DE E EM LAN DER'
Woensdag 18 Februari 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
fa*, f98
12"* Jaarcangi
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF
Co,
ABONNEMENTSPRIJSi
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO*
Idem franco per post1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO*
Afzonderlijke nummers - 0.05*
X)«ze Courant verschijnt dagelyka, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT U
Intercomm. Telefoonnummer 6ö.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf O.ftO»
Elke regel meerO.lflf
Dienstaanbiedingen 85 cents by vooruitbetaling
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaling®»
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonneraen^
Eene circulaire, bevattend® de voorwaarden, wordt o§
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te welen; dat het 8e aanvullingskohier
der Inkomstenbelasting over het dienstjaar 1913,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van
Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op
de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter
lezing ligt.
Amersfoort, den 17. Februari 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWLJCK.
Politiek Overzicht
De likutiJatie van den
BciKt.anoorlog.
hlul de overhandiging van de nieuwe col
lectieve nota van de groote mogendheden,
gelijktijdig in Alihene eu in Konstanlinopel,
zijn de stappen ingeleid, die ten doel hebben
eindelijk aan het tijdperk van de Balkan-
krocbeicn een einde le maken en op den
grondslag van de gesloten vredesverdragen
stlo-biliteii te verschaiien aan den toestand in
hel oosten. Twee vragen moeien nog tot op
lossing gebracht wordener moet beslist
worden over de toekomstige bestemming van
de Egeïoche eilanden en de grens moet wor
den uepaald lusschen den door de mogend
heden m 't leven geroepen nieuwen staat
Albanië en Griekenland. In beide gevallen
komen de moeielijkheden om lot eene rege
ling te komen, hoofdzakelijk van Grieken
land, dal de Egeïsche eilanden allen heeft
bezet, voor zoover dit niet verhinderd werd
door de bezeLing, die Italië daar had gcleg 1
tijdens den onmiddellijk aan den Balkan
oorlog voorafgeganen llaliaansch-Turksckcn
oorlog, en- op de grensregeling met Albanië
is vooruiugeloopen, d-oor de feitelijke inbezit
neming van een zoo groot mogelijk gedeelte
van de grensstreek, die door de mogendhe
den voor Albanië is bestemd.
Do vraag, waarvoor eene oplossing moet
worden gezocht, komt dus feitelijk hierop
neer, dat men moet trachten Griekenland te
bewegen, zich in zijne eischen te maligen.
Vlet middel daartoe is aan de mogendheden
verschaft door art. 5 van het in Londen op
17/30 Mei 1913 lusschen Turkije en de ver
bonden Balkanslaten gesloten verdrag, in ver
band mot art. iö van het in Athene op 1 No
vember 1913 lusschen Turkije en Griekenland
gvisioten vredesverdrag, waarbij de Porie zich
heeft verbonden aan de zes mogendheden de
beslissing over het lot van de eilanden in de
Egeïsche zee over le lalen. Gebruik makende
van die bevoegdheid, hebben de mogendhe
den nu alle door Griekenland bezette eilan
den, met uitzondering van de drie onmid
dellijk voor den ingang van de Dardanellen
gelegen eilanden Imbros, Tenedos en Kastel-
lorizo, aan Griekenland toegekend. AU pleis
ter op de wonde krijgt Turkije de verzeke
ring, dat de afgestane eilanden niet als sta
tions voor leger en vloot van Griekenland
zullen worden gebrifikt en dat de moliamme-
daansche minderheid van de bevolking dezer
e ilanden eene behoorlijke bescherming zal ge
nieten. Verder is aan den overgang van de
eilanden in Grieksch bezit de voorwaarde
verbonden, dat Griekenland niet alleen de
voor Albanië bestemde streken in Epirus
moet onbruimen, maar zich ook moet ver
binden de Grieksche elementen van de be
volking dié* streken niet te steunen,, hetzij
direct of indirect, als zij zich tegen hunne in
lijving bij Albanië mochten willen voortzetten.
Daarmee is er voor gezorgd, dat ook dat
punt op vreedzame wijze zal kunnen gere
geld worden.
