Vrijdag 4 September 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. ELLY's BEPROEVING. 13d* Jaargang. N° 57 Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. EEMLAN DE R". Uitgevers: ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort M M f l.OO, Idem franco por post - 1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10, Afzonderlijke nummers - 0.05* Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureaux UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËNs Van 15 regels.* f 0.50* Elke regel 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bovattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en. Wethouders van Amers foort, Gelet op art. O van het Koninklijk besluit van den 4en Mei 1896 (Stbl. no. 76); Brengen hiermede ter openbare kennis, dat de door hen definitief opgemaakte lijst van kies gerechtigden in die gemeente voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort, gedurende acht dogen, te rekenen vanaf den 1. September a. s., op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is neüergclcgd. Bezwaren tegen die lijst, hetzij die den klager, hetzij die andere personen betreffen, kunnen gedurende acht dagen, dus vóór den 9. Septem ber a. s., bij den Gemeenteraad worden inge bracht. Amersfoort, 31 Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEFNSTRA. VAN R.'NDWUCK. Poiiiiek Overzicht. De wereldsii-ijd. Gisteren in den nacht hebben president Poincaré cn zijne ministers Parijs verlaten cn met hun verdwijnen is Parijs niet meer de hoofdstad van Frankrijk. Men is ditmaal niet vervallen in de foul van 187U, toen de fictie gehandhaafd bleef, dat de regeering gevestigd was in de welhaast van elke gemeenschap met de buitenwereld afgesloten stad en eene delegatie uit haren naam in de departemen ten de regceringszaken beredderde. Dc zetel wan. de gehecle regeering is naar Bordeaux overgebracht. Dat is nog onbelemmerd kun nen geschieden; maar te vroeg is men er niet mee geweest. Den len September i scr reeds gevochten in de buurt van Gompiègne, op 75 KM. afstand van Parijs. Gisteren waren de Duitsche cavalierie-patrouülcs onder den rook van Parijs. Het kost moeite zioh Frankrijk voor te stel len zonder Parijs. .Paris eest la France" is niet eene frazc maar een feit. liet politieke en sociale leven van Frankrijk is in Parijs Samengetrokken in eene mate, zooals in geen enkele hoofdstad van ecnig Luropeesch fand hel geval is. Maar hier geldt het „nood breekt wet". Parijs is tijdelijk onthoofd; liet is nu alleen nog de groote centrale, vesting, het hart van Frankrijk s verdedigïngsstcisel. Parijs is zoowei strategisch als poüliek van groot gewicht. Het ligt op de plek, waai- de wateren van de Seine, de Marnc cn de Oise bijeenkomen. De dalen, waardoor deze rivie ren stroomen, zijn de groote slagaderen van gemeenschap voor legers, die van de ooste lijke cn noordelijke grenzen Frankrijk bin nen rukken, liet Seine-dal is te bereiken van de troucc de Belfort, het dal van de Marne vain de trouéc de Longwy en op het Oisedal komen de twee groote wegen uit, die gaan over de Belgische grens. De laatstgenoemde wegen worden gevolgd door de generaals van Kluck, von Bülow en von Ilausen om Parijs te bereiken met vermijding van de tweede versterkte linie, die tegen den uit het ooslen opd'ringcnden vijand is aangelegd. Terstond na de onderleekening van het .vredesverdrag van 1871 is het Parijsche vor- dedigingsstelsei aam eene herzienkig onder worpen. Br is eene tweede forten linie aan gelegd buiten den kring, die in 1870 den Duit- sclien aanval heeft weerstaan. Die linie vormt een volledigen buitensten gordel van vesting werken. an neer de Duilscliers thans voor