„D E E EM LAN D ER". Zaterdag 25 April 1914. BINNENLAND. N°. 253 Tweede Iliad. 12d* Jaargang. Uitgevers! VALKHOFF ft Co. Bureau» UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO, Afzonderlijke nummers 0.05» Deze Courant veraohynt dagelijks, behalve op Zon- eo Feestdagen. Advertentièn gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Dienstaanbiedingen 29 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt bestaan zeer voordoelige bepalingen tet het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abounoraont. Eene oiroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Intercomm. Telefoonnummer 66. De Staatscourant van Zaterüag 25 April bevat o. a. de volgende Koninklijke besluiten: benoemd tot adjunct-commies aan bet de partement van buitenlandsche zaken jlir. mr. Th. M. van Asch van Wijck; tot directeur van bet post- en telegraaf kantoor te Beilen C. Klop; te Simpel veld J. Uw land; te Tegelen J. H; Mesters, en te Vorden P. Hatterman, allen postdirecteur aldaar; tot hoogheemraad van den Lekdijk Bene- dendams en IJsseldam mr. A. M. f!eteler kamp te Driebergen; tot hoogheemraad van Amstelland mr. H. J. Doude van Troostwijk te Nieuwersluis. Het Koninklijke Echtpaar te bordrecht. «H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins brachten gisteren voormiddag incognito een bezoek aan de gemeente Dordrecht. Om- tetrceks half tien kwamen de Hooge Gasten inel gevolg in twee auto's te Zwijndrecht aan hartelijk toegejuicht door de dorpelingen. Op een extra veerpont werden de auto's overge zet. Aan den Dordschcn wal nam de burgemees ter van Dordrecht in de Kon. a-to plaats. De tocht ging daarna door de hier en daar met vlaggen versierde straten naar de fabriek van de N. V. Lip's Brandkasten en Slotenfa- briek. Aan de fabriek werden de Koningin en de Prins ontvangen door den heer J. Lips Bzn.. den stichter der grootsche onderneming thans gedelegeerd commissaris. Vervolgens waren aanwezig de heeren Vin cent Eras, directeur der slotenfabriek, de heer B. A. M. Lips, de heer J. P. M. Lips, werk tuigkundig ingenieur en de heer H. J. M Llps. In de hal bood jongejuffrouw Netty Eras H. M. de Koningin een ruiker paarse orchi deeën aan. In het privé-kantoor van den heer Vincent Eras gaf LI. M. de Koningin den heer Eras te kennen, dat zij de hem gegeven belofte kwam inwisselen om zijn fabriek te. komen bezichtigen. Zij verzocht hem Haar over alles te willen inlichten, wat slechts be langwekkend is. Hierna had de rondwande ling door de onderneming plaats. Bij bet afscheid nemen gaf H. M. de Ko ningin den heer J. Lips Bzn. Haar hooge vol doening te kennen over de zeer belangwek kende wandeling welke Zij door de fabriek mocht maken. Zij sprak de hoop uit, dat deze industrie moge groeien en bloeien. Te vens nam H. M. onder hartelijke bewoordin gen afscheid van de andere hoofden van de onderneming. Z. K. H. de Prins was ook zeer voldaan over het geziene. Na hel bezoek aan de firma Lips werd naar de haven gereden» Aan het /.wijuvucciitsche Veer begaven H. M. en de Prins zich aan boord van de stoom boot „Portunus" van de recderij Fop Smit en Co., waarop de Koninklijke standaard was geliescben. -Er waren mede aan boord de heer Corn. Gips Czn., voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken, en de heer \V. Berkhout, havenmeester der gemeente. De boot zette koers naar de Kalkhaven, voer even den mond in en vertrok daarna naar de plaats waar de werken voor