DE E EM LAN DER". Zaterdag 28 Maart 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. Op den Terpenberg. N°. 231 Tweede BSad. 12da Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgeve.rs: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden roor Amersfoort f Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O. Afzonderlijke nummers O.«5. Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Adrertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureaus UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels Elke regel meor Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. f 0.50r - O.IO, op Kroniek F. SMIT KLEINE. Ernst Haeckel. Sarah Bernhardt. Mevrouw Lailiaux en de „Kgato.' Van een ooggetuige ühs hein in Oost-indié Cen paar weken huisvestte, heb ik over liet hum ear vain Ernst tiacckel, eend-ge bij- zonucmeüen genoord. Die ooggetuige was toenmaals ingenieur aan de iuuisoiie Spoorwegen en is tüaus een hoog administratief amine naar ir een onzer hooldsieu-en. HaecKei was op een zijner wetenschappe lijke stuuiercizen; ianddue bi) den ingenieur aan; gung spoedig zijn bioiugtsuue onueazoe- kiiigen voorizetien en bron op een der eerste tocnien zijn been. hen heenoreuk op gevor derden leeftijd. Ilawckel was bij de zesug geneest 111 het gunsagsio geval zoor langzaam. Zoo ook iner. bijna 6 iiiaanaon was liaecKei hulpbehoevend; gerukt uit zijn voorgenomen werk en aigezon-uerd vele uren yam u-en dag. Na de oerste geneeskundige behandeling, be gonnen de kwellingen van liouaniehjute pijn; ver van huis; in een tropisch klimaat; onder wel gastvrije, maar tocu vreemde menscnen allemaal voorwaarden, om het normale humeur van den normalen mensch. abnor maal te maken. Bijt prol. liaeckel niet alzoo: bij verplegers en doctoren, bij ingenieurs cn gaslheeren, bij inlanders en Europeanen, was er maar één roep over het heldhaftig geduld van den Germaanschen hoogleeraar en het vriendelijk, gelijkmatig, ja. vrooLijk humeur van den ge leerde. Naar de heerschende zede ten onzent eertijds door bakers en minnemoèrs levendig gehouden stelt de goê gemeente zich als weerwolf en isegrim d 1 e personen van belee- kenis voor, welke een belangrijk aandeel heb ben genomen in het bestrijden ecner sinds eeuwen gangbare wetenschappelijke of. onwe- tenscnappehjKe denkwijze, En als dan die methode gelijk dit bij Giordano Bruno, Gcuhak, Spinoza, Lomiarck, Strauss, Feu er- baoii, Schopenhauer, Iiarlmann cn Haeckel het geval is de oyer geleverde mystische denikuegnppen in godsdienstleer, kerk leer, zedeieer en zielsleer d-oor verstaindelij'ke vervangt; als de geest des tijds samenvalt met den geest dier denkers, zoodat zij slechts uit spreken, wat honderdciuizeiuLen hebben vóór- gevoeld, dan formeert zich bij de aanhangers van het starre behoud, die alle leekenen der tijden uit den Booze achten, onwillekeurig een beeld van dergelijke omwentcLaars, dat met de spoken van zielsverwoesting, gods loochening en duivelskunst gelijk slaat. Dat op zich zelf zou zoo erg niet zijn, reeds Vader van Alphen leerde ons niet voor den klepper noch voor spoken te vreezen, docli wat wel erg is: dat het meercndeel, uit slechte of onvolleuige gegevens omtrent de denkers zelKren. het recht put hen in de oogen van de goè gemeente te belasteren. Met tailooze anderen heeft ook de schrijver van „Die Wellrathsel", de populairste verte genwoordiger van bet wijsgecrig monisme, in eigen land en daar buiten aan die onwaardige bejegening blctgestaan. Het „Kruist hem! Kruist hem!" is vian alle volkeren en van alle eeuwen en wie verlossen wil uit de donkerte der spelonken vindt een heirleger van fakkel- biusschers dat hem terugstoot en ten. mutserd doemt. In het land van Frcdcrik den Groote, den vrijdenker, die de heerlijke woorden sprak (let wel in 1760, sprak in Pruisen) ,,In meincm Reichc hat Jedermann das Recht nacli seiner F a o n Se lig 7. u werden, is