BINNENLAND. ftèid van 1ÜU.000 tan per maand. Er is geen twijfel aan, dat deze vergunning zal worden Uitgebreid tol de 100,000 centenaars, die reeds tb Genua geladen zijn Londen, 2 2 Sept. (R.) De Times bericht ait Bukarest van den 20en: De stemming on der het publiek ten gunste van de bondge- pooten wordt met iederen dag sterker. De dagbladen drukken hunne voldoening uil over hel succes van de Engelsch-Fransche en Rus- sche wapenen. Londen, 21 Sept. (R.) De Morning Post bericht uit Washington, dat de uitroeiing van de Duilsche transatlantische koopvaardij be wezen wordt door het feit, dat tusschen 16 Augustus en 15 September 1913 35 Duitsche schepen zijn aangekomen in New-York en 30 van daar zijn vertrokken. Tn hetzelfde tijdpeik van dal jaar is één schip aangekomen en één vertrokken. Verspreide Berichten. Van het slagveld. San' 3e Daily News ontleent de N. R. Ct. hét verhaal van Ashton, dat oude boeren ïhans bij troepen het Franschc leger volgen om voor geld 's avonds -de dooden te begra ven. Hij schrijft ook over Champagne, waar de schok van den veldslag niet heeft gedreund, doch waar verwoesting en plundering haar morktcekens achterlieten. De wijnstokken zijn {neergehaald om aan de legerscharen een doortocht tc verschaffen. MdlLiocnen ranken, rijik .met druiven bezet, liggen vertrapt en bloedend overal rond. De wijnfabrieken zijn vernield, de kelders bestormd en rijke wijn- gaaiden zijn geplunderd door Duitsche solda ten, die krankzinnig waren van dorst. Ilier en daar zijn teekenen van wilde dronkemans partijen, In deze gebroken flesschen vindt men zonder twijfel het geheim van de in brand gesloken steden en dorpen, ontheilig de kerken en aangerande vrouwen De verhalen vervolgt de correspondent die vrouwen mij hebben vertelt, deden mij huiveren, hoewel ik juist langs tooncelen van Üood en verderf was gekomen. Wanneer men een uur lang naar de verhalen van die zieli ge, in 't zwart geklcede martelaressen heeft geluisterd, twijfelt men niet meer aan de waarli id van hetgeen ze vertellen. De DaSky Telegraph maakt de vertaling openbaar van een brief van een Franschen soldaat, van wien het blad reeds verscheide ne brieven heeft opgenomen. De censor heeft de plaatsnamen uit den brief weggelaten. Dc soldaat begint met de opmerking, dat de Duitsche bevelhebbers blijk geven van ze nuwachtigheid en doet dan als bewijs het vol gende verhaal, van een grove vergissing: de Duitschers waren, afgaande op het verslag van manschappen, die van een verkennings tocht terugkeerden, druk bezig geweest het hosch bijvan prikkeldraad versperringen té voorzien, ondier bescherming van infante rie en artillerie, dlie een stelling innamen tusschen het bofceh en de rivier, welke de vijand over zou moeten steken- Nadat de Duit schers hun taak volbracht hadden, waren zij afgemarcheerd langs den oever van de ri vier. De zon was reeds onder toen ons een bericht bereikte, dat een Duitsche strijd macht, uit infanterie en artilllerie bestaande, in diezelfde richting naderde als die, welke door dé vorige divisie ingeslagen was. Wij werden in kleine groepen op den grond Mg- gende verspreid, onder dekking van magere bosckjes, oneffenheden van den bodem, lage heuveltjes, enz. en in onze positie werd toen geen wijziging meer gebracht. De stilte werd slechts af en toe verbroken door een zucht of het gesnork van slapers, die de komende gebeurtenissen voor het oogenblik althans vol kom a onverschillig waren. Toch scheen er aan den anderen kant van het boseh iels te naderen, want sedert eeni- gen tijd was een geluid, dat aanvankelijk heel zwak was, sterker geworden en het léék wel alsof h^t veroorzaakt werd door een groote macht