DE EEMLAN DER". 'Maandag 27 Juli 1914. N° 23 ^hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Ptr 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. -'Idem franoo per post1.50# £er week (met gratis verzekedng tegen ongelukken) 0.10. Afzonder/yke nummers 0.00. Deze Courant verachtfnt dagelijks, behalve op Zoo* en Feestdagen. 4dYertentiftp j?eiieve Jia/s* jrëdr 11 uur. famihr =35= Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regola.. f 0.30. Elke regel meer0.10. Dienstaanbiedingen 85 cents b(j vooruitbotaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bopalingon tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene oirculaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. maar niet op dit oogenblik. De heeren weten dat met dit voorstel gemoeid is eon som van f 10000, dat is voor een gemeente als Amers foort een groote uitgave. En wij willen na eerst weten waaraan wij toe zijn. In ieder geval is hot niet raadzaam, de begrooting van een jaar direct zooveel in de hoogte te jagen en aangezien de hoofden beter kunnen wachten dan de onderwijzers van bijstand, zijn wij met deze laatsten be gonnen. Een uitzondering hebben wij echter gemaakt voor de woninghuur van de school hoofden, omdat ieder het er over eens is, dat Amersfoort in bijzondere omstandigheden ver keert, omdat de wonioghuren hier zoo schrik barend naar boven zijn gegaan. Daarom hebben wij den hoofden een beetje tegemoet willen komen, en stellen voor, hun flOO meer te geven. Maar om 'nu direct weer f 100 bij te geven, ik zou dit werkelijk niot wenschelijk vinden. Daarmee zou de heer Gerritsen mis schien boreiken dat de salarisherziening van de sohoolhoofden, die ook noodig is, misschien een of twee jaren langer wordt uitgesteld dan op hot oogenblik behoeft te zijn, terwijl wij haar nu vermoedelijk heel gauw ter hand zullou nemenDe heer Gerritsen schijnt daaraan to twijfelen. Ik geloof niet dat ik don heer Gerritsen reden gegeven heb, daaraan te twijfelen. Ik heb een paar jaar geleden belootd het mijne te znllen doen om een salaris verhooging voor de onderwijzers te be vorderen in het ooilege van B. en W. Dat heb ik gedaan. Dat dit het vorige jaar niet kon gesohieden, is zeer tot mijn leedwezen geweest, maar hot ging niet anders, met het oog op de financiën. AIb ik nu- op dit oogenblik zeg, dat het wel degelijk in mijn voornemen ligt te trachton het salaris van de hoofden van scholen ver beterd to krijgen, dan geloof ik niet dat de heer Gerritsen reden heeft om eraan te twij felen. Dan krijgt misschien meteen de heer Jorisson zijn zin. Dan kan de salarisregeling beter fundamenteel geschieden. Ik moet U zeggen, ik voel wel iets voor de redeneering van den heer Joris sen. Het kan echter niet in een vloek on een zucht tot stand gebracht worden. Dat k onmogelijk. En als wij het voorstel van den heer Jorissen aannemen en deze zaak renvoy- eeren naar B. en W., dan wil ik zeggen dat wij op het oogenblik zoo vol met werk zitten dat ik den heeren kan verzekeren dat de ge- heela verordening gevaar loopt. Wij rijn thans met onze begrootiDg bezig. Wat de heer Jorissen wil, is niet zoo gemakkelijk trit te werken. Dat moet onderzocht worden, daar is tgd voor noodig, en dan kannen wij die sala rissen zoo goed mogelijktrachton te maken. Ik moet dus werkelijk ontraden op dit oogen blik op de beide voorstollen in te gaan. Ik geloof dat ik hiermede ook tevens den heer Hagedoorn heb beantwoord. Die vroeg koe het verschil tusschen de onderwijzers en de hoofden van scholen zoo groot komt: De onderwijzers bereiken op dertigjarigen leeftijd hun maximum, en hoofden worden gemiddeld op veertigjarigen leeftijd hoofd, en moeten er dan nog twaalf