Hj|nn li M N° 109 13"" Jaargang. Hf lil II, Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. J» DE E EM LAN DER'. ABONNEMENTSPRIJS: I! 1 - vi .1 An* A Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels,0.50. Elke regel meer- 0,10 Dienstaanbiedingen 35 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zoor voordeeligo bepalingen tot hot herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement.' Eone circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt of aanvraag toegezonden. dc permissie zullen uitreiken, voor zij abso lute zekerheid hebben, dat dc gelden zullen worden gestort. De heer Van XcHtcrSergH: Zoudt u dal ook doen, als het een particulier betrof? Dat is een gewetensvraag. De Voorzitter: Wij kunnen niet anders doen. Wij kunnen niet anders vergunning geven, -vóór de Raad ons dispensatie heeft gegeven. De heer Van X c H t c r b e r g h. Of rdat er geld is en voldoende zekerheid voor B. en W. De Voorzitter: Wel zeker. Wij doen nu precies zooals met de Bouwvcrceniging „Prins Hendrik". Wij hebben gezegd: wij zullen die straat aanleggen, maar de heeren moeten ons onderpand geven. Dat geschiedt altijd. Dc heer Jorissen: Mijnheer de Voorzit ter! Ik hoor, dat u daareven uit een brief voorlas, maar die brief is toch niet door de aanvragers zelf geschreven. Dat is een derde persoon, die aan B. en W. mededeelt, dat de aanvrager het zal doen. Ik vind dat een \Vei- nig vreemd. Ik vind het vreemd, dat de aan vrager niet zelf bij B. en W. komt en zegt: wij zullen zekerheid geven. Daar moet men dan toch zeker van zijn, dat moet men van de aan vragers zelf hebben en niet van een derde persoon, die dat schrijft aan B. en W, De Voorzitter: Het is dezelfde persoon, die de bouwvergunning gevraagd heeft. Het betreft hier een concept-besluit van den Raad, dat aldus begint: „De Raad der gemeente Amersfoort, gelezen het adres van den heer F. Paping van 21 September". Die brief is ook van dfien heer. De heer Jorissen: Maar wie Vraagt nu den bouw aan? Bfe Voorzitter: De heer Paping. De heer Jorissen: In hetzelfde stulc staat echter, dat de heer H. van 't Klooster, den bouw aanvraagt Öe Voorzitter: ïn dezen langen brief staat de heer Van 't Klooster alleen aan het be gin genoemd. De aanhef van dien brief luidt: „Naar aanleiding van het schrijven d.d. 15 September, afdeeling I, nummer 1365/1913, dat ik van uw College mocht ontvangen en naar aanleiding van de conferentie, welke H. van 't Klooster, te Soest, en medeondergeteekende onlangs op uitnoodiging met dè heeren Ge meente-architect en inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht hadden", enz., maar verder is dae brief geteekend Paping en de dispensatie zal ook ten name van Paping worden gesteld. Öe heer Jorissen: Dat is toch niet juist. De Heer Kroes: Mijnheer de Voorzitter! U hebt het begin van den brief voorgelezen, maar ik zou ook gaarne willen, dat u het ver volg voorlas. Ik ben het wel degelijk met den heer Jorissen eens. Er staat in het stuk en ik ken de heeren uit persoonlijke ondervin ding dat de heer Paping vraagt voor Van 't Hooster en hij ^eeft aan, dat Van 't Klooster de man is, die de volmacht heeft en daarvoor aangewezen is. Daar gaat het om. De Voorzitter: Ik zal den brief wel even voorlezen: „Naar aanleiding van het schrij ven d.d. 15 September, afdeeling I, nummer 1365/1913, dat ik van uw College mocht ont vangen en naar aanleiding van de conferen tie, welke H. van 't Klooster te Soest en mede ondergeteekende onlangs op uitnoodiging met de heeren Gemeente-architect en inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht had, bij welke conferentie werd verklaard, dat het door Van 't Klooster te Soest bij de Gemeente inge diende gewijzigde wcgenplan, daar het niet overeenkomstig de eischen was ontworpen, werd teruggenomen, welke verklaring zoo noodig wordt herhaald en bevestigd, heb ik dc eer aan U Edelachtbare heeren te verzoe ken, om de aanvraag van den heer II. van t Klooster tc Soest, Dc heer Jorissen: Daar hebben wij het! I De Voorzitter: „...om een kerk le mogen bouwen te Leusden op een terrein, door uw Gemeente aan H. van 't Klooster te Soest ver kocht, onafhankelijk van de teruggenomen wijziging in het wcgenplan te willen beoor- deelen"3 De Heer Jorissen. Dal is voldoende. Er staat in: „De aanvraag van H. van 't Klooster". Nu hooren wij, dat Paping de aanvrager is. Hoe zit dat in elkaar? Ik begrijp dat niet. De heer Paping schrijft zelf, dat Van 't Klooster het aanvraagt, De Voorzitter: Ik kan niet anders zeg gen, dan dat ik weet, dat dc heeren die zaak altijd samen behandeld hebben en dat Van 't Klooster zich heeft nedergelcgd bij het ver zoek van mijnheer Paping. Vandaar dat er voor B. en W. geen andere positie mogelijk is j dan deze aanvrage van den heer Paping te behandelen, i Dc heer Kroes: Mijnheer dc Voorzitter! Ik had mij niet graag in deze zaak willen mengen, omdat ze mij zeer nauw raakt, maar op de agenda staat mijn naam nogmaals ge noemd!, er staat: „aan den heer Kroes q.q." I Dat was indertijd juist. Toen heb ik den grond I gekocht voop die heeren. In de stukken wordt de naam Van 't Klooster genoemd en de Raad moet nu niet denken, dat ik er op gesteld ben (mijn naam nog langer verbonden te zien aan deze zaak. Juist het tegendeel. En daarom, Mijnheer de Voorzitter, wil ik een vraag tot u richten, ik weet dat u wel bereid zijt die te beantwoorden: Wat is de reden geweest dat deze vergunning zoo lang vertraging beeft ondervonden? Die vraag stel ik in het open baar, omdat nu beweerd wordt dat ik, die zooveel moeite heb gedaan om den grond in handen te krijgen, gesignaleerd moet worden als de persoon die de zaak heeft tegengewerkt. Öe heer Gerritsen: Mijnheer 'de Voor zitter, moeten wij nu nog verder gaan? U kunt deze en vervolgens nog andere vragen beantwoorden, maar ik geef in overweging, dat B. en W. de stukken terugnemen tot de volgende vergadering, want ik kan er niet uit wijs worden. Mij is het een warrommeL De Voorzitter: De zaak is toch Hoogst eenvoudig. Het geldt alleen het geven van een dispensatie van het hoogteverbod. Wij heb ben den grond verkocht onder de bepaling, dat daar een kerk en een school moeten wor den gesticht, en nu komt een van de heeren die er zeggenschap over schijnt te hebben en vraagt bouwvergunning voor die kerk. Daar voor is dispensatie noodig van het hoogtever bod en wij moeien antwoorden ja of neen. Den heer Kroes kan ik antwoorden, dat wij tal van conferenties hebben gehad en dan eens brieven en nog eens weer brieven, en dat op die manier de zaak eindelijk zoo geloopen is dat wij aan de heeren hebben geschreven: wij zien dat het consortium vraagt wijziging van het uitbreidingsplan. En toen hebben wij ge zegd: laten wij geen wijziging in het uitbrei dingsplan maken, doch den Raad voorstellen dispensatie te geven van het hoogteverbod. De heeren hebben er echter de voorkeur aan gegeven te Wijven bij hun oorspronkelijk plan en Hebben Hun aanvrage 21 SeptemSer Inge diend. Wij hebben toen onmiddellijk laten vol gen ons praeadvics, dat zoo gauw mogelijk bij den Raad is ingebracht. Ik zie in een en ander werkelijk geen reden