Vrijdag 8 Mei 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LUTTn.
12u* Jaargang.
Bureau» UTREC HTSCH EST RAAT 1.
Kennisgeving.
Politiek Overzicht
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- eo
Feestdagen.
Advertentiön geneva men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Elke rogel moer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijt bostaan zeor voordoolige bepalingen
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement
Eeno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort,
Brengen ter algemeene kennis, dat de gewone
Jaurlijksche collecte ten behoeve van het
Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van
oen gewapenden dienst in de Nederlanden, langs
de huizen der ingezetenen zal plaats hebben op
14, 15 en 16 Mei 1914, telkens des voormiddags
ten 9£ ure.
Zij wenschen deze ten dringendste in de be
langstelling der ingezetenen van allen rang en
sitnd aan te bevelen.
Men vergete niet, dat tengevolge der Expe-
d tien in onze Oost-Indische Bezittingen, het
g -ial van hen, die op onderscheidene wijze aan
spraak hebben op ondersteuning, steeds weder
toeneemt en vermoedelijk zal blijven toenemen.
Bij het op zich zelf verblijdend verschijnsel,
in de laatste jaren alom in den lande waarge
nomen, eener toenemende belangstelling in alles
wat de verdediging des Vaderlands betreft, ver
trouwen Burgemeester en Wethouders, dat de
opbrengst dezer Collecte zal bewijzen, dat men
ook meer dan tot dusverre belang stelt in het
lot van den verminkten en hulpbehoevenden oud
soldaat Moge toch hun, die hun leven veil heb
ben voor het Vaderland, de overtuiging worden
geschonken, dat het Vaderland niet ondankbaar
is, en alzoo de in te zamelen giften er toe bij
dragen, om aan meerdere Oud-strijders, die
daarop aanspraak hebben, eene tegemoetkoming
te verstrekken ter verlichting der zorgen van den
ouden dag.
Amersfoort, den 6den Mei 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK.
De ioonen der gemeente*
werklieden.
'n Belangrijk stuk werk is weder van
het Stadhuis afgekomen. Gisteren bobben wij
het in het Dagblad gepubliceerd en .uilen
al niet alle lezers don moed gehad hehben
het lange stuk door te zien, de (belangstellen
den en vooral de belanghebbenden zullen stel
lig met des te grooter nauwgezetheid van
het Rapport der Raadscommissie in zake de
Ioonen der gemeentewerklieden en het naar
aanleiding daarvan verschenen voorstel van
B. en W. kennis genomen hebben.
Het rapport der oommissie is vrij lang uit
gebleven den 28en October reeds was tot
de benoeming besloten waar de raadsle
den door ons nimmer rustend gemeentebe
stuur voortdurend met werkzaamheden over
stelpt worden, zullen wij ons vol wachten
der commissie het verwijt van traagheid voor
dc voeten te werpen.
Wat bij de lezing van het rapport wel het
meest treft, ds de eenstemmigheid, welke op
schier alle hoofdpunten bestond èn tusschen
de commissieleden zelve èn de afgevaardig
den der werkliedenorganisalies en de be-
drijfshoofden en last not least zij het ook
weinig enthousiast het Dagelijksch Be
stuur.
Waar al deze heterogene elementen het zoo
roerend eens waren over de noodzakelijkheid
der loonsverhooging, geiooven wij niet, dat
er nog iemand zal gevonden worden, die de
wenscihelijkheiid daarvan betwisten wil.
Het is voor de gemeente met en zonder
hoofdletter van groot belang, dat de werk
lieden in haar dienst 'n keurkorps vormen.
Om zoo'n keurkorps te vormen en in stand
te houden is het niet voldoende, dat dc ge
meente als werkgeefster zich richt naar de
goede, particuliere werkgevers, maar moet
zij het voorbeeld zijn voor het particu
liere bedrijf.
En wil zulks bereikt worden, dan is wel
een der allereerste cischen, dat dc Toonrege
ling algemeen bevredigend wordt geacht.
