„DE EEMLAN DER". Zaterdag 7 November 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. De Familie Dennaerd. N* 103 Tweede Blad. 13" Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post 1.50. Per wook (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers - 0.05. Dezo Courant versohijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advortentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elke regel meer- O.IO Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handol on bodrijf bestaan zoor voordeolige bopalingoa tot het herhaald advortoeron in dit Blad, bij abonnoment, Eene circulaire, bevattendo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Nederland en de oorlog. De broodprijs. Door de minister van Landbouw is de maxi mumprijs vaii Groningsch roggebrood ver hoogd met i cent en gebracht op 10i cent por K.G. Dc burgemeesters w-orden gemaohligd naar gtliuig van de plaatselijke omstandigheden van den olgemcencn maximum-prijs af te wij ken en de maximum-prijs te brengen op» 11 cent per K.G. l)c brooden zullen het vaste gewicht van 1, '1 of 1 K.G. moeten hebben. Belgische v.uchtelingen.. Sedert hel spoorwegverkeer van Roosen daal tol Antwerpen (Merxeni) den I7den Oclo ber heropend werd, zijn tot heden ongeveer 200,01)0 vluchtelingen langs die verbinding Icruggekeeru. Naar schatting hebben zich ech ter van hen 50 a 40,000 weder naar ons land begeven. HblcL Naar de Tel. verneemt, zullen dc loodsen aan de lianueiskade ie Amsterdam door de Belgische vluchtelingen ontruimd worden. Lr zullen maatregelen genomen worden, hen zoo spoedig mogelijk naar hun land te doen tcrugkeeren. Welke maatregelen dal zijn, is nog niet bekend, en zal waarschijnlijk nader overwogen worden. Te dien einde heeft de burgemeester van msterdam een conferentie gehad met den minister. Dc gebouwen aau de Handelskade zullen .veer in gebruik worden genomen als opslag plaats voor goederen. Terugkeer Belgische beambten. Het consulaat-generaal van België laat het volgende mededcelen: De beambten, die slaan onder het ministe rie. \an Financiën, zijn gerechtigd hunne lunc- iiën te hervallen onuer dc voorwaarden, ora- schreven door de circulaire van het 'ministe rie vau Financiën d.d. 17 September jl. Het zelfde geldt voor dc beambten van hel minis terie van biiineniandsche Zaloen onder de voorwaarden, bepaald in de circulaire van het ministerie van Binnenlandschc Zaken aan de gemeentelijke en provinciale besturen d.d. 4 Aug. U. l)e professoren en onderwijzers moeten zich Ier beschikking houden van de locale auto riteiten, waaronder zij staan. De beambten van het ministerie van Justi- 'ic zijn verplicht hunne functies te hervatten, behalve in geval van inoreelc of materieele onmacht*. De machtiging, zich ten dienste te stellen vail dc Duitschers, wordt geweigerd aan de spoorwegbeambten, die van posterijen, tele foon cn telegrafie, evenals aan de beambten, ressorteerend onder het ministerie van Open bare Werken. Wal betreft dc staatsbeambten van alle ca- cgorieëa, behalve de rechters, de geestelijken, ic professoren en de onderwijzers, die hun auctie uitoefenen binnon de vesting Antwer- rjn, zijn wij van oordeel, dat het noch vei- ig, norh waardig is hun post te hervallen tol nader order Overeenkomstig de bopahngen van de con ventie van 's Gravenhagc, zijn de beambten, die hunne funcliën hervatten, gemachtigd dc volgende verklaring le onderleekcnen: „Ik, ondcrgeleekcnde, beloof door dezen, overeenkomstig de bepalingen van de Haag- sche conventie van 18 October 1907, mijn functies nauwgezet cn loyaal te blijven ver vullen en niets te ondernemen en alles na te laten wat het Duitsche bestuur op Belgisch grondgebied zou kunnen schaden." 