BINNENLAND.
ftèid van 1ÜU.000 tan per maand. Er is geen
twijfel aan, dat deze vergunning zal worden
Uitgebreid tol de 100,000 centenaars, die reeds
tb Genua geladen zijn
Londen, 2 2 Sept. (R.) De Times bericht
ait Bukarest van den 20en: De stemming on
der het publiek ten gunste van de bondge-
pooten wordt met iederen dag sterker. De
dagbladen drukken hunne voldoening uil over
hel succes van de Engelsch-Fransche en Rus-
sche wapenen.
Londen, 21 Sept. (R.) De Morning Post
bericht uit Washington, dat de uitroeiing van
de Duilsche transatlantische koopvaardij be
wezen wordt door het feit, dat tusschen 16
Augustus en 15 September 1913 35 Duitsche
schepen zijn aangekomen in New-York en 30
van daar zijn vertrokken.
Tn hetzelfde tijdpeik van dal jaar is één
schip aangekomen en één vertrokken.
Verspreide Berichten.
Van het slagveld.
San' 3e Daily News ontleent de N. R. Ct.
hét verhaal van Ashton, dat oude boeren
ïhans bij troepen het Franschc leger volgen
om voor geld 's avonds -de dooden te begra
ven.
Hij schrijft ook over Champagne, waar de
schok van den veldslag niet heeft gedreund,
doch waar verwoesting en plundering haar
morktcekens achterlieten. De wijnstokken zijn
{neergehaald om aan de legerscharen een
doortocht tc verschaffen. MdlLiocnen ranken,
rijik .met druiven bezet, liggen vertrapt en
bloedend overal rond. De wijnfabrieken zijn
vernield, de kelders bestormd en rijke wijn-
gaaiden zijn geplunderd door Duitsche solda
ten, die krankzinnig waren van dorst. Ilier
en daar zijn teekenen van wilde dronkemans
partijen, In deze gebroken flesschen vindt
men zonder twijfel het geheim van de in
brand gesloken steden en dorpen, ontheilig
de kerken en aangerande vrouwen
De verhalen vervolgt de correspondent
die vrouwen mij hebben vertelt, deden mij
huiveren, hoewel ik juist langs tooncelen van
Üood en verderf was gekomen. Wanneer men
een uur lang naar de verhalen van die zieli
ge, in 't zwart geklcede martelaressen heeft
geluisterd, twijfelt men niet meer aan de
waarli id van hetgeen ze vertellen.
De DaSky Telegraph maakt de vertaling
openbaar van een brief van een Franschen
soldaat, van wien het blad reeds verscheide
ne brieven heeft opgenomen. De censor heeft
de plaatsnamen uit den brief weggelaten.
Dc soldaat begint met de opmerking, dat
de Duitsche bevelhebbers blijk geven van ze
nuwachtigheid en doet dan als bewijs het vol
gende verhaal, van een grove vergissing: de
Duitschers waren, afgaande op het verslag
van manschappen, die van een verkennings
tocht terugkeerden, druk bezig geweest het
hosch bijvan prikkeldraad versperringen
té voorzien, ondier bescherming van infante
rie en artillerie, dlie een stelling innamen
tusschen het bofceh en de rivier, welke de
vijand over zou moeten steken- Nadat de Duit
schers hun taak volbracht hadden, waren zij
afgemarcheerd langs den oever van de ri
vier. De zon was reeds onder toen ons een
bericht bereikte, dat een Duitsche strijd
macht, uit infanterie en artilllerie bestaande,
in diezelfde richting naderde als die, welke
door dé vorige divisie ingeslagen was. Wij
werden in kleine groepen op den grond Mg-
gende verspreid, onder dekking van magere
bosckjes, oneffenheden van den bodem, lage
heuveltjes, enz. en in onze positie werd toen
geen wijziging meer gebracht. De stilte werd
slechts af en toe verbroken door een zucht
of het gesnork van slapers, die de komende
gebeurtenissen voor het oogenblik althans vol
kom a onverschillig waren.
Toch scheen er aan den anderen kant van
het boseh iels te naderen, want sedert eeni-
gen tijd was een geluid, dat aanvankelijk heel
zwak was, sterker geworden en het léék wel
alsof h^t veroorzaakt werd door een groote
macht mannen, paarden en kanonnen, die
tusschen het 'hosch en de rivier voorttrokken.
