ean het provinciaal subsidie, met het voor
stel daaromtrent van Gedeputeerde Staten.
De Vereeniging „Ambachtsschool voor
Amersfoort en Omstreken" heeft aan Prov.
Staten aanvankelijk verzocht om een subsidie
van f 4450, later van f 5250. De Vereeniging
is van plan groote uitbreiding aan hare cur
sussen te geven. Gedep. Staten schrijven nu
aan Prov. Staten, dat zij geheel declcn het
inzicht van hel bestuur, dat het beter is o~>
een ruim terrein, dat gelegenheid voor uit
breiding biedt een geheel nieuw gebouw te
stichten, dan eenige duizenden guldens te be
steden om een toestand te verkrijgen, die
slechts tot een kort uitstel van de toch nood
zakelijke verplaatsing zoude kunnen leiden.
Behalve de gemeentelijke subsidie f 7000, is
op de Rijksbegrooting voor 1014 voer deze
school een verhoogd subsidie uitgetrokken tot
een bedrag van f 16.600. In het ontbrekende
zal worden voorzien behalve door subsidiên
van de buitengemeenten en het Nutsdeparte-
ment. contributies, schoolgelden en opbrengst
verkochte werkstukken, door een verhoogd
provinciaal subsidie van f 5250. Gcd. Staten
vinden daarom vrijheid aan Prov. Staten voor
te stellen in de venhooging van dit subsidie te
(bewilligen, ingaande met de opening van het
nieuwe schoolgebouw.
De heer Bilderdijk heeft in het verslag
van de Commissie van Rapporteurs de vraag
gelezen of de terreinen voor het nieuwe ge
bouw groot genoeg zullen zijn. Spreker kan
die vraag bevestigend beantwoorden. Het
nieuwe terrein is door leden van Gedeputeer
den bezocht en blijkt zeer voldoende, terwijl
het oude absoluut ongeschikt is om er iets van
te maken.
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
Kaascontrole-station.
20. Adres van het Bestuur der Vereeniging
,het Kaascontrolestation" te Utrecht, om
een provinciaal subsidie, met het voorstel
daaromtrent van Gedeputeerde Staten.
Gedep. Staten stellen voor evenals het vorig
jaar, voor 1915 eene subsidie te verlecnen van
f 500.
De Commissie van Rapporteurs adviseert
gunstig.
De heer van Bolhuis doet eenige vra
gen.
De heer de W ij k e r s 1 o o t h beantwoordt
de gestelde vragen en zet uitvoerig de wijze
uiteen, waarop een subsidie en onder welke
voorw aarden hel verle-cnd wordt.
De heer Jo rissen bedankt namens de
Commissie van Rapporteurs voor deze uitvoe
rige beantwoording.
Het voorstel wordt z. h. s. goed gekeurd.
Tuberculose-bestrijding.
21. Adres van het Bestuur der Amnsfoort-
Bche Vereeniging lot bestrijding der Tuber
culose, om een provinciaal subsidie van
f 187.50 met hel voorstel daaromtrent van
Gedep. Stalen.
Gedep. Staten adviseeren afwijzend te be
schikken, op grond dat Rijk en gemeenten
zijn aangewezen aan de zorg voor de gezond
heid en de armenzorg financieclen steun te
verleenen, voorts ook op grond dat het een
locale vereeniging betreft en niet een centrale
en ten slotte bijaldien de vereeniging over
voldoende middelen beschikt.
De Commissie "\an Rapporteurs deelt de
meening niet, als zou steunverleening niet op
den weg der provincie liggen; zij adviseert
evenwel overeenkomstig het voorstel van
Gedep. Staten te besluiten.
De heer Jorissen deelt namens de Com
missie van Rapporteurs haar meening mede,
dat de zorg der gezondheid wèl op den weg
der gezondheid ligt. "Waarom zou de geiten-
fokkerij wel op den weg liggen der provin
cie, en niet de zorg der gezondheid. Het subsi
die aan het Ooglijdersgasthuis is dat een
subsidie voor het onderwijs? Maar daar zorgt
het Rijk wel voor. Voor de min- en onver
mogende ooglijders? Maar dan ligt 't dus op
flen weg der provincie voor minvermogende
zieken subsidie toe tc staan. We geven de
andere subsidies toch ten slotte ook, om de
minder met aardsche goederen gezegenden
tc helpen. In het gegeven geval acht spre
ker een subsidie niet noodzakelijk, maar het
standpunt van Gedeputeerden is onjulst-
Dc heer van Zijst gaat ook riet mee met
't zeggen van Gedeputeerden: de zaak ligt niet
ap den weg der provincie. Hij acht in dit ge
val een subsidie ook niet noodzakelijk, maar
tal in de toekomst op de begrooting een post
voorstellen tot subsidieering van de tubercu
lose bestrijding.