't Is hun slriki verboden den eed van trouw af le leggen aan de mogendheid, die het land bezel houdt. Namens den Anlwerpschen schepen Victor Desguin, wordt ons verzocht er de aandacht op tc vestigen, dat onderwijzers, die voorden 9en a.s. hun arbeid niet hervat hebben, ont slagen zullen worden. School- en Kerknieuws. De Gerei. Kerk en de oor- 1 o g. De Synode der Gereformeerde kerken heeft, naar „de Ned." meldt, de navolgende verklaring afgelegd „De Gereformeerde Kerken in Nederland, in Synode vergaderd te 's-Gravenhage in een tijd, waarin een schrikkelijke oorlog de volken van Europa teitstert, „overwegende, dat deze oorlog over de vol ken van Europa zoo namelooze geestelijke en stoffelijke ellenden uitstort, als misschien geen tevoren, „overwegende, dot hij onberekenbare schade toebrengt aan den naam, den invloed en da verbreiding van het Christendom, „overwegende, dat hij tusschen volken, die krachtens afkomst, beschaving en belijdenis bij elkaar behooren, een verwijdering brengt, die samenwerking voor langen tijd onmogelijk zal maken, „overwegende, dat de verhoudingen tusschen de volken evenzeer als die tusschen personen behooren te rusten op de door het Christendom beleden heilige beginselen der Goddelijke wet, „en, schoon niet tredende in eene speciale beoordeeling van de motieven, die eenige re geering tot deelneming aan dezen oorlog heb ben bewogen, met smart constoteerende, dat in dezen oorlog krachten werken, die rechtstreeks ingaan tegen de Goddelijke wet, en dat in dezen schrikkelijken krijg met al de ellenden daaraan verbonden te zien is een oordeel Gods over het verlaten van Zijn heiligen wil, „overtuigd, dat voor het behoud der volken geen andere weg is dan de terugkeer tot het Evangelie van Christus, den Heere, „bidden God, Die alle dingen regeert en uit het kwade het goede kan doen voortkomen, dat het Hem moge behagen de harten van overho- den en volken te neigen tot verootmoediging, en dat Hij in Zijne ontferming welhaast zulk een vrede schenke, als Zijn Naam ter eer. Zijn ko ninkrijk tot zegen en den volken tot heil ver strekken kan, „en wekken alle kerken op om gezamenlijk en krachtiger dan tot dusverre te pleiten voor het herstel en behoud van den vrede in den weg van het recht." Kunst en Wetenschap. Belgische tooueelspelers in Nederland. De Vlaamsche tooneelspsiers Hubert Laroche en Cauwenberg treden op bet oogenblik als gast op bij de Ned. Tooneel- vereeniging, directie Herman Heijermaos. De Tel. verneemt dat onder de directie van den heer Adriaan van der Horst, het gezel schap van den Koninklijken Ncderlandschen Schouwburg van Antwerpen, een serie voor stellingen zal geven in verschillende sleden van Nederland. Als eerste stuk zal opgevoerd wordenC a r i t a t e, van Maurits Sabbe, dat den vorigen winter met zooveel succes le Ant werpen werd gecreëerd. De hoofdrollen zijn in handen van. mevrouw Marie Verstraete, mevrouw Bertrijn, den heer Bcrtrijn en den lieer Gobeau. Vau den Hak op den Tak. AVeekpraatje). Zoo nu en dan hoort men vertellen, dat velen der Belgische vluchtelingen zich weinig dank baar toonen. 't Kon wel waar zijn, want men heeft onder hen, zoo goed als onder ons, goe den zoowel als kwaden, evenzeer als het een feit is, dot vele Nederlanders zelfs in dezen tijd, die zoo luide om erbarming vraagt, nog zoo weinig waarachtig medegevoel toonen. Wij hebben uit den mond van velen dier ver drevenen woorden van innige dankbaarheid gehoord, en tranen zien vloeien, welke ons het bewijs leverden hoezeer de menschen waren getroffen door de welduden, die hun werden bewezen. Hiervan getuigen ook tal van brieven van hen, die het hebben durven wagen naar Ant werpen e. o. terug te keeren. Zoo schreef b.v. een daar teruggekeerde onderwijzeres aun een Holiandsche familie o. m. „Mijne moeder spreekt aan ieder over die goede menschen te E. Waarlijk, wij zullen nooit vergeten wat al vriendelijke goedheid en liefderijke minzaamheid wij daar genoten, steeds zullen wij u allen met dankbare liefde gedenken. Aon al die dames en heeren dank, innig, har telijk dank voor het goede, dat ze mij deden, voor de genegenheid waarmede ze mij tegemoet kwumen. Aan allen vele, vriendclijk-harlelijke groeten, groeten van een liefderijk hart, dat u allen steeds met dankbare sympathie zal her denken." Aan „Het Huisgezin" ontleenen wij liet vol gende dankdicht Aan Nederland. O, Nederland, dat stom en bang van op uw grenzen, weken lang den stoeren strijd hebt nagelet van 't zusterlijke Zuid hoe zet uw medelijden wagenwijd de poort von uw herbergzaamheid ons open'k Zie uw Koningin de veel beminde middenin