laten deelnemen en koos degenen, die weer onvoldoenden hadden. Wat de aanvoering van de cavalerie-brigode be treilt, we beschik ken over weinig cavalerie, die dus bestemd k double usage. De strategische cavalerie, die zich niet aan een gevecht kan wagen, zal geleidelijk uitwijken. Spr. acht zich niet ge rechtigd in de beslaande bevelvoering, ook al ls die niet direct de zijne, dadelijk verande ring te brengen. Kon Spr. reorganiseeren en behoefde hij niet op geld te zien, dan zou hij de strategische cavalerie samenstellen uit de helft der tegenwoordige cavalerie, meer Wielrijders, rijdende artillerie (mitrailleuses) en luchtvaart. De overige cavalerie kon dan worden Ingedeeld bij de divisies. Spr. kan nog niet bepalen, dat de inspecteur van de cava lerie ook per sé zal moeten optreden als be velhebber der cavalerie-brigade. Met de finan ciën zal Spr. rekening moeten houden, wat hei-vormingen betreft. De heer Polak (S. D. A. P.) dringt aan *p verplaatsing van de schietbaan aan de everzijde van het Li om plaats te maken Voor de Ned. Scheepsbouwmaatschappij, die tuirate te kort komt De heer Laan repliceert De heer Staal (U. L.) vraagt of het waar ls, dat bij het departement is vernomen, dat het bericht van het gevangeniswezen der Nederlandsche officieren in Albanië onjuist kou zijn. Na repliek van den heer Van Voorst lo t Voorst zegt de minister den heer Po lak overweging toe betreffende verplaatsing van de schietbaan over het IJ. Spr. erkent de Juistheid van het bericht, dat er van de ge- rangenneming der Nederlandsche officieren In. Albanië niets waar is. De oorlogs- en vestingbegroolingen worden daarna z. h s. aangenomen. Koloniën. Z. fi. s. werd vervolgens vastgesteld het slot der rekening van de koloniale uitgaven en ontvangsten voor ^u ra cao over 1910. Begrooting Suriname. De heer Bavinck (A. R.) wijst op de bntwikkeling van het bij-zonder onderwijs. Hooger subsidie durft Spr. niet vragen, ech ter dringt hij aan op intrekking van een be paling, dat slechts subsidie kan worden ver leend, indien geen schoolgeld wordt gehe ven. Voorts betreurt Spr., dat onderwijzers hun recht op pensioen verbeuren, indien ze naar Suriname trekken. Z. i. moest het mogelijk rijn, dat ze hier te lande met de premiebe taling doorgingen. Dat zou zeker hel onder wijs in Suriname 1 n goede komen. De heer Van K o 1 (S. D. A- P.) bespreekt de economische crisis in Suriname. Evenals In een huishouding, waar het minder floris- tant gaat, zoekt men zondebokken. In 1918 lal het verbruik van opium absoluut worden verboden. Spr. hoopt niet, dat deze radicale maatregel later weder uit een financieel oog punt zal worden ingetrokken. In de bananen rag men eindelijk een uitkomst, doch ook die cultuur is tegengevallen. De suikerindustrie kon er zeer goed worden beoefend, indien ilechts geld kon worden verschaft. De Regee- riog trachtte er handel en industrie te bevor deren. Een gelukkig voorbeeld is de hoeden- Industrie. Jammer is het dat de lieden zoo weinig behoefte hebben, en dus weinig lust tot arbeiden foonen. Moeilijk is he* echter kunstmatig behoeften te gaan scheppen. Op hygiënisch gebied is de Regeerln»? in haar plichten te kort geschoten. De verschillende cieikten, die er heerschen; gaat- spreker suc cessievelijk na en wijst op den achteruitgang In aantal van de mlandsche bevolking en van de creolen. In den Napoleontisehen tijd is er door de Engelsoh-^d een volkstelling gehouden. Ten slotte verdedigde de heer Van Kol het bestaansrecht