DE EEMLAN DER". Zaterdag 22 Augustus 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. ELLYs BEPROEVING. N° 46 Tweede Blad. 13de Jaargang KOLONIËN. Verspreide Berichten. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. J» Uitgevers: VALKHOFF Co, ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort r i.oiK Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O. I O# Afzonderlijke nummers 0.03. Deze Courant verachynt dagelijks, behalv® op Zon- en Feestdagen. Advertentiön geueve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelt f 0.50. Elke regel meor 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bev&ttonde de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Oost-Indië Nederland en Japan. In het Bat N b 1. van 15 Juli leest men: Volgens juist van den Japanschen consul te Batavia ontvangen berichten zal ook de Japansch-Nederlandschc Vereeniging aan de Koloniale Tentoonstelling te Semarang deel nemen. De vereeniging zal daarbij eon brochure uitgeven getiteld: „Japan en Nederland". Een der bestuursleden dier vereeniging zal de inzending persoonlijk naar Semarang overbrengen. Door het lid der Eerste Kamer der Staten- Generaal gewezen op de goede gelegenheid om iets te laten zien van de nauwe betrek kingen door Japan en Nederland onderhou den, werden tijdens de koloniale tentoonstel ling te Semarang pogingen in het werk ge steld om de Japansch-Nederlandsche stelling te bewegen, met het bovenomschreven succes. Deze vereeniging werd opgericht door Z E. graaf Shinegobu Okuma, thans minister president van Japan. Graal' Okuma en mr. G. H. van Roijen, Ne- derlandsch gezant tc Tokio zijn de voorzit ters der vereen i ring. De hoofdzetel van de vereeniging zal gevestigd zijn te Tokio, met bijkantoren te Nagasaki en Batavia. De behoefte aan een nauwer aansluiting van de commercieele belangen van Japan en onze koloniën door beide volken werd reeds lang gevoeld; een bevestiging daarvan gaf de Nederlandsche gezant tc Tokio in zijn gloedvolle toespraak, gehouden bij gelegen heid dat hij. na het tot stand komen der ver eeniging eenige hoogc gasten, waaronder Z. »E. graaf Okuma, aan ecu leesiinaal vcjccmgd had. Uit die hoogst interessante rede halen Wij o.a. aan: „Wij, Hollanders, vatten met geestdrift de hand aan, ons door graaf Okuma en zijn vrienden toegestoken". Een wijle verder getuigt dan onze gezant: „Wat li natuurlijker dan dat de ruwe pro ducten, afkomstig van die uitgestrekte en vruchtbare landen* (onze koloniën bedoelend) slechts door de zee van Nippon gescheiden, meer en meer in Japan komen ecnerzijds, en dat de voortbrengselen van wetenschap, ta lent, kracht en industrie in Japan naar onze Oost-Indische koloniën worden ingevoerd, waar zij in bestaande behoeften voorzien en met vreugde worden lee :moet gezien". In het vertrouwen, dat de. deelneming van de Japansch-Nederlandsche Vereeniging naast de hoogst belangwekkende expositie in de Japanscbe afdeeling der koloniale tentoon stelling het hare moge bijdragen om de vriendschap en handelsrelaties lusschen Ja pan en de Ncderlandsch Oost-Indische kolo niën te helpen bevorderen, voldoen wij gaar ne aan het verzoek van den Japanschen con sul te Batavia, om de deelneming van de Ja pansch-Nederlandsche Vereeniging algemeen bekend te maken. De generaal-kwartiermeesler De laatste officieelc mededeelingen van den Duitschen generalen staf waren niet door den chef van dien staf, generaal von Mod like, maar door den generaal-kwartiermeester von Stein onderteek end. De Tel. weet nu mede te dee- Len, dal generaal-kwartiermeester een functie