N° 107
13de Jaargang.
„DE E EM LAN DER".
Maandag 2 November 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Broeder en Zuster
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familis-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PK IJS DEK ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.50.
Elke regel meer- 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het horhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnoruent.
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht.
Konstantinopel het einddoel
van Rusland.
In het oorlogsjaar 187U is de 31e Octo
ber een bijzondere datum. Op dien dag liet
het Russische departement van buitenland-
sche zaken een schrijven uitgaan, waarin het
aan de onderteekenaars van het verdrag van
Parijs van 3U Maart 1856 kennis gal, dat Rus
land zich niet verder gebonden achtte door
de bepalingen in dat verdrag, die zijne sou-
vereinileilsrechlen in de Zwarte zee beperk
ten, en den sultan van Turkije de als aan
hangsel bij het genoemde verdrag behoorende
overeenkomst had opgezegd, waarbij hel ge
tal en de grootte van de oorlogsschepen der
beide oeverstaten in de Zwarte zee werden
vastgelegd. Daarmee ontsloeg de Russische
regeering zich van de bepaling, die haar het
meest hinderde in het haar opgelegde ver
drag van 1856. Eene conferentie, die in het
begin van het daarop volgende jaar in Lon
den gehouden werd, regelde deze zaak ge
heel naar Ruslands wensch. Er werd wel is
waar plechtig verklaard, dat het verkeerd
was zich eenzijdig van het Parijsche verdrag
los t© maken; maar Rusland kreeg het recht
terug, dat art. 1-1 van dit verdrag het had ont
nomen en dat het, gebruik makende van den
oorlogstoestand, zich zelf reeds weer had toe
gekend. De artt. 11, 13 en 14 werden door an
dere artikelen vervangen, waarvan het eerste
en voornaamste luidt„Het beginsel der slui
ting van de Daruanellen en den Bosporus, zoo-
als het door het verdrag van 30 Maait 1856 is
bepaald, wordt gehandhaafd en eveneens de
macht van Z. Keiz. M. den sultan om de ge
noemde zeestraten ia vredestijd voor de
vloten van de bevriende en verbonden staten,
wanneer de uitvoering der bepalingen van
het Parijsche verdrag van 30 Maart 1856 dit
mocht eischen, te openen."
Thans, na 44 jaren, bevinden wij ons weder
in een oorlogstoestand, die ii^,menig opzicht
de herinnering" aan het jaar 1870 wakker
roept. Ook hierin, dat omstreeks denzelfden
datum de kwestie Yan de Zwarte zee in een
acuut stadium is getreden. Schijnbaar heeft
Turkije dat op zijn geweten, dat zijne vloot
heeft laten uitloopen om Russische handels
havens te bonvbardeeren, waarop Rusland zijn
gezant uit Konstantinopel,.heeft teruggeroe
pen. Maar het is voor niemand een geheim,
dat de drijvende 'kracht ook ditmaal Rusland
is. Deze oorlog is Ruslands werk, en wanneer
men tot den grond der dingen gaat, dan is
Ruslands drijfveer daarbij geweest op te rui
men wat van het verdrag van 1856 nog
Is overgebleven. Rusland wil ook voor zijne
oorlogsvloot in de Zwarte zee de vrije vaart
door de zeestraten, en als einddoel streeft het
naar het bezit van Konstantinopel.
Eene vrij algemeen verspreide opvalling
ichrijft het vaderschap van die gedachte loe
aan czaar Peter den groote, die de verove
ring van Konstantinopel als zijn politiek tes
tament aan zijne opvolgers zou hebben op
gedragen. Of dit testament werkelijk beslaat,
is aan twijfel onderhevig. In een in 1863 ver
schenen werk van dr. Berkholz, den stedelij
ken bibliothecaris van Riga, wordt beloogd,
dat de oorsprong van deze gedachte ongeveer
eene eeuw later valt in de onderhandelingen,
die keizer Napoleon I in Tilsit heeft ge
voerd met czaar Alexander I over de verdee
ling van de wereld. Die onderhandelingen
zouden hebben schipbreuk geleden op hel ver
langen van den czaar naar Konstantinopel,
dat hij den sleutel van zijn huis noemde. Daar
in wilde Napoleon niet toestemmen; hij riep
uit: „Konstantinopel Russisch nooit! Dat
zou de wereldheerschappij zijn!" De onder
handeling werd daarna nog eene poos voort
gezet, maar ten slotte nam de czaar den 18en
Juli 1812 de beschikking: „De geschiedenis
met Konstantinopel kan later weer op het ta
pijt gebracht worden."
