DE EEMLAN DER".
Zaterdag 22 Augustus 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
ELLYs BEPROEVING.
N° 46 Tweede Blad.
13de Jaargang
KOLONIËN.
Verspreide Berichten.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
J»
Uitgevers: VALKHOFF Co,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort r i.oiK
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I O#
Afzonderlijke nummers 0.03.
Deze Courant verachynt dagelijks, behalv® op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön geueve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelt f 0.50.
Elke regel meor 0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bev&ttonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Oost-Indië
Nederland en Japan.
In het Bat N b 1. van 15 Juli leest men:
Volgens juist van den Japanschen consul
te Batavia ontvangen berichten zal ook de
Japansch-Nederlandschc Vereeniging aan de
Koloniale Tentoonstelling te Semarang deel
nemen.
De vereeniging zal daarbij eon brochure
uitgeven getiteld: „Japan en Nederland".
Een der bestuursleden dier vereeniging zal
de inzending persoonlijk naar Semarang
overbrengen.
Door het lid der Eerste Kamer der Staten-
Generaal gewezen op de goede gelegenheid
om iets te laten zien van de nauwe betrek
kingen door Japan en Nederland onderhou
den, werden tijdens de koloniale tentoonstel
ling te Semarang pogingen in het werk ge
steld om de Japansch-Nederlandsche stelling
te bewegen, met het bovenomschreven succes.
Deze vereeniging werd opgericht door Z
E. graaf Shinegobu Okuma, thans minister
president van Japan.
Graal' Okuma en mr. G. H. van Roijen, Ne-
derlandsch gezant tc Tokio zijn de voorzit
ters der vereen i ring. De hoofdzetel van de
vereeniging zal gevestigd zijn te Tokio, met
bijkantoren te Nagasaki en Batavia.
De behoefte aan een nauwer aansluiting
van de commercieele belangen van Japan en
onze koloniën door beide volken werd reeds
lang gevoeld; een bevestiging daarvan gaf
de Nederlandsche gezant tc Tokio in zijn
gloedvolle toespraak, gehouden bij gelegen
heid dat hij. na het tot stand komen der ver
eeniging eenige hoogc gasten, waaronder Z.
»E. graaf Okuma, aan ecu leesiinaal vcjccmgd
had. Uit die hoogst interessante rede halen
Wij o.a. aan:
„Wij, Hollanders, vatten met geestdrift de
hand aan, ons door graaf Okuma en zijn
vrienden toegestoken".
Een wijle verder getuigt dan onze gezant:
„Wat li natuurlijker dan dat de ruwe pro
ducten, afkomstig van die uitgestrekte en
vruchtbare landen* (onze koloniën bedoelend)
slechts door de zee van Nippon gescheiden,
meer en meer in Japan komen ecnerzijds, en
dat de voortbrengselen van wetenschap, ta
lent, kracht en industrie in Japan naar onze
Oost-Indische koloniën worden ingevoerd,
waar zij in bestaande behoeften voorzien en
met vreugde worden lee :moet gezien".
In het vertrouwen, dat de. deelneming van
de Japansch-Nederlandsche Vereeniging
naast de hoogst belangwekkende expositie in
de Japanscbe afdeeling der koloniale tentoon
stelling het hare moge bijdragen om de
vriendschap en handelsrelaties lusschen Ja
pan en de Ncderlandsch Oost-Indische kolo
niën te helpen bevorderen, voldoen wij gaar
ne aan het verzoek van den Japanschen con
sul te Batavia, om de deelneming van de Ja
pansch-Nederlandsche Vereeniging algemeen
bekend te maken.
De generaal-kwartiermeesler
De laatste officieelc mededeelingen van den
Duitschen generalen staf waren niet door den
chef van dien staf, generaal von Mod like, maar
door den generaal-kwartiermeester von Stein
onderteek end. De Tel. weet nu mede te dee-
Len, dal generaal-kwartiermeester een functie
is, welke uitsluitend in oorlogstijd bestaat en
deze titularis dient als onmiddellijke hulp
voor den chef van den generalen stal. Hij heeft
den chef van alles te ontlasten wat niet in
direct verband met de krijgsbedrijven staat
In het bijzonder regelt lnj den dienst in het
hooi dik war lier en voert de correspondenties.