jaar over doen. Dat bon ik volkomen met den heer Hagedoorn eens. Ook dit zullen B. en W. onder de oogen zien. Mijnheer de Voorzitter, ik meen hiermede voorioopig te ktmnen volstaan. Wij moeten het van avond niet al te lang mak An. De heer J o ri s s e n: Mijnheer de Voorzitter, niets heeft mij meer verheugd dan hetgeen soo pas door den wethouder van onderwijs is gezegdmet een vloek en een zucht kunnen wjj het niet m orde maken. Dat is juist wat ik zooeven zeide. Als zij geen dag en geen rarr kunnen waohten, laten wij ze dan tenminste drie maanden tijd geven. Wij kunnen zoo iets niet zoo gauw in orde maken. Het zou in eens een heele revolutie worden in de solariëoring van de hoofden van scholen, wanneer wij deze op dezelfde wijze gingen regelen als die van de onderwijzers van bgstand. Waar ik nu meen dat de hoofden van scholen voor evon- tueele extra diensten die zij verrichten, ook extra betaald moeten worden, kan niemand van mg verwachten, dat ik van avond met een bepaald voorstel kon komen. I Daarvoor heb ik niet do gegevens. Ik bad wel naar de Secretarie kunnen gaan en dit en dat kunnen vragen, maar niemand zal van mij als gewoon raadslid verwachten, dat ik van avond met een volledig voorstel voor den dag kom. Wat do Wethouder van Onderwijs zegt, is mij dus uit het hart gegrepen dat is niet zoo gemakkelijk te doon. Ik zal daarom met een voorstel komen om artikel 2 uit deze ver ordening niot in behandeling te nemen en het artikel te ronvoyoereri naar B. en W. met verzoek om rekening te willen houden met de opmerkingen in den Raad, dat de salariëering van de hoofden van scholen op gelijke wijze kan geschieden als die van de onderwijzers van bijstand. Zij kunnen dan te gelegener tijd met een nieuw voorstel, wat artikel 2 betreft, komen. Ik wil dit voorstel wel even voorlezen maar ik hoop, mijnheer do Voorzitter, dat mÜ Qog oen oogenblik gelegenheid wilt geven om dat nader uit te werken. De V oorzitter: Het voorstel van den heer Jorissen raakt de orde van handeling, en moet dus thans vóór alles in stemming komen. Het luidt aldus „De Raad der Gemeente Amersfoort „overwegende dat 't wenschelijk is dat bij „de regeling dor jaarwedden van het „personeel bij het Logor Onderwijs over eenstemming zij tusschen de wjj ze van „8alaneering der hoofden der Lagere „Scholen en de onderwijzers van bijstand „aan die scholen. „Overwegende, dat bij het door B. en „W. ingediende oonoopt-besluit bij de „salarieering van de hoofden der scholen „een geheel andere wijze van salarieering „wordt toegepast dan bij de salarieering „der onderwijzors van bijstand. „Besluit Art. 2 van het conoept-besluit „thans niet in behandeling te nemen en „te renvoyeeren naar B. en W. met ver doek aan B. en W. om met in achtne- „ming van het boven medegedeelde alsnog «een nieuw voorstel in dezen aan den Raad te doen." De heer Van Achterbergh: Mijnheer de Voorzitter, mag ik dan nog een onkele vraag doen Ik zou den heer Jorissen willen vragenbestaat een dergelijke regeling op andere plaatsen ook zoo, of zou dit hier het begin zijn en moeten wij den weg openen De Voorxitter: Dat zal straks nog kunnen blijken. Eerst moet ik vragen of het voorstel van den heer Jorissen voldoende ondersteund wordt. Het voorstel van den heer Jorissen wordt v o ldoende ondersteund, en kan mits dien een punt van beraadslaging uitmaken. Do hoer Jorissen. Mijnheer de Voor zitter, mag ik even de vraag van mijnheer Van Achterbergh beantwoorden? Daar weet ik niets van, ik heb alleen gemeend, dat in de salaris-regeling uniformiteit moet zgn, en ik heb gemeend dat dit dienstig kon zijn aan een goede oplossing. Ik heb mij alleen afgevraagd, waarom een hoofd van een lagere school