der Koloniale Staten, wier mis kenning absoluut ongemotiveerd is en die den toets met het Nederlandsche parlement glans rijk kunnen doorstaan. Berichten. De Staatscourant van Zaterdag 21 Maart bevat o.a. het volgende Koninklijke besluit: benoemd tot notaris te Haarlem, A. Bert- ting. Candida at-notaris te BloemendaaL Van betrouwbaren kant wordt, tevens tot iegenspraak van een desbetreffend dagbladbe- 7ioht, medegedeeld, dat er volstrekt geen plan nen bestaan tot inrichting van een speciaal huis voor prinses Juliana. Vrij vervoer vo orKamerleden. Naar wij vernemen zijn dezer dagen de spoor wegvrijkaarten aan de leden der Tweede Ka mer toegezonden hij een brief van de directie der SÜ. van den volgenden inhoud: Utrecht, ID Maart 1914. Gevolg gevende aan een verzoek van de groote meerderheid der leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, heb ik de eer U hierbij, mede namens de Hollandsche IJzeren, Nederlandsche Centraal en Noord-Bra bant- iche Duitsche Spoorweg Maatschappijen te ioen toekomen een bewijs van personeelen mjdom over de Nederlandsche spoorwegen 70or het jaar 1914. ^Het zal mij aangenaam zijn de ontvangst te mogen vernemen door toezending van de hierbijgaande door U onderteekende verkla ring De directeur-generaal VAN KRETSCHMAR- De brief Is gedrukt, doch de door ons vet gedrukte datum boven den brief: 19 Maart 4. en in het lichaam van den brief de 4 van 1914 zijn met inkt ingevuld. Daaruit blijkt, da» men hier met een formulier heeft te doen, dat ook in volgende jaren zal worden gebruikt. De vrijdom is slechts gegeven voor het loo- pende jaar. De maatschappijen verlangen dus blijkbaar, dat de heeren afgevaardigden tel ken jare opnieuw om vrijdom zullen komen vragen; zie slechts den aanvang van den brief. (N. R. C) De Tweede Kamer zal 3 April hare werk zaamheden tot na het paaschreces onderbre ken. „De Vrouw 181 3-1 91 3U. Onder voorzitterschap van mej. dr. Mie Boissevain heeft in het American Hotel te Amsterdam een ledenvergadering van bovengenoemde veree niging plaats gehad. In het verslag der secretaresse, mej. Rosa Manus, worden de verschillende voorberei dende werkzaamheden in velband met de gehouden Tentoonstelling „De Vrouw 1313— 1915" herdacht, evenals de tentoonstelling zelf en de belangstelling, die deze o.a. mocht on dervinden van de zijde van het Koninklijk Huis. Ook wordt melding gemaakt van de bezoe ken van de verschillende bekende persoon lijkheden in de Vrouwenbeweging en van de feestelijkheden, welke er gedurende den tijd. dat de tentoonstelling geopend is geweest, hebben plaats gehad. In het geheel werden er ongeveer 70 lezin gen gehouden op het tentoonstellingsterrein. Een aanvang werd gemaakt met het ver vaardigen van een gedenkboek. Nog werd in het verslag medegedeeld, dat aan het bestuur door de Red Cross and Nat. Health Service Exihihition in Aberdeen ver zocht ls geworden modellen te laten maken, van de beide tuberculosekamers, welke veel bijval hadden. Het modelhuis „Annette" uit dc afdeellng Maatschappelijk Werk is aangekocht door het Nationaal-Sociaal Museum te Budapest Tevens werd het bestuur door de in April a.s. te houden tentoonstelling in Olympia te Londen verzocht in te zenden, waartoe echter bezwaren bestonden. Voor de tentoonstelling in Semarang zijn verschillende inzendingen bestemd geworden. Als directe uitvloeisels van de tentoonstelling worden genoemd „de Envak", Eerste Natio nale Vrouwen Assurantiekantoor te Den Haag, een op te richten Coöperatieve