Om haar weer op het tapijt te brengen,
hebben de opvolgende czaren van Rusland cn
hunne ministers zich eene eeuw lang veel
moete gegeven. Zij hebben er meermalen oor
log om gevoerd. In den Krimoorlog en in den
oorlog van 1877 ging de strijd in laatste in
stantie om Konstantinopel. De Vossische Ztg.
schrijft.Rusland heeft sedert eenige men-
schenlecitijden naar de verovering van Kon
stantinopel gestreefd en het streeft er ook
heden naar. Zij is voor het czarenrijk het ge
wichtigste doel bij den tcgenwoordigen we-
relcistrijd. Generaal Koeropatkin heeft het als
minister van oorlog nog willen uitstellen,
maar het ook als onafwijsbaar behandeld. En
in alle openhartigheid heeft Paul von Mitro-
fanow, hoogleeraar in de geschiedenis te Pe
tersburg, den 12cn April 1914 in een open
brief aan Hans Delbrück geschreven, dat het
bezit van den Bosporus en de Dardcnellen
eene besliste noodzakelijkheid voor Rusland
is en dat „de vreemde slaat, die zich legen
dezen drang verzet, eo ipso een vijandelijke
staat is." Duitschland is het bolwerk van het
Turksohe rijk. „Kort en bondigzelfstandig en
als bondgenoot van Oostenrijk, overal bij el-
ken stap, in den geheelen Levant, stuit Rus
land bij de oplossing van zijne gewichtigste
taak, de oostersche kwestie, op Berlijn. Het
is den Russen nu duidelijk gewordenwan
neer alles zoo blijft als het nu is, gaat de weg
naar Konstantinopel door Berlijn." Wat hier
do hoogleeraar in de geschiedenis zeide was,
zooals hij zelf getuigde, de eenstemmige op
vatting van alle politiek denkende Russen, de
getrouwe uitdrukking van de Russische poli
tiek.
De weg naar Konstantinopel! Juist zooals
hij in hel testament van Peter den groote was
aangewezen. Dat is het hoofddoel. Wat van
minder belang is, zooals liet verkrijgen van
Zwecdsche bezitlingen en de uitbreiding van
de Russisahc macht tot aan de Perzische golf,
over de Oostzee en over de Sond, .wordt daar
om niet prijsgegeven. Thiers heeft eenmaal ge
zegd „Wanneer de Russische kolos den ecnen
voel op de Dardanelles den anderen op de
Sond zal zetten, dan wordt de oude wereld
eene slavin en de vrijheid verhuist naar Ame
rika." Dat was ongeveer ook de meening van
den eersten Napoleon. En in die gedachte kan
hij het testament hebben uitgevonden.''
Hoe toch de tijden veranderen en de men-
schen met hen! Zestig jaren geleden waren
het Frankrijk en Engeland, die gezamenlijk
een bloedigen oorlog tegen Rusland voerden
om het de bepalingen van het verdrag van
1856, die het de handen bonden in de Zwarte
zee. Eu Ihans hebben die beide mogendheden
gezamenlijk met Rusland hunne diplomatieke
vertegenwoordiger uil Konstantinopel terug
geroepen. Zij hebben zich met Rusland ver
bonden om de belemmeringen op te ruimen,
aie nog zijn overgebleven van het verdrag van
1856, en daarmee den weg voor Rusland te
effenen tot het bereiken van zijn einddoel:
het bezit van Konstantinopel.
De oorlog.
Parijs, 31 Ocl. (R.) Officieel comuniqué.
De dag van gisteren was gekenmerkt door
eene algemeen offensieve beweging van de
Duitsohers van Nieuwpoorl naar Atrecht en
door hevige aanvallen in andere deelen van
hel front. De bondgenooten zijn over 't alge
meen vooruit gegaan.
Alle aanvallen tusschen La Bassée en
Atrecht zija teruggeslagen met hevige verlie
zen Yoor de Duitschers.
Tweede telegram. Communiqué van
elf uur des avonds. De laatste berichten hou
den in, dal geen incident van betcckenis te
vermelden is. In het centrum zijn wij vooruit
gegaan in de streek teil noorden van Souain.
Overal elders handhaven wij onze stellingen.
