De Staatscommissie bestond na enige muta- tiën bi] het uitbrengen van het vers'.l32f uit de 'heeren -• H. A. van IJsselsteyn. voorzitter i W. Bos, W- J- A. Colthoff, N. M. H. Doppler, Mr. J. G A. Everwijn, A. N Flcskens, J. van Has selt, Mr. H- W. Hovy, J. C. Kokebeeke, S. Lako, F. P- G. van Loenen Martinet. H. Lohr, W. F. pot, Mr. J. F. Schönfeld, G. J. van Swaay, H. fortman, Mr. R. E. KielstTa, secretarisMr. L. A. Nijpeïs, secrêtüf1?: Aan het verslag wordt het volgende polleend Onmiddelijk na de installatie op 15 Augu"5t.us 1911 begon de commissie hare werkzaamheden. Zij oordeelde het raadzaam, dat ter bestudee ring van enkele onderwerpen sub-commissies uit haar midden gevormd werden. Allereerst werd eene sub-commissie ingesteld ter beantwoording der vragen lo. tot welken afstand de Staatsmijnen econo misch in staat zullen zijn electriciteit te leve ren en tot welken prijs deze in de verbruiks- plaatsen zal kunnen worden verstrekt 2p. tot welken afstond men met eenig voor deel van één punt uit electrischen stroom zou kunnen leveren en tot welken prijs dit zou kun- aen geschieden a. wanneer de Staatsmijnen in de primaire behoefte voorzien b. wanneer zulks door afzonderlijke centraal- st.ations zal geschieden. Deze commissie bestond uit den voorzitter en de heeren Doppler, R. de Kat, Van Loenen Mar tinet, Lohr. Pot en Van Swaay. Verder werd eene subcommissie gevormd tot .et ontwerpen van concessievoorwaarden, be- jtaande uit den voorzitter en de heeren Ever wijn, Fleskens, Hovy, Schönfeld, Van Swaay en Wortmnn en eindelijk eene subcommissie tot het maken van een ontwerp voor verdeeling van het land in voorzieningsgebieden, bestaande uit den voorzitter en de heeren Doppler, Everwijn, Van Haselt, De Kat, Lal;o, Lohr, Van Loenen Martinset en Van Swaay. De commissie vergaderde 16 malen. - De subcommissies vergaderden te zamen 7 nalen. De Staatscommissie achtte het wenschelijk, ach reeds bi] haar schrijven van 19 Februari 1912 tot Gen Minister van Landbouw, Nijverheid ai Handel te wenden, met verzoek er bij zijn ambtgenoot van Waterstaat op aan te dringen, dat door dezen geen vergunningen tot het ge bruik van Rifswaterstaats- en spoonvegwerken zouden worden verleend, dan nadat de aanvra gers der vergunningen zich bereid zouden heb ben verklaard, eene bij Kon. besluit uit te geven concessie te aanvaarden. Bij missive d.d. 6 Anril d.o.v. deed de Staats commissie aan den Minister van Landbonw, Nijverheid en Handel een ontwerp van wet toe- Komen, waarbij de uitgifte dezer concessies ge regeld wordt. Het gevolg hiervan was, dat de Ministers van Waterstaat en van Landbouw, Nijverheid en Handel na nog nader overleg met de commis- ue gepleegd te hebben, het ontwerp van wet leden samenstellen dat bij Koninklijke bood schap van 22 Maart 1913 bij de Tweede Kamer Ier Staten-Generaal werd ingediend. Op 28 November 1912 richtte de Staatscom missie tot den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel het verzoek om bij den Minister van Justitie aan te dringen op aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met voorschriften, strekkende tot het tegengaan van diefstal van electriciteit en verder met bepalingen met be hulp waarvan de beschadiging van electrische geleidingen zwaarder zal kunnen worden ge straft. Bovendien diende de Staatscommissie den Minister van Landbouw. Nijverheid en Handel op diens verzoek van advies betreffende eenige aangelegenheden die met haren werkkring ver» band hielden. Zoo heeft zij laatstgenoemden Minister, be halve omtrent eenige punten van min of meer ondergeschikt belang, geadviseerd 30 November 1911 omtrent de door