DE E EM LAN DER".
Donderdag 30 April 1914
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HEILIG MOETEN,
N°. 257
12d* Jaargang.
hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Jf
Uitgevers: VALKHOFF C«k
ABONNEMENTSPRIJS:
ifti 8 maanden voor Amersfoort f
Idem franco per po9t 1*50«
Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - O.ÏO,
Afzonderlijke nummers A A"
c ttezo Courant vertohlJnt dagelijks, behalve op
Feestdagen.
0.05-
Zon* en
Advertentiön geüeve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 rogelsf 0.50,
Elke regel meor«0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents btf vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron ia dit Blad, bij abonnement.
Eono oirculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
l Nabetrachting over den
Gemeenteraad.
(Beu interessante raadszitting met een pak-
kem> slot, hebben we Dinsdagavond gehad.
Een schijnbaar onschuldige agenda, waaraan
nog maar even 5 punten werden toegevoegd,
.welke niet al te best te volgen waren. Vooral
hei punt in zake de schoolgeldheffing ging er
door, zonder dat mogelijk iemand iets van de
aangebrachte wijzigingen begreep. Den heer
Jorissen ontlokte dit dan ook de opmerking:
,,'t is zoo duidelijk als koek." „Niettemin, de
herren vonden het goed, dus... het zal wel
goed zijn.
Schermutselingen kregen we bij het voorstel
van B. en W. tot onbewoonbaarverklaring van
het perceel Weversingel 23. De Commissie uit
den Raad, bestaande uit de heeren Kroes,
van Achterbergh en Tromp van Ilolst, had
het perceel in dusdanigen staat gevonden, dat
zij geen vrijheid vond tot onbewoonbaar ver
klaring, daar door het aanbrengen van
eenige verbeteringen nog wel wal te verhel
pon viel. Naar de voorzitter meedeelde, had
de eigenaar na het adres van de gezondheids
ei i: missie, spoedig eenige verbeteringen laten
aanbrengen, vandaar dat de Raadscommissie
een zooveel gunstiger indruk kreeg. We moe
ien echter aannemen, dat de Commissie zich
niet door den schijn zal hebben laten verblin
den en dat ze wel degelijk onderzocht zal
hebben, of de noodig geachte verbeteringen,
ook bet gewciïschte resultaat zullen hebben.
En in dat geval voelen we meer voor het
standpunt van de Commissie dan van B.
en W.
Eigenaardige argumenten kwamen van de
het ren Jorisscn en Leinweber. De eerste wilde
niel onbeleefd zijn tegenover de Raadscom
missie. De Burgemeester wees hem er ter
stond op, dat het College van B. en W. ook
voor meerderheid uit raadsleden bestond.
Nu is beleefdheid een heel goed iets, zelfs
voor een raadslid, maar als men uit beleefd
heid alles maar zou accepteeren, wat een door
den Raad ingestelde Commissie voorstelt,
zouden wc toch eigenaardige toestanden krij
gen. Geen wonder dan ook, dat de voorzitter
Set als absoluut niet ter zake dienende
terug wees.
De heer Leinweber kwam eveneens met een
wel wat benepen argument. De menschen
kunnen toch geen woning vinden, zei hij, dan
moeten we later toch den termijn weer ver
lengen. Momenteel lean dit eenige waarde
hebben voor den buitenstaander, maar voor
de uitvoering van de Woningwet wordt toch
een beetje ruimer blik vereischt. Deden der
gelijke argumenten opgeld, dan vreezen wij,
dat de Jbeele Woningwet spoedig buiten wer
king kon worden gesteld.
Ondertusschen, het voorstel, van B» en W.
werd verworpen, zoodat thans de noodig ge
achte verbeteringen kunnen gevraagd wor
den.
Ook bij het voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot opname van eigendommen in
het grondbedrijf en tot vaststelling van de
schuld welke ter zake Yan deze eigendommen
op de Gemeente rust, kwamen de tongen los.