B c r 1 ij a, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
In België werden de operatiën bemoeielijkt
door overstroomingen, die aan de Yser en
aan hel kanaal van Yperen veroorzaakt zijn
door de vernieling van de sluizen bij Niéuw-
poort. Bij Yperen zijn onze ivoepen verder
vooruitgedrongen. Er werden minstens 600
gevangenen gemaakt. Eenige kanonnen van de
Engelschcn zijn huil gemaakt. Ook de ten
westen van Rijssel strijdende troepen zijn
vooruitgekomen. Hel aantal der bij Vailly ge
maakte gevangenen steeg tot omstreeks 1500
In de streek van Verdun en Toul hadden
slechts kleinere gevechten plaats.
P a r ij s, via Londen, 1 Nov. (R.) Com
muniqué van drie uur namiddags.
Niets nieuws is voorgekomen op het front
NicuwpoortDixmuidcn De Duitschers zet
ten hunne hevige aanvallen voort in de ge-
heele noordelijke streek. Wij maakten vorde
ringen ten noorden en oosten van Yperen.
Op de rest van het front kwamen hevige
kanonnades en eenige tegenaanvallen Yoor
zonder resultaat.
In de enkele weck van 14 lot 20 October zijn
7683 Duitsche krijgsgevangenen geïnterneerd.
Daarbij is nog niet gerekend een detachement,
dat van he't front naar achteren onder weg is.
Tweede telegram. Communiqué van
elf uur des avonds.
In België is in den loop van den dag geen
enkel nieuw bericht ingekomen. Wij hebben
hevige aanvallen van den vijand teruggeslagen
in de omstreken van Lihons du Quesnoy, in
Santere de Vailly aan de Aisne cn in het
bosch van La Grurie in de Argonne. Ten noor
den van Souain zijn wij Yoorlgcgaan met
langzaam te vorderen.
In det Vogeezcn heeft ons offensief ons
meester gemaakt' van de hoogten in de buurt
van Sainte Marie.
Rome, 31 Oct. (W. B.) Daar het Fransche
legercommando weer eene batterij heeft op
gesteld voor de kathedraal van Reims en een
waarnemingspost heeft geplaatst op den toren
van de kathedraal, heeft de Pruisische gezant
in het Vaticaan bij de curie, in opdracht van
den rijkskanselier, een protest ingediendi tegen
het barbaarsche misbruik van de godshuizen.
Hij verklaarde, dat de Franschen alleen de
verantwoordelijkheid dragen voor de bescha
diging, die eventueel zal voorkomen, en dat
het huichelarij is die aan de Duitschers ten
laste te "leggen.
B e r 1 ij n, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
In het noordoosten stonden onze troepen
ook gisteren nog in een onbeslisten strijd met
de Russen.
Weenen, 31 Oct. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Dicht bij de grens van Galicië cn Bukowi-
na, ten noorden van Kuty, is gisteren eene
Russische colonne van alle wapenen gesla-
gend.
In Middcn-Galicië handhaven onze troepen
zich in de door hen gewonnen stellingen ten
noordoosten van Turka, bij Stary-Sambor,
len oosten van Przemysl en aan den Beneden
San. Verscheidene vijandelijke aanvallen in
de streek van Nisko zijn afgewezen. Zoowel
daar als ook bij Skole en Stary-Sambor zijn
honderden Russen gevangen genomen.
De operatiën in Russisch Polen verliepen
ook gisteren zonder strijd.
Namens den chef van den generalen staf
Genera al-majoor von Ilófer.
Weenen, 1 Nov. (\V. B.) Officieel bericht
van heden middag.
In Russisch Polen ontwikkelen zich nieuwe
gevechten. De aanvallen op onze stellingen
werden teruggeslagen. Eenige vijandelijke de
tachementen werden, uiteengejaagd.
De verbitterde strijd gedurende eenige da
gen bij Turka en ten zuiden van Slary-Sam-
ber leidde gisteren tot eene volkomen over
winning van onze wapenen. De hier vooruit
gedrongen vijand, twee infanteriedivisïën .en
eene brigade schutters, werd uit al zijne stel
lingen verdreven.
In Czernowitz handhaven zich onze troe
pen. Het inzonderheid op de residentie van
den Grieksck-katholieken aartsbisschop ge
richte artillerievuur bleef zonder noemens
waardige uilwerking.
