(Joop de Deü<
ge.
J«ck Holland.
HAROLD AVERY
TTfl naverteld door C. H.
Van een schooljongens-standpunt bezien
Jwaarbij sport een voorname rol speelt was
Pack Holland een mislukking. Weliswaar was
bij vlug en handig en had hij uitstekende
Spieren, maar de roekelooze manier, waarop
bij de dingen ondernam, bedierf alles. Soms
Slachten zijn vrienden, dat hij een of ander
spel werkelijk winnen zou, 'doch dan in eens
sloegen de kansen om, doordat Jack zich niet
l langer moeite gaf en met één enkelen slag al
les weer bedierf.
Toch was er iets goeds in dezen onbesuis-
len, jeugdigen bengel, iets dat duidelijk be
lees, dat hij toch eigenlijk niet zoo onge
schikt was, als hij wel leek; hij had nL den
kalmen Sidney Lawrence als vriend gekozen,
i Deze laatste was er in het begin niet bij
zonder op gesteld, dat Jack voortdurend zijn
gezelschap zocht. Hij was een bedaarde, leer
gierige jongen en kon er bijvoorbeeld herie-
jnaal geen genoegn in vinden, kleine straat
jongens beet te pakken, hen met een strenge
jstcm aan te spreken en een geheele rij Latijn-
/che voortzetsels op te dreunen, die den vier-
'len naamval regeerden, terwijl de verschrik-
"e slachtoffers angstig luisterden bij deze ge
liefkoosde aardigheid van Jack. Ook zag Sid
ney er het nut niet van in, allerlei gevaar
lijke toeren te ondernemen. Doch langzamer
hand kwam hij tot de ontdekking, dat onder
'leze ruwe oppervlakte een warm en eerlijk
bart klopte.
Toen zij elkaar beter leerden kennen, wer
den zij dikke vrienden en oefenden zij weder-
keerig een goeden invloed uit, iets wat dik
wijls voorkomt, wanneer menschen van ge
heel verschillend karakter zich tot elkander
aangetrokken gevoelen.
Maar Sidney Lawrence was niet de eenigojtwee uur is hot eb, dat
Er gingen maanden voorbij en met cricket
en voetbal maakte hij geen noemenswaardige
vorderingen. Doch als er gezwommen werd,
was hij de beste. De anderen keken er vol
bewondering naar en zeiden:
„Hij kan goed zwemmen, dat is zeker!"
i Paschen viel dat jaar in April en een week
'ervoor liep Jack op zekeren dag na het zwem
men naar school terug, toen Sidney hem in
haalde.
„Zeg Jack, ik heb je wat te vertellen," be
gon deze.
„Best, wacht dan even; ik heb een chocola-
horloge gekregen en ik zal den ouden Reed
vragen, of hij 't voor me regelen wiL"
,Wees toch niet zoo dwaas," riep de ander
uit; „wordt toch eindelijk eens verstandig, an
ders vertel ik het je niet."
„Nu, is het de moeite wJO"
„Ja, dat vind ik weL M.
de Paaschvacantie bij ons
Ik ga Donderdagavond na
zin in?"
„Nou, of ik!" riep Jack
verbazend vriendelijk van
„Best, dan schrijf ik va
men komen."
Sidney Lawrence woon
van het zeeplaatsje Wairn
Frampton gelegen. Het ve
van zijn vader grensde, 1
zee. Er was een schuurt
als boothuis dienst deed
jes opgeborgen werden. 1
niets prettigers denkbaar
op zee te roeien. Hij was
van het hanteeren der i
als het weer gunstig
van de bootjes maken.
„Ik zal je zeggen, wa
zei hij Vrijdagmorgen
vlak bij de zee stonden
ding, waar ik naar wiis'
„Die vogelkooi op een
„Ja, het geeft een gi
aan. Het zal vanmidda-
„Je denkt, dat de boot veel dichterbij is
je zult nooit zóó ver kunnen zwemmen!"