Hebben we den heer v. Achterbergh goed
begrepen, dan brengen de taxateurs sommige
gronden veel te laag in. Krijgen we nu over
5 jaar taxateurs met een meer modernen kijk,
die ook rekening houden met mogelijke waar
devermeerdering en wat verder kijken dan
hun neus lang is, dan zulle» diezelfde gron
den yeel hooger worden geschat. Op do
balans zal dat niet waardig staan, maar die
balans is dan zeer geflatteerd, door de te lage
schatting van thans. B. en W. waren het wel
eens mei den heer v. Achterbergh, maar we
moeten vertrouwen stellen in de taxateurs, die
den Raad niet naar de oogen behoeven te
zien. Zeer juist! Die menschen moeten zoo
onafhankelijk mogelijk staan. Maar moet de
Raad nu wel die taxateurs naar de oogen
zien? Zijn die heeren onfeilbaar, zoodat de
Raad maar moet slikken wat zij zeggen? Wij
gelooven het niet en begrijpen niet, waarom
op het voorstel van den heer v. Achter
bergh om over te gaan tot hertaxatie niet
werd ingegaan.
Een discussie, die stond 111 het te eken der
bekeeringen, kregen we bij punt 10. De Twent-
sche fabrikant Menko heeft langs de H. S. M.-
lijn bij Birkhoven een stuk grond gekocht van
de familie Hamers, blijkbaar om daar een
textielfabriek te vestigen. Nu wil hij van dc
Gemeente ook nog grond hebben, 't liefst voor
niets, zei de Burgemeester, dus veel .zal hij
er wel niet voor willen betalen. Maar nu
kwam de principieele kwestie, of bij de ter
reinen, die uitsluitend voor villabouw* zijn be
stemd, ook gronden zullen worden afgestaan
voor industriêele doeleinden.
Bij den aankoop der gronden van mevr.
Roos—Vlasman, was een sterke oppositie in
en buiten den Raad, tegen het leggen van een
dergelijk servituut op die gronden. De
industrie moest worden aangewakkerd enz.
enz. Dc heer v. Achterbergh zal zich dat
wel herinneren.
Maar zooals het met ons heele grondbedrijf
gaat, langzamerhand komt het er bij de men
schen in. Voor een paar jaar stond de heele
gemeente op stelten om den grondaankoop en
nu vindt niemand het meer verkeerd, zelfs
wordt het nu betreurd, dat Nimmerdor niet
is in het bezit der gemeente gekomen. Zoo
verandert ook de mecning ten opzichte van
speciale punten. En de heer v. Achterbergh
zei: geen fabrieken daar, het zal schade doen
aan onze wandelplaats en het algemeen be
lang daarvan moet het zwaarst wegen. Be
keerling No. 1!
De heer v. d. Wal had in de Financiêele
Commissie voor beschikbaarstelling gestemd,
maar bij nader inzien en na al hel gehoorde
enz. enz.
Bekeerling No. 2J
De benoeming van eon Hoofdopzichter en de
vaststelling van diens tractement, ging ook al
niet gesmeerd.
De heer Wolterbeek wees er op, dat hier al
weer stadgenooten worden gepasseerd. De
heer van Achterbergh dikte dit nog wat aan,
en wees er op, dat het telkens voorschuiven
van vreemde krachten, een moreele dood is
voor de gemeente-ambtenaren. Over deze
kwestie zou heel wat to zeggen zijn, maar de
Weth. van Openb. Werken sneed deze discus
sie voldoende af, daar geen der Amersf.-amb-
tcnaren had gesolliciteerd.
Het vreemde bij dit punt was o. i. echter
dit; De heer v. d. Hooff had een maximum
tractement van f 1400 en vrij wonen, zijn op
volger krijgt een minimum tractement van
f 1700 en 3 verhoogingen van f, 100. Nu kan
de heer v. Esveld zeggen, de vrije "woning
kunnen we rekenen *op f 250 en dan is het
verschil.maar f 50, maar dan is hel reken
sommetje toch foutief, zooals voldoende blijkt.
B. en W. motiveeren deze handelwijs, door
er op te wijzen, dat zij de hand konden leg
gen op zoo'n uitstekend ambtenaar. Dat wordt
een geliefdkoosde uitdrukking bij B. en W. en
de toekomst is niet verre meer, dat we alleen
uitstekende ambtenaren hebben. Prachtig,
nietwaar! Maar toch gelooven we niet, dat
dat telken» opleggen van het tractement ge-
wcnscht is. In een gemeontehuishouding moet
voor alles en in alles regel en orde heerschen.
