V
*eig was, maatregelen genomen om daarin zoo
spoedig mogelijk te voorzien.
In den loop van dit jaar waren te Luik voor
Nederland aangesteld een consul en een vice-
consul, (beiden Belgische onderdanen, die bij
iihet uitbreken van den oorlog Luik vermoede
lijk hebben verlaten om hun militairen dienst
plicht te vervullen.
Cinematografische opnamen.
Door den generaal-opperbevelhebber van
land- en zeemacht is aan den heer G. Pelster,
Ud der directie van het Bureau voor Cinema
tographic „Filma" te Amsterdam, vergun
ning verleend opnamen te maken van de mi
litaire verrichtingen hier te lande.
Medegebruik van soldaten-
ménages.
Bij Kon. besluit is bepaald dat gedurende
fret tijdvak, waarop de landmacht op voet
van oorlog is gebracht, naar regelen door <ien
.minister van Oorlog vast te stellen, voor Rijks
rekening aan de soldaten-ménage ter plaatse
■kunnen deelnemen alle n i e t-militairen die
diensten verrichten bij de landmacht,
t Tevons is bepaald dal voor Rijksrekening
aan de soldaten-ménages kunnen dieelnemen
leden van vrijwillige militaire korpsen, be
dienden-bestuurders, chauffeurs en aaidere
burgerpersonen, voor zoover zulks, naar het
oordeel der betrokken militaire autoriteiten
noodzakelijk en in het belang van den dienst
wordt geacht.
De verplegingsdienst in
Zeeland.
Door 'den territorialen bevelhebber in Zee
land is in overleg met den commissaris der
Koningin op grond van art. 11 der Wet van
23 Mei 1899 de provincie Zeeland verdeeld
fei zes „verplegings-districten", te weten:
Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland, Tho-
'len en St. Phillipsland, Schouwen en Duive-
land, Zeeuwsch-Vlaanderen westelijk deel en
Zeeuwsch-VIaanderen oostelijk deel. Ingesteld
is een algemeene verplegingscommissie voor
<Ie geheele provincie, waarvan de waarne
mende burgemeester van Middelburg voor-
eiïtter is en o. a. lid de adjudant van den
territorialen bevelhebber. Verder zal voor
ieder district een commissie worden samen
gesteld uit de burgemeesters van de betrok
ken gemeenten en enkele deskundigen; voor
zitters dezer commissies zijn respectievelijk
de burgemeesters van Missingen, Goes, Tho-
ieu. 'Sterikzee, Breskens en Temeuzen. Het
werk der commissies zal zijn zooveel mogeiijk
de geregelde voorziening in de behoeften van
leger en bevolking te bevorderen, in de eerste
plaats door te zorgen, dat de aanwezige voor
traden, waar van eenig artikel te veel is, ten
goede komt aan andere, waarin b-Locftc is,
een en amder met toepassing van de nieuwe
onteigenings-bepaliingen.
In de Düsseldorfer General-Anzelger wordt
dank gebracht aan de bewoners van Venlo
voor hetgeen zij gedaan (hebben tot leniging
van den nood van Duilsche vluchtelingen, die
den 14en met een trein uit België kwamen.
(De berichtgever verklaart, dat de Duitschers
den heiligen plicht hebben, deze liefdediensten
van de Hollanders niet te vergeten en, als de
gelegenheid zich voordoet, te vergelden.
Hulpmun t
Naar het Hbld. verneemt, heeft de Regee
ring maatregelen genomen, opdat in de ge
meenten, waar een plaatselijke hulpmunt, in
den vorm van bons op de gemeentekas of op
een kassier, is uitgegeven, deze gemeentelijke
bons zoo spoedig mogelijk weder worden
onthrokken aan de circulatie.
De bedoelde bons zullen worden vervan
gen door zilverbons, welke de rijksontvan
gers zullen moeten aanvragen bij de betaal-
meesters. Een en ander in overleg met de
Burgemeesters, die opgaaf moeten doen van
het in omloop gebrachte bedrag aan gemeen
te-bons.
De N. V. B. en het le ger»
De commissie voor militair voetbal van den
N. V. B., daartoe door het bestuur gemach
tigd, brengt ter kennis dat het, gezien de
animo tot het beoefenen van het voetbalspel
ook tijdens de huidige mobilisatie, besloten
beeft op schriftelijke aanvrage van den com-
pagniescommandant gratis per compagnie een
voetbal ten gebruike aan te bieden, terwijl
tevens verschillende propagandageschriften
als spelregels enz. gratis op aanvrage zullen
worden verstrekt.