Hij draagt verder zorg, dat da verschillende
besluiten van den legercommandant op be
hoorlijke wijize ter kennis van de daarbij be
trokken autoriteiten worden gebracht.
Op die mandor van tal van. bijkomende
werkzaam heden bevrijd, kan de cthef van d'en
staf zich geheel aan zijn hoofdarbeid wijden.
In 187U was, de luitenant-generaal Podbiels-
ki generaal-kwartiermeester, die destijds de
voor de pers bestemde telegrammen van het
koof dik war tier redigeerde. Historisch werd
zijn olkeu dag terugkeer ende mededeeling;
..Niets nieuws voor Parijs". De bulletins van
zijn tegenwoordigen collega zijn niet minder
merkwaardig, getuige de berichten, die hij
over Luik liet publiceer©».
e
Uit Spanje.
Van zijn bijzondere» correspondent te Bar
celona ontving het ITbld. hot volgende schrij
ven:
In deze tijden loopen de vreemdste ge
ruchten en ziet men de meest ongewone din
gen. zoo werd gisteren in de haven van Bar
celona de Zwilsersche vlag geheschen op een
zeeschip, dat door den Zwilserschen consul
gecharleerd werd om er een 200 landgenooten
mee naar Genua te brengen. Dat grapje kost
hun 25,1100 francs; de 3000 Dui-lsohers, waar
van noi gruutsie jueei zuuuci ixiiuucicn van
bestaan is, kunnen inmiddels'maar met weg
komen: er is geen reederij die het aandrufl
ze naar Genua te vervoeren.
De stroom Spanjaarden uil Frankrijk blijft
aanhouden: als dat maar zonder epidemieën
afloopt, want we zijn in Augustus en de sani
taire toestand in de spoorwegloodsen, waar
thans duizenden op en over elkaar kampee-
ren, is bedroevend.
De „Iris" der K. N. S. M. ligt nog zonder
Instructies hier te Barcelona. De „Achilles'
te Valenoia Liggend, kreeg bevel daar op na
dere instructies tc wachten: dc drie Neder
landers, die met deze booten gehoopt hadden
aan hun mobilisaliebevel te kunnen voldoen,
komen dus voorloopig ook nog niet naar Hol
land terug.
Vanwege Spanje's neutraliteit zijn alle ma
nifestaties voor of legen eenige oorlogvoeren-
de natiie verboden: het cendge dat toegestaan
wordt is, dat men in het een of ander consu
laal een visitekaartje gaal brengen! In Portu
gal is men blijkbaar minder angstvallig; uit
liadajoz wordt ten minste gemeld, dat er gis
teren te Lissabon zwaar gemanifesteerd is
voor de Fransche en Engclsche ambassades,
waar de ambassadeurs luide toegejuicht wer
den; de Portugeesche oorlogsbodems zijn ge
reed om ieder oogenblik in zee gestuurd te
worden.
Luigi Barzini, de bokepde oorlogscorres
pondent van den „Corriere della Sera", kwam
hier gisteren uit Mexico aan en verklaarde in
een interview, dat hij niets verwonderd zou
zijn, als hij zijn land in oorlog gewikkeld zou
aantreffen en dat hij dit uil den grond van
zijn hart hoopte. Hij acht onder de gegeven
omstandigheden een oorlog noodzakelijk.
Neutraliteit heeft volgens hem noch voor
Spanje, noch voor Italië eenigen zin. Ten
eerste niet omdat de overwinnende en ver
liezende partijen het later kwalijk zullen ne
men en wraak zullen uitoefenen, doch ten
tweede, omdat, als de oorlog enkele maanden
duurt en de fabrieken gestopt zullen mooten
worden, de volksopruiers den honger van het
volk zullen benutten om oproeren in de groote
sleden te verwekken. Op het oogenblik, on
der den indruk van dc gebeurtenissen, is een
mobilisatie nog mogelijk en gemakkelijk; la
ter, als de honger het enthousiasme gedoofd
heeft, is die niet meer klaar te spelen.
Barzini gaf als zijn overtuiging te kennen,
dat Italië alsnog de wapens zou opvatten;
tegen wien, daarover wilde hij zicli niet uit
laten, doch hij scheen hel het waarschijnlijkst
le vinden legen Oostenrijk en Duilschland
Wat zijn vrees voor oproeren in Italië en
Spanje aangaat, daarover kan hij meepraten,
daar hij, vijf jaar geleden, de seraana tragica
le Barcelona meemaakte en weet hoe weinig
er noodig is om hier oproeren te verwekken.
