnert zich misschien nog wel, al zijn
de détails er van vergeten, de groote lijnen
van den moord in de Rue de Rermes
Op een zekeren Octobermorgen vond het
kamesrmelsje van mevrouw Ramille in de
voorkamer het lijk van haar huisheer. Zij
wilde de vestibule irtrarmen om hulp te roe
pen, maar de deur der voorkamer was ge
sloten en xij dait naast den doode de
aluminium sleutel lag, die meneer Ramille
bij het in huis komen gebruikte. Geheel bui
ten zachzelve van schrik, liep het meisje in
de slaapkamer van haar meesteres en sloot
er zich met deze in op, in de vaste overtui
ging, dat de moordenaar nog ln huis moest
zijn. De heide vrouwen openden het venster
en gilden om hulp. Eenige menschen ijlden
de trappen op, dooh uit vrees voor een mo-
gelijken aanslag van den moordenaar, open
den noch mevrouw Ramille noch haar ka
menier de deux. Men was verplicht een smid
te gaan halen, die de deur openbrak. Hoe
wel een ieder de tigging zag van het lijk,
zijn sdholwomd aan de slapen, den sleutel
ai3ast hem, kon men, hoe ook de woning
werd doorzocht, niet het minste spoor vin
den van den moordenaar, en ook geenerlei
aanduiding, die wees op een mogelijke wor
steling tusschen den gedioode en zijn aan
valler.
Ook de mannen van 't gerecht konden tot
geen resultaat komen; eerst na het verhoor
der concierge scheen het raadsel zich
eenigszïns te zullen oplossen. Deze vertelde,
dal meneer Rairriüe, volgens een vaste ge
woonte, legon één uur in den morgen naar
huis was gekomen. Een auto had voor de
deur stilgehouden. Zij had de stappen van
den thuiskomende op de trap gehoord en
i was direct daarna weer ingeslapen- Eenige
rcênuten later had iemand, die het huis uit
wilde gaaai, in haar loge geroepen om het
touw te trekken- Aan de stem had zij een
vroeigeren huisknecht mesenen te herkennen,
den teganwooaxLigen vriend van het kame-
nierlje van mevrouw Ramille.
Het onderzoek bracht nader aan 't licht,
dat de auto aan den schoonvader van den
vermoorde, aan meneer Cremieux toebe
hoorde, die de gewoonte had zijn schoon
zoon uit de club thuis te brengen. Hij be
toonde zich over den moord van meneer
Ramille ten zeerste bedroefd en zijn verhaal
klopte geheel met dat der conciergevrouw.
Hij had nog, voordat hij de straat uit was
■gereden, een kleine reparatie aan zijn auto
moeten verrichten en had met gezien of
iemand in dat oogenblik uit het huis geko
men was.
Het kamermeisje moest haar verhouding
tot den knecht bekennen, doch zij bezwoer
tevens zijn totale onschuld aan de misdaad
op overtuigende wijze.
De justitie was de meeuirg toegedaan dat
meneer Ramille misschien te veel notitie
van het meisje had willen nemen, waardoor
de minnaar, in jaloezie ontbrand, hem naar
het leven had gestaan.
Een andere veronderstelling leek ondenk
baar. De voorkamer was van de slaapkamer
van mevrouw Ramille te ver verwijderd, dan
dat het schot licht gehoord had kunnen wor
den. Ook was dit het geval met de buren.
Het omtbreken van het wapen sloot de
mogelijkheid aan zelfmoord geheel uit. De
gesioten deur, de uitlatingen der concierge
vrouw lieten veronderstellen, dat niemand
mest meneer Ramille binnen was gekomen.
Zaken van waarde of geld werden niet ver
mist; de kamenier betoonde echter een
groote onrust, en verwarde zich in haar uit
latingen, toen men haar vroeg naar haar
verhouding lot meneer Ramille.
Toch was het moeilijk aan te nemen, dat
zij niet den knal van Het schot had gehoord,
omdat zij nog niet sliep en na haar afscheid
van haar minnaar den toegang tot de dienst-
bodclrap gefloten had.