„Ik zal het probe eren", antwoordde Jack
kalm. „Het is onze eenige kans."
Haastig trok hij zijn kleeren uit en zonder
een woord meer te zeggen, iprong hij in het
water. Sidney had gelijk, wat de afstand be
trof. Deze was veel grooter dan het scheen.
Jack wist, dat hij nergens kon uitrusten, als
hij moe werd en dat het water diep was.
Doch met den moéd der wanhoop verbande
hij deze gedachten en hield hij zijn oogen op
de boot in de verte gericht. Met stevige slagen
zwom hij recht op zijn doel af.
In het begin scheen het, alsof hij heeleraaal
niet vórderde, maar spoedig zag hij, dat de
afstand kleiner werd. Nu ging hij voor een
verandering eens op zij zwemmen en toen
weer plat voorover. Hij zag, dat hij flink op-
den dcrwisah (Turksche monnik). Zulke ma
garijnen worden in Turkije gehouden, omdat
velen, die plotseling uit diepe armoede tot
hooge waardigheden worden verheven, ter
stond een uitrusting overeenkomstig hun
nieuwen stand noodig hebben. Om dezelfde
reden plegen deze kooplieden den nieuwen
gelukskinderen behalve kleeren ook nog paar
den, bedienden, lijfwachten en dergelijke, wat
tot hun noodzakelijke uitrusting behoort, te
leveren.
Naar een van die kooplieden begaf zich nu
ook Muhamed en aangezien hij e deftig
voorkomen en aangename manieren bezat, ge
lukte het hem den woekeraars te bewegen
hem een prachtige uitrusting, mooie paarden
en rijk-gekleede lijfwachten te geven, en zoo
was in een uur tijds de arme bedelaar in een
deftigen pacha met een indrukwekkend ui ter-
Bik verenchrd. die de bewondering der men-
zelfs zijn vrouwen en schatten, in den steek
en redde zich door een overhaaste vlucht.
Nadat de emirs hun brieven ontvangen
hadden, hielden zij raad, wat te doen om de
ontvangen bevelen te kunnen uitvoeren. Ter
wijl zij nog vergaderd waren, kwam een
tweede bode met een brief •«•an denzelfden in
houd. een derde en vierde, allen met zeer
strenge bevelen. Bevreesd, dat uitstel en te
genstand hen In gevaar zouden brengen, ver
zamelden de heeren hun aanhangers en dron
gen bij de inwoners der stad er op aan om
den pacha ingevolge het ontvangen bevel ge
vangen te nemen en den nieuwen met ge
paste eerbewijzen te ontvangen. Onverwijld
snelde de menigte naar het paleis van den
afgezet!en stadhouder, bezette alle uitgangen
en doorzocht alle hoeken, maar tevergeefs
de vogel was gevlogen.
Luid berispte het verbitterde volk de on-
ötu nrvoetwlifeld sou
- v J
boot er heen roeien."
Het was drie uur, toe1
de zee kwamen en het
was de donkere berg,
„Kom", zei Sidney,
maken, dan zullen we
De beide jongens stap
ieder een roeispaan e
eind in zee.
„Hallo!" zei Jack eln
op de kostschool van mijnheer Jones, die be
lang stelde in Jack Holland. Mijnheer Bow-
don, de klasse-onderwijzer, die in den overi
gens lastigen leerling toch veel goeds ver
moedde, gaf zich veel moeite om het karak
ter van den jongen te doorgronden en be
sloot zijn best te doen diens goede eigen
schappen te ontwikkelen.
