Dinsdag 26 Mei 1914.
BUITENLAND.
_FEUILLETON.
N°. 278
12d* Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 8 maanden voor Amersfoort f l.flO.
Idem franco per post-
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.K),
Afzonderlijke nummers <>.05.
t>eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentie n gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Tele?oonnumtner 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Y.m 1—5 regols f 0.50.
Elke regel meer 0.1O.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulairo, bevattende do voorsvaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur! Mr. D.
Arbeidsbeurs.
Ingezonden.
■Wanneer mocht worden besloten tot het
oprichten eener Arbeidsbeurs in de gemeente
Amersfoort, dan kan misschien gelijktijdig
een ander vraagstuk onder de oogen worden
gezien namelijk dit:
Op welke wijze kan er naar worden
gestreefd; om de leerlingen, die de lagere
school op den leeftijd van ongeveer 12
13 jaar gaan verlaten het best voort te
helpen, in verband met hun aanleg en
verstandelijke ontwikkeling, èn met het
oog op hun eigen belang, èn met het oog
op hetgeen zij later voor de Maatschappij
kunnen zijn?
Ik heb hier dus het oog op diè leerlingen,
"waarvoor de ouders geen verdere schoolont
wikkeling verlangen; noch op de inrichtingen
van lager onderwijs, noch op de ambachts
school, de industrie- en huishoudschool of de
handelsschool. Alzoo de leerlingen, die óf zelf
moeten gaan verdienen, óf dc ouders in hunne
werkzaamheden moeten helpen.
Ik weet niet hoe groot in deze gemeente het
aantal leerlingen gemiddeld jaarlijks is, dat
vrij komt en langs.dien weg hun leven in de
Maatschappij aanvangt. Zulks ware natuur
lijk wel na te gaan; ik zal mij echter van
eene schatting onthouden, maar al moge
wat ik hartelijk hoop dat aantal betrekke
lijk klein zijn, tóch zal het nog groot genoeg
zijn, dat de aandacht daaraan mag worden
geschonken.
In den regel zullen er onder de leerlingen,
die ik dus hier op het oog heb, er meerderen
voorkomen, die nog geen gevestigde keuze
hebben aangaande eenig beroep. Dikwijls zul
len de ouders dan maar voor hen kiezen en
verklaarbaar is het, dat het „aanvangs-
loon" dat behaald kan worden, dan daarbij
een niet onbelangrijke rol zal spelen. Een ge
volg daarvan zal weer kunnen zijn, dat velen
dier bedoelde leerlingen vervallen zullen in
dienstverrichtingen, welke geenszins met hun
neigingen en aanleg overeenstemmen en wan
neer zij dan enkele jaren in die richting zijn
werkzaam geweest, moeten zij weer worden
afgedankt, eensdeels omdat zij niet voldeden,
anderdeels omdat het loon dan niet meer in
overeenstemming is met den dón door hen
verkfegen leeftijd. Voldoen kónden zij niet
meer, de eigen neigingen van den betrokkene
kwamen te veel op den voorgrond en al het
geen de patroon opdroeg, moest daardoor
met tegenzin, dus niet op de wijze zooals
redelijkerwijze verlangd mocht worden, wor
den uitgevoerd.
Men gevoelt, dat eenige goede jaren van
opleiding op die wijze zijn verloren geraakt;
jaren waarin ook mogelijk door het straat
leven dat geleid kan zijn, de energie is uitge
doofd om zich dón nog weer te gaan onder
werpen aan dc nieuwe plichten en moeilijk
heden, welke geregelde vakstudie al is
zij practisch vordert En zoo kunnen dan
uit vroegere leerlingen der lagere school,
waarvan toen zij op de schoolbanken zaten,
de onderwijzers meer zouden hebben ver
wacht, allerlei „gelegenheids werkzoekers"
ontstaan, die dikwijls tijden lang werkeloos
blijven, daardoor vervallen tot het pauperisme,
en de schare ontevredenen en mislukten ver-
grooten.
