laten deelnemen en koos degenen, die weer
onvoldoenden hadden. Wat de aanvoering
van de cavalerie-brigode be treilt, we beschik
ken over weinig cavalerie, die dus bestemd
k double usage. De strategische cavalerie,
die zich niet aan een gevecht kan wagen, zal
geleidelijk uitwijken. Spr. acht zich niet ge
rechtigd in de beslaande bevelvoering, ook al
ls die niet direct de zijne, dadelijk verande
ring te brengen. Kon Spr. reorganiseeren en
behoefde hij niet op geld te zien, dan zou
hij de strategische cavalerie samenstellen uit
de helft der tegenwoordige cavalerie, meer
Wielrijders, rijdende artillerie (mitrailleuses)
en luchtvaart. De overige cavalerie kon dan
worden Ingedeeld bij de divisies. Spr. kan nog
niet bepalen, dat de inspecteur van de cava
lerie ook per sé zal moeten optreden als be
velhebber der cavalerie-brigade. Met de finan
ciën zal Spr. rekening moeten houden, wat
hei-vormingen betreft.
De heer Polak (S. D. A. P.) dringt aan
*p verplaatsing van de schietbaan aan de
everzijde van het Li om plaats te maken
Voor de Ned. Scheepsbouwmaatschappij, die
tuirate te kort komt
De heer Laan repliceert
De heer Staal (U. L.) vraagt of het waar
ls, dat bij het departement is vernomen, dat
het bericht van het gevangeniswezen der
Nederlandsche officieren in Albanië onjuist
kou zijn.
Na repliek van den heer Van Voorst
lo t Voorst zegt de minister den heer Po
lak overweging toe betreffende verplaatsing
van de schietbaan over het IJ. Spr. erkent de
Juistheid van het bericht, dat er van de ge-
rangenneming der Nederlandsche officieren
In. Albanië niets waar is.
De oorlogs- en vestingbegroolingen worden
daarna z. h s. aangenomen.
Koloniën.
Z. fi. s. werd vervolgens vastgesteld het
slot der rekening van de koloniale uitgaven
en ontvangsten voor ^u ra cao over 1910.
Begrooting Suriname.
De heer Bavinck (A. R.) wijst op de
bntwikkeling van het bij-zonder onderwijs.
Hooger subsidie durft Spr. niet vragen, ech
ter dringt hij aan op intrekking van een be
paling, dat slechts subsidie kan worden ver
leend, indien geen schoolgeld wordt gehe
ven.
Voorts betreurt Spr., dat onderwijzers hun
recht op pensioen verbeuren, indien ze naar
Suriname trekken. Z. i. moest het mogelijk
rijn, dat ze hier te lande met de premiebe
taling doorgingen. Dat zou zeker hel onder
wijs in Suriname 1 n goede komen.
De heer Van K o 1 (S. D. A- P.) bespreekt
de economische crisis in Suriname. Evenals
In een huishouding, waar het minder floris-
tant gaat, zoekt men zondebokken. In 1918
lal het verbruik van opium absoluut worden
verboden. Spr. hoopt niet, dat deze radicale
maatregel later weder uit een financieel oog
punt zal worden ingetrokken. In de bananen
rag men eindelijk een uitkomst, doch ook die
cultuur is tegengevallen. De suikerindustrie
kon er zeer goed worden beoefend, indien
ilechts geld kon worden verschaft. De Regee-
riog trachtte er handel en industrie te bevor
deren. Een gelukkig voorbeeld is de hoeden-
Industrie. Jammer is het dat de lieden zoo
weinig behoefte hebben, en dus weinig lust
tot arbeiden foonen. Moeilijk is he* echter
kunstmatig behoeften te gaan scheppen. Op
hygiënisch gebied is de Regeerln»? in haar
plichten te kort geschoten. De verschillende
cieikten, die er heerschen; gaat- spreker suc
cessievelijk na en wijst op den achteruitgang
In aantal van de mlandsche bevolking en van
de creolen. In den Napoleontisehen tijd is er
door de Engelsoh-^d een volkstelling gehouden.
Ten slotte verdedigde de heer Van Kol het
bestaansrecht der Koloniale Staten, wier mis
kenning absoluut ongemotiveerd is en die den
toets met het Nederlandsche parlement glans
rijk kunnen doorstaan.
Berichten.