De tijd verliep. Nu eens werd het gehad ster
ker, dan weer stierf het weg, tot plotseling
een donderende slag, als van vele kanonnen
die tegelijk afgevuurd werden, de lucht
scheurde en verschillende gedeelten van het
bosch werden verlicht door springende gra
naten. Ons slapende leger was in een oog
wenk ontwaakt, maar tegelijkertijd klonk het
bevel: niet bewegen! Sommige manschappen
schenen Iets te vragen of te zeggen, want een
booze stem beval: mond houden en liggen; 't
gaat jc niet aan! Vrij lang ging de vijand door
het bosch te beschieten, waaruit geen ant
woord kwam. Vervolgens hield hel vuren der
kanonnen op en het werd weer stil. "Wij blo
ven waar we waren, want er werd geen an
der bevel gegeven, dan op onze plaatsen te
blijven en ons stil te houden. Vervolgqns
klonken er cenige verwijderde salvo's, ge
volgd door hel geratel van nieuwe salvo's
tficb'er bij. De Duitschers veegden het bosch
schoon, maar ze konden maar langzaam op
schieten vanwege dc prikkeldraadversper
ringen. Zij waren klaarblijkelijk bezag den
arbeid van een ander gedeelte van hun eigen
leger ongedaan te maken. Af en toe werd er
geweervuur gehoord, want de Duitschers ver
keerden ongetwijfeld in den waan, dat hun
vijanden in het bosch verborgen lagen achter
de prikkeldraadversperringen. Aan den he
mel flikkerde plotseling iets als een schitte
rende ster op en toen het geweervuur voor
een ogenblik ophield, werd een verwijderd
snorrend geluid hoorbaar. Er naderde een
vliegtuigj, dat echter niet zichtbaar was.
Waarschijnlijk was het achter wolken ver
borgen. Toen zagen we opnieuw een reusach
tige schaduw en een lichtflits en plotseling
schoot een machtige lichtstraal van den
grond naar den hemel op en verlichtte een
vleugel van het vliegtuig, dal achter een bank
van wolken verdween en zijn zoeklichten
doofde, terwijl het snorrende geluid nauwe
lijks hoorbaar was. Wij hielden de oogen op
de lucht gericht en op het zoeklicht, dat van
de aarde af gericht word. Het vliegtuig moest
ergens boven het bosch zijn, maar niemand
kon de juiste plaats raden, waar de korte
flits weerkaatst werd tegen de wolkenbank.
Het vliegtuig had een bom in het hosch ge
worpen, Meer lichtflitsen, meer ontploffin
gen, schreeuwen en gillen. Voor een gedeelte
van een seconde zagen wij het verwoesting-
brennende toestel in de lucht toen het ach
ter de wolleen te voorschijjn kwam en ver
dween achter deze verhulling, waarop haar
schaduw vaag te onderscheiden was.
Twee nieuwe (lichtschiohten bewezon dat
■de inzittenden nog steeds bun vernielings
werk voortzetten. Hel zoeklicht van bene
den speelde op de wolk en liet een deel van
een der vleugels zien. De schoten werden in
snelle opeenvolging afgevuurd. De wolk
spleet een oogen'Tik vaneen en daar tuimelde
het vliegtuig naar beneden. Alle leven scheen
te zijn verstomd. Opeens hoorde men een
hijgend geluk! De machine zwenkte met één
vleugel naar omlaag en werd in dc rijen hoo
rnen op den achtergrond verbrijzeld
Het werd plotseling levendig. Achterom
ziende, bemerkte ik dat verscheidene mannen
snel in verschillende richtingen liepen. Tel
kens kwamen er weer te voorschijn van ach
ter bosclijes en lage heuvels.
Wij kregen ardar ons gereed te houden.