Ernst Haeckel, de eerlijke denker, die beminlijkc mensch, de po pulaire wijsgeer niét van regeeringswege ge- nuMigd; daarentegen heeft het land van Goe the en Schiller, van Hertog Karei August, van Prinses Sophie der Nederlanden (sti-chteres van het Goethc-und Schiller-archief tg Wei- mar) heeft datzelfde Saksen, waar de grond gedrenkt is met klassieke souvenie-rs, hem, dan Jenaschen professor, wél gehuldigd. Daar is tegenwoordig altijd compensatie, zelfs voor sommige levende denkers. Voor de tot het stof hu-mier vaderen gekeerd en echter méér dan voor de levenden. Aan het hem een paar weken geleden dooi de Hertogen van Saxen-Meiningen, Altenburg en Gotha, bij gelegenheid van zijn SOsten ge boortedag (liaeckel ontving 1600 telegram men en brieven uit alle deelen der aarde) ge schonken Groolkruis van de Hertooglijk Saxi- sche Erneslinische Huisorde, is het voorrecht van erfelijk adeldom verbonden „als de ge deco-reerue een daartoe betrekkelijk verzoek schrift indient." Haeokel heeft nu in het „Ber liner Tage blaft" d.d. 26 Februari j.l. daar omtrent bericht: „Ik zal natuurlijk dat ver zoek niet indienen, indachtig aan mijn groot vader Sethe, die bij de ontvangst van de Orde van den Zwarten Adelaar door Frederik Wil- hein IV, 70 jaar geleden, evenzeer van den erfelijken adel afzag." Sethe, Haeckel's grootvader, was Rhyiv Pruisisch ambtenaar; ging, toen Rhyn-Pruisen in Fransche handen was gevallen, in Fran- schen dienst over en werd in 1812 naar Pa rijs, bij den Minister van Binnenlandsohe Za ken opontboden. Er was in Setlic's regeeringsdislrict een op stand onder de arbeiders ontslaan wegens de gedwongen recruteering voor Napoleon s veld tocht naar Rusland. De minister beschouw de de handelingen van den Regeerings-Com- missaris de aanleiding tol dat verzet en Sethe de les lezend zei hij: U moet niet vergeten dat mijn verheven moester, de Keizer, volkomen in zijn recht zou zijn, indien Z. M. dergelijke gevaarlijke per sonen als u liet fusilleeren. Dan moet de Keizer eerst de wet laten doodschieten, klonk het fiere door de historie overgeleverde woord. („II Ia ut aiuparavanl fusilier la loi.") In den kerkhemelbestormer Prof. Ernst Haeckel is veel van den geest van zijn groot vader gevaren. Ook hij heeft dingen gezegd en dingen gedaan, die hem eon plaats in dc his torie verzekeren: tusschen de allergrootste denkers en weldoeners vhn het menschel ijk geslacht. Sanaih Bernhardt is gehuldigd na hare dé coratie in het hotel des Annales Politiques ct Littéralres, waai- dc dochter van Francisque Sarcey, -Mevrouw Adolphe Brisson en haar echtgenoot allcrbcminlijkst den soepter zwaai en. Mevrouw Poincaré was aanwezig en onder de tailooze andere autoriteiten trok het meest dc aandacht de Minister van Onderwijs en Schoone Kunsten, op wiens voordracht de President van de Republiek Madame Bern hardt hot Legioen van Eer had verleend. Een paar volzinnen uit de iredo van dcai Minister zijn zoo kenschetsend voor de be valligheid van de Fransche tournure de phraso", (dat ik er even bij wil stilstaan. Maar eerst iets over welsprekendheid in 't alge meen, en de iFransche in 't [bijzonder. Men kan zeggen, dat Fransche redenaars clc kunst verstaan, de meest alledaagsche dingen in bocienden en bevalligen vorm te Llceden. Het is de deugd der Fransche natio nale- welsprekendheid, dat zij kort, levendig, mccsleepcnd en volstrekt niet zoo oppervlak kig is alls sommigo logge Germaansche, solide koppen wel willen beweren. Het fortiter i n r e naast 'het suavitcr in modo wcyrdt in Fransche gehoorzalen veelmalen iin Ger maansche 'bij 'uitzondering gehoord. Wij, Ne derlanders, eerzame stamgenooten van de Germanen, hebben natuurlijk een maximum deugden van hen geërfd en slechts een mi nimum ondeugden. Tot dat minimum behoort onze meer dan verfoeilijke langdradigheid in gehoorzaal, rechtszaal, vergaderzaal en weet ik wat al zalen meer. Onze