De Staatscourant van Zaterdag 21 Maart
bevat o.a. het volgende Koninklijke besluit:
benoemd tot notaris te Haarlem, A. Bert-
ting. Candida at-notaris te BloemendaaL
Van betrouwbaren kant wordt, tevens tot
iegenspraak van een desbetreffend dagbladbe-
7ioht, medegedeeld, dat er volstrekt geen plan
nen bestaan tot inrichting van een speciaal
huis voor prinses Juliana.
Vrij vervoer vo orKamerleden.
Naar wij vernemen zijn dezer dagen de spoor
wegvrijkaarten aan de leden der Tweede Ka
mer toegezonden hij een brief van de directie
der SÜ. van den volgenden inhoud:
Utrecht, ID Maart 1914.
Gevolg gevende aan een verzoek van de
groote meerderheid der leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, heb ik de eer U
hierbij, mede namens de Hollandsche IJzeren,
Nederlandsche Centraal en Noord-Bra bant-
iche Duitsche Spoorweg Maatschappijen te
ioen toekomen een bewijs van personeelen
mjdom over de Nederlandsche spoorwegen
70or het jaar 1914.
^Het zal mij aangenaam zijn de ontvangst
te mogen vernemen door toezending van de
hierbijgaande door U onderteekende verkla
ring
De directeur-generaal
VAN KRETSCHMAR-
De brief Is gedrukt, doch de door ons vet
gedrukte datum boven den brief: 19 Maart
4. en in het lichaam van den brief de 4 van
1914 zijn met inkt ingevuld. Daaruit blijkt, da»
men hier met een formulier heeft te doen, dat
ook in volgende jaren zal worden gebruikt.
De vrijdom is slechts gegeven voor het loo-
pende jaar. De maatschappijen verlangen dus
blijkbaar, dat de heeren afgevaardigden tel
ken jare opnieuw om vrijdom zullen komen
vragen; zie slechts den aanvang van den
brief. (N. R. C)
De Tweede Kamer zal 3 April hare werk
zaamheden tot na het paaschreces onderbre
ken.
„De Vrouw 181 3-1 91 3U. Onder
voorzitterschap van mej. dr. Mie Boissevain
heeft in het American Hotel te Amsterdam een
ledenvergadering van bovengenoemde veree
niging plaats gehad.
In het verslag der secretaresse, mej. Rosa
Manus, worden de verschillende voorberei
dende werkzaamheden in velband met de
gehouden Tentoonstelling „De Vrouw 1313—
1915" herdacht, evenals de tentoonstelling zelf
en de belangstelling, die deze o.a. mocht on
dervinden van de zijde van het Koninklijk
Huis.
Ook wordt melding gemaakt van de bezoe
ken van de verschillende bekende persoon
lijkheden in de Vrouwenbeweging en van de
feestelijkheden, welke er gedurende den tijd.
dat de tentoonstelling geopend is geweest,
hebben plaats gehad.
In het geheel werden er ongeveer 70 lezin
gen gehouden op het tentoonstellingsterrein.
Een aanvang werd gemaakt met het ver
vaardigen van een gedenkboek.
Nog werd in het verslag medegedeeld, dat
aan het bestuur door de Red Cross and Nat.
Health Service Exihihition in Aberdeen ver
zocht ls geworden modellen te laten maken,
van de beide tuberculosekamers, welke veel
bijval hadden.
Het modelhuis „Annette" uit dc afdeellng
Maatschappelijk Werk is aangekocht door het
Nationaal-Sociaal Museum te Budapest
Tevens werd het bestuur door de in April
a.s. te houden tentoonstelling in Olympia te
Londen verzocht in te zenden, waartoe echter
bezwaren bestonden. Voor de tentoonstelling
in Semarang zijn verschillende inzendingen
bestemd geworden.
Als directe uitvloeisels van de tentoonstelling
worden genoemd „de Envak", Eerste Natio
nale Vrouwen Assurantiekantoor te Den
Haag, een op te richten Coöperatieve Vrouwen
voorschotbank en de Vereeniging voor den
Surinaamschen Vrouwenarbeid.
Uit het verslag betreffende den financieelen
toestand, uitgebracht door mevr. Asser-Thor-
becke blijkt, dat de ontvangsten bedragen
hebben 327.259.53J cn de uitgaven
292 143 70J.
Het beschikbaar saldo bedroeg ƒ35 TI5.83J.
Na eenige uitgaven blijft nog 29.627.08J.
