N 35 DE E EM LAND ER". r™ Maandag 10 Augustus 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. ELLYs BEPROEVING. 13ae Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co Bureau» UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. Kennisgeving. MERSFOORTSCH DA göofdredacteuri Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Iter 8 maanden voor Amersfoort M l.OO* Idem franco per post1.50* Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - 0.10. A&onderfyke nummers 0.05. peze Courant versohvjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. j Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels.. f 0.50. Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijt bestaan zoor voordoeligo bepaling©» tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnoment. Eene circulaire, bovattonde do voorwaarden, wordt og aanvraag toegezonden. Do Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter openbare kennis dot de nog bij de Militie te land ln te lijven *fr&tshngen der lichting 1914, zullen worden inge- ftfd bi het tijdvak van 10—12 Augustus 1914, 0och dat hiervan zijn uitgezonderd de lotelin- öen, bestomd voor de bereden korpsen en de gotelingen, bestemd voor de Genietroepen, voor froover zij als ambtenaar der Posterijen en Tele- 'ffrafie belast zijn met den toesteldienst dat de inlijving voor deze Gemeente van jfrovengemelde lotelingen zal plaats hebben op Dinsdag, 11 Augustus 1914, des namiddags één tiur precies, in de Kazerne der Veld-Artillerie, gelegen aan den Leidschen Weg te Utrecht. Amersfoort, 8 Augustus 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN RAND WIJ CK. Bange dagen. Heden zijn wij de tweede week van den xnoorddadigsten oorlog ingetreden, angstig ons af ragend, wat deze ons weer voor af zichtelijke ellende zal brengen Van het aantal gevallenen in één enkele iwetek worden fantastische getallen opgege ven; dat het in de duizenden cn duizenden loopt, is zeker. Wanneer in vredestijd bij 'n zeeramp, n' aardbeving, 'n brand of 'n spoorwegongeluk 'honderden slachtoffers vallen, maken ont zetting en rouw zich meester van de geheele wereld. Maar wanneer honderdduizend jon gemannen, op bevel elkaar als honden neer schieten, wanneer de lot wanhoop gedreven bevolking den binnenriikkcndcii vijand be stookt en deze ongeoorloofde zelfs in den oorlog durft men nog van „ongeoorloofd"' te spreken stoutmoedigheid met den dood be koopt, dan gaan er hier overmoedige jubel- -irerfw7 3p um? laarr"**J- roep. Zij, die met koel hoofd den toestand over zien, kunnen niet anders dan v rig hopen, dat Nederland gespaard blijve in dezen nood- lottigen wereldbrand en de slrihsto onzijdig heid in acht zal blijven nemen. Toch zal aller sympathie moeien uitgaan naar het ongelukkige, maar dappere Belgi sche volk, dat geheel tegen z'n zin in dezen oorlog gesleept is. Wij gevoelen oprecht mede met onze Bel gische broeders, die zoo onverschrokken zich tegen het groote onrecht verzetten. Maar wij kunnen niel instemmen mei het gejubel van hen, die zich verheugen telkens ais zij hooren van de groote verliezen der Duit- schers. Van de Duitschers zijn 25.000 man buiten gevecht gesteld, luidde 'n oorlogsbericht en de door de oorlogsfurie bezetenen juichten. Juichten, omdat duizenden moedors hun zoon, duizenden vrouwen hun man en ver zorger verloren hadden; juichten, omdat tien duizenden kinderen beroofd waren van hun vader, die uit huis en werk geroepen wa6 om te gaan schieten op andere vaders. Zoo demoraliseerend is de oorlog, dat zelfs onder ons beschaafd, flegmatiek volk velen bun zelfbeheersching verliezen en o, stellig door edele verontwaardiging gedreven zich maar mede in den strijd zouden willen werpen Alsof het