aan school A andere gesalarieerd moet worden dan aan school D of aan school PP Ik zie de noodzakelijkheid daarvan niet in. Als hoofden van scholen hetzelfde prestoeren, dan hebben *9 ook dezelfde verantwoordelijkheid. Maar feheel iets anders wordt het, wanneer b.v. het oofd van school A nog andere diensten moet verrichten. Voor buitengewone of lievor extra diensten moet hij apart bezoldigd worden. Maar als hoofden van scholen als zoodanig, staan de heeren voor mg allen gelijk. Ik zie geen verschil in dit opzicht tusschen een armee school en een andere school. Ik zou bijna zeggende verantwoordelijkheid van een hoofd van een armenschool is ontzettend veel grooter, en daarom zon hg nog hooger gesalarieerd moeten worden dan b.v. het hoofd van school A, waar kinderen nh den deftigen stand komen. De V o o ralfc fc^e r j Laat ik U even onder breken. Ik verzoek do aanwezigen op de publieke tribune zieh te onthouden van tee kenen van bijval of afkeuring. De heer Jorissen: Daarom juist heb ik gemeend dat allo hoofden van lagere scholen gelijk bozoldigd moeten worden, be- hondens natuurlijk extra-betaling van buiten gewone diensten. Dit is de meoning waarvan ik ben uitgegaan. De heer Kroes: Ik zou den heer Joris sen nog een vraag willen stellen. Het is dus zijn bedoeling niet een vorhooging te doen aannemen; alleen een gelijkstelling tas de hoofden van de verschillende lagere scholen. Wij moeten deze motie steunen of niot steu nen, en daarom wil ik graag weten wat de bedoeling is. Dr. Jorisson bedoelt dus alleen gelijkstelling van de hoofden van scholen ABO enz. De heer Jorissen: In zoo verre zij hun diensten prestoeren als hoofden van scholen, staan zij voor mij precies geliik. Alleen bij zondere diensten wil ik bijzonder gehonoreerd hebben. Wanneer bv. van het hoofd van sohool A wordt verlangd dat hij een acte heeft in een of andere taal, of in wiskunde, of welke acte dan ook. of buitengewone andere dingen moet doen. dv. moet optreden als hoofd van de M.U.L.Ö. school, die aan die school ver bonden zou zgn, dat is toch denkbaar, dan moet hij voor die buitengewone dingen extra betaald worden. Maar zijn salaris als hoofd van een lagere school moet hetzelfde zijn als de salarissen van hoofden van andere scholen, en zooals ik straks zeide, ik heb dat salaris aangenomen op f1350 tot f1800, een salaris dat hot N. O. G. meent, dat in Amersfoort het passende salaris zou zijn voor een hoofd bjf net Lager Onderwgs. De Voorzitter: Gaat U hier nu met verder op door Uw voorstel gaat immers over het systeem en niet over de cijfers. Laten wij dat goed nife elkaar houden, anders 1™*»* er misverstand. De heer Jorissen: Natuurlijk. Ik gaf ook maar eon voorbeeld. Ik heb het alléén maar over het beginsel. De heer Rolandus Hagedoorn: Mijnheer de Voorzitter, ik sympathiseer sterk met het idee van den hoer Jorisson, maar na hetgeen ik gohoord heb van den Wethouder van Onderwiis, dat hij ook daarmee instemt en wel dogelijk heeft toegezegd het beginsel dat de heer Jorissen voorstaat, en ook het idee door mg te berde gebraoht, met naar ik hoop bekwamen spoed tot uitvoering te brengen, daar zou mij dit liever wezon dan op het oogonblik dit aan te nemon en af te waonten, wanneer tenminste de Wethouder van Onder wijs belooft ook daarmcj spoed te maken, m verband met de grooto werkzaamheden die op het Stadhuis plaats hebben. De heer Jorissen: Adcalendasgraecas 1 De heer Gerritsen: Ik moet zeggen dat wanneer ik van B. en W. geen bevredigend antwoord krijg, ik werkelijk met den heer Jorissen zal mooten meegaan. B. en W. heb ben een abnis begaan, het is straks reeds door een van de loden opgemerkt. Zij beweren dat er sinds 1912 een verbetering