vergaderingen, van welke Coliegies ook (en ik heb te meer eerbied voor vergaderingen, omdat ik sinds de laatste 40 jaar haast altijd, schitter door mijne afwezigheid) zijn, mag ik officicele ver slagen en loffioieele verslaggevers gelooven. te -beginnen met de Handelingen der Staten-Gen'öraal, toonbeelden van langge rekte 'toespraken, geleerde vertoogen of fijnge- sponnen webben, waaraan vooral de troebele leesbaarheid onzer wetten een afspoegeling is En als er in een onzer steden gemeenteraad wordt gehouden, tlan is het zeker, dat er een wakkere voorzitter noodig is, om de eene helft van de vroede vaderen niet de andere helft in den dut te doen praten. Alles strekt tot nut van 't algemeen; alleen het zwijgen niet. Om 'te doen zien dc verdiensten van een kunstenares als Sarah Bernhardt, heeft de Minister woorden gesproken, die do Fran sche letteren, de Fransche taal cn de Fran sche voordrachtkunst in het licht stellen, waarin zij door 'bemiddeling van eminente talenten hunne reis door de beschaafde we reld maken. Een van de aanspraken, die Sarah op een Legioen van Eer kon doen gelden, was, vol gens den Minister, de verspreiding die zij een: halve eeuw, aafii de Fransche taal en de Fransche letteren heeft gegeven door 'twee bcloovcrcnde wapenen: hare voordracht en hare stem. (Sa voix d'or.) „U hoorende, heb ik de zwakheid begrepen van dc bewering, dat waar de taal hare dien sten niet meer kan bewijzen, dat op dio hoog te van geestelijke inspanning de muziek bare macht begint le toonen. „Nietwaar, hooren wij niet het geklikklak van een wapenrusting in sommige replieken van Gorncille? En, indien wij kort daarna Racine hooren spreken, is liet dan niet of wij een zachte, igloënde muziek vernemen, die rhythmisch -alle schakoeringe'n vertolkt, opdei- nend in het menschelijk hart? Later weêr komt het schrijnend lachen, het smartlijk of opjubelend lachen van een Voltaire. En met Rousseau schitterend -proza-dichler zien wij alle overmeesterende natuur-sympho- niên in de Fransche toonweelde verklankt. ,jDe woeste of tcêrc zangen van wind of golven stemmen met Chateaubriand aan; klaagtonen langs de droeve oevers van een bergmeer zwervend, herinneren den droomen den iLamartine, gelijk de taal bij Musset tot een zacht getjilp van vogels bij een lentezucht saamsmelt, om dan bij Victor 'Hugo te rom melen als de donder cn le flitsen als het weer licht." En d'ezc bewonderenswaardige epibode uit do rede van- minister Viviani, ein digt met een- juiste lofspraak op de Fran sche taal. „Een bewondere'nswaardo taal, de taal van do poëzie en van het recht, van we ienschappen en letteren, van diplomatie en philosophic! ©ewondcrenswaard, omdat zij dc gouden sprookjeswereld evenzeer weet te dienen als het werkelijke in zijn harde nauw gezetheid." Het is gewoonte in Frankrijk, dat aangrij pende politieke redevoeringen in Kamer of Senaat gehouden, in alle gemeenten van het land worden aangeplakt. Met feestredenen is dit minder het geval. IDeze feestrede zou ze ker algeraeene bekendheid verdienen, dodh door hoe weinigen, buiten kunst en letteren staande voortreffelijke staatsburgers en bur geressen zou zij begrepen worden?! De moord van Mevrouw Caillaux op den directeur van L e F i g a r oe den heer Gaston Calnietle, is in hel land binnen Europa „van de onbegrensde mogelijkheden", is i n Frank rijk on buiten le doux pays de France aan de orde van den dag. Ik spreek er hier over uit een oogpunt van verbroken evenwicht tus schen rechtsmiddelen en smaadschriften. In haast alle cultuurlanden waar gelijk in Nederland de onaantastbaarheid van het Recht wordt gehuldigd en waar bij een maxi mum van deugdelijke rechtsuitspraken een minimum van ondeugdelijke geschieden in al dergelijke landen bestaat in de heerschen de wetboeken een laakbare leemte tusscheD rechtsmiddel cn smaadschrift. Hoe slechter persmanieren, des le lager het zedelijk