Met de diplomatieke handeling der over
handiging van deze collectieve nota in Kon-
stantinopel en Athene hebben de mogendhe
den hunne eensgezindheid kenbaar gemaakt
over de wijze waarop de kwestie van de
Egeïsche eilanden tot oplossing moot worden
gebracht. De gezaalénoonferenlie had in den
afgeloopen zomer reeds de meening uitge
drukt, dat alle Egeïsche eilanden, met uit
zondering van die, welke de invaart van de
Dardanellen beheerschen, aan Griekenland
moesten komen. Dat besluit werd boen echter
niet definitief genomen. Eerst omstreeks
half December werd door Sir Edward Grey
de zaak opnieuw aan de orde gesteld in ver
band met de vraag der ontruiming van Epi
rus. In het midden van Januari was in
hoofdpunten overeenstemming verkregen.
Het was toen nog slechts te doen om de be
paling van den termijn voor den aftocht van
de Grieksche troepen uil Epirus. Ook daar
over bestaat nu klaarheidmet hot einde van
Maart zal de ontruiming voltooid moeten
zijn.
Het eenige, waarover Europa zich nu nog
niet heeft uitgesproken, is de vraag welke
dwangmaatregelen zullen worden aange
wend, wanneer niet vrijwillig aan de in de
collectieve nola uibgedruklc wenschen wordt
voldaan. Dat is eene voorwaardelijke vraag,
want of de aanwending van maatregelen van
dwang al of niet noodig zal zijn, is nu nog
niet met zekerheid te zeggen. De Porte
zegt in haar antwoord op de collec
tieve nota, dak zij zal trachten hare wenschen
te doen gelden. Maar zij laat daaraan vooraf
gaan, dat zij de weldaden van den vrede naar
hunne hooge waarde schat. Zij schijnt dus
van geweldmaatregelen afkeerig te zijn, en
als zij daarbij volhardt, dan zou aan de mo
gendheden de moeielijke beslissing bespaard
kunnen Wijven, hoe zij eventueel door dwang
hunnen wil moeten doorzetten.
Duitschland.
Berlijn, 17 Febr. De rijksdag heeft den
door de begrootingscommissie geschraptcn
post A-oor eene rijksbijdrage ten behoeve van
de in 1916 in Berlijn te houden Olympische
spelen aangenomen. Tegen stemden de soci
aal-democraten, de Polen, de Elzassers, de
Denen en de helft der leden van liet centrum.
Rio de Janeiro, 17 Febr. Een kier
verschijnend dagblad bracht een interview
van den admiraal von Reben Paschwilsch, den
commandant van het Duilsche eskader, vol
gens welke de admiraal verklaarde, dat met
ue divisie in het uiterste oosten en de Mid-
dellandsclie zee-divisie, de Atlantische divisie
eene miduen-divisic zou zijn, die Duitschland
duurzaam in de vreemde wateren in stand
zou houden. In regeeringskriugen wordt te
gengesproken, dat ue admiraal zulk eene ver
klaring heeft afgeiegd en dal Duitschland
plan zou hebben de Atlantische divisie in
stand te houden.
*Berlijn,17Febr. Wolff's bureau bericht,
op grond van information van bevoegde zijde,
dat de Atlantische divisie van de Duilsche
vloot na de terugkomst van de schepen in het
moederland niet verder zal blijven bestaan.
Zabern, 17 Febr. Op verzoek van den
vertegenwoordiger van luitenant von Forst-
ner is de behandeling yen het bij den burger
lijken rechter tegen hen aanhangige rechts
geding verdaagd tot 28 April, opdat von Forsl-
ner, die tegen Paschen den leeftijd van 21
jaren bereikt, zijne zaak persoonlijk zal kuu-
nen behartigen.
De Bund der Landwirte heeft eergisteren
zijne jaarvergadering gehouden te Berlijn in
het circus Buscli en, omdat hier niet voor al
len plaats was, eene daarmee parallel loopen-
de vergadering in het circus-Schumann. De
volgende motie werd, op voorstel van het
hoofdbestuur, aangenomen:
,,De nieuwe ontwikkeling van Duitschland
op het gebied der binnenlandsche politiek
moet den Bund der Land var te als groote ver-
eeniging van monarchaal gezinde, nationale
mannen met ernstige bezorgdheid vervullen.
Op eik gebied van de wetgeving des rijks be
speuren wij een steeds verder gaand ontzien
van de stemmingen, wenschen en belangen
der monarchie, die in militaire, belasting
en sociaal-politieke vragen het duidelijkst is
waar te nemen. De gebeurtenissen in Zabern
en hunne behandeling, de pogingen om het
commandogezag van <len keizer en de bonds-
vorsten te beperken en het parlementarisme
te versterken, het ingrijpen van het rijk in
de belastingpolilick van de staten, zijn de
kenteekenen van de laatstelijk ingetreden de
mocratische ontwikkeling. De Bund der Land
wirte spreekt daartegenover zijn vast besluit
uil, om voor zijn deel met alle kracht en be
slistheid deze voor het rijk en voor het geheelc
volk noodlottige ontwikkeling tegen te wer
ken."