De commissie zal dé aanvragen na volgorde
van Inkomst doen uitvoeren, terwijl getracht
zal worden het materieel omgaande toe te
zenden.
Aanvragen daartoe worden Ingewacht bij
het secretariaat van den N. V. B., van Boetze-
laerlaan 29, 's Gravenhage.
Ned. Gymn. Verbond en de oorlog.
De minister van birunenl. zaken heeft het
Rijkssubsidie van f 5000 over 1914 aan het
Nederl. Gymnastiek Verbond toegekend, in
getrokken in verband met den huldigen toe
stand. verschillende rijkssubsidies aan diver
se organisaties worden niet uitbetaald.
Naar aanleiding hiervan heeft het Nederl.
Gymnatiek Verbond alle voortoirners (sters)
lessen, leiders cursussen enz. stopgezet.
De Rijnvaart.
Een buitengewone Ned. Staalsct., gisteren
avond versahenen, bevat de volgende ken
nisgeving.
De ministers van Buitenlandsche Zaken, van
Financiën, van Oorlog en an Landbouw,
Nijverheid en Handel brengen ter algemeene
kennis, dat in verband met de Rijnvaartakte,
welke in artikel 7 de vrijheid van den door
voer op den Rijn waarborgt, de vraag wat
'als doorvoer en wat als invoer in, en uitvoer
uit, het vrije verkeer is te beschouwen ook
in het vervolg zal worden beantwoord met
inachtneming van de op dit stuk beslaande
handelsuaantiën. Volgens deze usantiën wordt
Iels doorvoer beschouwd:
- a. goederen verzonden met door-cognosse
ment naar hooger aan den Rijn "elegen lan-
Vten;
b. goederen ten doorvoer naar die landen
aangegeven op het oogenblik, dat het schip
?waarin rij geladen zijn, een Nederlamlsche
'boven, waar rij op lichters voor den Rijn
kunnen worden overgeladen of in entrepot
kunnen worden opgeslagen, is binnengeloopen;
c. goederen waarvan de bestemming naar
een dier landen bij aankomst in de liaven uit
bescheiden blijkt.
De papieren aan boord der zeeschepen,
die voor zulk een Nederlandsdhe haven be
stemd zijin, zijn dus voor die beoordeeling of
de lading bestemd is voor invoer in Neder
land o4 voor doorvoer naar een ander land
in het algemeen niet beslissend.
Uitzondering hierop is er intusschen in die
gevallen waarin die papieren een waarborg
bevatten, dal het goed uitsluitend voor Ne-
dterüatnid bestemd is en niet naar een ander
land zal worden doorgevoerd of uitgevoerd,
zooal5 bijvoorbeeld thans met uit Engeland
ingevoerd worden steenkolen het geval kab
zijn.
Voorts zij er uitdrukkelijk op gewezen dat
de Regeering zoo dikwijls zij dat in 's lands
belang noodig oordeelt, levensmiddelen, oor-
logsbenoodjgdheden, grondstoffen voor een
en ander en al hetgeen middellijk voor de
verdediging des lands noodig zijn kab, tegen
schadevergoeding in bezit kan nemen en dat
zij van deze bevoegdheid gebruik zal maken,
onverschillig voor wien of wie de goederen
bestemd zijn en aan wien of wie zij toebe-
hoorem
Vrijwilligers.
Tot hen die gedurende de mobilisatie als
vrijwilliger bij het leger dienst hebben geno
men. behoort ook de heer D. C. van Duys-
bergh, te 's Gravenhage, laatstelijk tolk voor
Chineesche zaken, die destijds wegens zijn
flink gedrag tijdens den boksersopstand werd
beloond met de Militaire Willemsorde, en la
ter begiftigd met het ridderkruis der Oran
je Nassauorde.
De heer Van Duysbergh is ingedeeld bd] de
grenadiers.
Nederlanders aangebracht.
Door het s.s. Nicolaas werden uit Edinburg
te IJmuiden overgebracht 37 Nederlanders,
welke behoorden tot de bemanning van 6
Duitsclic haringlotggers, welke door Engels che
oorlogsschepen in den grond waren geboord,
nadat de bemanning van boord was gehaald.
De Duitsche bemanning werd door de Engel-
sohen gevangen gehouden.
Steeds meer Amerikanen!