„Op mijn woord", onderbrak professor
Sorbel den verteller, „naar de manier van
blootleggen der feiten, zooals n ze geeft,
houd ook ik de veronderstelling der justitie
voor juistI"
„Wij zullen verder zienNa eenige
dagen, daar de zaak niet verder kwam,
werd ik geroepen bij den prefect van politie
en kreeg de opdracht d<m verdwenen huis
knecht op te sporen. Na inzage der akten
zeide Ik kortweg, dat ik in elk geval den
moordenaar op het spoor zou komen. De
commissaris glimladhte een beetje meelij
dend. Maar ik zag de lijn vóór me, waarlangs
ik gaan moest, en die me stellig het doel zou
doen vinden-
Voor mij bestond, er slechts één onom-
stooteliïk feit in dit drama. n.L de zeker
heid. dat niemand in de directe omgeving
hot schot gehoord had. Een negatief geval,
dat geef ik toe. maar, na een paar dagen,
had ik zekerheid.
Ik zat juist aan tafel, toen de dief der po
litie mij per telephoon opriep: „de zaak is
geëindigd. Wij hebben den huisknecht!"
,.En hij heeft bekend?"
„Neen", antwoordde men mij, „maar rijn
verwarring zegt genoeg M
„Ais u mijn raad wilt opvol sen, fa at dan
dien man oogenblikkelijk vrij."
„Kent u dan soms den waren schuldige?"
spofte lachend mijn dief, toen ik even daar
na bij hem kwam.
„Zeker! Morgen om drie uur 's namiddags
zal ik hem bij u brengen, met getuigen er
bij-
Op den aangegeven tijd verscheen ik in v
kabinet van mijn chef. in gezelsctwr» van een
vagebond en tevens van meneer Orenrieux,
den schoonvader van den vermoorde.
„Be verzocht meneer Cremieux hier te ko
men',' verklaarde ik aan mijn sunerieur,
„opdat hij de tragische bijzonderheden van
de misdaad zou hooren, waaraan meneer
Rams Be ten offer vieL"
Meneer Oremieox was een forsch gebouw
de, krachtige man. Men achtte bem over "t
algemeen als iemand van een goed, edel ka
rakter; men wist van hem. dat hij zijn eeni
ge dochter zielslief had en men was ver
baasd geweest oyer zijn toestemming to* het
huwelijk van haar met Ramille, die zonder
vermogen bekend stood.
Ik begon met de opsomming van eenige
onbelangrijke détails, van tijd tot tijd mij
wendende tot den heer Cremieux, die dan
instemmend knikte.
„Meneer Cremieux hield veel van zijn
schoonzoon", ging ik verder. )rNaast oudere
gewoonten had hij ook deze, hem geregeld
's avonds van de club naar huis te brengen.
Sedert zes maanden ongeveer bezat meneer
Cremieux een aiulo,. die hij zelf bestuurde. Nu
willen wij eens even nagaan, wat er voor
viel in den nacht van den moord. Op de club
had meneer Ramille bij 't spel ongeveer 7000
francs verloren, en daar hij niet zooveel
geld bij zich had, was hij verplicht de hulp
van zijn schoonvader in te roepen. Daarna
vertrokken beide heeren met de auto. Bij den
uitgang van het Garoussel-plein. dichtbij de
grootpoortboog, stopte het gevaarte een
oogenblik. Ik vermoei, omdat er iets ha
perde aan den motor?"
„Zoo is het", zeide meneer Cremieux. „Om
dat mankementje te verhelpen, hield ik mij
even op vóór het huis van mijn schoonzoon."
„Maar deze détails zijn ons toch alle reeds
bekend!" Yiel mij mijn chef ongeduldig in de
rede.
„Meneer Cremieux bracht dus de auto tot
stilstaan", ging ik doodbedaard verder, „Tel
echter de machine met volle kracht doorwer
ken. wat onder de boog een geweldig kabaal
maakte."
„Dat is zoo", gaf Cremieux toe.
„Daarna", ging ik doodmichter verder,
„trok meneer Cremieux een revolver voor
den dag, zette hem tegen de slaap van zijn
schoonzoon, en drukte af!"