de nieuwe zee haven worden uitgevoerd. Aan den buiten kant van den dijk liggen de machines om het zand op te spuiten en hel water weg te malen, aan de binnenzijde de drijvende directiekeet, waar de heer J. N. van Ruyven, directeur van gemeentewerken en de heer C. F. Sepmeijcr, Hoofdopzichter, aanwezig waren om aan de bezoekers de kaart van de haven uit te leg gen. Hier werd het bedrijf in volle werking gadegeslagen. Na dit bezoek, dat circa drie kwartier duur de, werd de vaartocht voortgezet door de Kil naar het Hollandsch Diep. Thans waren al leen de burgemeester en de havenmeester aan boord bij de Koninklijke bezoekers. liet doel van den tocht was, onder de groote spoor brug aan den Moerdijk door, langs de Nieuwe Merwede naar den kop van het Eiland te varen, ten einde aldaar de zalmvisscherij in werking te zien. Eén trek werd gedaan. Het bezoek duurde ongeveer een uur. Aan boord der „Portunus" werd een koude lunch gebruikt, waaraan de burgemeester, de havenmeester en een der directeuren der zalm visscherij, de heer De Jong, mede aanzaten Aan den kop van het eiland stonden de auto's wederom gereed om de gasten naar het Zwijndrechtsche veer tc brengen, waar zij ongeveer tc twee uur per extra-pont werden overgezet naar den Zwijndrechtschen kant om naar de residentie te vertrekken. De terugkeer aldaar geschiedde te 34 ure. De Nederlandsche officEeren in Epirus Van particuliere zijde meldt me» ons, dat de vreedzame toestand, te Koritza deor een lezer van 't N. v. d. D. afgeschilderd, wat erg in strijd is met een brief gedateerd den 9en April uit Koritza zelf, door een zeer betrouwbaar ingezetene verzonden. Hierin stond dat er tusschon 2 en 6 April zoowel binnen de stad als in de omgeving bloedig is gevochten en dat er zeer gevoelige verlie zen. zijn geleden aan beide kanten. Maar Skutari is Koritza niet, en bovendien liggen in eerstgenoemde plaats nog de internationale troepen onider Sir Philip. Dat in Skutari de toestand vreedzaam is, 'daaraan twijfelt hier niemand, althans geen onrustbarend bericht, wel het tegendeel is men hier ter oore gekomen. Ook van Eibassan en Argyrokaslro, waar de Grieken nog zitten, zijn de berichten nu niet koek en ei Trouwens de laatste pl'aats is nog in handen der Grieken, en >do toestand schijnt, doordat er meerdere vrijwilligers zich aanmelden voor de Ned. officieren, er nu niet zoo hopeloos uil le zien als in den beginne. Maar van terugtrekken en zich daardoor bla- meeren is geen sprake; ze handhaven zich of moeten zwichten voor overmacht in 't zui den. 't Is slechts de qu-aestie vie de meeste strijdkrachten er bezit. Maar de berichten uit brieven stemmen overeen met do telegram men, hier in de «bladen gepubliceerd, behal ve de Atheensche telegrammen. Wethouder-gemeen Iele ver a n- cier? Men schrijft uit Zandvoort aan hel llbld.: Een 10-tal ingezetenen heeft zich tol Ged. Staten van Noord-Holland gewend mei het verzoek den wethouder H. van der Werff vervallen te verklaren van het Raadslidmaat schap. Adr. schrijven, dat reeds in een besloten Raadsvergadering van 29 October 1913 een waarschuwing gericht is tot dezen weihou der, dat hij geen leveranties aan de gemeente mag doen. Deze waarschuwing heeft evenwel mets geholpen. Adressanten beweren, dat de heer H. van der Werff, brood geleverd heefl aan het Burgerlijk Armbestuur en aan do per sonen, dio tijdens de diphterie-epidemie in de gemeentebarak veipleegd werden, ou. adressanten