gehalte van den penvoerder. Gaston Calmette nu had als directeur van het wereldblad Le Figaro een wereldge bied, waarin zijne vonnissen bekend werden. Zijne campagnes tegen wie ook, stonden voor zijne slachtoffers met moreelen dood en moreelc vernietiging gelijk; zijn smaad of hoon was een brandmerk; «de degen- of pon- jaardsloot van zijn pen was giftig, hoe ook door bloemen omkranst. Mevrouw Caillaux nu, zien wij voor ons als de dag aan dag, week aan week, maand aan maand in hare fijnste gevoelens geprik kelde, gesarde, opgehetste, hartstochtelijke vrouw. Zij, allereerst, zou het recht willen doen spreken; zij zou willen weten, nu zij enkel nog geloofde. Maar het verschil tusschen recht en onrocht, tusschen waarheid en logen, tusschen eer en smaad, heeft zij misdadig- roekeloos door haar revolver opgeheven. Foor wife! Aan de Staatscourant van heden ontlcenen wij nog de volgende Koninklijke besluiten verlof verleend tot het aannemen van de ore derschcidingsteekenen achter hunne namen ver* meld, aan de na te noemen personen meyrouw Luisa Capece Minutolo di Bugnono, echtgcnoote van ihr. C. G. W. F. van Vredeiv burch Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevoN machtigd minister te Bucarest, het kruis lsla klasse der orde „Mérite Sanitaire" van Rxrmenic rnr. W. B. R. van Weideren baron Rervgers, Hr. Ms. kamerheer in buitengewonen dienst, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis* ter le Rome, ridder-grootkruis der orde van d< Poolster van Zweden jhr. F. Michiels van Verduynen, Hr. Ms. ka merjonker, gezantschapssecretaris te Londen* commandeur der Kroonorde van Italië jhr. mr. H. M. van Haersma de With, Hr. Ms, kamerjonker, gezantschapssecretaris tc Wcenen, commandeur der Kroonorde van Rumcnië den heer Jorge Soto Maldonado, consul-gene raal der Nederlanden te Madrid, officier def orde van den Verlosser van Griekenland den heer A. Waldorp te Constantinopel, rid* der van de 2de klasse der orde van OsmanW van Turkije mr. J. E. H. baron van Nagell, gezantschaps* attaché in algemeenen dienst, tijdelijk (e Was hington, ridder 4de klasse der orde van den Gulden Rijsthalm van China den heer C. E. Stutterheim, tweede-kanselier bij Hr. Ms. gezantschap te Berlijn, „Officier d'Acacémie" van Frankrijk den heer W. Verbrugge van 's Gravendeel, ridder 4de klasse der Kroonorde van Pruisse» en ridder '1de klasse der orde van Albrccht vou Saksen. eervol uit 's lands dienst ontslagen, op zijn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, met ingang van 1 Juli 1914, de Oost-Indische omb» tenaar met verlof P. A. More, laatstelijk opzicht- ter 3de klasse bij den waterstaat en 's lands bur< gerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië. De Staatscourant van Zaterdag 28 Maart bevat o.a. de volgende besluiten; benoemd tot schoolopziener in het arron dissement Hoorn mr. P. A. Offers, advocaat- procitreur le Alkmaar; tot ingenieur van den Rijkswaterstaat 3o klasse L. J. A. Bergansius^ te Delft; L. M. do Nerée tot Babberich, te Maastricht; G. G. Kraijenihoff van de Leur, le Tilburg, cn H. Smalhout, te Hansweert; op verzoek eervol ontslagen als hypotheek bewaarder te Amersfoort P. v. d. Mark; als commies bij de Rekenkamer II. Hilbers; bevorderd bij het departement van finan ciën tot hoofdcommies f. J. J. M. Bosboom, thans oommies; lot adjunct-commies G. J. van Harlesveld, A. W. Sauer, F. P. J. Stam, thans klerk; benoemd tot regeeringsvertegenwoordigcr op het internationaal congres voor thalasso- therapic in April te Cannes te houden, dr. Ch» E. A. Vermeulen, arts te Den Haag; op verzoek eervol ontslagen onder dankbe tuiging de kolonel B. C. Koopman, militie- commissaris in het 2e mililiedislrict van Friesland. bevorderd aan de rijkspostspaarbank lot adjunct-commies K. A. Hollmann, klerk, en Slecht humeur is een ziekteverschijnsel waaronder men andere menschcn niet mag laten lijden. oorspronkelijke