mannen, paarden en kanonnen, die tusschen het 'hosch en de rivier voorttrokken. De tijd verliep. Nu eens werd het gehad ster ker, dan weer stierf het weg, tot plotseling een donderende slag, als van vele kanonnen die tegelijk afgevuurd werden, de lucht scheurde en verschillende gedeelten van het bosch werden verlicht door springende gra naten. Ons slapende leger was in een oog wenk ontwaakt, maar tegelijkertijd klonk het bevel: niet bewegen! Sommige manschappen schenen Iets te vragen of te zeggen, want een booze stem beval: mond houden en liggen; 't gaat jc niet aan! Vrij lang ging de vijand door het bosch te beschieten, waaruit geen ant woord kwam. Vervolgens hield hel vuren der kanonnen op en het werd weer stil. "Wij blo ven waar we waren, want er werd geen an der bevel gegeven, dan op onze plaatsen te blijven en ons stil te houden. Vervolgqns klonken er cenige verwijderde salvo's, ge volgd door hel geratel van nieuwe salvo's tficb'er bij. De Duitschers veegden het bosch schoon, maar ze konden maar langzaam op schieten vanwege dc prikkeldraadversper ringen. Zij waren klaarblijkelijk bezag den arbeid van een ander gedeelte van hun eigen leger ongedaan te maken. Af en toe werd er geweervuur gehoord, want de Duitschers ver keerden ongetwijfeld in den waan, dat hun vijanden in het bosch verborgen lagen achter de prikkeldraadversperringen. Aan den he mel flikkerde plotseling iets als een schitte rende ster op en toen het geweervuur voor een ogenblik ophield, werd een verwijderd snorrend geluid hoorbaar. Er naderde een vliegtuigj, dat echter niet zichtbaar was. Waarschijnlijk was het achter wolken ver borgen. Toen zagen we opnieuw een reusach tige schaduw en een lichtflits en plotseling schoot een machtige lichtstraal van den grond naar den hemel op en verlichtte een vleugel van het vliegtuig, dal achter een bank van wolken verdween en zijn zoeklichten doofde, terwijl het snorrende geluid nauwe lijks hoorbaar was. Wij hielden de oogen op de lucht gericht en op het zoeklicht, dat van de aarde af gericht word. Het vliegtuig moest ergens boven het bosch zijn, maar niemand kon de juiste plaats raden, waar de korte flits weerkaatst werd tegen de wolkenbank. Het vliegtuig had een bom in het hosch ge worpen, Meer lichtflitsen, meer ontploffin gen, schreeuwen en gillen. Voor een gedeelte van een seconde zagen wij het verwoesting- brennende toestel in de lucht toen het ach ter de wolleen te voorschijjn kwam en ver dween achter deze verhulling, waarop haar schaduw vaag te onderscheiden was. Twee nieuwe (lichtschiohten bewezon dat ■de inzittenden nog steeds bun vernielings werk voortzetten. Hel zoeklicht van bene den speelde op de wolk en liet een deel van een der vleugels zien. De schoten werden in snelle opeenvolging afgevuurd. De wolk spleet een oogen'Tik vaneen en daar tuimelde het vliegtuig naar beneden. Alle leven scheen te zijn verstomd. Opeens hoorde men een hijgend geluk! De machine zwenkte met één vleugel naar omlaag en werd in dc rijen hoo rnen op den achtergrond verbrijzeld Het werd plotseling levendig. Achterom ziende, bemerkte ik dat verscheidene mannen snel in verschillende richtingen liepen. Tel kens kwamen er weer te voorschijn van ach ter bosclijes en lage heuvels. Wij kregen ardar ons gereed te houden. Toen werd een hoornstoot gehoord van groo- ten afstahd. De klank herhaalde zich op een paar honderd yards van de plaats waar ik was gedurende een of twee seconden en een vreeselijk gedonder braakte uit onze kanon nen, gevolgd door een tweede. Terwijl wij voorwaarts rukten en het vuur openden, za gen wij de granaten uit onze kanonnen ont ploffen tusschen de hoornen. Eén oogenblük scheen het woud