Het uit te keeren bedrag is 25 ƒ26.800,
terwijl rest voor eventueel nog komende uit
gaven 2827.08J.
Het waarborgfonds was verdeeld in 1072
aandeelen van 100, waarop gestort ƒ105 250
Dit waarborgfonds heeft iets meer, het giften
kapitaal iels minder dan de benoodigde som
bedragen.
De entreegelden enz. hebben bedragen
97 52010
Het finanti eel verslag werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Na eenige discussie werd besloten tot ont
binding der Vereen!ging, terwijl de nog ko
mende werkzaamheden, a*liquidatie, enz.
werden opgedragen aan een commissie ui»
het dagelifiksch bestuur, bestaande uit drie
personen, n.L dr. Mia Boissevain, mej. Rosa
Manus, en mevr. Asser-Tborbecke. Vervolgens
werd na discussie besloten het na afdoening
van alle zaken der vereeniging nog restend
bedrag te doen toekomen aan de Vereeniging
en den Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht
Nadat de voorzitster, <lr. Mia Boissevain.
alle commissie en sub-commissies, die voor
de vereeniging met zooveel vrucht zijn werk
zaam geweest, daarvoor had dank gezegd,
werd de vergadering gesloten.
Geneesheeren en Ziekenfond
sen. Het voorloopdg bestuur van het door dc
afd. Alkmaar en omstreken van de Neder
landsche Maatschappij tot Bevordering der
geneeskunst opgerichte algemeene afdeelings-
ziekenfonds heeft aan de leden van het be
staande algemeene ziekenfonds een circulaire
verzonden, waarin wordt meegedeeld welke
hervormingen in het fonds zullen worden aan
gebracht De wekelijksche bijdrage wordt ver
hoogd van 10 tot 12J ct. per week voor perso
nen boven 16 jaar, terwijl voor jongere per
sonen per persoon en per week 4 cent ver
schuldigd zal zijn, met een maximum van "»2
oent per week en per gezin. Tegenover die
hoogere contributie staat, dat alle geneeskun
digen, ook de specialisten op verzoek van de
huisartsen, en alle apothekers alhier, aan het
nieuwe fonds verhonden zullen zijn en dus
hun hulp zullen verleenen, en dat ijs, brillen,
breukbanden en voorts kleine instrumenten
voortaan van fondswege zullen worden ver
strekt, terwijl bij aanschaffing van grootere in
strumenten gedeeltelijk vergoeding zal kun
nen worden gegeven.
Ter bevordering van do onderlinge samen
werking zullen in het bestuur gelijkelijk ver
tegenwoordigd zijn de geneeskundigen, de
apothekers en de verzekerden, van elke cate
gorie drie, en eens per jaar zal er een alge
meene vergadering gehouden worden, waarin
elk der drie groepen een even groot aantal
stemmen zal kunnen uitbrengen. Het nieuwe
afdeelingsziekenfonds zal behalve Alkmaar
omvatten 37 buitengemeenten.
De oude fondsleden zijn uitgenood:gd zich
in het nieuwe fonds te laten overschrijven, dat
in werking zal treden zoodra het oude fonds
zal hebben opgehouden te bestaan.
Tegen deze circulaire verzet zich de lande
lijke federatie van ziekenfondsen, die de fonds
leden per advertentie dringend uitnoodigt
zich niet in het nieuwe fonds te laten inschrij
ven. De federatie verklaart, dat de leden niet
bevreesd behoeven te zijn van geneeskundige
hulp versloken te zullen blijven, omdat rij zal
helpen.
School- en Kerknieuws.
Derechtspraak in de Ned. Herv.
Kerk. Het Weekblad van de Vrijz. Hervorm
den schrijft
Er is weer een nieuw bewijs geleverd voor de
toch al niet te loochenen waarheid, dat de
rechtspraak in de N. H. Kerk hier en daar op
een allerdroevigst peil staat.
Men zal rich herinneren, dat wij onlangs aan
de N. Rott. Ct. het bericht ontleenden, dat tegen
een nieuw gekozen vrijzinnig diaken in de over
wegend orthodoxe gemeente Meeuwen (N.
Brabant) een klacht was ingediend bij het Clas
sicaal Bestuur van Heusden, omdat hij op een
Zondag schaatsen had gereden.
Men deelt ons mede maar dat is in dezen
van weinig belang dat de heer D. v. B., om
wien het gaat, niet tot diaken, maar tot ouder
ling is gekozen.