Wordt maar telkens afgeweken van bestaan
de regelingen, dan krijgen we ten slotte een
onhoudbaren toestand. Het is niet alleen
onaangenaam voor den ambtenaar die heen
ging, dat zijn opvolger dadelijk eenige hon
derden guldens meer krijgt, maai' het werkt
deprimeerend op het geheele ambtenaars
corps en schept een. geest van ontevredenheid,
die niet te licht mag geschat worden.
Voor het pakkend slot zorgde de Voorzit
ter. De heer Leinweber, hij moge dan lid van
den Raad zijn, behoort tot dat slag van men
schen, die men wel eens „kleine menschen"
noemt. Ze missen den ruimen gezichtskring
om een onbevangen oordeel te bezitten, en
zoeken meer hun kracht in pietluttigheden en
commérage. Om zich nu te wreken over een
onaangenaamheid, die de gemeente-architect
hem zeer ten onrechte heeft bezorgd, is dc
heer Leinweber gaan vertellen, dat er spoedig
wel weer een hoofdambtenaar zou ontslagen
worden om blijkbaar minder aangename
redenen. Hij heeft geen naam genoemd, maar
wien hij bedoelde was duidelijk. Dat is geen
mannenwerk, en vooral een lid van den
Raad moest zich niet blameeren door zoo iets
te doem
De Voorzitter, uiterlijk kalm, nagelde de
onverdedigbare houding van den heer L. vast
en vond daarbij gelegenheid te doen uitko
men, dat van het geheele praatje absoluut
niets waar was.
Nu had de heer Leinweber, gedachtig aan
het „het boetekleed ontsierd den man niet"
zich groot kunnen houden en zijn excuses
kunnen aanbieden. Maar neen, hij trachtte
zich te verdedigen cn maakte daardoor een
nog pooverder figuur.
We wisten niet, dat do logica den heer
Leinweber dermate vreemd was, als Dinsdag
avond is gebleken.
Do Voorzitter had hem niet al to scherp
aangepakt, maar de verdediging, als we het
zoo mogen noemen, van den heer Leinweber,
deed onwillekeurig het beeld van den school
jongen opkomen, die gestraft wordt voor zijn
babbelen, en als gewoonlijk anderen in zijn
sLraf zoekt te betrekken. De heer L. meent
toch niet, dat hij mag zondigen, omdat
anderen het ook gedaan hebben?
Hopen we, dat hel een goede les voor hem
zal zijn, zijn aanzien als „Edelachtbare" kan
in de toekomst dan misschien nog een beetje
rijzen.
Door den heer v. Achterbergh werd aan
geboden een rapport saam te stellen over de
reorganisatie bij publieke werken. De heer
Oosterveen bracht dit belanglooze aanbod nog
wat naar voren en moedigde den Wethouder
van O. W. aan het te accepteeren. Maar dit
geschiedde niet, er werd niets op gezegd.
Niet erg beleefd tegenover een Raadslid,
zou de heer Jorissei\ zeggen.
H. v. V.
Politiek Overzicht.
De Vereenigde Staten
en Hlexico.
Het feit, dat de republieken Yan Zuid-Ame
rika hunne goede diensten hebben aangebo
den, om den ernstigeu strijd tusschen de
Noord-Amerikaarische Unie en Mexico, den
grootst on van de Midden-Ainerikaansche sta
ten, lot een goed einde te brengen, verdient
in hooge mate de aandacht. Reeds op zich
zelf, afgescheiden van de vraag of het doel,
dat mei dit aanibod wordt beoogd, zal wor
den bereikt. Het aanbod vindt zijne verkla
ring in de stemming, waarmee het gewapend
optreden van de Unie in Mexico is ontvangen
in Midden- eai Zudd-Ameria. Het latijnsche
Amerika voelt rich van de Rio Grande tot
kaap Hoorn één in ras, taal en godsdienst
tegenover de Noord-Amerikanenhet heeft
het optreden van president Wilson ais een
aanval tegen een lid van de gemeenschap ge
voeld.