Toen werd een hoornstoot gehoord van groo-
ten afstahd. De klank herhaalde zich op een
paar honderd yards van de plaats waar ik
was gedurende een of twee seconden en een
vreeselijk gedonder braakte uit onze kanon
nen, gevolgd door een tweede. Terwijl wij
voorwaarts rukten en het vuur openden, za
gen wij de granaten uit onze kanonnen ont
ploffen tusschen de hoornen. Eén oogenblük
scheen het woud een reusachtige kokende
vuurzee te zijn. De vijand behield slechts kort
zijn stelling Hij moet door een paniek zijn
aangegrepen, want spoedig antwoordde hij
niet meer Toen hield ook ons vuren op
Tegen 't krieken van den dag drong ik het
hosch binnen. Ik zal geen beschrijving geven
van de verschrikkingstooneelen die ik daar
aanschouwde, en die ons, hoe verhard we
ook waren, met afgrijzen vervulden
Wij bevonden dat de Duitschers inderdaad
de draadversperringen hadden vernield, dbch
versteend moes-ten zijn geweest van ontzet
ting. toen zij ontdekten dat het vliegtuig, dat
naar beneden was geschoten, een Duitscb
vFAegtillg was.
De vijand heeft fatale fouten begaan.
Van het oorlogsterrein.
Dr. W. S., arts te B. in Westfalen schrijft:
In den nacht van 11 September werd ik, als
hoofd eencr ambulance, oDgcroepcn om per
auto, mei cenige dragers, gewonden van het
slagveld te halen. Door het afgebrande dorp
St. Gilles, bij Brussel, rijdende, werden wij van
uit dc huizon hevig beschoten. Wij haalden
12 gewonden af, zagen ons echter genood
zaakt, daar de chauffeur niet verder rijden
wilde, met de gewonden, die gedeeltelijk kon
den loopen, gedeeltelijk gedragen worden, on
zen terugweg te wet te vervolgen.
Om rijf uur 's morgens beproefden wij nog
eens het slagveld te naderen, doch was dit
door het herige schieten uit de huizen on
mogelijk. Eindelijk ten derden male terugkec-
rende, gelukte het nogmaals 12 gewonden in
oen gerertfuireerden auto af te halen.
Luitenant der reserve A. C. schrijft, dat de
majoor van zijn regiment door een 12-jarig
meisje is docd gescholen, en een oud moe
dertje, nadat haar hel leven geschonken was,
een revolver uit den zak haalde en oen Duitsch
officier doodgeschoten heeft. Dit laatste ge
schiedde eveneens in België.
Generaal Joffre.
De N. R. Ct. ontleent aan de Indépendance
beige de volgende schets van het plan van
generaal Joffre van de hand van den beken
den Belgischen schrijver L. Dumont-Wilden.
„Naarmate het Fransche veldtochtsplafn
duidelijker wordt rijst een figuur omhoog,
die (Ongetwijfeld, dezen geheelen oorlog be-
hecrschen zal, de figuur van generaal Joffre.
Vóór de tragische Augustusmaand 1914 sprak
men te Parijs nogal lichtvaardig over hem,
in de tijden, toen dc Pruisen niet aan onze
deur of bij ons in huis waren, beoordeelden
wij gereedelijk, zoowel in Frankrijk als in
België, alle zaken uit een politiek oogpunt
Generaal Joffre, die het vertrouwen der repu
bliek genoot, werd door de reaclionnairen
mei wantrouwen bezien; en, daar hij zich niet
met politiek bezig hield, bewonderden de
rajdicaal-sooialisten hem ook geenszins. I'n
het begin van den oorlog zweeg men; met een
niet-bevolen discipline, die de wereld ver
baasd heeft, vertrouwde geheel Frankrijk
zich blindelings aan de militaire overheid
toe. Tijldens de donkere dagen van den terug
tocht echter, doorleefden de Franschen ang
stige uren; te Parijs zag men eiken dag nieu
we scharen vluchtelingen binnenkomen, uit
Valenciennes, Douai, Kamerijk, daarna uit
Atrecbt, Amiens, St Quentin, La Fère, Laon»
Noyon. Eiken dag, bijna elk uur, viel een
nieuwe stad in vijandelijke handen en men
begotn zich af te vragen: Zou dit plan, dit
vermaarde plan, die oorlog welke uit terug
trekken bestaat, ook het overgeven van Pa
rijs. van half Frankrijk met zich brengen?
Er kwam zelfs een onrustbarend artikel
van kolonel Repington, die zonder scherts
schreef dat Maine een bijzonder gunstig ter
rein was voor een verdedigingsoorlog. Plotse
ling veranderde (Kt alles, een dagorder van
dem opperbevelhebber maakte bekend dat de
terugtrekkende beweging een einde nam, het
oogerblik van aanval was gekomen.
