13 versgang. DE EEMLAN DER' Woensdag 22 Juli 1914. BUITENLAND. „BINNENLAND. FEUILLETON. ELLY's BEPROEVING. N° IS Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: iter 8 maanden voor Amersfoort f 1*00* Idem franco per post1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. I.Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en y. Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vódr 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT L Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Vnn 1—5 regels.. f 0.50. Elke regel meer «0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.' Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Duitschland. l>e kwestie van Zabern herleeft in een an deren. vorm door het ibesluit van den stad houder van Elzas-Lotharingen, om den bur gemeester van Zabern Knöpfer, wiens man- daal verstreken was, niet weder te benoemen, ofschoon de gemeenteraad met 17 van de 23 stemmen hem tol herbenoeming had voorge dragen. Bij de bespreking van de Zabernzaak in cie Tweede Kamer van den landdag van Elzus-Lotharingen was Knöpfler woordvoer- t van liet centrum en richtte daarbij scherpe aanvallen tegen de autoriteiten. Met de wei ghing van den stadhouder om Knöpfler weder Lc benoemen, is een nieuw conüicL ontstaan. België. Brussel, 21 Juli. De lord-mayor en eenige gedelegeerden van het Londensciie ge meentebestuur zijn hier om 5 uur 6 minuten -a..,, -komen om een bezoek aan Brussel te Lrc..g n. Frankrijk. Li tegenstelling tot de meeste Fransche regccringspersonen, heeft de minister-presi dent Viviani in Petersburg laten weten, dat hij naar aanleiding van zijne deelneming aan het bezoek van den president der republiek geen Russische ridderorde wenscht te ont- yangen, omdat de aanneming van eene der gelijke onderscheiding strijdig zou zijn met zijne democratische beginselen. De czaar [heeft hem deze houding niet kwalijk genomen en is voornemens, Viviani, als aandenken aan zijne Russische reis, een kunstvoorwerp te yerceren. Mevrouw Caillaux heelt in haar verhoor' voor het hof van assises inzonderheid er naar gestreeld op tc komen iegen de beschuldiging, dat zij den moord op Calmette met voorbe dachten rade heeft gepleegd. Zij verklaarde, dat zij de daad niet heeft gepremedileerd; al thans is zij lot het laatste oögenblik in haar oesluit weifelend geweest Toen de president haar vroeg wat er ge- oeurd was, toen zij hij Calmette was toegela ten, anlwoOiiVie zij vyeciiende: „Ik weet het niet. Ik heb geschoten. Ik meende, dat ik hem niet getroffen had. Alles heeft zich in eene seconde afgespeeld." In antwooixl op eene nadere vraag zeide de beklaagde: „Ik heb liep berouw over mijne daad." Zij handhaafde nare bewering, dat zij geen oogenblik plan u.i-u gehad Calmette te dooden; zij zeide: „Ik Wiide een schandaal verwekken; ik schoot naar onderen, naai* de voeten. Ik heb nooit zegd, aal de straf van Galmei le de dood moest zijn. Ik heb niets gepremedileerd. Ter wijl ik eene ramp wilde vermijden, heb ik een ongeluk gebracht over mijne dochter en over mij zelf, dat niet weer goed is te maken. Ik had beter gedaan maar te laten publiceeren wat men wilde." Ditzelfde herhaalde zij nog eens in haar slotwoord: „Lk heb berouw over mijne daad uit den grond van mijn hart. Ik had liever de publicatie van alle stukken moeten toestaan, dan eene misdaad te begaan." Indruk maakte de verklaring van den pre sident der redübank Mo nier over het be zoek, dat mevrouw-Caillaux hem eenige uren voor den aanslag had gebracht om zijn raad te vragen over een civiel proces, dat zij de Figaro wilde aandoen. Hij had haar gezegd, dat het beste was van pcrsaanvallen geene notitie te nemen. Voor eenige