Frampton, de stad, waar de kostschool van
mijnheer Jones was, bood een zeer goede ge
legenheid tot zwemmen aan De jongens (half omdraaide, „zijn
mochten hiervan volop gebruik maken. j „Nee", antwoordde S
Jack Holland was het geheele jaar door van loof, dat het verder is
de partij, doch hij deed geen pogingen om be- heel moeilijk afstanden
hoorlijk te leeren zwemmen. Hij sprong in zee."
het water en had er pleizier in voortdurend Eindelijk bereikten zi*
Ic duiken en allerlei grappen uit te halen. |rif was ruim honderd
Op een morgen, toen hij weer geruimen tijd
gedoken had en een oogenblik aan den kant
stond om uit te rusten en dan weer opnieuw
le beginnen, klopte mijnheer Bowdon hem
op den schouder
„Zeg eens, Jack", zei hij, „waarom hou Je
4U eens niet op met duiken en probeer je eens
te zwemmen?
eens te zwemmen? Ik durf wedden, dat je
nog geen zes slagen doen kunt."
„O, dat kan ik best!" antwoordde de Jongen.
„Nu, laat dat dan eens zien."
Haastig sprong Jack in bet water, terwijl
ilj vlugge, korte slagen maakte. Hij twijfelde
ir geen oogenblik aan. of hij zou de zes slagen
heel gemakkelijk kunnen doen. Maar hij be
greep al heel gauw, dat hij zich vergist had.
Bij den derden slag geraakte hij al hutten
adem. Hij wendde nog wanhopige pogingen
aan. maar moest het toch opgeven en keerde
yveer naar den kant terug.
Mijnheer Bowdon wilde deze gelegenheid
aangrijpen. Het ijzer moest gesmeed worden,
nu het nog heet was. Hij haalde Jack in, toen
deze naar huis wandelde en knoopte een ge
sprek met hem aan.
„Zie je, Jack." begon hij, „zes slagen waren
nog te veel voor je. Toen ik je zag worste
len, dacht ik. dat het toch erg jammer was,
\lat jij je tijd doorbrengt r-:et duiken en grap
pen uithalen. Je bent een sterke, gocd-ge-
bouwde jongen en ik geloof, dat je, als je
Wilde, een uitstekend zwemmer zou kunnen
vorden Je weet, hoe het altijd gaat: jc blijft
an dc oppervlakte, maar dringt niet tot aan
diepte der dingen door. Iemand, die overal
In liefhebbert, doch niets grondig kent, is toch
eigenlijk een stumperd. Men kan niet in alles
Uitblinken, maar ik geloof, dat iedereen toch
wel in één ding kan uitmunten. Laat het mu-
riek zijn, zwemmen, voetbal, of wat je maar
wilt; ik herhaal: laat ieder probeeren in
iets nummer één te worden. Vroeger of later
zal er zich een gelegenheid voordoen, waarbij
hij het talent, dat hij verworven heeft, gebrui
ken kan.
In jouw geval zou ik er mij op toeleggen
gen eerste-klas zwemmer te worden. Mis
schien zal het je in staat stellen nog eens
Iemand het leven te redden en m ieder geval
tal het jc de voldoening schenken, dat je het lPen;
zou kunnen, als de gelegenheid zich daar-1 ^ij kleuterden
toe voordeed." jtoen zij den ijzerci
Met al zijn fouten was Jack Holland In den |ven ziJ heiden als
grond toch een gevoelige jongen. Hij dacht
over den raad van zijn onderwijzer na, vond,
dat deze eigenlijk gelijk had. en besloot zijn
best te doen. Vanaf dien tijd hield Jack Hol
land zich niet langer bezig met duiken, maar
deed hij ernstige pogingen om te leeren
•wemmen.
Het duurde niet lang of hij kon al flinke
•lagen maken en zijn vorderingen moedigden
hem aan.
Het doet mij plezier te zien. Jack, dat je
toljn raad hebt opgevolgd," zei mijnheer
Bowdon op zekeren dag. „Als je blijft door
gaan, zooals je begonnen bent, zul je weldra
'4An flnr.A J - ril. "L il.
meter breed en het dir
had met een kooi op e
ijzeren paal, waarop e
werp, dat op een ronc
rustte. Het stond op e
de plek, waar de jon
.Kijk", zei Sidney,
van het rif; daarom
plaatst. Bij hoogen vlo
met een stukje van de
uit. Ik maak er altijd
Zij klommen aan w
het touw haastig aan
wij wisten, hoe belan
daden kunnen zijn. zi
ondernemen, met de
verrichten.