In tegenstelling tot vroeger, werd ditmaal
geen telegram van liulde aan den keizer ge
zonden, maar kolonel von Reuter werd als
een nationale held gevierd en de kroonprins
uitbundig geprezen voor het door hem aan den
kolonel gezonden telegram.
België»
Brussel, 17 Febr. Een officieele nota
bericht, dat de koning heden morgen -op een
wandelrit in het bosch van Soignies, bij
Boilsfort, gevallen is. De met spoed ontbo
den geneesheeren constateerden, dat de lin
kerarm gebroken was. Het ongeluk is aldus
geschied: Het paard van den koning strui
kelde tegen een boven het straalvlak .uitste
kende steen, waardoor het Yiel en zijn berij
der meesleepte.
Tweede telegram. De koning reed
met den majoor graaf Duroy-Debhcquy in
draf door het boscli, toen plotseling zijn
paaaxl begon le siteigeren. De koning verloor
de stijgbeugels en viel op den grond. De ma
joor bracht terstond zijn paard lot staan en
kwam den koning te hulphij hielp hem op
de been. De koning klaagde over hevige pijn
in den arm. De majoor nond het paard vast
en bracht den koning, hem bij het loopen
steunende, naar het kasteel van zijne moe
der, mevrouw Duroy-Boitsfort. De dokier van
Boitsfort, die per telefoon ontboden werd,
verleende den koning de eerste hulp en con-
stateerde, dat het bovenarmbeen gebroken
was. Uit het paleis te Brussel/waar heen
dadelijk eene boodschap gezonden was, werd
een automobiel naar Boitsfort gezonden. Om
half twaalf verliet de koning het kasteel
Boitsfort; de majoor, de dokter van Boits-
fort en een kamerdienaar van he<t paleis ver
gezelden hem naar Brussel. In dat paleis ver
leende de igeneeslheeren den koning de hulp,
die zijn toestand vorderdede gebroken arm
werd gezet. De koning heeft geene koorts;
zijn toestand is nu bevredigend.
Brussel, 17 Febr. Volgens de lezing van
majoor Deblicqny, is het paard van den den
koning niet gaan steigeren, maar is het ge-
slooten tegen een steen. Het viel op de knieën
en sloeg naar de linkerzijde om, waarbij de
berijder werd meegesleept, wiens been onder
den borstriem bekneld werd.
Een bulletin, dat heden avond om vijf uur
werd uitgegeven, zegt, dat de koning getrof
fen is door een schuine breuk van het bene
deneind van het linker bovenarmbeen en eene
spierkneuzing van het rechterbeen. Het ge
broken armbeen is om elf uur voormiddags
gezet. De toestand van den koning is zeer be
vredigend.
Antwerpen. i 7 Febr. De Kamer van
koophandel beeft de aandacht van den minis
ter van openbare werken gevestigd op
scheuren, die in de kaden langs de Schelde
zijn gevallen; zij geeft in overweging den
gang van de versterkingswerken, die zijn on
dernomen, te verhaasten.
Frankrijk*
P a r ij s, 17 Febr. De Kamer beeft de be
grooting van marine aangenomen.
In de voormiddagzilLing werd ook de be-
grooting van oorlog nog behandeld. De mi
nister Noodens verklaarde, in antwoord op
eene vraag, dat men over bet Cebel-geweer
ten volle voldaan is. Hij zeide: „Wij denken
er niet aan het te vervangen. Maar als an
dere staten hun geweer verbeteren en een
automatisch geweer aannemen, dan zouden
wij er op een goeden dag toe gebracht kun
nen worden, ons op het maken van een der
gelijk geweer toe te leggen. (Teekenen van
instemming).
De afdeeling van de begrooting van oorlog,
betrekking hebbende op de oorlogsinrichtin
gen, werd daarop aangenomen.