De heer G r ij n s acht ook 't principieele
standpunt van Gedeputeerden niet juist. Het is
niet zoo gemakkelijk te verwachten, dat er
een provinciale vereeniging komt, want er
bestaan Tuberculose-vereenigingen; maar er
js ook de Ver. „Het Groene Kruis". Men zal er
dus altijd twee houden. Bovendien beoefent
Het Groene Kruis niet de philantropie, maar
is een onderlinge verzekering.
De heer Bolderdijk geeft als de meening
van Gedeputeerden te kennen, dat dc provin
cie zich wel de zorg voor de gezondheid zou
kunnen of mogen aantrekken, maar Rijk en
gemeente zijn nu eenmaal op 't huidige mo
ment de aangewezen lichamen voor de zorg
der gezondheid en voor de armenzorg. Alleen
de krankzinnigenverpleging legt de wet aan
de provincies als een verplichting op. Maar
overigens is de zorg der gezondheid geen spe
cifiek provinciaal belang. Ms het ooglijders
gasthuis wordt genoemd, om er op tc wijzen,
dat deze zorg wel op den weg der provincie
ligt, dan is de consequentie niet te overzien.
Men zal blinden-, doofslommeninstituten, lu-
pusbestrijdiug, kankerbestrijding enz. moeten
Bubsidieeren en dc zuigelingensterfte ra- e moe
ten helpen verminderen. liet terrein der pro
vincie-bemoeiing zou aanzienlijk worden uit
gebreid en de financieele last zeer worden ver
zwaard. Gedep. Staten zijn van meeuing, dat
men zoover niet moet gaan, waar Rijk en ge
meente zich deze aangelegenheid speciaal aan
trekken. Met subsidieering van tuberculose
bestrijding alleen zal men er niet zijn. Di! ook
aan den heer van Zijst.
De heer Jorissen ziet niet in, waarom
wc die consequenties niet onder de oogen moe
ten zien. Spreker aanvaardt het beginsel en
t>ok de consequenties. Niet alleen de tubercu
lose-bestrijding, maar ook de bestrijding van
andere ziekten zullen we moeten subsidlee-
ren. Het gaat als met andere subsidies «an
fokkerijen enz. We ihelpcn feitelijk dc land
bouwers, en zoo hier ook: we helpen de lij
ders.
Het afwijzend praeadvies wordt z. h. s.
aangenomen.
Landbouwhuishoudkunde.
23. Voorstel van Gedeputeerde Stalen tot
het vcrlcenen van een provinciaal subsidie
aan het gemeentebestuur van Renswoude, voor
een cursus in landbouwhuishoudkunde.
Gedep. Stalen stellen voor het verzoek om
een provinciaal subsidie van f 75 per jaar tot
wederopzeggens toe in tc willigen.
Z. b- s. goedgekeurd.
Bezoldiging Griffiepersoneel.
28. Voorstel van Gedep. Staten lot wijziging
van de verordening tot regeling der bezoldi
ging van dc ambtenaren en bedienden bij de
Provinciale Griffie van Utrecht.
Het ontworpen hezoldigingsstclsel luidt:
Referendaris f 3200 tot f 4000.
Hoofdcommies 2700 tot f 3100 (thans
f 2400- 3000).
Commies f 2200 tot f 2600 (thans f 2000
f 2400).
Adjunct-commies le klasse f 1800 tot 2100
(thans f 1600- f 2000).
Adjunct-commies 2e klasse f 1400 tot f 1700,
f thans 1100-/* 1600).
le klerk f 1000 tot 1300, thans f 800—
f 1100).
2c klerk f 600, tot f 900, thans f 400—
f 800).
Bode-concicrge of bode f 600 tot f 900
(thans f 600900).
Behalve hun jaarwedde genieten dc boden-
concierge vrije woning, vuur en licht.
Nieuw is daarbij dc referendarisrang.
De comjnissie van rapporteurs gaat met deze
voorstellen accoord, doch zij acht 't wensche-
lijk, dat duidelijk worde verklaard, dat de
rang van hoofdcommies, bekleed door een af-
declingschef, niet in den regel recht geeft om
te zijner lijd aanspraak te maken op den rang
van referendaris.