Provin ciale Staten van Noord-Brabant en van Gronin gen vastgroeide verordeningen betreffende electriciteitsvoorziening 13 Juli 1912 inzake de onrichting van de naamlooze vennootschap „Electririteitsfabriek Usselcentrale" te Zwolle 13 Juli 1912 inzake de verdeeling van ons land in concessiegebieden. De Staatscommissie meent, dat de electrici teitsvoorziening in Nederland zeer belangrijk zal bevorderd worden indien in de naaste toekomst overeenkomstig het hier volgende worde ge handeld lo. de Regecring verleeiie niet dan bij hoogo jitzondering hare medewerking ten behoeve van het aanleggen en exploiteeren van inrich tingen en van werken tot het voortbrengen, ge leiden, transforraeeren, verdeelen en leveren van electriciteit, zonder dat er concessie ver leend is, hetzij voor elk dezer onderdeelen af zonderlijk, hetzij voor eene combinatie van eenige dezer of van alle 2o. concession worden bij voorkeur verleend aan publiekrechtelijke lichamen, of aan corpo ration waarop publiekrechtelijke lichamen een overwegenden invloed hebben 3o. bij het verleenen van concessiën worde in het oog gehouden, dat a. het stelsel van stichting van districts-cen- trales de meeste kans biedt, dat het geheele Rijk spoedig en op economische wijze van elec- tric-teit zal voorzien worden b. uitbreiding van het aantal centrales ten behoeve van deze voorziening, althans wat het vasteland van het Rijk betreft, niet dan bij uit zondering wenschelijk kan worden geacht c. het voor eene economische en, met het oog op de zekerheid van het bedrijf, de meeste waarborgen biedende voorziening wenschelijk is, dat dc centrales, voor zoover zulks eenigs- zins mogelijk is, onderling verbonden worden om elkander te kunnen steunen 'lo. dc Regeering overwege ernstig den aan leg van transportleidingen van de Staatsmijnen uil naor belangrijke centra van verbruik, in het bijzonder den aanleg van de lijn Heerlen Helmond 5o. het noodige worde verricht, opdat, naast de wettelijke regeling, die reeds bij de Staten- Generaal aanhangig is, worde tot stand ge bracht eene aanvulling van a. het Wetboek van Strafrecht b. de wet van 7 April 1869 (Stbl. no. 57), laat stelijk gewijzigd bij de wet ven 2 Mei 1897 (Stbl. no. 122). De aanvulling van het Wetboek van Straf recht moet strekken om te voorzien in de leemte dat volgens onze wetgeving diefstal van elec triciteit straffeloos kan worden gepleegd. Op het voetspoor der Staatscommissie voor de electrische geleidingen beveelt de commissie de volgende wijzigingen van het Wetboek aan* Na artikel 310 worde «en tweede lid inge voegd, luidende over elecirisch arbeidsvermogen, waarover een ander rechtmatig te beschikken of ir.rde te be schikken heeft, wordt, als schuldig aan diefstal van electnsch arbeidsvermogen, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van ten hoogste zestig gulden. De aanvulling van de wet van 1869 moet die nen om te voorzien in de leemte dot de electri- citeitsmeters niet aan eene controle der Over heid onderworpen zijn. De Staatscommissie dringt daartoe aan op uitbreiding der wet van 7 April 1809 voornoemd tot electrische eenheden en meetwerktuigen. NefieHand en den OaHog. Erkentelijkheid van Amerikanen Aan H. M. de Koningin is gisteren uit de Legatie van de Veneenigde Stalen van Ame rika dc volgende in het Engelsch gestelde brief gericht Mevrouw De vele Amerikanen, die veilig en gelukkig zijn in Uwer Majesteils land in deze moeilij ke lijden, wenschen hun erkentelijkheid te betuigen voor de vriendelijke gastvrijheid, welke zij in het onzijdige Nederland genie ten. Zij bieden Uwe Majesteit huu oprecht en diepgevoelde goede wenschen aan