jaren was hij zelf door een blad maandenlang in het slijk gesleurd. Hij had geen spier vertrokken en ten slotte had het blad zijne aanvallen ge staakt. Hij had mevrouw Caillaux geraden de zelfde houding in acht te nemen. De verdedi ger mr. Labori merkte hierbij op: „Maar gij moet niet vergeten, dat eene vrouw niet even sterke zenuwen heeft als gij." Op eene vraa; van Labori verklaarde president Monier, dat hij inderdaad aan mevrouw Caillaux had ge zegd, dal door een proces niets anders zou worden bereikt, dan dat de aanvallen nog heviger werden. Dat is ellendig en men moet zich inet zijne eigen middelen trachten te verdedigen. Natuurlijk had hij niet gezegd, dat men in zulk een geval iemand den sche del moet stukslaan. Mr. Labori liet hierop volgen: „Zeer zeker geloof ik, dat president Monier zulk eene uitdrukking niet heeft ge bruikt; maar mevrouw Caillaux heeft de op merking over de „eigen middelen" zoo uit gelegd." In de dagen, die aan de behandeling van hel proces gewijd zijn, houdt mevrouw Cail laux verblijf in eene cel in de Conciergerie, de gevangenis die niet het paleis van justitie zich onder één dak bevindt, dicht bij de historische cel, waar Marie Antoinette heeft vertoefd. Een onderaardsche gang leidt van de gevangenis naar een trap, die uitkomt in de gerechts zaal dicht bij de bank der beschuldigden. Me vrouw Caillaux komt dus nooit in aanraking met het publiek. Onder de door de verdediging gedagvaarde getuigen zijn eenige chirurgen van naam. De verdediger schijnt het bewijs te willen leve ren, dat cone oordeelkundige behandeling Cal mette in het leven had kunnen houden Engeland* Londen, 21 Juli. De voorzitter van het lagerhuis, vo:iiex<?nlie cot prc-sideoren, kwam een uur voordat de conferentie geopend werd in Buckingham Palace. De menigte was zoo groot, dat lnj door eene zijdeur naar bin nen moest gaan. Later kwamen Dillon, Bonor Law, Craif en Carson te zaïnen, die werden toegejuicht Redmon kwam, door lord Lans- downe gevolgd, te voet. De ministers Asquith en Lloyd George kwamen het laatst De gedelegeerden werden door den koning ontvangen, die allen de hand drukte. De zit tingen zullen even vertrouwelijk zijn als die van het kabinet. Bij de opening van de Ulster-conferentie zeide die koning: Mijnie tusschonkomst kan worden beschouwd als een nieuwe slapmaar de buitengewone omstandigheden rechtvaar digen mijne handelwijze. Gedurende maan den is d"e neiging yan de gebeurtenissen in Ierland gestajdüg geweest naar een beroep op het geweld. Thans is de kreet om een burgeraonlog op aller lippen. Het is ondenk baar, dat wij aan den rand ivan eeta broe dermoordenden strijd worden gebracht over aaiken, die blijkbaar zoozeer geschikt zijn om te worden geregeld, wanneer zij in den geiesit vaai een ed/elmaedig compromis ter hand worden genomen. Uwe verantwoor delijkheid is inderdaad groot. JDe Lijd is kort. Ik weet, idtart gij hem zult besteden ten meeste nutte on dial: gij geduldig, ernstig en verzoeningsgezind zult zijn met het oog op de grootheid van idie op het spel staand© be langen. lk bad God uwe beiuadslajgingon te ledden zoodanig, dalt zij zulien uitloopen op vrede en op eene eervolle schikking. Londen, 21 Juli. Er is reden om te ge- looven, dat de bijeenkomst van de conferentie volkomen minzaam was. De kwestiën, die moe ten worden opgelost, werden besproken, maar men kan niet zeggen, dat tot heden men defi nitief tot de overeenstemming genaderd is. Oostenrijk-Hongarije. I s c h 121 Juli. Graaf Berchlold i j heden hier aangekomen en werd door den keizer ontvangen in eene audiëntie, die een uur duurde, om over de loopende zaken van zijn ressort rapport uit te brengen. Hij vertrekt morgen