De rotsen vyaren m.
erg glibberig, zoodat
noodig hadden ora ac
het rif te komen. Zij
hun ontdekkingsreis,
een holte in het rif
„Hallo, daar is eei
eens even."
Sidney had een st
aan het strand had c
vriendje en deze st?
de holte. Plotseling
die echter schielijk
„Dat is een rog", 7
probeeren te vangen
De beide jongen
stroopte mouwen d<
tevergeefs in een hv
maal hadden zij he
hij nog tusschen hu-,
„Wacht even," zei
den zin niet eens
werden zij plotse!
golfje, dat plotsclir
den kuil geheel vu
De twee vriende
grootste gedeelte v:
het water gezonker
stuk was nog zicht!
„Hallo!" riep Si
bezig geweest met
maal niet aan d
we moeten onmid*
en goed zwemmer worden. Elk jaar hebben
ft neel wat droevige ongelukken plaats,
'teaarblj edelmoedige lieden omkomen, omdat
pun krachten moeten onderdoen voor hun
gnoed. Het gebeurt helaas maar al te dikwijls,
dat hij, die zich tot redden opwerpt, met den
nrenkeling naar de diepte gaat. Misschien zal
bet nooit noodig rijn je krachten te toonenv
piaar Je zult het geruststellende gevoel heb-
La - - - --
van onzen kant gaarne die bevoegdheid willen
accepteeren. Kunnen de heeren zich er dus
mede vereenigen dat B. en W bevoegdheid
wordt gegeven in elk geval naar omstandig
heden tc handelen?
De heer Jorissen: Ook voor de kostwin
ners, Mijnheer de Voorzitter?
De Voorzitter: Natuurlijk ookl Dat zul
len wij wel verder zien.
Het voorstel van den heer Gerritsen
wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke
stemming. Dat van B. en \V. is daardoor ver
vallen.
I2o. V o o r s t e 1 v a n B. en W. tot ophef
fing van de bestaande zekerheidstel
ling van 'den Gemeente-ontvanger.
Dil voorstel wordt goedgekeurd
zonder beraadslaging of stemming.
13o. Voorstel van B. e n W. tot het ver-
ieenen van een subsidie aan de Vereeni-
ging „Hel Nederlandsche Registratuur
bureau en tol het verleenen van een crediet
lot het omwerken van de stukken over
dc jaren 1004—1914 volgens hel z.g.n. deci
maal-stelsel.
Als voren.
3cs**
De Voorzitter: Mijne heeren. wij heb
ben hier een voorstel betreffende het Neder
landsche Rcgislraluurbureau. Op 't oogenblik
is de secretarie reeds voor een groot deel om
gewerkt. Als dc heeren belang stellen in de
administratie, dan zal hel ons genoegen doen
indien zij zich willen vervoegen bij den secre
taris, die niets liever wil doen dan den Raads
leden een kijkje te geven in de wijze waarop
de administratie hier wordt behandeld. De
heeren zullen zeer welkom zijn.
l!o Voorstel van B. cn V7. tot het
bepalen van de waarde waartegen de
gronden aangekocht van mevrouw de Wed.
Roos Vlasman en J. E. Wagener in het
gr :»'idbedrij f zullen vvorden opgenomen
cn tol het bepalen van de schuld die ter zake
op dc Gemeente rust.
Dit voorstel wordt goedgekeurd
zon Ier beraadslaging of stemming
l"o. Voorstel van B. en \V. tot wij
zig i i g der begrooting. dienst 1914.
Als voren.
ir0. Voorstel van B. en W. de ker
mis dit jaar niet te houden.
Als voren.