Als een schot, zoo was de uitwerking van
mijn laatste wooHen! Mijn ch°f sprong op en
wierp mij een Wik vol verwijt toe. Meneer
Cremieux was krijtwit geworden en wan
kelde een paar passen achteruit. Hij wilde
spreken, maar slechts stamelende keelklan
ken bracht hij uit.
„Ikik", stotterde hij.
„De krol van het schot werd niet gehoord.
Meneer Cremieux wendde zijn auto naar de
Rue de Reunes. nadat hij tevoren over de
Seine-brug zijn re vodver in 't water had ge
worpen.
,Jk was daar! Ik slaap eiken nacht onder
de pijlers van de brug", riep de vagebond
triomfantelijk er tusschen ln.
„Meneer Cremieux trok daarna bij bet
woonhuis aan de bel. De deur opende zich,
hij droeg het lijk naar de voorkamer, draai
de tweemaal het slot om en schoof den klei
nen platten sleutel onder de deur in het ver
trek. Is 't niet zoo, meneer Cremieux?"
„Neen, neen!" stamelde hij, geheel van de
wijs.
„Men heeft zooeven den hulsknecht gevan
gen genomen, die als de dader beschouwd
wordt. Kunt u het over uw hart verkrijgen
een onschuldige in de handen der justitie te
laten?"
Meneer Cremieux verzamelde oneens al de
energie, die in hem was. Hij sprak met vaste
stem
„Mijn schoonzoon was de slechtste mensch
dien u zich denken kunt. Hij bestal mijn
kas, soeeHe valsch en maakte het leven van
mijn dochter ondragelnk ongelukkig
„Dat is zoo", stemde ik toe. _De justitie zal
deze feiten in Overweging nemen en ze u
bij de beoordeeling van uw straf als ver
zachtende omsfcaradi"heden aanrekenen."
„Inderdaad, ik herinner mij nu ook dit
geval!" riep de professor uit. „Cremieux
werd door de jury vrijgesproken. Maar ik
denk. Pontonx. dat dit schitterend succes u
bij uw carriér? zeker een «tachtigen stoot
heeft gegeven?"
„Dan kent u de menschen slecht", ant
woordde Po^toux melancholiek. Trrfesen-
deel ik maakte mü daardoor b mijn supe
rieuren en collega's slechts vragen en men
maakte eerst na twee jaar weer eens ge
bruik van mijn capaciteit, n.l. bij de zaak
van Ferbiel. en wel eerst nadat men door
een heftige ners-campagne er toe gedwongen
was geworden
GEMEENTE AMERSFOORT
Opgave van personen, die zich in de Gemeente
hebben gevestigd van den 26sten tot en
met den 31 sten Januari 1914.
Calharina T. Mulder, geen kerkgerw zonder
beroep, van Groningen naar Joh. v. Oldenbarne-
veldlnan 92.
Thirs Vrind, geb. 1889, N.-H, spoorarbeider,
van Schoterland naar Wolkerstraat 53.
Frederik H. W. Hoogland, geb. 1889, Geref.,
sergeant-majoor, van Kazerne naar Soesterweg
397.
Maria J. A. Brandes, R.-G, zonder beroep,
von Bud el naar Woest ij gervveg 67.
Christiaan C. de Wit, geb. 1894, R.-O, zonder
beroep, van Breukelen naar Arhemscheweg 37.
Pierre L Ittraann, geb. 1889, E.-L, kunstschil
der, van Haarlem naar Hof 19.
Jacomina v. Ruijven, N.-H., zonder beroep,
van Doom naar Kampstraat 60.
Servatius Jakma, geb. 1893, E.-L, zonder be
roep, van Hilversum neer Zand 20.
Karei Luberti, geb. 1893, E.-L, zonder beroep,
van Hilversum naar Zand 20.
Johannes T. v. d. Tweel, geb. 1891, R.-C., boe
renknecht, van Hoogland naar Birkt 3.
Ferdinand Setteur, geb. 1879, N.-H., bakkers
knecht, van Leusden naar Arnhemschewcg 137.
Otto J. Heere, geb. 1S75, R--G, timmerman,
van Bussum naar Weversingel 39.
Leonarlus Stafleu, geb. 1838, N.-H., schoen
maker, van Schoten naar Westsingel 28.
