DE E EM LAN DER".
12d* «Jaargang.
Zaterdag 28 Februari 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.0O®
Idem franco per postl.fSO®
Per week (met gratia verzokering tegen ongelukken) - O.in.
Alzonderlijke nummers - Ó.05.
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- eo
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels..f 0.50»
Elke regel meer- 0.10.'
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement,
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt of
aanvraag toegezonden.
De Staatscourant van Zaterdag 28 Febr.
bevat o.a. de volgende Kon. besluiten:
opnieuw benoemd tot voorzitter van den
burgerlijken pensioenraad mi*. Th. II. de
Meester.
benoemd tot griffier van het kantongerecht
tc Winschoten mr. A. E. van Eldik Thieme,
thans te Schagen en van het kantongerecht
te Oirschol mr. M. J. A. v. d. Grinten, advo
caat te Eindhoven; tot substituut-griffier van
de rechtbank te Arnhem mr. IIL. Mees, grif
fier van het kantongerecht te Heerenveen;
benoemd tot directeur der Rijkswerkinrich
ting Veenhuizen II A. W. Idzenga, thans di
recteur der Rijkswerkinrichting Veenhuizen I;
eervol ontheven de kapitein-luitenant ter
zee A. Pieren van het bevel over het torpedo-
instructieschip Koningin Emma*der Neder
landen en het bevel opgedragen aan den ka
pitein-luitenant ter zee A. C. de Joncheere.
De derde Vredesconferentie
Naar aanleiding van de dezer dagen in de
bladen opgenomen berichten aangaande de
derde Vredesconf<g-entie, deelt men ons van
bevoegde zijde mede, dat sedert de maand
December j.l. tusschen de Nederlandsohc en
Russische regeeringen overleg wordt gepleegd
over de wijze waarop die oonferenlie zoude
zijn voor te bereiden; op dit oogenblik heeft
bedoeld overleg nog niet geleid tot volledige
overeenstemming omtrent het uit den aard
der zaak vereischt uitgewerkt plan van zoo
danige voorbereiding. Het inmiddels ontvan
gen Amerikaansche voorstel ter zake wordt
mede overwogen.
Officieren voor Albanië.
Er zullen geen Nederlandsche officieren meer
naar Albanië gezonden worden dan alleen
wanneer de commandant, generaal De Veer,
uitbreiding noodig acht en aanvraagt.
Kader-opleiding. De te 's Gra-
venhage aangekomen kapitein der Deensche
infanterie V. A. C. Klein, in opdracht der
Dcensohe regeering ter bestudeering der op
leiding van de onderofficieren bij het Neder
landsche leger uitgezonden, heeft reeds een
bezoek gebracht aan de kazernes der infante
rie, artillerie en cavalerie te 's Gravenhage.
Daarna zal hij een bezoek brengen aan den
hoofdcursus en het'instructiebataljon der in
fanterie te Kampen. De schoolcompagnie der
genie te Utrecht en de Rij- en Hoefsmidschool
der cavalerie ie Amersfoort. Vervolgens gaat
kapitein Klein naar Zwitserland en Frankrijk
om kennis te nemen van cle kader-opleiding
daar te lande.
Oplaten van postduiven. In de
Staatsct. no. 49 wordt bekend gemaakt, dat
volgens mededecling van den Franschen ge-
zani door de bevoegde Fransche overheid is
geconstateerd, dat het voorschrift betreffende
de medcdeeling welke behoort te geschieden
14 dagen vóór hel oplaten van duiven door
particulieren of vóór het oplaten op data, die
niet lang te voren kunnen worden vastgesteld,
niet strikt wordt nageleefd.
Daarom heeft de Fransche minister van
Binnenlandsche Zaïken besloten, dat voortaan
bij gebreke van de inzending der merieüeeiing
binnen de voorgeschreven termijnen, den
overtreders zal worden verboden hun duiven
in vrijheid te stellen.
Bovendien komt het herhaaldelijk voor, dat
de mededeelingen van opiating aan den Fran
schen minister van «Binnenlandsche Zaken
worden gericht bij briefkaarten of brieven,
welke niet de vereisdhle inlichtingen inhou
den. Teneinde deze mededeelingen uniform
te maken, heeft genoemde Minister een for
mulier vastgesteld, dat in het vervolg zal moe
ten worden ingevuld door de liefhebbers die
vluchten van vreemde duiven op Fransch
grondgebied regelen.
Het formulier is afgedrukt in Staatscourant
no. 49.