17o Advies ven B. en W. naar aanlei
ding van het adres van G. Adriaans, houden- I
de verzoek een urinoir te plaatsen op de
Groenmarkt. -
Als voren.
l£o Voorstel van B. en W. tot het op
nieuw vaststellen van de verordening, rege
lende het bebouwen van bepaald
aangewezen gronden in de gemeente
Amersfoort
Dc heer Van Achterbergh: Mijnheer
dc Voorzitter! Hel is ruim een jaar geleden,
dat deze verordening hier ter sprake is ge
bracht. en er zijn belangrijke discussies over
gehouden.
Bij monde van den Voorzitter is toen be
loofd, dat B. cn W. zouden overwegen, of er
termen bestonden, ook de overzijde vaa de
straal te beschermen ten opzichte van die
pert eden. Deze verordening is nu een jaar
been en weer gezonden. Door d&i Minister is
er een kleine wijziging in aangebracht doch
dit heft niet op, dal er een groole onbillijk
heid wordt begaan; als de verordening onge
wijzigd wordt aangenomen. Hel ■vorige jaar
was een groot gedeelte van de Raadsleden het
mei mij eens, cn op dc belofte van den Voor
zitter is de verordening toen aangenomen,
met 17 tegen 12 stemmen. Op het oogenblik
hebben wij een kleine redactie-wijziging aan
te brengen in art. 3, doch de onbillijkheid
blijft precies gelijk zij geweest is. Ik zal daar
om legen de verordening in haar geheel moe
ten stemmen.
Het voorstel van B. en W. wordt goed
gekeurd zonder hoofdelijke stemming. De
heer Van Achterbergh vraagt en verkrijgt
aanteekening dat hij er tegen is.
De beslaande verordening wordt ingetrok
ken.
19o. Voorstel van B. c n W. lot wijzi
ging der verordening betreffende het fonds
tot bevordering van de verzekering legen de
geldelijke gevolgen van onvrijwillige werk
loosheid in de gemeente Amersfoort.
De heer Van Achterbergh: Mijnheer
de Voorzitter! Ik moet zeggen, dat het mij
spijt dat een dergelijke verordening van fcoo-
gerhand aan Amersfoort is gegeven. Het is
wel geen wet van Meden en Perzen, het is
nog maar kenbaar gemaakt dat de Minister
het graag heeft, maar Amersfoort is een der
Gemeenten van heel Nederland, waar het
meest gedaan wordt voor de werklieden, en
op het oogenblik is het geen tijd om daarom
zoo iets ineens in elkaar te zetten. En vcor
vaklieden, èn voor niet-vaklieden wordt al
het mogelijke gedaan, dat zij zoo goed moge
lijk te eten zullen hebben. Ik acht een derge
lijke verordening werkelijk een kwaad voor
de gemeentenaren en vooral voor de arbeiders
zelf. In art 5 staat, dat de werkloozen ver
plicht zijn, passenden arbeid te aanvaarden,
mits niet beneden het standaardloon ter
plaatse waar het werk wordt geboden. Is het
nu wel de tijdi te spreken van passend werk
en standaardloon? Het is nu een tijd èn voor
werklieden èn voor allen, te zorgen, dat wij
vrouwen en kinderen aan het eten houden. En
als bepaald wordt dat men zes gulden geeft
voor kostwinners, dan zal het gebeuren dat er
groote ontevredenheid ontstaat van menschen
die de straten van Amersfoort zullen vullen,
zeker niet in het belang van de gemeenschap.
"Wanneer dit artikel eenigszins wordt gewij
zigd, doordat het wroord „passend" er uit ging,
en er een clausule bij stond 'dat werk moet
worden aangenomen mits minstens 25 pCt.
boven het in art. 10 genoemde, dan zouden
wij verder komen. Ik zal er niet rechtstreeks
een voorstel van maken, maar ik hoop toch
dat de andere heeren er hun gedachten over
zullen zeggen.