vroeg naar Salzburg. Daar zal hij een dag doorbrengen voor particuliere zaken, om dan naar Wecnen terug te kecren. Ischl,21Juni. De gemeenschappelijke minister van financiën heeft aan eene depu tatie van de Servische nationale partijen in den Bosnischen landdag zijn dank uitgedrukt, dal deze partijen besloten zijn ook verder vast te houden aan de oude richtingslijnen van de politiek. De deputatie verzekerde, dat de partij vasthoudt aan het programma om trouw te blijven aan de dynastie en de monarchie in haren politiekcn arbeid voor het welzijn van Bosnië. De minister verklaarde, dat als de Servische bevolking van Bosnië hare gehechtheid aan de monarchie bewijst door eene bezonnen en vaderlandslievende houding, nooit de ge dachte kan opkomen om tegen de Serven te re- geeren. Rusland. Petersburg, 21 Juli. Op het rapport over do muitzieke redevoeringen van den af gevaardigde Tsjkheidze in de doema, die daar om voor het hoogste gerechtshof zou worden gedaagd, schreef de keizer den volgenden vol zin „Ik hoop, dat van du af de voorzitter van de doema geene met wet en eed strijdende uit- druklriixgcn. JTieer aai -dulden. Devervolging moet worden gestaakt." Petersburg, 21 Juli. Heden namiddag kwam president Poincairé hier aan met het jacht Alexandria. Op de landingsplaats werd hij door den minister van marine en den chef van den gencrolen staf der marine begroet, De eerste burgemeester heette hem welkom en bood hom brood en zout aan. De president in specteerde de eerewaebt. Toen hij de lain- dingskade betrad werd hij door hel publiek mot levandi-g hoerageroep begroet. De president begaf zich naar de Petrus- en Paulus-kafchedraal en legde op het graf van czaar Alexander III een zilveren zwaard neer. Ilij ontving later in hot winterpaleis hel corps diploma li que en verschillende deputation. Om zes uur des avonds bezocht de presi dent het Fransche ziekenhuis. Om zeven uur werd in het paleis der Fransche ambassade een diner gegeven, waaraan de ministers, met den minister-president Goremykin aan het hoofd, deelnamen, en ook de Russische ambas sadeur te Parijs Iswolsky. IIol stedelijk bestuur bood terzelfder lijd de officieren yan het Fran sche eskader een feestmaal aan, waarop in het raadhuis een raout volgde, waaraan om streeks 500 personen deelnamen. Omstreeks 10 uur verscheen ook president Poincaré eene korte poos op de raout mei zijn Russisch en Fransch gevolg on met den Russischen minis ter vaai binnenlandsche zaken. Hij werd met de Fransche en Russische volksliederen en mot hoerageroep ontvangen. Daarop keerde de president op het jacht Alexandria naar Petea-hof terug. Ilij word overal door eene talrijke menigte met geest drift begroet. Bulgarijë. De minister van oorlog heeft bij de Sobranjc een wetsontwerp ingediend lot machtiging van het legerbestuur om van tijd tot tijd alle van den militairen dienst vrijgestelden iot aan den leeftijd van 46 jaren, die door genees kundig onderzoek voor den militairen dienst geschikt zijn bevonden, onder de wapenen te roepen. Het aantal van deze van den militai ren dienst vrijgestelden bedraagt 20.000. In de toelichting van dit wetsontwerp wordt verklaard, dat deze maatregel noodzakelijk is gebleken, omdat men in den laatsten oorlog heeft kunnen conslateeren, dat een groot aan tal voor den dienst gescliikten voor onderge schikte diensten gebruikt werden, terwijl tal rijke zieken zich bij den troep bevonden en voor den effectieven dienst zonder waarde waren. Servië. Belgrado, 21 Juli. De koning begeeft zich den 24en naar Rübarskabauja tot voort zetting van zijne kuur. Albanië. Durazzo, 21 Juli. liet gisterenavond uit het rebellenkamp ontvangen antwoord weigert op eene