En uit de „gevaarlijke elementen" heeft de
politie dezer dagen reeds een honderdtal al
lergevaarlijkste opgepikt, doch het lieele nar-
chislischc schuim van Catalonië is deze week
uit Frankrijk hierheen teruggestuurd en dat
kon wel eens een zeer verderfelijke» invloed
hebben. De menschcn, die Spanje kennen,
wachten nog steeds met smart op een con
centratie-kabinet men zegt, dat de koning
daartoe den lijd nog niet gekomen acht om
geen nieuwe paniek té veroorzaken; doch <lie
ware tocili te prefereeren boven het ongeruste
ten in zulke ernstige" omstandigheden.
Alles hangt thans van particulier initiatief
afzoo maakte de eenvoudige maatregel van
het Crédit Lyonnais, dat bekend maakte, dat
het francs inwisselde tegen peseta's legen den
koers van 98, in eens een eind aan het wal
gelijk gesjacher en, uilgebuit aan de Spaan-
sche grens en in de stations hier, waar, 'ot
zelfs door polilie-agcuten, de franken der
arme vluchtelingen met een zoet winstje van
100 procent legen peseta's gewisseld werden:
twee franken voor écn peseta 1
Onder de Franscken, die zich via de Spaan-
sche grens naar hun land begaven, behoort
ook de hertog van Guise, die in Larache ver
blijf hield en die zich thans als gewoon sol
daat gaat laten aannemen onder de Franseiie
vrijwilligers.
E x-P resident Taft over den
oorlog.
Volgens liet II b 1 d. licelt de ex-president
der Ver. Stalen Taft zich aldus over den oor
log uitgelaten; hij noemt in een „mededee
ling aan hol volk der Verecnigdc Stalen" den
Europeeschen oorlog een algemeene instor
ting. Hij schrijn, dal van af liet begin der
wereld er nooit zoo iels geschied is. Toch ge
looft liij, dat deze strijd ten sioltc zal kunnen
leiden tot een. vermindering van de reusach
tige bewapeningen in Europa en tot wereld
vrede. Hij zegt:
„De koning of keizer die een strijd begint
of toelaat, dat oen oorlog uitbreekt, zet niet
alleen hot prestige van zijn natie op het spel,
maar ook de hechtheid en de integriteit van
zijn dynastie.
Op één ding kunnen wij redelijkerwijs re
kenen en dit is dat met het verval van de in
dustrie, met de slagen aan de algemeene wel
vaart toegebracht en met den toestand van
slapte, die op doze titanische worsteling zal
volgen, er alle aanleiding zal zijn voor het
gezonde verstand om zijn invloed te doen gel
den; en na de verschrikkelijke verspilling
van het bloed der besten cn van dc spaar
penningen der rijken cn armen, zal des te
meer blijken het nut van een vermindering
der bewapeningen en van het wegnemen
eener aanleiding lot.verderen oorlog.
Het is een bitter geneesmiddel, maar ten
slotte kan het de vele offers waard zijn, als
hel dezen oorlog tolt den laalstcn oorlog
maakt
De „1 o u i s d'o r" v a n een „cocur d'or".
De oorlogscorrcsp. van het Ilbld. vertelt:
De Duitschen officier, die verleden Vrijdag,
m :t den civiel gouverneur van Luik is komen
onderhandelen omtrent de ovorga\o der stad
en der stellingen, was niemand anders dan
de staf-majoor von hlüber, die lol voor en
kele welken, als militair attaché militaire,
te Brussel van het Duilsclic gezantschap deel
uitmaakte.
Toen majoor von Klüber dch gouverneur
Delvaux in kennis had gesteld van zijn op
dracht, verzocht deze den Duitschen officier
enkele oogenblik ken cp het antwoord te wil-
ici v i'.i'ien. Nauwelijks echter had de gou
verneur dc plaats verlaten, of majoor von
Klüber stopte een „louis' in de handen van
een i.anwt/igcn dienstbode met het vlugge
ten te gaan kóopen! De dienstbode liet het na,
en deelde terstond den gouverneur het
vreemde verzoek van den Duitschen parle
mentair mede.