Tegelijk daarmee echter bericht men ons,
dat het Classicaal Bestuur het ingediende be
zwaar gewichtig genoeg heeft geoordeeld, om
den heer B. ongeschikt te verklaren *oor het
ouderlingschap, en daarom heeft beslist, dat er
een nieuwe verkiezing moet plaats hebben.
Het is werkelijk haest ongelooflijk.
Wij zouden geneigd zijn om zulk een mallig
heid te lachen, als het in den grond niet zoo
diep ergerlijk was, ergerlijk om de verregaande
partijdigheid, die men in zulk een uitspraak van
een Classicaal Bestuur proeft, en ergerlijk ook
om den spot, die tengevolge daarvan over de
Kerk en het kerkelijk leven wordt uitgelokt.
Welk een opvattingIemand, die op Zondag
de schaatsen onderbindt, zou schuldig staan aan
een zedelijk vergrijp, en daarom het ouderling
schap onwaardig zijn!
Kom, wij zullen onze ergernis over zulk een
idioot bedrijf maar inslikken, en er niet langer
bij stilstaan.
Het is te hopen, dat het Provinciaal Kerkbe
stuur zich niet onbetuigd laat ,en met het ver
nietigen van de uitspraak aan de leden van het
Classicaal Bestuur een lesje toedient, waarvan
zij beter kunnen worden.
Naar aanleiding van deze zaak schrijft onze
berichtgever nog
„Als men boven den Moerdijk spreekt van
het „donkere Zuiden", denkt men daarbij steeds
aan Noord-Brabant met de Roomsch-Katholie
ken. Het ziet er echter in die provincie in som
mige orthodoxe kringen niet minder donker uit.
Het lijkt wel, of het zelfs donkerder wordt in
sommige Protestantsche kringen, nu het begint
te gloren bij de Roomsch-Kathoheken in Noord-
Brabant."
Het is zeer treurig, dat zoo iets gezegd kan
worden.
Opgave van personen, die van woning rijn
veranderd van den 9den Maart 1914 tot en met
den 14den Maart 1914.
Maria Bersma, N.-H., van Pr. Marielaan 20
naar Beekensteinlaan 23.
Evert J. Bloemink, schilder, N.-H., van Bees
tenmarkt 12 naar Kamperb. poort 1.
Trijntje Brink, dienstb„ N.-H-, van Utr. weg
106 naar J. v. Oldenbarneveldlaan 32.
Hendrik Broek, serg.-majoor, N.-H., van
Breedestraat 62 naar Puntb. laan 28.
Abraham van Eerden, onderwijzer, N.-H., van
Westerstraat 115 naar H. v. Viandenstraat 25.
Frederik de Jonge, stucadoor, N.-H., van
Puntb. laan 28 naar Vlasakkerweg 26.
Berend Kerkhoff, timmerman, N.-H., van KI.
Gasthuislaan 30 naar KI. Gasthuislaan 16.
Jacob Ch. Keuier, gep. O.-I. leger, N.-H., van
Soesterweg 137 naar Aldegondestraat 87.
Wed. A. Klerk, Geref„ van Soesterweg 198
naar Soesterweg 203.
Jacobus Kroes, schoenmaker, N.-H-, van
Langestraat 84 naar Puntenb. laan 39.
Wed. A. van Maanen, R.-C., van Polstraat 31
naar Muurhuizen 117.
Joannes M. v. d. Ros, rijksteekenaor, N.-H.,
van P. Borstraat 81 naar P. Borstraat 1.
Joannes Smink, melkslijter, R--C., van Teut
straat 48 naar Groenmarkt 2.
Jan Speulstra, horlogemaker, N.-H., van
Kampstraat 62 naar Kampstraat 13.
Gerrit van Uitert, spoorwegarbeider, N.-H.,
van Aldegondestraat 4 naar Stellingwerfstr. 14.
Jacob H. v. d. Veen, onderwijzer, Ger., van
Arnh. straat 21a naar N. v. MechdJenstr. 22.
Jan W. v. d. Veer, hoefsmid, N.-H., van Gr.
St. Janstr. 10 naar St. Andriesstr. 14.
Abraham Verhoef, winkelier, N.-H., van Hof
34 naar Kampstraat 78.
Geurt Vonk, landbouwer, R.-C., van Laagl. weg
18 naar Muorbulzen li7.