andere plaats dan Schink on derhandelingen met vertegenwoordigers van de groote mogendheden te voeiren. Men zegt dat de gevolmachtigden van de opstandelin gen verplicht zijn er op te blijven staan, dat de onderhandelingen te midden van het volle gevoerd worden. De vertegenwoordigers van de mogendheden nemen heden een besluit of zij naar Schiak zullen gaaa. Er is vastgesteld, dat de militaire leidsman van de opstandelingen een gewezen officier is, die onder Torgoet Pucaa kolonel bij den generalen staf is geweest Durazzo, 21 Juli. Heden zijn 240 Ru- meensche vrijwilligers met yersdheidéne offi cieren hier aangekomen. Gisteren kwam het bericht, dot echter nog niet bevestigd is, dat de regeeringstrouwe be volking yan Berat de rebellen uit de stad heeft verdreven. Turkije. Konslanlinopel, 21 Juli. De vierde afdcelimg van de Kamer, die belast is met het voorbereidend onderzoek legen de leden van de bedde vorige kabinetten, heelt heden voor zich laten verschijnen de in Konstan bi nope 1 aanwezige leden van die kabinetten. Zij ver hoorde den gewezen grootvizier Ghazi Moekh- tar, den oud-minister van buitenlandsche za ken Noradungliian, en de oud-ministers ria, Abdurrahmo en Fevzi, die respectievelijk ge weest zijn ministers van arbeid, van financiën en van de vakoefs. Marokko. Tctuan, 21 Juli. Tengevolge van dief stallen van muildieren, door inlaaidors ge pleegd, anüdlektcn de troepen de vijanden in een hinderlaag. De vijand opende een vuur. De Spanjaarden hadden 7 dooden en 4 ern stig gewonden. De vijand werd verstrooid. Perzië* Teheran, 21 Juli. De sjah begaf zich heden in plecktigcn optocht van hel paleis naar het medsjliss, waar hij den eed aflegde op de grondwet. Daarna ging hij naar de be lendende moskee, om daar te bidden. Allerlei. Moskou, 21 Juli. Het' tramverkeer is wegens eene proteststaking van de werklieden van het clectrische coutroleslatiou gestaakt. Petersburg, 21 Juli. Volgens officieeie opgaven bedroeg keL aantal stakers lieden morgen 60.000. Een politic-officier en 11 poli tieagenten, die door de stakers cloor steen worpen waren gekwetst, openden op lien een vuur, zonder iemand te verwonden. Toen in de wijk Wiiborg een. kozalc door een steenworp licht gewond werd, losten andere kozakken zeven revolverschoten, waardoor een werk man zwaar en zijne dochter debt gewond werden. In den loop van den dag werden 52 perso nen in hechtenis genomen. Volgens den „Lokal-Anzciger" heeft Ie Gaidar, op de Ganarischc Eilanden, een ver schrikkelijk automobiel-ongeluk plaats gehad. De wagen stortte in een afgrond, waardoor zeven personen gedood werden, twaalf le\cns- gevaarlijk gewond en twintig zwaar gewond. Reuter seint ons uil Brussel, d.d. 21 Juni: Mevrouw CayatCastclla, is bij proef nemingen met een valscherm uit een hoogte van 600 meter doodgevallen, omdat het toe stel niet openging. De Staatscourant van Woensdag 22 Juli bevat o.a. de volgende Koninklijke Beslui ten: benoemd tot landmeter bij het kadasle? W. R. Smits; J. J. A. Ilezenians; W. Suur^ mond; P. Verhage; J. "W. Loving; J. 11. v Marie; 11. Vermeulen en F. D. Kiers, aller Lkans adspirant; op verzoek eervol ontslagen C. J. D. van Eyek, rentmeester bij het kadaster te Amers foort benoemd tot kantonrechter te Haarlemmer meer J. H. ten Bokkel Huynink thans kanton rechter te Lemmer; benoemd lot adjunct-commies bij de lopj&A grafische inrichting G. J. C. van Zeyl de Jong,' gepensionneerd le luitenant met den rang van ritmeester; op nou-activitcit gesteld wegens lijdelijke ongesteldheid de lc luitenant II. C. J. C. van Slockum van het 4e regiment huzaren; benoemd tot reserve 2c luitenant bij het 18e bataljon landweer-infanterie de reserve ser- cant II. Wcynholz van het 20e regiment in* fanterie. H. M. de Koningin nceft gisteren op Het Loo den Japanschen gezant bij ons Hof, Ai-', moro Sato ontvangen, ter overhandiging zij ner terugroepingsbrieven. Daarna heeft de gezant deelgenomen aan het diner ten Paleize en is heden ochtend naar s Gravenhagc teruggekeerd. 