Het rapport, dat de afgevaardigde Bénard
namens de legercommissie, aan de Kamer
heeft uitgebracht, bevat de mededceling, dat
de regeering, in plaats van de oorspronkelijk
aangekondigde militaire uitgaven van 860
millioen francs, 1410 millioen in ronde cijfers
zal verlangen, en wel 635.311.000 ,in plaats
van 440 millioen voor de vermeerdering van
de effectiefs op vredesvoet en 7545 (in plaats
van 420) millioen voor de verbetering van
het oorlogsmateriaal. De verbooging van de
uitgaven voor de vermeerdering van het vre-
desefl'ectief wordt inzonderheid veroorzaakt
door de aanneming van een voorstel, waar
door de volkomen gelijkheid in den duur
van den diensttijd bepaald en elk vervroegd
ontslag afgeschaft wordt. Wat bet oorlogs-
materieel betreft, wordt uitvoerig uiteenge
zet, dat Frankrijk zich tegenwoordig beden
kelijk in. bet nadeel, bevindt.
Verder wordt gewezen op de noodzakelijke
heid, bet leger van groote oelcningslerrernen
te voorzien, hetgeen 130 millioen zal moetef
kosten, over vijf jaren te verdeelcn.
Het rapport besluit met de verklaring dat
alle punten van bet programma aan dringciv
de behoeften beantwoorden; de spoedige ver*
wezenlijking is yoor de veiligheid van het
land onmisbaar. De commissie noodigt. da
regeering uit, het door baar vastgestelde pro*
gramma uil te voeren, en zij verlangt van cl»
Kamer, dat zij de middelen daarvoor toestaat
Parijs, 17 Febr. Generaal Lyautey. d»
resident-generaal van Marokko, is heden hief
aangekomen.
Engeland»
De Economist wijst ex op, dat de Ulslezv
kwestie eene opmerkelijke stijging van dl
iersche geldswaardige papieren nioi heeft
verhinderd. De koers van de Iersche landleeg
ning is ih de laatste week merkbaar ges le
gen; de markt voor uil Belfast afkomstige
waarden is vast. liet blad merkt daarbij op:
Wij voor ons kunnen niet begrijpen, waar
om het beleggend publiek van Belfast de
oude waarden behield, wanneer het land
werkelijk door bloedvergieten en burgeroor
log bedreigd was. Men kan moeielijk uaa
een burgeroorlog op de basis van 4 Oct. ge-
looven.
Zweden.
Stockholm, 17 Febr..Het verzoek oi\
ontslag van het kabinet-Staalt is toegcuiaa,
Er is een nieuw ministerie benoemd, dat al
dus is samengesteld: minister-president cu
minister van oorlog Hanunarskjóld; builen-
landsche zaken Knul Wallenberg, lid van da
Eerste Kamer; justitie Hasselrot, president
van het Zuid-Zweedsche gerechtshol; binnen
landsche zaken gouverneur von Sydow; mariu®
Broslröm, sclicepsi eeder; financiën Yeunere-
len, fabrikant en afgevaardigde; onderwijj
Westman, hoogleeraar aan eene universiteit!
landbouw baron Johan Beck Friis, lid van de
Eerste Kamer. Drie minislerien zonder porte*
feuilles zijn bezet door kolonel Mörcke, expe»
ditieohef Stenbcrg en Linnen.
De nieuwe miDistcr-president Hai»
marskjöld is bekend als lid van het Haagscho
bof van arbitrage 'en president van hef
scheidsgerecht in de zaak van Casablanca.
Petersburg, 18 Febr. De Russisch®
afdeeling van de interparlementaire unie heef!
den secretaris-generaal van de unie Lang»
uitgenoodigd deel te nemen aan eene confe
rentie in Stockholm -naar aanleiding van hei
feit, dal er honderd jaren zijn voorbijgegaan
zonder dat de Skandinavische stalen aanlei
ding hebben gegeven tot sólhentiing van de»
internationalen vrede. De leden van de Rus«
sische afdeeling drukten hel voornemen uit,
Stockholm te bezoeken. Zij bevestigden, da<
Rusland volstrekt gceno vijandige bedoelingen
heeft tegenover al zijne buren, maar voora#
niet tegenover de Skandinavische landen.