niet gruwelijk genoeg ware, dat driekwart Europa in rouw en ellende ge dompeld is. Mogen althans wij onze handen rein hou den van deze afschuwelijke moordpartij 1 Politiek Overzicht. De wereidstrijd. Eene kleine uilbreidilig heeft het oorlogs gebied nog gekregen door de oorlogsverkla ring, die hel met Servië nauw verbonden Montenegro aan Oostenrijk-Hongarije heeft gedaan. Hol gelal oorlogvoerende staten is daardoor tol acht geslegen. Maar met de kans, dat Italië de negende zal worden, be hoeft men niet meer le rekenen; althans heeft Duilsohlaiid met de meeste beslistheid' tegen gesproken, dat hol dezen bondgenoot, die van niecning is, cLat zijn bondsplicht het toelaat zich builen dezen oorlog te houden, er in wil betrekken. Uit de Engelsche bladen hebben wij nu ein delijk opheldering gekregen over den inhoud van het tweede voorstel, dat de Duiilsche re geering aan Engeland heelt gedaan om zdoh van de onzijdigheid van het Ycreenigde ko ninkrijk te verzekeren. Duitscliland. verklaar de zich daarbij bereid le beloven, dial het geen Fransoh gebied in Europa zou annexeeren, maar wilde die belofte niet uitstrekken tot de Fransche koloniën. Wat België betreft, -T'y-' nntrhcnilbnarlickl van het Belgische gebied bclo-ven als de oorlog oorbij was, maar het -weigerde Beigiè's on zijdigheid te erkennen overeenkomstig de bij verdrag aangogme verplichtingen, terwijl het met Frankrijk in oorlog was. Dit was het Dudtsohe voorstel, dat eerste minister As- quibh in het lagerhuis brandmerkte als een „schandelijk voorstel', eenp „uitnoodiging om onze vrienden le verraden en onze verplich tingen -le onJleeren'". En van de belofte, die Duitschland bereid was te doen, zeide hij mei diepe minachting: „Beloften, gegeven door een slaat, die op datzelfde oogenblik verklaarde voornemens le zijn hare eigen verdrag-ver plichtingen le schenden'Harde woorden, maar waarlijk niet onverdiend. liet raadsel van Luik is nog sileeds niet op gelost. De verwarring in de berichten is vol komen. In Duitschland viert men de inne ming van Luik als een wapenfeit van den eersten rang; men is daar geheel vergeten, dat men vroeger de onderneming tegen Luik heeft voorgesteld als eene poging tot over rompeling. die in 't voorbijgatan werd be proefd. Maar de BrusseLsche Soir heeft, op grond van inlichtingen uit officieele bron, het bericht van een Amslcrdamsch blad te gengesproken, dat de slad Luik cn zeven forten zouden hebben gecapituleerd. Met dat Amsterdamsche blad zal het Handelsblad be doeld zijn. Nu heeft de correspondent van dat blad nader bericht, dat de stad Luik zelf en enkele kleSnere forten wel in handen van de Duitschers zijn, de grootste forten echter niet. Ook dc laatste berichten hebben de oplos sing van het Luiksche raadlsel niet gebracht. Tegenover het Duitsche bericht s „Luik is vast in onze hand" staat het even stellige be richt uit Brussel, dat alle forten in Belgische handen -zijn en dat er geene ernstige militaire bezeüting van de stad s. Het is ondoenlijk in dezen doolhof den weg te vinden. Maar óénc zaak blijkt daar uit zonneklaar: het uitbundige vreugdesbe- toon van de Duilsahers over de inneming van Luik is in ieder geval voorbarig. Het hoofd kwartier van den Belgischen generalen staf heeft eene mededeeling laten uitgaan, diait de aanvalsbeweging. waarvoor de Duitschers de Belgd6che grens zijn overgetrokken, geheel lot staan schijnt te zijn gebracht. Als dat juist is, dan is er in 't geheel geen slof tot juichen voor de Duitschers, want het is hun toch niet om hel bezit van Luik te doen, maar om zoo spoedig mogelijk door België heen te komen, ten einde den vijand aan te vallen op zijn eigen grond. Wie zich de gebeurtenissen van het jaar 1870 