Want slechts zoo wordt dc weg afgesneden
voor wrrijvingen en botsingen, wordt onte
vredenheid bezworen en de goede geest on
der de werklieden gewaarborgd, en ook voor
komt men aldus onaangenaamheden zooals
wij 'n paar jaar geleden gehad hebben, toen
bij de steeds toenemende duurte der levens
middelen aangedrongen werd op 'n toeslag
voor de gemeente-arbeiders en de gemeente
niet goed wist, wat zij doen moest. Uit be
ginsel hebben wij ons destijds ten stelligste
daartegen verklaard, omdat, indien de nood
zoo hoog gestegen is, dat de overheid te hulp
moet komen, zij in de eerste plaats de hand
moet toesteken aan hen, die het meest be
nard zijn, maar niet ten koste vandezen
slechts verlichting brengen aan hen, die toe
vallig het geluk hadden in overheidsdienst
te zijn. In vele gemeenten niet in Amers
foort, waar men na lang delibereeren maar
liever besloot om heelemaal niets te doen
heeft men in dien duren winter de allerarm
sten aan hun lot overgelaten, doch de ge
meentewerklieden, die er toch in het alge
meen niet het slechtst aan toe waren, 'n toe
slag op hun loon gegeven. Als werkgeefster
dèed *n gemeente daar natuurlijk zeer goed
aan maar in dergelijke bijzondere omstan
digheden moet de gemeente niet bijspringen
als werkgeefster als hoedanig zij slechts
enkelen helpt maar als overheid en haar
hulp dus tot allen, en vooral tot de meest
bcnarden uitstrekken. Blijkt dat 'ook zij. die
in gemeentedienst zijn, het benauwd krijgen,
dan bewijst zulks dat de loonregeling niet
goed ds en dan moet deze herzien worden
zonder toeslag-lapmiddeltje. Want de Ioonen
van de gemeentewerklieden moeten zóó hoog
zijn, dat dezen dc prijsschommelingen dei
levensmiddelen rustig kunnen aanzien. Zulks
is wenschelijk èn voor den levensstandaard
der arbeiders èn voor de stabiliteit der ge-
meentefinanciên.
Met de loonregeling, welke nu voorgesteld
wordt, geiooven wij, nat de gemeentewerklie
den zeer buitengewone omstandigheden
daargelaten het lioofd boven water zullen
weten te horden. Dat dc voorgestelde verhoo
ging reeds den len Juli zal kunnen ingaan
valt nog mee. Na het somber finanticel tafe
reel, dat B. en W. even te voren ophingen en
dat wel iedereen overtuigd zal hebben, dat
terugwerking van de verhooging lot 1 Janu
ari j.L gloeiend onmogelijk is.
Eén categorie van medeburgers zal er mis
schien zijnz die de voorgestelde loonsverhoo
ging voor dc gemeentewerklieden mei min
der instemming begroeten zullen, niet om
dat zij haar niet noodig vinden, maar omdat
zij zelve reeds zoolang hetzelfde vragen
doch steeds bot vangen wegens den finan-
cieelen toestand der gemeente. Wij bedoe
len de onderwijzers, die nu zeker ook wel
spoedig aan de beurt zullen komen.
Oe Engelscne begrooting.
De staatsbegroting voor hel dienstjaar
1914/'15, die de kanselier der schatkist Lioyd
George deze week bij hel lagerhuis heeft in
gediend, wijst een hoogcr bedrag aan dan
in een vorig jaar ooit is bereikt, liet eindcij
fer van de inkomsten is ditmaal 209.455,000
p. st., dat van de uitgaven 209.203.000 p. st.
Dat zijn cijfers, die nooit te voren zijn be
reikt.
Gelijk alle landen, heeft Engeland zijne uit
gaven van jaar tot jaar zien uitzetten. Dat is
niet te vermijden; maar het blijft toch opmer
kelijk, dat in de laatste jaren die uitzetting
met zulk eene groote snelheid is gegaan; se
dert twintig jaren is de begrooting van het
Vereenigde Koninkrijk verdubbeld en zelf iets
meer dan dat.
In 1700 was de Engclsche staatslbegrooling
omstreeks 4,250,000 p. st. Eene eeuw later,
voor de vereeniging van Ierland met Enge
land, was zij 38 millioen. Omstreeks 1820
werd het bedrag van 05 millioen bereikt. La
ter bleef zij, gedurende een vijftiental jaren,
schommelen tusschen 50 en 55 millioen. In
1850 was zij weer gekomen op 65 millioen;
maar vijf jaren later deed dc Krimoorlog dc
begrooling stijgen tot 88 millioen. Van 1860
tot 1880 steeg de begrooting van 73 tot 93
millioen.