is, welke uitsluitend in oorlogstijd bestaat en deze titularis dient als onmiddellijke hulp voor den chef van den generalen stal. Hij heeft den chef van alles te ontlasten wat niet in direct verband met de krijgsbedrijven staat In het bijzonder regelt lnj den dienst in het hooi dik war lier en voert de correspondenties. Hij draagt verder zorg, dat da verschillende besluiten van den legercommandant op be hoorlijke wijize ter kennis van de daarbij be trokken autoriteiten worden gebracht. Op die mandor van tal van. bijkomende werkzaam heden bevrijd, kan de cthef van d'en staf zich geheel aan zijn hoofdarbeid wijden. In 187U was, de luitenant-generaal Podbiels- ki generaal-kwartiermeester, die destijds de voor de pers bestemde telegrammen van het koof dik war tier redigeerde. Historisch werd zijn olkeu dag terugkeer ende mededeeling; ..Niets nieuws voor Parijs". De bulletins van zijn tegenwoordigen collega zijn niet minder merkwaardig, getuige de berichten, die hij over Luik liet publiceer©». e Uit Spanje. Van zijn bijzondere» correspondent te Bar celona ontving het ITbld. hot volgende schrij ven: In deze tijden loopen de vreemdste ge ruchten en ziet men de meest ongewone din gen. zoo werd gisteren in de haven van Bar celona de Zwilsersche vlag geheschen op een zeeschip, dat door den Zwilserschen consul gecharleerd werd om er een 200 landgenooten mee naar Genua te brengen. Dat grapje kost hun 25,1100 francs; de 3000 Dui-lsohers, waar van noi gruutsie jueei zuuuci ixiiuucicn van bestaan is, kunnen inmiddels'maar met weg komen: er is geen reederij die het aandrufl ze naar Genua te vervoeren. De stroom Spanjaarden uil Frankrijk blijft aanhouden: als dat maar zonder epidemieën afloopt, want we zijn in Augustus en de sani taire toestand in de spoorwegloodsen, waar thans duizenden op en over elkaar kampee- ren, is bedroevend. De „Iris" der K. N. S. M. ligt nog zonder Instructies hier te Barcelona. De „Achilles' te Valenoia Liggend, kreeg bevel daar op na dere instructies tc wachten: dc drie Neder landers, die met deze booten gehoopt hadden aan hun mobilisaliebevel te kunnen voldoen, komen dus voorloopig ook nog niet naar Hol land terug. Vanwege Spanje's neutraliteit zijn alle ma nifestaties voor of legen eenige oorlogvoeren- de natiie verboden: het cendge dat toegestaan wordt is, dat men in het een of ander consu laal een visitekaartje gaal brengen! In Portu gal is men blijkbaar minder angstvallig; uit liadajoz wordt ten minste gemeld, dat er gis teren te Lissabon zwaar gemanifesteerd is voor de Fransche en Engclsche ambassades, waar de ambassadeurs luide toegejuicht wer den; de Portugeesche oorlogsbodems zijn ge reed om ieder oogenblik in zee gestuurd te worden. Luigi Barzini, de bokepde oorlogscorres pondent van den „Corriere della Sera", kwam hier gisteren uit Mexico aan en verklaarde in een interview, dat hij niets verwonderd zou zijn, als hij zijn land in oorlog gewikkeld zou aantreffen en dat hij dit uil den grond van zijn hart hoopte. Hij acht onder de gegeven omstandigheden een oorlog noodzakelijk. Neutraliteit heeft volgens hem noch voor Spanje, noch voor Italië eenigen zin. Ten eerste niet omdat de overwinnende en ver liezende partijen het later kwalijk zullen ne men en wraak zullen uitoefenen, doch ten tweede, omdat, als de oorlog enkele maanden duurt en de fabrieken gestopt zullen mooten worden, de volksopruiers den honger van het volk zullen benutten om oproeren in de groote sleden te verwekken. Op het oogenblik, on der den indruk van dc gebeurtenissen, is een mobilisatie nog mogelijk en