bij gelegen heid, dat Uwer Majesteits geboortedag met zooveel getrouwheid en trots door geheel de bevolking des lands worrit herdacht en zij bid den, dat God Uwe Majesteit en Uw vrij land in vrede, in voorspoed en in eere moge be varen. (w.g.) IIENRY VAN Dl.IIvE, Amerikaansch gezant in Nederland. Bank van Belgische vluchtelingen Aan H. M. de Koningin is het volgende tele gram gezonden Tweehonderd vier en dertig Belgische vluchtelingen, ten diepste ontroerd over de gevoelens van deelneming hun bewezen ge durende hun reis van Eysden lot Oldebroek en hun ontvangst en goede huisvesting al daar, nemen de eerbiedige vrijheid om Hare Majesteit hunne gevoelens van algemcene hoogste dankbaarheid uil te drukken. J. DREES. Belgisch Pastoor uit Mouland, thans te Oldcbroek in het vluchtoord onder doctor Hendrik Mulder. Kei OefensiefontSs. Tot hare g.roote voldoening mag de regee- ring consbaitecren, dal het in de Staatscou rant" van 23/24 dezer door een vaderlandlie vend burger ontwikkelde plan in ruimer kring bijval vindt. Zij acht daarom thans het oogen- blik gekomen om ecnigszins nader aan te duiden, welke bestemming aan de ten be hoeve van liet fonds tot verdediging-van het vaderland en de koloniën te storten gelden eventueel zal zijn te geven. De ontzettend zware lasten, welke de te genwoordige toestand op de schatkist legt, kunnen slechts zonder blijvende schade voor 's lands economische welvaart en zijne weer baarheid gedragen worden, indien alle ver mogende ingezetenen de handen ineen slaan en op het voorbeeld van hem, die den stoot in dezen gaf, een min of meer belangrijk deel van hun vermogen afstaan. Er zal dan een fonds gesticht kunnen worden, waardoor de oorlogslasten worden verlicht en zoo moge lijk ook de toekomstige verdediging van moe derland en koloniën zal worden gesteund. De regeering stelt zich voor, zonder echter de vrijheid der schenkers om bepaalde voor- -waarden te bedingen in het minst te beper ken, hij de vorming van dit fonds de volgen de regelen in acht te nemen: lo. Het maximum bedrag van zoodanig fonds wordt op 100 millioen, het minimum op 50 millioen bepaald. 2o. Mocht het maximum worden overschre den. dan worden de toegezegde 'bijdragen pondspondsgewijze verminderd. 3o. Voor hen, die een zeker deel van hun vermogen willen opofferen, zal de basis voor de berekening gelden de eerste aangifte voor de vermogensbelasting, nadat de vrede tus- sclien Engeland, Frankrijk, Duitschland. Oos tenrijk en Rusland is gesloten. 4o. De namen van ben, die bijdragen toe zeggen zullen, tenzij uitdrukkelijk het tegen deel wordt verzocht, in de „Staatscourant" bekend worden gemaakt. De regeering richt tot alle vermogende in gezetenen. die op den aangegeven voet hunne medewerking willen verleenen, de uilnoodi- ging om zich bij den minister van binnenl. zaken aan te meiden. (St.-Ct.) Onderofficierskader. Ten einde het weder in dienst treden te bevorderen van ondcrofficierskader, heeft de minister van oorlog bepaald, dat gewezen on derofficieren van leger, mariniers en troepen in Oost- en WesL-Indië, voor onbepaaldcn tijd weder in hun rang of in een lageren onderofficiersrang kunnen worden aangeno men bij dc verschillende korpsen van het le ger, met uitzondering van de cavalerie en de bereden-artillerie (echter wel bij het korps pontonniers.) Zij worden bij voorkeur bestemd voor de depots. Zij zullen boven dc jaarwedde, waarop zij, met inachtneming van hun vroegere dienst jaren in een rang aanspraak hebben, genie ten de zoogenaamde mobilisatie-toelage, voorts een vooruitbetaalde premie van 150, en. voor zooveel zij gehuwd zijn, de verhoo ging naar