Petersburg, 31 Oct (R.) Communiqué
van den generalen staf van den opperbevel
hebber.
Op het Oost-Pruisische front is het plan tot
doorbreking van het eentrum van onze ver
sterkte stelling bij Bakslargevo, dat door den
vijand was beraamd, mislukt. Gedurende vijf
dagen van nuttelooze aanvallen leden de Duit
schers kolossale verliezen. Onze troepen
maakten vorderingen in verscheidene distric
ten van het Oost-Pruisische front.
Aan de westzijde van de Wcichsel houden
wij Postynin, Lenezica» Lodz cn Ostrowec
stevig bezet
In Galicië duren de gevechten voort. Daar
is geen enkele verandering van beleekcnis in
den toestand.
Petersburg. 1 Nov. (R.) Communiqué
van den Russiscken generalen staf.
Op het Oost-Pruisische front maken onze
troepen vorderingen in de streek Yan Wla-
dislawow (aan de Oost-Pruisische grens) en
het boscfr van Romintgen. De vijand slaakte
zijne aanvallen in de streek van Bakalarjewo
(aan de Oost-Pruisische grens bij Suwalki), na
verscliikkeHjke verliezen te hebben geleden.
Aan de westzijde van de Weichsel rukten
wij over het gehcele front zegevierend voor-,
uit en bezetten Petrokow, Opoczno (tusschen
Petrokow en Radom) en Ojarow. In gevech
ten, die geleverd werden aan den weg naar
Opatow, maakten wij 400 gevangenen cn ver
overden mitrailleuses en munitie-konvooien.
Aan de San bij Lezachow nam een Rus
sisch regiment door storm eene versterkte stel
ling en maakte 5 officieren en 500 soldaten
krijgsgevangenen; ook werden daar mitrail
leuses buitgemaakt.
Een vijandelijke colonne, die de Karpalheu
was afgedaald en zich bij Nanvorna versterkt
had, werd aangevallen en verjaagd
W e c n c n, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht
van 31 October.
De voordeden door onze (roepen behaald,
die bij de invallen m de Matschva op sterke
met ijzerdraadversperringen beschermde ver
schansingen stielen en daarin eerst twee da
gen geleden na lange, moeilijke gevechten bij
Ravnje eene bres konden maken, gingen he»
den merkbaar vooruit.
Ondanks den waxihopigen tegenstand der
Serviërs en den moeilijken doortocht door de
ten deele moerassige Matschva, trokken heden
al onze over de Save en de Drina gedrongen
troepen in een breed front verder en namen
de plaatsen Crna Rara, Banovopolje, Baden»
kovic, Gluscl, Tabanovic (alle in hel uiterst®
noordwesten van Servië).
Generaal der artillerie Potiórek.
Londen, 31 Oct. (R.) Officieel bericht.
Een door een Duitsche duikboot gelanceerde
torpedo heeft heden in hel Kanaal den ouden
kruiser Hermes in den grond geboord, die op
de terugreis was van Duinkerken. Bijna alle
officieren en matrozen zijn gered. Hel verlies
is zonder groot militair gewicht.
Dover, I Nov. (R.) De Hermes werd Za
terdag om 8 uur 's morgens getroffen door
twee torpedo s; zij bleef nog 45 minuten drij»
vende, daarna kenterde zij en zonk. De be
manning werd door andere schepen gerc<h
veertig personen worden vermist.
Berlijn, 1 Nov. (W. B.) Niet officieel be'
richt. Uit Londen wordt officieel van den
31en October bericht, dat een Duitsche duik-»
boot dien dag in het Engelsche Kanaal de»
ouden kruiser Hermes, die van Duinkerken
terugkwam, door een torpedoschot tot zinkea
heeft gebracht. Nagenoeg alle officieren ca
manschappen werden gered.
B e r I ij n, 1 Nov. De Lokalanzeiger brengt
een bericht van de Corriere della Sera, waarin
de schade, die tot dusver door de Duitsche
kruisers aan de Engelsche handelsvloot is toe
gevoegd, op 80 milliocn mark berekend wordt.
De Emden heeft voor zich alleen de helft van
die schade veroorzaakt. De tonneninhoud bo*
draagt 120.000. Nog grooter is echter
de moreele schade, omdat de Engelsche hanp-
delswereld eene groote ongerustheid aan deo
dag legt.
