De Staatscommissie bestond na eenige muta-
liëtl bij bet uitbrengen van het verslag uit de
heerenH. A. van IJsselstevn, voorzitterW.
Bos, W. J- A. Colthoff, N. M. H. Doppler, Mr.
J. C. A. Everwijn, A. N. Fleskens, J. van Has
selt, Mr. H. W. Hovy, J. C. ICakebeeke, S. Lako,
F. P- O. van Loenen Martinet, H. Lohr, W. F.
Pot, Mr. J. F. Schönfeld, G. J. van Swaay, H.
Wortman, Mr. R. E. Kielstra, secretarisMr. L.
A. Nijpels, secretaris.
Aan het verslag wordt het volgende ontleend
Onmiddelijk na de installatie op 15 Augustus
1911 begon de commissie hare werkzaamheden.
Zij oordeelde het raadzaam, dat ter bestudee-
ïing van enkele onderwerpen sub-commissies
nit haar midden gevormd werden.
Allereerst werd eene sub-commissie ingesteld
Ier beantwoording der vragen
lo. tot welken afstand de Staatsmijnen econo
misch in staat zullen zijn electriciteit te leve
ren en tot welken prijs deze in de verbruiks-
plaatsen zal kunnen worden verstrekt
2o. tot welken afstand men met eenig voor-
Jcel van één punt uit electrischen stroom zou
kunnen leveren en tot welken prijs dit zou kun-
aen geschieden
o. wanneer de Staatsmijnen in de primaire
behoefte voorzien
b wanneer zulks door afzonderlijke centraol-
stations zal geschieden.
Deze commissie bestond uit den voorzitter en
ie heeren Doppler, R. de Kat, Van Loenen Mar
tinet, Lohr, Pot en Van Swaay.
Verder werd eene subcommissie gevormd tot
iet ontwerpen van concessievoorwaarden, be
gaande uit den voorzitter en de heeren Ever
wijn, Fleskens, Hovy, Schönfeld, Van Swaay en
Wortman en eindelijk eene subcommissie tot
het maken van een ontwerp voor verdeeling van
het land in voorzieningsgebieden, bestaande uit
den voorzitter en de heeren Doppler, Everwijn,
Van Haselt, De Kat, Lako, Lohr, Van Loenen
Martinset en Van Swaav.
De commissie vergaderde 16 malen.
De subcommissies vergaderden te zomen 7
analen.
De Staatscommissie achtte het wenschelijk,
ach reeds bij haar schrijven van 19 Februari
1912 tot den Minister van Landbouw, Nijverheid
in Handel te wenden, met verzoek er bij zijn
ambtgenoot van Waterstaat op aan te dringen,
dat door dezen geen vergunningen tot het ge
bruik van Rijkswaterstaats- cn spoorwegwerken
zouden worden verleend, don nadat de aanvra
gers der vergunningen zich bereid zouden heb
ben verklaard, eene bij Kon. besluit uit te geven
concessie te aanvaarden.
Bij missive d-d. 6 April d.a.v. deed de Staats
commissie aan den Minister van Landbonw,
Nijverheid en Handel een ontwerp van wet toe-
Komen, waarbij de uitgifte dezer concessies ge
regeld wordt.
Het gevolg hiervan was, dat de Ministers van
Waterstaat en van Landbouw, Nijverheid en
Handel na nog nader overleg met de commis-
lie gepleegd te hebben, het ontwerp van wet
leden samenstellen dat bij Koninklijke bood
schap van 22 Maait 1912 bij de Tweede Kamex
Ier Staten-Generaal werd ingediend.
Op 28 November 1912 richtte de Staatscom
missie tot den Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel het verzoek om bij den Minister
van Justitie aan te dringen op aanvulling van
het Wetboek van Strafrecht met voorschriften,
trekkende tot het tegengaan van diefstal van
electriciteit cn verder met bepalingen met be-
•tulp waarvan de beschadiging van electrische
geleidingen zwaarder zal kunnen worden ge
straft.
Bovendien diende de Staatscommissie den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
op diens verzoek van advies betreffende eenige
aangelegenheden die met haren werkkring ver
band hielden.