om de zaak aan te hou den, want die is zoo eenvoudig mogelijk. Per slot van rekening is het voor den heer Joris sen de vraag, wie de aanvrager is, maar dat is een civiele kwestie. Wie de eigenaar is van het terrein en wie de opdracht geeft tot bou wen, B. en W. erkennen dat zij daar niet altijd achter kunnen komen. Indien men daarop moet wachten, dan zal het vaak zeer moeilijk zijn tc beslissen. Maar wanneer hier een aan vrage is om ontheffing van een bepaling von de Bouwverordening, dan hebben B. en W. een publick-rechtelijk standpunt in te nemen en slechts te vragen, of die ontheffing zou strooken met dc Bouwverordening, ja of neen. De heer Jorissen: Mijnheer de Voorzit ter! Wij hebben op het oogenblik nog de zaak van de zekerheidsstelling. Wanneer u nu niet weel wie de aanvrager is, dan is de vraag wie de zekerheid zal stellen. Want nu wordt het eenigszins door elkaar gehaspeld, want eerst is mijnheer A. de aanvrager, en daar na mijnheer B. en dan verzoekt mijnheer A\ de aanvrage van mijnheer B. tc steunen. 1 De Voorzitter: Als wij hot geld maar hobbcn kan het B. en W. onverschillig laten wie het is. en B. en W. zullen wel zorgen dat de Gemeente geen schade lijdt. Wie ook de aanvrager is, wanneer ons voldoende zeker heid of geld wordt verschaft, dan zijn zij B. en W. allemaal even lief. De heer Jorissen: Maar in de stukken heerscht verwarring, Mijnheer de Voorzitter. De heer Van Achterbergh: Mijnheer dc Voorzitter! Als ik goed heb begrepen ge ven B. en W. dus geen vergunning alvorens het consortium voldoende zekerheid heeft ge steld dat dc Gemeente geen schade lijdt, De Voorzitter: In geen gcvall B. en W. passen eenvoudig art. 5 van dc verordening toe, meer niet Dc zaak is dus eenvoudig ge noeg. De Heer Ivröes: Mijnheer 1de Voorzitterl Mag ik u nog wél bedanken voor uw ant woord op mijn vraag. Dat is voor mij van groot belang geweest. Het voorstel wordt goedgekeurd zoridcr hoofdelijke stemming. 28o. Voorstellen van B en W. tot het verleenen van een voorschot en een bijdrage aan de slichting „Volkshuisvesting II" voor dc stichting van 42 wroningen en een b a;d;h uisje met bovenwoning. De heer Van Achterbergh: Mijnheer de Voorzitter! Ik moet zeggen, toen ik dc stukken gekregen heb, heb ik een beetje ver wonderd gestaan dat B. en W. in dezen tijd dit stuk naar voren hebben gebracht. Wan neer ik goed gezien heb en ik heb zekeT goed gezien dateert het stuk van 28 April 1914. Toen is ingekomen het adres met me morie van toelichting, met het verzoek om nogmaals 42 woningen le mogen bouwen met een badhuisje. Toen waren de bestuursleden van „Volkshuisvesting' nog optimistisch, want er waren tot 1 April 138 menschen naar die huizen komen vragen; in gewone om standigheden wil dat zeggen, dal misschien 20 een huis huren. Het bestuur meende daarin aanleiding te vinden, om direct van wal tc steken en 42 woningen aan te vragen, met dc badinrichling er bij. Dc lijden zijn op liet oogenblik echter yeel veranderd, Op het (ingca behalve imuniqué van alen staf. De !n oosten van én Dixmuidcn. i gemaakt. In i-e Duitschers •p. telegram van lijk van Dins- ewicliligc ver re vliegeniers, ken; maar hel linie cene be- Brusscl licb- Parijs wordt en troep vlic- van krachtig akken met het lioofdkwarlie- ste plaats dal erg te Thiclt. te zijn uitgc- •ericht uil het m middag. ;n nog in ont liet plaats, in gen voorbe den leu No- hel eerste Si- r liunr-e voor- ficieele mede- e slrijdkraoh- ijke leger lol q, de g eve ch it e in de gou- geslaakt, om ïorod bevolen eranderd. Uit iagcn zijn tot nncngebracht. huzaren