Jacobus J. Balvert, geb. 18-81, R.-C-, bouwkun
dige, van Herwen en Aerdt naar Zand 27.
Josephina M. Schoff, N.-H., onderwijzeres, van
Baarn naar Borstraat 8.
Folkert Stedehouder, geb. 1889, N.-H., meu
belmaker, van Deventer naar Dalslraat 9.
Jan W. Middelman, geb. 1896, N.-H., zonder
beroep, van Markelo naar Arnhemscheweg 55.
Teunis P. Bos, geb. 1893, N.-H-, onderwijzer,
van Eemnes naar KL GasthxrMaan 12.
Baronesse van HoeveI,geb. Monod de Froide-
ville, N.-H., zonder beroep, van Sumatra naar
Utrechtsche weg 10414.
Hendrik E. van Vonno. geb. 1895, N.-H., amb
tenaar ter secretarie, van Utrecht naar Schim-
melpertninckkede 16.
Opgave van personen, die de Gemeente heb
ben verlaten van den 26stcn tot en met den
Sisten Januari 1914-
Hendrikus v. d. Kieft, geb. 1875, N.-H., arbei
der, van Monnikenpad 16 naar Leusden.
Sophia van Eeden, N.-H., zonder beroep, van
Wilhelminastraat 5 naar Driebergen.
Jan Hofland, geb. 1895, geen kerkgen^ smid,
van Varkensmarkt 3 naar Leeuwarden.
Petronëlla Rentmeester, D.-G., zonder beroep,
van Beekensteinlaan 23 naar Goes.
Jan W. van Zomeren, geb. 1887, N.-H., rijwiel
reparateur, van Soesterweg 61 naar Zuilen.
Jan Rijkmans, geb. 1888, D.-G^ zonder beroep,
van Schimmelpenninckstraat 52 naar Haarlem.
Hendrik T. Kranen, geb. 18S7, N.-H., monteur,
van Soesterweg 119 naar Leusden.
Jellje Agema, Ger. K., huishoudster, van West
singel 39a naar Sneek.
Wed. Munzebroek, geen kerkgen., zonder be
roep, van H. v. Viandenstraat 12 naar Zeist.
Jacobus S-nid, geb. 1893, N.-H., winkelbedien
de, van KI. Nachtegaalstraat 45 naar Amsterdam.
Willem E. Mathon, geb. 18S9, R.-G, officier,
van Langestraat 117 naar Haarlem.
Gerrit de Jong, geb. 1894, Ger. K., bakker, van
Groenmarkt 18 naar Cleeff.
Willem van Beek, geb. 1891, N.-H, bakker,
van Lienderweg 10 naar Nijmegen.
Age Rïtsme. geb. 1883, N.-H, onderwijzer, van
Westerstraat 30 naar Arnhem.
Christiaan P. Boerwinkel, geb. 1876, Ger. K„
koopman, van Kampstraat 13 naar Dusseldorf.
Nicoloas J. Schellenberg, geb. 1874, N.-H, ka
pitein Infanterie, van Langestraat 22 naar Does
burg.
Wed. W. Velthuizen, N.-H., zonder beroep,
van Bisschopsweg 24 naar Renkum.
Arjen Droaïsma, geb. 1878, N.-H, tuinbaas,
van Utrechtsche weg 114 naar Lent.
Anne van Woude, geb. 1895, N.-H, winkelbe
diende, van Langestraat 98 naar WonseradeeL
Trijntje de Haas, N.-H, zonder beroep, van
Langeslraat 89 naar Amsterdam.
Ary H. van Wemelen, geb. 1885, N.-H, op
zichter-teekenaar, van Lange Beekstraat 16 naar
Amsterdam.
Henri M. A. Klardie, geb. 1892, R.-C., adjunct-
commies, van Lang estreat 95 naar Enschedé.
Maria Koning, R.-G, zonder beroep, van St
Anariesstraat 15 naar Castricum.
Opgave van personen, die in de Gemeente
van woning zijn veranderd van den 26sten
tot en met den 31 sten Januari 1914.
Hendrfkus F. Balk, bakker, R.-G, van Station
straat 2 naar Muurhuizen 25.