Zoo heeft zij laatstgenoemden Minister, be
halve omtrent eenige punten van min of meer
ondergeschikt belang, geadviseerd
30 November 1911 omtrent de door Provin
ciale Staten van Noord-Brabant en van Gronin
gen vastgestelde; verordeningen betreffende
electriciteitsvoorzienihg
13 Juli 1912 inzake de oprichting van de
noamlooze vennootschap „Electriciteitsfabriek
IJsselcentrale" te Zwolle
13 Juli 1912 inzake de verdeeling van ons
land in concessiegebieden.
De Staatscommissie meent, dat de electrici-
teitsvoorziening in Nederland zeer belangrijk zal
hevorderd worden indien in de naaste toekomst
overeenkomstig het hier volgende worde ge
handeld
lo. dc Regeering verleene niet dan bij hooge
jitzonderïng hare medewerking ten behoeve
van het aanleggen en exploiteeren van inrich
tingen en van werken tot het voortbrengen, ge
leiden. transformeeren, verdeelen en leveren
van electriciteit, zonder dat er concessie ver
leend is, hetzij voor elk dezer onderdeelen af
zonderlijk. hetzij voor eene combinatie van
eenige dezer of van alle
2o. concession worden bij voorkeur verleend
aan publiekrechtelijke lichamen, of aan corpo-
ratiën waarop publiekrechtelijke lichamen een
overwegenden invloed hebben
3o. bij het verleen en van concessiën worde in
het oog gehouden, dat
a. het stelsel van stichting van districts-cen-
trales de meeste kans biedt, dat het geheele
Rijk spoedig en op economische wijze van elec
triciteit zal voorzien worden
b. uitbreiding van het nontal centrales ten
behoeve van deze voorziening, althans wal het
vasteland van het Rijk betreft, niet dan bij uit
zondering wenschelijk kan worden geacht
c. het voor eene economische en, met het
oog op de zekerheid van het bedrijf, de meeste
waarborgen biedende voorziening wenschelijk
is, dat de ccnirales, voor zoover zulks eenigs-
zins mogelijk is, onderling verbonden worden
om elkander te kunnen steunen;
-lo. do Regeering overwege ernstig den aan
log van transportleidingen van de Staatsmijnen
uit naar belangrijke centra van verbruik, fn het
bijzonder den aanleg van de lijn Heerlen
Helmond
5o. het noodige worde verricht, opdat, naast
de wettelijke regeling, die reeds bij de Staten-
Generaal aanhangig is, worde tot stónd ge
bracht eene aanvulling van
a. het Wetboek van Strafrecht
b. de wet van 7 April 1869 (Stbl. no. 57), laat
stelijk gewijzigd bij de wel van 2 Mei 1897
(Stbl. no. 122).
De aanvulling van het Wetboek van Straf
recht moet strekken om te voorzien in de leemte
dat yolgcns onze wetgeving diefstal van elec-
trïcitei t straffeloos kan worden gepleegd.
Op het voetspoor der Staatscommissie voor
de electrische geleidingen beveelt de commissie
de volgende wijzigingen van het Wetboek aan
Na artikel 310 worde #en tweede Ld Inge
voegd, luidende
over electrisch arbeidsvermogen, waarover een
ander rechtmatig tc beschikken of mede te be
schikken heeft, wordt, als schuldig aan diefstal
van electrisch arbeidsvermogen, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of
een geldboete van ten hoogste zestig gulden.
De aanvulling van de wet van 1869 moet die
nen om te voorzien in de leemte dat de electri-
citeitsmeters niet aan eene controle der Over
heid onderworpen zijn.
De Staatscommissie dringt daartoe aan op
uitbreiding der wet van 7 April 1869 voornoemd
tot electrische eenheden en meetwerktuigen.
Nederland en den Oorlog.
Erkentelijkheid van Amerikanen
Aan H. M de Koningin is gisteren uit de
Legatie van de Vereenigdc Stalen van Ame
rika dc volgende in licl Engelsch gestelde
brief gericht
Mevrouw
De vele Amerikanen, die veilig en gelukkig
zijn in Uwer Majesteils land in deze moeilij
ke üjden, wcnschen hun erkentelijkheid te
betuigen voor de vriendelijke gastvrijheid,
welke zij in het onzijdige Nederland genie
ten. Zij bicden Uwe Majesteit hun oprecht en
diepgevoelde goede wenschen aan bij gelegen
lieid, dat Uwer Majesteils geboortedag met
zooveel getrouwheid en trots door geheel de
bevolking des lands wordt herdacht en zij bid
den. dat God Uwe Majesteit en Uw vrij land
in vrede, in voorspoed en in eere moge be
waren.