Toen, ineens, begreep men het. Zoodra ge
neraal Joffre had ingezien, dat onder den
druk van de ontzaglijke Duitsche legers, een
dubbele aanval naar den Elzas en België on
mogelijk was, had hij met een prachtige ze
kerheid het besluit genomen slechts den slag
te aanvaarden met zijn geheéle macht in de
hand, op een door hem verkend en gekozen
terrein, en dat buiten alle schoolsche voaroor-
deelen om, welke hem de befaamde heuve
len der Champagne moesten doen bezetten.
De bijzonder moeilijke taak dit terredn te be
reiken en daar een zeer talrijk leger te con-
centreeren en te onlplooien, heeft generaal
Joffre als een groot krijgsman volvoerd. Hij
is daarin zeer zeker geholpen door zijn be
wonderenswaardige medewerkers, als gene
raal Pau en maarschalk French, de Engel-
sche generaal, die het plan terstond begrepen
heeft, maar in de bewegingen van generaal
Joffre zijn de moreelc kracht en het prestige
dat hij heeft moeten toonen, niet minder te
bewonderen dan zijn krijgsmanstalenten. Ge
neraal Joffre, schreef de Daily Mail, is niet
alleen een groot bevelhebber, maar ook een
groot man. En hij moest inderdaad nset
slechts talent, doch tevens karakter hebben
om zoo hardnekkig de ondankbare rol van
talmend veldheer te spelen in een land als
Frankrivk. waar men uit tradfitóe schitteren
de wapenfeiten, stoutmoedige aanvallen en
gewmgde ondernemingen liefheeft.
Hij heeft den temperamentrijken Franschen
soldaat weten te huigen onder de ondank
bare rol, die de omstandigheden hem opleg-
dem en daardoor stelt hij tegenover den le
genda rischen Franschen generaal van het
tweede keizerrijk, die persoonlijk en onvoor
zichtig was, een voor Frankrijk nieuwe fi
guur; zwijgend, eigenzinnig, doordrongen van
/\jn plicht, die boven ij delen roem, welke
een enkel schitterend wapenfeit verleent, den
einduitslag en het heil des vaderlands stelt.
Joffre is daardoor de verpersoonlijking -an
een nieuw Frankrijk, dat men weliswaar te
middon der wanordelijke toestanden de laat
ste jaren wel vaag onderscheidde, maar
waaraan deze oorlog, ondernomen voor het
recht, voor de vrijheid van de wereld en het
bestaan van het vaderland, de noodzakelijke
eenheid zaü gegeven hebben met het juiste in
zicht van rijn rol in de toekomst''.
Geforceerde marschën.
Welke geforceerde marschën de Duitsche
troepen soms maken, bewijst een brief van
den hertog van Altenburg, welke de N. R. Ct.
in de Altenburger Zlg. heeft aangetroffen:
,,Den 26stcn Augustus zoo schrijft de
hertog hadden wij een marsch van precies
23 uur, van 's ochtends half zeven tot den vol
genden ochtend half zes. Daarop moest ik met
het regiment over een brug, om een stelling
tol bescherming van het aanleggen van een
andere brug in te nemen. De brug was ech
ter, naar wij bijtijds bemerkten, van mijnen
voorzien twintig minuten later vloog zij de
lucht in. Na een rust van drie uur op een
stoppelveld en nadat wij allen met den troep
zooals bijna altijd gemeenschappelijk
uit de veldkeuken gegeten hadden, ging het
verder tot het donker was. De stemming is
uitstekend. Ik heb vennacht een heuschelijk
bed, ik geloof voor de vierde maal in dezen
oorlog; sedert acht dagen ben ik vandaar
voor het eerst uit de kleeren geweest."
Gesneuveld.
Iri het gevecht bij Rawaruska is de zoon
van den chef van den Oostenrïjkschen gene-
railen staf, Conrad von Hötzendorf, als luite
nant van het 15e Reg. Dragonders, gesneu
veld.
Kolonel von Reuter.