De Voorzitter: D2 laatste vind ik heel
verstandig van U, want als U een voorstel
-deedt en het werd aangenomen, dan vrees ik,
dat wil PPPn "i.—r»
wij geen Rijks-subsidie zouden krijgen. B.
en W. en de commissie, die hierover het be
heer voert, zijn van andere opinie dan U,
Beide Colleges hebben het juist zeer ge-
wenscht gevonden, de vakarbeiders op een
'dergelijke wijze te steunen. Het voornaamste
voordeel ligt juist hierin, dat men gaat in
zien, welk een gTOot nut de fondsen hebben,
en daarvan zullen in de toekomst de ethische
gevolgen groot zijn. Wij zullen waarschijn
lijk zien, dat de arbeiders zeer nuchter gaan
begrijpen de noodzakelijkheid van zich te
vcreenigen om te komen tot het stichten van
werkloozenfondsen. U zegt, het ware beter als
iedereen verplicht was, „passend werk" te
aanvaarden, maar u moet niet vergeten dat
nog altijd de mogelijkheid bestaat, het vrij-
wflbg te aanvaarden. Wanneer men werk kan
-• •- -
krijgen dat wij betalen met acht gulden, en
de werklieden nemen dit aan, dan gaan zij
toch twee gulden vooruit, en w illen zij dat niet,
dan kunnen rij een uitkeering krijgen van zes
gulden, als zij kostwinners zijn. Als U bepaald
wilt, dat hier\an een voorstel komt, dan zou
ik het verstandig vinden, dat U het zelf deédt,
want ik geloof niet dat een van dc andere
heeren geneigd is, hel le doen. Dc Minister
zegt: „C'est a prendre ou a laisse r",
óf gij wilt het, o gij wilt het niet. En nu
moogt gij zeggen, dat wij dan niet absoluut
vrij zijn, maar in deze bijzondere omstan
digheden zullen wij ons moeten neerleggen
bij de regeling die dc Regeering voor het ge
heele land heeft ontworpen, en die zij zoo
goed mogelijk heeft willen maken.
De heer Van A c h t e r b e r g'h: Mijnheer
de Voorzitter! Dit is ook juist mijn uitgangs
punt geweest. Het is heel moeilijk, voor het
geheclc land iets samen tc stellen, en U zult
mij toch moeten toegeven, dat Amersfoort een
van de rooskleurigste plaatsen is, waar bet
meest voor den werkman wordt gedaan. Ook
is mij bekend, dat B. en W. voor de toekomst,
met het oog op de vaklieden, plannen bera
men, waardoor deze menschen meer zullen
verdienen, dan hier wordt voorgesteld. Maar
wat gebeurt er nu? Laat ik de koe maar bij
de horens nemen. Als gij te doen hebt met
een luiaard, dan gaat deze veel liever met zes
gulden naar huis waarvoor hij niets doet. dan
dat hij acht of negen gulden met werken ver
dient. En dat vind ik allertreurigst.
De Voorzitter: Het is juist dc vraag of
zich dat zal voordoen. Wij moeten aannemen,
dat de werklieden die zich hebben aangeslo
ten bij de werkloozenfondsen, juist de best»
werklieden zullen zijn,
Dc heer Van Achterbergh: Dat stem
ik toe, Mijnheer de VoorzitterI
Welnu, als wij beiden hetzelfde denken,
dan lijkt liet mij toch, dat U ten opzichte van
de vakarbeiders een ander standpunt moet
innemen. Ik geloof dat wij met opgewekt
heid deze voorstellen kunnen aanvaarden.
De heer Van Kalken: Mijnheer de Voer*
zitterl Ik ben het volkomen met eens, dat,
wat aangaat de werklieden die zijn aangeslo
ten bij de fondsen, men niet kan verwachten,
dat zij liever f 6 zullen krijgen, dan f 8 met
arbeid verdienen. Het is heel iets anders
met hen, die buiten de vereenigingen staan.