"Wanneer de Hoofden "der Scholen en de
klasse-onderwijzers aan de hierboven bedoel
de leerlingen vóór deze de school gaan ver
laten op eenvoudige wijze de inrichting en
werking der Arbeidsbeurs verklaren en alzoo
die jongelieden goed het besef bijbrengen, dat
middels de Arbeidsbeurs, de gelegenheid kan
worden geopend, dat zij in verband met aan
leg en geschiktheid vooruit kunnen komen in
de richting welke voor hen wcnsclielijk kan
worden geacht, dan is er reeds iets ge
wonnen. Vermoedelijk echter nog niet veel.
Want, het is best mogelijk dat het nog maan
den duren kan voor en aleer de Arbeidsbeurs
in de verlangde richting kan helpen en alsdan
komt het gevaar dat de ouders zullen zeggen:
dat zij daarop niet kunnen wachten. Dan zou
de weer de verkeerde richting worden uit
gegaan en de drang om het kind iets te laten
verdienen, te spoedig de keus doen vallen op
eenig verkeerd en doodloopend beroep.
Vóór ik nu verder ga, moet ik even met
nadruk vooropstellen, dat ik slechts het oog
heb op die leerlingen, van wie de onderwij
zers wat aanleg en ontwikkeling aangaat,
gunstige verwachtingen voor de toekomst heb
ben. Mijn betoog geldt dus niet de minder ver
standelijk bedeelden, hoe eerder zij op de een
of andere wijze wat trachten te verdienen
voor hun ouders, hoe beter.
f
Ik heb dikwijls opgemerkt dat de ^pqfden
der scholen en de klasse-onderwiji^h een
groote belangstelling hebben voor huimeleer-
lingen. Vooral geldt dit, wat den klasse-
onderwijzer betreft, als hij eenige jaren
achtereen een geschikte en flinke leerling
onder zijn leiding had. Daarom schijnt mij het
systeem goed, wanneer een degelijke onder
wijzer met zijn klasse mcdegaaf. -JDlt kan
natuurlijk niet altijd; iedere onderwijzer is
daarvoor niet geschikt, maar wanneer het
mogelijk is dan gevoelt men wel dat de weder-
zijdsche belangstelling moet toenemen en dat
het vertrouwen van den leerling in den
onderwijzer groot kan worden.
En nu komt het mij voor, dat de onderwij
zers, in het algemeen genomen, veel zullen
kunnen doen, om het aantal leerlingen van
goeden aanleg, die na het verlaten der school
in verkeerde beroepen gaan, te doen vermin
deren. Zij kunnen de ouders van die leerlin
gen, uit wie naar zij meenen wat meer kan
groeien dan bijv. besteljongen gevolgd door
gelegenheidswerkzoeker, er op wijzen, dat
gezegde ouders goed zullen doen op dc
Arbeidsbeurs te zoeken naar voor hunne kin
deren passende ambachten, al ware het dan
ook, dat zij dan eenigen tijd moesten wachten
voor en aleer plaatsing volgde. Die wacht
tijd zou de betrokken leerling dan
op de school om niet moeten blij-
ven doormaken.
Natuurlijk zal hierbij teleurstelling voor de
onderwijzers niet uitblijven. Er zullen toch
nog zooveel ouders zijn, die doof voor goeden
raad, de verkeerde richting voor hun kinderen
kiezen en zulks ook al, omdat hun eigen
geringe verdiensten hen er noodwendig toe
dringen niet langer op geldelijken inbreng
hunner kinderen te willen wachten.
Maar al zij er maar een zeer gering succes,
dan is dit toch nog bemoedigend, want succes
verkregen in deze rickhug moet gaandeweg
gaan groeien.