De heer Kettlitz brengt een woord van
lof voor den spoed, waarmee Gedep. Staten
de belofte van de vorige maal hebben ingelost.
Zij hebben zelfs meer voorgesteld dan de per
sonen. die er op aandrongen, aanvankelijk
wilden. Bij spreker blijft evenwel de vraag,
of dc werkzaamheden aan de griffie een in
voering van den referendaris-rang noodig
maken. Maar hij zou er niet over gesnroken
hebben, wanneer hij niet ongerust was ge
worden door enkele uitlatingen in het verslag.
Spreker zal tegen de heele wijziging in de
verordening stemmen, wanneer 't waar is,
zooals sommigen meenen, dat deze nieuwe
rang alleen voor enkelen zal zijn opengesteld;
namelijk alleen voor hen, die zoo gelukkig
zijn geweest in de keuze hunner ouders, dat
zij een academische opleiding hebben kun
nen genieten. Neen de rang moet opei. staan
voor iedereen, die zich door zijn bekwaam
heden daarvoor geschikt toont, al is hij als
tweede klerk in dienst der griffie gekomen.
Spreker vraagt voorts of Gcdcp. Stalen niet
geneigd zijn dc oude bepaling te doen verval
len, dat de ambtenaren op 60-jarigen leeftijd
het maximum moeten verdienen. Deze bepa
ling zal in bepaalde gevallen Gedeputeerden
kunnen weerhouden verdienstelijke menschen
aan te stellen en hen te passeeren voor jon
gere krachten. Een dergelijke bepaling heeft
spreker in geen enkele andere verordening
ontmoet, die hij er op heeft nageslagen.
De heer van Bolhuis is van oordeel, dat
de referendaris-rang een onderscheiding moet
blijven voor hen, die zich inderdaad buiten
gewoon geschikt toonen. Niet iedereen moet
in het normale verloop van zijn promotie den
referendaris-rang als eindpunt zien. Het moet
een onderscheiding zijn; al blijft daarom het
woord, dat aan Napoleon toegeschreven
wordt: „iedere soldaat heeft den maarschalks
staf in zijn ransel", ook hier van geldigheid.
Spr. hoopt dat de rang niet regel, maar uit
zondering zal zijn.
De heer Jorissen deelt mede, dat deze
woorden van den heer Van Bolhuis ook de
meening van dc Commissie van Rapporteurs
weergeven.
De heer "Werker heeft alle lof voor dit
voorstel tot verhooging der bezoldigingen.
Niet iedere afdcelingsdhef moet als 't ware
beschikt zijn referendaris te worden, maar 't
moet een onderscheiding blijven. En Spreker
juicht dit instituut toe, als middel om de beste
kracEten te behouden. Het hoogere personeel
komt thans niet achter te staan bij het over
eenkomstig personeel in de gemeente Utrecht.
Het eigene staat nog wel etnigszins achter.
Spr. legt zich neer bij de vroeger genomen
beslissing over de periodieke verhoogingen,
al vindt hij deze niet zeer bevredigend.
De heer Van Zijst acht de regeling der
periodieke verhoogingen een paskwil. Ook de
toelichting is min of meer middcleeuwsch.
Iedereen is er nu wel over eens. dal een
geregelde verhooging noodzakelijk is. Gede
puteerden spreken nu: „wel verdedigbaar en
misschien zelfs gewenscht." Een tweede klerk
moet thans langer dan een eeuw werken om
op *t salaris van een hoofdcommies te komen
en 40 jaar voor adjunct-commies. Dit moet
minstens de helft worden. Spr. zal in dien
zin een voorstel indienen, om een meer over
eenkomstige regeling te maken mot die van
de gemeente Utrecht. Als de Prov. Staten de
salaris-regeling vaststellen, dan moeten zij ook
de overgangsbepaling kunnen vaststellen, ge
lijk in de huidige verordening staat. Dat moe
ten Gedeputeerden niet aan zich trekken. De
maxima der hoogere rangen zijn niet alleen
gelijk gekozen met die op de gemeente-secre
tarie te Utrecht, maar overtreffen ze. Ook dc
opmerking omtrent de lagere ambtenaren
adht Spr. niet juist.
De heer B i 1 d e r d ij k is thans aan 't woord
om het voorstel te verdedigen.