Manchester, 1 Nov. (W. B.) De Man
chester Guardian schrijft: Volgens een Iele*
gTam qit Colombo zijn daar de kapitein en
dp bemanning aangekomen van het stoom
schip Exford, een der door de Emden in dea
grond geboorde schepen. Zij berichtten, daf
de Emden 7000 ton steenkolen van de Exfard
heeft buitgemaakt.
Indien de menseken plotseling allen deugd
zaam werden, zouden er duizenden verhon
geren.
oorspronkelijke roman door
Thérèse Hoyen.
„We* herhaalde ze, droomerig„waar
naar toe?"
„Wel ik had niets en bij Crosso kon ik
mijn brood verdienen.
„Het gezelschap brak op van den Haag
gingen ze naar Groningen en toen naar Arn
hem en later Duitschland in."
„En ging je toen mee?"
„Jaik ben overal met hen naar toe-
geweestwel niet met 'l heele gezelschap,
maai toch met enkelen er van. Ik heb heel
veel gereisd, Nica... en veel ondervonden,
maar ik heb toch altijd aan je gedacht."
„En waarom heb-je mij dan nooit geschre
ven? Nu kun-je toch wel schrijven!" vroeg
ze, met een ondeugend lachje.
„01 jaik heb ook geschreven, naar
huis, naar meneer Pastoor en die heeft mij
terug geschreven en mij verteld, dat jij het
zoo goed hadl, dat je als een jonge dame werdt
'opgevoed. En toen ik, voor 't eerst, weer in
den Haag kwam, toén zag ik, dat het waar
jpas. Ik heb je gezien, Nica. kort nadat je
bij dr. van Vloten in huis was gekomen. Het
was in October, wij waren toen in- Nijme
gen, voor de kermis, en alt vroeg een paar
dagen verlof en ik heb bijna den geheelen
weg geloopen.
„En toen ik in den Haag aankwam, heb ik
je gezien je zag er zoo mooi uitje hadl
een schotsche jurk aan
„Waarom ben-je toen niet bij mij gekomen?"
„Ik was toen een arme jongen; ik dacht dat
het beter voor je zou zijn als ze daar
bij den dokter, niet wisten, dat je zulk een
arm vriendje hadt."
Ze drukte zacht zijn hand, „Lallo, chéril"
„En daarna kwam ik bijna elk jaar en
ik zag je altijd. En elk jaar werd-je mooier
en meer dame cn voelde ik, dat ik verder
van je af stond."
„Waarom ben-je dan vandaag bij mij ge
komen?" vroeg ze onwillekeurig.
„Omdat je ongelukkig was. Je moet niet
boos zijn, Nicamaar ik had je gevolgd
van huis afaltijd op een afstand, en ik
had mij zoo vermond, dat je mij niet kon her
kennen. Ik kan mij goed vermommen, zie-je,
dat leer-je wel bij ons. Als ik in den Haag
kwam om je te zien, dan verkleedde ik mij,
als een ouden man, en liep ik heel gebogen.
Hij stond op verwijderde zich geduren
de enkele oogenblikken en ja... de oude
man op een stokje geleund, met lange,
grijze haren en een grijswitten baard, had
niets van den jongen man van den Lallo,
zooals Nica hem had teruggezien.
Ze lachte en verzocht hem toch weer, zoo
gauw mogelijk, zich zelf te worden en verder
te vertellen, ze begreep nog altijd niet
„Welik ken hier niemand, die mij op
de hoogte houdt; ie moet er niet boos oia xijn,
Nica, maar je bent toch mijn zusje en, ais
broer, moest ik toch over je waken, ten min
ste zoo goed als 't ging
„En je was altijd ver weg," viel ze, prui-
lend> in.
„Dat kon niet anders. Ik had er wei eens
over gedacht om in den Haag, dichjt bij je, te
komen wonen; 't was wel vreeselijk hard
voor me geweest, altijd zoo dicht bij je en
toch niet met je te kunnen sprekenmaar
ik had 't toch gedaan, zie-je. 't Eenige be
zwaar was, dat ik niet wist, boe aan den kost
te komen. Ik ben maar een circus-man, Nica.
Als équilibrist en voltigeur en koorddanser
ben ik zoo goed als de besfte, maar dat Is
ook alies
„Dus ga-je nu weer weg?"
„Dat hangt er van af. Nu moet jij vertel
len, Nica. 't Allereerst, waarom je zoo
wanhopig was van middag?"