reden van 200 per jaar, door de overige onderofficieren genoten wordende Zij komen in aanmerking voor bevordering volgens de daarvoor geldende regelen. Zij, die blijk hebben gegeven ten volle ge schikt te zijn, kunnen later diesveriangd tot een definitieve verbintenis worden toegela ten. Belanghebbenden behooren zich aan te mel den bij de plaatselijke- en earnizoenscornmafnr danten of bij de chefs van korpsen en korps- onderdeclen. Herhalingsoefeningen. Bij Kon. besluit van 21 Aug. is, overwegen de, dat hel in venband met het buitengewoon verblijf onder de wapenen van dienstplichti gen van de militie en van de landweer wen schelijk os in 1914 verder geen oefeningen, als bedoeld in art. 80 der Militie wet en art. 11 der Land we er wet, meer te houden voor de dienstplichtigen van de militie te land en van de lan!dwéer, bepaald £e herhalingsoefeningen bij -de militie en de landweer, die dit laar zouden plaats heb, W Vjsartar» te tzcjCia> Ad tigen vain de militie tv land c-n van de land weer. voor zoover zij niet reeds vóór 1 Asicas- iu-s 191! voor die oefeningen in vvcrkclijken dienst zijn grkomen. Roode Kruis. Het hoofdcomité van liet Nedcrlandschc Poode Kruis heeft hot navolgende ter kennis gebracht van zijn comités: In verband met de voorschriften, vervat in de circulaire van 15 Augustus jJ., heeft het legerbestuur nader te kennen gegeven, dat de nationale vlag niet toelaatbaar is op automo bielen van particulieren, ook niet op die in gebruik bij het Roode Kruis; wat de laatste betreft belioudens bevel of machtiging van de militaire autoriteit. Wanneer echter de dienst over de grenzen •wordt verricht, voorzien in de circulaire d.d. 19 Augustus jL, mag in geen geval de natio nale vlag worden gevoerd. Aan gebouwen, die overeenkomstig de voor schriften der circulaire van 17 Augustus jl. gerechtigd zijn de Roode-Kruisvlag te voeren, moet van zonsonder- tot zonsopgang als on- derscheidingsiceken bevestigd zijn een ver lichte lantaarn met het Roode Kruis op een ongekleurd glas. Ten aanzien van het verstrekken en dragen van armbanden is met intrekking van het geen dienaangaande tol op heden is vastge steld, bepaald 1. dat armbanden, gestempeld door het co mité, gedragen mogen worden uitsluitend door vrouwelijk personeel. ;aaronder zijn te verstaan de vrouwelijke bestuursleden, de verpleegsters en helpsters, welke armbanden blootclijk moeten worden aangemerkt als een insigne 2. dal armbanden gestempeld door het co mité. in geen geval versterkt mogen worden aan mannelijk personeel; 3. dal armbanden, gestempeld door het co mité, voor zooveel die reeds aan mannelijk personeel mochten zijn uitgereikt; onverwijld moeten worden ingeleverd en ingenomen; 4. dat ongestempelde armbanden noch door mannelijk, noch do'or vrouwelijk personeel mogen gedragen worden; 5. dat de armbanden, gestempeld door den inspecteur van don geneeskundigen dienst der landmacht met de daarbij behoorende idenli- teitsbewijzen, bedoeld bij art. 20 der Con ventie van Genève, uitsluitend aan dat perso neel sparing en bescherming waarborgt, dat: t. behoort tot een door de regeering er kende en toegelaten vrijwillige verceniging. II. Zich onderwerpt aan de militaire wetten en reglementen, en derhalve behooren gedra gen te worden door: a. de mannelijke bestuursleden van de door bet hoofdcomité erkende comités corres pondenten; b. dc genecsheeren en het overige manne lijke personeel in een ziekeninrichting c. hot personeel van elke georganiseerde transportcolonne mits deze zoowel in haar geheel als wat hare onderdeelen betreft, on der leiding staat van een verantwoordelijken commandant d. het