Men meldt ons uit Amsterdam:
Hedenochtend was het tegen 10 uur aange
komen getal „gestrande" Amerikanen bijzon
der groot. Ook werd or ditmaal op de aan-
gekomenen een extra-politieoontrólc uitge
oefend in de wachtzaal 2e klasse. De passen
werden ingezien door een inspecteur van poli
tie, vóórdat de reizigers en reizigsters tot de
hotelomnibussen werden toegelaten. Door de
groote hoeveelheid handbagage, het opvaliend
aantal hote 1 vervoermiddelen en het eigenaar
dig gedoe der menschen uit het land van stree-
pen en sterren, had zich een groote meuigU
nieuwsgierigen op het stationspleintje verza
meld. Men moge nog zooveel klachten verne
men over de slechte tijden, maar door zulk
een toevloed van Amerikanen varen de hotels
er toch goed bijl
Zij komen niet alleen uit Zwitserland, doch
uit alle oorden en van alle zeeën van Europa
naar en door het veilige Nederland en zon
der onderscheid zijn zij allen verheugd hier
zoo goed behandeld te worden. En in zulke
omstandigheden ziet een Amerikaan niet op
een paar dollars meer.
Vreera d e 11 n gen t o e v 1 oe d naar
Scheveningen.
De voortdurende toevloed van vreemdelin
gen van allerlei nationaliteit te Scheveningen
heeft ten gevolge gehad, dat het Palace-hotel
vol is en hot Grand Hotel is moeten worden
heropend
Tomaten.
Tn het Westland schat men den oogst van
tomaten, buiten Loosduinen, op één mllMoen
pond per week, waarvan 700,000 pond op de
veilingen wordt aangevoerd. In de laatste
twee weken hebben de kweekers in de streek
een schade van minstens 5 ets. per pond be-
loopen. wat een nadeel beteekent van f 100.000
in 14 dagen. De prijs is thans f 1.20 f 2 per
100 pond
De diamantnijverheid.
Over de gevolgen van de tegenwoordige
omstandigheden voor de diamantnijverheid
schrijft het weekblad van den A. N. D. B. o.a.
het volgende:
Zooals voorzien was, is het inderdaad ge
gaan. Nu het onderhanden zijnde werk afge
maakt is, heeft nagenoeg alle arbeidi in onze
nijverheid een einde genomen. Een enkele
fabriek is nog geopend om aan een enkeling,
die nog iets te doen heeft, gelegenheid tot wer
ken te geven, doch overigens is alles stop ge
zet. Wanneer zullen de fabrieken weer ge
opend worden, onder welke omstandigheden
en met welke vooruitzichten? Allerlei specu
latieve beschouwingen worden op dit stuk in
de kringen van fabrikanten, kooplieden, com
missionairs en werklieden gehouden. De tijd
is daar echter nog niet voor gekomen. Nie
mand kan ook maar bij benadering voorzien,
welken loop de gebeurtenissen zullen nemen,
zoodat het beste is voorloopig maar zijn mond
te houden en het oogenblik af te wachten,
waarop de toestand kan worden overzien en
verwachtingen kunnen worden geopperd.
Hoe slecht het ons gaat in België gaat
het natuurlijk onnoemelijk slechter daar
woedt de oorlog in al zijn afschuwelijke he*
vigheid en is de ellende nog erger dan hier.
Bovendien zijn tal van juweliers te Antwer
pen Duitschers cn (hoofdzakelijk) oOstenrij-
kers, die het land op stel en sprong moeten
verlaten, zoo'dat ook de toekomst uiterst be
denkelijk lijkt. De A. D. B. zag zich derhalve
genoodzaakt zijn werking te schorsen.
In de laatste gehouden vergadering van zijn
bondsraad werd besloten, dat geenerlei uit-
keeringen meer zouden plaats hebben; dat de
tien nog aanwezige kantoorbedienden (vier
waren bij het leger, waarvan een reeds ver
moedelijk tot de bij Luik gesneuvelden be
hoort) gedurende vier weken de loopende
aangelegenheden zullen afdoen en gedurende
dien tijd half salaris zullen ontvangen en dat
de bestuurders 4 weken lang hunner bezol
diging zullen genieten. Daarna zal men ver
der zien. Uit Frankrijk en Duitschlaud hebben
wij geen berichten.
De invloed van den oorlog op den
toestand van Rotterdam.