bij andelijke mu tagens met neralen staf von Höfer. ierst nu laat rdwesten van Save) bchaal- tweede Ser- ïstaan onder rijf division, i overhaasten 2ii van aller- k moest laten om zich uit m. De vijand 'legen stellin- maais tegen- .eruggeweken i van Sabac; van den len nze dappere >g een hard- astaad gebo- e Poliorek. Londen, 3 Nov.0(R.) Officieel. Heden morgen vroeg werd de kanonneerboot Hal cyon, die op patrouille was, aangevallen dooit een Duitsch eskader. Aan boord van de IlaL cyan word één man gewond. Toen het schig hol voorgevallene gesignaleerd had, werden verschillende manoeuvres uitgevoerd, die den vijand tot een overhaasten aftocht noop ten. Eenige lichte Engelsche kruisers ver volgden hem en zaten hem dicht op dc hie len, maar konden hem niet dwingen tol een strijd vóórdat de avond viel. Een Duitsche kruiser, die tot hel eskader, behoorde, strooide op zij,nc vlucht eenige mij nen, waarvan ééu den Engclschen onderzeeër D 5, die aan do oppervlakte van het watea voer, tot zinken bracht. Twee officieren cn twee matrozen, die zich op de brug bevon den, konden worden gored. In don loop van den dag gebeurde verder niets in dc Enge land omgevende wateren; alleen bleef ceiic- flollilc kanonneerbooten de linkerflank dei Belgen steunen. Londen, 3 Nov. Het stoomschip Van Dyck, dat door den Duitschen kruiser Karls ruhe in den grond werd geboord, was een Brilsck en geen Belgisch schip. Ilcl had een inhoud van 10.328 ton. Petersburg, 2 Nov. (R.) 1 Iet Turkscho gezantschap heeft Petersburg verlaten via Fin land. Konstanlinope 1, 3 Nov. (W. B.) Het afbreken van o'e diplomatieke betrekkingen tusschen Turkije en Servië geschiedde op grond van eone door liet Servische gezant schap aan dc Porie overhandigde nota, waar in werd medegedeeld, dat in opdracht van de Servische regeering de betrekkingen werden afgebroken en voor den gezant en het perso neel van het gezantschap paspoorten werden' verlangd. Konstantinopcl, 4 N o v e m b c i\ (\V. B.) De Portc heeft hare ambassadeurs in Londen en te Parijs, liairen zaakgelastigde te Petersburg en haren gezant to Belgrado teruggeroepen. Bordeaux, 3 Nov. (R.) lieden avond om zeven uur liad de Turksohc ambassadeur zijne paspoorten nog niet gevraagd, ofschoon alle vertegenwoordigers van de verbonden mogendheden to Konstantinopcl vertrokker zijn. Petersburg, 3 Nov. (R.) Een keizerlijk manifest zegt, dat Turkije door Duitscklan.i en Oostenrijk in een onvruohlbaren strijd to gen Rusland is betrokken. Rusland verwacht den uitslag met volmaakte kalmte en in Yen} trouwen op God. De slecht beraden tusschen* Icouisl van Turkije zal de onLknoopiug be« spoedigen, die vóór Turkije noodlottig zal zijn en aan Rusland dc oplossing zal brengen van de historische vraagstukken van de kusten der Zwarte zee, die hel door zijne voorzalen zijn nagelaten. \V e e n e n3 Nov. (W. B.) De Neue Freié Pi esse verneemt van bevoegde ziidc: Volgens de hier ontvangen berichten van het Turkscho ministerie was dc zeestrijd in dc Zwarte zee veel ernstiger dan de eerste berichten deden verwachten. Een klein deel van de Turkscho Ylool, dat exercitiën verrichtte in de Zwarte -Zee, werd eerst door Russische oorlogssche pen in observatie genomen en daarna ver volgd. De Russische oorlogsschepen gingen, spoedig daarna over tot den aanval op de ;cn en in die i spullekind! i naam niet worden op- igen weg.'" veel op. Je en altijd. Al die eest. Nu ben weer in mij 1 meer pas- stikken. Ik God's ruime /il alles ver- r onbezorgd je kunt i, niet onge- werden zijn e van haar h" gaf toe. n zuster, de ichlig