deze klacht tot Gedep. Staten richtten, hebben ze den wethouder eerst in de gelegenheid gesteld als Raadslid te bedan ken. Maar deze is daarop niet ingegaan. Hij meent niet tegen de wet gezondigd te hebben. Zijn neef J. v. d. Werff Hz., drijft voor eigci rekening een zaak en levert aan de gemeente. Zelf bakt de heer v. d. Werff Hz. niet, maa. hij betrekt wel eens brood van do gebroeders J. v. tL Werff, waarvan hij, wethouder, fir mant is. Een filiaal van de zaak van gebroe ders v. d. Werff Is de zaak van J. v. d. Werff Hz. niet. Gedep. Staten hebben aan het gemeentebe stuur inlichtingen gevraagd. De Ro^terdamsche Raadhuis- bouw. Het grootste dleel van de zitliüng van •den Róllterdiaraschen gemeenteraad, werd gisteren in beslag genomen door debatten, naar aanleiding van de ingekomen adressen, in zake den raadihu-isbouw. De voorzatter van het iukomen dier adres sen mededeeling doende, voegde er bij, over tuigd te zijn, dat de Raad zou blijven staan aan de zijde van den bouwmeester, om met den heer Evers dit grootsclie wenk te helpen tot stand brengen. Hij stelde intussohen voor, de adressen eenigen tijd ter visie te leggen. De heer Visser stelde voor, ze eenvoudig voor notificatie aan te nemen. De heer Spiekman stelde voor de behan deling er van aan te houden. Dit laatste voorstel vond krachtige bestrij ding, omdat men daarin al reeds een wijfe- Ung zag. In stemming gebracht, wend het verwor pen met 32 tegen 9 stemmen. Behalve de so cialisten stemden vóór de heeren Mees, Ntemeijer, Van Aalten en Nolst Trenité. Daarna werd het voorstel vod den heer Visser met 33 legen 9 stemmen aangenomen en is do kwestie daarmede dus van de baan. De Palei s-R aadhuiskwestle in de residentie. Nader wordt hier omtrent gemeld: De N. V. Mij. Het Park Zorgvliet, heeft in een adres aan de regeering ter oplossing van het Haagsohe Paleis-raadhuis-vraag stuk in overweging gegeven om een nieuw koninklijk paleis te (bouwen aan een nieuw te maken verkeersweg, leidende van een hoofd'toegamg van het villapark Zorgvliet, bij de brug in de Groot-Hertoginnelaan naar de Kerkhoflaan. Met dezen nieuwen weg zou dan verkregen worden een diagonaalstraat van den Loosduinschenweg naar het Kur- haius. Het paleis zou dan volgens het in het adres ontworpen plan door een groot voor plein in den 'tramt van Soest dijk of Buckin gham, van dezen weg worden gescheiden. Verder stelt Zorgvliet zich voor op de ge- heelo strook, die na doortrekking van Kerk- hofi'aan en hoofdweg overblijft, twe»e andere monumentale gebouwen te bouwen, een con gresgebouw en de voorloopig in het Vredes paleis gehuisveste academie voor inter nationaal recht. Het rijk ka«n het aangeboden terrein in koop overnemen-. Dc maatschappij wil hét echter ook inruilen tegen het paleis aan het Noordeinde met den daar biji>ehoo renden tuin. De verkregen grond zou zij dan tót bouwblokken willen verkavelen. Ook wil zij aan do gemeente afstaan o«m bot raad huis te worden ingericht. Als derde mogelijkheid wordt nog iti het adres genoemd in den tuin een monumentaal gébouw te doen verrijzen, da/t de gemeente al naar zij wemseht als raadhuis of als muse um oï iets dergelijks zou kunnen gebruiken. Zedelijke Opvoeding. Te 's-Gra- venhage hiekt de vereeniging Zedelijke Op voeding een algemeene vergadering, under voorzitterschap van dr. W. Meijer. Deze herinnerde er aan, hoe in 1912 minis ter Regout kor tal weigerde subsidie te gevel. In de Kamer heeft de