Vrouwen voorschotbank en de Vereeniging voor den Surinaamschen Vrouwenarbeid. Uit het verslag betreffende den financieelen toestand, uitgebracht door mevr. Asser-Thor- becke blijkt, dat de ontvangsten bedragen hebben 327.259.53J cn de uitgaven 292 143 70J. Het beschikbaar saldo bedroeg ƒ35 TI5.83J. Na eenige uitgaven blijft nog 29.627.08J. Het uit te keeren bedrag is 25 ƒ26.800, terwijl rest voor eventueel nog komende uit gaven 2827.08J. Het waarborgfonds was verdeeld in 1072 aandeelen van 100, waarop gestort ƒ105 250 Dit waarborgfonds heeft iets meer, het giften kapitaal iels minder dan de benoodigde som bedragen. De entreegelden enz. hebben bedragen 97 52010 Het finanti eel verslag werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Na eenige discussie werd besloten tot ont binding der Vereen!ging, terwijl de nog ko mende werkzaamheden, a*liquidatie, enz. werden opgedragen aan een commissie ui» het dagelifiksch bestuur, bestaande uit drie personen, n.L dr. Mia Boissevain, mej. Rosa Manus, en mevr. Asser-Tborbecke. Vervolgens werd na discussie besloten het na afdoening van alle zaken der vereeniging nog restend bedrag te doen toekomen aan de Vereeniging en den Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht Nadat de voorzitster, <lr. Mia Boissevain. alle commissie en sub-commissies, die voor de vereeniging met zooveel vrucht zijn werk zaam geweest, daarvoor had dank gezegd, werd de vergadering gesloten. Geneesheeren en Ziekenfond sen. Het voorloopdg bestuur van het door dc afd. Alkmaar en omstreken van de Neder landsche Maatschappij tot Bevordering der geneeskunst opgerichte algemeene afdeelings- ziekenfonds heeft aan de leden van het be staande algemeene ziekenfonds een circulaire verzonden, waarin wordt meegedeeld welke hervormingen in het fonds zullen worden aan gebracht De wekelijksche bijdrage wordt ver hoogd van 10 tot 12J ct. per week voor perso nen boven 16 jaar, terwijl voor jongere per sonen per persoon en per week 4 cent ver schuldigd zal zijn, met een maximum van "»2 oent per week en per gezin. Tegenover die hoogere contributie staat, dat alle geneeskun digen, ook de specialisten op verzoek van de huisartsen, en alle apothekers alhier, aan het nieuwe fonds verhonden zullen zijn en dus hun hulp zullen verleenen, en dat ijs, brillen, breukbanden en voorts kleine instrumenten voortaan van fondswege zullen worden ver strekt, terwijl bij aanschaffing van grootere in strumenten gedeeltelijk vergoeding zal kun nen worden gegeven. Ter bevordering van do onderlinge samen werking zullen in het bestuur gelijkelijk ver tegenwoordigd zijn de geneeskundigen, de apothekers en de verzekerden, van elke cate gorie drie, en eens per jaar zal er een alge meene vergadering gehouden worden, waarin elk der drie groepen een even groot aantal stemmen zal kunnen uitbrengen. Het nieuwe afdeelingsziekenfonds zal behalve Alkmaar omvatten 37 buitengemeenten. De oude fondsleden zijn uitgenood:gd zich in het nieuwe fonds te laten overschrijven, dat in werking zal treden zoodra het oude fonds zal hebben opgehouden te bestaan. Tegen deze circulaire verzet zich de lande lijke federatie van ziekenfondsen, die de fonds leden per advertentie dringend uitnoodigt zich niet in het nieuwe fonds te laten inschrij ven. De federatie verklaart, dat de leden niet bevreesd behoeven te zijn van geneeskundige hulp versloken te zullen blijven, omdat rij zal helpen. School- en Kerknieuws. Derechtspraak in de Ned. Herv. Kerk. Het Weekblad