haar goedig volk te wachten staan ze wellekomt de karavaan van wee en wanhoop opgevlucht van stad en dorp en goor gehucht vóór 't buldren van het doodskanon. Och wat uw liefde al niet venvont Ons laaft ge langs de lijdensbaan, en, leekt er eene trieste traan op 't brood dat ge ons erbarmend breekt, dan lacht ge ons teeder toe en spreekt uw mond het zusterlijke woord, dat elke droeve die het hoort zóó troost, nu alle troost ontbrak. Uw liefde brengt ons onder 't dak waarover in den stillen nacht de sterren, als een bloemenpracht ontluiken, wijl uw lief gelaat op onzen droom te wachten staat opdat, bij 't krieken van den dag, 't ontgoocheld oog in uwen lach. YTal troost mocht vinden! Nederland, zoo legt uw zachte zusterhand aan onze zieke ziel een krans van rozen neer, wier geur en glans ons leed verzoeten. Hoe zal, och, ons arm verpuinde Landeke U toch vergelden9 Doe 't de goede God! Maar blijve Vlaanderen, welk zijn lot ook weze, U dankbaaren voorbij uw grens gevoerd, gevoelen wij hoe naar uw Land, dat ginds vergrijst, het kompas onzer liefde wijst. JOZ. DE VOCHT, Antwerpen. Den Bosch, 17. X. '14. De vorige week vertelden we van den moed en de toewijding van de kleine waterdraagster, die onder een kogelregen de soldaten water bracht, dagen achtereen. Van twee andere hel dinnen wordt ons nog verhaald Twee jonge meisjes uit Leuven, Veleria di Martinelli en Leonia van Lint, telefoonjuffrou wen, verdienen in deze dagen, nu zoo op man nenmoed wordt gebrald, met eere vermeld te worden. Wat zij deden? Eenvoudig haar plicht. Maar dat was meer dan zooveel anderen deden, die de vlucht namen. De beide meisjes, in dienst van het centraal telefoon-bureau van Leuven, bleven op haar post, ondanks het oorlogsge woel om haar heen, ondanks het geweervuur, het losborsten van shrapnells, ondanks het ge loei der vlammen van de brandende stad. Wel klopten haar harten, wel beefden haar handen, maar zij waren doordrongen van het denkbeeld dat van een goede telefoonbediening tusschen de stad en de bevelhebbers der troe pen misschien het behoud der troepen afhangt. En eerst toen het gebouw, waar zij werkten, ge deeltelijk vernield v.as en alle telefoondraden afgebroken, verlieten zij haar post, die toen nutteloos geworden was. De Belgische koning heeft door de meisjes het ridderkruis toe te kennen, haar dapperheid, die zich in 't verborgen toonde, erkend. Dat was verdiend, niet waar? Flinkheid, kloekheid, zelfopoffering en zelfverloochening zijn edele deugden. Geestkracht toon den ook die meisjes, een eigenschap welke wel zeer noodig is in dezen bangen, benarden tijd, j en straks, als de oorlog voorbij is, voor duizen- I den en duizenden zwaar getroffenen een kost- I baar bezit zal zijn. Geestkro ch t. i Er is een kracht, een wond're kracht, Aan menigeen gegeven. Een kracht, die zeker voor den mensch De beste is in 't leven. Met forsche spieren, sterken arm, Kon men vaak ijv'rig werken. Toch zal de wond're, hoog're kracht Tot 't éllerhoogste sterken. 't Is geestkracht, die ons staande houói j In moeilijke tijden. Die dapper maakt en onversaagd, Zelfs bij het bitterst lijden. Hoe men die wond're kracht verkrijgt, Die geestkracht wordt gehceten? Zij is he aeel van hem alleen. Die luistert naar 't geweten Ja, 't is een moeilijke tijd nu voor velen, ook in cns land, al blijven wij gelukkig voor oorlog gespaard. In vele gezinnen gaat het schraaltjes toe, en zaï de weldadigheid te hulp moeten komen. Dat ieder zijn plicht ten deze versta, en doe als Speenhof troostend zong voor dc bezetting der forten Holland staat nu met zijn leger Goed gewapend voor den strijd Voor zijn hoogste volksbelangen En voor zijn onzijdigheid. Nu de meesten onzer jongens Naar hun posten zijn gegaan Dient door hen die acherblijven, Even snel hun plicht gedaan. Refrein: Holland steunt nu werkeloozen, Duizenden zijn in den nood, Holland steunt nu werkeloozen, Duizenden zijn zonder brood. Zóó troost de dichter-zanger onze jongens^ die nu al sedert drie maanden onder de wape nen zijn. Zij zullen wel eens wat troost noodig hebben, al ontbreekt het hun oan geestkracht niet. Troost en afleiding, want velen hunner