minister van Justitie den heer Van Hamei beloofd de vereeniging op gelijken voet als alle anderen te zullen be handelen. In beginsel heeft deze Renewing geen bezwaar voogdijkinderen, die haar zijn toegewezen, subsidie te verleenen, maar daar tegenover staun eenige hoogst zonderlinge restricties. De Regeering n.L wil de vereeni- ging geen Regceringskinderen toewijzen. Op die kinderen is de vereeniging nu wel niet bijzonder gesteld, maar toch is dit besluit in derdaad ongegrond. In de laatste missive van het Dep. is met zoovele woorden te kennen gegeven, dat in dien de vereeniging kinderen werden toege wezen op wier opvoeding in goedsdienstigen zin door ouders of voogden geen prijs werd gesteld, de Regeering verwachtte, dat daar voor zelfs niet een subsidie zou worden ge vraagd. Wat is bij'zulk een stemming van dit Ministerie nog te verwachten?. Intusschcn uijpt dc nood. De voorzitter deelde mede, dat de heer Dijk meende te moeten bedanken als penning meester en secretaris. Voorts heeft ook dr. Herman te Amsterdam bedankt als be stuurslid. Nog deelde de voorzitter mede, dat een wij ziging der statuten aan de Koningin is toe gezonden en onveranderd is goedgekeurd, lichter gaf de Regeering te kennen te ver wachten, dat door de vereeniging "een stwm zou worden gevraagd. Medegedeeld werd, dat reeds in één geval de vereeniging geen hulp voor een kind kon verleenen in verband met de houding der Re geering. Uit het jaarverslag blijkt, dat 1913 aan de vereeniging niet die uitbreiding van werk zaamheden heeft gebracht die men aanvan kelijk meende te moeten verwachten. Het ledental der Vereeniging nam in 1913 eenigszins toe; aan het einde van dat jaar be droeg het 58. Aan het veerslag van den penningmeester ontleenen we, dat de rekening sluit met een tekort van f 106. De pleegouders der kinderen geven alle re den tot tevredenheid. Tot bestuurslid werd gekozen de heer J. J. C. van Leeuwen van Duivenbode, te Den Haag. Het Nederlandsch Kanker! n- stituur. Het bestuur van de vereeniging „Het Nederl. Kankerinstituut" bericht, -dat he den de toezegging werd ontvangen van een gift, groot vijf en twintig duizend gulden. Het totaal aantal Inwoners van Bcrgcn-op« Zoom was 16,630, van Breda 27,446, van Hel mond 16,414, van 's Hertogenbosch 3f>,470t van Ooslerhout 12,956, van Princenhagq' 11,595, van Roosendaal 17,666, van Tilburf 54,641 en van Woensel 10320. Een buitenge won o vallcndf ster. Men schrijft uit Echt aan de Res. Bode^ „Wellicht acht u het hiervolgende bench', over eene buitengewone vallende ster do bc* langstelling van uwe lezers waard, vooral wanneer, zooais ik vermoed, het verschijnen dezer ster ook door anderen is waargenomen. Maandagavond wandelde schrijver dezes buiten, toen circa 5 min. overhaif negen plot seling zijne aandacht getrokken werd door ecu yaliende ster, welke in het slerrebecld do Wa terslang voor het oog zichtbaar werd cenige graden beneden de ster Alfard (a-llydrae). Zij was als eene ster van de eerste grootte en verrt spreidde een blauwachtig licht, terwijl zij er tevens uitzag alsof zij een dubbele ster was. Al aanstonds maakte zij mijne bijzondere bc-\ langstelling gaande wegens hare langzame en intermitteerende beweging, welke deed den ken aan een reusachtige spin, die door ceno onzichtbare draad aan den hemel verbonden met onregelmatige versnellingen en vertra gingen loodrecht naar don horizont neder- uaaide. Op een achttal graden daarboven maakte zij echter plotseling met haar oor spronkelijke baan een stompen hoek en even later wederom een stompen hoek, zoodat zj} ongeveer evenwijdig met den horizont in Zuid-westelijke richting zich bewoog naar liet' sterrebeeld Beker. Alvorens daar aan te ko- Bevolking van N.