Op dit tmoment evenwel te 1 uur word»
de vergadering een half uur geschorst.
De middagzitting.
De middagzitting vangt te ruim half twee
aaii-
De heer B i 1 d e r d ij k heeft met genoegen
opgemerkt, dal het voorstel met zekere mate
van instemming is ontvangen. Naast de wel
willende opmerkingen heeft men zich zelfs
een excursie veroorloofd in de middeleeuwen.
Spreker zal daarop niet verder ingaan; al
leen meent hij, dat van de studie der middel-
feuwen niet teel is terecht gekomen. De heer
Patijn, lid der Tweede Kamer, heeft zich wel
eens anders dan de heer van Zijst uitgelaten
over periodieke verhoogingen. Aan den heer
Kettlitz merkt Spreker op, dat ieder ambte
naar, wiens werkkracht en kunde bijzonder
zijn, referendaris kan worden, als er termen
voor zijn. Op die wijze kan men de uitnemen
de werkkrachten behouden. Het is du-s niet de
bedoeling nu reeds onmiddellijk een of ander
persoon daarop uitzicht tc geven, maar in de
toekomst. Eenige sprekers hebben den wenseh
uilgesproken, dat de referendaris-rang een uit
zondering blijve. Spr. stemt toe, dat het refe
rendarisschap een uitzonderingstoestand zal
blijven. Alleen zij. die buitengewone verdien
sten toonen, kunnen er in benoemd worden.
Trouwens niet ieder klerk wordt adjunct-
commies, niet ieder adjunct-coanmics wordt
commies enzoovoorts. Ook hier geldt 't: alleen
de ambtenaren, die zulks toonen te verdie
nen, worden in een hoogere functie geroepen.
Spr. wijst er op, dat de werkzaamheden van
de griffie in den loop der laatste jaren zeer
zijn toegenomen. Spr. noemt de talrijke nieu
we wetten, de stconhouwerswet, dc vogelen-
wet de trekhondenwet, de pensioenwet enz.,
om aan te toonen, dat alle deze aangelegen
heden nieuwe gebieden van werkzaamheden
hebben geopend. Spr. behandelt alsnu de pe
riodieke verhoogingen en kan die verhoogin
gen nu niet bepaald zoo onbevredigend ach
ten. In de gemeente zijn de verschillen tus-
schen de minima en maxima veel grooler dan
bij dc provincie, vandaar ook dat de periodie
ke verhoogingen grooter zijn. De periodieke
kwestie is reeds een vorig maal behandeld en
T zou jammer zijn, als daar weer op werd
teruggekomen. Een besluit dienaangaande is
eerst verleden jaar genomen. Ook verdedigt
Spr. de handhaving der acle-toelagen, die be
doelen den tweeden klerk te prikkelen tot stu
die. Als hij op dc griffie komt, heeft hij alleen
te kunnen schrijven en rekenen; hij kan dus
gerust wat meer gaan leeren, 'zonder dat wc
daarmee vervallen in de acten-jagerij. Dat
willen ook Gedeputeerden niet bevorderen
Spr. begrijpt niet goed, wat men meent met
de o verga ngs-bepaling. Deze wijziging treedt
eenvoudig in den 1 Januari a.s. Van een over
gangsbepaling is geon sprake. Hoe de heer
van Zijst is gekomen lot zijn berekening, dat
een ambtenaar over 100 jaar eerst op het
maximum kan komen, is Spr. een raadsel. De
heer van Zijst verwart de rangsverhooging
met periodieke verhooging. Ook verdedigt
Spr. de bepaling, door don heer Kiettlitz aan
gevallen, dat een^ ambtenaar op 60-jarigen
leeftijd op zijn maximum moet slaan.
Dc heer Kettlitz heeft goede nota geno
men van de verklaring van Gcd. Stalen, dat
men niot jeen academischen graad noodig
heeft om den referendarisrang te kunnen be-
kleedcn.
Het voorstel wordt vervolgens artikelsge-
vvijze behandeld.
De heer v. Bolhuis dient op art. 1 ieen
amendement in, dat door Gedeputeerden
wordt overgenomen.
De heer Bilderdijk licht deze overname
toe. Iliet brengt absoluut geen ander inzicht.