De heer Delvaux mocht toen den majoor
berichten dat de stad Luik weigerde zich over
le geven. Wat de quaestie der overgave van
de forten betrof, deze, zcide hij, behoorde tot
de bevoegdheid van generaal Lcman: diens
antwoord hoeft liicr niet medegedeeld, daar
deze forten nog steeds in handen der Belgen
zijn. Doch toen maoor von Klüber weer de
gebruikelijke doek voor oogen werd gedaan
om hem terug te brengen naar de zijnon,
overhandigde de gouverneur den oud atta
ché militaire een omslag met den „louis".
Mijn knecht, zeide hij, verzocht mij u
dit ter hand te stellen vóór uw Vertrek.
Oude bekenden.
Duilsche uhlanen aldus verhaalt de N. R.
Gt. kloplen dezer dagen aan bij een hoeve
te N order wij clc, bezuiden lierenthals (in Bel
gië). Een van hen vroeg aan de bazin m ge
broken Vlaamsch: „Herkent gij mij niet?
Wacht, ik zal mijn hoed afdoen." En zij her
kende den man, die als agent van een fabri k
daar herhaaldelijk zeisen te koop had gebo-
derv.
Economisch herstel.
De correspondent van het Ilbld. meldt aan
zijn blad:
Het „Berl. Tagebl." meldt, dat hier een vrij
groot transport levende kalveren uit Neder
land is aangekomen. In de volgende dagen
worden opnieuw transporten verwacht van
levend vee.
Tusschen Berlijn en Keulen zullen voorloo
pig weer twee sneltreinen in beide richtin
gen in dienst worden opgenomen, met nor
male reisduur.
Nederland en de oorlog.
Maatregelen bij heropening der
Effectenbeurs.
Donderdag heeft in Den llaag een con
ferentie plaats gehad lusschen den Minister
van Landbouw, N ij volheid en Handel, den
Minister van Justitie en de presidenten van
de Nederlandsche Bank, de Nederlandsche
Handelmaatschappij, dc besturen van de
Vereeniging voor den Geldhandel, van de
Vcrcenigangen voor den Effectenhandel tc
Amsterdam en Rotterdam en het bestuur \an
den Provincialen Bond voor den Effecten
handel.
In deze conferentie werd langdurig be
raadslaagd over de maatregelen welke die
nen te worden genomen en toegepast kunnen
worden bij -dc cventueele heropening van
de Effectenbeurs.
Algemeen stemde men in met de wensche-
lijkheid om door wettelijke bepalingen e?n
langzame en geleidelijke afwikkeling van
prolongatioposlen mogelijk te maken. De be<
wettelijke koersen vast (e stellen' Aj/ech,"fc"-
gen deze koersen zal eventueel geexecutecrd
worden. Bij dc vaststelling der koersen zai
de minister van Landbouw, Nijverheid cn
Handel worden voorgelicht door een com-
miss: van advies. Het betreffende welsont-
crp zal behandeld worden in vergaderingen
van de Tweede on Eerste Kamer welke legen
de volger.de week zullen worden bijeen ge*1
roi per
Tevens zal dan worden behandeld een ont
werp van den Minister van Justitie waarbij
een zcei groote uitbreiding zal worden ge
geven aan de bevoegdheid der rechtbanken
:n surseance van betaling le verleenen. Wan
neer het ontwerp in het Staatsblad is ver
schenen, zal de aanvrage daartoe ook, als hel
Ilbld. welingelicht is, kunnen geschieden
door firma's wier passief liet actief overtreft,
wanneer dit toegeschreven kan worden aan
de buitengewone tijdsomstandigheden, in die
mate, dat verwacht mag worden, dat eer
lang, door verbetering van den economische»
toestand, daarmede bij deze firma's ook het
actief weder boven bet passief zal stijgen.
Onzo consulaire vertegenwoor
diging in Luik.
Naar wij vernemen zijn, zoodra bekend
was, dat tc Luik van de Nederlandsche con
sulaire vertogenwoordiging niemand aanwc-
Geen dier is zoo gevaarlijk als de mensch.
een dier strijdt slechts met zijn natuurlijke
"Wapenen, de mensch gebruikt de meest hcl-
sche werktuigen.