„Was ik wanhopig?" Nioa lachte, ze kon
het zich nu al niet meer voorstellen.
„Om zoo te snikken, moest je wel wanho
pend zijn. Kom, je moet mij alles zeggen,
Nicaalles 1 Ik heb er recht opik ben
je broer."
„Mevrouw van Vloten, mijn pleegmoeder,
wfl. hebben, dat ik een betrekking zoekin
Engeland." antwoordde ze, aarzelend.
„En vindt-je da/t zoo verschrikkelijk?"
Nica boog 1t hoofd.
„Waarom zeg-je mij niet alles? Voor een
onafhankelijke natuur, als jij, kan dat zoo erg
niet zijn." Hij nam bei haar handen In de
zijne en dwong haar hem aan te kijken.
„Moet ik het je zeggen, Nica? Bestaat ei
niet iets tusschen den jongen van Vloten en
jou?"
„Maar LalloI hoa weet Hl dat?/*
„Dat is mijn .geheim. Ik heb je al gezegd,
dat ik altijd alles van je wist. Da/t mocht toch
wel, Nica; ik heb er nooit misbruik van ge
maakt. En dat zal ik nog niet, je kunt mij
vertrouwen, Nica. Wat is er tusschen dien
Paul en jou?"
,JIij houdt van mij"
„De ellendeling," mompelde Lallo,
„Waarom?" vroeg Nioa onschuldig. ,,Hij
meende *t goed, hij wou met mij trouwen."
„En geloofde je dat, arm kind? Wat ken-je
de wereld toch weinig. Een man ais de jonge
van Violen zou met jou trouwen.
Nica vloog op. ,Lallo, ik verbied je verder
te gaan. Paul van Vloten ds boven elke ver
denking verheven."
„Nioa, ik ken de mannen beter dan jij."
„De mannen! Ja, de mannen uit jou om
geving. Kermisvolk. Van echte hceren weet
je niets af."
Als een striemslag troffen die woorden
hem.
En zij had er berouw vanzoodra zij
ze uitgesproken had. ,,Ot Lallo, vergeef me...
„Ik zo\i je eerder met kermisvolk vertrou
wen dan met een heer," merkte hijv som
ber op.
„Maar Lallo, wat denk-je don toch?"
,,Dat hij je misleid heeft, misbruik van je
onschuld heeft gemaakten toch niet met
je trouwen zal."
„Maar dat is niet waar; ik verzeker je plech
tig dat Paul van Vloten even eerlijk was in
zijn bedoelingen als jij."
Waarom was-je dan zóó wanhopig?"
„Omdat zijn ouders zich tegen zijn huw «dijk
met mij verzetten." En weer begonnen tra
nen te vloeien.
,Amae Nica!'- Er lag alleen innig medelij
den in zijn stem. „Iioudt-jc zooveel van hemj
Is hij je zoo dierbaar? Gelukkige Paul."
Nica droogde haar tranen. „Nee, Lallo, dat
is 't niet. ik houd van Paul cn ik acht hem
hoog, maar niet zooals jij denkjL Ik had hem
gezegd, dat ik een goede vrouw voor hem
zou zijn, maar dat ik hem niet lief liad, zoo*
als hij mij."
„En nam hij daar genoegen mee?"
„01 ja... hij hoopte, <lat ik veranderen zou..
Hij hoopte mij te leeren hem hef te hebben...
en ik was zoo gelukkig in de liefde van een
braaf man en nu is 't uit
„Maar nu heb ik jou, Lallo, en nu voel ik
mij niet meer zoo ellendig."
„Maar je ziet zoo bleek cn je schijnt zoo
moe."
„Ik geloof, dat ik honger heb," zei za
lachend.
„Toen ik thuis kwam, ging ik naar bed,
omdat ik hoofdpijn had; 'l is nu beter... maar
ik begin te voelen, dat ik mijn diner ge<
mist heb."
„Wil-je met mij meegaan? Mag ik je ictr
geven?"
„Ja, natuurlijk. Van jou neem ik alles aan.
Wij zijn vlak bij *t Bosckhek. Daar kunnen
wij (gaan. Weet-je nog, hoe we er wel eens
langs liepen met Paulo... Ik heb hem nooit
meer gezien."
,,Hij is met ons meegegaan. Ik heb den
directeur overgehaald hem in jou plaats aan
te nemen."'
Wordt vervolgd.