Parijs komen, dan vinden zij, al de stellingen, die zij in 1870 als belegeraars bezet hielden, ingenomen door Fransche versterkingen, die bestemd zijn Parijs te verdedigen. Deze ver sterkingen zijn in drie groepen gerangschikt: Versailles in het zuiden en zuidwesten, Vin- cenncs in het ooslen, Saint-Denis in het noor den. Iedere groep vormt een groot versterkt kamp op zich zelf cn is in staat een leger van 150,000 man op te nemen. De omtrek van de geheele vesting dekt nagenoeg 90 mijlen. De nieuwe forten der eerste linie vormen eene merkwaardige tegenstelling met die van de twcedie link, welker oorspronkelijke aan leg diugLeekeut van 1840, ofschoon zij natuur lijk sedert aan de moderne cischen zijn aan gepast. Het bastionfront is vervangen door l polygoon-tracé. De forten zijn gebouwd van aarde, niet van metselwerk; zij hebben borst weringen van 30 tol 35 voet dikte, grachten 4U voel breed cn 30 voet diep. Groote tra versen dekken dc kanonnen tegen een over langs gericht vuur. De grootere forten heb ben koepels op de uitspringende hoeken. In vele gevallen is eene dubbele rij. kanonnen aangebracht. Tegen dezen kring van vestingwerken zul len de Duitsehcrs het zware belegeringsge schut in actie moeten brengen, waarvan zij zich hebben bediend legen Luik en Namen. Voor de insluiting van de geheele reuzenves- tiug wordt een leger van ÜUÜ.OÜO man gevor derd. De gouverneur van Parijs, generaal Gallieni heeft in eene proclamatie, die hier beneden is opgenomen, bekend gemaakt, dat bij het mandaat liceft op zich genomen, om Parijs te verdedigen, en dat hij dit mandaat tol hot uiterste zai vervullen. Hij zal spoedig dit woord moeten gestand doen. Alle belemmerin gen, die aan den opmarsch van de Duitsohers nog in den weg stonden, verdwijnen; de Fransoli-Engclsche legers gaan terug, de FjxmiooLoö voetingcu geven over. NicLa belet de overwinnende Duitsuhers meer om voor Parijs te verschijnen binnen den kortst mogelijken lijd. Van hel oostelijke oorlogstooneel is dc tij ding gekomen, dat hemberg is gevallen. Na wat gisteren van daar werd bericht, kon die tijding gcene verrassing brengen. Tegenover dit gewichtige succes van de Russen staat, ciat de gevolgen van hunne ne derlaag in Oost-Pruisen steeds grooter wor den. liet aantal gevangenen dat daar in Duit sche handen is gevallen, klimt voortdurend: het wordt nu reeds opgegeven als 90,000. De oorlog. B e r 1 ij n, 3 S c p t. (W. B.) Over de aanwe zigheid van den keizer op het Fransche slag veld schrijft de LokalanzeigerVoor ieder, die niet opzettelijk de oogen voor de waar heid sluit, zal de ontwikkeling der zaken daardoor met de grootste helderheid besche nen worden. De „oberste Kriegsherr" ver toeft op den Franschen grond. Dit feit spreekt eene duidelijke taal; hel leert, dat wij er ze ker van kunnen zijn, dat wij het tot dusver verkregene niet weer zullen verliezen, ook als er tegenslagen. mochten komen. Nooit zon de; keizer naar Frankrijk gegaan zijn als men in dc kringen, die dc verantwoordelijkheid dra gen, rekende met de mogelijkheid, dat wij we der over dc grens teruggeworpen zouden wor den. Dat de keizer zich naar zijn leger in het land van den vijand begaf, zal zijn indruk niet missen in het binnenland cn in het bui tenland. P a r ij s 3 Sept. (R.) Ue president der re publiek en de regecring hebben besloten het volgende manifest tol het land te richten: FranschenI Sedert verscheidene weken zijn in hardnekkige gevechten onze heldhaftige troepen en het vijandelijke leger met elkaar handgemeen. De dapperheid van onze solda ten verschafte op verscheidene punten ken nelijke voordeden. Maar in het noorden dwong de druk van <le Duitsche strijdkrach ten ons