een reusachtige kokende vuurzee te zijn. De vijand behield slechts kort zijn stelling Hij moet door een paniek zijn aangegrepen, want spoedig antwoordde hij niet meer Toen hield ook ons vuren op Tegen 't krieken van den dag drong ik het hosch binnen. Ik zal geen beschrijving geven van de verschrikkingstooneelen die ik daar aanschouwde, en die ons, hoe verhard we ook waren, met afgrijzen vervulden Wij bevonden dat de Duitschers inderdaad de draadversperringen hadden vernield, dbch versteend moes-ten zijn geweest van ontzet ting. toen zij ontdekten dat het vliegtuig, dat naar beneden was geschoten, een Duitscb vFAegtillg was. De vijand heeft fatale fouten begaan. Van het oorlogsterrein. Dr. W. S., arts te B. in Westfalen schrijft: In den nacht van 11 September werd ik, als hoofd eencr ambulance, oDgcroepcn om per auto, mei cenige dragers, gewonden van het slagveld te halen. Door het afgebrande dorp St. Gilles, bij Brussel, rijdende, werden wij van uit dc huizon hevig beschoten. Wij haalden 12 gewonden af, zagen ons echter genood zaakt, daar de chauffeur niet verder rijden wilde, met de gewonden, die gedeeltelijk kon den loopen, gedeeltelijk gedragen worden, on zen terugweg te wet te vervolgen. Om rijf uur 's morgens beproefden wij nog eens het slagveld te naderen, doch was dit door het herige schieten uit de huizen on mogelijk. Eindelijk ten derden male terugkec- rende, gelukte het nogmaals 12 gewonden in oen gerertfuireerden auto af te halen. Luitenant der reserve A. C. schrijft, dat de majoor van zijn regiment door een 12-jarig meisje is docd gescholen, en een oud moe dertje, nadat haar hel leven geschonken was, een revolver uit den zak haalde en oen Duitsch officier doodgeschoten heeft. Dit laatste ge schiedde eveneens in België. Generaal Joffre. De N. R. Ct. ontleent aan de Indépendance beige de volgende schets van het plan van generaal Joffre van de hand van den beken den Belgischen schrijver L. Dumont-Wilden. „Naarmate het Fransche veldtochtsplafn duidelijker wordt rijst een figuur omhoog, die (Ongetwijfeld, dezen geheelen oorlog be- hecrschen zal, de figuur van generaal Joffre. Vóór de tragische Augustusmaand 1914 sprak men te Parijs nogal lichtvaardig over hem, in de tijden, toen dc Pruisen niet aan onze deur of bij ons in huis waren, beoordeelden wij gereedelijk, zoowel in Frankrijk als in België, alle zaken uit een politiek oogpunt Generaal Joffre, die het vertrouwen der repu bliek genoot, werd door de reaclionnairen mei wantrouwen bezien; en, daar hij zich niet met politiek bezig hield, bewonderden de rajdicaal-sooialisten hem ook geenszins. I'n het begin van den oorlog zweeg men; met een niet-bevolen discipline, die de wereld ver baasd heeft, vertrouwde geheel Frankrijk zich blindelings aan de militaire overheid toe. Tijldens de donkere dagen van den terug tocht echter, doorleefden de Franschen ang stige uren; te Parijs zag men eiken dag nieu we scharen vluchtelingen binnenkomen, uit Valenciennes, Douai, Kamerijk, daarna uit Atrecbt, Amiens, St Quentin, La Fère, Laon» Noyon. Eiken dag, bijna elk uur, viel een nieuwe stad in vijandelijke handen en men begotn zich af te vragen: Zou dit plan, dit vermaarde plan, die oorlog welke uit terug trekken bestaat, ook het overgeven van Pa rijs. van half Frankrijk met zich brengen? Er kwam zelfs een onrustbarend artikel van kolonel Repington, die zonder scherts schreef dat Maine een bijzonder gunstig ter rein was voor een verdedigingsoorlog. Plotse ling veranderde (Kt alles, een dagorder van dem opperbevelhebber maakte bekend dat de terugtrekkende beweging een einde nam, het oogerblik van aanval was gekomen. Toen, ineens, begreep men het. Zoodra