wordt noodig zal gugvrn; „Zooveel meisjes zondigen er uit liefde, niet uit slechtheid, Nica. Je zoudt er, in mijn oogen, niet minder om geweest zijn." „Dacht je, dat ik daarom ongelukkig was?" Hernam ze, nadat ze beiden een poos gezwe- ^jeii hadden. „En dacht je, dat jou vriend-' •chap mij zou troosten?" „Dat ook, maar dat was 't niet alleen. Zie 'e, Nica. Als mijn vermoeden juist was ge weest; dan zou ik al andere, alles, wal lus- fohen ons is, vergelen hebben, en ik zou tot je hebben gezegd: „Ik toen niet veel, Nica i «naar ik "hen tocli een eerlijke- kerel en het is "zijn en He Heilige Maagd ons een kind, een jongen, zal schenken, dan zullen wij het Jacques noemen „Jacques Balm at; voor de wereld naar je beroemden oud-oom, den gids van den Monl- Blanc, maar voor ons beidjes naar Jacques Balmat, den kleinen sehoonsteenvegerdie door liefde geïnspireerd werd... want 't was uil liefde voor jc, Lalk>, dal dk mijn ouders en mijn land en alles verliet, uil liefde, dat ilk mijn sekse verloochende en liefde is meer dan roem en liefde is machtiger dan opvoe ding. En die liefde is nog 111 mijn harten als de ouders van Ptfnl tnii Mivlen zeggen w pulsicve vrouw die enkel door heur hart geleid weixk '„Weet-je, Lalio, we zullen, zoodra wij in den Haag terug zijn, het postkantoor, of als dat dioht is, een winkel, of desnoods een hotel binnengaan en van daar zal ik een briefje aan mevrouw van Vloten schrijven dat ik niet weer terug kom. Dan weel ze hel in eens en dan heb ik alle bruggen achter mij afgebroken en kan ik niet meer terug." „Maar, Nica, dat is immers onzin en het zou van mij al zoo laag mogelijk zijn daar mis bruik van te maken. Denk toch eens na... ■Jej naafitr> Ze lachte „dus wil-je hel fatale moment, zoo lang mogelijk, uitstellen." „Ik wil je, zoo lang mogelijk, den tijd laten, op je besluit terug te komen." „Goede Lallo altijd dezelfde." „Ik hoop altijd dezelfde voor jc te blijven, zoolang 't voor jou geluk is Nica." Een paar weken lang ging het praatje omtrent Nica's verdwijning in haar krin getje en zelfs daarbuiten rond. Dat mooie meisje, de aangenomen dochter der van Vloten's, die al zoo* half en half met den oudsten zoon was geëngageerd, \vus er ou eens van* door gegaan met een spullevent. Zoo zag je toch dal waar 't eenmaal inzat! Iedereen had zoo iets wel aan zien komeuj op den duur kon 't immers toch niet goed gaan. Dat kwam er nu van, als jc zulk volk in huis nam. Tc verwonderen was het trouwens niet, je hadt dc meid maar aan le zien. Arme Nica werd er doorgehaald zoo erg, als 't maar kon. Toen spraik men weer over iels anders. - In het gezin van den dokter, waarvan zo behoorlijk afscheid had genomen, bleef ze een lieve herinnering, al was mevrouw het er, in heur hart, mee eens, dal het toch vergèefscho moeite was geweest, zoo'n kind een degelijke opvoeding tc geven en hel te willen verheffen, Als de menschen haar pleegkind van om dankbaarheid beschuldigden, trok ze haar schouders op, zuchtte en zei, dal ze 'l ooi» anders gohoopt had, maar eigenlijk vond zq hel de beste oplossing. En zokci* voor Paul die nu veel gemak kelijker over zijn jongensliefdo lieen zou komen. Lang vóór hij dat, door zijn moeder, ge-' wensehtc stadium bereikt had, kregen ze, van' uit Savoie, 't land hunner geboorte, de huwe* lijlcsaankondLging van Lallo Balmat en Monique Raven eau. De genegenheid van broeder en zuster Had hun niet meer bevredigd en had zich opge lost in hun groolé liefde van man tol vrouw. Den Haag Oct. 1964 Aug. 1905. SLOT.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 9