terug te gaan. Deze toestand legt aan den president der republiek en aan de regecring een smartelijk besluit op. Om te waken voor het nationale welzijn, heeft de openbare macht den plicht zich voor het oogenblik uit de stad Parijs te verwijderen. Onder het bevel van een uitnc- menden dief zal het Fransche leger vol moed en opgewektheid de hoofdstad en hare vader landslievende bevolking tegen de overwel digers verdedigen. Maar tegelijk moet dc oorlog worden voortgezet op de rest van het gebied. Zonder vrede of wanpenstilstanU, zonder ophouden of aarzeling zal de heilige strijd voortduren voor de eer van de natie en voor het herstel van hot geschonden recht. Geen enkel van onze legers is aangetast. En kelen van hen leden maar al te gevoelige ver liezen, maar de leemten werden onmiddellijk aangevuld door de dépots, terwijl de oproe ping van recrulcn ons voor morgen nieuwe hulpbronnen aan mannen cn krachten verze kert. Volhouden en strijden. Dat moet het wacht woord zijn van de verbonden Engelsche, Rus sische, Belgische en Fransche legers. Volhou den en strijden, terwijl op zee de Engclschen ons helpen de gemeenschap van onze vijanden met de wereld af te snijden. Volhouden en strijden, terwijl de Russen voortgaan op te rukken om een beslissendcn slag, een slag naar hei hart van het Duitsche rijk toe te brengen. Hot ligt op den weg van de Fransche re geering, dezen hardnekkdgen strijd te lolden. Overal zullen de Franschen opstaan voor min ne onafhankelijkheid. Maar om aan dien gc- duohten strijd al zijne kracht en uitwerking te geven, is het onmisbaar, dat dc regecring vrij blijft om te handelen. Op verzoek van de militaire overheid brengt dus de regeeuing tijdelijk haren zetel over naar een punt van het gebied waar zij in aanhoudende betrekkin gen kan blijven met bet geheele land. Zij noodigt de leden van het parlement uit, zich niet van haar verwijderd te houden, ten einde met hunne ambt gen ooien den pijlen bundel van de nationale eenheid te vormen. Dc regeering verlaat Parijs eerst, na de verdediging van dc stad en van het versterkte kamp door alle middelen in hare macht te verzekeren. Zij weet, dat zij niet aan de be- vvoniderendwaardige bevolking van Parijs kalmte, vastberadenheid cn koelbloedigheid behoeft aan te bevelen, want die bevolking bewijst iederen dag, dat zij op de hoogte is van de grootste plichten der Franschen. Laat ons (deze droevige omstandigheden waardig zijn 1 Wij zullen de cind-ov». /.in ning behalen. Wij zullen haar behalen door een onvermoeibaren wil, door ijver en vol harding, -door de hardnekkigheid van een volk, id al niet wii ondergaan en dat om te le ven niet terugdeinst voor lijden en voor offers en zeker is te zullen overwinnen. Het manifest is onderteekend door Poin caré en alle ministers. rukken, ten einde een beslissendcn slag, een slag maar het hart van het Duitsche rijk toe te brengen. Tweede telegram. De president der republiek en de regecring hebben lieden nacnt Parijs verlaten, om zich naar Bordeaux te be geven. Bordeaux, via Londen, 3 Sept. (R.). President Poincaré is hier aangekomen. P a r ij s, 3 Sept. (R.) Een officieel com muniqué bericht, dat de gouverneur van Pa rijs, generaal Gallieni, de volgende procla matie heeft gericht lot het leger en de be woners van Parijs: De leden van de regec ring der republiek hebben Parijs verlaten om een nieuwen prikkel te geven aan de lands verdediging. Ik heb dc opdracht ontvangen Parijs te verdedigen legen den overweldiger. Ik zal dat mandaat vervullen tot het einde toe. P a r ij s, 3 Sept. (R.) Uit goede bron wordt verklaard, dat een Duitsch vliegtuig hedenavond om vijf uur boven Yinccnnes bommen heeft laten