1 Aan het diner namen ook deel de Gnoat- mecsteresse, de grootmeester en de opperce- remoniemeester van H. M. de Koningin. Neem elks berisping aan maar behoud uzelf het oordeel voor. Roman uit het Zweedscli door A. 'M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 1 „Zjj is waarlijk heel aardig, de oude vrouw. Praat met haar zooals ik deed, dan blijft ze in een goed humeur en neemt ze je zeker aan en dan kan je het goed hebben. Adieu!" „Adieu!" Hij is buiten, en de deur is dicht Het is een iv"are opluchting. Wat is het vervelend om erbij te zitten wanneer je ziet dat twee menscheu niet bij elkaar passen. En dan nog wel je eigen broert Tante Ida staaf bij de tafel in de voorka mer en legt de boeken terecht, die Sven inge keken heeft. Zij glimlacht tegen mij. „Wat aardig van u, tante Ida, om Svo» te eten te vragen." Een knikje tot antwoord» Zij glimlacht stog, en wat ziet zij mij opmerkzaam aan. „Jwüie lijkt eigenlijk niet veel op elkaatüT (Dat klinkt als oen compliment voor mij. 'Arme S^u! V <r ik kan niet helpen daft het mij Een brief voor tante Ida. Ik 'behoef niet langzaam te loopen om het adres te lezen. Groote onregelmatige ietters. Die dit geschreven heeft, is niet bijzonder handig met de pen. Maar er is toch iets eigen aardigs in het schrift. En straat en nummer nauwkeurig aangeduid, zoodat de brief wel tereaht moest komen. Zou het va/n haar oude dienstbode, Edla, zijn, die twintig jaar bij haar gewoond heeft? Zou die sahrijven dat zij terugkomt? Wat zal er dan van mij worden? Hoe zij ook zoekt, tante Ida heeft nog geen betrek king voor mij kunnen vinden. „Als 't u blieft, tante Ida." Haar geziaht heldert op als zij het schrift ziet Zij schijnt (het eens te zijn .net alles wat zij leest. Ik heb zeker goed geraden. Nu het laatste blaadje. Het slot. De brief wordt met een uitdrukking van tevredenheid in haar zak gestoken. „De brief is van Edla." „Schrijft zij wanneer zij thuis komt?" „In de volgende week. Haar moeder is nu weer zooveel beter dat die baar huln niet meer noodig heeft" Wij zien elkaar aan. Denken wij aan het zelfde? Haar gelaat verandert, zij kijkt bekommerd, maar er ligt een zekere teederheid in haar blik. „Ja, kleine Elly, je blijft in ieder geval totdat wij iets goeds voor je gevonden hebben. Het zal mij erg leeg rijn wanneer je niet meer oon mij heen bent Ik hoop dat het nog duurt tof den zomer, dan ga ik naar buiten en zul len wij moeten scheiden." Meent zij het dat xij mij missen zal? Het is haar gewoonte niet om iemand om denjmn le leiden door voorgewende vriendelijkheid. Wij zijn nu midden April. Dus nog ander halve maand zal ik haar gast zijn, tenzij er een geschikte plaats voor mij openvalt. Mag ik haai* gastvrijheid zoo lang aannemen? Wat geeft zij mij een vriendelijk tikje op mijn hand. Zij bemerkt zeker dat de thuiskomst van Edla mij niet vroolijk stemt. „En hoe langer je blijft, Elly, hoe beteer de aanbevelingen kunnen zijn." Het klinkt als scherts. Maar tochvoor mij is het dat niet geheel, lk voel een kleine steek. Het schijnt dat zij nog niet zeker van mijn karakter is. Ik moet nog nader onderzocht worden. Stemmen in de keuken. Edla is zeker ge komen terwijl ik uit was. Tante Ida zond mij misschien wel weg om haar alleen le ont vangen. Nu, dat is natuurlijk. Zij zijn zeker heel goede vriendinnen. Zij is liier zoo lang geweest en vroeger tien jaar bij