ge neraal Joffre had ingezien, dat onder den druk van de ontzaglijke Duitsche legers, een dubbele aanval naar den Elzas en België on mogelijk was, had hij met een prachtige ze kerheid het besluit genomen slechts den slag te aanvaarden met zijn geheéle macht in de hand, op een door hem verkend en gekozen terrein, en dat buiten alle schoolsche voaroor- deelen om, welke hem de befaamde heuve len der Champagne moesten doen bezetten. De bijzonder moeilijke taak dit terredn te be reiken en daar een zeer talrijk leger te con- centreeren en te onlplooien, heeft generaal Joffre als een groot krijgsman volvoerd. Hij is daarin zeer zeker geholpen door zijn be wonderenswaardige medewerkers, als gene raal Pau en maarschalk French, de Engel- sche generaal, die het plan terstond begrepen heeft, maar in de bewegingen van generaal Joffre zijn de moreelc kracht en het prestige dat hij heeft moeten toonen, niet minder te bewonderen dan zijn krijgsmanstalenten. Ge neraal Joffre, schreef de Daily Mail, is niet alleen een groot bevelhebber, maar ook een groot man. En hij moest inderdaad nset slechts talent, doch tevens karakter hebben om zoo hardnekkig de ondankbare rol van talmend veldheer te spelen in een land als Frankrivk. waar men uit tradfitóe schitteren de wapenfeiten, stoutmoedige aanvallen en gewmgde ondernemingen liefheeft. Hij heeft den temperamentrijken Franschen soldaat weten te huigen onder de ondank bare rol, die de omstandigheden hem opleg- dem en daardoor stelt hij tegenover den le genda rischen Franschen generaal van het tweede keizerrijk, die persoonlijk en onvoor zichtig was, een voor Frankrijk nieuwe fi guur; zwijgend, eigenzinnig, doordrongen van /\jn plicht, die boven ij delen roem, welke een enkel schitterend wapenfeit verleent, den einduitslag en het heil des vaderlands stelt. Joffre is daardoor de verpersoonlijking -an een nieuw Frankrijk, dat men weliswaar te middon der wanordelijke toestanden de laat ste jaren wel vaag onderscheidde, maar waaraan deze oorlog, ondernomen voor het recht, voor de vrijheid van de wereld en het bestaan van het vaderland, de noodzakelijke eenheid zaü gegeven hebben met het juiste in zicht van rijn rol in de toekomst''. Geforceerde marschën. Welke geforceerde marschën de Duitsche troepen soms maken, bewijst een brief van den hertog van Altenburg, welke de N. R. Ct. in de Altenburger Zlg. heeft aangetroffen: ,,Den 26stcn Augustus zoo schrijft de hertog hadden wij een marsch van precies 23 uur, van 's ochtends half zeven tot den vol genden ochtend half zes. Daarop moest ik met het regiment over een brug, om een stelling tol bescherming van het aanleggen van een andere brug in te nemen. De brug was ech ter, naar wij bijtijds bemerkten, van mijnen voorzien twintig minuten later vloog zij de lucht in. Na een rust van drie uur op een stoppelveld en nadat wij allen met den troep zooals bijna altijd gemeenschappelijk uit de veldkeuken gegeten hadden, ging het verder tot het donker was. De stemming is uitstekend. Ik heb vennacht een heuschelijk bed, ik geloof voor de vierde maal in dezen oorlog; sedert acht dagen ben ik vandaar voor het eerst uit de kleeren geweest." Gesneuveld. Iri het gevecht bij Rawaruska is de zoon van den chef van den Oostenrïjkschen gene- railen staf, Conrad von Hötzendorf, als luite nant van het 15e Reg. Dragonders, gesneu veld. Kolonel von Reuter. De bekende kolonel uit de Zabern-geschie- denis von Reuter, wiens sneuvelen vermeld is, leeft-. Zijn zuster te Koburg heeft bericht van hem ontvangen. Het gerucht van zijn dood moet in dc wereld gekomen zijn, doordat ge wonde officieren gezien hadden, dal hc-t paard onder hem weggescholen werd Rook