De heer V a n Z ij s t dient een amendement
in inzake de periocTioke verhoogingen. Dc
heer Bilderdijk staat misschien in zijn gedach-
tengang wat dichter bij de middeleeuwen dan
spreker: hij zal daarom niet op de opmer
kingen dienaangaande ingaan. Kan niet ge-
refuteerd wordt, dat iemand, die als tweede
klerk begint. 40 jaar noodig heeft om als adj.-
commies het maximum te hebban. Dat de ver
schillen tusschcn de minima en maxima bij
de gemeente grooter zijn dan bij de provin
cie. blijkt volkomen onjuist, als men de ver
deeling in le en 2>e klas-adjunct-commiczen
enz. wegcijfert. En dat moet men doen om
een juiste verhouding te krijgen. Ook acht Spr.
het onjuist, dat er verleden jaar een besluit
genomen is in zake de periodiekje kwestie.
De heer Van Lier heeft een formeel be
zwaar tegen het voorstel, omdat het een amen
dement is op art. 3 en niet op art 2. Dit schept
verwarring en op dien grond zal Spr. tegen
het voorstel stemmen.
De heer Bilderdijk acht deze opmer
king zoo juist, dat er volgens hem niets te
gen in be brengen is.
De heer Van Zijst begrijpt niet, hoe men
anders de zaak aan de orde kan stellen, dan
hij 't thans gedaan heeft. Vatten Ged. Staten
het formeele bezwaar aan, om 't voorstel den
nek om le draaien, dan handic-len zij daar
mee incorrect, omdat zij verleden jaar een al-
geheele wijziging in uitzicht hebben gesteld.
Spr. tracht verder het formieelc bezwaar op
te heffen.
De heer Kettlitz wijst er op, dat verle^
den jaar door den heer van Zijst en hem een
ingediend amendement is ingetrokken, na
toezegging van Ged. Staten, dat ook de perio
dieke verhoogingen zouden worden horzier
De Voorzitter schaart zich aan de zij
de van de lieeren Kettlitz en van Zijst. Het
is intusschen gemakkelijker, in de plaats van
't tegenwoordige art. 3 het amendement te
stellen van den heer van Zijst Mocht nu 't
amendement worden aangenomen, dan zal
vermoedelijk art 3 worden ingetrokken.
De heer v. Z ij s t heeft het amendement
op art. 2 ingediend, omdat hij meende, dat
art. 3 niet aan de orde was. Heeft de voor
zitter er geen bezwaar tegen, dan zal hij
thans zijn amendement intrekken en 't op
nieuw indienen bij art. 3.
Art. 2 wordt alsnu z. h. s. vastgesteld.
De heer v. Z ij s t dient het amendement in
op art 3. Het amendement strekt, om twee-
jaarlijksehe verhoogingen toe te kennen, den
referendaris van f 200. aan de hoofdcommie
zen van f 150, aan verdere ambtenaren van
f 100 aan den bediende van f 50.
De heer Bilderdijk meent, dat het amen
dement in 't geheel geen rekening houdt met
de verordening, hij acht *t pernicieus en
absoluut niet in *t belang van de provincie.
Een hoofdcommies zal nu na 4 jaren reeds
bijna zijn maximum hebben bereikt, zoodat
er voor een extra-verhooging geen enkele ge
legenheid meer overblijft. Het maakt van een
ambtenaar iemand, ie voortdurend recht
heeft op verhooging. zonder dat op eeniger-
lei wijze rekening wordt gehouden met bij
zondere werkkracht Maar er zit nog iets
anders In het amendement. Namelijk <lit, dat
eerst na gebleken .geschiktheid de verhooging
wordt toegekend, terwijl in het tegenwoor
dige stelsel eerst dc ongeschiktheid moet blij
ken, wil de verhooging niet worden toege
kend
De heer \V erker zal het voorstel steu
nen, omdat 't voor de gemeente Utrecht een
aansporing zal zijn, om dc legere ambtcnar.
beter tc salarieeren (hilariteit.)
De heer v. Z ij s t, ziel het pernicieuse van
zijn amendement in 'l geheel niet in. Een
dergelijke regeling werkt reeds jarenlang in
de gemeente Utrecht zeer uitstekend; even-
zoo in andere provincic's.
Het amendement wordt met groote meer
derheid van stemmen verworpen.
De gcheele verordening wordt daarop z. h.
s. goedgekeurd.
Avondteekenschool Maarssen.
No. 29 Voorstel van Gedep. Staten tot het
verhoogen van het provinciaal subsidie ten
behoeven van de Avond-teekenschool le
Maarssen.