tante Ida's zuster, buiten. Een familiestuk dus. Haar stem is luid, boewei zij niet zooveel zegt. Ik zou denken dat ze wel veel over baar reis te vertellen zou hebben. Maar het is juist andersom. Tante Ida spreekt het meest. Waar over kan zij het zoo druk hebben? Ach, ik weet het! Eon uiterst 'belangrijk onderwerp, namelijk mijn persoon. Het is beter dat ik naar binnen ga, voordat ik wat boor. Het pluchen tafelkleed afgenomen en ongevou- wen, nu (het tafellaken in de plaats. Ik maak alles hier zooveel mogelijk in orde en wacht zoo lang ik kaïn met de glazen en de borden uit de keiïkon te halen. Het brood mandje, de messen en vorken. Hoe laat is het? Reeds acht uur, dan zal ik wat voortmaken. Zij zal toch dezen avond hare werkzaam heden niet hervatten? Daar wordt de deurknop omgedraaid, daar is zij. Een kleine vrouw "van vijftig jaar, uitge droogd en mager, met een hesjeskin en een paai* kleine scherpe oogen waarmet zij ge durig vóór zich uit ziet. En het blad met kopjes en glazen heeft zij in de handen. Tante Ida heeft de deur voor haar geopend cn sluit die ook weer. „Hier hebben wij nu Edla. En hier, Edla, heb je mijn kleine hulp." Edla buigt zoo diep alsof zij groolen eer bied voor mij heeft. Maar meteen kijkt zij naar mij, als woog zij mij op een weegschaal. Zij zot het blad op het buffet en koint mij met uitgestoken handen tegemoet. Dat is lief. Zij wil dus vertrouwelijk zijn en mij de hand geven. „Ik zal wel verder dekken, kleine dame!" Zij is volstrekt niet van plan om mij een hand te geven. Zij wil mij slechts de messen en vorken afnemen, die ik in de hand heb. En nu gaat zij de tafel rond en dekt verder, ik word aan kant gezet. Zij heeft haar recht matige plaats in bezit genomen, en ik heb hier in huis niets meer le doen. Tante Ida en ik zetten ons aan tafel. Ik be hoef niet moer op te staan om een schaal te verwisselen- Edla is mij steeds vóór cn on derwijl praat zij druk. Nu komt zij met de visch, bruin gebakken en gloeiend heet. En tante Ida eet en lacht en prijst de visch als voortreffelijk. Evenzoo de thee. Zij proeft ervan en geniet. Het is alsof zij in langen tijd geen smakelijk eten of drinken heeft geproafd. En dat is dan mijn schuld geweest. Ik ben tot niets nul. Hoezeer tante Ida beproeft mij iels lc loeren, ik zal toch alüjd wel een stumper blijven cn mij onmogelijk maken. Misschien kan ik nog geen betrek king krijgen omdat zij mij nog niet durft aanbevclcnl Ik heb geen trek. Ik kan zelfs de visch niet eten al is ze nog zoo voortreffelijk, en ik kan de 'heerlijke ühcc niet drinken. Alles blijf] mij in de keel steken. Weer dc stoep af met het zelfde resultaa» als vroeger. Zij willen mij niet hebben. Twee maanden als hulp bij een oude dame te zijn geweest, is geen aanbeveling genoeg. Dan weten zij in 'l geheel niet wat ik kan of dat ik geschikt ben voor hunne omstandigheden. Dit is zeker de negende keer dat ik op een advertentie een betrekking zoek. Ik begin bijna le gclooven dat er mcnschcn zijn, die legen tante Ida zeggen dat ik geen betrekking zal krijgen, voordal zij mij toevallig aan een kennis kan aanbevelen. Maar ik moet toch blijven zoeken om de ander uit den weg te loopen. Ik kan niet thuisblijven cn niets doen, of zoo goed als niets, cn altijd Etlla's kleine grijze oogen ontmoeten, die steeds zeggen: „Wat doe je hier?" Hilda! Is dat Hilda niet in haar bruin wan delpak en met haar groolen hoed? Jawel, zij is het. Hé, het zou wel aardig zijn even met haar le praten. Ik heb mij wel voorgenomen om haar te ontwijken na ddc dwaasheid van het bal, maar ik moet eens een niensch spre ken, ÖJ iets vroolijks le vertellen heeft. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1