vallen. Berlijn, 3 Sept. (W. B.) Over de belee- kends van de overwinning van Sainl-Quentin, dSe generaal von Bülow den 31en Augustus heeft bevochten, berichten dc oorlogsverslag gevers uil het groote hoofdkwartier, dat bij Saint-Quentin vier Fransche legerkorpsen en drie Fransche reservc-divisiën tegen ons in het veld stonden en volkomen verslagen wer den. Zij werden zeer krachtig vervolgd. Het was een heele slag; hij duurde twee dagen. De concentrische opmarsch van onze wes telijke legers gaat onophoudelijk voorwaarts. Iedere dag brengt nieuwe overwinningen, die echter slechts ge merer women, wauucu van beslissende beteekenis zijn voor de ge zamenlijke operation op bel westelijke oor logstooneel. Berlijn, 3 Sept. (W.B.). De sper* torten vau Hirson, Ayvelles, €onilé, La Fère en Laou zijn zonder strijd bezet. Daarmee zijn alle sperver- sterkingen in Noord-Xraukrijk, be halve illaubetige, in onze handen. Tegen Keims wordt de aanval in geleid. De eavallerie doet strooptochten tot aan Darijs. De vijaud trekt zich terug. Genera al-kwartier meester on Stein. (Ilirson en Ayvelles liggen niet ver van de grens; de andere versterkingen, die hier wor den genoemd, maken deel uit van de tweede verdedigingslinie, der Franschen). B e r 1 ij n, 3 Sept. (W. B.) De generale staf bericht uil het groote hoofdkwartier van heden Bij de verovering van het hoog in de rotsen gelegen spcrforl Givet hebben, evenals bij Namen, de door Oostenrijk gezonden zware mölorbatterijen door hunne bewege lijkheid, trefzekerheid en uitwerking zich voortreffelijk gehouden en ons uitnemende diensten bewezen. De kavallcrie van het leger van generaal von Kluck stroopt tot aan Parijs. Het weste lijk leger is de Aisne-linie overgegaan en zet zijn marsch naar de Marne voort. Enkele voorhoeden hebben deze rivier reeds bereikt De vijand bevindt zich voor dc legers van von Kluck, von Bülow, von Hausen en den hertog van Wurtemberg op den terugtocht. Op en achter de Marne bood hij, in aanslui ting aan Verdun, tegenstand aan het leger van den Duilschcn kroonprins; hij werd in zuidelijke richting teruggeworpen. De legers van den -kroonprins van Beieren en van generaal Yon Heeringen hebben den altijd nog sterken vijand in versterkte stellin gen in Fransch-Lotharingcn tegenover zich. In den Boven-Elzas slroopen Duitsche en Fransche afdeelingen ender wederzijdsclie ge vechten. Gcneraal-kwartiermeesler Von Stein. Antwerpen, 3 Sep t. (R. Officieel). Dc toestand is onveranderd. De provinciën Ant- pen en Limburg, tot Hasselt loc, zijn geheel vrij van Duitsehcrs. Dc Duitsche troepen ver oorzaakten eenigc branden in dc streek van Assche en verrichtten dc gewone plunderin gen. In het noorden van Brabant vernielden de Duitschers verscheidene voor hun front ge legen bruggen over dc Dylc. Londen, 3 ScpL (R.) Het persbureau brengt eene nieuwe vcrlieslijsl, die is mede gedeeld door het Engelsche hoofdkwartier. Zij bevat: dooden 18 officieren en 52 man schappen, gewonden 28 officieren en 312 manschappen, vermisten 86 officici ,.i en 1672 manschappen. Onder de vermisten zijn waarschijnlijk 2682 in verschillende hospi talen. Belfast, 3 Aug. Sir Edward Carson heeft in eene rede gezegd, dat een voldoend aantal Ulster-vrij willigere als rcgecringslrocpen naar het oorlogstooncel zullen gaan. Zij zulen eene dhisie vormen, vechtende onder hunne eigen officieren. Peters burg, 3 Sept. (Te regraai agent schap). Naar aanleiding van dc nederlaag in het zuiden van Oost-Pruisen schrijft dc No- wojc Vremja: Toen Ruskind zich genood zaakt zag den strijd legen dc beide roofzieke Duitsche stalen te beginnen cn zich voorbe reidde op alle offers en alle verrassingen, verwachtte niemand in