Om dat weinlgje succes nog beter te ver
zekeren, zouden de hooiden der scholen aan
den Directeur der Arbeidsbeurs opgaven kun
nen sturen van de leerlingen die de school
gaan verlaten en geen «erder onder\vijs meer
zullen genieten, met vermelding voor zooveel
mogelijk, van aanleg en geschiktheid voor be
paalde ambachten. De hoofden der scholen
zouden die opgaven, niet dan na gepleegd
overleg met den klasse-ouderwijzer, moeten
indienen.
In de instructie van den Directeur der
Arbeidsbeurs, zou dan kunnen worden opge
nomen, dat ook hij zooveel mogelijk de ouders
van die leerlingen, die meerder aanleg heb
ben, wijzen moet op het verkeerde, wanneer
maar al te spoedig, alleen om het aanvangs-
loon, ovregegaan wordt tot hel gaan in een
verkeerd beroep. En wanneer dan nog verder
het Bestuur der Arbeidsbeurs, dat hoofdzake
lijk uit werkgevers «d werknemers zal be-
staaiij. werd aangevuld met enkele advisee-
repde leden uit den onderwijzersstand, dan
kwamen wij misschien weer een ietsje verder
op den goeden weg.
t£~,
Ik heb getracht hier op een volksbelang te
wijzen, dat, nu misschien hier een Arbeids
beurs zal komen, tegelijk aan de orde kan
worden gebracht. Ik ben er van doordrongen
dat ik deze materie nog maar zeer onvolko
men heb behandeld. Misschien willen beter
bevoegden er eens over nadenken en hun
meening dan kenbaar maken.
Men weet: du choc des opinions jaillit la
vérité,
P. S. R. Wol terbeek.
Politiek Overzicht
De kris.s in Albanië.
Bij de gebeurtenissen, die zich in de laatste
dagen in Albanië hebben afgespeeld, hebben
angst en schrik een groolen invloed uitge
oefend. Men is in Durazzo tot het inzicht ge
komen, dait men wei wat al te zeer onder oen
indruk daarvan heeft gehandeld on dat zoo
wei de mislukte expeditie tegen de opstande
lingen in Tirana, als ook ac vluoht van dc
leaen der vorstelijke familie naar het llaiiaau-
sche oorlogsschip Misurata overijlde handelin
gen zijn geweest. Nu bevinden de vorst en zijne
gemalin, cue in hare bezorgdheid voorzijn
persoon hem had bewogen mee aan boord te
gaan, zich weer in hun paleis; maar de ernst
van den toestand wordt geleekend door hel
feit, dat tot bescherming van het paleis dc
vreemde troepen aan den wal zijn gebleven en
dat alle toebereidselen zijn gemaakt om, als
er weer gevaar dreigt, wederom aan de vor
stelijke familie ecue wijkplaats op het oor-
logsschop te verleenen. Een schels van den
toestand, <lie betrouwbaar lijkt, wordt door
een dagbladcorrespondent in deze bewoor
dingen gegeven:
Men kent Albanië haast niet in een anderen
toestand dan dien van opstand. Zonder op
houden heeft de Turksche regeering, zoo lang
zij over Albanië lieerschte, met onlusten te
strijden gehad, en ook het eerste jaar van den
jongen staat verliep onder aanhoudenden bin
ïienlandschen strijd, ieder, die het goed mei
hd land meende, had inlusschen de hoop, dal
met dc aanvaarding van de regeering dooï
vorst Wilhelm alles anders zou worden. In die
hoop is men teleurgesteld. Erger dan ooit ziet
het er thans in Albanië uil. Er kecrsclit vol
slagen anarchie. In Midden-Albanië is eene
hel grootste gedeelte van dc plattelandsbevol
king omvattende beweging onlstaan, die zich
tegen de regeering wendt en partijen om-
\at, die door zoo veelsoortige motieven wor
den geleid, dat zij een volkomen chaos ver
oorzaakt. Wanneer men met de menschen zelf
spreekt ,die zich bij de beweging hebben aan
gesloten, dan hoort men de meest tegenstrij
dige redenen. Een deel van. het volk is slechts
hierom ontstemd, omdat het meent, dat hel
ook onder het nieuwe stelsel niet tol zijn recht
komt; een ander deel streeft naar eene agra
rische hervorming; bij weder anderen zijn de
godsdienstige hartstochten geprikkeld; nog
anderen zijn bewerkt door Jong-Turksche af
gezanten en velen doen slechts mee, omdat
zij op avonturen belust zijn. Ook als leiders
women zoo vele, tol geheel verschillende par
tijen behoorende personen genoemd, dat men
geheel in het duister tast, waarop de bewe
ging eigenlijk doelt. In Durazzo zelf vreest
men vooral Jong-Turksche intriges, en men
heeft daarvoor goede reden, want er zijn hier
vele onbetrouwbare en slecht befaamde ele
menten.