In 1895 bereikte do Engelsche begrooting
het bedrag van 100 millioen. Nu het eerste
honderdtal is overschreden, gaat de stijging
van de uitgaven niet verdubbelde snelheid
verder. In 1901, 1902 en 1903 zette de oor
log in Zuid-Afrika dc uitgaven uit, die respec
tievelijk bedroegen 183, 195 en 184 millioen.
In 1904 dalen de uilgaven weer tot 147 mil
lioen, heigeen het normale cijfer wordt tot hel
tijdstip, waarop de minister Lloyd George in
1909, de begrooling waarin de ouderdoms
pensioenen zijn opgenomen, kwam met een
budget van 162} miliiocn. Sedert is van jaar
lot jaar eene aanmerkelijke stijging ingetre
den. In 1910 was de begrooting 172 millioen,
in 1911 181 millioen, in 1912 166 millioen, in
1913 195 millioen. En dit jaar worden de
200 millioen overschreden, niet met een ge
ring Ibedrag; het eindcijfer der uitgaven be
draagt in de nu ingediende begrooting
209,203,000 p. st.
Waar komt deze nieuwe stijging vandaan?
De oorzaak is in de eerste plaats te zoeken
in de normale uitzetting van alle diensten,
waarvan dc kleine helft te zoeken is bij oorlog
en marine. Verder is het noodig de gemeenten
te hulp te komen. In den loop van de laatste
jaren heeft hel parlement oen aantal sociale
hervormingen gevoteerd, die de op de ge-
mcente-hegrootingen drukkende lasten zeer
hebben verzwaard. Daarbij hebben de plaat
selijke overheden scholen moeten bouwen,
wegen aanleggen eu verdere werken van
openbaar nut ter hand nemen. Hunne budget
ten zijn daardoor zeer belast cn die lasten
drukken des te zwaarder, omdat de plaatse
lijke lasten zeer ongelijk drukken en voor een
goed deel neerkomen op kringen, die het
minst in staat zijn ze te dragen. Het stelsel
van de plaatselijke lasten zal moeten worden
herzien en daarnaast znl de staat door sub-
sidiên moeten tegemoet komen aan den nood
der gemeenten.
In het vorige jaar heeft men in de vermeer'
dering der uitgaven kunnen voorzien, zonder
dat het noodig was de belastingen te verhoo-
gen. De kanselier der schatkist verklaarde bij
de toelichting van zijne begrooting, dat de
normale stijging van de verschillende bron
nen van inkomst voldoende zou zijn om de
hoogere uilgaven te dekken. De uitkomst
heeft aan zijne verwachting ten volle beant
woord; er is zelfs nog genoeg ingekomen om
in suppletoirc credieten te voorzien. Ditmaal
is hij minder gelukkig; op den grondslag van
de begaande belasting-heffingen zal er een
tekort zijn van 5.330,000 p. st. op de begroo
ling van de rijksuitgaven, en dit tekort zal nog
klimmen met nagenoeg 4} miliiocn en stijgen
tot 9.800000 p. st. tengevoge van de tot ont
lasting van de gemeenten uit de rijksschat
kist te verleenen bijdragen.
Dc belastingen zullen dus moeien worden
verzwaard. Minister Lloyd George steil voor
het bedrag te vinden uit eene verhooging van
de directe belastingen. De inkomstenbelasting
zal onveranderd blijven voor de inkomsten be
neden 1000 p. st., wanneer deze uit arbeid
voortkomen. Van de inkomsten tusschen 1000
en 3000 p. st. zal betaald worden van 10}
tot 16 pence. De extra-heffing van de inkom
sten boven 3000 p. st. zal geschieden volgens
eene progressieve schaal, die zal klimmen tot
16 pence, zoodat de hoogste inkomens door
eene belasting van 52 pence per p. st. zullen
worden getroffen.
Van de nieuwe regeling der inkomstenbe
lasting wordt eene hoogere opbrengst ver
wacht van 8 millioen p. st. De successierech
ten zullen 800,000 p. st. meer opbrengen. Dan
blijft er nog een tekort over van T millioen.
Om dat te dekken, zal het aiuorlisatiefonds
worden aangesproken.
Dit is het financieele programma, dat voor
dit jaar aan het lagerhuis ter goedkeuring is
voorgelegd.