De bekende kolonel uit de Zabern-geschie-
denis von Reuter, wiens sneuvelen vermeld is,
leeft-. Zijn zuster te Koburg heeft bericht van
hem ontvangen. Het gerucht van zijn dood
moet in dc wereld gekomen zijn, doordat ge
wonde officieren gezien hadden, dal hc-t paard
onder hem weggescholen werd
Rook als reddingsmiddel
Men heeft steeds den lof hooren verkondi
gen over rook-zwak kruit, maar soms kan
rook in den oorlog ook gewenscht zijn, schrijft
het V a d. Zoo werd gedurende het zeegevecht
bij Helgoland de Engelsche torpedojager Lau
rel zeer herig beschoten en kreeg veel dooden
en gewonden. Een der schoorsteenen was
doorschoten en liet door drie gaten massa's
idikken rook door. De bemanning van een der
kanonnen, dicht bij die schoorsteen, werd ge
heel gehuld in die rook en daardoor onzicht
baar voor den vijand, die dan ook niet op de
officieren en matrozen kon mikken. Daardoor
bleven zij gespaard en waren de eenigen. die,
toen er hulp kwam opdagen, nog levend van
het gevechtsterrein konden wegstoomen.
Kozakkenlof.
Oostenrijksche gevangenen in Warschau
moeten als volgt, volgens het N. v. d. D., aan
de Russen hun indrukken over dc kozakken
medegedeeld hebben:
„Niettegenstaande wij verre de meerder
heid hadden", vertelde een officier, die bij
Lutsk was gevangen genomen, „hadden de ko
zakken ons in minder dan geen tijd ingere
kend. Als een wervelwind kwamen zij over
ons, en vóór wij 't wisten, waren wij, na een
paar .slagen met de lansen, bedwelmd en op
de kozakkenpaarden getrokken. Hoe ze dat
uitvoeren weet ik niet, maar "t was prachtig
ruiterwerk Die kozakken zijn eenig in hun
soort en spotten met elke technische verdedi
ging. Zij schijnen niet te vechten, maar ze
dansen als muggen om je heen en pikken je
op in een ommezientje.
Is men door zoo'n troep kozakken omsin
geld, dan is 't uit met eiken weerstand, 't Is
met de kozakken: zoo zie je ze. en zoo zie je
ze niet."
Een nationale daad.
De familie van den grooten physioloog du
Bois Reymond heeft, naar de N. R. Ct. meldt,
de groote Helmholtz-roedaille uit diens nala
tenschap, een penning waaraan voor een
waarde van 1733 mk. aan goud rit, afgestaan
voor het Duitsche nationale fonds voor de
nagelaten betrekkingen van soldaten. In een
begeleidenden brief schreef de familie: „In
vele gevallen zijn ordeteekenen en eereprijzen
van vijandelijke naties teruggezonden of ver
kocht. Wij daarentegen hebben besloten de
gouden Hclmholtz-medaille, die aan onzen
vader als hoogste erkenning van wetenschap
pelijke verdiensten verleend was, voor een
nationaal doel te bestemmen, daar wij zulk een
schat op geen andere wijze beter weten te
eeren."
Fransche vliegers.
Wat doen dé Fransche vliegers? Deze vraag
hebben in den loop van den oorlog, nu men
zoo goed als niets van hen hoort, velen zich
gesteld. Aan de Figaro van 14 dezer ontleent
de N. R. Ct eendg antwoord op de vraag. On
ze Vliegers, zegt het blad, doen daden; nie
mand twijfelt daaraan en het bewijs er voor
vindt men in de lijsten, waarin de onderschei
dingen in de orde van het Legioen van Eer
en het toekennen der militaire medaille mee
gedeeld worden.
De Figaro vermeldt het volgende staaltje
van de onversaagdheid van een luitenant-
Vlieger, den zoon van een generaal, diie van
het begin van den oorlog af verkënnings-
diienst boven den Elzas en België gedaan en
bommen op de Duitsche troepen geworpen
heeft.
Op een Zondag had de luitenant een stout
moedige verkeimm^tiodht gedaan, toen de
gedachte bij hem opkwam, voor de oogen
der Dnitschers te gaan landen in de vesting,
waarover rijen rwager het bevel voerde. Zoo
gezegd too gedaan; hij dejeuneerde met hem
onder het gebulder van hét kanon en hoewel
ciln vlieirtuta van Jtooels doorzeefd waa. steeg
hij weer op en zette koere naai-Versail
les, waa-r hij dien zelfden avond zijn moedor
ging geruststellen en aan de vrouw van zijn
schoonbroer de groeten van haar man over te
brengen.
Op een anderen dag was een kameraad van
den vlieger verdwenen in de richting van
den vijand, op Duitsch grondgebied. Onver
saagd gaat hij er alleen in een auto op uit.