Men kan in hel algemeen zeggen, dat ieder
een tamelijk radeloos staat Legenover de be
weging, juist omdat zij zoo weinig klaarheid
vertoont; niet het minst geldt dit van de re
geering.
Zooals de toestand ziok thans hier vertoont,
is Durazzo aan de landzijde door de revolu
tionairen op een afstand van 15 KJVL inge
sloten. Verder in het land heeft de regeering
niets meer te zeggen. Het gevaar, dat Duraz
zo bedreigt, komt vooral uit de streek van
Schiak en Kawaja, omdat daar bijzonder
sterke benden staan. Eene nauwkeurige be
paling van de sterkte der revolutionairen is
niet mogelijk, omdat zij in de bosschen ver
spreid zijn; men schat hen op omstreeks 5000
man en dat zal wel ongeveer met de waarheid
overeenkomen.
Natuurlijk is in Durazzo de opgewonden
heid zeer groot, en men neemt alle maatrege
len tot handhaving van de orde en lot ver
dediging van de stad. Durazzo is hiervoor
zeer guiistig gelegen, want de moerassen schei
den het als een eiland van het eigenlijke vaste
land, waarmee het slechts door twee bruggen
verbonden is. Daar er mitrailleuses en twee Bat
terijen en ook gewapende mannen zijn, is <,ene
verdediging gemakkelijk. Van buiten heelt de
stad niets te vreezen, ook omdat de in de haven
liggende oorlogsschepen ten allen tijde man-
soliappen aan den wal kunnen brengen. Alle
voorzorgsmaatregelen zijn genomen. De oor
logsschepen houden met hunne zoeklichten
de voor eene nadering in aanmerking komen
de wegen onder licht; op de daarvoor geschik
te punten staan kanonnen of mitrailleuses;
patrouilles gaan rond en posten zijn opgeslcl^
zoodat eene verrassing is uitgesloten. Me&
rekent er mee, dat de revolutionairen dooi
geoefende officieren aangevoerd worden. Daaj
men tengevolge van hel verblijf van het groot
ste gedeelte der gendarmerie in Epirus nief
over voldoende strijdkrachten beschikt, liccfl
men de burgers van wapenen voorzien en laat
hen krijgsdienst verrichten. Hoe de zaken zicü
verder zullen ontwikkelen, lean heden nog
niemand zeggen. Maar dit is zeker, dat d?
toestand zeer, zeer ernstig is.
Duttschland.
Ne u-S trelitz, -5 Mei. De toestand van
den groothertog is weer erger geworden. Hel
verblijf van den hertog in Berlijn, die lijdt aan
met koorts gepaard gaande aderonlsteking en
roos, is daardoor verlengd. De algemcene toe
stand is bevredigend.
Sten dal, 2 5 Mei. Bij dc herstemming
in het district Stendal-Osteiiburg is gekozen
dc nalionaal-lrberaal Wachliorst dc Wente,
met steun van dc vrijzinnigen en de sociaal
democraten, ter vervanging van don conser
vatief Ilösch, wiens verkiezing ongeldig was
Verklaard.