herinnert, wordt getroffen door de te genstelling tusschen de sobere telegrammen, dde de oude keizer Wilhelm toentertijd zond aan keizerin Augusta, en de brallende vreug- desontiboczcmingen, die nu uit Berlijn wor den geseind. Maar die berichten waren af komstig van het oorlogstooneel zelf en in Berlijn had men sleohls voor de verdere ver spreiding te zorgen. Wat van het! verdere oorlogslooneel wordt bericht, bewijst, dat de strijdende partijen op verschillende punten voeling met elkaar be ginnen te krijgen. In RovendHzas is de strijd begonnen. Over het verloop van. de eerste O fl rrn om 11 -'IJ'i cl O liorlcaiil.'n (i>«cns»rtr Volgens de Duilsolio boriohlen is de van Bel fort uit ondernomen aanval der Franschen in Altkirch tot st£*an gekomen en zijn de aan vallers naar Belfort teruggekeerd. De be richten uit Fransche en Belgische bron we ten daarle.geno-\ er te verhalen van het bin nenkomen der Franscken in MuLhausen, de groote industriestad in 'Bovcn-Elzras, <Me in bevolking de tweede der steden van hot rijkstand- is. Zij gewagen van dc groote geest drift, waarmee de Fransche troepen werden binnengehaald. Olkusz en Wolhrom, de twee plaatsen in Russisch Polen, waar de Oostenrijksche ka- vallerie voeling gekregen heeft met het Rus sische leger, zijn gelogen in het zuidwestelijke gedeelte, dat grenst aan hot deel van Galicïe, waarvan Krakau de hoofdplaats isook het Duitsche gebied is niet ver daarvandaan. In Oost-Galicie zijn het de Russen, die door het Styr-dal in het Oostenrijksche gebied zijn ge drongen. Dc verwachting, dat verleden Donderdag ten zuiden van Doggerbanik de Engelsche Noord- zccvloot cn de Duitsche slagviool elkaar slag hebben geleverd, die door een bericht van dc Britsöhe admiraliteit was opgewekt, heeft zich niel verwezenlijkt. In geen geval -is er een beslissende slag geleverd. De oorlog. Berlgn, 8 Aug. De Duitsche troe pen die de grenzen bewaken in Boven- Elzas, werden door vijandelijke troepen» die uit de richting van Belfort aanrukten, aangegrepen. De Fransche troepen werden evenwel tot staan gebracht bij Altkirch. Zij weken spoedig weer ln de richting van Belfort terag. Parijs, S Aug. De Fransche troepen overschreden de grens van den Elzas cn leverden bij Altkirch een zeer hevig gevecht. Zy wisten zich van Altkirch meester te maken, en achter volgden de Dnitsche troepen, die op de vlucht sloegen. Zij dreven de Duitschers voort in de richting van Mulhuusen. Het succes was schitte rend. De Elzas-IiOtharingers waren blijde, de Fransche troepen te zien aankomen en rakten de grenspalen uit den grond. ParUs, 8 Aug. De regeering heeft bericht ontvangen, dat de Fransche troepen in ülülhausen zijn gekomen. Brussel, 8 Aug. Volgens den Belgi schen generalen stat zijn de Fran- schen om 5 uur ln Mülliausen binnen gekomen onder onbeschrijfelijke geestdrift. Er zonden 30.000 Duit schers en 15.000 Franschen buiten gevecht gesteld zijn. P a r ij s, 9 Aug. Het bericht wordt beves tigd, dat de Duitschers, na de ontruiming van Mülhausen, op Neu-Breisaöli zijn teruggetrok ken. Op hun aftocht staken zij vele gebouwen in brand, waaronder magazijnen, waarin le vensmiddelen en fourage was opgeborgen. Het Ilardtwald werd door hen platgebrand en den Elzassers schrik aangejaagd, terwijl de Duit schers dreigden alle verdachten onverbidde lijk te zullen neerschieten. De geestdrift der Elzassers neemt voortdu rend toe. Saksische gevangenen verklaarden, dat de Sakscrs tegen hun zin meevochten. (In den Almanach dc Gollia is geen prins George van Pruisen te vinden). Berlijn, 8 Aug. Mol ongelooflijke snel" heid verspreidde zich gisteren hot bericht van de bestorming van Luik door Berlijn. De eersten hoorden het van generaal von