gemakkelijk; la ter, als de honger het enthousiasme gedoofd heeft, is die niet meer klaar te spelen. Barzini gaf als zijn overtuiging te kennen, dat Italië alsnog de wapens zou opvatten; tegen wien, daarover wilde hij zicli niet uit laten, doch hij scheen hel het waarschijnlijkst le vinden legen Oostenrijk en Duilschland Wat zijn vrees voor oproeren in Italië en Spanje aangaat, daarover kan hij meepraten, daar hij, vijf jaar geleden, de seraana tragica le Barcelona meemaakte en weet hoe weinig er noodig is om hier oproeren te verwekken. En uit de „gevaarlijke elementen" heeft de politie dezer dagen reeds een honderdtal al lergevaarlijkste opgepikt, doch het lieele nar- chislischc schuim van Catalonië is deze week uit Frankrijk hierheen teruggestuurd en dat kon wel eens een zeer verderfelijke» invloed hebben. De menschcn, die Spanje kennen, wachten nog steeds met smart op een con centratie-kabinet men zegt, dat de koning daartoe den lijd nog niet gekomen acht om geen nieuwe paniek té veroorzaken; doch <lie ware tocili te prefereeren boven het ongeruste ten in zulke ernstige" omstandigheden. Alles hangt thans van particulier initiatief afzoo maakte de eenvoudige maatregel van het Crédit Lyonnais, dat bekend maakte, dat het francs inwisselde tegen peseta's legen den koers van 98, in eens een eind aan het wal gelijk gesjacher en, uilgebuit aan de Spaan- sche grens en in de stations hier, waar, 'ot zelfs door polilie-agcuten, de franken der arme vluchtelingen met een zoet winstje van 100 procent legen peseta's gewisseld werden: twee franken voor écn peseta 1 Onder de Franscken, die zich via de Spaan- sche grens naar hun land begaven, behoort ook de hertog van Guise, die in Larache ver blijf hield en die zich thans als gewoon sol daat gaat laten aannemen onder de Franseiie vrijwilligers. E x-P resident Taft over den oorlog. Volgens liet II b 1 d. licelt de ex-president der Ver. Stalen Taft zich aldus over den oor log uitgelaten; hij noemt in een „mededee ling aan hol volk der Verecnigdc Stalen" den Europeeschen oorlog een algemeene instor ting. Hij schrijn, dal van af liet begin der wereld er nooit zoo iels geschied is. Toch ge looft liij, dat deze strijd ten sioltc zal kunnen leiden tot een. vermindering van de reusach tige bewapeningen in Europa en tot wereld vrede. Hij zegt: „De koning of keizer die een strijd begint of toelaat, dat oen oorlog uitbreekt, zet niet alleen hot prestige van zijn natie op het spel, maar ook de hechtheid en de integriteit van zijn dynastie. Op één ding kunnen wij redelijkerwijs re kenen en dit is dat met het verval van de in dustrie, met de slagen aan de algemeene wel vaart toegebracht en met den toestand van slapte, die op doze titanische worsteling zal volgen, er alle aanleiding zal zijn voor het gezonde verstand om zijn invloed te doen gel den; en na de verschrikkelijke verspilling van het bloed der besten cn van dc spaar penningen der rijken cn armen, zal des te meer blijken het nut van een vermindering der bewapeningen en van het wegnemen eener aanleiding lot.verderen oorlog. Het is een bitter geneesmiddel, maar ten slotte kan het de vele offers waard zijn, als hel dezen oorlog tolt den laalstcn oorlog maakt De „1 o u i s d'o r" v a n een „cocur d'or". De oorlogscorrcsp. van het Ilbld. vertelt: De Duitschen officier, die verleden Vrijdag, m :t den civiel gouverneur van Luik is komen onderhandelen omtrent de ovorga\o der stad en der stellingen, was niemand anders dan de staf-majoor von hlüber, die lol voor en kele welken, als militair attaché militaire, te Brussel