DE EEMLANDER".
Dinsdag 31 Maart 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HEILIG MOETEN,
N*. 233
12d* Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
J'
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por S maanden Toor Amersfoort f
I.lem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzonderlijke nummers - ®*Ö5.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.* f 0.50.
Elke regel meer0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bjj vooruitbetaling.
O root o letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingoc
tot het herhaald adverteoron in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
lei'scke Brieven.
26 Maart 19H.
t Begint liier in Ulster werkelijk interessant
te worden, a oor een buitenstaander tenminste,
en, als ik me niet erg vergis, ook voor een
groot deel van de Dister- oiunlecrs, oc Vrij
willigers, oie het met een zekere voldoening
zien aankomen dat de poppen aan t dansen
gaan.. Want wal voor nut aeelt het om, twee
jaar lang, iedere week Douw te gaan oefenen
in 't schieten en vurige redevoeringen aan te
hooien, en dan naar nuis gezonueu te wor
den, zonder dat je de gelegenheid gegeven
wordt om aan de mensouen te laten, zien hoe
dapper je 1/entl Dan hadden za 't net zoo goed
kunnen latenJ
Toch, zoo bespottelijk als de Engclsche bla
den. ze eerst wei voorstelden, zijn de Volun
teers niet. Ze zijn vol vuur voor de goede
zaak. Waarom ze eigenlijk klaar staan om
te vechten is voor de meesien niet erg helder,
't Schijnt in den grond een onberedeneerde
afkeer van 't Katholicisme te zijn, dat, naar
ze beweren, door een Dublin-pariement mach
tiger dan ooit gemaakt zou worden.
.Men hoeft maar korf in bister te zijn om
©enen indruk te krijgen van den geweldigen
haat, die hier bestaat tegen al wat liome
Kuier, en, vooral, wat Kauioliek is.
Dit laatste de godsdienstnaat komt
overal lot uiting; soms op wonderlijke manie
ren. De plaionds van oe spoorwegrijtuigen,
die ééns wit geweest moeten zijn, worden
door den al-te-vurigen protestant oeschouwd
als dc meest geschikte plaats om zijn overvol
gemoed te lucnlen door zeer onparlementaire
uitlatingen tegen „Pope and Fopery." De
spoorwegdirectie schijnt die overtreding van
't reglement zoo erg niet te vinden, neemt ten
minste nooit de moeite 0111 dc woorden te ver
wijderen, of de daders op te sporen.
Herhaaldelijk ook wordl mijn vaderlands
lievend gemoed verheugd door 't zien van een
:nin of meer geslaagde teekening in witkalk
op een open muurvlakte, van een ruiter op
een galoppeerend paard. Een bijschrift ver
meldt dan dat 't voor moei stellen onzen stad
houder Willem lil, zijn soldaten aanvoerend
in den slag aan de Boyne: het voorbeeld voor
alle Loekomslige strijders voor 't Protestan-
iismc. Dan volgt gewoonlijk eene strijdlustige
aansporing. „No Surrender of een waar
schuwing: „Home Rule is Rome Rule."
Vooral de laatste paar weken is de opge
wondenheid gestegen. Ieder voelt dat er wat
gebeuren moet, maar weet nog niet wat. Al
lerlei geruchten doen de ronde, die direct
weer tegengesproken worden. Verleden Vrij
dag kwam plotseling het bericht dat de Volun
teers gemobiliseerd waren, dat dc regeeriug
troepen uitgezonden had, en dat een treffen
op handen was. 't Bleek den volgenden dag
dal alleen in Belfast eenige Volunteers onder
de wapens gekomen waren om eene lijfwacht
te vormen voor Sir Edward Carson, die nu
weer in Belfast is. Zondagmorgen werd ieder
opgeschrikt door 't bericht dat Asquilh zijn
premierschap neergelegd had. Geloof vond
bet niet veel, 't was „le goed om waar te zijn."
Dien avond werd het in Belfast door een
dominee van den kansel vermeld, met de bij
voeging dal de koning Sir Edward Carson
ontboden had. '4 Werd oververteld door een
oluDtecr aan z'n vriend, echter in dezen
vorm: Asquilh is afgetreden, en nu lieeft Sir
Edward den koning bij zich ontboden! Niet
zonder reden wordt Sir Edward „Koning Car
son" genoemd!
De gebeurtenissen volgen elkaar snel op.