Ples- sen in dc Lustparken. De aan het slot ver zamelde menigte vernam hel door den vleu geladjudant van den keizer, die door den keizer zelf naar huiten was gezonden. Politie agenten op de fiols verspreidden de blijde boodschap in UiUcr den Linden. Zoo wist eensklaps iedereen het. De rijkskanselier reed juist op dien lijd naar het slot. Ilij werd mot geestdrift be groet. De spanning, waarmee men op da eerste ttljddng van eene overwinning rekende was reusachtig, dc blijdschap groot en op recht. Heden morgen vernam men, dal in hel bui tenland nog altijd leugens over ccne Duitscha nederlaag bij Luik verspreid worden. Voor de feiten zullen deze dwaze pogingen wel spoe dig 'lot zwijgen komen. De Lokalanzeiger schrijftAlle harten tril len onder diit ernstige wapenfeit van oni dapper leger. Het bevestigt ons vertrouwen dat wij met kalmte de komende gebeurtenis sen mogen tegemoet zien; hel is de ink-Ming tolt daden, waarvan men zal spreken zoolang er nog menschen op onze aarde leven. Daar van zijn wij in dit verheven oogemblik allen zeker, en aanonzc vijanden zal zich heden reeds de overtuiging opdringen, d'at zij met hun allen niet sterk genoeg zijn om ons te verndeligen, zooals hunne bedoeling is. Het begin is gemaakt; dat is dc hoofdzaak. Een ander blad schrijft: Wanneer onze sol daten in het veld van den val van Luik hoo ren, dan zullen zij niet alleen juichen over het succes van onze wapenen, maar ook wc-' ten hoe zeer onze inmarsch in Noord-Frank rijk hierdoor verzekerd wordt. Onze vijanden zullen er uiJt zien, <iat dc oude oorlogsdcug- den van de Duitschers nog niet uitgestorven a» -•« ■>- het Brussel, 8 Ann. Toleona een mctleilRftllnir van den seneralen stat. sssspss" ..vim».® i..« maar zij zijn er niet in geslaagd den gordel wan forten door te breken. Drie Dultsclie legerkorpsen zijn in den strijd betrokken. Zij werden ge decimeerd en schijnen voor verschei dene dagen vastgebonden te worden. Het Belgische ieger heeft door zyn hardnekkigheid de grootste diensten bewezen aan het Fransche leger, dat nu een groot deel van het gebied be zet. (Het gisteren gepubliceerde bericht betreffende de inneming van Luik gold do overgave der STAD Luikom de forten rondom Luik schijnt de strijd voort te duren. Brussel, 8 Aug. Een Dnitsche ka- valicrie devisie, die ten noorden van Luik over de Haas ging, is bijna ver nietigd door de Belgische kavalierie. Sommige Duitsche gevangenen zijn naar het hart van het land gezonden. De Duitschers bestrijden (ie Belgen zonder geestdrift De dagbladen zeggen, dat te middernacht de strijdkrachten Le Luik nog ongedeerd waren. Volgens de Peuple is Qiider de talrijke krijgsgevangenen een bisschop. Men meent te welen, dat onder de gevangenen ook is prins George van Pruisen, oen neef van den keizer, die staat hij de Duitsahe kavalierie. Mc tz, 8 Au g. Op het bericht van de in neming van Luik Liet dc burgemeestor de vlag uit het stadhuis steken. Tegelijk werd de keizerldok van den dom geluid. Brussel, 8 Ang. De Soir bericht, dat uit oflfielëele bron het bericht van een Atnsterd. blad, dat de stad Luik en zeven forten zouden hebben geca pitoleerd, wordt tegengesproken. Brnssel, 8 Aug. Volgens een mede< deeling van het hoofdkwartier van den generalen staf schijnt de Dnitscli* aanvalsbeweging geheel tot staan te zijn gebracht. Sedert drie dagen is de marsch van de v^andelijke strijdkrachten naai de boven Ourthe geheel gestaakt. D«* toestand is zoodanig, dat hij ons alle zekerheid verschuit omtrent de tuchtiging die in het vervolg van de operatien voor de invallers te, wachten is. Berlijn, O Ang. Luik is thaus on wrikbaar in onze handen. De ver liezen van den vijand zijn zeer groot. Onze verliezen zullen onmiddellijk