Hij komt uhlanen tegen en terwijl hij met een
hand rijn wagen bestuurt schiet hij met zijn
revolver er twee dood. Heelhuids keert hij na
eenigen tijd met zijn rr-Tekor terug.
Een vrouwelijke zouaaf.
Aan de Times ontleent de N. C.:
Onder de vele Fransche vrouwen, die bui
tengewonen moed aan den dag gelegd hebben
gedurende den oorlog, verdient bijzondere ver
melding de waschvrouw Eugènie X, oud 28
jaar. Deze kordate dame wist een zouaven-
ur.iform machtig te worden en de Fransche
gelederen binnnen te dringen, terwijl er bij
Meraux gevochten werd. In dien slag werd
zij gewond. De dokter "zag met een vrouw7 te
doen te hebben en zij werd uit het leger weg
gezonden, echter niet zonder een complimen
tje voor den betoonden moed.
Een aardig plan.
Er is in de Ycreenigde Staten. schrijft de
N. R. Ot een beweging aan den gang, welke
tot doel heeft, door dc Anrerikaansche jon
gens en meisjes geld en cadeautjes in te doen
zamelen, teneinde met St. Nicolaas een schip
met geschenken naar Europa te kunnen stu
ren. Die geschenken zijn dan bestemd om ten
goed» te komen aan de kinderen die hun va
der of verzorger in den oorlog hebben verloren
en het dientengevolge zonder Sinterklaas zou-
dn hebben doen'.
De Leuvensche kunstschatten.
Een bijzondere berichtgever schrijft uit 's Gra-
venhage aan „De Tijd''
Naar aanleiding van het geïllustreerde arti
kel, dat dr. Jan Kalf onlangs schreef in de
groene „Amsterdammer" over de verwoeste
en nog gedeeltelijk of geheel behouden monu
menten van Leuven, zijn door twee vermo
gende heeren uil Rotterdam pogingen aange
wend. om met vereende krachten van ook an
dere kunstliefhebbers het behoud dezer mo
numenten zooveel mogelijk te verzekeren.
Zij hebben zich hiertoe in verbinding ge
steld met dr. Kalf en den architect Berlage.
Hun voorloopig plan mocht de volle goedkeu
ring wegdragen van Z Exc. dr. Loudon, mi
nister van Buitenlandsche Zaken, en van den
Belgischen gezant te 's Gravenhage. Daarna
hebben "zij gezamenlijk een verzoekschrift ge
richt aan den Duitschen gouverneur te Brus
sel. generaal van der Goltz, dat hun moge
worden vergund, uit eigen middelen de al
thans direct noodige voorzorgsmaatregelen
tot behoud" der Leuvensche monumenten te
mogen nemen. De twree Rotterdarasdhe kunst
liefhebbers stelden voor dat doel reeds bij
voorbaat een vrij aanzienlijke geldsom be
schikbaar. Op het verzoekschrift is echter uit
Brussel geenerlei antwoord ingekomen, of
schoon het daarheen met een offlcieelen koe
rier was verzonden.
Achteraf blijkt uit de laatste berichten, dat
de Duitsche regcering zich de zorg voor Leu
vens monumenten en kunstschatten zelf
wenscHt voor te behouden en daartoe reeds
maatregelen heeft genomen. Het edelmoedig
initiatief, dat hier te lande genomen is, ver-
dient intussdhen niet minder waardeering en
lóf.
De verwoesting van de
kathedraal te Reims.
Aan mededeelingen van Ward Price, in de
Evening Ne*ws, ontleent de N. R. Ct. het vol
gende over de verwoesting van de kathedraal
te Reims:
„Donderdag was er nu en dan een granaat
door het dak geslagen. Doch Zaterdagmorgen
begon een Duitsche batterij op een heuvel bij
Nogent l'Abesse, vier mijlen ten Oosten van
Reims, het groote gothische bouwwerk, dat
hoog boven de stad uitsteekt, met opzet tot
haar doelwit te kiezen. Granaat op granaat
verbrijzelde het oude metselwerk, dat den
storm van eeuwen had getrotseerd.. Lawine
op lawine van steen en en puin kwam met
een donderend geraas in de verlaten straat
neer.
Eindelijk vatte om half rijf de steiger aan
de Oostelijke zijde van de kathedraal vuur.
Brandende stukken hout stortten op het dak,
dat weldra een loeiende haard van vlammen
was.