roman 73 door H. W i T T E. Vergiste hij zich zoo natuurlijk in het eer ste, wat het laatste betreft zou zijn veronder stelling op nog verrassender Wijze uukoinen dan hij dacht. De eigenlijke ti ouwpleclilig- heid zou, naar hij int-viiac, reeus aigeloopeh zijn, waarop de huiselijke feestviering diui nu volgde. Hij kon kwanjK vermoeuen dat wel de burgerlijke, tormeele huwelijksvoltrek king was atgeloopcn, maar dat do kerkelijke plechtige inzegening nog moest nlaats liebDer. en wel in dezen huize. Zeker voor hem iets geheel nieuws. Hij zou dat nu echter weldra vernemen, want kort na de aankomst dier rijtuigen ver soheen dokter Mendel, om hen uit tc komen noodigen met hem naar Let salon te gaan, .waar de heer "Wermann bezig was met nog andere nakomende gasten te ontvangen. Om hem nidt al te zeer te verrassen, vertelde hij hen kortelijk dat er een huwelijks-inzegening stond plaats te hebben, bii welke enkele '.Vrienden van den huize genoodigd waren. Na hun toilet in orde gemaakt te hebben, Wat zij begrepen dat noodig was, volgden zij Mendel naar den salon, waar, behalve de heer Wermann, benevens Dubbelman cn Margo, nog ongeveer een twaalftal heeren en dames gezellig met elkaar zaten of stonden ie pralen. Wermann, die hen verwachtte, kwam hen dadelijk tegemoet, en het jonge echtpaar een wenk gevende, zei hij: Vergun mij u wederkecrig als oude kennissen aan elkaar voor le stellen: mijn vriend de heei Dubbelman en zijn jonge vrouw; dokier Kaï- winski, uit Pcsth, en echtgenoote. Wermann en Mendel hadden voldoening van wat zij hun samenzwering noemden, vvaul beiden, Karwinski en Dubbelman waren niet weinig verrast elkaar hier, en iuist bij dezs- gelegenheid, weer te zien; ook met jVIargo hoewel zij den Hongaar vroeger slechts vluch tig had gezien, maar die wist welke belang stelling hij getoond had en hoe hij zich had beijverd om die zaak met den Zigeuner tot een gcwenscht einde te brengen, was dit het geval. De wederzijdsche introducties hadden maar juist plaats gehad, toen de heer des huizes, op een ontvangen teeken allen uitnoodigde hem naar de zaal te volgen. Hij cn dokter Mendel gingen vooraf, daarop volgde het bruidspaar en onmiddellijk daarop, op Wermans aanwij zing, dokter Karwinski en zijn vrouw, die, twee aan twee, g$\olgd werden door de overige genoodigden. Do groote zaal was oorspronkelijk alleen bestemd voor eetzaal en daartoe vroeger, toen groote partijen daar niet zeldzaam wa ren, veel gebruikt. De tegenwoordige eige naar, hoewel lang geen vijand van gezellig heid en gaarne ga9ten ontva^ende, hiela echter niet van zulke partijen, zoodat deze feestzaal sedert een aantal jaren stil en ver laten was geweest- Aan het éénc einde bevond zich de hoof 1- ingang cn daar tegenover, dus aan het andeie einde der zaal, een groot buffet, dat echter nu door groote groene planten onzichtbaar was. Voor die in een halven cirkel geplaatste gewassen stond een munoniehouten lessenaar, met een groolcn statenbijbel en aan den voel uaarvan lagen op een bmJxje Iwee groenflu- weelen kussens. Op rijen, zes aan zes, vulden een aantal stoelen het middengedeelte dei- zaal, waaruit bleek dat men meer getuigen dei* pleclitigbeid verwachtte, dan zich in den salon verzameld hadden. Door drie groote uubbcle glazen deuren had de zaal gemeenschap met den bloemen tuin; deze deuren stonden wijd ooen, zoodat de zaal d-oor dc balsamieke lentelucht, als ge vuld was. Bij elk penant stond een groote pi ramidale laurierboom. Aan den anderen zijde der zaal bevonden zich twee, door zware gordijnen gemaskeerde deuren, waarvan de eéne, nabij den ingang, toegang gaf tol een kamer of salon, waarin vroeger dc heeren zich na hel diner verzamelden, om op hun gemak koffie te drinken en le rooken, terwijl de andere, die naar de keuken leidde, nu door t groen aan 't oog onttrokken was. In aan sluiting met T groen op den achtergrond, was deze zijwand