van de Vrijz. Hervorm den schrijft Er is weer een nieuw bewijs geleverd voor de toch al niet te loochenen waarheid, dat de rechtspraak in de N. H. Kerk hier en daar op een allerdroevigst peil staat. Men zal rich herinneren, dat wij onlangs aan de N. Rott. Ct. het bericht ontleenden, dat tegen een nieuw gekozen vrijzinnig diaken in de over wegend orthodoxe gemeente Meeuwen (N. Brabant) een klacht was ingediend bij het Clas sicaal Bestuur van Heusden, omdat hij op een Zondag schaatsen had gereden. Men deelt ons mede maar dat is in dezen van weinig belang dat de heer D. v. B., om wien het gaat, niet tot diaken, maar tot ouder ling is gekozen. Tegelijk daarmee echter bericht men ons, dat het Classicaal Bestuur het ingediende be zwaar gewichtig genoeg heeft geoordeeld, om den heer B. ongeschikt te verklaren *oor het ouderlingschap, en daarom heeft beslist, dat er een nieuwe verkiezing moet plaats hebben. Het is werkelijk haest ongelooflijk. Wij zouden geneigd zijn om zulk een mallig heid te lachen, als het in den grond niet zoo diep ergerlijk was, ergerlijk om de verregaande partijdigheid, die men in zulk een uitspraak van een Classicaal Bestuur proeft, en ergerlijk ook om den spot, die tengevolge daarvan over de Kerk en het kerkelijk leven wordt uitgelokt. Welk een opvattingIemand, die op Zondag de schaatsen onderbindt, zou schuldig staan aan een zedelijk vergrijp, en daarom het ouderling schap onwaardig zijn! Kom, wij zullen onze ergernis over zulk een idioot bedrijf maar inslikken, en er niet langer bij stilstaan. Het is te hopen, dat het Provinciaal Kerkbe stuur zich niet onbetuigd laat ,en met het ver nietigen van de uitspraak aan de leden van het Classicaal Bestuur een lesje toedient, waarvan zij beter kunnen worden. Naar aanleiding van deze zaak schrijft onze berichtgever nog „Als men boven den Moerdijk spreekt van het „donkere Zuiden", denkt men daarbij steeds aan Noord-Brabant met de Roomsch-Katholie ken. Het ziet er echter in die provincie in som mige orthodoxe kringen niet minder donker uit. Het lijkt wel, of het zelfs donkerder wordt in sommige Protestantsche kringen, nu het begint te gloren bij de Roomsch-Kathoheken in Noord- Brabant." Het is zeer treurig, dat zoo iets gezegd kan worden. Opgave van personen, die van woning rijn veranderd van den 9den Maart 1914 tot en met den 14den Maart 1914. Maria Bersma, N.-H., van Pr. Marielaan 20 naar Beekensteinlaan 23. Evert J. Bloemink, schilder, N.-H., van Bees tenmarkt 12 naar Kamperb. poort 1. Trijntje Brink, dienstb„ N.-H-, van Utr. weg 106 naar J. v. Oldenbarneveldlaan 32. Hendrik Broek, serg.-majoor, N.-H., van Breedestraat 62 naar Puntb. laan 28. Abraham van Eerden, onderwijzer, N.-H., van Westerstraat 115 naar H. v. Viandenstraat 25. Frederik de Jonge, stucadoor, N.-H., van Puntb. laan 28 naar Vlasakkerweg 26. Berend Kerkhoff, timmerman, N.-H., van KI. Gasthuislaan 30 naar KI. Gasthuislaan 16. Jacob Ch. Keuier, gep. O.-I. leger, N.-H., van Soesterweg 137 naar Aldegondestraat 87. Wed. A. Klerk, Geref„ van Soesterweg 198 naar Soesterweg 203. Jacobus Kroes, schoenmaker, N.-H-, van Langestraat 84 naar Puntenb. laan 39. Wed. A. van Maanen, R.-C., van Polstraat 31 naar Muurhuizen 117. Joannes M. v. d. Ros, rijksteekenaor, N.-H., van P. Borstraat 81 naar P. Borstraat 1. Joannes Smink, melkslijter, R--C., van Teut straat 48 naar Groenmarkt 2. Jan Speulstra, horlogemaker, N.-H., van Kampstraat 62 naar Kampstraat 13. Gerrit van Uitert, spoorwegarbeider, N.