Schoonmaaksters gemeente-
amtenaren? Door de gemeentebesturen
wordt verschillend geoordeeld over de vraag
of werkvrouwen, die in abonnement belast
zijn met het schoonhouden enz. van gemeente
gebouwen, gemeente-ambtenaren zijn in deD
zin der gemeentelijke pensioenwetten.
Aan het adviesbureau van den Nederland-
schen Bond van Gemeente-Ambtenaren is door
het Departement van Financiën medegedeeld,
dat indien zulke vrouwen een stuk kunnen
produceeren, dat ingevolge de wet als vaste
aanstelling is aan te merken, dal de wet ten
naren opzichte van toepassing is. Aangezien
de stukken voor inkoop Yan diensttijd volgens
de gemeentelijke pensioenwet voor alle ge
meente-ambtenaren vóór 1 April moeien wor
den ingezonden, dient hierop dus ook door of
voor deze werkvrouwen to worden gelet.
Penslonneering van verple
gers. De Ne der 1. Verplegers-Vakvereeniging
iieefit een adres gericht tol den minister van
Financien, waarin men Z.Exc. dank brengt
voor dc gunstige bepalingen, opgenomen in
de nieuwe Pensioenwet, dal verplegers op 55-
jarigen leeftijd kunnen worden gepension-
neerd.
Het adres vervolgt dan:
„Deze gunstige bepaling was noodig, daar
de hoogst inspannende arbeid van verplegers
van zenuwziekten en krankzinnigen maakt,
dat de verpleger op ^"jarigen leeftijd niet
meer in slaat zal zijn den arbeid te kunnen
verrichten.
Worden andere ambtenaren op zeer jeug
digen leeftijd voor (hun betrekking aangeno
men, bij den verpleger is dit geenszins het ge-
vaL Hij moet- den leeftijd van 20 jaren hebben
bereikt, vóór en aleer hij eene plaats als leer
ling-verpleger kan bemachtigen.
Verder zijn de gevaren als infectie, het op-
loopen van trauna bij krankzinnigen en hel
demoraliseerende van den moeilijken arbeid
der verpleging oorzaak, dat hij zijn arbeid
eenige jaren vroeger zal moeten neerleggen
dan andere ambtenaren.
Reden waarom men er nogmaals bij den mi
nister op aandringt naast de gunstige bepa
ling van op 55-jarigen leeftijd te kunnen wor
den gepensionneerd, te doen toekennen vol
pensioen op 55-jarigen leeftijd".
De benoeming van mr. J. O. A. Everwijn
tot administrateur van het dep. van L., N. en
H., brengt geen verandering in zijnen werk
kring. De heer Ever wijn blijft als hoofd der
afdeeüng handel optreden.
Ned. Maatschappij voor Tuin
bouw en Plantkunde. Te Leiden is de
52e buitengewone algemcene vergadering ge
houden van dc Ned. Maatschappij van Tuin
bouw en Planllkunde, onder voorzitterschap
vam den heer S. R. von Franck, van Bergen-
op-Zoom.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het bedanken van den heer jhr. J. O.
de Jong van Beek cn Donk, werd tot voor
zitter igekozen jhr. mr. W. G. Boreel van Ho
ge land en te Velsen.
De heer Th. J. Dirai, uit Den Haag, hield
een rede over de riohiting, waarin de maat
schappij zich in de toekomst zal moeten be
wegen; hij meende dat behartiging van vak
belangen voorop zal moeten staan cn dat
voorts meer .gelet zal moeten worden op de
belangen der liefhebbers-tuinbouwers.
De heer A. J. van Laren, hortulanus te
Amsterdam, besprak hierop het ontwerp
voor een leerlingstelsel voor de bloemisterij,
zooals dat is samengesteld door een com
missie vanwege de afdeeüng Amsterdam. Hij
pleitte voor het benoemen van een commissie
uit de Maatschappij voor Tuinbouw en Plant
kunde, beslaande uit vaklieden cn liefhebbers
en uit den Ned. Tuinraad, die alleen pa-
troonsvereenigingen omvat, welke de zaak
nader moet bestudeeren, en een regeling
ontwerpen, die voor het geheele vak der
bloemisterij passend is.
Hierna was het woord aan den heer S. R-
van Franck, te Bergen op Zoom, over de
wijze waarop de wet van 23 September 1912
(Stbl. no. 304, houdende bepalingen tot we
ring en bestrijding van den Amerikaanschen
kruisbessenmeeldauw wordt uitgevoerd.