Opgaaf van personen, die zich in de Ge
meente hebben gevestigd van den 9den tot en
met den 14den Maart 1914.
Herman J. Wolterink, geb. 1905, R.-C., van
Bochoit naar Woestijgerweg 67.
Johan P. Woherink, geb. 190?, R.-C., van
Bochoit naar Woestijgerweg 67.
Martha P. de Graaf, R.-C., van Bussum naar
Zuidsingel 44.
Hendrica B. Vial, R.-C., van 's-Hage naar
Zuidsingel 44.
Margaretha M. A. J. Preusting, R.-C., van Hil
versum naar Zuidsingel 44.
Huberta J. M. Pieters, R.-C, van Utrecht naar
Zuidsingel 44.
Hendrik Volp, geb. 1909, N.-H., van Utrecht
naar St. Andriesstraat 20.
Margaretha Balkema, N.-H., van Gieten naar
Stationstraat 7.
Tjepke Taconis, geb. 1899, N.-H., van Apel
doorn naar Hooglandsche weg 20.
Abel Kuperus, geb. 1891, N.-H., smidsknecht,
van Gaasteriand naar Hof 23.
Willem F. J. den Uijl, geb. 1891, N.-H., adj.-c.
ter Secr., van Boskoop naar Langestr. 95.
M'chiel G. Broekhuisen, geb. 18G2, R.-C.,
bankwerker, van Amsterdam naar Gr. Koppel 16.
Cornelis Kaars, geb. 1888, G.K„ arb. zeep
fabriek, van Marken naar Kroontjesmolen 9.
Johanna Velthuvsen, N.-H., van 's-Gravelond
naar Leusderweg 21.
Herman us v. d. Bor, geb. 1869, N.-H., arbei
der. van Hoogland naar Laagl. weg 18.
Clasina H. Wight, N.-H., coupeuse, van Gro
ningen naar Schimmelpenninckstraat 27.
Willemina van Tintelen, N.-H., dienstbode,
van Naarden naar Kampstraat 17.
Berendina A. Redeker, R.-C., dienstbode, van
Delden naar Beekensteinlaan 14.
Augustus J. Goethem, geb. 1895, R.-C., tim
merman, van Renkum naar Woestijgerweg 67.
Evertje van Eijken, N.-H., dienstbode, van
's Gravenhage near Utrechtscheweg 4.
Berendina Kommer, N.-H., van Zeist naar Gr.
St. Jansstraat 6.
Rosa Benima, van Bunde naar Schimmelpen
ninckstraat 18.
Jozef H. v. d. Vegt, geb. 1893, R.-C., tuinman,
van Weststellingwerf naar Kampstraat 32
Johanna v. d. Pol, N.-H., dienstbode, van Al
melo naar Johan van Oldenbarneveldlaan 40.
Opgaaf van personen, die zich uit de Ge
meente hebben begeven van den 9. tot en met
den 14. Maart 1914.
Dirk van Appelen, geb. 1893, N.-H., letterzet
ter, van Gaslaan 18 naar Amsterdam.
Lucia Kraan, R.-C., dienstbode, van Bisschop-
weg 12 naar 's Gravenhage.
Hendrik G. Snijders, geb. 1893, N.-H., letter
zetter, van Bisschopweg 93 naar Amsterdam.
Andries van Hui j sen, geb. 1893, N.-H., boek
drukker, van Breestraat 54 naar Mijdrecht.
Elisabeth M. Heere, R.-C, van Withoosstraat
13 naar Monster.
Hendrika G. Linde, N.-H.f dienstbode, van KI
Nagtegaalsteeg 43 naar Rotterdam.
Hendrik Ruitenbeek, geb. 1891, N.-H., van Al
degondestraat 62 naar Goes.
Emil F. Riesener, geb. 1888, Ev. 1^, corres
pondent, van Stationsstraat 3a naar Leeuwarden.
Klaaske v. d. Meulen, N.-H., van Hendrik van
Viandanatraat 30 naar Zeist,
Evert van Essen, geb. 1895, N.-4L, boerenkiw
van Birkt 5 naar Leusden.
Theodora G. Hendriks, R.-C, winkeljuffrouw,
van Groenmarkt 14 naar Amsterdam.
Antonia Geers, R.-C, van Westsingel 21 naar
Baarn.
E. E. de Roy van Zuydenwfjn, geb. 1868, R.-C.,
O.-I. ambtenaar, van Bergstraat 25 naar Indië.