België.
Antwerpen, 25 Mei. Volgens de passa
giers van de Malle Congolaise heeft de com
mandant Simonatti, die naar Zuid-Kasai ge
zonden was om den opstand te onderdrukken,
een volledig succes behaald, llij slaagde er in,
zich meester te maken van drie inlandschs
hoof don. De andere inlanders in de streek
onderwierpen zich. In den ioop van de expe
ditie zijn drie soldaten gedood en dertig geo
wond.
Frankrijk.
P a r ij s, 2 5 M e i. President Poincaré en de
ministers, die hem vergezelden op zijne reis
naar Lyon, zijn heden morgen teruggekeerd
Engeland.
L-onden,25Mci. Dc Homerule bill kwan»
heden weder aan -de qerde, om voor de dcr.U
maal gelezen te worden. Bonar Law gaf aru
de oppositie <len naad geen debalt te voeren,
omdat eene discusswe beuzelachtig zou zijo.
Daarna had de stemming plaats over de der
de lezing, diie werd aangenomen möt 351
tegen 274 stemmen.
Tweede telegram. Na de tooncelen
van wanorde en opgewondenheid Yan <ie
vorige week, ging hot ditmaal opvallend stil
toe bij de derde lezing van de Homerule biH.
Na korte redevoeringen van Bonar Law en
Asquith, ging het huis rustig over tot de
slemm-ing over de dorde lezing, en toen dö
uitslag van dc stemming bekend was, werd
er betrekkelijk weinig gedemonstreerd. De
nationalisten juichten en vergezelden later
den -ambtenaar, die hel w els ontwerp naar het
hoogerhuds bracht.
In den loop van zijne rede zei-de eerste
minister Asquith, dal hij hoopte, dat door
amendeering van het wetsontwerp een«
schikking zou worden verkregen. Maar als
zulk eene schikking niet werd bereikt, dara
zou eene novelle worden ingediend, die d«
roods door de regeering aangeboden conces
sion zou bevatten.
Het lagerhuis heeft zijne zitlingen tot 9 Juni
verdaagd.
Londen, 25 Mei. Eerste minister As-
quüli heeft in het lagerhuis verklaard, dat
De oorlog ontneemt lons niet aslleen alles
"wat ons dienbaar is, <maa,r hij laat ons zelfs
ikiet de troost, (bij het stoffelijk overschot on-
*er afgestorvenen te weenen.
'lAHic LUTTc.
IJ
door MARIE DIERS
Schrijfster van
„iDokier Joost en zijne zeven zorgen", enz.
verLaald door Caio \Y. Western» erg.
Voor Ghrista was het ontzaglijk pijnlijk eu
aandoeiLLijiK, oil aan te hooren. liet was voor
haar een ouiuehjü teeken, üat dit leven, uit
de ware baan geworpen, nu weer op den
ouden, oieruaren weg terugkeerde, om daar
over droomerig heen te glijden naar de groote
zee. Hare moeder spraK veel over het weer
zien, mompelde verzen- uit het gezanguoek,
die ze wonderlijk goed onthouden had; ja
zelfs zei jte heele stuKken op uit de preeken
van Ghrista s vader De dbKter, dien 'ze nu
riep, bevestigde, dat dit voorboden van het
einde waren.
iLütte uuiide de verantwoording op zich
nemen van Martin lang onkundig van den
toestand te laten. Ze vond -het een geluk, dat
de heelden, die met hem verbonden waren,
de stervende niet meer pijnigden. Ook zou
voor haar zelf Irma's aanwezigheid in dit
huis eene ontzettende smart geweest zijn.