Fransche geneesheeren redden met moeite
de twintig Duitsche gewonden, die in de
kathedraal lagen. Een tweehonderdtal verbit
terde burgers, die zich verzameld hadden, na
men een dreigende houding tegenover de
Duitschers aan, doch de priesters kalmeerden
de menigte.
Toen de Duitschers in hun groenachtige
uniformen aan de kruisvleugeldeuren ver
schenen, ging een gehuil van woede op uit de
menigte, wiens oogen pijn deden van de vlam
men.
„A mort", riep men in volle ernst. Er waren
eenlge soldaten onder de menigte. Vastbera
den laadden rij hun geweren en hieven ze op.
Toen sprong de abbé Andrieux de vriende
lijke kleine priester, die ooit de soutane
droeg, naar voren tusschen de gewonde man
nen en wapenen die hen bedreigden.
„Schiet niet," riep hij uit: „Gij zoudt zelf
even schuldig worden als zij."
Het verwijt was voldoende en onder woe
dende kreten werden de Duitschers gedragen
naar het museum in de nabijheid.
De kathedraal is nu niet meer dan een ge
raamte van zwarte, verkoolde muren."
Zondag was de Parijsche correspondent der
N. R. Ct. in de stad Reims on ook in de kathe
draal. Het prachtige gebouw en ook zijn om
geving zijn verschrikkelijk beschadigd, schrijft
hij. Niettemin was Zondagmiddag om twee
uur de kathedraal nog in haar bouwkundig
geheel bewaard gebleven. De verschrikking en
verwoesting van Reims zijn niet te beschrij
ven. Verscheidene gedeelten van de stad zijn
verbrand en huizen ingestort.
De Parijsche correspondenten der Londen-
sche bladen maken melding van do opwinding
en verontwaardiging, welke er in Parijs
heerscht over de verwoesting van de kathe
draal te
Varkensvleesch.
Het gemeentebestuur van Keulen- heeft de
burgerij er qp gewezen, dat de prijzen van
varkensvleesch voortdurend dalen en het
daarom aan te raden is om varkensvleesch
te eten.
Aardappelen.
Keizer Wilhelm heeft op zijn landgoed Ca-
dinen een inrichting voor het drogen van
aardappelen laten maken. Er zijn nl. in de
laatste jaren op dit landgoed énorm veel
aardappelen gewonnen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Regeling van het Staats
spoorwegbedrijf.
Een wetsontwerp is ingediend tot regeling
van het Staatsspoorwegbedrijf.
Blijkens de Memorie van Toelichting zal, voor
dat naasting van spoorwegen volgens de spoor
weg-overeenkomsten van 1890 zou kunnen plaats
vinden, een veel omvattende arbeid te verrich
ten zijn.
In de eerste plaats zal eene regeling van het
Staatsspoorwegbedrijf tot stand moeten zijn
gebracht, en bovendien een omvangrijk onder
zoek noodig zijn, ten einde te komen tot een
keuze uit de drie wijzen van naasting, welke
volgens de overeenkomsten mogelijk zijn.
De naasting zelf behoort niet tot de taak,
welke de tegenwoordige Regeering zich heeft
gesteld. Doch de Regeering moet bij haar
houding ten opzichte van het spoorwegbedrijf
nimmer de mogelijkheid van naasting uit het
oog verliezen en hinderpalen daartegen zooveel
doenlijk vermijden af wegnemen. Dat deed ook
de ambtsvoorganger van den tegenwoordigen
Minister van Waterstaat door de voor het
spoorwegpersoneel zoo heilzame oplossing van
het vraagstuk der pensioneering te bevorderen.
Deze Minister meent in denzelfden geest te
moeten handelen, door voort te werken aan den
reeds verrichten arbeid ter organisatie van het
Staatsspoorwegbedrijf. De vrucht van dit in
zicht is het thans voorgestelde ontwerp van
wet tot regeling van dat bedrijf. De omvang
van dit onderwerp en de naar tijden en om
standigheden wisselende behoeften moeten er
toe leiden, dat de wetgever zich bepaalt tot het
trekken van hoofdlijnen, waarbinnen dan het
uitvoerend gezag de bijzonderheden uitwerkt.
Dit trekken van de hoofdlijnen nu schijnt ge
voegelijk te kunnen geschieden, ook al laat het
tijdstip van invoering van de regeling zich niet
bepalen.