Cornell's W. Berg, lcerL-moch. H. IJ. S. M,
R.-C., van Puntenburgerlaan 10 naar Soester
weg 36.
Woirter van Fessen, gep. spoorbeambte, R.-C,
van Gr. Koppel 6 naar Westsingel 22.
Franciscus B. van Goor, suikerbakker, R.-C,
van Vijverstraat 40 naar Wolkerstroat 29.
Frederik H. W. Hoogland, sergeant-majoor,
Geref., van Kazerne naar Soesterweg 347.
Arie Jansen, houtzager, N.-H, van Weistraat
6 naar Molenstraat 35.
Francina van Keken, zonder beroep, R.-C, van
Breedestraat 67 naar Breedestraat 71.
Petrus Kok, barbier, R.-C, van Gr. Spui 31
naar Muurhuizen 117.
Albert van de Kraats, arbeider, N.-H, van
Woestijgerweg 36 naar Arnhemscheweg 129.
Cornelia R. Lablans, zonder beroep, N.-H, van
Weistraat 7 naar Molenstraat 35.
Willem Mertz, bezembinder, R.-C, van Achter
de Kamp 48 naar Muurhuizen 117.
Jon van 't Oever, sergeant le klasse, N.-H,
van KL Nachtegaalstraat 15 naar Westerstr. 77.
Catrina M. Schippers, zonder beroep, N.-H,
van Flierbeekstraat 14 naar Flierbeekstraat 1.
Alijda Schoonderbeek, zonder beroep, R.-C,
van HoogL weg 30 naar Valkestraat 21.
Maria G G. J. Spelten, zonder beroep, R.-C,
van Schimmelpenninckkade 9 naar Havik 33.
Antonia J. de Wees, zonder beroep, R.-C, van
Utrechtschev/eg 17 naar Driest 6.
Johanna AL Welling, zonder beroep, R.-C,
van Krommestra at 43 naar Vlasakker weg 10.
Everhardus PL Willigenburg, rijtu;gbekleeder;
R.-G, van Soesterweg 18 naar Vlasakkerweg 10.
Lambertus van Wijk, bakker, R.-C, van Utr.
straat 23 naar Utr. weg 64,
Van den Hak op den Tak.
(W eekpraatje).
Top. O ijdelheid der ijdelheden, niets dan
ijdelheid
Tip. Over welke ijdelheid lees je daar, TopP
Top. Wel, waarover anders dan over de tan
go, waar alle hoofden en harten den laatsten
tijd vol van schijnen te zijn. De „heidensche
dans" schijnt de hartstochten bijzonder op te
wekken.
Tip. Heidensche dans, zeg je f Is dat
een woord van jou, of is dat het oordeel van
anderen?
Top. De tango wordt zoo genoemd, mijn
waarde, omdat het een kind is van zwarte ouders
in onze blanke samenleving, zij moet afkomstig
zijn van de negers uit de oerwouden van Ame
rika.
T i p. Ah, 't is dus een vreemde eend in de
bijt, aar toch een gewilde eend, naar het
schijnt, want rij moet bij de Parijsdie en andere
schoon en wel geTefd zijn.
Top. Och ja, daartoe is weinig noodig in on
zen tijd. Tip, als iets maar bizar en fantastisch
is en dat moet die vreemde negerdans zijn
dan valt het ook in den smaak, vooral bij
de dames.
T i p. Nou, die opmerking blijft voor jou re
kening. Maar wat is die tango nou eigenlijk
voor een dans. wat valt er aan al te keuren,
is ze ook overigens zoo heidensch, behalve in
haar oorsprong?
Top. Je vraagt me meer dan ik weet. Jon
gen, ik heb haar niet zien uitvoeren, en op dat
terrein ben ik ook een leek, snap je? Een eer
zaam burger en getrouwd man, als ik, houdt
zich buiten die dingen. Wat ik er van gelezen
heb, komt hierop neer, dat de tango is: een
wringen en draaien van het lichaam in slapp©
bochten, en het huppelen en wiegelen als een
gans, het grimassen maken van een aanstelerb*-
gen schooljongen, en zoo al meer. Onfatsoenlijk
en onzedelijk wordt de tango geheeten.