Eerst toen het laatste langzame wegglijden
kwam, en niets van de aarde den geest, die
Üjne ibfjvriiding tegemoet fiing. meer veront
rusten kon, schreef Ghrista aan haren broe
der, dat hij alleen zou komen. Hij was zoo
üjngevoclig, dit bevel woordelijk op te vol
gen. Zoo waren dan hare beide kinderen om
haar heen in deze laatste ure».
De laatste, nauwelijks verstaanbare klanken
betroffen hen, als zijnde hare kinderen, en dc
hoop op een wederzien. Martins huiselijke
omstandigheden, zijne betrekking, zijne vrouw,
ja zelfs de kleine Otto waren voor haar reeds
lang niets meer dan wolkenschaduwen, die
gisteren over het heldere grastapijt gegleden
zijn en zelfs geene herinnering achtergelaten
hebben.
IX.
Nu was Lütte heelemaal alleen.
Toen ze na de stille begrafenis in liaar
zwart japonnetje in de leege kaan er stond,
kreeg Martin diep medelijden met haar. Plot
seling doortrilde een warm gevoel zijn hart,
omdat ze zijne zuster was en hij begreep, dat
hij, zich over haar ontfermen moest, nu ze
zoo verlaten in de wereld stond. „Wat wil je
hier nu nog?" vroeg 'hij. „Je kunt toch niet
alleen wonen. Kom bij -ons."
Chrisla trilde. Het was een heel moeilijk
ding voor, haar, met haar treurend hart in
Martins huis te worden opgenomen. Alles,
wat de doode daar geleden had, was daar
voor een beletsel. Daar echter klonk er een
woord in haar, hetwelk vroeger vaak gezegd
was, in den tijd, dat de band met Martins
huis losser begon te "worden, een woord, dat
voor haar gewei eene erfenis was geweest:
„Tante Lütfte."
Ze keek voor zich neer en streed eenen
zwaren strijd. Alle kleur verdween uit haar
gezicht. Ze spande zich met bovenmensche-
lijke kracht in, niet aan Irma, doch aan de
kleine kinderen te denken, voor welke zoo
slecht gezorgd werd.
Daarna keek ze op, blikte haren broeder met
groote, ernstige oogen aan en zeiae: „Ja, 't is
goed."
Doch toen ze haar koffertje voor haar ver
trek pakte en Martin eeuen inventaris op
maakte van hare meubels, om ze in bewaring
te geven, was hot haar toch, alsof ze zeil
hare schepen achter zich verbrand had.
Nu kwam ze en was: Tante Lütte.
Ze had eerst een gesprek met Irma, waarin
ze haar beloofde, hare kinderen zoo te ver
zorgen, dat ze nooit moeite of last van ze
ondervinden zou. Daarentegen moest haar dan
als eerste recht toegestaan worden, vrij spel
en -onbepaalde macht te hebben. Men kon
immers van weerskanten deze verhouding
eiken dug verbreken, doch zoo lan* ze be
stond. moest ze vasten vorm hehben.
Mevrouw Irma was over den beslisten toon
van hare jonge, armoedig gokleede schoon
zuster niet zeer gesticht Ze had groolen lust
haar met een aanmatigend woord dadelijk
weer weg te sturen. Voor Martin was ze in
zoo'n geval niet al te bevreesd. Doch ze bad
in den laatsten tijd slechte dingen gemerkt
van de bonne, die met haren vinger in den
inmaakpot was betrapt en daar ze bijzonder
mooi was, wilde beproeven, den heer des
huizes in baar net te lokken. Zoo was dan
Ghrista toch nog van twee kwaden bet minst
epge.
Het was nog een geluk voor het verlaten
meisje, dat men baar evenals eene gebuurde
dienstbode heelemaal in de kinderkamer liet
leven. Ze merkte eens, dat Martin, pijnlijk
hierdoor getroffen, een heftig tooneeltjc daar
over met zijne vrouw had, dat hij collier met
behulp van zijne schoonvader, dien Irma er
bij riep, volkomen overwonnen werd. Als er
oezoek was, kreeg ze daar ook haar eten, wat
z-lis de oude keukenmeid aanleiding gaf, brom
uienü hare verwondering oaarover te Ken-
uen te geven.