Gedeputeerde Staten stellen voor het sub
sidie aan deze school, dat vanaf 1909 jaar
lijks f 100 bedraagt, te verhoogen tot f 200.
Z. h. .s goedgekeurd.
Prov. Waterstaat.
32. Voorstel "\an Gedep. Staten tot wijcri-
gang van het Reglement op den dienst van
den Provincialen "Waterstaat.
De meerderheid van de commissie, in wier
handen dit voorstel is gesteld, kan zich ge
heid met het voorstel van Gedep. Staten ver
eenden en adviseert dit ongewijzigd vast te
stellen. De minderheid stelt voor in art. 1 in
plaats van „de overige bureau-ambtenaren"
te spreken van een bureau-ambtenaar le
klasse of 2c klasse en dc jaarwedden van die
ambtenaren respectievelijk te bepalen op
1200 a 1700 en f 700 5 f 1100. Verder
wenscht zij in art. 6 opgenomen te zien eene
bepaling omtrent periodieke verhoogingen.
De heer v. d. Hoop van Slochteren
doet een enkele vraag.
De heer Werker vraagt, waarom bij dit
personeel geen periodieke klimming is gere
geld. Hel is wel een klein personeel, maar
dat i9 toch geen reden, om die klimming niet
in tc voeren. Spreker verheugt zich, dat Ge
deputeerde Staten inzake de pensioenskwestie
zich aansluiten bij de Rijksregeling. Intus
schen vraagt spreker, of de financieele gevol
gen ook te berekenen zijn en of men zich voor
stelt een fonds te vormen en hoeveel men
daarin denkt te storten.
De heer Bilderdijk beantwoordt de
sprekers en rescontreert tevens de opmerkin
gen, gemaakt in het verslag Hij detailleert
de toegenomen werkzaamheden van dezen
dienst, terwijl hij opmerkt, dat hij dezen dienst
speciaal gelet dient te worden op de persoon
lijke capaciteiten. De regeling is slechts een
oppervlakkige en dat is zoo gebleven bij deze
herziening, 't Is daarom onjuist, wat de com
missie van rapporteurs voorstelt, om twee
klassen te maken. De regeling moet zoo ruim
en elastisch mogelijk zijn. Ook ten aanzien
van de periodieken. Het is beter dat dc Sta
ten alleen rekening houden met den ouderdom
van dc ambtenaren en met de ontvangen ad
viezen, en dan geregeld de salarissen vast te
stellen.
De heer Kettlitz heeft bij zijn voorstel tot
klasse-splitsing slaafsch gevolgd de regeling
op de griffie, ofschoon hij daar persoonlijk
tegen is, alleen om aan de bezwaren, in de
commissie geopperd, tegemoet te komei Het
geldt hier een stukje regeling van een rechts
positie der ambtenaren in dienst van publiek
rechtelijke lichamen, waarvoor overal gestre
den wordt, evenals voor ambtenaren van con-
cessioneerende maatschappijen. Zie slechts
naar de Ilaagsclie Tramslaking, waar de hee-
ron v. d. Voort van Zijp en Wesseling voor de
rechtspositie vechten. Het is de willekeur in
dc hand werken, wanneer de salarissen al
leen toegekend worden, wanneer ze bij een
of ander bevallen en anders niet. Wie kent
mijnheer U of mijnheer Y in dezen dienst.
Dal personeel wisselt toch ook en we maken
heden niet een regeling alleen voor 1914.
Dc beer Jorissen kan niet met den heer
Kettlitz meegaan en acht een vergelijking tus
schcn dc ambtenaren hier en H talrijke per
soneel \an dc Haagsche Tram geheel mank
gaande.
De lieer van Lier vond aanvankelijk een
regeling, ^orgesteld door den heer Kettlitz,
wel aannemelijk. Het zal gelijkenis krijgen
met de regeling op de griffie. Maar hij is ge-
sluit op de indeelirig in klassen. Nu zal men
kunnen krijgen twee le klasse-ambtenaren,
zonder 2e klasse-ambtenaren; zoo ongeveer als
een stationchef, die zijn eigen ambtenaar is.
Spreker acht het argument van de rechts
positie niet zoo zwaar wegend, daar de men
schen beroep hebben op de Provinciale Sta
ten.
Dc heer Werker is steeds voor een goede
regeling der rechtspositie, of T een paar dui
zend, dan wel 5 ambtenaren betreft. Men
mag niet aan willekeur overgeleverd zijn-
Bovendien zijn de Staten niet direct in aan
raking met deze ambtenaren, zooals bij die
van de griffie. Spreker vraagt nogmaals, wat
de pcnsiocnsrcgeling kosten zal.