als reddingsmiddel Men heeft steeds den lof hooren verkondi gen over rook-zwak kruit, maar soms kan rook in den oorlog ook gewenscht zijn, schrijft het V a d. Zoo werd gedurende het zeegevecht bij Helgoland de Engelsche torpedojager Lau rel zeer herig beschoten en kreeg veel dooden en gewonden. Een der schoorsteenen was doorschoten en liet door drie gaten massa's idikken rook door. De bemanning van een der kanonnen, dicht bij die schoorsteen, werd ge heel gehuld in die rook en daardoor onzicht baar voor den vijand, die dan ook niet op de officieren en matrozen kon mikken. Daardoor bleven zij gespaard en waren de eenigen. die, toen er hulp kwam opdagen, nog levend van het gevechtsterrein konden wegstoomen. Kozakkenlof. Oostenrijksche gevangenen in Warschau moeten als volgt, volgens het N. v. d. D., aan de Russen hun indrukken over dc kozakken medegedeeld hebben: „Niettegenstaande wij verre de meerder heid hadden", vertelde een officier, die bij Lutsk was gevangen genomen, „hadden de ko zakken ons in minder dan geen tijd ingere kend. Als een wervelwind kwamen zij over ons, en vóór wij 't wisten, waren wij, na een paar .slagen met de lansen, bedwelmd en op de kozakkenpaarden getrokken. Hoe ze dat uitvoeren weet ik niet, maar "t was prachtig ruiterwerk Die kozakken zijn eenig in hun soort en spotten met elke technische verdedi ging. Zij schijnen niet te vechten, maar ze dansen als muggen om je heen en pikken je op in een ommezientje. Is men door zoo'n troep kozakken omsin geld, dan is 't uit met eiken weerstand, 't Is met de kozakken: zoo zie je ze. en zoo zie je ze niet." Een nationale daad. De familie van den grooten physioloog du Bois Reymond heeft, naar de N. R. Ct. meldt, de groote Helmholtz-roedaille uit diens nala tenschap, een penning waaraan voor een waarde van 1733 mk. aan goud rit, afgestaan voor het Duitsche nationale fonds voor de nagelaten betrekkingen van soldaten. In een begeleidenden brief schreef de familie: „In vele gevallen zijn ordeteekenen en eereprijzen van vijandelijke naties teruggezonden of ver kocht. Wij daarentegen hebben besloten de gouden Hclmholtz-medaille, die aan onzen vader als hoogste erkenning van wetenschap pelijke verdiensten verleend was, voor een nationaal doel te bestemmen, daar wij zulk een schat op geen andere wijze beter weten te eeren." Fransche vliegers. Wat doen dé Fransche vliegers? Deze vraag hebben in den loop van den oorlog, nu men zoo goed als niets van hen hoort, velen zich gesteld. Aan de Figaro van 14 dezer ontleent de N. R. Ct eendg antwoord op de vraag. On ze Vliegers, zegt het blad, doen daden; nie mand twijfelt daaraan en het bewijs er voor vindt men in de lijsten, waarin de onderschei dingen in de orde van het Legioen van Eer en het toekennen der militaire medaille mee gedeeld worden. De Figaro vermeldt het volgende staaltje van de onversaagdheid van een luitenant- Vlieger, den zoon van een generaal, diie van het begin van den oorlog af verkënnings- diienst boven den Elzas en België gedaan en bommen op de Duitsche troepen geworpen heeft. Op een Zondag had de luitenant een stout moedige verkeimm^tiodht gedaan, toen de gedachte bij hem opkwam, voor de oogen der Dnitschers te gaan landen in de vesting, waarover rijen rwager het bevel voerde. Zoo gezegd too gedaan; hij dejeuneerde met hem onder het gebulder van hét kanon en hoewel ciln vlieirtuta van Jtooels doorzeefd waa. steeg hij weer op en zette koere naai-Versail les, waa-r hij dien zelfden avond zijn moedor ging geruststellen en aan de vrouw van zijn schoonbroer de groeten van haar man over te brengen. Op een anderen dag was een kameraad van den vlieger verdwenen in de richting van