Alen zou het haar niet -beter naar den zm
hebnen kunnen maken. Hoe onverschillig, ja,
onsympathiek was haar het leven van uit
gaan en genot najagen in cut hurs, en vooral
nul Als ze in de stilte en eenzaamheid van de
njic gemeubileerde en van aiies voorziene,
doch zeer verwaarloosde kinderkamer de
kleine wezentjes met zachte hand baadde,
kleedde, ais ze er met ze speelde, was bet
naar dikwijls, alsof ze ook nu nog hare moe
der in het graf daarmee eenen liefdedienst
bewees.
Hoe slecht hadden die arme schaapjes hel
vroeger gehad! De keukenmeid liet er nu en
dan iets over los. De wezens, aan wie Irma
hare kinderen toevertrouwd had, waren luie,
liefdelooze creaturen geweest, die het diky. ijis
te veel moeite hadden gevonden, den kleinen
wurmpjes op tijd hun eten te gewm of de
lichaampjes schoon te houden, terwijl ze voor
bet uitwendige schitterend zorguen en geene
knepen en slompen spaarden, als ae in een
slecht humeur waren.
En d"esondanks was het een moeilijk werk,
dat Chrisla op zich genomen liad, moeibjt
voor baar, die zulk eene grondige en geleerde
opvoeding genoten had. Het voortdurende
bezigzijn met den levendigen, door en door
slecht opgevoeden jongen, die juist even kon
loopen» op alle stoelen klom en telkens met
geschreeuw op den grond viel, en de zieke
lijke, veel schreiende kleine Edith kon best
nog heel andere menschen zenuwachtig ma
ken dan Christa, die zulk eene dagtaak heele
maal ntM tfewoon was. Het was haar. daar
nauwgezet was, dikwijls den gansohen dag
niet mogelijk, eeu boete in te zien. Meestal
sliepen ook de beide kinderen op verschik
leiuie tijueiu
ze had nooit eenen enkelen ^eslelijkea
prikkel, dan uie uil hare eigen gedachlea
voortkwamen, Marim was legenover zijne
rijke vrouw te machteloos, dan dat hij haar.
ook maar het minste, ciat beni een nrikkcl toe
scheen, had kuwaen versahaffen. Nu het hef
tige tooneei, \taaiin ue g^wcc^ue sanoouva»
u-er zich gemengd hAd, vond hij hel geraden
neuen Uju lang ie uoon, aisoi inj niets van
unrista s beslaan wisL
Menigmaal was Luite de wanhoop nabij. Zo
bad <ie zorg voor beiue kinderen zonder
eenige aflossing dag in dag uit, en niet alleen
uau ook nare nacuicn werden voortdurend,
gestoord. Ze Kon geene twee uren achter ei*
h.aar slapen, liet beste was nog, als ze in hel
sierlijke wagenije buiten in ue verkwikkende.
voorjaarsiULiLt mocht rijuen. Doch ook daar
was veel tegen. De jongen kon niet rustig
zitien en wnue elx oogenonk over den rand
wammen, ue kleine Edith daarentegen
schreeuwde uoor haren eücndigcn lichame-
ujh.en toestand diKwijis ucn geheelen UjcL
zooual ue menschen bleven slaan en Christa.
ueslraifend aankeken.
Irma voelue zooicis als leedvermaak, als
ze hare schoonzuster met den kinderwagen
zag rijden of door het dienstmeisje hoorde,
dat de kinderen de juffrouw weer eenen on-
rusligen naciiiL ha-dben -bezorgd. Ze had im-
mors alles alleen willen hebben, nu had ze
haren zin. Zeer gelukkig zou ze wel niet daar
over zijn.
Wordt vervolgd.