geheel met groene en bloeiend^ planten bezet. Het geheel had een recht feestelijk, maar toch een deftig aanzien en maakte op de bin nenkomenden een plechtigen indruk, welke niet weinig verhoogd werd door den bejaar den predikant, die, in zijn wijde toga gehuld, achter den lessenaar den stoet verbeidde. Deze had dat zoo verlangd, daar hij zich niet Yooraf onder de gasten wilde 'bevinden. Toen allen gezeten waren, waarbij de voor ste stoelenrii. behalve door het bruidspaar. ingenomen werd door den heer Wermann, de beide doktoren en mevrouw Karwinski, gaf Jan aan de buitcuslaandcn een. wenk, en nu waren ook de overige zitplaatsen spoedig bezet door een aantal mannen cn vrouwen in /ondagsgewaad, die tot het landgoed be hoorden, daar hel vooraf ter hunner kennis gebracht was, dat allen, dc minsten niet uit gezonderd, welkom zouden zijn. De plechtigheid had het ewone verloop. Na het uitspreken van een kort gebed volgde de voorlezing van het formulier cn daarop een niet te lange, maar gemoedelijk hartelijke toespraak. Bij zulk een gelegenheid, veel meer nog dan wanneer volgens gewoonte, dc plechtigheid in de kerk plaats heeft, hangt dc indruk goeddeels af van de persoonlijkheid van den geestelijke. Is deze meer streng rechtzinnig tian hartelijk, dan stoot hij hen, die ruimer begrippen huldigen, af; is hij het tegenover gestelde daar\an en wordt hij theatraal, dan ergeren zich de anders denkenden en mist hel geheel den diep ernstigen indruk, welke zulk een uur onvergetelijk moet maken. Geen van beiden was het geval met dominé Veenman, die reeds circa dertig jaren het geestelijk ambt in de hoofdstad der provincie vervulde en daar, zoowel om zijn karakter als om zijn redenaarstalent in liooge eer stond. Hij was een man wien harlelijkheid van het vriendelijke, grijs omlijste gelaai straalde en wiens woorden steeds weerklank vonden bij zijn toehoorders. Een oud, en zeer intiem vriend van den heer Wermann. Op den ..Terpenberg" volkomen thuis en dus van zeer nabij ook met Dubbelman en Margo- be kend, kon niets hem aangenamer zijn dan Wermanns verzoek om de trouwplechtigheid ten ziinen huize te leiden: ook hield bii van zulk een particuliere behandeling, die hij in tiemer en hartelijker vond dan in dc ledige ruimte van een groot kerkgebouw, al was het kan ook waar dat daar door de statige orgeltonen veel lot de plechtigheid werd bij gedragen. En nu, mijn geliefden, aldus eindigde hij zijn toespraak, wat zal ik u ten slotte toe» wcnschen? Een huwelijksleven van louter geluk; vrij van kommer en zorgen? Dit im« uiers is vrij wel de gewoonte. Ik zal dien wcnsch echt^- niet uitspreken, wijl ik ze niet kan deelen. liet zou toch een ijdelc wensdi zijn, die, gelijk wij allen welen, niet in vers vulling kan komen. En al ware dit ook zoo, dan nog zou ik u dit niet kunnen toe wcnschen. Louter warme zonneschijn maakt ook de» vruohlbaar9ten grond onvruchtbaar en werkt vermoeiend, afmattend, ja verdoovend op al wat leeft, 'terwijl bij afwisseling doniccre luchten, zich in regenbuien ontlastende, dc aarde vruchtbaar maken, mensch en dier ver kwikken cn de heldere dagen des te hoogej doen waardeeren. Een schoone toekomst lacht u tegen en gij gaat een schijnbaar zorgeloos leven tegemoet; toch zullen de zorgen des levens niet uitblij ven, voor u zoo min als voor ieder onzer; maar gelijk de regen de aarde drenkt en het onweer de lucht zuivert, mogen ook de zor gen, zoo de Voorzienigheid u die in haar on doorgrondelijke wijsheid beschikt, niet allee» strekken om uw levensmoed te versterken, maar ook met een oprecht dankbaar hart baar zegeningen te genieten. Zoo zij het! En nu, kniel neder voor het aanschijn dei Allerhoogsten, en, bloedverwanten of vrien den, die van deze plechtigheid getuigen zijt, vcreenigen wij ons in gebed om s Hemels zenen on deze echlverbintem's af le sn^el/erv

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5