is gekomen in do salarissen van de hoofden, maar ik zou van B. en W. die regeling van 1912 wel eent willen hooren. Het is absoluut niet waar, dat de tegenwoordige salarieering dateert van 1912. Dat houdt in het geheel geen verband met deze algemeene regeling. Hoewel ik heel veel gevoel voor het voorstel van B. en W., en misschien de andere leden mèt mij, blijf ik mijn voorstel handhaven om te komen op een minimum van f 1300 voor de hoofden. Wij kunnen toch mot groote zekerheid zeggen van het jaar krijgen wij geen nieuw voorstel. Hot volgend jaar of wel over twee jaar zal er een klein kansje zgn. Laten wij daarom be ginnen met oen uitgangspunt van f 1300. Ais ssises Albanel ttend rechter, ©zonden aan Figaro aldus ont zichtbaar rdcel van de t haastig tus- chorsen. Het is echter zoo il kon weor- eert ons." Albanel heelt u bijzittenden de stappen, n heeft beslo- t van justitie il zijn waar in moord van Caillaux mo es leven uit- opeiibaarma- jeheimen van roote publiek ©ss tukken ge- •reahtshjof, de der brieven -gelezen, beb oerde, dat zij voor een uur bij te bren- dfdesbetuigin- ■een gemengd woorden: ,Jk iel duizenden zaak Zater- gebracht en y den Zondag eerste werk- egonnen, nog vonnis i dus ichten. president van nden rechter de openbare n heeft afge- i de houding :n der getui- diie zich ver* cüaarom ver van het pro* •rdde hierop, «partijdigheid 2dwongen op esident Poin- gekomen. Hij insen en dc i autoriteiten president re- i slot. ster-president ier aangeko- ■nlic met den Heden avond •ije. ind van den van de laat- ook heden in Ischl. Er zijn nog geene schikkingen gemaakt voor het vertrek van den monarch. Bij het familiediner, dat heden gegeven weid, had eene bijzonder hartelijke begroe ting plaats tusschen den keizer en hertogin Victoria Louise van ^runswijk. Ischl, 26 Juli. De keizer was gedu rende den gcheelen dag met inspanning werkzaam. Hij voelt zich volkomen wel. Des avonds kwam het in den schouwburg tot geestdriftige beloogingen voor keizer Frans Jozef, voor keizer Wilhelm en voor de ver bonden rijken. Oostenrijk en Servië. Weenen, 25 Juli. De bijzondere cor respondent vaoi -die Neuc Freic Preasc te Bell- gnaxlo bciiohit, dal de vreclo als verzekerd (kan worden, beschouwd. Servic zal de Oos- tonrijiksahe n-ota voile-dig 'aannemen. Wc eau en, 25 Juli. Kort voor zes uur s avoaudis werd hel antwoord van de Servi sche regeering op de nota van Oostenrijk- Ilongarije overhandigd. Het antwoord wordt niet als bevredigend beschouwd. Dc Ooslcn- rijiksche gezant heeft met liet personeel van hot gezantschap Belgrado verlaten. Belgrado, 2 5 Juli. De Servische re- geerinig had ireedis om drie uur s namiddags de mobilisatie van het göliedk leger bevolen, liet bof en de regooriang, alsmede dc (roe pen, ontruimen Belgrado. Dc zetel van de regearing zal naar Krogoejcwacs verlegd worden. la o hik, 25 Juli. Graaf Bc-rclit'old kwam kort voor vier uur Idea* aan. llij werd door de talrijke menigte met luid gejuich begroot. De minister van oorlog kwam met denzclf- den trein aan. Graz, 25 Juli. J>c chef van den Ser vische» gen&ralen staf, generaal Po et nik, die sedert ©enige weken met zijdie dochter voor eene kuur in Gleickeiiberg (Stiermarken) ver toefde, is lieden namiddag vertrokken naar het zuiden Weenen, 25 Juli. Naar verlui dlia sledhts een gedeeltelijke mobilisatie bevo len. •Er zijn eene reeks maatregelen genomen op het gebied van hel birmenkmdseh be stuur. Aan don opperbevelhebber van Ida strijdmacht in Bosndë, Herzegowina cn Pal- malde zijn de bevoegdheden van het pofón tick© bestuur opgedragen. Verder is bepaald die opheffing van de grondwettige bepalin gen over die persoonlijke vrijheid, het' reolit van