Waar aan toezicht van den Staat op zijn
eigen spoorwegbedrijf niet dezelfde behoefte
bestaat als aan toezicht op dat van enderen,
behoeven enkele m de bestaande wetgeving
voorziene punten ten aanzien van een Staats
spoorwegbedrijf geen wettelijke regeling, mae
kunnen aan meer huishoudelijke voorziening
worden overgelaten. Met de belangen van het
publiek mag daarbij echter in niet mindere mate
rekening worden gehouden dan naar de be
staande wetgeving het geval is.
De artikelen van het wetsontwerp zijn in een
negental paragrafen gerangschikt 1. alge-
meene bepalingen2. Staatsspoorwegbestuur
3. uitoefening von den spoorwegdienst4. ver
houding tot andere v.erken van algemeen nut
en tot andere spoorwegondernemingen5. toe
gangswegen naar stations, uit- en oversvegen,
afsluiting en afscheiding der spoorwegen, be
palingen van politie, Staatsspoorwegen met be
perkte snelheid, bepalingen tot handhaving der
wet en overgangs- en slotbepalingen.
Het bij algemeenen maatregel van bestuur te
organiseeren Staatsspoorwegbestuur zal gesteld
worden onder de bevelen van de Kroon en vooi
de uitvaardiging van deze bevelen, behoudens
spoedeischende gevallen, zal voorafgaand ad
vies worden geëischt van een met het toezicht
op de uitoefening van het Staatsspoorwegbedrijf
te belasten Spoorwegroad.
Berichten.
De gewone audiëntiën van de ministers
van marine, van financiën, van landbouw,
nijverheid en handel, van buitenlandsche
zaken, van waterstaat en van oorlog, zullen
deze week niet plaats hebben.
Nederland en de oorlog.
De lichting 1915.
Naar men verneemt hebben dc miliciens
van de lichting 1915 wel na de bekrachtiging
der wet, die hunne vervroegde oproeping
mogelijk maakte eene waarschuwing ontvan
gen, dat zij kans hadden vroeger te worden
opgeroepen, maar is de toestand thans zoo, dat
die kans veel geringer is geworden en zullen
zij vermoedelijk op den gewonen tijd voor de
vervulling hunner militair plichten onder de
wapenen komen.
Belangen van naar Nederland
uitgewekenen.
Ingesteld is hij beschikking van den Minis
ter van Binnenlamdsche Zaken en van Oorlog
een centrale commissie tot behartiging dier
belangen van naar in Nederland uitgeweke.
vluchtelingen.
Eriin benoemd zijn: tot voorzitter F. W. C
H. baron van Tuyïl van Eerooskerken, voor
zatter vam het Centraal Bureau van Vreemde
lingenverkeer tie Velsen; tot leden de Kamer
leden!: jhr. rar. C. J. H. Ruys de Beeren.-
bronck, Maastricht; A. C. A. v. Vuuron. dep
Haag; het oud-Kamerlid J. R. Sno'edk Henke-
mans, Scheveningen. Voorts jhr. mr. A. L. J
Melvflü ram Carnbee, Rijsenburg; A. van Eys
den, secretaris van de Nationale Bond van
Vreemdelingenverkeer in Ned eat and. h.
Utreichtr, M. H. G. Th. Fiedoldy Dop, voor-
altter der vereeniging .,'t Koggeschip Am
sterdam; A. Robertson W.Azn., voorzatter v|ft
VrecmodeTingenverkeer te Rotterdam; E. D.
Kits van Heyningcm, idem, den Haag; tot sec
retaris J. A. Knoote te den Haag, dlrectÓujr
van het Centraal Rurcaiu van Vreemdelingen
verkeer te den Haag.
N e der lands c he ambulances
te Brussel.
Omtrent de beide ambidanoes door de Ne-
derlandsclie kolonie te Brussel ;ngericht en
onder leiding staande resp. van den heer Hugo
Andriesse, directeur van het Belgisch filiaal
van Van den Bergh's Ltd. en van den heer
Kaufmann, onder-voorzitter dei- Nederland-
sclie Kamer van Koophandel te Brussel, ver
namen wij het volgende:
Reeds 3 Augustus waren beade ambulance»
gereed, maar op 25 Augustus kwamen d#
eerste gewonden, die sedert in onuitputtèliiko