den vijand, op Duitsch grondgebied. Onver saagd gaat hij er alleen in een auto op uit. Hij komt uhlanen tegen en terwijl hij met een hand rijn wagen bestuurt schiet hij met zijn revolver er twee dood. Heelhuids keert hij na eenigen tijd met zijn rr-Tekor terug. Een vrouwelijke zouaaf. Aan de Times ontleent de N. C.: Onder de vele Fransche vrouwen, die bui tengewonen moed aan den dag gelegd hebben gedurende den oorlog, verdient bijzondere ver melding de waschvrouw Eugènie X, oud 28 jaar. Deze kordate dame wist een zouaven- ur.iform machtig te worden en de Fransche gelederen binnnen te dringen, terwijl er bij Meraux gevochten werd. In dien slag werd zij gewond. De dokter "zag met een vrouw7 te doen te hebben en zij werd uit het leger weg gezonden, echter niet zonder een complimen tje voor den betoonden moed. Een aardig plan. Er is in de Ycreenigde Staten. schrijft de N. R. Ot een beweging aan den gang, welke tot doel heeft, door dc Anrerikaansche jon gens en meisjes geld en cadeautjes in te doen zamelen, teneinde met St. Nicolaas een schip met geschenken naar Europa te kunnen stu ren. Die geschenken zijn dan bestemd om ten goed» te komen aan de kinderen die hun va der of verzorger in den oorlog hebben verloren en het dientengevolge zonder Sinterklaas zou- dn hebben doen'. De Leuvensche kunstschatten. Een bijzondere berichtgever schrijft uit 's Gra- venhage aan „De Tijd'' Naar aanleiding van het geïllustreerde arti kel, dat dr. Jan Kalf onlangs schreef in de groene „Amsterdammer" over de verwoeste en nog gedeeltelijk of geheel behouden monu menten van Leuven, zijn door twee vermo gende heeren uil Rotterdam pogingen aange wend. om met vereende krachten van ook an dere kunstliefhebbers het behoud dezer mo numenten zooveel mogelijk te verzekeren. Zij hebben zich hiertoe in verbinding ge steld met dr. Kalf en den architect Berlage. Hun voorloopig plan mocht de volle goedkeu ring wegdragen van Z Exc. dr. Loudon, mi nister van Buitenlandsche Zaken, en van den Belgischen gezant te 's Gravenhage. Daarna hebben "zij gezamenlijk een verzoekschrift ge richt aan den Duitschen gouverneur te Brus sel. generaal van der Goltz, dat hun moge worden vergund, uit eigen middelen de al thans direct noodige voorzorgsmaatregelen tot behoud" der Leuvensche monumenten te mogen nemen. De twree Rotterdarasdhe kunst liefhebbers stelden voor dat doel reeds bij voorbaat een vrij aanzienlijke geldsom be schikbaar. Op het verzoekschrift is echter uit Brussel geenerlei antwoord ingekomen, of schoon het daarheen met een offlcieelen koe rier was verzonden. Achteraf blijkt uit de laatste berichten, dat de Duitsche regcering zich de zorg voor Leu vens monumenten en kunstschatten zelf wenscHt voor te behouden en daartoe reeds maatregelen heeft genomen. Het edelmoedig initiatief, dat hier te lande genomen is, ver- dient intussdhen niet minder waardeering en lóf. De verwoesting van de kathedraal te Reims. Aan mededeelingen van Ward Price, in de Evening Ne*ws, ontleent de N. R. Ct. het vol gende over de verwoesting van de kathedraal te Reims: „Donderdag was er nu en dan een granaat door het dak geslagen. Doch Zaterdagmorgen begon een Duitsche batterij op een heuvel bij Nogent l'Abesse, vier mijlen ten Oosten van Reims, het groote gothische bouwwerk, dat hoog boven de stad uitsteekt, met opzet tot haar doelwit te kiezen. Granaat op granaat verbrijzelde het oude metselwerk, dat den storm van eeuwen had getrotseerd.. Lawine op lawine van steen en en puin kwam met een donderend geraas in de verlaten straat neer. Eindelijk vatte om half rijf de steiger aan de Oostelijke zijde van de kathedraal vuur. Brandende stukken hout stortten op het