Duitschland.
Karlsruhe, 7 Md. Hel keizerpaar is
om 4.30 namiddags hier aangekomen. In het
versierde station ontvingen het grom hertog-
paar van Baden, het prinsenpaar Max Yau
Baden enz. de thoogc gasten cn brachten hen
naar het slot
Kiel, 7 Mei. Prins Hcinnch van Pruisen
is gisterenavond naar Londen vertrokken.
Berlijn, 7 Mei. De rijksdag heeft een
stemmig bij tweede lezmg de novelle van de
regeling der bezoldiging van dc ambtenaren^
in dienst van het rijk, aangenomen overeen
komstig de besluiten van de begrootmgscom-
missie, waardoor de hoogere categorieën van
de subalterne ambtenaren bij do rijkspost eo
dc spoorwegen, alsmede de hoogere postamb
tenaren in de voordracht worden opgeno
men.
Staatssecretaris Kühu kenschetste bij her
haling de op deze wijze uitgebreide voor»
dracht als onaannemelijk.
Berlijn, 7 Mei. Tegenover het beriohf
uit Berlijn van de Parijschc Matin, dat dt
Fransche burgers in Elzas-Lotharingen be
richt hebben gekregen, dat dc certificate^
die hun recht geven daar verblijf te houden,
niet zuilen worden vernieuwd en dal zij na
drie maanden het land moeten verlaten, merkt
de officieuse Lokulanzeiger op: Wanneer do
overheid in het rijkslanu aan sommige I-Taa-
schen het verblijf op Duitschen grond ver
biedt, dan zal zij daarvoor hare goede rede
nen hebben. Van algemeene maatregelen is.
voor zoover men hier is ingelicht, voor bet
oogenblik geen sprake; zij zulle» eerst dan iu
overweging genomen worden, wanneer na
vreemde rustverstoorders bet laiul niet mei
rust laten. Dit geval zal, wanneer dc bekenua
Parijsche stokersküekeu met bun arbeid
voortgaan, misschien spoedig zich in de prak
tijk kunnen voordoen.
Bij deze raededeeling van den Lokalanzci-
ger is op te merken, dat men in clc Elzas-
Lotharingsche kringen gelooft, dal bij dc re»
gccriug het voornemen om de Franschen ge
leidelijk uit dc rijkslanden te verdrijven, wer
kelijk bestaat. Elzassers, die goed kuuucn ziju
ingelicht, verklaren, dat zij sints eenigen tijd
reeds weten, dat het plan beslaat lot derge
lijke maatregelen.
De Eerste Kamer van den Beierschcn land
dag, de Kamer der rijksraden, heeft met groo
te meerderheid een voorstel van de regceriug
tot invoering van eene gemeentelijke werk-
Ioozenverzekcring met financieele hulp van
den staal verworpen. liet voorstel strekte om
een bedrag van 75,000 mark op de begroo
ting te brengen, bestemd tol het verleenen
van rijkssubsidie aan gemeenten, die eene ge
meentelijke werkloozcn-verzekcring zullen in
voeren op door de regeering goedgekeurde
grondslagen. Slechts tien leden van den rijks
raad verklaarden zich voor dit door dc Twee
de Kamer aangenomen wetsontwerp. Graaf
Tövring, een zwager van kroonprins Rup-
precht, deed eene poging om het wetsontwerp
te redden door een amendement, dat dc be
zwaren tegen het woord werkloozcn-verzekc
ring wilde ondervangen door tc spreken van
..voorziening tegen werkloosheid"; maar dit
amendement werd eveneens verworpen.
België.
Dc Kamer li cft uw ^^aiidcliiig ten einde
gebracht van een werklieden-vc: zekeringsw eL
Volgens het door dc Kamer aangewezen onl-
Wanneer gij een groot en goed werk wilt
doen, bekommer u dan niet om succes.
3
door MARIE DIERS
Schrijfster van
„•Dokter Joost en zijne zeven zorgen", enz.
vertaald door Cato W. Westenberg.