Roelof Groenink, geb. 1886, Ger., winkelbed.,
van Arnhemschestroat 35 naar Steenwijk.
Bernardus Ochse, geb. 1897, Ev. L., van Ap
pelweg 17 naar Amsterdam.
Alida Koeliekamp, R.-C., van Leusderweg 86
naar Leusden.
Johan E. Stumpff, geb. 1893, D.-G., van Hoog-
landscheweg 20 naar Amsterdam.
Abraham Dorland, geb. 1881, m. N.-H., vr.
R.-C., metselaar, van Puntenb. 2 naar Gennep.
Frank Schuurman, geb. 1889, N.-H., arb., N
C S., van Soesterweg 231 naar Utrecht.
Willem Derogee, geb. 1877, N.-H., sergeant,
van Puntenb. 16 naar 's Gravenhage.
Hendrik Heetjans, geb. 1878, m. N.-H., vr.
R.-C., kapt.-ing., van Weijersstraat 7 naar Indië.
Philippus H. Gouw, geb. 1892, N.-H., wegwerk-
spoor, van Hellestraat 92 naar Wierden.
Bemardina E. v. Son, R.-C., van Woestijger
weg 67 naar Kerkrede.
Maria E. v. Son, R.-C., van Woestijgerweg 67
naar Kerkradc.
Maria J. A. Brandes, R.-C.„ van Woestijgerweg
67 naar Kerkrede.
Lubbertus J. Schukking, geb. 1891, N.-H., sla
gersknecht, van Arnhemscheweg 96a naar Wa-
geningen.
Gelida Berghuis, N.-H., fabrieksarbeider, van
Zogstraat 2 naar Rotterdam.
Arie Vis, N.-H., van Zogstraat 2 naar Duitsch-
land.
Wilhelm!na Westerveld, R.-C, dienstbode,
van Zuidsingel 49 naar 's Gravenhage.
Christiaan Maas, geb. 1867, R.-C., schoenma
ker, van Stellingwerfstraat 51 naar Baardwijk.
Van den Hak op den Tak.
(Weekpraatje).
Aan het „Hbld." schrijft men uit Tiel>
Het mag bekend verondersteld worden, dat In
deze streek d* handel in minderwaardig vleesch
welig tiert.
In tijden van vlekziekte onder de varkens trek
ken voddenkramers voor dag en dauw den boer
op om zaken in dit artikel te doen. Bij de vele
koudslagers, die de omstreken reeds telde, heeft
er zich thans één te Zoelen gevestigd, die
„brakke" koejen opkoopt. Van Dale laat ons bij
dit woord in den steek, maar de boeren snappen
het en dat is den man voldoende.
Tricht telt een koudslager onder zijn inwoners,
die in rijm adverteert. Zie hier een proeve
van 's mans dichterlijken aanleg
Paarden koop ik om te slachten.
Of ze vet of mager zijn.
Jong of oud of wel gebrekkig,
't Zal alles van mijn gading zijn.
Zoo ook alle ander vee,
Dat ge gaarne op wilt ruimen.
Deel het mij maar even mee.
Ik koop 't voor de hoogste waarde.
Over mijn handel zijt ge tevreê.
Heb je over een ander te klagen.
Die uit en na 't gekochte laat staan.
Door mij wordt alles tijdig ontvangen
Of wel door mij gehaald.
En dan ook contant betaald.
Dus in heel den omtrek deel ik U mee.
Heb je te handelen, direct ben ik ree.
Stuur me een briefkaart of n telegram.
Nooit gebeurt het
Dat X. D. niet dadelijk kwam.
Men zegt, dat de poëzie dezen dichter geen
windeieren legt en dat hij vooral in de buurt
van Amsterdam en Haarlem groote zaken doet.
De dichter-koopman blijft dus zorgen, dat het
worstelend publiek zich te goed kan blijven
doen. Misschien dat de hongerkunstenaar Fuld,
tusschen zijn vasttijden door, er ook nog een
knakworstje van krijgt.
Herman Fuld, die eenige jaren geleden hier
in Den Haag rijn hongerkunsten vertoonde, heeft
't oude beroep weer opgevat. Waarom ook niet
Als de prijzen der levensmiddelen stijgen is niet
eten een afdoend middel om het slinken van do
portemonnaie tegen te gaan.
Zelfs moet 't een middel zijn om de kas te
stijven. Althans als men in 't openbaar hongert.