Rusland*
Over den inhouu van het wetsontwerp tot
regeling van den drankverkoop, dat nu hs|
den rijxsraad aanhangig is, schrijft de Nord<4
Allg. Zeitung:
Dat het den rijksraad werkelijk ernst is met
de. bestrijding van den alkohol, heeft hij in
zonderheid door de aanneming van het recht
om den verkoop van alkohol te verbieden voor
liet is vseiuigen gegeven om gelukkig te
ziju, maar hel is allen gegeven om anderen
gelukkig te maken.
oorspronkelijke roman
41 door
H. WITTE.
Nadat dit meisje verscheidene jaren lief
en leed met ons gedeeld had, is zij op een
onbegrijpelijke wijze, nu juist zes jaren gele
den, in deze slrecK verloren geraaid. Zij was
alleen uitgegaan en kwam 's avonds niet terug
Urenlang zochten wij nagr haar, maar nie
mand kon ons op haar spoor brengen. En zoo
ging het verscheidene dagen achtereen, totdat
wij ons verblijf in dezen omtrek niet langer
konden rekken, en dus wel zonder baar moes
ten vertrekken. Wij zijn sedert dien tijd nog
eens in dit land geweest, maar kwamen toen
niet in deze buurt
Daar ik later niets van haar hoorde, had
Ik elke hoop ora haar terug te vinden opge
geven, tot ik, toen we nu dicht bij Heiwijk
kampeerden, toevallig vernam dat in dien
Ö>d een verdwaald meisje door u is opgeno
men en sedert dien tijd ook bij u is gebleven.
Dit zou dus denkelijk onze Margo wel zijn.
Om dit te weten te komen heb ik gisteren dit
huif bespied, teneinde haar in hef oog te
krijgen. Dit gelukte mii spoedig, en toen ik
haar Margo hoorde noemen, twijfelde ik niet
langer. Wel is zij natuurlijk in aie zes jaren
zeer veranderd, zoodat ik haar denkelijk op
liet eerste gezicht niet zou herkend hebben,
maar nu viel het mij niets moeilijk in haar
gelaatstrekken het lieve gezichtje te herken
nen. Wat zullen de anderen blij wezen als zij
haar terugzien!
Ais zij haar terugzien, zegt ge. Hoe moet
ik dit opvatten?
Wel, zij gaat naturlijk met mij meê, of,
als dit niet kan, kom ik haar morgen aiha-
len, en u dan meteen bedanken voor alles
wat u voor haar gedaan hebt.
Mijn goede vriend, eer gij verder gaat
moet ik u zeggen dat ge u vergist. Het kind
dat ik indertijd heb opgenomen is niet, gelijk
het door u vermiste, van Iiollandschen oor
sprong, maar uit het Noorden van het
land, uit Groningen afkomstig; dan is het, wal
ik zeker weet, een vondeling, die aan hen, die
haar hadden opgenomen eenige jaren later
ontvlucht was, en er niet van wilde hooren
naar dezen teruggebracht te worden, omdat
zij de liefdelooze behandeling, of zeggen wij
liever de mishandeling, waaraan zij bij de
bende, die ze was onlloopen, blootgesteld
was, niet langer kon verdragen en rilde als
men daarvan sprak. Ook zij behoorde bij een
rondreizenden troep, en wij hebben alle moge
lijke moeiten gedaan om dien op te sporen,
wat we echter moesten opgeven, toen we hoor
den dat die reeds den volgenden dag de rivier
over en de Betuwe door getrokken was. Gij
ziet dus dat er wel eenige overeenkomst in
de geschiedenis dezer beide meisjes is, maar
dat het kind waaraan ik mijn zorgen wijdde,
een ander is dan dat, 't welk gij zoekt. Wij
kunnen dus het gesprek hierover wel afbre
ken, wijl die zaak, jjelijk gii wel hegrfjnt, mii
in het minst niet aangaat en ik u ook geen
nadere inlichting kan geven.
Dit lag echter niet in de bedoeling van den
Zigeuner, die er vreemd van opzag dat de
andere bekend scheen le zijn met bijzonder
heden, die hem toch, naar hij meende, onmo
gelijk 'bekend konden wezen. Ilij begreep met
zijn verzinsels, waaruit zijn recht op het meis
je moest blijken, van den weg, dien hij meen
de dat gemakkelijk tot zijn doel moest leiden,
te zijn afgeweken; ook dat hij best zou doen
met van houding te veranderen en brutaal
af te dwingen, wat hij op een gemoedelijk
vertrouwelijke wijze niet kon verkrijgen.
En toch, u mag zeggen wat u wilt, is
het meisje dat hier woont dezelfde Margo die
ik zoek. Wat u mij daar vertelt van Gronin
gen, van een vondeling en van mishandeling
waaraan zij zou blootgesteld geweest zijn,
zijn maar praatjes, die het ondeugende nest
u op den mouw heeft gespeld. Zij werd zoo
min mishandeld als onze andere tenderen,
maar ze was wat lui en onwillig, en daarom
zal zij weg hebben gewild. Ik verzoek u dus
haar aan mij terug te geven; anders
Anders?