dak, dat weldra een loeiende haard van vlammen was. Fransche geneesheeren redden met moeite de twintig Duitsche gewonden, die in de kathedraal lagen. Een tweehonderdtal verbit terde burgers, die zich verzameld hadden, na men een dreigende houding tegenover de Duitschers aan, doch de priesters kalmeerden de menigte. Toen de Duitschers in hun groenachtige uniformen aan de kruisvleugeldeuren ver schenen, ging een gehuil van woede op uit de menigte, wiens oogen pijn deden van de vlam men. „A mort", riep men in volle ernst. Er waren eenlge soldaten onder de menigte. Vastbera den laadden rij hun geweren en hieven ze op. Toen sprong de abbé Andrieux de vriende lijke kleine priester, die ooit de soutane droeg, naar voren tusschen de gewonde man nen en wapenen die hen bedreigden. „Schiet niet," riep hij uit: „Gij zoudt zelf even schuldig worden als zij." Het verwijt was voldoende en onder woe dende kreten werden de Duitschers gedragen naar het museum in de nabijheid. De kathedraal is nu niet meer dan een ge raamte van zwarte, verkoolde muren." Zondag was de Parijsche correspondent der N. R. Ct. in de stad Reims on ook in de kathe draal. Het prachtige gebouw en ook zijn om geving zijn verschrikkelijk beschadigd, schrijft hij. Niettemin was Zondagmiddag om twee uur de kathedraal nog in haar bouwkundig geheel bewaard gebleven. De verschrikking en verwoesting van Reims zijn niet te beschrij ven. Verscheidene gedeelten van de stad zijn verbrand en huizen ingestort. De Parijsche correspondenten der Londen- sche bladen maken melding van do opwinding en verontwaardiging, welke er in Parijs heerscht over de verwoesting van de kathe draal te Varkensvleesch. Het gemeentebestuur van Keulen- heeft de burgerij er qp gewezen, dat de prijzen van varkensvleesch voortdurend dalen en het daarom aan te raden is om varkensvleesch te eten. Aardappelen. Keizer Wilhelm heeft op zijn landgoed Ca- dinen een inrichting voor het drogen van aardappelen laten maken. Er zijn nl. in de laatste jaren op dit landgoed énorm veel aardappelen gewonnen. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Regeling van het Staats spoorwegbedrijf. Een wetsontwerp is ingediend tot regeling van het Staatsspoorwegbedrijf. Blijkens de Memorie van Toelichting zal, voor dat naasting van spoorwegen volgens de spoor weg-overeenkomsten van 1890 zou kunnen plaats vinden, een veel omvattende arbeid te verrich ten zijn. In de eerste plaats zal eene regeling van het Staatsspoorwegbedrijf tot stand moeten zijn gebracht, en bovendien een omvangrijk onder zoek noodig zijn, ten einde te komen tot een keuze uit de drie wijzen van naasting, welke volgens de overeenkomsten mogelijk zijn. De naasting zelf behoort niet tot de taak, welke de tegenwoordige Regeering zich heeft gesteld. Doch de Regeering moet bij haar houding ten opzichte van het spoorwegbedrijf nimmer de mogelijkheid van naasting uit het oog verliezen en hinderpalen daartegen zooveel doenlijk vermijden af wegnemen. Dat deed ook de ambtsvoorganger van den tegenwoordigen Minister van Waterstaat door de voor het spoorwegpersoneel zoo heilzame oplossing van het vraagstuk der pensioneering te bevorderen. Deze Minister meent in denzelfden geest te moeten handelen, door voort te werken aan den reeds verrichten arbeid ter organisatie van het Staatsspoorwegbedrijf. De vrucht van dit in zicht is het thans voorgestelde ontwerp van wet tot regeling van dat bedrijf. De omvang van dit onderwerp en de naar tijden en om standigheden wisselende behoeften moeten er toe leiden, dat de wetgever zich bepaalt tot het trekken van hoofdlijnen, waarbinnen dan het uitvoerend gezag de bijzonderheden uitwerkt. Dit trekken van de