Hij vertrok gisteren naar Antwerpen en zal
daar van Zaterdag af demonstreeren, dat een
mensch zelfs leven kan zonder te eten of te
drinken. Mits hij zich maar rustig houdt in het
glazen kastje.
In de Scheldestad is men zelfs van plan dezen
hongerkunstenaar met bloemen en fanfaren vav
den trein te halen.
Nu, met dien hongerenden man behoeven we
geen medelijden te hebben. Daar zijn andere
hongerigen, die ons medegevoel vragen. En nu
komen ons onwillekeurig in gedachten de Boe
renvrouwen en heur kinderen uit Transvaal, de
ellende door hen geleden tijdens den oorlog. De
gedachte daaraan wordt bij ons opgewekt door
de inhuld'ging onlangs van het Vrouwenmonu
ment. Toen schreef de correspondent van de
N. Rott. Crt. uit Johannesburg
Kind:
Myn moeder, myn moeder, lk het tog
so honger
ag, gee my tög gou-gou n klein stuklde
brood!
Moeder
Myn kindjie jou moeder die weet jy het
honger,
dog kom maar en klim eers op moeder
haar skoot
Kind
Myn moeder, eg, help my, ik kan rue
meer loop nie,
ik voel tog so moede myn honger is
groot.
Moeder:
Myn kindjie, jou moeder die weet dat Jy
moeg is,
maar slaap breng versterking op moeder
haar skoot.
Kind:
Maar moeder, hoe ween jy en snik so
baing?
en waarom is moeder hoar oge so rood?
Moeder
Myn kind, dat is trane wat jy nie ver
staan nie i
kom slaap maar gems op jou moeder
haar skoot.
Kind
Myn moeder, ik kan roe, ik het tog so
honger,
geef eers aan Jou kindjie 't klein stukkie
brood.
Moeder i
Ag, Befste, na «era te jou moeder haar
arm*.
en als jy ontwaakt help die Heer uit dit
nood.
Kind:
Ik kan nie meer wag nie van honger mya
moeder»
maar waarom tog so? Het die Heer om
verstoot?
Moeder
Nee, liefste, verstoot sal die Vader oom
nimmer,
maar hier in die tent is geen krummeltjfe
brood.
Kind:
Geen brood nie, myn moeder l ik kan nie
meer langer,
Ag, moet ik verhonger op moeder haar
skoot?
Moeder
Nee, kindlief, die son is al amper wear
onder,
en is dit weer avond, dan kry ons weer
brood.
Haar kindje slaap in die soete gedagter
als ik weer ontwaak help die Heer uit
die nood.
Die moeder ontvang met vermagerde
hande
haar deeltjie oplaas maar die kindjie
was.dood.
Zoo schetst Totius in Bij die Momnument een
episode uit het leven in de concentratiekampen
voor vrouwen en kinderen van de Boeren, daar
tijdens den oorlog door de Engelschen opge
sloten. En Anton von Wouw, de beeldkunste
naar, heeft die episode in brons vereeuwigd aan
het Vrouwenmonument, welke inhuldiging ge
schiedde op Dingaandag, 16 December, bij
Bloemfontein.
De vrouw vertoont zich toch op haar schoonst
als moeder. Ook als echtgenoote kan haar
liefde en toewijding voorbeeldig zijn. Maar daar
zijn ook feeksen onder haar, ofschoon zij vaak
zoo gemaakt worden door den man.
Een echtpaar te Katwijk aan den Rijn heeft
dezer dagen, vertelt het L. D., eens laten zien,
dat het „in den houwelijcken staat" ook niet
altijd rozengeur en maneschijn is. Een paar
maanden getrouwd, was er nog al eens ruzie.
Hoe gaat dat, nietwaar?
Manlief een beetje jaloersch en de vrouw niet
op haar mondje gevallen, dan geeft het al heel
gauw haken en oogen.
Tot vóór een paar dagen, hij haar opgesloten
had, ze mocht met niemand meer praten.
Dat is voor een vrouw toch een te harde
straf, zoo ook voor deze.
Door de vlucht onttrok zij zich aan de macht
van haar huistiran, maar niet voor goed, want
Vrijdagmiddag is zij weer thuisgekomen en
greep dadelijk, zooals het eene goede huisvrouw
betaamt, naar een stoffermaar niet om haar
boeltje eens netjes aan den kant te doen, neen,
dat voorwerp werd nu door haar gebruikt om
zooveel mogelijk van het huisraad kort en klein
te slaan.