Roman uit het Zweedsch door
A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
31
Aahl ook daar geen uitwegI Wat ik het
ééne oogenblik bedenk tot redding, verwerp
iik in het andere. Niels aan te doen, niet hel
minste. Esi ik verlang naar 'Lord. ik verlang,
ik verlang!
Uur na u-ur gaat voorbij van mijn dierba
ren dag, misschien de laatste, dat hij nog van
mij is, en ik kan er niet mee doen wat ik
wil, ik kan niet naar hem loe gaan en flui
steren: kom1
Hoe is het mogelijk dat hij zoo ver van
mij blijft zitten? Is hij bang dat liij zich ver
raden zal, als hij naast mij zit? Ja, dan is het
beter dat hij daar blijft. Ik zou niet kunnen
werken, mijn handen zouden machteloos
neerzinken. En hoe zou ik met hem kunnen
praten over iets, waarnaar de anderen lui
steren. wanneer mijn hoofd vervuld is van
slechts één gedachte: ^mijn liefste, mijn lief
ste, mijn onuitsprekelijk beminde'"
«•Elly Tord!"
Lieve tante Ida! Zij vindt"het jammer voor
ons. Zij kijkt van hem naar mij, van mij naar
hem.
„Kunt ge samen niet wat uitvoeren? In de
hoekkast staat wel een triklakbord."
Tord moet antwoorden. Dat ligt op zijn
weg. Schat hij haar vriendelijkheid naar
waarde? Neen, hij kijkt nog knorrig nu hij
van zijn krant opziet.
„Ik heb geen tijd, ik ga werken."
En hij staat op. Zou hij werkelijk heen
gaan? Is het toch niet beter om met elkaar
in één zelfde kamer tc zitten en ten minste
elkaar te kunnen zien dan door slot cn gren
del gescheiden te zijai? Maar hij toeft nog.
Zoo langzaam mogelijk vouwt hij de krant op.
O. hij komt naar mij toe
Ofschoon ik mij niet omkeer, weet ik dat
hij achter mijn stoel staat. Ik voel dat hij
zich over n.ij heenbuigt.
„Is het prettig zoo den geheelen dag te
zitten naaien?"
„Och, je kunt wel lastiger dingen doen."
„En prettiger ook?"
„Misschien wel."
Wat legt hij bijzonderen nadruk op hetgeen
hij zegt. Alsof de woorden een meer dan ge
wone beteekenis hebben. En hij knikt mij
toe alsof hij in mijn antwoord een onuitge
sproken meendng vindt.
Nu gaat hij heen, ja, hij gaat werkelijk
heen.
Hoe kan hij het over zijn hart Verkrijgen!
Mij alleen te laten zitten. Het was nog een
zaligheid, dat hij in de kamer was. Hier te
zitten met dit naaiwerk en de vreeselijke ge
dachten te koesteren. Neen, ik houd het niet
uil. Ik moet mij bewegen,' ik moet onder
eenfcg voorwendsel naar miin kamer gaan.
Daar ben ik hein in ieder geval nader dan
hier
Op mijn kamer? Bedoelde hij dat? Hij heeft
zich ook verveeld en er naai" verlangd om
samen met mij te zijn. En misschien boven.
Misschien heeft liij boven iets te doen, mis
schien leis le zoeken in de boekenkast? Die
staat vlak over mijn kamer.
Nu, hoe het zij, ik ga naar boven. Zijn ka
mer ligt aan den anderen kant van het por
taal! Hij is don tenminste niet zoo ver van mij
af als wanneer ik hier blijf. Het werk neer
gelegd. Even een woordje lot tante Ida. „Ik
ga exen boven een brief schrijven."
Zij glimlacht. Heeft zij vermoeden evenals
ik? Lieve, lieve tante Ida, wat zou ik geluk
kig zijn over uw lieven lach als ik met wisf
dat hij verdwijnen zou als ik mijn hart vooi
u opende.
liet is hier in het portaal veel donkerdei
dan beneden. Zou hij iets in bel donker kun
nen vinden? Zeiker niet in de boekenkast. En
ook komt hij niet uit zijn kamer. Wat kan
men zich ook al niet verheelden» Hij bedoelde
volstrekt niet dat ik naar boven zou gaan
Hij meende niets bijzonders met hetgeen hij
zeide, ofschoon ik geloofde
De regen klettert op de dakpannen, ik kan
niet hooreii of hij daar binnen is. Misschien
heeft hij mijn© voetstappen niet gehoord? En
mijn schoenen kraken anders toch even, maai
van daag doen ze het juist niet, hoe ik er ooi:
mijn best voor doeEn nu ben ik bij de
deur van mijn kamer on moet naar binnen.