gepubliceerd worden zoodra er be trouwbare cijfers zijn. Het transport van drie tot vierdui zend krijgsgevangen Belgen naar Duitscbland is reeds begonnen. Vol- Armoede aan geld is ongelukkig, armoede aan geest is nog ongelukkiger, maar armoe de aan gemoedsleven is hel ongelukkigste van alles. Roman uit het Zweedsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 20 Zouden zij het graag willen verkoopen? Zeker wel, zij pralen er over. Maar wat zal $5e kapitein zeggen? Hij sprak er ailijd over (hae mooi hel dier voor den wagen zou loo- pen. Kijk, daar komt hij aan, hij heeft zeker gehoord dat er iels aan de 'hand was. Of zou £ij zijn toestemming gegeven hebben? Hebben ke hem misschien ervan overtuigd dat het freter is het veulen te verkoopen? Het is toch friet mogelijk dat hij er niets van weet. Maar been, hij ziet er eaht boos uit, nu hij nadert. Nu groet hij hen. Tord knikt hem toe. »D.e hoeren zijn hier om het veulen 'c be- frijken." „Dat zie ik." Ja, het is een verrassing voor hem. Ilij ziet er grimmig uit en werpt donkere blikken naar {Tord en naar zijn vrouw. Maar vreemd dat hij niets zegt, hij die anders altijd het hoogste woord "f!. Hij praal 'af cn toe met de vreemde hoeren, tamelijk kort, maar overi gens Ach, neen, nu roemt hij het paard ook. Ilij doet of hij het er mee eens is om het tc ver koopen. Ilij wil zich goed houden cn doet zijn best om er in te berusten. Hij wil niet dal zij zui len denken dat alles op Angsby bestuurd wordt buiten hem ona. Hij zet een liooge borst. Wat ziet hij er heldhaftig uit. Men zou werkelijk gaan gelooven dat hij hier alles bestuurt. Hij verstaat de kunst om den schijn op te houden. Maar wat moet liet hem zwaar vallen, arme man! Natuurlijk kan hij geen zorg voor het land goed dragen, wanneer de anderen het bestuur op zich nemen. Maar het is bitter voor hem, zich gering geacht en achlerafgezet te wéten door zijn naaste familie. Mevrouw Wange is altijd vriendelijk tegen hem, maar er is iets in haar optreden alsof zij meent hoven hein le staan. Zij behandelt hem bijna alsof hij een kind was. Zij staat naast hem en klopt hein op den schouder om hem tot zwijgen te bren gen als hij iets zeggen wil. En Tord? Hij kijkt ook zoo wonderlijk. Ik heb hem nog nooit zoo uit de hoogte tegen over zijn vader gezien. Hij luistert toch dik wijls niet naar hem. En spreekt hij met hem, dan is het toch alsof hij meer tot ons, an deren, spreekt dan tot zijn vader. Hoe is dit zoo gekomen? Houdt hij niet van hem? Hoe is het mogelijk dat hij niet van zijn vader houdt, al heeft deze zijn gebreken? Nog denk ik dikwijls aan papa, al had ik hem in vele opzichten anders gewenscht. En Tord, die zoo zacht kan zall Mijn hart wordt wam*, als Ik hem t;mte Ida's hand zie streelen of wanneer hij zich over zijn moeder heenbuigt. Zijn blik is dan zoo innig cn warm. Hij heel'l zulke mooie buigingen in zijn slem. Hij is voor wie hij liefheeft zoo teer en diep. Maar hij kan ook koud zijn. Dat bemerk ik steeds meer. Af en toe ben Ik hang voor hem, even bang als voor Edla. Tot uu toe heeft hij zich nog nooit op die manier lol mij ge wend. Maar als lnj het eenmaal deed Neen, dat kan niet gebeuren. Dat zal niel gebeuren, ik geloof, dat ik zou sterven Ben ik aan tafel de eenigc, die ziet dat de kapitcin geheel zwijgt? Zij praten heci gewoon cn vroolijlc met elkaar, redeneeren over het paard en don verkoop er van. Zij zijn niet eens ontstemd wanneer zij een kort antwoord kriMen op hetgeen zij vragen, cn gaan op dezelfde wijze door of er niets gebeurd is. Zij schijnen niet le zien dat hij bedroefd is en zich gekrenkt gevoelt. Misschien geven zij er niet om of hij spreekt of zwijgt, of hij ki of buiten de kamer is. Ik heb