De heer van BeeckCalkoen meent, dat
de leden der Stalen zich met deze zaken niet
hebben te bemoeien. Wij hebben slechts de
bezoldiging te bepalen. De opklimming moet
aan Gedep. Staten worden overgelaten en dat
kunnen wc met vol vertrouwen doen.
De heer B i 1 d c r d ij k heeft tot zijn leed
wezen den heer Werker niet op alle vragen
beantwoord, omdat hij hem niet steeds goed
heeft verstaan. Dc diensttijd kan bij de sala
ris-regeling niet in aanmerking worden be
nomen.
Een onderzoek naar de kosten der pen-
sioensregeling zou nutteloos zijn geweest, om
dat 1 een klein personeel Èetreft. dat aan
groote wisseling onderhevig is. En die kosten
moeten becijferd worden op grond van de
leeftijden. Bij groot personeel neemt men na
tuurlijk gemiddelden. Omtrent de kosten van
een fonds zullen Gedeputeerden nadere in
lichtingen inwinnen.
Het voorstol wordt thans arükelsgewijze be
handeld
De heer Kettlitz dient een amendement
in op artikel 1 en art. 6, om een vterdeeling
te krijgen in le en 2e-fclasse ambtenaren te
krijgen.
De heer Bilderdijk bestrijdt dit amen
dement, dat cjoor den heer Kfcttlitx nog
maals uitvoerig wordt verdedigd. Het geldt
hel recht der ambtenaren en dan is dat profc'
cics 'l zelfde, of het 5 of 5000 ambtenaren*
geldt. De heer Van Lier zegt, dat als icraanql
onbillijk wordt behandeld, hij zich met eeft
klacht kan wenden bij dc Prov. Staten. Spf^
zou wel eens willen zien, of zoo'n klaaht bij,
deze Staten ccnig succes zou hebben.
Dc heer Doude van Troostwijk
vraagt, wat de heer Ketïljtz bedoelt m§l
deze Staten. Zijn dan deze Staten zoo onbii<
lijk, dat ze niet op een klacbd ingaan?
De heer Kettlitz neemt zijn uitdrukking
terug. Hij heeft ze in een ziekere opgewonden*
hcid gebezigd, maar trekt haar in, omdat er
een belcckenis aan kan gegeven worden, die
hij niet bedoeld heeft. (Bravo-geroep).
Het amendement wordt in stemming ge
bracht en verworpen met slechts 4 stemmen
vóór.
Het reglement wordt na nog eenige discus
sie h. s. vasfgfcsteld.
Paardenfokkerij.
No. 34. Adres van die Prov. Regelingscom
missie voor de Paardenfokkerij in de Prov,
Utrecht, om een provinciaal subsidie van
ƒ3900-
Gcd. Staten stellen voor het gevraagde sub
sidie te verlecnen
Do heer Van R o lh u i s, vraagt wat doze
vereeniging doet met de rente van het kapi
taal. Dat wordt aan andere vereeniglngen
door Gedeputeerden wel gevraagd. Waarom
niet hier
De heer de WijWerslooth wijst er op,
dat in het plan van besteding genoemd wordti
een premiekeuring van dekhengsten, waar
hoogc prijzen worden vastgesteld. Voorts heb-
ben we een keuring van twee-jarige merriën,
van 3-, 4- 5- en 6-jarige meniën, van veu
lens enz. Vóórkcuringen worden gehouden In
de gemeenten. Bij premie-toekenning is de
voorwaarde verbonden, daf de paarden een
tijd lang ter dispositie moeten zijn in de pro-
\incie ter dekking. Deze paarden doen dus
dienst als verbetering van het paardenras in
dit gewest. Terwijl de commissie in T9T5 mis
schien wol zal overgaan 'tol aankoop van dek
hengsten op de groote markt tc Utrecht te
houden. Deze plannen geven genoeg aanlei
ding om meer subsidie tc verlecnen aan deze
rogdings-coanmissic. Ilet batig saldo van
ruiin 10,000 ontstaat, doordat de premie's
worden toegekend bij opschortende voor
waarden. Ms reëel batig slot over 19T4 heeft
men berekend ongeveer f 2400. Waarom ont
breekt nu een post van de rente over dit batig
saldo? Die gelden kunnen geen voordeel dra
gen. omdat 't geld volgens ministerieel voor
schrift moet gedeponeerd zijn bij de Nederl.