Het was als men de zaken flood bekeek,
eene voortdurende, wederkeenge plagerij in
de Bunthorper pastorie. De oude dominee
voelde zich dikwijls eoht ongelukkig, dat Lütte
ondanks hare begaafdheid nog niet verder was
dan hoogstens de voorlaatste klasse van het
gym nasi om. Dan voelde hij vaak in zich op-
nomen eene groote bitterheid tegen zijne
vrouw, aan wie hij toah zoo zeer gewend was
en die hem voor zijn dagelijksuh leven onont
beerlijk was geworden. Voor hare bezorgd
heid en hare tegenkantingen v.as hij even
doof, alsof ze de wind waren, die bij zijne
v.-nsters in "de dennen huilde, en die hem ver
der niets aanging.
Voor Lütte s toekomst was hij niet bezorgd.
Als men over dat onderwerp met hem sprak,
tteide hij, dat ze aan hare geleerde opvoeding
meer had, als het er op aan zou komen, dat ze
haar brood moest verdienen, dan ze er aan
jgehad zou hebben, als ze de kunst van worst-
inaken eu 't plukken van gevogelte verstaan
had. Deze meening deelde niemand in de ge-
beele streek van Buuliiorp, Solensand en de
andere plaatsen; ja, van zijne geleerde colle
ga's was 't in dit opzicht niemand met liem
eens.
Dat hij Martin na eenige jaren van 't gym
nasium had moeten nemen en op de hoogere
burgerschool doen, hok hij zich niet erg meer
aau. Hij bleef er ook tamelijk kalm onder,
dat de jongen de loopbaan van ingenieur
koos. Voor dezen oiiden heer bestond nel be
grip „kind van mijn vleesch en bloed" hoe
genaamd niet; daarentegen verafgoodde nij
zijn geesteskind.
De domineesvrouw echter wrong zich in
wanhoop de handen, omdat zij zag, hoe van
jaar lot jaar hare macht \eniiinacrde, daar
Lütte zelt eene ongelooflijke Ongeschiktheid
voor het huishouden aan den dag legde, dom
mer was aan Ge kleine Marien, en zich niet
eens aardig en netjes wist te kleeden. In de
laatste jaren was hare manier van spreken
tot hare dochter hard gewonden, zoodat deze
reeds voortdurend met een gezicht, waarop
schuldbewustzijn geschreven stond, in woon
kamer of keuken verscheen, ofschoon ze zelf
niet vermoedde, wat ze nu weer voor doms
had bedreven.
Op zekeren dag verwachtte men bezoek iu
Bunlhorp.
De domineesvrouw kon bet niet laten iu
spijt van alle ervaringen op dat punt, weer
eens een aanloopje te beproeven, om Christa
los te krijgen. Er was zooveel in de keuken
te doen, er moest gebak gemaakt worden
\oor 's middags, de voorbereidende werk
zaamheden voor het vteescligerecht en voor
eene zoete toespijs voor den avond moesten
verricht worden. La dat was liet niet alleen.
Met het werk zouden zij en Sophie nog wel
klaar zijn gekomen, maai* er was nog eene
geheime beweegreden, in dc diepte barer
ziel, waarover zij niet sprak, en cue tocu al
hare gedachten en krachten in w cikin bracht.
Ze verloor Christa s toekomst geenen ciag
uil het oog. Al dien „rommel", waarmee haar
vader haar opsierde, vond zij erger dan over
bodig, ze hield dien zelfs voor een afschrik
wekkend middel bij üe kwestie van eene
eventucele verloving en dat was het erge.
Welke jonge man zou wel een meisje nemen,
dat in plaats van voor hem tc koken en zijne
wasck en het huis in orde te houden, hem
vroeg te luisteren naar het vervoegen van
Lalijnsclie werkwoorden? Ach, cn uat zoo
iets juist haar moest treffen, haar, wie al het
oupraclische bij bet vrouwelijk geslacht zulk
een gruwel was.