Nu hoeft het groote ZuLd-Amcrikaansoiit
A iB C Argentinië, Brazilië en Clriti
zijne goede diensten aangeboden, en »age<
noeg alle andere staten van Zuid- en Midden-
Amerika hebben hunne adhesie daaraan gc-
schonen. Dat beteekent in de eerste plaat»,
dat de pogingen om eenc goede verstand
houding tussohen de drie staten te verkrijgen
met succes zijn bekroond. Argentinië, Brazilië
en Chili worden door gemeenschap van be
langen tot elkaar gebracht. Zij koesleren allen
drie den wensoh, tegen hel streven van dc
Unie om haren invloed over het geheele
nieuwe halfrond le doen gelden, een lastba
ren breidel over te stellen. Dikwijls heeft
Noord-Amerika rich in Midden- en Zuid-
AmerLkaafnsche geschillen gemengd, soms
dreigend, soms ook in de hoedanigheid van
een vaderlijk vermanenden vriend. De Zuid-
Amerikanen voelden zich min of meer onder
de ourateele van de Noord-Amerikanen, ecu
gevool dat grootcn weerzin bij .'.en verwekte.
Eene federatieve aaneensluiting van dc Zuid-
Amerikaansche republieken is reeds een oud
politiek denkbeeld. Simon Bolivar, de groolo
bevrijder, wilde niet alleen dc vijf stalen,
waaruit hij dc Spanjaarden heeft helpen ver
drijven, tot elkaar brengen, maar hij dacht
ook aan de oprichting van eene algemecne
Zni id-Am e rika a usolie federatie. Eene duur
zame vereeniging leed echter schipbreuk op
de onderlinge riivali/left van de in wording
zijnde staten. Grensgeschillen hebben zich lot
voor korte jaren voorgedaan. Maar gaande
weg is de venhoudling tusschcn hen vriend-
schappelijker geworden. De oude naijver, die
meermalen in eene oorlogsstemming ont
aardde, heeft voor eene vertrouwelijke ver
houding plaats gemaakt.
De goede uitwerking daarvan is thans aan
den dag gekomen. Het is tot heden nog niet
voorgekomen, dat Zuid-Amerika op de ge
dachte is gekomen, bij conflicten, (lie do
groote Noord-Amerikaansche Unie had met
andere staten, zijne stem le laten hooren. Nu
hebben de drie voornaamste staten van Zuid-
Amerika zioh aaneengesloten l i een gewich
tige diplomatieke handeling. Hot is Yoor dc
eerste maal, dat zij zich op deze wijze naar
buiten doen gelden, en hun optreden vindt
in de andere staten van Zuid- cn Midden-
Amerika een sympathieken weerklank. Zij
treden op met vriendschappelijke bedoeling
en in een vorm, die geen aanstoot kan geven;
maar terwijl tot dusver Noord-Amerika d«
tuchtmeester van hot zuiden, was, komt nt
Zuid-Amerika zelfstandig te voorschijn cn
biedt zijne goede diensten aan, om het noor
den uit een moeiolijk geval te redden. Daar
door wordt tusschen Noord en Zuid een mo«
reel evenwicht verkregen, dal tot dusver ont
brak. Dat is op zich zelf eene zaak van bc-
teekenis, afgescheiden van de vraag, wal uit
de bemiddeling zal voortkomen, die door de
Vereenigde Staten cn Mexico beiden in begin»
sel is aangenomen.
Uuttschland»
Herlijn, 29 A; ril. in de begrooling!
commissie van den rijksdag zijn de uitzetting
van vreemdelingen uil de Duilscbe bondssta
ten en de befhandeling van Duilsche burgers in
het buitenland ter sprake gebracht. In hel bij
zonder gaf de staatssecretaris een overzicht
van den toestand in Mexico. De Uiouding van
Wie rich zelf niets vergeeft, dien zal door
-icren veel vergeven worden.
DOOft
Mrs. LITTLE (Zuster Snöfiinga.)