Vervolgens besprak de heer D. S. J. Admi
raal, te Amsterdam, de wenschelijkheid van
uitbreiding der keuringen lot de maand De-
cember) speciaal met het oog op de planten-
beurs.
De heer F. H. Schut, uit Hilversum, behan
delde de vraag, of de tegenwoordige groeps-
vertegenwoordiging der Ned. ivaj. voor T. en
P. voor de afdeelingsgroepen wel gcwenscht
is, en evenzoo ook voor de maatschappij.
Na uitvoerige beschouwingen en een blik
op <le geschiedenis to hebben, geslagen,
Icwam Spr. tol de conclusie, dat de tegen
woordige groepsvertegenwoordiiging geen
aanbeveling verdient. De Mpij. en de Tuin
bon, wr a ad zijn twee lichamen, die naast el
kaar nuttig werk kunnen doen, waar de
eene practisoh, en de andere theoretisch
werk doet.
Ten slotte behandelde de heer D. W. Beo
king, te Arnhem, nog de vraag, of het mei
wenschelijk is dat dc afdeclingen er zoo
veel mogelijk toe medewerken overal pa
tio onsvereenigingen op te richten. In Arn
hem heeft men zoodanige vereeniging cn
deze werkt uitnemend.
Na nog enkele besprekingen werd de ver
gadering gesloten.
Vredesprijs voor de jeugd. De
algenieene Ned. Bond „Vrede door Recht" en
de Ned. R. K. Ver. tot bevordering van den
Wereldvrede schrijven gemeenschappelijk
voor het jaar 1914 twee prijsvragen uit voor
de jeugd.
De eerste prijsvraag is een uitnoodiging
een opstel tc schrijven over de onderwerpen
De opening van het Vredespaleis; Roode
Kruis en Vredesbeweging; Waarom is de duif
gekozen als het symuool voor de vrede.
De keuze der onderwerpen is vrij. De deel
nemers mogen slechts over een der onder
werpen schrijven. De opsteüen moeten
minstens drie en hoogstens zes bladzijden
uit een gewoon schoolschrift zijn en in het
Nederlandsch geschreven.
De tweede prijsvraag as om In te zenden
een schets voor een al of niet geïlluslreerden
Maandkalender. Elk der twaalf bladzijden
moet bevatten één of meer zinnen de vredes
beweging betreffende.
Voor elke prijsvraag zijn drie prijzen uit
geloofd, als eerste prijs een gouden horloge
en als tweede en derde een waardevol souve
nir.
Voor de prijsvragen is het land verdeeld
in 28 districten. In elk district zal een jury,
bestaande uit drie personen, de opstellen be-
oordeelen, ingezonden door de jongelieden
van 'haar district. Deze jury's zullen van elk
tien antwoorden kiezen, dat wordt doorge
zonden naar de hoofdijury. Do door de dis-
Lricts-jury's gezonden antwoorden zullen alle
bekroond worden met een diploma. De in
zendingen moeten voor 15 Maart worden in
gezonden bij de secretarissen van de dis
tricten, wier namen later zullen worden be
kend gemaakt. Inlichtingen kunnen tot dien
tijd worden verkregen bij den secretaris der
hoofdjury, Theresiastraat 51, 's Gravenhage.
De antwoorden der prijsvragen moeten
een motto dragen en mogen niet den naam
van den inzender vermelden. Deze moet
worden genoemd in een afzonderlijk couvert,
waarop hetzelfde motto geschreven is.
Assurantie Maatscha pp ij en
brandweer. In de jaarlijksche vergade
ring van aandeelhouders der Arnhemsche
Verzekering Maatschappij teen Brandschade,
werd bij de goedkeuring van de vijftigste jaar
rekening besloten, aan de gemeente Arnhem
aan te bieden een autiomobiel-raotorbrand-
9puit ten behoeve van de Arnhemsche vrij
willige brandweer. Het geschenk bedoelt te
zijn een blijk van waardeering voor hetgeen
de Arnhemsche brandweer presteerde en als
aanmoediging om ook in loekorns? te volhar
den in het streven tot bescherming der goe
deren van Arnhem s inezelenen.
In de als leeszaal voor de Eerste Kamer
ingerichte voormalige directeurskamers van
het kabinet der Koningin is als schoorsteen
stuk een schilderij van Prins Willem Hl, Ko
ning-Stedehouder geplaatst.