Op 't oogenblik spreekt ieder over 't ontslag-
nemen door een aantal officieren van Ierschc
•egimenten, omdat ze mogelijke bevelen van
de regeering om tegen de Volunteers op to tre
den, niet wenschlen te gehoorzamen. De mee-
ningen over die handelwijze zijn natuurlijk
verdeeld: de Ulslermannen juichen de offi
cieren toe, de Home-Rule bladen verwonde
ren zich er over dat de regeering ze niet on
middellijk allemaal ontslagen heeft, en wijzen
er op, dat de officieren er niets op tegen
hebben gehad om in geval van nood tegen
stakers op te treden.,
Kortom, een ieder is in afwachting van de
dingen die komen zullen. Voorloopig» is alles
zoo rustig als 't maar zijn kan: van beide
zijden zijn alle maatregelen genomen, maar
beide partijen zijn natuurlijk bang om eene
aanleiding te geven.
Inlusschen loopen er 50 oorlogscorrespon
denten van Engelsche en buitenlandsche bla
den in Belfast rond, en belegeren Sir E. Car
son en de garnizoenscommandant Graaf
Gleichcn om interviews, maar kunnen, zeer tot
hun spijt, niets anders melden, dan dat er
niets gebeurt.
Politiek Overzicht
Noodwetgeving ia Oostenrijk,
De regeering van Oostenrijk heeft, nadat
zij den tot weaken onibekwamen rijksraad
had verdaagd, een ruim gebruik gemaakt van
het noodartikel der grondwet en met zijne
hulp de door de obslruolie, die de Czechi-
sche leden van het huis van afgevaardigden
hebben toegepast om den arbeid te verhin
deren, onafgedaan gebleven wetsvoordrach-
len in werking doen treden over de
verliooging van het reorutenconlingent en
de toestemming tot het aangaan eener
leaning van 375 millioen kronen. Dit is,
wat deze beide onderwerpen betreft, ge
schied met de door de bewoordingen van het
artikel gevorderde beperking, dal geene blij
vende lasten worden opgelegd. De verhooging
van het reorulen-contingent is slechts voor
het loopende jaar bepaald, al is, om het ver
band te doen uitkomen tusschen deze kei
zerlijke verordening en de daarmee overeen
komende Hongaarsche wet, <iie door het par
lement is aangenomen en door den koning
bekrachtigd, in een bijzonder artikel het toe
komstig programma van de geleidelijke ver
meerdering van het aantal recrulen opgeno
men. In de verordening, die machtiging ver
leent lot de uitgifte van de leening, is uitdruk
kelijk bepaald, dat eene blijvende belasting
van de staatsfinanciën moet worden uibge-
sloten. Daarom heelt de regeering zich do
toestemming laten geven door de commissie
van toezicht op de staatsschuld tot de uit
gifte van aflosbare schatkistbiljetten met een
omloopstijd, van vijftien jaren.
Hiermede is praktisch de grondwet op
zijde gezetmaar de openbare nieening heelt
zich daarover volstrekt niet opgewonden. Uit
Weenen wordt daarover geschreven, dal deze
zaak met dc grootste kalmte, als iets van zelf
sprekende is opgevat. „De staatsrechtelijke
toes'and is er ook volstrekt niet naar ora
aan de regeering cenig verwijt van schending
der grondwet te doen wegens hare handel
wijze. Want deze regecring heeft zeer zeker
de noodbrug van art. 14 slechts met een be
zwaard gemoed betreden. Maar zij kon dit
des te eerder doen omdat zij zoowel voor dc
reoruten-vermeerdermg als voor de machti
ging om te leenen de vereischte meerderheid
in het parlement, voor de eerste zelfs de voor
geschreven meerderheid van twee derden
had. Alleen de obstructie van eenige dozij
nen Czeohen, die zelve niet tegen de voor
drachten der regeering was gericht, maar
slechts moest dienen als dwangmiddel voor
de Boheemsche aanspraken van de Czeohen,
heeft de parlement aire machine stil gezet.
Tegen deze obstructie bezat men in het ge
brekkige reglement van orde geene voldoende
wapen van tegenweer. Om dus den wil van
de meerderheid tot uiting te doen komen,
ontbreekt slechts hel formeclc parlementaire
besluit, en het is volstrekt niet aan twijfel on
derhevig, dat diit bestuit dadelijk lot stand zal
komen, zoodra het beletsel van de obstructie
uit den weg geruimd zal zijn. Dan zullen de
nu genomen voorloopige beschikkingen van
dc regeoring de uitdrukkelijke goedkeuring
van het parlement verkrijgen. Wat nu is ge
schied, heeft dus volstrekt niet het karakter
van een staatsgreep.