De burgemeester van Rotterdam heeft de
zitting van den gemeenteraad, Donderdag ge
houden, geopend met een rede waarin hij
eenige mededeelingen deed omtrent den in
vloed van den oorlog op den gemeentedienst
en op den toestand in de stad- Wel is bil ver
schillende diensten overcompleet van werk
krachten, doch, slechts in het uiterste geval
tot ontslag wenschende overgaan, hebben B.
en W. door eenige overplaatsingen, verminde
ring werktijd en uitbreiding werken in eigen
beheer getracht, voor wie in de gemeente
dienst rijn normale loonen te handhaven om
hun niet te doen deelen in het lot van duizen
den in particuliere diensten, die thans werk
loos zijn.
Met dankbaaheid getuigde spreker van
den steun van zoo velen om in den nood te
voorzien. Maar waar deze steun, hoe belang
rijk ook, toch ook zijn grenzen heeft, drong
hij er met ernst op aan, dat zij die maar
eenigs/ins buitc i dezen steun kunnen er ook
geen gebruik van zullen maken. Het gemeen
tebestuur zal al het mogelijke doen om den
nood te voorkomen of helpen verschuiven cn
verschillende stappen zijn daartoe reeds ge
daan. Met genoegen constateerde spreker dat
aan den Hoek van Holland de toestand vrij
gunstig blijft en werkloosheid op groote
schaal daar niet voorkomt.
De -scholen zullen op gewonen tljdi alle her
opend worden. Wel staan 130 onderwijzers
onder de wapenen, doch voor een geregeldon
gang zijn zoo veel mogelijk maatregelen geno
men. De algemeene toestand in de stad is rus
tig, helaas te rustig. Terwijl in 1913 van 10
tot 18 Augustus aan zeehavengeld f58.000
werd ontvangen, was dit thans slechts f8000.
Wel kon spreker op eenige verbetering wijzen
als gedeeltelijk herstel van de vaart op Enge
land, maar toch zal veel overleg, beperking
en aller samenwerking noodig zijn om het
hoofd te bieden aan de moeielijkheden die
men nog tegemoet gaat. Spr., die eindigde
met de hoop uit te spreken dat uit de uitge
broken wereldoorlog tot ons mochten weder-
kceren die deugden van eendracht en kloek
heid van eenvoud en zelfontzegging, welke eer
in beproeving en in de nijping van den nood
groeien dan in de vette dagen der weelde.
koninklijk voorbeeld.
Een leverancier van de Koningin-Moeder
ontving, naar het Vad. meldt, namens H. M.
een schrijven, waarin hem, met het oog op
de treurige tijdsomstandigheden, waardoor
vele firma's dringende behoefte hebben aan
contanten, verzocht werd, zijn jaarrekening,
die anders na het einde van het jaar aan H.
M. wordt ingezonden, reeds nu in te zenden,
wanneer hem dil gemakkelijk kon zijn.
„Ik betaal m'n huur n i et'\
Onder dit opschrift schrijft het (soc.-dcm.)
Rottcrdamsch „Volksweekblad'
„Dagelijks hoort men rondom zich zeggen
door de arbeiders: ,,Ik betaal m'n huur niet.
De huisbaas moet maar wachten".
Nu dat tallooze gezinnen, wier kostwinner
werkloos is, en waar derhalve reeds van de
vorige week af geen loon binnenkomt, on
mogelijk de huur kunnen betalen, spreekt
vanzelf.
En dat men, wanneer er al eene enkele
guldens verdiend worden, of men van het
algemeen comité hoogstens enkele guldens
krijgen, deze besteedt voor voeding het eerst-
noodige in het gezin, ligt ook voor de hand.
Maar toen zich dezer dagen iemand, die
tot op dat oogenblik ten volle gewerkt en zijn
normale loon ontvangen had, zich bij ons
vervoegde met de vraag: „Ik heb m'n huur
maar niet betaald; ik weet niet of ik werk
loos word, m ar huur betaal ik niet meer;
heb ik geen gelijk?" Toen hebben wij gezegd:
„Neen, dat is niet goed, zoolang ge uw loon
verdient moet ge uw huur betalen; wat ge
doet is een slechte daad, want. ge bederft het
daardoor voor anderen, die het onmogelijk
kunnen, en ge onthoudt den huisbaas datge
ne waarop hij recht heeftl
En we herhalen hier de aanmaning: nie
mand, die normale inkomsten heeft, mag
trachten van de algemeene consternatie ge
bruik te maken, om aan zijne normale ver
plichtingen te ontkomen.