(w.g.) HENRY VAN DUKE,
Amcrikaansch gezant in Nederland.
Dank van Belgische vluchtelingen
Aan II. M. de Koningin is het volgende tele
gram gezonden
Tweehonderd vier en derlig Belgische
vluchtelingen, ten diepste ontroerd over de
gevoelens van deelneming hun bewezen ge
durende hun reis van Eysden lot Oldebroek
en hun onlvangst eji goede huisvesting al
daar, nemen de eerbiedige vrijheid om Ilare
Majosteit hunne gevoelens van algemeene
hoogste dankbaarheid uit te drukken.
J. DREES.
Belgisch Pastoor uitMouland, thans to
Oldebroek in het vluchtoord onder
doctor Hendrik Mulder.
Het Defensiefonds.
Tot hare groole voldoening mag de regee
ring constateeren, dat het in de Staatscou
rant" van 23/24 dezer door een vaderland lie-
vend burger ontwikkelde plan in ruimer kring
bijval vindt. Zij acht daarom thans het oogen-
blik gekomen om eenigszins nader aan te
duiden, welke bestemming aan de ten be
hoeve van hel fonds tot verdediging van het
vaderland en de koloniën te storten gelden
eventueel zal zijn te geven.
De ontzettend zware lasten, welke de te
genwoordige toestand op de schatkist legt,
kunnen slechts zonder blijvende schade voor
*s lands economische welvaart en zijne weer
baarheid gedragen worden, indien alle ver
mogende ingezetenen de handen ineen slaan
en op het voorbeeld van hem, die den stoot
in dezen gaf, een min of meer belangrijk deel
van hun vermogen afslaan. Er zal dan een
fonds gesticht kunnen worden, waardoor de
oorlogslasten worden verlicht en zoo moge
lijk ook de toekomstige verdediging van moe
derland en koloniën zal worden gesteund.
De regeermg stelt zich voor. zonder echter
de vrijheid der schenkers om bepaalde voor
waarden te bedingen in het minst te beper
ken, hij de vorming van dit fonds de volgen
de regelen in acht te nemen:
lo. Het maximum bedrag van zoodanig
fonds wordt op 100 millioen, het minimum op
50 millioen bepaald.
2o. Mochl hel maximum worden overschre
den, dan worden de toegezegde bijdragen
pondspondsgewijze verminderd.
3o. Voor hen, die een zeker deel van hun
vermogen willen opofferen, zal de basis voor
de berekening gelden de eerste aangifte voor
de vermogensbelasting, nadat de vrede tus-
schen Engeland, Frankrijk. Duitschland. Oos
tenrijk en Rusland is gesloten.
4o. De namen van hen, die bijdragen toe
zeggen zullen, tenzij uitdrukkelijk het tegen
deel wordt verzocht, in de Staatscourant"
bekend worden gemaakt.
De regeering richt tot alle vermogende in
gezetenen, die op den aangegeven voet hunne
medewerking willen verleenen, de uilnoodi-
ging om zich bij den minister van hinnenl.
zaken aan tc melden (St.-Gt.)
Onderoffïcierskader.
Ten einde het weder in dienst treden te
bevorderen van ondcrofficierskader, heeft de
minister van oorlog bepaald, dat gewezen on
derofficieren van leger, mariniers en troepen
in Oost- en West-Indië, voor onbepaalden
tijd weder in hun rang of in een lagcren
onderofficiersrang kunnen worden aangeno
men bij dc verschillende korpsen van hel le
ger, met uitzondering van de cavalerie cn de
beredicn-artilleric {echter wel bij het korps
pontonniers.)
Zij worden bij voorkeur bestemd voor de
depots
Zij zullen boven dc jaarwedde, waarop zij,
met inachtneming van hun vroegere dienst
jaren in een rang aanspraak hebben, genie
ten de zoogenaamde mobilisatie-toelage,
voorts een vooruitbetaalde premie van 150,
en. voor zooveel zij gehuwd zijn, dc verhoo
ging naar reden van ƒ200 per jaar, door dc
overige onderofficieren genoten wordende
Zij komen in aanmerking voor bevordering
volgens de daarvoor geldende regelen.