Afgezien van de ietwat gewrongen staats
rechtelijke inkleeding van hare handelwijze,
heeft dc regeering daarvoor een onbctwist-
baren reëelen rechtstitel, en dat is de levens-
behoef Lc van den staat. Nood breekt wet. De
nood van den staat kent in nog hoo-gere mate
dan de nood van liet individu geene wet. Ook
al was er geen art. 14 geweest in de Oosten-
rijksche grondwet, dat men met eenige ver
draaiingen op het noodrccht van den staat
had kunnen loepassen, dan zou nu de regee-
ring voor den te kv^rt schietenden rijksraad
hebben moeten inspringen en voor de drin
gende behoeften van den slaat zorgen. Want
de veiligheid van het rijk naar builen
en zijne bondsplichten eisclien zonder uitstel
de versterking van het vredeseffectief der
troepen, inzonderheid aan dc oostelijke
grenzen, en de daarvoor vereischte mid
delen, alsmede de sommen, die tot be
strijding van de buitengewone uitgaven
in den krisistijd aan de staatskassen ont
nomen zijn. Wie de bevrediging van de
behoeften des levens hooger steil dan de in
achtneming der vormen, die daarbij nog on
toereikend zijn gebleken voor het ingewik
keld organisme van den Oostenrijxscken
slaat, zou daarom aan de regeering volledige
vrijheid verleend hebben, zelfs wanneer zij
zich bij deze buitengewone maatregelen en
kel op het noodrecht van den staat had be
roepen. In ieder geval kan het buitenland,
voor zoover liet plan hecit deel te nemen aan
de leening, die in den vorm van schatkistbil
jetten voor de deur slaat, volkomen gerust
zijn, dal die staatsrechtelijk goed is gefun
deerd. Dat Oostenrijk in staat is 375 millioen
ki onen in 15 jaren af te lossen, kan wel niet
ernstig betwijfeld worden. De nu uii het nood-
.recht van den slaat voortgekomen verorde
ningen zijn echter zoo goed a-Ls volwaardige
staatsrechtelijke documenten, want de open
bare meening heeft ze zonder verzet ontvan
gen en keurt ze zelfs goed.''
Dultschland.
B e r 1 ij n3 Maart. De commandant van
de „Schutztruppe" voor de Afrikaansclic pro
tectoraten, generaal-majoor von Glasenapp,
beeft volgens dc Lokalanzeiger om gezond
heidsredenen ontslag verzocht Over zijn op
volger is nog geen besluit genomen.
Na den uitslag van de herstemming in het
Saksisch district Borma-Pcgan, waar de vroe
gere afgevaardigde, gtineraal von Lieberl,
wiens verkiezing ongeldig is verklaard, niet
herkozen is en voor een sociaal-democraat
heeft moeten wijken, wordt de verhouding der
partijen in den rijksdag aldus opgegeven:
rechts 44 conservatieven, 12 rijkspartij, 10
wirtscliaftlicko vereinigung, 91 centrum, 18
Polön, 9 Elzassers, 5 Welf én, 7 wilden;
links 45 'nationaal-liberalen, 44 vrijzinni
gen, 11 sociaal-democraten, 1 wilde.
Totaal rechts 19G, links 201 leden. Dc meer
derheid links bedraagt nu dus vijf slemmin-
of, rekening houdende met het door den rijks
dag a oordat hij zijne Paaschvacanlie begon
genomen bealuiL tot vernielligi'ng der verkie
zing van den; conservatieven afgevaardigde
Iioesoh, zes stemmen.
Straatsburg, 30 Maart. Toen Vrijdag
nacht op het fort Kirckbach bij Kehi de
klok van de ingangspoort geluid werd en de
sergeant van de wacht van het 130e infante-
rieregiment, meenende dat dc uit de stad. te-
rugkeorende commandant van het fort er
was, de deur opende, viel er uit de onmiddel
lijke nabijheid een schot. De kogel raakte oven
de horst van den onderofficier. Toen deze eeni
ge passen naar buiten ging om naar de da
ders uit te zien, viel er een tweede schot.
Thans werd de wachthebbende sergeant in do
lies9treek getroffen. De kogel schampte af op
een vijf markstuk, zonder letsel aan te rich
ten. De onmiddellijk uitgezonden patrouille
keerde onverrichter zake terug, daar het on
mogelijk was in de diepe duisternis den dader
on te sporen.