Een Incident op het Bossche
carnaval. In de sociëteit Casino te 's Her-
togenbosch heeft zich een der carnavals
avonden een incident voorgedaan tusschen
een burgemeester van een naburig plaatsje
en een officier.
De Burgemeester was, hooggedopt, met zijn
wederhelft naar de Carnavalspret komen
kijken. Aan een tafeltje gezeten, kwam bij
hen ook een officier plaats nemen en scheen
in grappige stemming. Althans, zonder dat
de 'burgemeester het had gemerkt, was een
schaaltje met suiker iin zijn hoogen hoed,
dien hij naast zich had gedeponeerd, gebor
gen.
Toen de burgemeester zijn hoed wilde op
zeilen, kreeg hij het suikerschaaltje op zijn
hoofd, cn eenigszfns geraakt daarover,
smeet hij den officier het schaaltje naar hef
hoofd. Naar men zegt, gaf deze den burge
meester daarop een oorveeg. De officief
wilde, dat de burgemeester de zaal zou woxs
den uitgezet, doch hiervoor werden door hot
bestuur der aaal blijkbaar geen termen ge*
vonden.
Van een en ander moot op verzoek van
den burgemeester proces-verbaal zijn opgc*
maakt. D. v. N.
- De karernebrand te Haarlem,
Gebleken is dat de benzine, die in dc kasf
van den aangehouden onderofficier is gevon>
den, door hem gekocht is voor zijn sergeant-
majoor, die daarmede vlekken uit zijn jad
moest maken. Wat het feit betreft, dat in zijn
bezit sleutels zijn gevonden, die op verschil
lende sloten passen, is gebleken dal ook an
dere onderofficieren in het «bezit van zulko
sleutels zijn bevonden. Trouwens, bij den
tweeden kazernebrand was dit al aan do
autoriteiten bekend.
Algemeen gelooft men, dat de aangehou
dene alleen het verkoopen van eenige oude
militaire klcedingstukken op zijn geweten
heeft. Hij blijft alle schuld ontkennen.
Brandstichting? In het Rijks
krankzinnigengesticht le Medemblik werd
naar het Ilbld. meldt, Donderdag brand
ontdekt ineen der zalen, onmiddellijk
grenzende aan de „versterkte afdeeling".
Door flink optreden wist men het vuur,
dat reeds een groot gedeelte van den vloer cn
een deur had aangetast, te stuiten. Er werd
onmiddellijk aan kwaadwilligheid gedacht; de
zaal behoort tot het in herstelling zijnde wes
telijk gebouw en was nog niet door patiën
ten betrokken; geen hunner kan dan ook hel
vuur hebben aangestoken. Alle werklieden
zijn ondervraagd, doch geen enkele aanwijzing
van den dader is nog ontdekt.
Een wonderlijke dame. In d«
Daendelstraat te 's Gravenhage woonde een
echtpaar. Meneer heeft een Rijksbetrekking
en mevrouw... zag op de huishouding toe?
Niet bepaald. Zij hield er van, goede sier te
maken. Dat is een hele prettig ding, maar je
moet er het geld voor hebben. En dat had
mevrouw niet Maar goede sier maken deed
ze toch. Ze deed bestellingen bij diverse win*
kcliers in de buurt... op de pof. De leveran
ciers zogen al gauw in dat 't „niet voel soeps
was," maar durfden hun leveringen niet
staken, uit vrees van dan de gelden voor het
vroeger geleverde niet los te krijgen. Wel
kwamen ze dikwijls manen... en nog eens
manen. De één deed het gematigd, de ander
minder gematigd. In het laatste geval ont
aardde het nog al eens in scheldpartijen. Da
buren, fatsoenlijke menschen, namen et
aanstoot aan, dreigden den huisheer met dt
huur op te zeggen, als hij meneer en mevrouw
Z. niet te kennen gaf dat ze beter deden een
andere woning te zoeken. Maar dat kon ook
al weer niet; vanwege de achterstallige
huurschuld, die anders ook heelemaal niet
los zou komen. Mevrouw Z. stoorde zich aan'
niets, ging chic gekleed, maakte plezier. j
Op een dag bezorgde zij het heele BezuU
denhoutkwartier een verrassing.
Mevrouw Z. betaalde... Bctèèldel Betaalde
den huisheer anders ging dat bij deur*
waarders-exploit betaalde den slager, den
bakker, den fruitman.