Zij, die blijk hebben gegeven ten volle ge
schikt te zijn, kunnen lateer desveria ngd tot
een definitieve verbintenis worden toegela
ten.
Belanghebbenden behooren zich aan te mel
den bij de plaatselijke- en garnizoenscomman
danten of bij de chefs van korpsen en korps-
onderdeelen.
Herhalingsoefeningen.
Bij Kon besluit van 21 Aug. is, overwegen
de, dat het in verband met het buitengewoon
verblijf onder de wapenen van dienstplichti
gen van de militie en van de landweer wen
schelijk is in 1914 verder geen oefeningen, als
bedoeld in art. 80 der Militie wet en art. 11
der Landweerwet, meer te houden voor de
dienstplichtigen van de mlhtie te land en van
de lanldweier, bepaald:
herhalingsoefeningen bij de militie en
de landweer, die dit Jaar zouden plaats heb-
kA jus—in fff uw oa4» Aq
tigen vam de iniiilic tc land en van de land
weer. voor zoover zij niet ree ls vóór 1 us-
tus 191' v/jor die o:-leningen in wcrkelijken
dienst zijn gekomen.
Roode Kruis.
Hel hoofdcomité van het Nederlandsche
P.oode Kruis heeft het navolgende ter kennis
gebracht van zijn comité's:
In verband met de voorschriften, vervat in
de circulaire van 15 Augustus j.L, heeft het
legerbestuur nader te kennen gegeven, dal de
nationale vlag niet toelaatbaar is óp automo
bielen van particulieren, ook niet op die in
gebruik bij het Roodc Kruis; wal dc laatste
betreft behoudens bevel of machtiging van
de militaire autoriteit.
Wanneer echter dc dienst over de grenzen
wordt verricht, voorzien in de circulaire d.d.
19 Augustus j.L. mag in geen geval dc natio
nale vlag worden gevoerd.
Aan gebouwen, die overeenkomstig de voor
schriften der circulaire van 17 Augustus jl.
gerechtigd zijn de Roodé-Ivruisvlag te voeren,
moet van zonsonder- tot zonsopgang als on-
derscheidingsleeken bevestigd zijn een ver
lichte lantaarn met hel Roode Ivruis op een
ongekleurd glas.
Ten aanzien van hel verstrekken en dragen
van armbanden is met intrekking van het
geen dienaangaande tol op heden is vastge
steld, bepaald
1. dat armbanden, gestempeld door het co
mité, gedragen mogen worden uitsluitend
door vrouwelijk personeel, .aaronder zijn 1e
verstaan de vrouwelijke bestuursleden, dc
verpleegsters en helpsters, welke armbanden
blootoliik moeten worden aangemerkt als een
insigne
2. dat armbanden gestempeld door het co
mité. in geen geval versterkt mogen worden
aan mannelijk personeel;
3. dal armbanden, gestempeld door het co
mité, voor zooveel die reeds aan mannelijk
personeel mochten zijn uitgereikt; onverwijld
moeten worden ingeleverd en ingenomen
4. dat ongestempelde armbanden noch door
mannelijk, noch door vrouwelijk personeel
mogen gedragen worden;
5. dat de armbanden, gestempeld door den
inspecteur van den geneeskundigen dienst der
landmacht met de daarbij behoorende identi
teitsbewijzen. bedoeld bij art. 20 der Con
ventie van Geneve, uitsluitend aan dat perso
neel sparing en bescherming waarborgt, dat:
I. behoort tot een door de regeering er
kende en toegelaten vrijwillige vereeniging.
II. Zich onderwerpt aan de militaire wetten
en reglementen, en derhalve behooren gedra
gen te worden door
a. de mannelijke bestuursleden van de door
het hoofdcomité erkende comité s corres
pondenten
b. de genecsheeren en het overige manne
lijke personeel in een ziekeninrichting
c. het personeel van elke georganiseerde
transportcolonne, mits deze zoowel in haar
geheel als wat hare onderdeelen betreft, on-
dr»r leiding staat van een verantwoordelijken
commandant;
d. het personeel van de het comité ten
dienste staande vervoermiddelen te land en
te water.