Rusland een Russi- schen zegetocht naar Berlijn en Weenén, want wij wisten, dal de ruwe verstoorders van den wereldvrede alles op dc kaart zouden zetten. De strijd zal onm eed oogend zijn. Onlangs versloegen wij drie korpsen van hel Duitsche leger. Thans bracht de vijand eene beproeving toe aan twee van onze korpsen, hij doodde den dapperen generaal Sazonow. Wij zijn er zeker van, dal dit échec niemand zal ontmoedigen. liet bloed van onze verpletterde helden zal onzen geest nog te meer stalen, niet alleen voor overwinningen, maar ook voor beproevingen. Zeker van onze krachten en van de dapperheid van onze krij gers, zullen wij vol geloof de voltooiing van het rechtvaardige weik, dal wij verrichten, afwachten. De Rctsch zegt, dat Rusland moedig deze gedeeltelijke beproeving moet opnemen, want iedere oorlog is eene afwisseling van over winningen en nederlagen. Er zijn „kulluurmensclien", dtie gruwen van de folterkamers en pijnbanken -der middel eeuwen, maar trotsch zijn op onze kruitma gazijnen en mitrailleurs. Roman uit het Zweedsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 42 „Lieve tante Idal" Toen ik zonder dak, cn met schande weg gejaagd was, gaf u mij een tehuis bij u. Gij igaaft mij de liefde cn de zorg en de innige teederheid van een moeder. Dit alles hebt gij mij gegeven, tante Ida, En ik heb dit be antwoord inet bedrog. Maar ik heb den moed niet om u te zeggen hoe en waar alles zich toedroeg. Ik kan het niet. Vraag het Tord. Hij zal het u misschien zoo weten te zeggen, dat u mij niet zoo erg veracht als u doen moest, en zóó dat u na korten of langen tijd mij misschien kunt vergeven. U is even on eindig goed als hij. Uw Elly. Is er iemand die mij zou kunnen hooren wanneer ik mij beweeg en op en neer loop? Maar het is immers nacht? Ieder slaapt. Mijn yoetstapDen ziin zoo licht en ik snik niet luid- Nu het laatste, mijn brief aan hem. „Liefste I" Neen, mijn pen valt uit mijn hand. Het is or hij mij nog toebehoort zoolang ik den brief niet hob geschreven. Maar zoodra hij ge schreven is, heb ik hem verloren. Ik wil die verschrikkelijke pen niet aanraken, ik werp haar van mij cn zij ligt daar en wacht zoo stil en kalm. Ik zal liaar breken. Ik wil niet schrijven. Ik wil niet! Neen, ik zal haar niet breken, en ik zal schrijven. Maar eerst moet ik het witte pa- Dier kussen. O, mijn kussen, weest mijne bo den; laat hij ze gevoelen als ik ver van hem weg ben, „L i e f s t e I" Je begreep niet recht waarom ik op _rcis ging Maar je hebt nauwelijks een verklaring noodig. Je hebt hetzelfde gezien als ik. Je vrij tc laten is nog het ecnige goede, dat ik voor je doen kan. Daarom moet het gebeuren. En het grootste bewijs van mijn liefde: is je op tc geven. Te beminnen is te leven in verrukking. Hebt je het r.iet bemerkt? Het is het godde lijke in ons, dat het goddelijke in een ander zoekt, dat wij dan zien of meenen te zien. Wij verhoogen het, wij vergrooten het en ver heffen het boven onszelvcn. Zoo ben jij ge trokken tot mij door iets dat je in mij meen de te zien. Maar je oogen werden geopend, en de verrukking was weg. Het goddelijke in je trok zich terug en de luister was weg O, Tord, toen ik het duidelijk zag! Dat ik daarna nog leven konl Alles wat bleef van je liefde was slechts teederheid cn mede lijden. Maar dat is niet genoeg om jc staande te houden onder de beslommeringen van het alledaagsche leven, je zoudt er in ondergaan, en dat mag niet, Tord. Niet door mij. Het zou een zoo groote zonde zijn dat ik er nooit vergiffenis voor zou kunnen erlangen. Dan liever weg en je niet meer zien! Och, Tord, w anneer ik je niet meer in den weg sla, lcoml misschien liet goddelijke bij jou weer terug. Daar