Wanneer zij, die het toch prob'eeren, den
kende: ze pakken mij toch niet aan, de gevol
gen er van ondervinden, op straat komen, of
hun inboedel zien verkocht, dan hebben ze
het zich zelf te wijten, en op hun hulp geen
recht.
Het huisbazen gilde is niet beter en niet
slechter dan het winkeliers gild dan allen
die van hun zaken leven, en zoo goéd als men
z'n winkelwaren betaalf, zoo goed dient men,
on tier de huidige maatschappelijke omstan
digheden, -ook den huisbaas te betalen.
Daartegenover staat en daarover is ook
reeds een circulaire aan de huiseigenaren
verzonden, die wie onmachtig blijkt, in
deze dagen ook niet met vervolgingen en uit
zetting bedreigd mag worden.
D:.t zou even misdadig zijn en daartegen
zal d" arbeidersbeweging niet aarzelen, met
alle kracht in te gaan'\
Billijke maatregel.
B. en W. van Leiden hebben bepaald, dat
de geldelijke vergoeding voor militie en land
weer niet zal worden gedaan aan hen die
in gebreke blijven de huishuur of andere
schulden te voldoen.
Eenzelfde maatregel is ook al in enkele an
dere gemeenten genomen.
Schoot- en Kerknieuws.
s-G ravenhage, 20 Augustus.
Voormiddag-examens L. O.
Fransch. Geslaagd de heeren F. H. Door-
schodt, Den HaagJ. Fortuin, RotterdamJ. J.
Kloppert, RotterdamH. van Denderen, Hooge-
zand, en de damesL. M. E. Stultiens, Eindho
ven A. Struyk, DelftM. E. Loman, Kampen
M .M. P. Langendam, Helder.
Hoogduitsch. Toegelaten de dames: A.
Quademechels, MaastrichtH. A. de Jong,
's-GravenhageC. M. Rivière, Middelburg A.
M. C. Schellekens, GulpenC. Vermeer, Brum-
men, en de heerenN. W. de Vin, J. H. Ansems,
Rotterdam H. van de Elskamp, Zeist. Afgewe
zen 3 mann. cand.
Hoogduitsch, M. O. GeslaagdE. de Raaf,
AmsterdamJ. A. Hooft, Zwolle. Afgewezen
1 mann. cand.
's-Gravenhage, 20 Augustus.
Namiddag-examens.
Hoogduitsch, M. O. Geslaagd de heeren
J. M. Greep, te Goes, en C. J. Erkelens, te
's-Gravenhage. Afgewezen een mann. cand.
Hoogduitsch, L. O. Geslaagd de dames t
E. F. van Dorp, te Boarn C. N. H. de Jong, te
UtrechtL. B. J. Haas, te Nijmegen j A. Berg,
te Sappemeer. Geslaacrd de heeren P. Koop
man, te Nijmegen; A. P. Calliber, te Amster
dam E. J. Boltjes, te WildervankG. C. Tiec-
ken. te Hengelo (O.) en A. Zaal, le Sexbierum.
Afgewezen 1 vrouw, en 1 mann. candidaat. Niet
opgekomen 1 mann. candidaat
Ftansch, M. O., akte A. Geslaagd geen.
Engelsch, M. O., akte A. Geëx. 9 cand.
niet opgekomen 2. Geslaagd de dames H. M.
Rijkholt, Groningen, en H. van Slooten, Har-
lingen, en de heeren J. Reuvers, Watergraafs
meer, en L. E. de Vries, Heerenveen.
Engelsch, L. O. Geëx. 35 card. Geslaagd
de damesE. A. Hofstede, TilburgJ. E.
Steensma, TilburgM. Stegenga, ZettenE. R.
Stevens, AmsterdamE. Th. Struijk, Nijmegen
E. Tichelman, VlissingenJ. M. F. Timmer-
hans, SchiedamV. Tjoelker, ZaandamJ. G
van Tol, Den HaagG M. Nieuwensteed, Hil
versum J. T. Spernnav, Amsterdam, en de hee
ren E. N. van Dijk, 's-HertogcnhoschH. J.
Klunder, GroningenA. Koning, SchagenJ.
ScKreuder en G. Smits. RotterdamH. Hee-
boom, Den HaagJ. H. Spoekel, TilburgG
M. Strik, Nijmegen G. Strijaards, Amsterdam
B. Sijtstra. Koog a/d. Zaan B. Termaat, Rijs
wijk B .P. H. van der Velde, Den HaagJ. F.
Venema, Oude-PekelaD. Verstraate, Rotter
dam P. Bakker. Amsterdam.