Frankrijk*
P a r ij s, 3 0 Maart. De Kamer heeft
een buitengewoon aanvullingskrediet va».
218 millioen voor militaire operation in Ma
rokko aangenomen.
Aan het einde van eene interpellatie over
de met 7 April uit le geven Cihineesche leening
heeft dc Kamer met 3-10 tegen 206 stemmen
besloten over te gaan tot de orde van den
dag, waarmee de regecring zich had ver-
eenigd.
b.j de behandeling van het ontwerp eon er
aanvullingshelasii'ng op dc gezamenlijke in
komsten, stelde Dubois terugzending aan de
commissie voor. Ivlotz stelde voor het o'ntwerp
af to scheiden van de wet op de middelen en
dadelijk een eind be maken aa'n de discussie
over de begrooling. Minister-president Dou-
merguo drong aan op de opneming van het
ontwerp in de wet op de middelen; hij stelde
dc kwestie van vertrouwen voor de aanne
ming van de aanvullings-helasling en verze
kerde, dat hij op dezelfde wijze in den Senaat
zou spreken.
Dubois en Klo'lz trokken hunne motiëiï in.
Morgen voortzetting.
De Kamer heeft hel wetsontwerp, houdendv
bepalingen tegen do corruptie bij verkiezin
gen, aangenomen in den vorm, waarin het
van don Senaat was terug gekomen.
Bij de behandeling van het wetsontwerp
lot machtiging van do ministers van oorlog
en marine om uilgaven voor eens le doen tol
een gezamenlijk bedrag van bijna twee mil*
harden francs (1.145,500,000 i'rs. voor hel
leger en 705,000,000 frs. voor do vloot) werd
bezwaar gemaakt op grond, dal het wetsont
werp niet vergezeld ging van mededeelingen
omtrent dc wijze, waarop deze aauzienlijko
uitgaven zouden worden gedekt, zooals ge
schied was bij de Duilscne militaire voor
dracht. De minister van. oorlog antwoordde,
dat do regecring voornemens was, de mid
delen tot dekking door belastingen op den
verworven rijkdom te laten opbrengen eu
een daartoe strekkende voordracht zou indie
nen, dadelijk wanneer na <le verdaging da
parlementaire arbeid wordt hervat.
De voordracht werd, zooals reeds is be
richt, aangenomen met 394 legen 95 stem
men.
Ter vervulling van twee door overlijden
vacant geworden zetels in den Senaat zijn in
het Scine-departeiueut gekozen de Kamerle
den Ckaries De tonele en Steeg, beiden radi
calen en aanhangers van dc wel, waarbij do
driejarige diensttijd hij het leger is hersteld.
P a r ij s, 30 Maart. De cnquótc-com.
missie in de zaak Rochette heeft liet ondeiv
zoek van liet exposé der uitkomsten van da
enquête ten einde gebracht en dc verschil
lende oiidendeelen aangenomen behoudens
de eindredactie van eenige paragrafen en
de herziening van 'het geheel, die morgen
zal plaats hebben.
De enquête-commissie in de Rockettezaak
heeft over den stand van hare werkzaamhe
den eene nota uitgegeven, waarin zij mede
deelt, dat het door den voorzitter opgestelde
exposé bestaat uit drie hoofdstukken. Hel eer
ste hoofdstuk handelt over de gedragingen van
de gewezen ministers Monis en Caiilaux. Dit is
Zaterdag afgedaan. Met de beide andere
hoofdstukken, waarvan hel eene zich bezig
houdt met de rol van -den directeur van den
ll-appel Dumesni! en het laatste de rol be-
hamcleJt van de rechters en ambtenaren van
het O. M., alsmede van de regeeringen der
laatste jaren, die allen met de zaak-Rocliettö
te doen hebben gehad, denkt men Dinsdag
gereed te komen. Het rapport zal dan Woens
dag bij de Kamer ingeciiend worden en do
commissie zal voorstellen hol Donderdag aan
de orde te stellen.
Over den inhoud van hel rapport is aan da
leden van de commissie het zwijgen opgelegd,
hetgeen echter niet belet, dat in dc dagbla*
den dc mededeeliug is Le vinden, dat dc eerste
zinsnede van de conclusie luidt: „Het is be
wezen, dat Monis o-p verzoek van CaiLLaux/
den procureuir-generaal den wensah lieeft
kenbaar gemaakt, het uiLslel der behandeling
van hel Rookettc-proces te verkrijgen."