„Een erfenis?" fluisterden de menschen.
oorspronkelijke roman
49 door
H. WITTE.
Wel had de dokter liever gehad dat hij nog
een dag rustig was inuis geoieven, maar hij
kon ruet anuers uan toestemmen tiaL hiei
pericuiem in mora was; dat langer uitstel, met
oog op de hewegeiijioieid van uut voiüje, oor
zaak zou zijn uat t niet oi hoogst Bezwaar
lijk zou le vinden wezen, en ae Oi^gesieicuieid
van Dubbelman was niet van zoo ernsligen
aard, dat dit tochtje hem kwaad zou doen;
veeleer het tegendeel.
Ongeduldig over t naar zijn zin te lange
uitblijven van den dokter, stond Dubbelman
den volgenden morgen bij het raam naar
hem uit te zien, toen hij een rijtuig aan het
hek zag stilhouden. Dit gobeurue wel meer,
daar hij onder de meer gegoeden van die
streek verscheidene vrienden had, wier be
zoek hem gewoonlijk zeer welkom was, doch
thans een onaangenaam oponthoud kon ver
oorzaken. Op hetzelfde oogenblik maakte zijn
ontstemming echter plaats voor verwonde
ring, toen hij er dokier Karwinski zag uit
komen, nu echter zonder almaviva en* medi
cijnkist, maar in zijn gesloten zwart gewaad.
Wat duivel komt die hier zoo vroeg
halen cn dan nog wel met rijtuig? Denkelijk
wil hij mii vra yen hem tot gids te zijn om
den onttrek te bezoeken; dan komt dit mij ze
ker al heel slecht gelegen.
Die vreemde had inlusschen gisteren een
le gunsligen indruk op hem gemaakt, om hem
nu niet tegemoet te gaan en vriendschappelijk
de hand toe te steken. Hij wilde met hem in
't prieel gaan, om daar dan Mendel's komst
af te wachten. Mogelijk was het ééne wel met
het andere te verhinden.
Karwinski had daar echter geen vrede meê.
Ik heb u iets te zeggen, dat niet voor
anderer ooren bestemd is, cn al spreek ik
ook Duitsch, er konden licht woorden opge
vangen worden door iemand die er niets mee
te maken heeft. Late nwij dus, als hel u 't
zelfde is, Uever naar uw kamer gaan; daar
kunnen wij vertrouwelijk spreken.
Gaarne, zei Dubbelman, wiens nieuws
gierigheid was gewekt, daar hij zich met geen
mogelijkheid kon voorstellen wat deze
vreemde bezoeker hem geheimzinnigs had te
vertellen.
Wij zullen dan voort moeten maken, want
ik verwacht ieder oogenblik dokter Mendel,
die u gisteren hier gebracht heeft.
Des te beter; die komt dan juist van pas.
En of het spel sprak, trouwens toevallig
kon dit niet genoemd worden, trad deze het
hek binnen toen de beide anderen in huis
gingen. Hij vroeg aan den koetsier wien hij
had gebracht, en op het antwoord dat het
een vreemdeling was, mompelde hij: dan had
ik denkelijk wel thuis kunnen blijven, want
dan zullen zij over zaken, de bezittingen in
Duitschland betreffende bezig zijn. Niet wei
nig verwonderd was hij echter, toen Mina hem
zeide dat het die oliekoop van gisteren was.
die zeker onder zijn. duiven kwam schieten
en wat aan meneer wilde verdienen.
Nu, daarover verontrustte onza oude vriend
zich niet, maar dat hij hun plannen, waarin
hij ook levendig belang stetde, In de war
zou sturen, vond hij toch, hoe welkom een
nieuwe ontmoeting van uien syinpalhieken
geleerde ook was, nogal jammer.
Het zou echter meevallen.
De beide heeren waren nog niet gaan zitten,
toen dokter Mendel binnen trad.
Dat treft goed, voerde hem dokter Kar
winski tegemoet, want wat ik te vertellen heb,
zal u zeker ook interesseeren.
Nadat ze alle drie gezeten waren, ging hij
voort:
Het zal u wel verwonderen mij, nadat
ik gisteren van u afscheid nam, weêr zoo
spoedig terug te zien. Dit lag dan ook niet
in mijn bedoeling, maar ik had gisteren op
den weg naar Arnhem een ontmoeting, die
het mij tot plicht maakte u onverwijld daar
van mededecling te doen.