personeel van de het comité ten dienste staande vervoermiddelen te land en te water. Bovendien wordt nog de aandacht van de comité's gevestigd op de artl. 23 en 27 van de Conventie van Genëve, benevens op de wet van 7 Januari 1911 (Stbl. no. 5) welke bepalingen bevatten betreffende het gebruik van het on- derseheidingsteeken van het Roode Kruis. Uitkeering aan werkeloozenkassen Naar wij vernemen hebben zich reeds ver schillende groote gemeenten bereid verklaard de regeling zooals door den Minister van, Landbouw, Nijverheid en Handel is voorge steld ten opzichte van uitkeering aan de le den van wcrkeloozeTïkasse nal of niet aange sloten bij gemeentelijke werkloo.cheidsfond- sen, te accepteeren. Een afzonderlijk centraal bureau, dat zich met de leiding belast is ge vestigd Kneuterdijk 5. den Haag. Bij vice-admiraal Roëll. Men schrijft ons: De oud-minister van Marine, vice-admiraal jhr. J. A. Roëll, had de welwillendheid ons te Amsterdam te woord te staan, in verband met de militaire situatie van het oogenblik. „Ik stel op den voorgrond" zei Z.Ex. ..dal ik reeds sinds vrij geruimen tijd den act ie ven dienst heb verlaten, zoodat hetgeen ik u zal antwoorden op de vragen, die u mij wilt stellen, eigenlijk slechts moet worden» opgevat aLs de meening van een particulier, wiens oordeel men vraagt. Maar gezag. wensch ik niet toe te kennen aan mijn woor den. Het inzicht dus van iemand, die ge durende vele jaren het land als marine officier heeft gediend, doch die op het oo-gen- blifc de gebeurtenissen observeert zonder di rect betrokken te zijn bij den gang van zaken. Vice-admiraal Roëll verklaarde volkomen, overtuigd te zijn. hoe wij er zeker van kun nen wezen, dat het èn DuitscMand's èn En- gekuids streven is om Nederland buiten het conflict te houden. In hoever hier nu idealis tische en altruïstische beweegredenen den toon aangeven", zei de oud-minister „wil ik daarlaten. Bij mij staat 't vast, dat waar 't ons koloniaal bezit betreft, door u genoemd zoer zeker door Engeland in Insuline (eer der) de Ncdcrlandsche, dan bijvoorbeeld een Ja.pansclie heerschappij zou worden ge- wenscht. Afgescheiden nog van de motieyen, welke met het oog op de houding der Ver- eenigde Staten hier in hel spel zijn en waar van de beteekenis zeker niet mag worden onderschat!Ik durf met volle gerustheid zeggen, dnt men ten aanzien van ons kolo niaal bezit niert zeer ongerust behoeft te zijn, voor zoover de loop der gebeurtenissen thans te overzien valt." Jhr. Roëll gaf toe, diat waar men over kritieke punten" wil spreken, de kwestie van den toevoer van levensmiddelen zeer ze ker bijzonder en zeer ernstige aandacht ver dient. De conventie wan Londen kan aanlei ding geven tot allerlei „bisbilles", welke de diplomatie handen vol arbeids kunnen ver schaffen. ITier stuit men inderdaad op een punt. dat niet te luchthartig mag worden be schouwd. Maair de dioor sommigen in deze dagen geuite bewering, dat het Engeland te doen eou zijn om Nederland te ,,20eken" om het zoo eens uit te drukken die insi nuatie acht de ooid-minister beslist ongegrond. Het feit, dat Engeland niet naar Vlissingen is opgevaren, toé dusver, bewijs dat reed§ ■grd/t/uvraLa Jhr; Roëll deelt niet de meening van ben die zeggen dot een nval op Antwerpen noodzakelijk zou moet ui leiden tot schending van onze neutraliteit door het overschrijden van onze grenzen, met al de consequenlen daarvan. Waar de positieve wil bestaat zegt Z. Exc. om de integriteit onzer gren zen te sparen, daar kan men ongetwijfeld ook in da* geval Nederland sparen Op de vraag of het allernieuwste ICrupp- geschut vam 42 cJi. de waaide van het bij lissingen