Twee leden van dc commissie, Dclahaye en
Georges Berry, beiden behoorende lol de rech
terzijde, hebben ontslag genomen uit de corn^
missie, omdat zij aan de meerderheid verwijf
ten, dat zij al te zeer or naar streeft de aan*
sprakelijldicid van zekere politiekers to ycih
zwakken.
Iemands eigen godsdienst is beter dan
het geloof van een ander
DOOR
Mrs. LITTLE (Zuster Snöflinga
2 Vertaald door
M. MIDDELKOOP.
Alle lieve herinneringen, alle teedere ge
voelens die eens in m'n hart waren, werüen
nu onbarmhartig den kop ingedrukt door veel
scherpere herinneringen aan geleden smart.
Wat beteekende de storm daarbuiten verge-
lekSh bij dien van binnen! Alles wat er om
me heen gebeurde werd me volkomen onver
schillig, wat er ook geschieden ging, mij was
het goed! loen de morgen aanbrak was er
iels met me gebeurd. Ik weel niet precies wat,
maar het scheen me of m'n verleden bij een
ander behoorde. Ik had een laatste afscheid
genomen van al die oude laslcu en was een
nieuw mensch in een nieuwe wereld.
Ik zette m'n leukste muts op, trok m'n
•lange mantel aan en ging naar het dek.
O, liefste als je toen eens even het schouw
spel had kunnen zien dat me begroette! Jk
bob nog nooit zoo'n armzalige, zich-ellcndig-
•voelende menigte bijeen gezien. Ze zagen er-
uil als geelgrauwc erwten, zwart onder de
pogen, bleeke lippen en knikkende knieën.
1 £i was. behalve mijn persoontje, maar één
dame, die niet zeeziek was; een koriharige
Zendelinge, met 'n grooten neus.
Ze deelde tractaaljes yit cn vroeg aan al.e
mensclien of zij Christenen waren. Toen ik
boven kwam was ze juist een lange vreemde
ling aan 't bewerken, die neerslachtig in eeu
hoek gedoken zat.
„Broeder, zijt gij een Christen?"
„Neen, neen," mompelde hij ongeduldig,
„ik ben een Noorl"
De arme man voelde zich blijkbaar zoo
misérabel, dat hij niet meer wist wat hij zeide.
Ik schaam me een beetje te bekennen, dat
ik drie geduchte maaltijden per dag houd
en in den lusschentijd „spreekt" m'n maag
voortdurend, net zooals Mark Twain's klein
gele hond. Aan tafel zit ik in de buurt van
vier oude heeren cn een jonge Duitscher. Ze
zijn nogal sterk in 't vertellen van allerlei ge
schiedenissen en ik heb reeds de mijne, dc
meeste van jou en nog een paar verzonnene
ten beste gegeven.
Een van die oude heeren is Zendeling cn
nauwelijks had hij uitgevonden dat ik ook in
eenig verband tot de Zending stond of hij be
gon me direct „geliefde zuster" le noemen.
Als ik thuis was noemde ik hem „lieve Pa"
maar hier gedraag ik me natuurlijk zooals het
behoort.
Het eten is tamelijk goed, alleen soms zoo
scherp gekruid, dat *t me bijna den adem be
neemt. M'n kleine Chineesche kellner is haast
al te zeer bekommerd omtrent m'n welzijn
Ondanks al m'n heftig protesteeren kan ik er
hem niet toe krijgen m'n bord te laten staan
to-t ik klaar ben; na een paar hanjes neemt hij
liet weg en brengt mij de volgende gang. Hij
dringt mc alle mogelijke gerechten op en
noodzaakt me dan de nog overgebleven gaat
jes met noten cn rozijnen aan le vullen. En
als ik dan geweldig heb gegeten kijkt hij me
verwijtend aan en zegt. bedroefd: „Missy
ziek, eet niet!"
Er is nog iemand die minstens even be
zorgd voor me is. De kleine Duitscher slaat
ieder hapje, dat ik neem, met groole, ern
stige oogen gade en staat er voortdurend op
mij le bedienen. Als iemand wat grappigs
vertelt zit hij vrceseLijk verward te kijken en
vraagt dan om een verklaring. Hij is twee-
maai de wereld rond geweest en nu gaat hij
drie jaar naar China voor oen Genootschap
van "Wetenschappelijk Onderzoek.
Ik geloof dat hij mij ongeveer voor de
grootste criositeit houdt, die hij ooit op z'i.
reizen ontmoet heeft.