Bovendien wordt nog dc aandacht van de
comité's gevestigd op de arit. 23 en 27 van de
Conventie van Genéve, benevens op de wet van
7 Januari 1911 (Stbl. no. 5) welke bepalingen
bevatten betreffende het gebruik van het on-
derscheidingsteeken van hel Roodc Kruis.
Uitkeerïng aan werkeloozenkassen
Naar wij vernemen hebben zich reeds ver
schillende groole gemeenten bereid verklaard
de regeling zooals door den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel is voorge
steld ten opzichte van uilkeering aan de le
den van werkeloozenkassen, al of niet aange
sloten bij gemeentelijke werkloosheidsfond
sen, te aecepteeren. Een afzonderlijk centraal
bureau, dat zich met de leiding belas! is ge
vestigd Kneuterdijk 5. den Haag,
Bij vice-admiraal Roëll»
Men schrijft ons:
De oud-minister van Marine, vice-admiraal
jhr. J. A. Roëll, had de welwillendheid ons te
Amsterdam te woord te staan, Ln verband
mei de militaire situatie van het oogenblik.
„Ik slel op den voorgrond" zei Z.Ex.
..dat ik reeds sinds vrij ge ruim en tijd den
actie ven dienst heb verlaten, zoodat hetgeen
ik u zal antwoorden op de vragen, die u mij
wilt stellen, eigenlijk slechts moet worden
opgevat als de meening van een particulier,
wiens oordeel men vraagt. Maar gezag
wensch ik niet toe te kennen aan mijn woor
den. Hel inzicht dus van iemand, die ge
durende vele jaren het land als marine
officier heeft gediend, doch die op het oogen
hlik de gebeurtenissen observeert zonder di
rect betrokken te zijn bij den gan g van zaken.
Vice-admiraal Roëll verklaarde volkomen
overtuigd te zijn, hoe wij cr zeker van kun
nen wezen, dat het én Duitschland s èn En-
gelands streven is om Nederland buiten het
conflict tc houden. In hoever hier nu idealis
tische en altruïstische beweegredenen den
toon aangeven", zei de oud-minister „wil ik
daarlaten. Bij mij staat 't vast, dat waar
't ons koloniaal bezit betreft, door u genoemd
zeer zeker door Engeland in Insuline (eer
der) de Nederlandsche. dan bijvoorbeeld een
Japansche heerschappij zou worden ge-
wcnscht. Afgescheiden nog van de motieven,
welke met het oog op de houding der Ver
eenigdc Staten hier in het spel zijn en waar
van de beteekenis zeker niet mag worden
onderschat!Ik durf met volle gerustheid
zeggen, dat men ten aanzien van ons kolo
niaal bezit niet zeer ongerust behoeft te
zijn. voor zoover de loop der gebeurtenissen
thans te overzien valt."
Jhr. Rocll gaf toe, dat waar men over
„kritieke punten" wil spreken, de kwestie
van den toevoer van levensmiddelen zeer ze
ker bijzonder en zeer ernstige aandacht ver
dient. De conventie van Londen kan aanlei
ding geven tot allerlei „bisbilles". welke de
diplomatie handen vol nrbeids kunnen ver
schaffen. Hier stuit men inderdaad op een
punt. dat niet te luchthartig mag worden be
schouwd. Maar de door sommigen in deze
dagen geuite bewering, dat het Engeland
te doen zou zijn om Nederland te „zoeken"
om het zoo eens uit te drukken die insi
nuatie acht de oud-minister beslist ongegrond.
Het lelt, dat Engeland niet naar Vlissingen
is opgevaren* tot dusver, bewijst dat reeds
Jhr. Roëll deelt hiel dc meeiung van hen
die zeggen dat ren aanval op Antwerpen
noodzakelijk zou moeten leiden lot schending
van onze neutraliteit <loor het overschrijden
van onze grenzen, met al de consequcntcn
daarvan. Waar dc positieve wil bestaat
zegt Z. Exc. om de integriteit onzer gren
zen te sparen, daar kun men ongetwijfeld ook
in dat geval Nederland sparen
Op de vraag of het allernieuwste Knipp-
geschut van 42 c.M. de waarde van het bij
Vlissingen gebouwd woedend fort niet be
duidend vermindert, wenrsclite vice-admiraal
Roëll geen positief antwoord te doen volgen.