van het Duilsclic gezantschap deel uitmaakte. Toen majoor von Klüber dch gouverneur Delvaux in kennis had gesteld van zijn op dracht, verzocht deze den Duitschen officier enkele oogenblik ken cp het antwoord te wil- ici v i'.i'ien. Nauwelijks echter had de gou verneur dc plaats verlaten, of majoor von Klüber stopte een „louis' in de handen van een i.anwt/igcn dienstbode met het vlugge ten te gaan kóopen! De dienstbode liet het na, en deelde terstond den gouverneur het vreemde verzoek van den Duitschen parle mentair mede. De heer Delvaux mocht toen den majoor berichten dat de stad Luik weigerde zich over le geven. Wat de quaestie der overgave van de forten betrof, deze, zcide hij, behoorde tot de bevoegdheid van generaal Lcman: diens antwoord hoeft liicr niet medegedeeld, daar deze forten nog steeds in handen der Belgen zijn. Doch toen maoor von Klüber weer de gebruikelijke doek voor oogen werd gedaan om hem terug te brengen naar de zijnon, overhandigde de gouverneur den oud atta ché militaire een omslag met den „louis". Mijn knecht, zeide hij, verzocht mij u dit ter hand te stellen vóór uw Vertrek. Oude bekenden. Duilsche uhlanen aldus verhaalt de N. R. Gt. kloplen dezer dagen aan bij een hoeve te N order wij clc, bezuiden lierenthals (in Bel gië). Een van hen vroeg aan de bazin m ge broken Vlaamsch: „Herkent gij mij niet? Wacht, ik zal mijn hoed afdoen." En zij her kende den man, die als agent van een fabri k daar herhaaldelijk zeisen te koop had gebo- derv. Economisch herstel. De correspondent van het Ilbld. meldt aan zijn blad: Het „Berl. Tagebl." meldt, dat hier een vrij groot transport levende kalveren uit Neder land is aangekomen. In de volgende dagen worden opnieuw transporten verwacht van levend vee. Tusschen Berlijn en Keulen zullen voorloo pig weer twee sneltreinen in beide richtin gen in dienst worden opgenomen, met nor male reisduur. Nederland en de oorlog. Maatregelen bij heropening der Effectenbeurs. Donderdag heeft in Den llaag een con ferentie plaats gehad lusschen den Minister van Landbouw, N ij volheid en Handel, den Minister van Justitie en de presidenten van de Nederlandsche Bank, de Nederlandsche Handelmaatschappij, dc besturen van de Vereeniging voor den Geldhandel, van de Vcrcenigangen voor den Effectenhandel tc Amsterdam en Rotterdam en het bestuur \an den Provincialen Bond voor den Effecten handel. In deze conferentie werd langdurig be raadslaagd over de maatregelen welke die nen te worden genomen en toegepast kunnen worden bij -dc cventueele heropening van de Effectenbeurs. Algemeen stemde men in met de wensche- lijkheid om door wettelijke bepalingen e?n langzame en geleidelijke afwikkeling van prolongatioposlen mogelijk te maken. De be< wettelijke koersen vast (e stellen' Aj/ech,"fc"- gen deze koersen zal eventueel geexecutecrd worden. Bij dc vaststelling der koersen zai de minister van Landbouw, Nijverheid cn Handel worden voorgelicht door een com- miss: van advies. Het betreffende welsont- crp zal behandeld worden in vergaderingen van de Tweede on Eerste Kamer welke legen de volger.de week zullen worden bijeen ge*1 roi per Tevens zal dan worden behandeld een ont werp van den Minister van Justitie waarbij een zcei groote uitbreiding zal worden ge geven aan de bevoegdheid der rechtbanken :n surseance van betaling le verleenen. Wan neer het ontwerp in het Staatsblad is ver schenen, zal de aanvrage daartoe ook, als hel Ilbld. welingelicht is, kunnen geschieden door firma's wier passief liet actief overtreft, wanneer dit toegeschreven kan worden aan de buitengewone