De meest indrukwekkende gebeurtenis op
onze vaart is dé dag iti Honolulu geweest Ik
had kunnen jubelen van blijdschap toen wc
land in 't gezicht kregen. Dc boomen en hel
gras hadden me nog nooit zoo mooi geleken
als dien morgen in hot schitterende zonlicht.
Het landen nam eenige uren in beslag, door
de vele formaliteiten en plichtplegingen die
gemaakt moesten worden en toen was er nog
oen extra-oponthoud waarvan ik de onschul
dige oorzaak was. De quarantainedokter in
specteerde bet schip en nadat ik hem de land
verhuizers had zien onderzoeken en me
ellendig gemaald had over al die arme on
gelukkige kleine stumperdjes die beneden
rondzwormden, vond ik een gezellig, rustig
hoekje op het schutdek waar ik me neervlijde
cn me amuseerde met naar zwemmende in-
boorlingetjes te kijken.
Ze schoten door hel water als een hoop
bruinvisschcn terwijl hun bronzen lichaam
pjes in het zonlicht glansden. Ik moet daar
wel een uur geblvyen zijn, want loen ik be
neden kwam heerschle er groote consterna
tie aan boord. Er werd een passagier vermist
en we moesten allen ïuct aan land. gaan wach
ten tot het schip geheel was doorzocht. Ik
voelde mezelf vuurrood worden, toen de be
taalmeester de ernstige cn knapste man dien
ge ooit gezien hebt op eens naar- me toe-
Kwam. „Bent U onderzocht?" vroeg hij streng,
mo onderwijl van 't hoofd lot de voeten op
nemende.
„Niet anders dan. ik nu gedaan word" ant
woordde ik heel bescheiden.
„Ga mee," gebood hij.
Ik vroeg hem of hij soms van plan was me
overboord te gooien, maar h;; was te veel van
z'n waardigheid doordrongen om ook zelfs
maar te glimlachen.
Hij overhandigde me aan den dokter met de
woorden: „Hier is de jonge w die het op
onthoud veroorzaakte."
Stel je voor, „jonge vrouw"! moest
nog verder vernietigd worden. De dokter
keek me over z'n brilleglazcn aan en zei:
„Hoe konden we die over 'l hoofd zien!
Maar nu over Honolulu! Ik kan me goed
begrijpen dat de mensclien erover in extase
geraken. Het is of alle kunstenaars van de we
reld hun kleuren over dit éene plekje heb
ben uitgestort en alsof de Natuur ze zelf naar
haar eigen liefelijken smaak gerangschikt
heeft. Ik vroeg me verwonderd af of ik ook
soms gestorven, en in den hemel aangeland
was! Wondervolle palmen en tropische ge
wassen droomden in een zwoele stilte.
Ik begaf me op weg om de stad te bezien
met twee oude dames en een jong meisje uit
Zuid-Dakota, maar „lieve Pa" en „klein
üuitschland" voegden zich al spoedig bij ons.
M'n oude kameraad, wat heb ik naar jou
verlangd! Wat had ik al deze vervelend^
oude creaturen graag bij elkaar gebonden en
in zee gesmeten!
Het Dakolamcisje is wel een beetje beter
dan de rest, maar denk je even in, zij draagt
altijd een jersey-jakje.
Er zijn wel heel elegant uitziende men-
sclien aan boord, maar ik waag me niet in
bun nabijheid. Ze spelen den meesteivtijd kaart
en als ik eenmaal begin te weifelen beu ik
verloren. Wees maar niet bang, ik zal m'n
rol goed "spelen, 'k Beloof je evenwel heilig,
me er nooit naar te klceden.
-V
Nog steeds aan boord.
Dezen brief schrijf ik in mijn kooi met dicht*
getrokken gordijnen. Niet dat ik ook maar is
't minst zeeziek ben, allee.i to populair. Een
van die oude dames leert me breien, de kort»
harige Zendelinge leest mo voor, het Dakota-
meisje zorgt dat m'n voeten warm toegedekt
zijn, terwijl „lieve Pa" en Klein Duitschlaud*
me aan tafel bedienen. De kapitein heeft een
groote walerkuip voor de dames in orde la
ten maken, zoodat ik nu iederen morgen een
koud bad kan nemen.
Het doet me denken aan lang-vervlogen
dagen, in ons landhuisje aan de Kaap.
Wat hadden we dien zomer toch een heer
lijken tijd en wat waren we nog ong en uit
gelaten. Het zijn m'n laatste gelukkige dagen
geweest.... maar stil, geen woord daarover!
Wordt vervolgd.