Vertaald door
M. MIDDELKOOP.
Bijna iederen dag hebben er groote mili
taire begrafenissen plaats, die zeer aangrijpend
zijn. Gisteren werden twee eii twintig otJicie-
iv.i tegelijk begraven en de heele school stond
meer dan een uur in de straat opgesteld om
ha.a de laatste eer te hewijzon. De stoet was
h .ri indrukwekkend met de Boeddhapriesters
in hun schitterende gewaden en de rouwdra
gende» in wit of lichtblauw. Eerst kwam een
vierkante kist met de asch der gestorvere,
(Lm z'n paard eu daarna koelies met kleine
boompjes oin op hel graf te planten. Dan
volgde een beeltenis van den overledene en
z n zwaard of mantel. Daarna kwamen de
gladgeschoren priesters in prachtige kleede-
run en tenslotte de rouwdragenden, kleine
blaadjes met rijstkoeken dragende om op hel
graf te zetten. Do vrouwen, moeders en doch-
ifcivs roeten in junrikishas; .dt-efmoeddg, mei ge
bouwen handen en neergeslagen oogen. Zulke
Kalme, berustende gezichten had ik nog nooit
gezien; verscheideneu waren bleek en ver
wrongen door smart,maar toch volkomen
ouder bedwang. Slechts een van hen gaf zicli
aan haar smart over een gebogen, oude
vrouw, met korlgesneden, grijs haar, bedekte
het gelaat met beide handen. Zij had twee
zonen in één slag verloren en de smartkreet
die uit haar ziel opsteeg, was sterker dan
alle voorschriften van haar religie.
Hiroshima, December 1904.
Herinner je je nog dat gezegde van een Ier:
dat het leven heel genoegeiijk kon zijn als
we niet te veel om ons pleizier dach'cn.
Zio je, ik zou het nu heel goed kunnen stellen
in Japan als de gedachte aan al die vroolijko
Kerstfeesten me niet dwars zat. Dan grijpt
zoo'n hevig verlangen, naar al m'n dierbaren
en naar 'n Christenland me aan, dat ik sidder
als 'n naald in de nabijheid van een magneet.
Maar volgend jaar Kerstfeest! Alleen de ge
dachte er aan doet me 'n luchtsprong maken.
De school van 't leven is nooit gemakkelijk,
maar als een zwakke zuster, zooals ik, nog
drie graden te hoog gezet wordt dan ze be
hoort, is het meer dan moeilijk. Ik geef echter
niet om den strijd of het verdriet, als ik maar
iets goeds tot stand heb gebracht
Toen ik hier kwam waren er twee bewaar
scholen, nu zijn er negen behalve de groote
opleidings-klasse voor kweekelingen. Iedei
ander zou natuurlijk evenveel voor dezer ar
beid hebben kunnen doen als ik; maar dit is
zeker, dat de arbeid niet voor ieder geweest
zou zijn, wat hij voor mij was.
Uiterlijk ben ik nog dezelfde wervelvriend
als vroeger, maar van binnen ls het geheel
veranderd hij me, kameraad, daar kun je op
vertrouwen!
Ik begin de klappen die het leven uitdeelt
op dezelfde manier«tc beschouwen als vioegcr
hel branden van m'n haar met 'n heet fnseer-
ijzer hel Lrok en brandde wel eens, maar
daar gaf ik niet om, als 'l me maar mooier
maakte. Zoo beschouw ik nu m'n kruis als 'n
soort frisoer-ijzer voor m'n karakter.
Jc plotseling besluit om je reis naar Europa
dit voorjaar op te geven doet ;ne allerlei gis
singen maken. Ik kan niet begrijpen, wat je
zoo geheel van voornemen heeft doen veran
deren, na ai je plannen en droomen. En nu
schijn je er niets meer om te geven! Zie eens
hier, kindlief, ik verlang een uitvoerig ver
slag van je. Jij hebt ai de hoekjes van m'n
vertrouwen ten binnenste builen gekeerd,
waar blijf je nu met 't jouwe? Ileb je soms
n levendoel gevonden? Ga je operazangeres
worden? of wil je redevoeringen ten behoeve
van 'fc Afschaffers-genootschap gaan houden?
Jij bent zoo verschrikkelijk braaf, dat ik op 'i
ergste voorbereid ben.
Ik zou willen, dat 't nu eindelijk eens op
hield met regenen. Rondom de bergen hangt
een dikke, grauwe mist en liet tik, tik, tik van
den regen is nu juist geen opvroolijkend ge
luid. Ik doe m'n best het liier binnen zoo be-
hagelijk mogelijk te maken. Ik heb een flink
vuur in den haard aangelegd en in m'n hart
alle lichtjes opgestoken om wierook te bran
den voor de liefde die voorbijging en die
bleef.