hoofdlijnen nu schijnt ge voegelijk te kunnen geschieden, ook al laat het tijdstip van invoering van de regeling zich niet bepalen. Waar aan toezicht van den Staat op zijn eigen spoorwegbedrijf niet dezelfde behoefte bestaat als aan toezicht op dat van enderen, behoeven enkele m de bestaande wetgeving voorziene punten ten aanzien van een Staats spoorwegbedrijf geen wettelijke regeling, mae kunnen aan meer huishoudelijke voorziening worden overgelaten. Met de belangen van het publiek mag daarbij echter in niet mindere mate rekening worden gehouden dan naar de be staande wetgeving het geval is. De artikelen van het wetsontwerp zijn in een negental paragrafen gerangschikt 1. alge- meene bepalingen2. Staatsspoorwegbestuur 3. uitoefening von den spoorwegdienst4. ver houding tot andere v.erken van algemeen nut en tot andere spoorwegondernemingen5. toe gangswegen naar stations, uit- en oversvegen, afsluiting en afscheiding der spoorwegen, be palingen van politie, Staatsspoorwegen met be perkte snelheid, bepalingen tot handhaving der wet en overgangs- en slotbepalingen. Het bij algemeenen maatregel van bestuur te organiseeren Staatsspoorwegbestuur zal gesteld worden onder de bevelen van de Kroon en vooi de uitvaardiging van deze bevelen, behoudens spoedeischende gevallen, zal voorafgaand ad vies worden geëischt van een met het toezicht op de uitoefening van het Staatsspoorwegbedrijf te belasten Spoorwegroad. Berichten. De gewone audiëntiën van de ministers van marine, van financiën, van landbouw, nijverheid en handel, van buitenlandsche zaken, van waterstaat en van oorlog, zullen deze week niet plaats hebben. Nederland en de oorlog. De lichting 1915. Naar men verneemt hebben dc miliciens van de lichting 1915 wel na de bekrachtiging der wet, die hunne vervroegde oproeping mogelijk maakte eene waarschuwing ontvan gen, dat zij kans hadden vroeger te worden opgeroepen, maar is de toestand thans zoo, dat die kans veel geringer is geworden en zullen zij vermoedelijk op den gewonen tijd voor de vervulling hunner militair plichten onder de wapenen komen. Belangen van naar Nederland uitgewekenen. Ingesteld is hij beschikking van den Minis ter van Binnenlamdsche Zaken en van Oorlog een centrale commissie tot behartiging dier belangen van naar in Nederland uitgeweke. vluchtelingen. Eriin benoemd zijn: tot voorzitter F. W. C H. baron van Tuyïl van Eerooskerken, voor zatter vam het Centraal Bureau van Vreemde lingenverkeer tie Velsen; tot leden de Kamer leden!: jhr. rar. C. J. H. Ruys de Beeren.- bronck, Maastricht; A. C. A. v. Vuuron. dep Haag; het oud-Kamerlid J. R. Sno'edk Henke- mans, Scheveningen. Voorts jhr. mr. A. L. J Melvflü ram Carnbee, Rijsenburg; A. van Eys den, secretaris van de Nationale Bond van Vreemdelingenverkeer in Ned eat and. h. Utreichtr, M. H. G. Th. Fiedoldy Dop, voor- altter der vereeniging .,'t Koggeschip Am sterdam; A. Robertson W.Azn., voorzatter v|ft VrecmodeTingenverkeer te Rotterdam; E. D. Kits van Heyningcm, idem, den Haag; tot sec retaris J. A. Knoote te den Haag, dlrectÓujr van het Centraal Rurcaiu van Vreemdelingen verkeer te den Haag. N e der lands c he ambulances te Brussel. Omtrent de beide ambidanoes door de Ne- derlandsclie kolonie te Brussel ;ngericht en onder leiding staande resp. van den heer Hugo Andriesse, directeur van het Belgisch filiaal van Van den Bergh's Ltd. en van den heer Kaufmann, onder-voorzitter dei- Nederland- sclie Kamer van Koophandel te Brussel, ver namen wij het volgende: Reeds 3 Augustus waren beade ambulance» gereed, maar op 25 Augustus kwamen d# eerste gewonden, die sedert in onuitputtèliiko

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 2