T i p. Dat las ik ook. De Frarsche geestelijk
heid moet ze als een verderfelijk vermaak vers
boden hebben en ook de Duilsche Keizer moet
er afkeerig van zijn. Dat zal aan de populariteit
geen goed doen.
Top. Missduen niet hoewelverboden
vruchten smaken het lekkerst. Weet je. wat
rrvsschien nog het meest afbreuk zal doen aan
de populariteit van de tango. Er wordt gezegd,
dat vrouwen, die tango dansen, rimpels in 't ge
zicht krijgen, en een onderkin, en zakwangen.
T i p. Als dat zoo ia, dan is het -gauw uit Top.
Laten de tegenstanders dat maar goed naar vo
ren brengen, dan is de beweging voor de tango
zoo gesmoord. Maar zeg eens, ik heb toch ook
gende beoordeelingen van de tango gelezen, van
de echte, onvervalschte, naar men schreef. Hoe
zit dat?
T o p. 't Is een heel gekke zaak met die tango,
Tip. Niemand weet er eigenlijk het rechte van.
Ze wordt overal gedanst en op geen twee plaat
sen moet ze dezelfde zijn. Als ik het goed begre
pen heb, dan onderscheidt men de echte on
vervalschte Argentijnsche dans en de Spaansche
tango. De laatste, de Spaansche, moet meer zin
nelijke houdingen, gebaren en heupbewegingen
te zien geven. De eerste moet reeds vóór 40
jaar in Argentinië als volksdans gedanst zijn,
sedert dien is ze hervormd als een salonlango,
en wordt als zoodanig geroemd als een pracht-
dans, die geen oogenblik de kuischheid van den
toeschouwer doet wijken, zooals het N. v. d. D.
zegt.
T i p. Men heeft dus van de negerdans een
theaterdans gemaakt- Dan was het van deze
hervormde tango zeker, dat ik in een oordeel
van Het Vaderland las, dat zelfbeheer-
s c h i n g daarbij een eerste vereischte is en
dat er, zou de tango het burgerrecht verkrij
gen in onze danszalen, eerst nogmaals in eenige
standen en bewegingen een kleine hervorming
zou moeten worden gebracht Ze schijnt dus
nog niet zuiver op de graat te zijn, Top.
Top. We zullen er ons maar niet druk om
maken, vriend, 't Is een epidemie, die moet uit
woeden. 't Kan ook wezen, dat al de tegenstand
de tango toch niet doet verdwijnen en dat ze
gelouterd uit de vuurproef te voorschijn komt.
Men heeft nu al uit de 70 ingewikkelde figuren
de 10 mooiste gekozen voor „dagelijksch ge
bruik," en het heet, dat bij waardige uitvoering
van deze vereenvoud:gste tango onze bals er
slechts door zullen winnen.
Tip. Dat is ook mogelijk. Hoe is het gegaan
met de wals5 Toen die dans vóór een kleine
eeuw, uit Duitschland afkomstig, haar intrede
deed in de aristocratische salons in Parijs, toen
gingen daar van vele zijden kreten van ver or
waard'ging op over die „betreurenswaardige
schaamteloosheid", waarbij Christen-vrouwen
dansten in de armen van heeren, die geheel
vreemd voor haar waren, en men noemde d©
wals een dans, „die de geesten verdwalen doet,
de harten bedwelmt en de zielen ten verderve
leidt."
Top. We zien alweerer is niets nieuws
onder de zon, alles herhaalt zich. Ondertusschen
Tip de wereld gaat zoetjes aan, langzaam maar
zeker, achteruit. De geleerden willen ons vertel
len, dat de zon gaandeweg minder wordt.
Tip. De zon minder wordt? Dot klinkt be
denkelijk. We loopen toch geen gevaar „op een
goeien dag in het zonnetje pardon, in het
duister te worden gezet"?
Top. Zoo n vaart zal het niet nemen, 't Pi o -
ces wordt heel langzaam voltrokken. Maar iecL.
jaar neemt de zon toch, volgens Prof. Bosk
van de Parijsdie sterrenwacht, 180 trillioen gra..i
of ISO millïoen ton, in gewicht af, door het
verlies van licht- en warmtestralen, die van hear
uitgaan.