-H., van Aldegondestraat 4 naar Stellingwerfstr. 14. Jacob H. v. d. Veen, onderwijzer, Ger., van Arnh. straat 21a naar N. v. MechdJenstr. 22. Jan W. v. d. Veer, hoefsmid, N.-H., van Gr. St. Janstr. 10 naar St. Andriesstr. 14. Abraham Verhoef, winkelier, N.-H., van Hof 34 naar Kampstraat 78. Geurt Vonk, landbouwer, R.-C., van Laagl. weg 18 naar Muorbulzen li7. Opgaaf van personen, die zich in de Ge meente hebben gevestigd van den 9den tot en met den 14den Maart 1914. Herman J. Wolterink, geb. 1905, R.-C., van Bochoit naar Woestijgerweg 67. Johan P. Woherink, geb. 190?, R.-C., van Bochoit naar Woestijgerweg 67. Martha P. de Graaf, R.-C., van Bussum naar Zuidsingel 44. Hendrica B. Vial, R.-C., van 's-Hage naar Zuidsingel 44. Margaretha M. A. J. Preusting, R.-C., van Hil versum naar Zuidsingel 44. Huberta J. M. Pieters, R.-C, van Utrecht naar Zuidsingel 44. Hendrik Volp, geb. 1909, N.-H., van Utrecht naar St. Andriesstraat 20. Margaretha Balkema, N.-H., van Gieten naar Stationstraat 7. Tjepke Taconis, geb. 1899, N.-H., van Apel doorn naar Hooglandsche weg 20. Abel Kuperus, geb. 1891, N.-H., smidsknecht, van Gaasteriand naar Hof 23. Willem F. J. den Uijl, geb. 1891, N.-H., adj.-c. ter Secr., van Boskoop naar Langestr. 95. M'chiel G. Broekhuisen, geb. 18G2, R.-C., bankwerker, van Amsterdam naar Gr. Koppel 16. Cornelis Kaars, geb. 1888, G.K„ arb. zeep fabriek, van Marken naar Kroontjesmolen 9. Johanna Velthuvsen, N.-H., van 's-Gravelond naar Leusderweg 21. Herman us v. d. Bor, geb. 1869, N.-H., arbei der. van Hoogland naar Laagl. weg 18. Clasina H. Wight, N.-H., coupeuse, van Gro ningen naar Schimmelpenninckstraat 27. Willemina van Tintelen, N.-H., dienstbode, van Naarden naar Kampstraat 17. Berendina A. Redeker, R.-C., dienstbode, van Delden naar Beekensteinlaan 14. Augustus J. Goethem, geb. 1895, R.-C., tim merman, van Renkum naar Woestijgerweg 67. Evertje van Eijken, N.-H., dienstbode, van 's Gravenhage near Utrechtscheweg 4. Berendina Kommer, N.-H., van Zeist naar Gr. St. Jansstraat 6. Rosa Benima, van Bunde naar Schimmelpen ninckstraat 18. Jozef H. v. d. Vegt, geb. 1893, R.-C., tuinman, van Weststellingwerf naar Kampstraat 32 Johanna v. d. Pol, N.-H., dienstbode, van Al melo naar Johan van Oldenbarneveldlaan 40. Opgaaf van personen, die zich uit de Ge meente hebben begeven van den 9. tot en met den 14. Maart 1914. Dirk van Appelen, geb. 1893, N.-H., letterzet ter, van Gaslaan 18 naar Amsterdam. Lucia Kraan, R.-C., dienstbode, van Bisschop- weg 12 naar 's Gravenhage. Hendrik G. Snijders, geb. 1893, N.-H., letter zetter, van Bisschopweg 93 naar Amsterdam. Andries van Hui j sen, geb. 1893, N.-H., boek drukker, van Breestraat 54 naar Mijdrecht. Elisabeth M. Heere, R.-C, van Withoosstraat 13 naar Monster. Hendrika G. Linde, N.-H.f dienstbode, van KI Nagtegaalsteeg 43 naar Rotterdam. Hendrik Ruitenbeek, geb. 1891, N.-H., van Al degondestraat 62 naar Goes. Emil F. Riesener, geb. 1888, Ev. 1^, corres pondent, van Stationsstraat 3a naar Leeuwarden. Klaaske v. d. Meulen, N.-H., van Hendrik van Viandanatraat 30 naar Zeist, Evert van Essen, geb. 1895, N.-4L, boerenkiw van Birkt 5 naar Leusden. Theodora G. Hendriks, R.-C, winkeljuffrouw, van Groenmarkt 14 naar Amsterdam. Antonia Geers, R.-C, van Westsingel 21 naar Baarn. E. E. de Roy van Zuydenwfjn, geb. 1868, R.-C., O.-I. ambtenaar, van Bergstraat 25 naar Indië. Roelof Groenink, geb. 1886, Ger., winkelbed., van Arnhemschestroat 35 naar Steenwijk. Bernardus Ochse, geb. 1897, Ev. L., van Ap pelweg 17 naar Amsterdam. Alida Koeliekamp, R.