Anders zal ik haar natuurlijk gerechte
lijk moeten opeischen, dat ons beiden veel
last zou veroorzaken en voor haar zeker zeer
onaangenaam zou zijn.
Maar dan zult gij toch moeten bewijzen
dat gij in uw recht zijt. Met leugens, zooals
die, welke ge aan mij wilt verkoopen, zult ge
daarmede zeker niet ver komen, en dit te
minder daar de Zigeuners hier over het alge
meen niet veel.vertrouwd worden, terwijl ik
in staat ben bewijzen van het tegendeel te
leveren. Daar komt dan verder nog bij, dat
ik haar letterlijk het leven heb gered, daar
zij. den toestand waarin zij toen verkeerde
in aanmerking genomen, zoo wij ons met over
haar ontfermd hadden, zoo goed als zeker in
dien kouden, slormacktigen nacht mei zwaren
regen, zou bezweken zijn.
Nemen wij nu eens aan dat hetgeen je mij
hebt verteld niet waaT en dat het door mij
verzorgde meisje werkelijk de Margo is, die
gij beaoelt, <lan geloof ik toch dat ik voor
hetgeen ik voor haar deed op deze vondelinge
meer recht heb dan gij, die haar eenige jaren
ais kind bij u hieldt.
Alles goed en wel, mijnheer, maar ze
behoort aan mij. Wat u van een vondeling
vertelt zijn maar praatjes die men u wellicht
voorgelogen heeft. ILaar moeder heeft haar
op haar sterfbed aan mij toevertrouwd, daar
kan ik een eed op doen.
Zoo kan je dat? Wij zullen zien; maar
wacht even want ik moet den knecht iets
belasten.
Dubbelman scheidde en zei daarna aan
Mina dat ze Jan even bij hem moest sturen.
Jan, die op kleinen afstand bij de keuken
stond, toen de Zigeuner aanbelde, had den
man wel gezien, maar niet op hem gelet. Toen
Dubbelman hem toeriep dat hij in de nabij
heid moest blijven, had luj hem een oogen-
blik slechts van terzijde in het gezicht gezien,
niet lang en goed genoeg om hem te kunnen
herkennen, maar wel om een vermoeden bij
hem te doen opkomen, "dat deze gast een
oud bekende van hem was, en, daar het ge
sprek nogal Lang duurde en hij bij de hand
moest -blijven, leek hem dat niet onwaar
schijnlijk. Hij verbeidde dan ook met onge
duld het oogenblik dat hij, gelijk hij ver
wachtte dat gebeuren zou, geroepen werd.
zoodat hij niet lang op zich liet wachten.
Toen hij binnenkwam kon hij den Zigeuner
die met zijn rug naar de deur gekeerd zat
niet in het gelaat zien, en bleef hij beleefcl
vóór in de kamer staan, in afwachting va»
wat zou volgen.
Jan, zie eens of je dezen man ook ken*
Nu keerde de bezoeker zich om, teneinde
den knecht te zien, maar hij scheen deze»
niet te herkennen, wat ook zeer goed mogelijk
was, daar de oude trompetter een volkome»
metamorphose had ondergaan.
Anders echter was het met dezen. Zoodra
hij hem vlak in het gelaat zag, zei hij lachend:
Wel zeker, herken ik hem, en hem do
hand toestekende, vervolgde hij: Hé, Mau-
rus, oude kameraad, hoe kom jij hier zoo ver
zeild? Dat zal mijnheer pleizier doen, want wij
hebben indertijd heel wat moeite gedaan om
je op te sporen; maar je was weg en dan zijn
zulke trekvogels niet gemakkelijk te vinden.
De Zigeuner wist niet recht hoe hij het had.
Wat praat die man van herkennen en van
oude kameraad? Hij ziet mij zeker voor een
ander aan, want zulke kameraden houden wij
er niet op na.
Maar kerel, herken je me dan hcusch
niet? En ik heb nogal een goed jaar lang de
halve wereld met je omgcreisd, waarbij ik
met mijn trompet de menschen lokte, en jelui
hen knollen voor citroenen verkocht. Wij zijn
toch immers in goed harmonie gescheiden.
Herinner 't je maar eens.
Wordt vervolgd-