Wij ondervinden dit ook bij de Arbeidsbeurs.
Daar zijn er ook die liever 2 of 3 gulden ont
vangen, dan dat zij er 6 verdienen. En daar
om hebben wij ook hierover nagedacht, en be
sloten, dat menschen die geen arbeid willen
aannemen, van het Comité ook geen stem
ontvangen. Maar wat aangaat de menschen
die wel zijn aangesloten, ik vertrouw, Ida! die
steeds gaarne zullen werken.
De heer Van Achterbergh heeft ook gespro
ken over het standaardloon. Maar ik geloof,
dat men in deze omstandigheden ook voettng
kan houden met het loon dat algemeen wordt
betaald, dat voor dit oogenblik geldt. Daar
om geloof ik niet, dat er eenig bezwaar kan
zijn, deze voorstellen in hun geheel aan le
nemen.
Het voorstel van B. en W. wordt g o ed
ge k e u r d zonder hoofdelijke stemming.
20n. A f s c h r ij v i n g wegens vertrek eti
overlijden, van de Inkomstenbelas
ting, dienst 1913-1914.
Wordt goedgekeurd zonder beraad
slaging of stemming.
21o. Vaststelling der kohieren
der InkomstenbeJasting, dieast 1914.
Als voren.
Een koude rilling l
rug, want de oorz:
deze: de b o o 1
,Wat is er geb«
Sidney wanhopig
van hun toestand
.Kijk", an two or
richting van het i
je hebt haar niet
De boot was n
dreef met den vloe
,0, wat moeten we twem ïxcp ocuuvj
uit „We kunnen haar niet terugkrijgen, ze
is veel te ver weg en het water zal hier zijn,
vóór iemand ons gezien heeft. Wat moeten
we doen? 't Is allemaal mijn schuld!"
Jack Holland zei niets. Hij was geheel door
drongen van den gevaarlijken toestand, waar
in zij zich bevonden, doch op hetzelfde
oogenblik flitsten hem de woorden van zijn
onderwijzer door het hoofd: „Als er ooit ge
vraagd wordt: „Wie kan zwemmen?" zul jij
hpn 4 a onaar voren kunnen treden en zeggen: Jk.'
'e een drenkeling redden kunt. Als Vlug trok hij zijn schoenen udt
ce,}s J5®*raagd wordt: „Wie kan zwem- „Wat ga je doen?" vroeg Sidney.
CLifTonjZ ruff naar yoren kunnen treden en „Ik ga haar terughalen," antwoordde Jack.
..Maar dat kan Je nietl" rieü de ander uit.
nog ter rechter lijd de door" clèh "Sinran
schreven spreuk in het oog viel
„Bekwaamheid en moed heeft
reeds menigeen den weg ter on
derscheiding gebaand.''
Muhamed glimlachte. Vervolgens dacht hij
over de «spreuk na, wikkelde, nadat hij tot een
besluit gekomen was, het papier henevens hel
stukje glas voorzichtig in zijn tulband en
stapte met vasten tred verder, wel wetende
wat hem te doen stond.
Te Constanttnopel zijn er kooplieden, die
bun brood verdienen met net verhuren van
allerlei kleedingriukken, nz., van de kost
baarste diamanten tot het nederig gewaad van
V jij,-
kom eens bij S ophiel je,
dan krijg je een kus 1
Koos je stapt voorzichtig,
wankelt, maar g:en nood -
Dora houdt den leiband,
Dora is al „groot!''
Koosie steekt haar handjes
naar Sophieljc uit
nog een heel klein eindje,
loe maar kleine guit 1
ÜOriT liu-uin.- toj
Dora, is zoo „sterk!"
Eventjes nu rusten,
dan gaat Koos terug;
stap stap mooi zoo, wisje,
nil doe je 't al vlug 1
Koos je is niet bang meer,
kraait bet uit van pret
zóó wordt 't spel met zusje
nog wat voort gezel 1
Her ma nns