Na de koffie hield de regen een poosje op
en ik vloog naar buiten. Den heelen morgen
had ik in „A Christmas Carol" ritten lezen,
waardoor zooveel herinneringen aan thuis
bij mij boven gekomen waren, dat ik me ta
melijk miserabel voelde. M'n wandeling deed
me ontzaglijk veel goed. 'n Kaalhooidige.
oude man zonder tanden, hield me aan en
vroeg waar ik vandaan kwam. Toen ik 't hem
vertelde vond hij 't hoogst wonderbaarlijk en
wenschte me verder veel pleizier toe. Een
vrouw met een kind op den rug kwam naar
buiten en vroeg of het kleintje mijn haar eens
zien mocht, 'n Half dozijn kinderen en twee
honden volgden me vooridurend en een oude
man en vrouw die tegen een put leunden,
lachten hardop, omdat buitenlanders er zoo
grappig uitzagen.
Indien iemand soms denkt, zich recht goed
aan z'n neerslachtigheid le kunnen overgeven
als hij een wandeling maakt in Japan, be
driegt hij zich hevig, ik vertrok in een stern-
min" van 'n Napoleon op St. Helena tn ik
kwam opgemonterd, met razende honger
thuis.
Ik heb dezen winter ook geprobeerd poëzie
te lezen, maar ik maak er weinig vorderingen
in. Ik ben bang, dat het komt doordal ik te
dik word; ik heb maar één dik raensch ge
iend, die veel van gedichten hield en die
haakte anli-macassers.
O, ja zeg, ik heb ook breien geleerd. Het ge
beurt zoo dikwijls, zie je, dat ik voor bemin
nelijke gastvrouw moet spelen, terwijl het
binnen in me kookt als 'n vulkaan, dal ik be
sloot iets ter hand te nemen waaraan ik dan
m'n onru9t kon meededen. Het is werkelijk
onbegrijpelijk hoeveel slecht humeur men in
een kous kan breien.
Kyoto, December 1904.
Je verwondering kan niet grootcr zijn dan
dc mijne, vanuit Kyoto een brief van me tc
ontvangen. Een van de onderwijzeressen hier,
'n groote, nobele vrouw, die wist hoe 'k me
voor dc zieke soldaten interesseerde, vroeg
me, of ik lust had een week mee te gaan om
de Roode-Kruiszusters te helpen. Zes dagen
lang hebben we nu al de treinen opgewacht
en wanne Ihee en boeken uitgedeeld aan de
mannen die naar 't slagveld gaan of vandaar
terugkomen. Wij arbeiden zij aan zij met
Boeddha-priesters, dames van stand en koe
lies om in de vijftien minuten, dat de trein stil
staat, tusschen de één tot vierhonderd man
schappen te bedienen. Nooit heb je zoo'n ge
drang gezien, iedereen werkt dan als bezeten
en het woeste Banzai-geroep der soldaten,
zoodra zij de thee gewaar worden, toont ons
hoezeer ze op prijs wordt gesteld.
Maar de tooneelen die men soms ziel zijn
werkelijk hartverscheurend, ik heb al zooveel
mcuschen afscheid zien nemen en hcengaaii
dat 't me nu niet meer zoo aangrijpt.
Een der mannen met wieu k even sprak,
ging voor de vierde maal weg, telkens weef
gewond naar huis gestuurd zijnde. Z'n vrouw
wendde geen oog van hem af tot de trein weg
reed en de glimlach, waarmee rij hein liec
heentrekken, was hartroerender dan alle tra
nen die ik ooit heb zien 9lorlcn.
Ook is het aangrijpend tc zien hoe een oude
man en vrouw, nu vier dagen lang, iederen
trein hebben opgewacht om liun eenigen zoon
vaarwel tc zeggen. Zij zijn zoo zwak dat men
hen de treden op en af moet helpen en fhlcens
als een trein komt en gaat, en liun zo on is er
niet in, sukkelen zij hand in band naar do
straat terug om daar in 'n hoekje verder te
wachten.
In de eene richting vertrekken de lieinen
met de soldalen die naar 'L slagveld gaan4
voor 't mecrendcel jongelui vol geestduft en
moed, cn naar den anderen kant gaan de trci-
neu veel talrijker, zwijgend, de dooden en ge
wonden wegvoerend.
Overdag wachten wc vijf treinen op en écn
's nachts om twee uur. Ik ben in den tusschen-
tijd zoover gekomen dat ik zittend op n hou
ten bank kan slapen. Die dappere, kleine Ja-
pansclie vrouwtjes hebben dat al vanaf be
ei„ van den oorlog gedaan^