Na het verrichten van dezen heldendaad is
het zachtzinnige vrouwtje naar men zegt dwars
door de nriten heenstappend, weer vertrokken.
Het geval trok de buitengewone belangstelling
der dorpsgenooten.
Een groote schare nieuwsgierigen had zich
voor de deur der echtelijke woning opgesteld
en telkens werd aangebeld, om den man op
kwasi-belangstellenden toon naar rijn „lief
vrouwtje" te vrager
Wat wel attent is van de Katwijkers.
De vrouw in haar verhouding als schoonmoe
der is wel het minst gezien, als men tenminste
ernstig opneemt al wat er alzoo over haar ge
zegd en geschreven wordt.
Bij de Indianen is dat anders. Terwijl menig
Europeesch spotb'nadjé zich vermaakt ten koste
der „Schoonmoeder" en in werkelijkheid de
schoonmoeder in vele huisgezinnen een zeer
gewaardeerde rol vervult, zijn er vele stammen
ter wereld waar de mannen een wezenlijke vrees
koesteren voor de moeder van hun vrouw.
Die mannen uit den stam der Nevajos, in
Mexico, die het huwelijksjuk op zich genomen
hebben, maken voor hun schoonmoeder heele
omwegen. Valt er iets met de vrouw te bespre
ken, dan moet een tusschenpersoon zijn plicht
doen, want het zou een ramp voor den heelen
stam zijnwanneer de man in kwestie het ge
laat van de moeder zijner wederhelft moest aan
schouwen. Vreest een Nevajo, dat zijn schoon
moeder in de nabijheid is, dan barricadeert hij
zijn wigwam en verstopt er zich in.
Deze eigenaardige eerbiedsbetuiging hangt
samen met religieuse begrippen.
Bij de Tinneh-Indïanen is de schoonmoeder
vrees nog sterker. Daar mag een man niet eens
haar naam weten. Of dit nu altijd het geval is,
valt te betw'jfelenmocht de naam den man
onverhoeds ontvallen, dan haast hij zich, door
knievallen zijn vergrijp goed te maken.
Van „vergrijp" jegens een vrouw gesproken,
daaraan moet zich een z.g. „denkend paard" in
Mecklenburg schuldig hebben gemaakt. Het
„Hbld." vertelt dienaangaande de volgende ver
makelijke geschiedenis
„Het denkende paard." Een der geleerde
Duitsche paarden is onlangs voor den rechter
gedaagd, onder aanklacht van beleediging. De
zaak had zich als volgt toegedragenbij de
voorstelling van een paardenspel in he<
Mecklenburgsche stadje Bützow kwam een
sprekend paard als hoofdnummer op het pro
gramma voor, terwijl een der voornaamste
kunststukken van het paard hieruit bestond, dat
het op verzoek van den dresseur uit het publiek
zou aanwijzen een dame die het verliefdste was.
Het publick verkneukelde zich danig in wat
er zou gaan gebeuren, doch de vroolijkheid
kende geen grenzen meer, toen het geleerde
paard op een dame van twijfelachtige jaren toe-
staptedeze dame, wier leeftijd stellig niet
jeugdig meer was, zat naast haar evenmin
jeugdigen bruidegom. En nu gaf het in het cir
cus een daverend gelach, vanwege dit staaltje
van helderziendheid van het geleerde paard- Het
relletje was hiermede niet gedaan, want op
straat werd het jong-oude jaar door het publiek
nageroepen, zoodat de bruidegom zelfs zijn re
volver moest trekken en een schot loste, dat on*
gelukkiger wijze een vrouw trof. Deze diend©
een aanklacht in; en daarop diende de belee*
digde bruid een aanklacht in tegen de circus»
directie, welke zij verantwoordelijk wenscht© g^
steld te zien voor het onbehoorlijke grapje ven
het geleerde paard, dat zijn paardenneus voor
bij had geraden.
De rechter heeft nog geen vonnis gewezen,
doch het belooft een belangrijke strafzaak te
worden, nu voor het eerst een paard als be*
klaagde zal moeten voorkomen.
Wanneer de paarden zich van onze gedacK*
ten, van onze cijfers, en van onze leesteeketii
bedienen, moeten zij zich laten welgevallen, dof
ook onze Juris-dicte over hen wordt uitgestrekt
KEUVELAAR