-C., van Leusderweg 86 naar Leusden. Johan E. Stumpff, geb. 1893, D.-G., van Hoog- landscheweg 20 naar Amsterdam. Abraham Dorland, geb. 1881, m. N.-H., vr. R.-C., metselaar, van Puntenb. 2 naar Gennep. Frank Schuurman, geb. 1889, N.-H., arb., N C S., van Soesterweg 231 naar Utrecht. Willem Derogee, geb. 1877, N.-H., sergeant, van Puntenb. 16 naar 's Gravenhage. Hendrik Heetjans, geb. 1878, m. N.-H., vr. R.-C., kapt.-ing., van Weijersstraat 7 naar Indië. Philippus H. Gouw, geb. 1892, N.-H., wegwerk- spoor, van Hellestraat 92 naar Wierden. Bemardina E. v. Son, R.-C., van Woestijger weg 67 naar Kerkrede. Maria E. v. Son, R.-C., van Woestijgerweg 67 naar Kerkradc. Maria J. A. Brandes, R.-C.„ van Woestijgerweg 67 naar Kerkrede. Lubbertus J. Schukking, geb. 1891, N.-H., sla gersknecht, van Arnhemscheweg 96a naar Wa- geningen. Gelida Berghuis, N.-H., fabrieksarbeider, van Zogstraat 2 naar Rotterdam. Arie Vis, N.-H., van Zogstraat 2 naar Duitsch- land. Wilhelm!na Westerveld, R.-C, dienstbode, van Zuidsingel 49 naar 's Gravenhage. Christiaan Maas, geb. 1867, R.-C., schoenma ker, van Stellingwerfstraat 51 naar Baardwijk. Van den Hak op den Tak. (Weekpraatje). Aan het „Hbld." schrijft men uit Tiel> Het mag bekend verondersteld worden, dat In deze streek d* handel in minderwaardig vleesch welig tiert. In tijden van vlekziekte onder de varkens trek ken voddenkramers voor dag en dauw den boer op om zaken in dit artikel te doen. Bij de vele koudslagers, die de omstreken reeds telde, heeft er zich thans één te Zoelen gevestigd, die „brakke" koejen opkoopt. Van Dale laat ons bij dit woord in den steek, maar de boeren snappen het en dat is den man voldoende. Tricht telt een koudslager onder zijn inwoners, die in rijm adverteert. Zie hier een proeve van 's mans dichterlijken aanleg Paarden koop ik om te slachten. Of ze vet of mager zijn. Jong of oud of wel gebrekkig, 't Zal alles van mijn gading zijn. Zoo ook alle ander vee, Dat ge gaarne op wilt ruimen. Deel het mij maar even mee. Ik koop 't voor de hoogste waarde. Over mijn handel zijt ge tevreê. Heb je over een ander te klagen. Die uit en na 't gekochte laat staan. Door mij wordt alles tijdig ontvangen Of wel door mij gehaald. En dan ook contant betaald. Dus in heel den omtrek deel ik U mee. Heb je te handelen, direct ben ik ree. Stuur me een briefkaart of n telegram. Nooit gebeurt het Dat X. D. niet dadelijk kwam. Men zegt, dat de poëzie dezen dichter geen windeieren legt en dat hij vooral in de buurt van Amsterdam en Haarlem groote zaken doet. De dichter-koopman blijft dus zorgen, dat het worstelend publiek zich te goed kan blijven doen. Misschien dat de hongerkunstenaar Fuld, tusschen zijn vasttijden door, er ook nog een knakworstje van krijgt. Herman Fuld, die eenige jaren geleden hier in Den Haag rijn hongerkunsten vertoonde, heeft 't oude beroep weer opgevat. Waarom ook niet Als de prijzen der levensmiddelen stijgen is niet eten een afdoend middel om het slinken van do portemonnaie tegen te gaan. Zelfs moet 't een middel zijn om de kas te stijven. Althans als men in 't openbaar hongert. Hij vertrok gisteren naar Antwerpen en zal daar van Zaterdag af demonstreeren, dat een mensch zelfs leven kan zonder te eten of te drinken. Mits hij zich maar rustig houdt in het glazen kastje. In de Scheldestad is men zelfs van plan dezen hongerkunstenaar met bloemen en fanfaren vav den trein te halen. Nu, met dien hongerenden