In het algemeen erkent Z.Exc., dat tegen
over mortieren van 12 K.M. draagwijdte ook
het nu krachtigst-<lonikbare koepelfort zeer
zeker niet bestand is. Natuurlijk kun, in dit
verband, de vraag ook rijzen, wait dan de
waarde onzer Hollandschc waterlinie wordt.
Maar dc technici wijzen hier 1-ijv. op den
slappen bodem in vele streken ten onzent,
welke hot ageeren met geschut van dergelijk
gewicht allicht niet zou gedoogen. lnlusschen
moet men de vraag, welke evolutie in den
fortenbouw door Krupp's allerjongste ge
schut van formidabele kracht ten gevolge zal
hebben, overlaten aan hen, die dc beleekenis
daarvan thans hebben na te gaan.
De oud-minister Röell die alzoo de vraag
betreffende de kansen, dat Nederland in het
wereldconflict zal worden gemengd optimis
tisch beziet sprak nog als zijn meening
uit. dat vooralsnog de waarschijnlijkheid van
een samentreffen dei: slagschepen van de
Duitsche cn Engelsohe zeemacht gering mag
worden geacht.
Het is waarschijnlijk, dat Engeland zijn
vloot zoo lang mogelijk intact zal houden,
zei Z. Exc. ten einde, gesteld dat de zaken
voor de met Frankrijk geallieerden te land
minder gunstig zouden loopen toch de
macht te kunnen behouden de Duitsche in
dustrie te kunnen fnuiken.
Vóórdat Engel-and zijn einddoel in deze
heeft bereikt, zal het niet licht tot den vrede
zijn te bewegen!
In verband hiermee verklaarde jhr. Róell
er van overtuigd le zijn, dat d'e nu ontketende
oorlog lang zal duren. In de jongste
vijftien jaren heeft Engelanti zijn vloot ge
bracht op voortreffelijke hoogte, in elk op
zicht. Ook Duitschland heeft aan zijn mari
tieme kracht groole offers gebracht en men
kan zeggen, dat de EngcLsche haar slechts
in numeriek opzicht overtreft.
Dat deze .groote catastrophe zal moeten lei
den tot gansch andere toestanden dan de
gewapende vrede" met zijn onduldbare las
ten de vice-admiraal geeft hel toe. Waar
eventueel te schoppen vredesvoorwaarden
zullen kunnen vorderen het slechten ran ves
tingen, daar moeten automatisch de oorlogs
lasten afnemen. Na de groote en bloedige
worsteling zijn dus ontspanning en verlichting
te verwachten. Niemand kan profeteeren,
wat er geschieden zal nadat die worsteling
gansch nieuwe machtstoestanden zal hebben
geschapen. Dat wij ten slotte belangrijke of
fers zullen moeten brengen voor de verde
diging van ons koloniaal bezit, de heer
Röell acht het zeker. Behoudens alweer
natuurlijk gebeurtenissen, loopen van za-
Iceru welke deze „prognose" zouden bescha
men.
Waar inlusschen uit bet hier boven reeds
gemelde blijkt, dat de oud-mi nister niet be
ducht is op ecsn aanval op Insulin de, van
welke zijde ook. diaar valt ven binnen de
lijn van wat Z. Exc. voorziet, dat Nederland
ook na het wereld-conflict de behoorlijke en
voidoonde defensie zijner koloniën zal hebben
te rekenen tot het vele dal dan. gelijk thans
ook, van de offervaardigheid onzer landge-
nooten zal moeten gevorderd.
P arden en wapenen van
geïnterneerden
De minister van oorlog heeft bepaald, dat
paarden, behoorende lot geïnterneerde mili
tairen of troepen, moeten worden opgezonden
aan den commandeerenden officier der depots
huzaren tc Haarlem, en dat wapenen, muni
tiën, artillerie-materieel, voertuigen enz tot
deze militairen of troepen behoorende, moeten
worden gezonden aan het adres van den ma
gazijnmeester der artillerie van de magazij
nen van het veldleger te Delft.
Neder 1. vorderingen op het
buitenland.
Men deelt mede, dat na gehouden bespre
kingen met den minister van landbouw, een
romiló van belanghebbenden uil groot-indus
trie, handel en scheepvaart pogingen in het
werk zal stellen, ten einde te geraken tot de
uitwisseling en verrekening ran Nederland
sche vorderingen op- en Nederlandsche schul
den aan het buitenland.