tijdsomstandigheden, in die mate, dat verwacht mag worden, dat eer lang, door verbetering van den economische» toestand, daarmede bij deze firma's ook het actief weder boven bet passief zal stijgen. Onzo consulaire vertegenwoor diging in Luik. Naar wij vernemen zijn, zoodra bekend was, dat tc Luik van de Nederlandsche con sulaire vertogenwoordiging niemand aanwc- Geen dier is zoo gevaarlijk als de mensch. een dier strijdt slechts met zijn natuurlijke "Wapenen, de mensch gebruikt de meest hcl- sche werktuigen. Roman uit het Zweedsch door A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 31 Aahl ook daar geen uitwegI Wat ik het ééne oogenblik bedenk tot redding, verwerp iik in het andere. Niels aan te doen, niet hel minste. Esi ik verlang naar 'Lord. ik verlang, ik verlang! Uur na u-ur gaat voorbij van mijn dierba ren dag, misschien de laatste, dat hij nog van mij is, en ik kan er niet mee doen wat ik wil, ik kan niet naar hem loe gaan en flui steren: kom1 Hoe is het mogelijk dat hij zoo ver van mij blijft zitten? Is hij bang dat liij zich ver raden zal, als hij naast mij zit? Ja, dan is het beter dat hij daar blijft. Ik zou niet kunnen werken, mijn handen zouden machteloos neerzinken. En hoe zou ik met hem kunnen praten over iets, waarnaar de anderen lui steren. wanneer mijn hoofd vervuld is van slechts één gedachte: ^mijn liefste, mijn lief ste, mijn onuitsprekelijk beminde'" «•Elly Tord!" Lieve tante Ida! Zij vindt"het jammer voor ons. Zij kijkt van hem naar mij, van mij naar hem. „Kunt ge samen niet wat uitvoeren? In de hoekkast staat wel een triklakbord." Tord moet antwoorden. Dat ligt op zijn weg. Schat hij haar vriendelijkheid naar waarde? Neen, hij kijkt nog knorrig nu hij van zijn krant opziet. „Ik heb geen tijd, ik ga werken." En hij staat op. Zou hij werkelijk heen gaan? Is het toch niet beter om met elkaar in één zelfde kamer tc zitten en ten minste elkaar te kunnen zien dan door slot cn gren del gescheiden te zijai? Maar hij toeft nog. Zoo langzaam mogelijk vouwt hij de krant op. O. hij komt naar mij toe Ofschoon ik mij niet omkeer, weet ik dat hij achter mijn stoel staat. Ik voel dat hij zich over n.ij heenbuigt. „Is het prettig zoo den geheelen dag te zitten naaien?" „Och, je kunt wel lastiger dingen doen." „En prettiger ook?" „Misschien wel." Wat legt hij bijzonderen nadruk op hetgeen hij zegt. Alsof de woorden een meer dan ge wone beteekenis hebben. En hij knikt mij toe alsof hij in mijn antwoord een onuitge sproken meendng vindt. Nu gaat hij heen, ja, hij gaat werkelijk heen. Hoe kan hij het over zijn hart Verkrijgen! Mij alleen te laten zitten. Het was nog een zaligheid, dat hij in de kamer was. Hier te zitten met dit naaiwerk en de vreeselijke ge dachten te koesteren. Neen, ik houd het niet uil. Ik moet mij bewegen,' ik moet onder eenfcg voorwendsel naar miin kamer gaan. Daar ben ik hein in ieder geval nader dan hier Op mijn kamer? Bedoelde hij dat? Hij heeft zich ook verveeld en er naai" verlangd om samen met mij te zijn. En misschien boven. Misschien heeft liij boven iets te doen, mis schien leis le zoeken in de boekenkast? Die staat vlak over mijn kamer. Nu, hoe het zij, ik ga naar boven. Zijn ka mer ligt aan den anderen kant van het por taal! Hij is don tenminste niet zoo ver van mij af als wanneer ik hier blijf. Het werk neer gelegd. Even een woordje lot tante Ida. „Ik ga exen boven een brief schrijven." Zij glimlacht. Heeft zij vermoeden evenals ik? Lieve, lieve tante Ida, wat zou ik geluk kig zijn over uw lieven lach als ik met wisf dat hij verdwijnen zou als ik mijn