-Brabant Ap I Januajri 1914 bedroeg de bevolking van de provincie Noord-Brabant 328,572 mannen en 329,102 vrouwen, totaal 657,674. men keerde zij terug, steeg wederom een stuk en geraakte van de Waterslang in het Schip Argo, keerde wederom terug, bleef dalen en stijgen en beschreef daarbij allerlei kromme lijnen, herhaalde malen hare baan snijdende en hare bewegingen uitstrekkende over eene breedte yan meer dan 20 horizontale boog- graden. Toen zi] eindelijk op eenige graden vai\ den horizont gedaald en hare kleór allengs rood-achtig was geworden, verdween zij aan mijn oog, nog ettelijke seconden een zwak licht op de plaats waar zij gestaan had ach terlatende. Om te zien hoe lang het verscliijnsel ge-, duurd had, streek ik een lucifer aan en zoö kon ik op mijn horloge constateeren, dat dizc vallende ster volle drie kwartier noodig had. om hare baan tot aan den gezichtseinder af te leggen. Een minuut of 8 vóór haar verdwijnenj schoot nog een andere ster van uit het sterrc-r. beeld de Tweelingen naar den Eenhoorn en had daar nauwelijks eenige hondcrslen van eene seconde voor noodig." De inzender van dit bericht in de Res Bode mag worden gelukgeweuscht zoo merkt da N. R. Ct. op met de gave, die hij bezit een tijdsbepaling te maken „op eenige honderd< sten van een seconde" nauwkeurig! Overig. behoeft hij zich niet te verbazen over het feit* dat de vallende ster uit de Tweelingen weert zoo snel van het uitspansel verdween; zij wa£ niet, als de andero.... aan den staart vaiy een vlieger gehecht. Voor 124 cent om de werteldl Den 9en Januari zond eten handelaar te Arn hem eon brief aan oen mevrouw te B-emtekonj welke brief hij den 12en April als onbestelbaar Robert Schumann. Scenen bus Goethe's Faust. Het is zeker niet te verwonderen, dat de zoo rijke slof van Goethe's «machtige schep ping, de hausl-tragedie, nienigen componist heeft verlokt om in tonen weer te geven, wat de dacbier in verzen had gemaaid. Het reus achtige wenk dn zijn geheel muzikaal te illusrtreoren is natuurlijk ondoenlijk en de toondichtere hebben er zich dan ook toe be paald enkele fragmenten, die hen het meest aantrokken, te (bewerken. Richard Wagner in zijne Faustouverture en Franz Liszt in zijne Fausteymphonie hebben slechts in groo te trekken an symphonischen vorm den die pen inhoud der tragedie trachten weer te ge ven, en vooral laatstgenoemde is er. in ge slaagd de drie hoofdfiguren uit het werk: Faust, Gretchen en Mepkisio op voortreffe lijke wijze uit te beelden. Slechts in het voor bijgaan vermelden we even, dat de Fransche componist Gharles Gounod naar aanleiding van Goethe's Faust eene opera heeft gecom poneerd, daar dit werk, met hoeveel talent ook ontworpen en zonder twijfel van groot muzikaal gehalte, toch eigenlijk niet veel ge meen heeft met hel machtige poëem van den dichter. Van geheel anderen aard is hetgeen Gounod's geniale landgenoot, Hector Berlioz, naar aanleiding van Goethe's meesterwerk heeft gecomponeerd, ml het oratorium „La Damnation de Faust?'; hoewel ocxk hij aan- (rfeulijjk van het oorsprookedijike wenk is af geweken en de vertaling van den Franschen dichter Génard de Nerval aanvulde met door hem 2-elf