Een desbetreffende oproeping aan de be
langhebbenden is binnenkort te verwachten.
De minister van landbouw heeft aan het
comité toegezegd om, voor zooveel zulks later
mogelijk mochl blijken, het plan van regce-
ringswege te bevorderen.
Voor het Koninklijk Nationaal
Steuncomité.
De fiirma II. Oyens Zonen te Amsterdam
ontving uit Port-Said van de gezamenlijke
passagiers van de .Koningin der Nederlan
den". op weg naar Ned.-Indië. een bedrag
van f 500, om dit ter gelegenheid van den ver
jaardag van H. M de Koningin te storten in
d'e kas van het Koninklijk Nationaal Steun
comité 1914.
Voor de slachtoffers van
den oorlog.
Hel Nederlandsche comité tol steun van de
Belgische en andere slachtoffers heeft tol dus
ver aan giften ontvangen de somma 26,570
en fres. 614.
Uit Maastricht.
Men meldt uit Maastricht d.d. 29 Aug.:
Maandag worden weer verschillende gewon
den geïnterneerd. De secretaris van de Duit
sche legatie uit Den Haag heeft gisteren een
bezoek gebracht aan onze stad en de gewonde
Duitschers in do ambulances bezocht.
Niettegenstaande het steuncomité gisteren de
honderden mannelijke vluchtelingen uit Wonek
Rocklenge, Bassenge en verdere dorpen heeft
weggezonden, schijnen ze hier in verschillende
lokaliteiten overnacht te hebben, 't Wemelde
op en langs het Vrijthof hedenmorgen van
Belgen en wat het meest opvalt is dat het
meestal jonge mannen zijn. Men verdrong zich
heden Widen rico-copsul QniLsdUand om
pu^.c.1, lcni_:ndt_ België binnen tc uuuiicu po
riën.
D-roi- het pla iselijk sleun-coiiiïlé worden nu
reef' 644 gezinnen bijgestaan en heden zou
den er nog wel 100 bijkomen. Gemiddeld re
kent men elk huisgezin op p sonen, zoodot
dan ongeveer 3000 personen ondersteund
worden.
Behalve dc cokcsfabriek heef! hier nog geen
enkele fabriek geheel stop gezel; l zijn voor
een groot deel losse werklieden, die om onder
stand vragen.
90 huisbezoekers zijn aangesteld om de aan
vragen tc onderzoeken. Het steuncomité voor
Belgische vluchtelingen ontving gisteren en
heden nog autos vol kleederen uit het noorden
des lands, het is thans in het bezit van een
goeden voorraad.
Hel aantal vluchtelingen is zóó groot, dat
zoo juist een groot aantal naar de stadsschool
in dc Spilstraat werd gebracht om tc slapen.
Voorioopig blijven ze in de Rijkskweekschool
gehuisvest, zoodat de scho< 1 wei niet op den
vastgesleldcn datum zal beginnen.
Door den burgemeester zijn samenscholingen
van meer dan 5 personen verboden en ook
het onnoodig sFl blijven s'aau
Geen X ij m c e g s c h e kermis.
De gemeenteraad van Nijmegen heeft Za
terdag besloten, de kermis In October niet te
laten doorgaan.
Royale Amerikanen.
Uit het grensstation Oldenzaal, waar dezer
dagen zooveletreinen met Amerikanen pas
seerden, meldt men aan dc TeL
Dat dc Amerikaansche reizigers soms flink
uil den hoek komen met fooien, is overbe
kend. Doch hier kende de royaliteit van de
Amerikanen geen grenzen I Een spoorweg
beambte ontving voor het overbrengen van
een paar colli bagage een pond sterling als
fooi 1
Zilvcrdndustrie.
Ter bevordering van de groot-zilverindus-
tjrie en tot hef tegengaan van werkloosheid,
in dit bedrijf heeft dc minister van financiën
bepaald, dat gedurende de maand September
in de kantoren van den waarborg gelegen
heid zal worden gegeven om verouderde of
om andere redenen onverkoopbare afgewerk
te gouden en zilveren werken te doen ver
breken on tot ten hoogste het netto gewicht
dezer werken gedurende dc maanden Sep
tember, October en November 1914 kosteloo-
ze stempeling te d'oen plaats hebben van
nieuwe daarvoor in 'die plaats te maken meer
gangbare voorwerpen.