Fransch, L. O. Geëx 14 cand. Geslaagd
de heerenC. Koster, Berkel en RodenrijsJ.
P. Moet, ArnhemG. L. van Rijn, Apeldoorn
H. J. Veldhuis, Tilburg; e nde dames: A. H. G.
Gabry, Laren J. H. A. van der Heijden, Utrecht
en H. J. Hev, Gouda.
Bij resolutie van den Minister van Koloniën,
van 17 Aug. 1914, is H. J. E. Moll, te 's-Graven
hage, ter beschikking gesteld van den Gouver
neur-Generaal van Ned.-Indié, ten einde te wor
den aangesteld tot administratief ambtenaar voor
de Buitenbezittingen.
Bij resolutie van den Minister van Koloniën,
van 18 Aug. 1914. is A. de Waart, arts, te 's-Gra-
venhage, ter beschikking gesteld van den Gou
verneur-Generaal van Ned -Indië, ten einde daar
te lande tijdelijk te worden benoemd tot leeraar
in de physiologie aan de School ter opleiding
van Indische artsen te Weltevreden.
Van den Hak op den Tak.
(Weekpraatje).
Het onderwerp van de gesprekken blijft
natuurlijk de Oorlog. Gelukkig verschijnsel
men voelt zoo diep mee, de ontzettende ellende
die dit monster, waar het komt, te weeg brengt.
Hoe feller de smart, hoe grooter het meedoo-
gen. De harten worden warm en de beurzen
worden geopend. Waar noodig is wordt werk
kracht verleend.
„Geeft wat veel gij rijken I
De armen geven ook wel wat.
Dit zal U duidelijk blijken."
Deze aansporing achten wij nu vrijwel over
bodig ieder is bewogen, diep ontroerd door
het nameloos wee, dat over een groot deel der
wereld is gekomen en meer dan ooit is het
menschenhart geneigd den armen, noodlijdenden
broeder en zuster te helpen. Maar niet ieder
kón, al is de wil nog zoo goed. 't Is, zooals een
oud-burgemCester in het „Vad." schrijft
„Door het inhouden der deposito's bij de ban
kiers heeft niemand meer geld in kas (enkele
zéér rijken uitgezonderd) dan hij strikt noodig
heeft om eigen onderhoud te betalen.
Thans worden allen opgeroepen om milde
bijdragen te geven voor minder bedeelden cn
vragen winkeliers betaling hunner rekeningen
om weder hun personeel te kunnen aanhouden.
Wie het hart op de rechte plaats heeft, zou
niets liever doen dan aan beider verzoeken zoo
mild mogelijk te voldoen, maar wie kan dat,
als hij zelf niet meer ontvangt dan het strikt
noodige om van te leven P"
Herlijk werk verricht, te midden van de gru
welen van den barbaarschen oorlog, het
Roode Kruis, dat ons in dezen droeven
tijd een lieflijke openbaring is, dat nog niet alle
menschelijkheid is geweken. Wij, Nederlan
ders, mogen er trotsch op zijn, dat hier te lande,
waar men wellicht achterstaat bij het buiten
land wat kanonnen en paarden betreft, de zorg
voor den gewonden soldaat het best is. Van
medische zijde schrijft men aan de „E. G" on
der meer
Wij hebben een half etmaal op het slagveld
vertoefd. En wij hebben ons bedroefd om de
weinige zorg die Duitschland zich voor zijn
gewonden geeft.
In België is het nog iets. Maar de Duitsche
aanvoerders hebben slechts één ideaalte over
winnen 't kost wat 't kost. Kan men de over
winning behalen ten koste van duizenden ge
wonden, die kermen en kreunen, welaan, men
laat die gewonden links liggen, men trapt ze
neer als het moet, als de stelling maar wordt
veroverd. En die arme jongens liggen daar te
midden van hun ellende. De zon brandt en
broeit en blekert ze, him lippen zijn uitgedroogd,
het bonst in hun hoofd, zij krijgen wondkoorts,
zij spreken wartaal, eindelijk krijgen zij nog
een paardentrap, en na een lijden van anderhalf
etmaal ontfermt de dood zich over hen.
„De verschrikkingen van het slagveld zouden
héél wat minder worden, wanneer alle gewon
den direct opgenomen werden.
Van de duizend gewonden komen er waar
schijnlijk 900 om. Bij een goed georganiseerden
voldoenden Roode-Kruisdienst zouden van de
1000 slechts 100 sterven.