Bank, die daarvoor geen rente uitkeert.
De heer Jorissen dankt namens de com
missie voor de opheldering der punten, die
duister gebleven zijn.
Hot voorstel wordt 7 h s. goedgekeurd.
Jaarwedde Griffier Staten
No. 35. Voorstel van Gedep. Staten tot her
ziening van de jaarwedde van den Griffier der
Sinten en deze tc brengen van f 4000 op f 5000
s jaans mert het oog op een behoorlijke ver
houding tot den nieuw in/gcstelden referen
daris-rang en anderzijds omdnt de tegenwoor
dige jaarwedde voor den griffier een onvol
doende bezoldiging kan genoemd worden met
het oog op de werkzaamheden.
De commissie van rapporteurs adviseert het
voorstel aan te nemen.
Z. h. s. vastgesteld.
Het Landbouwgenootschap.
37. Adres van het Ulrechüsoh Landbouw-Ge-
nootschop om een provinciaal subsidie van
f 200 met het voorstel daaromtrent van Gedc-
put. Staten.
Ged. Starten achten den financieclen toestand
van het Genootschap zoo gunstig, dat zij een
provinciaal subsidie niet meer kunnen recht
vaardigen. Zij stellen derhalve voor afwijzend
op het adres te beschikken.
Dc commissie van rapporteurs is in afwij
king van het prae-adries van Ged. Staten van
oordeel, dat er alle termen bestaan het ge
vraagde subsidie van f 300 te verleenen. Ver
der beveelt zij aan het verleenen van een sub
sidie aan doze of eenige andere vereeniging
ten behoeve van tal-conlróle op uiers en melk.
De heer v. Bolhuis brengt bij dit punt
ter sprake de uitkomst van den in Utrecht in-
gevoerdem keuringsdienst van levensmiddelen.
De resultaten in den korten tijd, dat die dienst
beslaat, zijn verrassend, speciaal ten aanzien
van de koemelk. Spreker haalt cijfers aan,
die hij in het verslag gevonden heeft. Een
zesde van de genomen monsters waren ver»
vet met otter van zieke uiers. De chef van
den dienst wijdt dat voornamelijk aan den
zeer slechten toestand van de stallen. Dat
heeft spreker zeer bijzonder getroffen en hij
wijt 't vooral daaraan dat de slijters dc melk
halen bij kleinere landbouwers in den dichten
omtrek van Utrecht. Nu legt het Landbouw
genootschap zich o.m. toe op 6talverbetering
en men zou deze taak met hernieuwden ijver
opnemen, tot nu ineens dit afwijzend prae
advies van Gedeputeerden kwam, alleen op
grond, dat een jonger bestuur plotseling ont
dekt, dat dc vereeniging een kapitaal heeft
van ƒ15000. Is dat argument nu wel gewich
tig genoeg. liet Genootschap wil de f 15 000
vastleggen, om de rente er van te gebruikeil
voor de bezoldiging van een secretarsi. die do
spil zal zijn van de hernieuwe actie. Met heel
veel genoegen heeft spreker gehoord, dat dé
commissie wèl hét subsidtie wil toestaan.
De heer Jorissen gaat geheel met de
rede van den heer v. Bolhuis accoord. Het
is alweer een bewijs, dat de zorg der gezond
heid op den weg der provincie hgt
Dc heer Van 't Klooster gelooft d^t
e>en goede stalverbetoring alleen zal volgen
na oPn wettelijke regeling.
De heter T u y 11 meent dat de actie van het
Landlbouwgenootschap juist d'ajarom nood
zakelijk is, namelijk om de feesten voor te
bereiden. Spreker vindt, erdfciek op begrootin
gen. in algemeen-zeer wonschelijk, maar
in dlil geval vilrwlt hij de entifek va!n Gedte-»
puteerden wel wat te ver gaan. Spr. betoogt
uitvoerig, da/t het Genootschap het subsidie
mocftlijk kan (missen. Het genootschap heeft
zidh tiïn verschillend opzicht zeer verdienste
lijk gemcüak't, ook ten aatnzien wvn adviezen
aa rode prorviucie. Het Genootschap heeft
steeds met geldgebrek te worstelen. Ov ai-al
en bij alles klinkt het: „Er is geen geld."
Spreker doft ötïi watrm beroep op de ver-