Een brief schrijven, zooals ik zeide?
Neen, ik kan aiiets doen. Niets dan luiste
ren. Hoorde ik hem den sleutel van zijn deur
omdraaien? Neen het was het geluid van be
neden. Ik hoor slap op stap, heen en terug,
maar dat is ook beneden. Hier boven is het
volkomen sliL
Wat was dat?
Ja, dat was zijn deur die opengaat. Een
stap, zijn stap! Hij loopt over het portaal. De
trap af of bierheen?naar de trap. Zeker.
Natuurlijkneen, hij is voorbij. Hij komt
hier! Hier! Ik begreep hem dus goed.
Zai hij hard ol zacht aankloppen?
Daar is hot, vast, zeker. Ik wist het, hij
komt binnen!
De deur gaat openl
„Tord!"
„Mag ik human komen? Er is een knoop
van mijn jas losgeraakt, ik wilde je vragen
om die even vast le naaien. Je houdt immers
zooveel van naaien?"
De knoop hangt aan één zijden draadje,
liet is bijna ongcloofbjk dat wij hol in het
volle daglicht niet hebben ontdekt. En do
draadjes die er bij hangen zien er uit of zij
met geweld losgerukt zijn. Ik kan niet laten
luid le lachen. Hoe is bet mogelijk dal ik
lachen kanl Maar het is zoo héérlijk, en hij
lacht mee. Wij zijn als een paar kinderen die
ontsnapt zijn.
Ik naai de knoop zoo goed mogelijk vast.
Vlug gaat het niet, maar dat doet er niets
too. Ik zou zoo uren kunnen staan zonder
vermoeid te worden. Half aan den binnen
kant, half aan den buitenkant van zijn jas.
Het is mij of ik zijn hart hoor kloppen. Ik
zou dichter bij hem willen kruipen, heele-
maal im zijn jas en er nooit meer uitkomen.
Hij mag veilig zijn hoofd nog wat over
my heenbuigen-
Ja, dat doet hij. Ik voel zijn gericht op mijn
haar cn zijn adem op mijn w ang.
„Klaar, de knoop zit nu zoo vast als ccd
muur."
Ach, do jas houdt mij gevangen. Ik ben
waar ik wezen wilde. Ik kan mij niet losma*
kan. ik zou hot ook niet willen. Welk®
kussen! Zij branden mij. Maar heerlijk. Nooit
heeft hij mij zoo gekust. Nooitmaar hij
mafg met mij doen wal hij wiL Ik ben in>
mors van hem. Als hij wil mag hij m;: dooden.
O die liefkoozingen! 0, zijn warme om
helzing!
Op eens vrij! Waarom stoot hij mij van
zich en waarom ziet hij zoo bleek?
„Elly!"
O, mijn God, waarom ziet hij er zoo ver
stoord uit? Waarom drukt hij miine han
den zoo?
Kajn je mij vargevc»;io Elly? Ik heb je doc a
schrikken."
„Neen, neen
„Ja, ik zeg het, ik weet het. Ik was gek
Maar je kunt niet gclooven Ik stel je zoo
hoog, Elly. Ik acht je even hoog als mijn
moeder. Je bent hel beste, het reinste
Hij mag mijn gericht niet zien. Weg! Weg
in het sofakussen.
Ik het reinste, het beste! Ikl
Het is stil om ons heen. Een lang zwijgen.
Geen gpf huister, hoewei hij vüiafk naast mdj rit
Maar hij mag niet aan mij blijven denken,
zooals ihij noi doet. Diart zou vailsch zijn. IV
moet opstaan, iets zeggen.
„Tord, je moet me mot zoo hoog stellen
Ik ben geen heiliger
„Neen, Goddank, dat ben je niet» Maar het
nyvoiste cn liefste meisje dat ik ken, ben je
tc h wel
Wordt vervolgd