De verantwoording, die de Duitsche leger-
autoriteiten, die verzuimden, aan den gewonde
te denken, op zich laden, is groot. Maar wel
licht worden zij er voor gestraft, door zelf ge
schoten te worden, en uren op het slagveld te
lijden. Wanneer zij dan nog opgenomen wor
den, en herstellen, zullen zij later nog op het
standpunt van wijlen Dr. Blooker staan en hem
toegevende gewonde soldaat gaat voor.
Eerst het Roode Kruis, dan het snel
vuurkanon."
Zoo zij het I Want de medelijdende liefde Is
een zegen voor de menschheid. Van medelij
dende liefde gaat een wondere kracht ten goede
uit. Onschatbare diensten heeft zij bewezen
aan de menschelijke beschaving. De samen
leving heeft er meer aan te danken dan aan de
vernuftigste ontdekkingen der wetenschap en
aan de schoonste gewrochten der kunst. Het
heeft in de geschiedenis der menschheid betere
tijden doen aanbreken. En het zal de poorten
openen tot reinere en gerechtere samenleving
dan de tegenwoordige.
De taak der medelijdende liefde is nog niet
ten einde. Nog grootere triomfen moet zij be
halen op de dierlijke barbaarschheld, die in de
menschenwereld nog zooveel macht bezit Aan
een eeuwenoud ideaal wordt in onzen tijd weder
nieuw leven ingeblazen. Het ideaal heet
W ereldvrede.
Onlangs overleed Bertha von Sutlner, de
vrouw die door haar bezielde geschriften een
diepgevpelden afkeer vaq 4en oMog heeft ge
wekt in breede kringen. Zij behoort tot dia
vrouwen, welke door medegevoel gedreven, strij
den voor maatschappelijke hervorming. Zij
neemt een eereplaats in naast Florence Nigh-
linghale, Elizabeth Fry en zooveel anderen.
Door hare geschriften zal Bertha von Suttner
blijven spreken na haren dood en door erbar
men te wekken met hen die lijden onder den
krijg, blijven aansporen tot oorlog aan den
oorlog. Neem toe in kracht, goddelijk mede
lijden, opdat ook deze grootste der gruwelen,
de oorlog met al zijn jammer worde uitgedre
ven. Ja, wij gelooven dot zulk medegevoel is
een der middelen waarmede de Almachtige
werkt om uit de lage, trage stof op te bouwen
een rijk des geestes, om een menschenmaat>»
schappij te vormen, waarin wonen gerechtig
heid en liefde.
Eens als de weeën der aarde geduld zijn.
Eens als 't koren der liefde is gerijpt,
Eens als de dagen der zonde vervuld zijn,
Eens als het menschdom zijn menschheid
begrijpt
Dan zal geen wetenschap moordsielsels
leeren,
Dan staaft geen eerzucht haar droomen door
't staal,
Dan zal beschaving in waarheid regeeren,
Dan wordt haar arbeid het Gods ideaal.
Geven wij in deze dagen acht wij, ouders
en opvoeders hoe de oorlog op kinderen
werkt.
In een reisverhaal in „Het Handelsblad" lezen
wij
„De spïonnenvrees is enorm optrekkende
priesters, die hunne scndalen voor laarzen ver
wisselden, worden op grond hiervan aangehou
den aan de Russische grens is de stemming
zóódanig, dat iedere Rus, die zich in de Duitsche
grensplafetsjes vertoont door kinderen gesteenigd
wordteen reisgenoot van onzen verteller zag
een ouden Rus op deze wijze door kinderen
doodgooien met straatsteenen. Een zeventien
jarige knaap, die ook in de coupé zat, ging zich
op last zijner ouders als vrijwilliger aangeven."
Zwaar is de verantwoordelijkheid van hen, die
zulke uitingen van beestachtigheid bij kinderen
uitlokken. Aan de school is het, de gevolgen
van hun misdadig werk zooveel mogelijk tegen
te gaan.
Ja, school en huisgezin hebben ook in deze
een gewichtige taak te vervullen.
Onze kinderen krijgen zoo lezen we in ,.He
Schoolblad" zooal niet den ganschen chaos
door een oorlog ontstaan, dan toch al de slecht
heden te zien en te hooren. Wij onderwijzers,
hebben het niet in onze macht te beletten, dot
onze leerlingen van dat alles kennis nemen
Buiten de school dringt de schending van il
wat recht ls van alle kanten tot hen door in
gesprekken van ouders, in bulletins en couran
tenberichten en al nemen wij ons ook voor
in de school het kwaad te verzwijgen, de vra
gen, vooral van de zijde der oudere jongens,
zullen niet uitblijven.