hart vooi u opende. liet is hier in het portaal veel donkerdei dan beneden. Zou hij iets in bel donker kun nen vinden? Zeiker niet in de boekenkast. En ook komt hij niet uit zijn kamer. Wat kan men zich ook al niet verheelden» Hij bedoelde volstrekt niet dat ik naar boven zou gaan Hij meende niets bijzonders met hetgeen hij zeide, ofschoon ik geloofde De regen klettert op de dakpannen, ik kan niet hooreii of hij daar binnen is. Misschien heeft hij mijn© voetstappen niet gehoord? En mijn schoenen kraken anders toch even, maai van daag doen ze het juist niet, hoe ik er ooi: mijn best voor doeEn nu ben ik bij de deur van mijn kamer on moet naar binnen. Een brief schrijven, zooals ik zeide? Neen, ik kan aiiets doen. Niets dan luiste ren. Hoorde ik hem den sleutel van zijn deur omdraaien? Neen het was het geluid van be neden. Ik hoor slap op stap, heen en terug, maar dat is ook beneden. Hier boven is het volkomen sliL Wat was dat? Ja, dat was zijn deur die opengaat. Een stap, zijn stap! Hij loopt over het portaal. De trap af of bierheen?naar de trap. Zeker. Natuurlijkneen, hij is voorbij. Hij komt hier! Hier! Ik begreep hem dus goed. Zai hij hard ol zacht aankloppen? Daar is hot, vast, zeker. Ik wist het, hij komt binnen! De deur gaat openl „Tord!" „Mag ik human komen? Er is een knoop van mijn jas losgeraakt, ik wilde je vragen om die even vast le naaien. Je houdt immers zooveel van naaien?" De knoop hangt aan één zijden draadje, liet is bijna ongcloofbjk dat wij hol in het volle daglicht niet hebben ontdekt. En do draadjes die er bij hangen zien er uit of zij met geweld losgerukt zijn. Ik kan niet laten luid le lachen. Hoe is bet mogelijk dal ik lachen kanl Maar het is zoo héérlijk, en hij lacht mee. Wij zijn als een paar kinderen die ontsnapt zijn. Ik naai de knoop zoo goed mogelijk vast. Vlug gaat het niet, maar dat doet er niets too. Ik zou zoo uren kunnen staan zonder vermoeid te worden. Half aan den binnen kant, half aan den buitenkant van zijn jas. Het is mij of ik zijn hart hoor kloppen. Ik zou dichter bij hem willen kruipen, heele- maal im zijn jas en er nooit meer uitkomen. Hij mag veilig zijn hoofd nog wat over my heenbuigen- Ja, dat doet hij. Ik voel zijn gericht op mijn haar cn zijn adem op mijn w ang. „Klaar, de knoop zit nu zoo vast als ccd muur." Ach, do jas houdt mij gevangen. Ik ben waar ik wezen wilde. Ik kan mij niet losma* kan. ik zou hot ook niet willen. Welk® kussen! Zij branden mij. Maar heerlijk. Nooit heeft hij mij zoo gekust. Nooitmaar hij mafg met mij doen wal hij wiL Ik ben in> mors van hem. Als hij wil mag hij m;: dooden. O die liefkoozingen! 0, zijn warme om helzing! Op eens vrij! Waarom stoot hij mij van zich en waarom ziet hij zoo bleek? „Elly!" O, mijn God, waarom ziet hij er zoo ver stoord uit? Waarom drukt hij miine han den zoo? Kajn je mij vargevc»;io Elly? Ik heb je doc a schrikken." „Neen, neen „Ja, ik zeg het, ik weet het. Ik was gek Maar je kunt niet gclooven Ik stel je zoo hoog, Elly. Ik acht je even hoog als mijn moeder. Je bent hel beste, het reinste Hij mag mijn gericht niet zien. Weg! Weg in het sofakussen. Ik het reinste, het beste! Ikl Het is stil om ons heen. Een lang zwijgen. Geen gpf huister, hoewei hij vüiafk naast mdj rit Maar hij mag niet aan mij blijven denken, zooals ihij noi doet. Diart zou vailsch zijn. IV moet opstaan, iets zeggen. „Tord, je moet me mot zoo hoog stellen Ik ben geen heiliger „Neen, Goddank, dat ben je niet» Maar het nyvoiste cn liefste meisje dat ik ken, ben je tc h wel Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 8