gebouwd wordend fort niet be duidend vermindert, vvenschte vice-admiraal Roëll geen positief antwoord tc doen volgen. In het algemeen erkent Z.Exc., dat tegen over mortieren van 12 K.M. draagwijdte ook het nu krachtigst-denkbare koepelfort zeer zeker niet bestanid is. Naiuuriijik laan, in diit verband, de vraag ook rijzen, wait dan de waarde onzer Hollandsclie waterlinie wordt. Maar de technici wijzen hier toijy\ op den slappen bodem in vele streken ten onzent, welke hot a geer en niet geschut van dergelijk gewicht allicht niet zou gedoogen. Inlusschen moet men de vraag, welke evolutie in den fortenhauw door Krapp's allerjongste ge schut van formidabele kracht ten gevolge zal hebben, overlaten aan hen, die de beteekems daarvan thans hebben na te gaan. De oud-minister Röell die alzoo de vraag betreffende de kansen, d«at Nederland in het wereldconflict zal worden gemengd optimis tisch beziet sprak nog als zijn meening uit. dal vooralsnog de waarscliijnlijkheid van ccn samentreffen der slagschepen, van de Duitschc en Engelsch e zeemacht gering mag worden geacht. liet ds waarschijnlijk, dat Engeland zijn vloot zoo lang mogelijk intact zal houden, zei Z. Exc. ten einde, gesteld dat de zaken voor de met Frankrijk geallieerden te land minder gunstig zouden loop en toch de macht te kunnen behouden de Duitsche in dustrie te kunnen fnuiken. Vóórdat Engeland zijn einddoel in deze heeft bereikt, zal hel niet licht tot den vrede zijn te bewegen! In verband hiermee verklaarde jhr. Röell er van overtuigd te zijn, dat dc nu ontketende oorlog, lang zal duren. In de jongste vijf tic ni jaren heeft Engeland zijn vloot ge bracht op voortreffelijke lioogte, in elk op zicht. Ook Duitschland heeft aan zijn mari tieme kracht groote offers gebracht en men kan zeggen, dat de EngeLsche haar slechts in numeriek opzicht overtreft. Dat deze grootje catastrophe zal moeten lei den lot gansch andere toestanden dan de gewapende vrede" met zijn onduldbare las ten de rice-admiraal geeft het toe. Waar eventueel te scheppen vredesvoorwaarden zullen kunnen vorderen het slechten van ves tingen, daar moeten automatisch de oorlogs lasten afnemen. Na de groote en bloedige worsteling zijn dus ontspanning en verlichting te verwachten. Niemand kan profeteeren, wat er geschieden zal nadat de worsteling gansah nieuwe mnehtstoesflanden zal hebben geschapen. Dat wij ten slotte belangrijke of fers zullen moeten brengen voor de verde diging van ons koloniaal bezit, de heer Röell acht "het zeker. Behoudens alweer natuurlijk gebeurtenissen, loopen rail za ken, welke deze „prognose" zouden bescha men. Waar mtusschen uit het hier boven reeds gemelde blijkt, dat de oud-minister niet be ducht is op een- aanval op ïncrulinde, van welke zijde ook. daar valt van binnen de lijn van wat Z. Exc voorziet, dat Nederland ook na het wercJd-eonfllct de behoorlijke en void o en de defensie zijner kolondën zad hebben te rekenen tot het vele dai dam odijk thans ook, van de offervaardigheid onzer landge- nooten zal moe ben gevorderd. P arden en wapenen van geïnterneerden De minister van oorlog heeft bepaald, dat paarden, behoorende tot geïnterneerde mili tairen of troepen, moeten worden opgezonden aan den commandeerenden officier der depóts huzaren te Haarlem, en dat wapenen, muni tiën, artillerie-materieel, voertuigen enz. tot deze militairen of troepen behoorende, moeten worden gezonden aan het adres van den ma gazijnmeester der artillerie van de magazij nen van het veldleger te Delft. Neder 1. vorderingen op het buitenland. Men deelt mede, dat na gehouden bespre kingen met den minister van landbouw, een ooiniló