Duidelijk hebben wij in het licht te stellen,
hoe de oorlog een geesel is voor de menschhe'd
en hoe zijn slagen vooral onschuldigen treffen.
De berichten, die van het oorlogstooneel tot
ons komen, geven ons daartoe voldoende aan
leiding, als wij onze leerlingen g^^nnen ovei
de feiten na te denken.
De boeren te Visé en elders doodgeschoten
en opgehangen, hebben zich vergrepen aan het
oorlogsgerecht en het lot ondergaan, dat zij,
indien zij dat recht hadden gekend, voorzien
konden hebben. Maar het kind moet leeren
in zoo'n gefusileerden boer meer te zien, dan
een slachtoffer van zijn onwetendheid.
Wellicht was hij in vredestijd de zachtmoe
digheid zelf, niet in staat een ander leed te doen
laat staan hem te dooden.
Maar de trouwelooze inval in zijn land, de
verwoesting van zijn goed, de overtuiging dat
er gewelddaden gepleegd werden, waarover hij
zich bij geen enkelen rechter zou kunnen be
klagen, deden hem vergeten dat hij tegenover
zooveel geweld en onrecht machteloos stond,
dat de menschen, wier handen al het leed over
hem brachten, in het gewone leven wellicht
even goed en welwillend als hij, nu slechts uit
voerders waren van den wil van anderen
deden hem den man dooden, dien hij voor zich
zag en die wel alles om hen heen mocht ver
woesten, omdat hij gewapend was en soldaten-
kleeren droeg, terwijl hij zich niet mocht ver
dedigen, omdat hij een gewoon boerenpak en
geen uniform aanhad.
Die boer moet voor de kinderen worden een
man, die zich vergrepen heeft aan het oorlogs
recht, en volgens dat recht werd gestraft, maar
tevens een slachtoffer van de rechtloosheid, de
anarchie die de oorlog met zich brengt;
iemand, wiens versland werd beneveld, in wien
het menschelijk gevoel was gedood, die zich ir
zijn wanhoop met de wapens in de hand ver
dedigde tegen de wandaden van willooze werk
tuigen en die viel bij de verdediging van zijn
huis en erf. Zoo zullen de kinderen leeren, dat
oorlog en onrecht uit het oogpunt der humani
teit beschouwd, synoniem zijn.
De gevallen soldaat moet voor onze leerlln
gen nog wat anders worden, dan de man, ge
vallen bij de vervulling van zijn plicht. Zij
moeten gevoelen, dat die strakke doodstrekken
en starre oogen nog voor korten tijd bewege
lijk warendat de man, die daar dood op den
weg ligt, nog onlangs de vader van een geluk
kig gezin was en met zijn kinderen speelde, tot
dat de mobielverklaring hem van vrouw en
werk wegriep en hij, zooals men het zoo gaarne
voorstelt begeesterd en volksliederen zingend
naar de grenzen trok.
Ach, ik heb het geloof aan zulke praatjes zoo
ten volle verloren. Ik heb ze gezien de Zwit-
sersche reservisten, met loome schreden het
station te Bazel verlatende, zonder een woord
te zeggenik heb de moeders gezien, die de
kinderen aan de vaders toestaken om hun nog
eens, misschien voor het laatst, te kussen j ff
heb de mannen in uniform en met betraand©
oogen in de treinen zieh komen en allen zwe
genvan begeestering geen sprake, noch In
Zwitserland, noch in Duitschland.
Onze leerlingen moeten voelen, dat de trek
ken van dien gesneuvelde op het veld, waaf
onrecht en geweld hoogtij vierden, niet stro*
geworden zijn, voordat de bezorgdheid, voor de
angst over de toekomst van de vrouw en kinde
ren ze verwrongen had j dat die mond ni©
zweeg, voordat hij den oorlog had verwensau J
den oorlog, die hem genoodzaakt had mede**
menschen, van wie hij nooit eenig leed had on
dervonden, arm te maken en neer te schieten,
die zijn vrouw tot weduwe, zijn kinderen tot
weezen maakte. Zoo moeten onze leerlingen
zich de gevallen soldaten voorstellen en zij tu1"
len inzien dat de oorlog en nameloos leed
woorden van dezelfde beteekenis zijn.
KEUVELAAR.