Tip. Je noemt daar nog al iets180 millioen
ton, dat is, zou ik zeggen, een aardig brokje.
Top. Op zishzelf, ja, maar 't is van de zon
toch maar een onbeduidend stukje. De zonne-
massa moet zoo ongeveer 325 duizend maal zoo
groot zijn als de massa van onze aarde, en als
je nu weet, dat, volgens genoemde Professor,
eerst over 30 millioen jaren de zon zooveel in
gewicht zal hebben verspeeld, als de massa
van de aarde bedraagt, dan
Tip. Dan hoeven we vooreerst niet te vree
zen, dat de zon ons of onze nakomelingen in den
steek zal laten. Dat is een geleerde baas, Top,
die Professor, dat hij dat zoo precies weet. 't
Is of hij de verschillende hemellichamen op een
weegschaaltje legt.
Top. Aan d;e preciesheid zal wel wat ont
breken. De Professor zegt dat trouwens zelf,
want hij verklaart, dat de toestellen, voor de
waarnemingen gebruikt, ongeveer 40 duizend
maal fijner en zuiverder moesten zijn om het
verlies der zon zuiver en duidelijk te kunnen
aantoonen. Maar hij weet te vertellen dat het
verlies er is.
T i p. En daar zullen we ons maar mee te-
vreê stellen en vertrouwen, dat de berekenin
gen van den hooggeleerde niet al te zeer buiten
den gis zijn. Wij, leeken, zullen hem niet con
troleeren, Top.
Top. Neen, toch niet, maar daarom behoeven
we hem nog niet te verdenken van schijnge
leerdheid.
Tip. Zoo bedoel ik het ook volstrekt niet.
Van schijngeleerdheid gesproken, nou, die Is ei
anders genoeg in de wereld. Je kent m'n neef
Wolters? Gisteren was hij bij ons, ik had hem
in langen tijd niet gezien. Hij vertelde me, dat
hij tegenwoordig plongeur was. Weet je wat dat
is?
T o p. Ik ben niet sterk meer in m'n Fronsch.
Tip. Plongeur, plongeur.... nee, daar sta ik voor
Tip. Je behoeft je er niet om te schamen
voor me, want ik wist het ook niet. Het is keu-
ken-Fransch. Mijn waarde neef is plongeur ofte
wel bordenwasscher in een deftig
versta goeddeftig restaurant.
Top. Dan heeft dat jongemensch het ve;
gebracht. Ja, dat keuken-Fransch is een bijzon
der soort van FranscL Men zie er de spijslijs-
ten, alias menu's, maar eens op na. In de res
taurants en de hotels met hun tables sépa-
rées of hun table d'hote 0 wordt het Fransch
of wat er voor moet doorgaan, misbruikt om
het kleine groot en het eenvoudige belangwek
kend te maken.
Tip. Precies. Zoo kreeg laatst de Italiaanscho
Minister van Buitenlandsche Zaken op een feest
maal, hem ter eere aangericht door den Griek-
schen eersten minister, oxn. te etenDélices Lu-
culhis P. Poularde aux perles du Périgord, welke
deftige schotel in eenvoudig goed Hollandsch
heetKip met aardappelen".
Top. Maar „kip met aardappelen" eet alleen
een burgerman. Tip, en verschijnt niet op een
feestmaaL Bovendien, ook uit de namen der ge
rechten moest blijken, dat Italië een groote mo
gendheid is en dat een Grieksche premier er eer
bied voor heeft.
Tip. Zoo is het. Zóo'n woordje Fransch. geeft
ook bewijs van goeden «naak en ontwikkeling.
Een tailleur wint het ver van een kleermaker,
een coiffeur van een kapper, een coupeur van
een snijder.
T o p. Ja, Ja, en zoo staat ook een coiffure
veel hoogcr don een kapselweelde-artikelen
halen met bij articles de luxe, en een maison
klinkt heel wat voornamer dan een winkel of
een magazijn.
Tip. Je hadt gelijk straks, TopO ijdelheid
der ijdelheden, niets dan ijdelheid.
KEUVELAAR.