Steuncomité voor de binnen-
s c h i p p e r ij.
Te Amsterdam is een steuncomité voor de
schipperij opgericht, hetwelk zich ten doel
stelt Nederlandsche schippers, die door de
oorlogstoestanden, raad, hulp of steun noo
dig mochten hebben, voor zooverre mogelijk
bij te staan.
Algemeen Steuncomité.
Bij hel Algemeen Comité te Amsterdam was
tot Zaterdagmorgen IO uur in totaal ingeko
men dc somma van ƒ200.560. De vorige
week is bijna 29,000 aan de noodlijdenden
uitgekeerd. De volgende week zullen, wel
40,000 noodig zijn en dit cijfer zal daarna
wel klimmen tot een wekelijkscbe uitgave van
50,000.
Waaneer men nu aanneemt, dal, hoe gun-
sitg het verloop der dingen voor ons land ook
mog* zijn, toch een herstel van den gewonen
gang van zaken niet voor de lente van 1915
le vervrachten is, dan is er 1$ millioen gulden
noodig om op bescheiden schaal in de be
hoeften te vooraten.
Waarde van fondsen ln pand.
Het Stbl. no. 434 bevat het Kon. besluit van
28 dezer, tot nadere aanvulling van het Kon.
besluit \an den 5en December 1902 (Stbl no.
200) lunbdclijk gewijzigd bij Ko*v besluit van
30 Mi i 19T4 (Stbl. no. 219), tot vaststelling van
een Igemeencn maatregel van bestuur, als be
doeld in de artikelen 52, tweede en derde ltd,
en 59, sub 1, 3 en 4. der Ongevallenwet 1901.
Daarbij is bepaald:
Aan art. II van het Ken. besluit van 5 Dec.
1902 (Stbl. no. 206). laatstelijk gewijzigd bij
Kon. besluit van 30 Mei 1914 (Stbl. no. 219),
wordt toegevoegd een nieu derde lid, lui-
als volgt"
„In tijden van oorlog, oorlogsgevaar of an
dere buitengewone omstandigheden kan door
Onzen minister van landbouw, nijverheid en
handel worden bepaald, dal in afwijking van
de voorschriften van hel eerste lid van dit
artikel, de waarde van de in paxvl aangeboden
of gegeven fondsen zal worden vastgesteld
volgens regelen door genoemden minister te
stellen. De vaststellingen, volgen.; die regelen
geschied, worden op last van Onzen oor
noemden minister herzien, volgens regelen
door Ons te stellen, ten spoedigste nadat de
oorlog, hei oorlogsgevaar of de andere buiten
gewone omstandigheden zijn geëindigd."
Dil besluit treedt in werking op den twee
den dag Da dien der dagteekening van het
Staatsblad en van de Staatscourant, waarin
het is geplaatst.
Brooduitvoer.
In een van de Limburgsche grensgemeenten
heeft een ingezetene kans gezien, op één dag
809 pond brood op te koopen bij de bakkers,
welke hoeveelheid denzelfden dag over de
grenzen werd gebracht. Teneinde herhaling
van dit feit te voorkomen, heeft de burge
meester der betreffende gemeente onmiddel
lijk mededeeling gedaan aan de bakkers, d»t
hun brood voorraad zou worden in beslag ge
nomen, indien wederverkooo met dc bedoelde
bestemming plaats had.
Nederlandsche schepen op
mijnen geloopen.
Lijst van de personen, omgekomen bt) het
vergaan van de ..Houtdijk" de „Alice".
Van de „Houtdijk": Frederik Verkaraman
(le machinist), Johanna Verkamman. Frank
van der Velden. Lambertus Engels, Daniël
Theering (srtudent, passagier), Wilhelm de
Korte, August Severin. Jan de Vries (timmer
man), Jan Vink, Nikolaas de Nooi, Nikolaat
Meliste, Jamke Zorgdrager, Lamberlus var
Diezen, "Willem Berwold.
Van de „Alice": Jan Renze Smit (kapitein)
en zijne vrouw, Jans Smit Pals, Arie van
Heyningen, Jacob van der Siloot, Adrianua
Kortleven, Willem de Graaf, Gerrit van HoF
ten. Frank Foort, Willem Alessie, Evert Foort.