ben ik zeker van. Daarom ga ik, omdat ik geen steen om je hals wil zijn. Liefste, beminde, je bent zoo goed dat je misschien zult denken, dat je liefde voor mij opnieuw zal herleven. Maar schrijf niet, vraag mij niet om terug te komen. Hel is niets dan je medelijden en goedheid, die je het wijs maken, en zoodra ik jc ont moette, zou ik zien dat het niet dc rechte liefde was, dat de luister ervan weg was. Zij, die eenmaal dien gloed zag, herkent dien wel. En nu moet je niet bedroc-ld cn onrustig zijn om mijnentwille, Tord Ach ik weet dat hij liet zijn zal. Hoe zal ik hem troosten en kalm doen zijn? Ik wil niet dat hij zal lijden. Ik wil niet dat hij zich angstig over mij maken zal. Ach, wat zal ik hem zeggen? wat zal ik hem zeggen? Wees gerust, liefste Tord, ik zal mijn weg wel vinden. Je weet wel dat ik ook flink en moedig kan zijn. En ik zal mijn best doen. Dat beloof ik je, liefste, liefste Tordl Ik zal 't nog wel goed krijgen, misschien kan ük later weer vroolijk worden, want ik weet dat ik jc nu iets werkelijk goeds heb gedaan en dal ie gelukkig zult worden. En liefheb ben mag ik je toch wel. Het kan je geen kwaad meer doen, wanneer ik zoo ver van ic ben. Vaarwel, beminde, vaarwel mijn allerliefste, onuitsprekelijk beminde... Elly. Daar staal het. Mijn handen zijn leêg. Ik ben de armste onder de armen Vandaag ga ik op reis. En de zon schijnt als voor een feest. Over een uur, een groot half uur zit ik in het rijtuig en gaat hij mee naar het slation, zit hij voor den laatsten keer naast mij. O God, geef mij kracht om mij te hehoerschcn, zoodat hij niet vermoedt dat de reis verder gaat dan naar mijn vader. Geel' mij in de laatste oogeublikken genoeg zchbcheersching om niet alles tc zeggen. Neen, niet denken, niet denken! De dienstboden zijn opgestaan. Ik hoor haai' voetstappen. Edla is 's morgens ook altijd vroeg. Maar al slaapt zij, dan wek ik haar lock, ik kan niet langer wachten. Ja, zij is wakker. Even kloppen. Daar komt zij en opent de deur. „Goeden morgen, Edla, nu zal ik je eens recht blij maken, zoo blij als je in jaren niet bent geweest." Zij denkt zeker dat Lk krankzinnig ben en kijkt mij aan. Ziet zij iets bijzonders in mijn gelaat? „Ik ga op reis. Eerst naar Stockholm om alles in orde te maken. Wanneer tante Ida terugkomt, zal zij alles zooals vroeger in het buffet vinden. En daarna ga ik naar papa, zooals je weet, Edla." „Ja". „Maar. Edla, nu ik van hem ben wegge gaan, kom ik niet terug. Ik ga naar hel Zui den. Ik ga over de zee naar mijn broer. En dal mag vooreerst niemand welen dan wij tweeën, jij, Edla, en ik". Zij is zoo gelukkig dal zij over haar hcclo lichaam beeft. Of zijn het haar zenuwen? „En, Edla, neem deze twee brieven cn ver berg ze. En wanneer men ei' zich over ver wondert dat ik niets van mij laat hooren, geef hun dan de brieven. Maar eerder niet, Edla, beloof mij dat". „Ja, ja In heel mijn vaderland is er niemand dan deze oude vrouw, mijn vijandin, die mij wer kelijk vaarwel zegt. Ep zij slaat daar en. zwijgt. „Edla, je bent de eenige die weet waar ik heenga en waarom ik heenga, kun je me niet één vriendelijk woordje zeggen?" Juffrouw Ellylieve juffrouw Elly..." Een liefkozend streden van mijn arm cn van mijn gezicht. „0 Edla, lieve Edlal Lieve, lieve EdlaJ" Zij heeft inij geplaagd en pijn gedaan als geen andere, deze vrouw, en ik kus haar alsof zij mijn moeder was. Ik liefkoos en streel haar, alsof zij mijn liefste vriendin was. „Edla, zeg hem dat ik dezelfde Edla, die ik zoo dikwijls heb gehaat, in mijn armen heb genomen.... dat ik Edla geliefkoosd heb.... Zeg hemNeen* zeg hem in 't geheel nieU. Slot volgt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1