vergadering, hel briefgeheim en de pers vrijheid, de sohonsing van de r echtbanken va» gezworenen, de beperking van hel paswezeo* IB|u/itgers wiorden wegens ptnafbarle hande lingen tegen het leger aan de militaire rechtsspraak onderworpen. Een gedeelte lipt verbod van iln-, uit- «en doorvoer is uitge vaardigd. Vender is de wet op do corlogs- prestatién van kracht verklaard. De landda gen en de rijksraad zijn gesloten. Een communiqué merkt hierbij op: Al zei len deze maatregelen in menig opzicht van Begrijpenden invloed zijin op Jiet normale burgerlijke leven, toch mag met het oog op het ernstige uur met zekerheid verwacht worden, dat dc zware verantwoordelijkheid, 'die tot dezen stap moest d*oen besluiten, door alle bewoners van het gemeenschappelijke vaderland wordt begrepen. Weg met hoed en mantel. Het zal prettig zijn om 'liet te zeggen. Het brandt mij op de long. De deur naar de keuken staat op een kier en ik hoor Edla daar binnen. Ik za haar blij maken met mijn nieuwtje. Edla, nu zal je gauw Van mij bevrijd ongewoon baar te zien zitten met ledige handen. Misschien lijkt zij mij daarom zoo zwak en vermoeid. Ik moet mij bukken om bij de onderste bladeren le komen. En lichte druk op mijn arm. Wat wil zij? Haaf oogen zim zoo groot en helder. - lieb gedaan. De tranen rollen mij over de wangen. Zij heeft mij Uef«ekregen, tante Ida. Nu dadelijk naar Edla, voordat zij mij ver raadt. Daas* staat zij 'bij het fornuis. „Edla, je moet cr niet over spreken dat ik die betrekkina heb aangenomen. Ik ga bet lat tante Ida nissefcien dat ofd moet een aar haar gc vil over mijn dan haar be :s. Pas liet ik n ,nu werp ik ij vindt zeker gen van mij zij met den gekomen. On- n. En ik weet vas reeds een zicht, loen zij Ik zal haar en moedig en rij de familie, r snel achter, vat de zuster ij heeft zeker chje om haar ziet er ver- toch geen le- >uw Wenner- strand aan de anderen wat zij gehoord heeft. Ik ben niet instaat om naar hen toe te gaan. Daar komt kandidaat Wange. Hij is achter gebleven en heeft zeker met den dokter be sproken om er iets meer van te hooren. Hij kijkt heel ernstig. De familie omringt hem; ik moet erbij ziiiv Gok hij heeft een lach om de lippen. „Ja, het is goed afgeloopen. De operatie is uitstekend gelukt, ofschoon ze moeilijk ca van langen duur was. En de dokter koestert de beste hoop." Wal drukken zij zijn handen, hun gezichten helderen op. Zij is behouden, tante Ida. Nu nemen zij afscheid. Hij wil dat zij zul len gaan. Het dient nergens toe om langer le blijven. Zij welen nu alles wat er voor ioopig te weten valt. En zij mogen locli niet bij de zieke komen. Zij ligt nog in een halve» sluimer en het zal nog wel cenigen tijd duren voordat er bezoek kan worden toegelaten. Hij gaat met hen mee door de gang, maar hij komt zeker ^auw terug. Tante Ida heeft hem doen beloven dat hij bij haar zal zijn als zij bijkomt, en verder zooveel als hij kan. llij is om haar hierheen gekomen. Hij is haar lieveling; ik geloof hel liefste wat zij op aar de heelt. En mij wil zij ook bij zich hebben. Zij zei, zij wist dat ik zoo slü als een muis bij haar zou zillen. En dat zal ik ook doen, maar iegelijk op liaar passen en zorgen altijd b' de hand te zijn. Daar is hij weer. Ilij komt naar mij toe. Maar zijn gezicht staat anders dan straks, llij fronst zijn wenkbrauwen. .,Het zal het Ibesle zijn dat u wat gaat rus ten, juffrouw Nerbeck. U zult uw krachten van nacht noodig hébben, wanneer tante Ida wil dat u bij haar blijft." De hoopvolle toon en de vroolijkc sten» zijn weg. Waren zij slechts aangenomen voox de familie? Hij ziet er uit alsof hij zich nio langer kan bcheerschen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 11