gedichten tekst, zoo moet men toch erkennen, dat zijne muziek nauw aansluit bij d«n geest der tragedie. Berlioz heeft zich echter, evenals Gounod, in hoofdzaak be paald tol hel eerste gedeelte van den Faust, zoodat zijne compositie dan ook een sterk uitgesproken dramatisch karakter heeft. Robert Schumann, earner, binder dramatisch maar meer lyrisch aangelegd (zooals men weet is zijn eenige opera Genoveva vrijwel eene mislukking geweest), voelde zich meer aangetrokken tot hert tweede gedeelte, waarin lyriek, mystiek en philosophie voortdurend aan het woord zijn. Van de 3 afdeelingen, waaruit zijne Faust-scènen beslaan, heeft hij voor de eerste de stof ontleend aan het eerste deel der tragedie, de beide laatste geven uit sluitend scènes uirt het tweede, diepzinnige gedeelte van het werk van den dichter. Wat onmiddellijk in het oog springt, als men het tekstboekje Leest van Schumann's Faustscènen, is dat de componist op kleine afwijkingen na, geheel getrouw is gebleven aan het oor spronkelijke gedicht. Ongetwijfeld is dit een groot voordeel en moeten we den componist dankbaar zijn, dat hij ons het werk van don grooten meester onrverminkt heeft trachten weer te geven, maar aan den anderen kant heefl dat ook zijne bezwaren meegebracht. Niet te ontkennen valt het tooh, dat er in de van schoonheden overvloeiende compositie ook zeer matte deelen aan te wijzen zijn, een gevolg daarvan, dat de hier en daar zeer be spiegelende tekst zich moeielijk in de taal der tonen liet uitdrukken. Het i!s zeker wel van eenig belang te we ten, -dat Schumann volstrekt niet bedoeld heeft zijne Faust-scènen ate een aaneengeslo ten geheel te .gevenhij heeft zich daarvoor eens uitdrukkelijk uitgesproken, door te zeg gen dat men zijne Faust muziek „nicht an einom Abend hintereinandcr worde auf* fubren könucn, wcdl darin zu viel Groszes und Kolossale^ nebeneinander gestelüt sei; hichstens mal als Kuriositat möchte es ge- schchen dürfen." Jarenlang is hij met het oomponeeren van zijne Fausüscènen bezig ge weest; in den zomer van 1844 begon hij te Dresden met het slot der tragedie, Faust's verheerlijking, terwijl hij eerst in Augustus 1853 de laatste hand legde aan de ouverture- In de daar tusschen liggende jaren ontston den de verschillende scènes, maar volstrekt niet in de volgorde waarin zij in de tragedie voorkomen. De Ouverture had don componist zeer groorte moeilijkheden opgeleverd, -daar hij rich de moeilijkheid niet ontveinsde in een instru mentale inleiding het beeld te schetsen van den held der tragedie. Toch is hij er wel in geslaagd ons enkele trékken van de zoo ge compliceerde natuur van Faust weer te ge ven. In de eerste maten dor ouverture mee- n en we te hoor en hoe de „übereludierte Doctor" toornig zijn «foliant dichtslaat, waar in «hij tevergeefs naair de oplossing van het levensraadsel heeft gezocht, en dan de scho lastiek den rug toekeert om het volle, rijke mensohenleven in te gaan. Daarna brengt de componist ons iai een liefelijk tweede thema klaarblijkelijk het beeld van Gretchen. Slechts kort duurt de vervoering Yan Faust bij het zien van dat sohoone beeddi/wijfelauoht en levensmoeheid komen weer boven en voeren terug tort het eerste «thema van de ouverture, dat eïudeiijk overgaat in een zeer schoon slot, ons Faust's veiheerlijiking ab eene apo theose schilderend. L Uit het eerste deel der tragedie koos Schumann in de eerste plaats het laatste deel van dé duin scènein