van belanghebbenden uit groot-indus trie, handel en scheepvaart pogingen in het werk zal stellen, ten einde te geraken tot de uitwisseling en verrekening van Nederland- sche vorderingen op- en Nederlandsche schul den aan hel buitenland. Een desbetreffende oproeping aan dc be langhebbenden is binnenkort te verwachten. De minister van landbouw heeft aan het comité toegezegd om, voor zooveel zulks later mogelijk mocht blijken, het plan van regee- ringswege te bevorderen. Voor het Koninklijk Nationaal Steuncomit De firma II. Oycns Zonen te Amsterdam ontving uit Port-Said van de gezamenlijke passagiers van de „Koningin der Nederlan- lden'\ op weg nnaT Ned.-Indië, een bedrag van f 500, om dit ter gelegenheid van den ver jaardag van H. M. de Koningin te storten in de kas van het Koninklijk Nationaal Steun comité 1914. Voor de slachtoffers van den oorlog. Het Nederlandsche comité tol steun van de Belgische en andere slachtoffers heeft tot dus ver aan giften ontvangen de summa 26,570 eu fres. 614. Uit Maastricht. Men meldt uit Maastricht d.d. 29 Aug.: Maandag worden weer verschillende gewon den geïnterneerd. De secretaris van de Duit sche legatie uit Den Haag heeft gisteren een bezoek gebracht aan onze stad en de gewonde Duitschers in do ambulances bezocht. Niettegenstaande het steuncomité gislerende honderden mannelijke vluchtelingen uifWonck Rocklenge, 'Bassenge en verdere dorpen heeft weggezonden, schijnen ze hier in verschillende lokaliteiten óvernacht te hebben, 'tWemelde op en langs het Vrijthof hedenmorgen van Belgen en wat het meest opvalt Is dat het meestal longe mannen zijn. Men verdrong xlch heden hè den rice-oo»*ui Eöiitft±Oand .om passen, luiicinuc iieigië binnen Ie kunnen ko tsen. D *0i liet pla .Isclij!; sleun-eomüé worden nu reet's 6/4 gezinnen bijgestaan cl heden zou den er nog wel 100 bijkomen. Gemiddeld re kent men elk huisgezin op pasonen, zoodat dan ongeveer 3000 personen ondersteund worden. Behalve de cokesfabriek heeft hier nog geen enkele fabriek geheel slop gezet; 't zijn voor een groot deel losse werklieden, die om onder stand vragen. 90 huisbezoekers zijn aangesteld om de aan vragen tc onderzoeken. Het steuncomité voor Belgische, vluchtelingen ontving gisteren en heden nog auto s vol kleedercn uit het noorden des hnds. het is thans in het bezit van een goeden voorrond. Hel aantal vluchtelingen is zóó groot, dat zoo juist een groot aantal naar de stadsschool in de Spilstraat werd gebracht om te slapen; Voorloopig blijven ze in de Rijkskweekschool gehuisvest, zoodat dc schoi'. wei niet op den vastgesteld en datum zal beginnen. Door den burgemeester zijn samenscholingeri van meer dan 5 personen verboden en ook hel onnoodig s':l blijven staan GeenNijmeegsche kermis. De gemeenteraad van Nijmegen heeft Za terdag besloten, de kermis In October niet to laten doorgaan. Royale Amerikanen. Uit liet grensstation Oldenzaal, waar dozen dagen zoovele treinen met Amerikanen pas seerden, meldt men aan de TeL Dat de Amerikaansche reizigers soms flink uit den hoek komen met fooien, is overbe kend. Doch liier kende dc royaliteit van de Amerikanen geen grenzen I Een spoorweg beambte ontving voor het overbrengen van een paar colli bagage een pond sterling als fooi Zilverindustrie Ter bevordering van dc groot-zilverindus- tjrie en tot het tegengaan van werkloosheid, in dit bedrijf heeft de minister van financiën bepaald, dat gedurende de maand September in de kantoren van den waarborg gelegen heid zal worden gegeven om verouderde of om andere redenen onverkoopbare afgewerk te gouden en zilveren werken te doen ver breken en lot ten hoogste het netto