man behoeven we geen medelijden te hebben. Daar zijn andere hongerigen, die ons medegevoel vragen. En nu komen ons onwillekeurig in gedachten de Boe renvrouwen en heur kinderen uit Transvaal, de ellende door hen geleden tijdens den oorlog. De gedachte daaraan wordt bij ons opgewekt door de inhuld'ging onlangs van het Vrouwenmonu ment. Toen schreef de correspondent van de N. Rott. Crt. uit Johannesburg Kind: Myn moeder, myn moeder, lk het tog so honger ag, gee my tög gou-gou n klein stuklde brood! Moeder Myn kindjie jou moeder die weet jy het honger, dog kom maar en klim eers op moeder haar skoot Kind Myn moeder, eg, help my, ik kan rue meer loop nie, ik voel tog so moede myn honger is groot. Moeder: Myn kindjie, jou moeder die weet dat Jy moeg is, maar slaap breng versterking op moeder haar skoot. Kind: Maar moeder, hoe ween jy en snik so baing? en waarom is moeder hoar oge so rood? Moeder Myn kind, dat is trane wat jy nie ver staan nie i kom slaap maar gems op jou moeder haar skoot. Kind Myn moeder, ik kan roe, ik het tog so honger, geef eers aan Jou kindjie 't klein stukkie brood. Moeder i Ag, Befste, na «era te jou moeder haar arm*. en als jy ontwaakt help die Heer uit dit nood. Kind: Ik kan nie meer wag nie van honger mya moeder» maar waarom tog so? Het die Heer om verstoot? Moeder Nee, liefste, verstoot sal die Vader oom nimmer, maar hier in die tent is geen krummeltjfe brood. Kind: Geen brood nie, myn moeder l ik kan nie meer langer, Ag, moet ik verhonger op moeder haar skoot? Moeder Nee, kindlief, die son is al amper wear onder, en is dit weer avond, dan kry ons weer brood. Haar kindje slaap in die soete gedagter als ik weer ontwaak help die Heer uit die nood. Die moeder ontvang met vermagerde hande haar deeltjie oplaas maar die kindjie was.dood. Zoo schetst Totius in Bij die Momnument een episode uit het leven in de concentratiekampen voor vrouwen en kinderen van de Boeren, daar tijdens den oorlog door de Engelschen opge sloten. En Anton von Wouw, de beeldkunste naar, heeft die episode in brons vereeuwigd aan het Vrouwenmonument, welke inhuldiging ge schiedde op Dingaandag, 16 December, bij Bloemfontein. De vrouw vertoont zich toch op haar schoonst als moeder. Ook als echtgenoote kan haar liefde en toewijding voorbeeldig zijn. Maar daar zijn ook feeksen onder haar, ofschoon zij vaak zoo gemaakt worden door den man. Een echtpaar te Katwijk aan den Rijn heeft dezer dagen, vertelt het L. D., eens laten zien, dat het „in den houwelijcken staat" ook niet altijd rozengeur en maneschijn is. Een paar maanden getrouwd, was er nog al eens ruzie. Hoe gaat dat, nietwaar? Manlief een beetje jaloersch en de vrouw niet op haar mondje gevallen, dan geeft het al heel gauw haken en oogen. Tot vóór een paar dagen, hij haar opgesloten had, ze mocht met niemand meer praten. Dat is voor een vrouw toch een te harde straf, zoo ook voor deze. Door de vlucht onttrok zij zich aan de macht van haar huistiran, maar niet voor goed, want Vrijdagmiddag is zij weer thuisgekomen en greep dadelijk, zooals het eene goede huisvrouw betaamt, naar een stoffermaar niet om haar boeltje eens netjes aan den kant te doen, neen, dat voorwerp werd nu door haar gebruikt om zooveel mogelijk van het huisraad kort en klein te slaan. Na het verrichten van dezen heldendaad is het zachtzinnige vrouwtje naar men zegt dwars door de nriten heenstappend, weer vertrokken. Het geval trok de buitengewone belangstelling der dorpsgenooten. Een groote schare