een bekoorlijk duet tea- kenrt de toondichter ons hier de beide hoofd figuren, de onstuimige, naar liefde dorstende Fausl, en het eenvoudige, onschuldige burger meisje, dat het bloeraenorakel raadpleegt en eindelijk in een jubelend „Er liebt mich" uitbreekt. Schitterend is bij dit duet ook de orkestrale begeleiding, waarin we van tijd tot tijid het angstige «kloppen van Gretchen's hart kunnen hooren. Het «tweede tooneel der 1ste afdeeling schil dert ons Gretchen neergeknield voor het beeld der Mater dolorosa, waar zij in innig aandoenlijke strofen uiting geeft aan haar giroote wanhoop en kommer. Ook hier is de begeleiding van zeer groote beteekenis, waar zij ons nu eens een roerend tranenmotief, dan weer een hartstochtelijk smartmotief doet hooren. Wilt schreeuwt eindelijk Gretchen hare smart uit in den angstkreet: „Hilf! rette mioh von Schmaioh und Tod''daarna keert weer kaïmte en berusting in haar ge folterd hart «terug en 'klaagt ze nog eenmaal zacht en vol diepe bekommering haren nood aan de moeder Gods„Ach neige Du Schmer- zensreiche, Dein Antlitz gnadig meiner Not!" Het derde tooneel der eerste afdeeling is de „Scène im Dom", eene zeer indrukwekkende muzikale schildering. Hier treedt voor de eerste maal het koor op, dat in forsche klan ken zingt van de verschrikkingen van den dag des oordeels (Dies irae); tfusschen het koorgezang door klinkt demonisch de stem van den boozen geest, Gretchen's diepst ver borgene gedachten meedoogenloos openba rende en haar daarmede kwellende en tot vertwijfeling brengende. Treffend wordt ook hier weer de angst en radeloosheid van Gret chen in de begeleiding geschilderd. IIL De tweede afdeeuug begint met den aan vang van het tweede deel der Tragedie, waar Faust, door zelfverwijt diep geschokt, na het tragische tooneel in de gevangenis (niet door Schumann bewerkt) door Ariel en zijne luchtgeesten verpleegd en genezen wordt. Na eene korte, instrumentale inleiding, die ons de liefelijk vreedzame stemming van een avondlandschap brengt, volgt een solo van Ariel, waarin hij de luchtgeesten bevelen geeft ten behoeve van Faust. Zij geven daaraan go- hoor en uiten dat In vier achtereenvolgend! strofen (solostemmen en koor), waarin FausJ eerst de zoo noodige slaap wordt gegeven daarna hem het zelfverwijt wordt ontnomen en rust wordt geschonken met vergetelheid voor zijme vroegere levensdaden, tot hij ein delijk in de vierde strofe wordt opgeroepen uirt den slaap en bezield met nieuwe levens lust en kracht Een nieuwe dag breekt aanj met bazuingeschal en trompettenklank wordt het opgaan der zon aangekondigd. Faust ont waakt, verjongd en gesterkt, en uit zij na levensvreugde in krachtige, mannelijke lonen („Des Lebens Pulse scliiagen frisch lebendrg'") De tweede scene dezer afdeeling vormt cent machtige tegenstelling met de voorafgaande, Is middernacht. Sombere, geheimzinnige, spookachtige klanken doen zich hooren. Ach tereenvolgens treden dan „die vier grauen Weiher" op: Zorg, Nood, Schuld en Gebrek, die zich dringende doen hooren voor het pa leis waaa- Faust woont als machtig gebieder van het land, dart hij door zijne energie aan de zee heeft ontrukt. Maar te vergeefs drei gen ze hem met zijn naderenden dood, zelfs de Zorg slaagt er niert in hem vrees aan f jagen; Fau6t weet zioh aan haar invloed te ontrukken, waarover zij echter wraak neemt door zich van hare demonische macht te be-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5