gewicht dezer werken gedurende dc maanden Sep tember, October en November 1914 kostcloo- ze stempeling te d'oen plaats hebben van nieuwe daarvoor in 'de plaats te maken meer gangbare voorwerpen. Steuncomité voor de binnen schipper ij, Te Amsterdam is een steuncomité voor de schipperij opgericht, hetwelk zich ten doel stelt Nederlandsche schippers, die door de oorlogstoestanden, raad. hulp of steun noo- 'diig mochlen hebben, voor zooverre mogelijk bij te staan. Algemeen Steuncomité. Bij het Algemeen Comité te Amsterdam was tot Zaterdagmorgen TO uur in totaal ingeko men dc somma van f 200,560. Dc vorige week is bijna f 29.000 aan de noodlijdenden uitgekeerd. De volgende week zullen wel ƒ40,000 noodig zijn en dit cijfer zal daarna wel klimmen tot een wekelïjkscbe uitgave van ƒ50,000. Waaneer men nu aanneemt, dat, hoe gun- sitg het verloop der dingen voor ons land ook mog^ zijn, toch een herstel van den gewonen gang van zaken niet voor de lente van 1915 te verwachten is, dan is er 1^ millioen guided noodig om op bescheiden schaal in de be hoeften te voorzien. Waarde van fondsen in pand. Het Stbl. no. 434 bevat het Kon. besluit van 28 dezer, tot nadere aanvulling van het Kon. besluit van den 5en December 1902 (Stbl. no. 206) laatstelijk gewijzigd bij Ko~ besluit van 30 Mei 1914 (Stbl. no. 219), tot vaststelling van een lgemeencn maatregel van bestuur, als be doeld in de artikelen 52, tweede en derde lid, en 59, sub 1. 3 en 4. der Ongevallenwet 1901. Daarbij is bepaald: Aan art. 11 van het ICcn. besluit van 5 Dec. 1902 (Stbl. no. 206). laatstelijk gewijzigd bij Kon. besluit van 30 Mei T9I4 (Stbl. no. 219), wordt toegevoegd een nieu-' derde lid, lul- rlcr.de als volgt: „In tijden van oorlog, oorlogsgevaar of an dere buitengewone omstandigheden kan door Onzen minister van landbouw, nijverheid en handel worden, bepaald, dat in afwijking van de voorschriften van het eerste lid van dit artikel, de waarde van de in pand aangeboden of gegeven fondsen zal worden vastgesteld volgens regelen door genoemden minister te stellen. De vaststellingen, volgens die regelen geschied, worden op last van Onzen voor noemden minister herzien, volgens regelen door Ons te stellen, ten spoedigste nadat de oorlog, het oorlogsgevaar of de andere buiten gewone omstandigheden zijn geëindigd." Dit besluit treedt in werking op den twee den dag na dien der dagteekening van het Staatsblad en van de Staatscourant, waarin het is geplaatst. Broodultvoer. In een van de Limburgsche grensgemeenten heeft een ingezetene kans gezien, op één dag 809 pond brood op te koopen bij de bakkers, welke hoeveelheid denzelfden dag over de grenzen werd gebracht. Teneinde herhaling van dit feit te voorkomen, heeft de burge meester der betreffende gemeente onmiddel lijk mededeeling gedaan aan de bakkers, d»t hun broodvoorraad zou worden in beslag ge nomen, indien wederverkoop met de bedoelde bestemming plaats had. Nederlandsche schepen op mijnen geloopen. Lijst van de personen, omgekomen bij het vergaan van de „Houtdijk" de „Alice". Van de „Houtdijtk": Frederik Verkammat) (le machinist), Johanna Verkaraman, Franljl van der Velden, Lambertus Engels. Daniöl TheesTmg (student, passagier). Wilhelm de Korte, August Severin, Jan de Vries (timmer man), Jan Vink, Nikolaas de Nooi, Nïkolaa* Meliste, Jamike Zorgdrager, Lambertus vau Diczen, Willem Berwold. Van de „Alice": Jan Renze Smtt (kapitein) en zijne vrouw, Jan9 Smit Pals, Arie van Heyningen, Jacob van der Sloot, Adrianua Kortleven, Willem de Graaf, Gerrit van Hof- ten- Frank Eoort, Willem Alessle, Evert Foort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 7