Ik was achteraf beschouwd, zeer te
vreden dat ik uw aanbod van een rij
tuig niet had aangenomen, daar ik nu onder
weg nog mijn diensten kon bewijzen aan een
patient, en waarschijnlijk ook onmiddellijk
aan u, waar anders niets van zou gekomen
zijn.
Gij moet dan weten dat ik, na ongeveer een
half uur gewandeld te hebben op een door
boomen omringd open grasveld een drietal
wagens en een paar linnen tenten zag staan.
Niet ten onrechte vermoedende dat dit het
kamp eener Zigeuner-familie was, en ik dus
waarschijnlijk in die heden landgenooten
zou ontmoeten, ging ik er heen en toen bleek
mijn vermoeden juist te zijn.
Hier zagen Dubbelman en Mendel elkaar
aan en knikten zij elkander toe, begrijpende
waar hij heen wilde.
Nu is een ontmoeting van landgenooten
in den vreemde, ook al zijn dit er juist geen
op wier kennismaking men zich bijzonder
heeft te beroemen, altijd een aangename ver
rassing, waar in ait geval nog bij kwam, dal
ik raad en hulp kon verschaffen, die men,
om, naar vrij spoedig bleek, goede reden, van
elders niet had willen inroepen.
Behalve een paar kinderen, zag ik buiten
slechts een vrouw, die terstond in mij een
landgenoot herkende, naar mij toe kwam,
zeggende dat ik als geroepen was, daar mijn
hulp uitstekend zou te pas komen.
Zoo bleek het dan ook te zijn, want in een
der wagens zat een man, naar mij weldra
bleek, het hoofd van den troep, wiens gelaal
grootendeels in een doek gewikkeld was.
Op mijn vraag wat er aan scheelde, keek
hij mij met zijn ééne vrije oog aan en sloeg
met de vuist van woede of van pijn op de
tafel, terwijl hij, in plaats van op mijn vraag
antwoord te geven, slechts eenige echt fion-
gaarsche vloeKen uitstiet Pijn en kwaadaar
digheid schenen dien forschen, maar nu
muühteloozcn man te sterk te zijn.
Nadat een der vrouwen, want er waren er
nog een paai- bijgekomen, terwijl de mannen
afwezig waren, nadat, zeg ik, een der vrou
wen den doek losgemaakt en het gelaat ont
bloot had, zag dit er allesbehalve aantrekke
lijk uit; het hoofd was sterk opgezwollen en
plaatselijk blauw, terwijl een der oogen aan
dezelfde zijde gesloten was en toen ik dit, on
danks zijn pijnlijk geknor, opende, bleek dit
door een uitwendige beleediging zeer ont
stoken te zijn.
Het zal u niet verwonderen dat ik dit in
mijn gedachten in verband bracht met wat u
mij verteldet omtrent die aanranding eergis
terenavond. Ik ontgaf mij dit echter, wijl,
zooals ge mij zeidet, plundering daartoe geen
aanleiding had gegeven, en wat kon die man,
die u geheel vreemd moet zijn, anders daar
toe aanleiding gegeven hebben. Bovendien,
al valt op de eerlijkheid: dezer lieden niet te
roemen, zoo wachten zij zich wel voor daden,
die hen met den rechter in aanraking zou
den brengen.
Nadat ik het bclecdigde oog uitgewassch4k
en de gezwollen wang met olie? ingewreven
en goed verbonden had, welk een cn ander
veel verlichting scheen te geven, kwam hel
tot een gesprek, waarbij natuurlijk mijn eerste
vraag was hoe hij daaraan was gekomen, of
wie hein dit buitenkansje bezorgd had; hij
kon gevallen zijn of in het donker ergens
tegenaan geloopen hebben.
Ais een uwer doktoren hem dat had ge
vraagd, geloof ik dat hij een uitvlucht zou
gezocht of hem een leugen op de mouw zou
gesipeld hebben; maar nu hij met een lands
man te doen had, vond hij dit blijkbaar niet
noodig; ja het scheen hem een zekere vol
doening tc geven mij te vertellen wat er ge
beurd was. Hij had zich, zoo vertelde hij mij,
willen wreken op een heer, die daar in de
buurt eenzaam op een groot landgoed woond
en die hem zeer benadeeld en beleedigd had^
in welk opzicht voegde hij er niet bij. Ter
wijl hij hem door een zijner lieden 's avonds
mest een gemaakte boodschap naar buiten
had gelokt, had hij hem opgewacht, in de dui
sternis aangegrepen en hem een prikje gege
ven.
Wordt vervolgd*