die onverschilligheid al meer op gemerkt, maar nooit zoo duidelijk als nu. Als ik het was, zou ik het niet duiden. Ik zou hier geen dag langer blijven. Liever den zwaarslen arbeid bij vreemden dan als een nul in hun midden te zitten. Wat is het, dat hem hier bindl? Waarom loopt hij hier rond en rookt pijpjes, speelt patience of is wal bezig met schrijnwerken in het bijgebouw? Waarom slaat bij niet op en neemt de teugels in handen en toont hun dat hij heer en meester is in zijn eigen huis? Heeft hij een plaats ingenomen die hem niet niet toekomt? Kan hij zich in den arbeid hier niet vinden? Hij zou zioh toch wel onledig kunnen hou den met de administratie Maar ook dat dopt Mevrouw Wange. liet is vreemd. Maar dat hij er onder lijdt, dat is natuurlijk. Dacht ik het niel? Hij kan het niet uithou den om te blijven zitten totdat wij klaar zijn. Ilij werpt het servet mei een smak on tafel. Den stoel teruggeworpen met groot geweld. Niemand aan tafel of hij moet zien hoe op gewonden hij is. En nog maakt het geen in druk op een van allen. Nu hij weg is, praten zij gewoon door. Hij laat niet eens cenigo leegte achter. Eindelijk mogen wij opstaan., Tord zegt iels over na den middag te gaan roeien, naar een mooi, klein eilandje vol ber ken, hij en ik samen. Heerlijk Maar toch ik heb een gevoel van tegenzin. Ik kan niet nalaten te denken aan den armen man, van wien niemand notitie neemt. Daar zit hij in zijn gewoon hoekje in de veranda aan het tafeltje, met het pationcespei vóór hem. Maar 'zoo dadelijk na den eten is hij niet gewoon om patience te spelen. Zou hij niet met ons naar het gazon gaan? 1 ord is de trap reeds af. Nu komt tante Ida. Zij kijkt naar den kapitein met een verwonderden blik: „Ga je niet met ons mee, Frederik?" „Neen, dank je, ik zit goed waar ik ben." Hij legt de kaarten terwijl hij spreekt en ziet niet op. Zelfs Mevrouw Wange kan heiu de oogen niet doen opslaan, ofschoon zij naar hem toegaat en zijn arm aanraakt. „Kom, ga met ons mee koffiedrinken." „Het kan mij niet schelen." Beiden, tante Ida en zij, gaan de stoep af. Zii dringen niet verder bij hem aan. Ik moet wei meegaan. Maar het valt mij zwaar hem te verlaten. Waarom weet ik eigen- li|k niet Ik gaf nidt om hem, hij interesseert' mij niet, hij is mij niet sympathiek. En toch gevoel ik eenigszins met hem mede. Ik moet naar hem toe gaan. Ik kan hem daar niet een zaam en verlaten zien zitten. Wil hij mij Ook niet aanzien, ofschoon ik hier sla met mijn handen op de tafel en ilf mij naar hem toebuig? Denkt hij (lat ook il hem uit de hoogte heb behandeld? Ja, nu slaat hij zijn blik op, strak en wan trouwend onder die ruige wenkbrauwen. Ilij zwijgt en slaat de oogen weer neer. Dat ia niet erg bemoedigend. Ik inoest gaan, maar ik ga niet. „Als u dc tien op dc negen legt, kan u de aas krijgen." Weer een blik, even vriendelijker dan te voren. Dat „hm" moet zeker een antwoord verbeelden. En kijk, hij volgt mijn raad, maar bromt voortdurend zachtjes: „Dat geeft niel veel. Kijk maar." „Ja, dan komt de vrouw meteen vrij.'" „Neen, dan is het beter dat ik zoo doe.'* De kaarten worden weer opgenomen en op hun plaats gelegd. Maar hij weet wel dat ik er nog sta en naar hem kijk, anders zou hij voor mij geen plaats maken naast hem. Het ijs is gebroken. Wij praten zelfs heel levendig. Deze kaart hier en deze daar. Wat denken zij die buiten zijn ervan dai ik bij hem blijf? Neemt Tord het op als een protest? Nu, het zij zoo. Zonder dat ik mij omkeer, weet ik dat hij naar mij kijkt Hij verwondert er zich over dat ik niet kom. „Ellyl" „Ja." „Hoe is het, zullen wij niet roeien?" „Dadelijk, het spel is zoo uit." Wordt vervoegd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 4