Heden zouden er drie jongelui komen, die
haar alleen als schoonzoon wei zouden aange
staan hebben. Ten eerste was er de zwager
van dominee Rust, een jougc proponent, die
uitstekende connecties liad, en wien ieder
eene schitterende toekomst voorspelde. Domi
nee Rust zelf, die getrouwd was, toen bij nog
aan het hoofd een er school stond, woonde
nu met zijne vrouw en zijne twee jonge kin
deren in de pastorie van Klein-Kötheu, ter
wijl aan zijn ambt een treurig klein trakte
ment verbonden was; hij hoopte echter op
eene spoedige verplaatsing. Ten tweede kwam
in aanmerking de zoon van de weduwe Ulfers
op Kestendorf, <lie nu op zes-en-twinlig leef
tijd reeds bezitter van het groote landgoed
geworden was, doordat zijn vader in zijne
beste jaren aan eene ontsteking van den blin
den darm was gestorven. Ten derde had men
den no 2 on get rouwden rector Jhlcfeld uit
Sötensand. Verder werden nog twee andere
predikanten met liunne vrouwen verwacht
en de oude graanhandelaar Thiel uit Söten
sand, met wicn Thomasius in zaken kennis
nad gemaakt, diens vrouw, een vroeg oud,
vlijtig en geheel onontwikkeld mei.scnjc, en
ue jongste dochter Mora, van Christa s leeftijd.
Dc houtvester N on Beversüorf uit de een
zame, diep in het bosch gelegen houtvesters-
woning bad met zijne vrouw bedankt tot
groote blijdschap van dc domineesvrouw,
.tien kon nooit met juistheid berekenen, of cie
oude Thiel wel binnen de grenzen van be
leefdheid en welvoeglijkheid zou blijven, en
als een huisvrouw, die toch al zooveel zorg en
werk heeft, ook nog voortdurend bang moet
zijn voor ongepaste uitingen, dan is zoo n
visitedag immers ook bijna niet uit te houden.
De oude 'ihoniasius was weer hoogelijk
verschrikt en ontdaan, dat Lütte „juist van
daag weer. vrij moest li ebben. Juisi vandaag,
nu alles weer zoo goed ging! Louise zou toen
eens hare hersenen gebruikenl En hij naaide
snel een paar schiiileu te voorschijn. Maar
dezen keer verzette zij zich.
„Wat denk je, Thomasius! Denk je, dat ik
den tijd heb, schriften in te kijken? Je hebt
er geen flauw begrip van, wat we uog alle
maal moeten doen! Dus al mijne moeite
was heden weer eens vergcefschl Als de gas
ten wisten Met eenen ontzettend bestraf-
fenden blik op Christa verliet ze bet vertrek.
Hel arme kind zat werkelijk op heele kolen.
Ze was hu ars vaders kind, zeker, dat was ze,
ze hield zielsveel van hem en als bet er op
aan kwam, leerde ze ook duizend maal lie
ver, dan dat ze kookte of verstelde. Vaar ze
wist, dat ze op die manier iels bijzonders
deed, en ze verlangde er zoo innig naar als
slechts een jong hart verlangen kan, niet bii
zonder tc zijn, maar juist „zoo s ls dc anderen"
Toen ze nog heel klein geweest was, was
deze wonderlijke tweedracht reeds begonnen.
Altijd had ze siechts Ge keuze genad, oi baren
vader of hare moeder te ontstemmen. En
toch hielden Vader en Moeder veel van el
kaar eu ook van haar, hunne dochter. Haar
vader was de geleerdste van alle geestelijken,
net was een genot, te zien, welk eenen eer
bied allen voor hem hadden. Als hij predikte,
kwamen er dikwijls rijtuigen uit Sötensand,
omdat dc mensdiieii daar van hem vernomen
hadden en hem graag eens wilden hooren.
Noor zijne boeren was zijne preek dikwijls
een beetje tc hoog, maar ze namen hem dat
niel kwalijk en stelden hem op prijs, omuat
iiij altijd hulpvaaruig cn zacht, en zijne vrouw,
die tegen hunne zonden veel strenger optrad,
voor hen in iederen nood, in iedere radeloos
heid eene onontbeerlijke heipsler was.
Maar dat alles hielp ue arme, kleine Christa
niets. Ze was, zoo ia..g ze vermocht na te
gaan, het eenige kind in iiuis, cn onophoude
lijk liielden oe beiue ouders zich met haar
uezig. Ze werd noOit mei lu^l gelalen. Ze zou
zich iets hebneu kunnen vei beelden, omual
haar klein pcisoonlje zoo gewichtig was in
buis, maar ze kon slechts liet urukkende daar
van gevoelen, menigmaal liep ze zoo haastig
alsof ze wegvluchtte, achter naar den tuin,
verstopte zien daar in ae boschjes en speelde
er hare kinucrhjke pbanlasiespclletjes, voort
durend in ang .t, elk ooge;iblik van het huis
uil haren naam te hooien roepen.
Wordt vervolgd-