nieuwsgierigen had zich voor de deur der echtelijke woning opgesteld en telkens werd aangebeld, om den man op kwasi-belangstellenden toon naar rijn „lief vrouwtje" te vrager Wat wel attent is van de Katwijkers. De vrouw in haar verhouding als schoonmoe der is wel het minst gezien, als men tenminste ernstig opneemt al wat er alzoo over haar ge zegd en geschreven wordt. Bij de Indianen is dat anders. Terwijl menig Europeesch spotb'nadjé zich vermaakt ten koste der „Schoonmoeder" en in werkelijkheid de schoonmoeder in vele huisgezinnen een zeer gewaardeerde rol vervult, zijn er vele stammen ter wereld waar de mannen een wezenlijke vrees koesteren voor de moeder van hun vrouw. Die mannen uit den stam der Nevajos, in Mexico, die het huwelijksjuk op zich genomen hebben, maken voor hun schoonmoeder heele omwegen. Valt er iets met de vrouw te bespre ken, dan moet een tusschenpersoon zijn plicht doen, want het zou een ramp voor den heelen stam zijnwanneer de man in kwestie het ge laat van de moeder zijner wederhelft moest aan schouwen. Vreest een Nevajo, dat zijn schoon moeder in de nabijheid is, dan barricadeert hij zijn wigwam en verstopt er zich in. Deze eigenaardige eerbiedsbetuiging hangt samen met religieuse begrippen. Bij de Tinneh-Indïanen is de schoonmoeder vrees nog sterker. Daar mag een man niet eens haar naam weten. Of dit nu altijd het geval is, valt te betw'jfelenmocht de naam den man onverhoeds ontvallen, dan haast hij zich, door knievallen zijn vergrijp goed te maken. Van „vergrijp" jegens een vrouw gesproken, daaraan moet zich een z.g. „denkend paard" in Mecklenburg schuldig hebben gemaakt. Het „Hbld." vertelt dienaangaande de volgende ver makelijke geschiedenis „Het denkende paard." Een der geleerde Duitsche paarden is onlangs voor den rechter gedaagd, onder aanklacht van beleediging. De zaak had zich als volgt toegedragenbij de voorstelling van een paardenspel in he< Mecklenburgsche stadje Bützow kwam een sprekend paard als hoofdnummer op het pro gramma voor, terwijl een der voornaamste kunststukken van het paard hieruit bestond, dat het op verzoek van den dresseur uit het publiek zou aanwijzen een dame die het verliefdste was. Het publick verkneukelde zich danig in wat er zou gaan gebeuren, doch de vroolijkheid kende geen grenzen meer, toen het geleerde paard op een dame van twijfelachtige jaren toe- staptedeze dame, wier leeftijd stellig niet jeugdig meer was, zat naast haar evenmin jeugdigen bruidegom. En nu gaf het in het cir cus een daverend gelach, vanwege dit staaltje van helderziendheid van het geleerde paard- Het relletje was hiermede niet gedaan, want op straat werd het jong-oude jaar door het publiek nageroepen, zoodat de bruidegom zelfs zijn re volver moest trekken en een schot loste, dat on* gelukkiger wijze een vrouw trof. Deze diend© een aanklacht in; en daarop diende de belee* digde bruid een aanklacht in tegen de circus» directie, welke zij verantwoordelijk wenscht© g^ steld te zien voor het onbehoorlijke grapje ven het geleerde paard, dat zijn paardenneus voor bij had geraden. De rechter heeft nog geen vonnis gewezen, doch het belooft een belangrijke strafzaak te worden, nu voor het eerst een paard als be* klaagde zal moeten voorkomen. Wanneer de paarden zich van onze gedacK* ten, van onze cijfers, en van onze leesteeketii bedienen, moeten zij zich laten welgevallen, dof ook onze Juris-dicte over hen wordt uitgestrekt KEUVELAAR

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 2