vervelen zich, waar de omgeving niets opbeu ends heeft, niets biedt om lichaam «n geest bezig te houden Gelukkig zij, die in lec tuur of anderszins ook voedsel vinden voor hun geest Zelfs nog op het slagveld zoo lezen wij wordt behoefte aan lectuur gevoeld. De Duitschers hebben olie boeken bij zich. De jongelui en speciaal de allerjongsten, die nauwelijks de schoolbanken verlaten hebben hebben niet zelden studieboeken bij zich. Ieder ontwikkeld soldaat heeft een boekje „Hoe help ik mij in Frankrijk9" bij zich, dat hem waar schijnlijk goede diensten bewijst. In een Duitsch tijdschrift, gewijd aan de boekhondelbclangen de redacteur is zelf boekhandelaar wordt voorts meegedeeld, dot de volgende 3 «werken 't meest verkocht worden het Nieuwe Testament, Goethe's Faust, en eindelijk N.eisches Zora- thustro. Ook de gedichten van Schiller vliegen weg. De Engelsche soldaten hebben eveneens veel boeken bij zich. Een bijbeltje ontbreekt zelden, en dikwijls hebben ze ook een gezangenboek meegenomen. Eindelijk komt de ontspannings lectuur en Wells komt dan nummer één. De Fransche soldaten lezen minder, naar het schijnt. De boeken von Flammorion cn de ver- tolingen van Wells vliegen. Ook historische romans worden druk verkocht. In tusschen zoo kunnen wij ook dit Hakje weer besluiten gaat het kanongebulder nog steeds voort. Hoe long nog? In de stille avondstemming, welke heden over ons kwam. opziend naar den helder blauwen hemel met de rustig straleiide sterren, gaan onze gedachten cn wenschen meer dan ooit uit naar den vrede Wij stemmen in met den dichter D. Volbcda: Vredig staan de stille sterren Aan de wondre, dronkre lucht Droomcnd staan de donkre boomen, 't Windje stil-weemoedig zucht. O, de dog gaf veel strijden En de nacht bedekt veel lijden. Nacht daa't over wel en wee. Geeft aan 't hijgend harte vree. Wondre vrede hcerscht rondomrr.e. Of er lijden was noch strijd In ue wijfie avondstilte Zwi gi he'. leed vun harden tijd. En ik droom van verre dagen Waarhee i stille wenschen jagen Di eens als een gouden vree Rijzen uit den nacht van wee. 't Wild gewoel van alle dager* Legt zich in den avond neer ln dep stiben avondvrede Rijst de blijde hope weer. Door het wnd gewoel van 't leven Is een gouden draad geweven, Naar het licntend ideaal Vredes, Vrt-des Zegepraal' KEUVELAAR. De een eet, dc ander kijkt toe; dat is .de ooizaak van menige omwenteling. Roman door G E R D A HAVERMAN, Lenige dagen later trof Bol), thuiskomen^ zijn vader op zijn kamers aan. „Ha, komt U me weer eens opzoeken? Gaaa Wc samen naar liet Haagje vanmiddag?" „Neen ik blijf vanmiddag kier." „Daar is ook niet veel aan, enfin, zooals L wilt." Dat papa iets op het hart had was duide- 'ïjk, wa« zou het kunnen zijn? De oude lieer had een sigaar genomen, ea *clte zich in een gcinakkelijken stoei. Bob reikte hem een lucifer aan. Maakt de familie op Boscklust het goed, sinds Zondag?" „Uitmuntend. Wel de groeten hebben hm, die sigaar trekt niet, wacht nu gaat het boter dank je Zeg jongen hm Jiou je vaii Betsy?" Gelukkig, 'het hooge woord was er uit. Bobs gezicht toonde één cn al grappige verwon dering, zijn oogen tintelden guitig. Ja Papa, als van een zuster." •I „Wat drommel, weet jij daarvaiv Je hebt nboil een zustor gehad!" »Nu ia. oar manièro de dire." „Dan zal ik jou eens op mijn manier zeg gen dat ik je een grooten ezel vind, als je zoo maar het geluk voorbij laat gaau eu het niet met beide handen vasthoudt." „Ik vrees dat ik U niet goed be^iijp." „Domme jongen, moet ik duidelijker zijn? Welnu: Belsy Hellingli is lief, mooi, heel lijk. je houdt van haar, al wetrt je zelf niet hoe veel; haar ouders zijn van kindsaf reeds mijn vrienden; haar broers de jouwe; alles is ge knipt voor je. Waarom zou je haar niet tot vrouw nemen?" „Maar waarom wiR U me eigenlijk in eens laten trouwen, ik zie niet in, dat „Kijk eens, jonden. Kom nu hier zitten blijf je liever heen en weer wandelen, mij ook goed. Luister jouw toekomst, jouw - verzekerd te zien voordat ik wegga, is als het ware mijn eenige wensch. Je vertrek naar Duitschland is zoo goed als zeker. De schei ding zal me minder zwaar vallen, als ik weet dat je gelukkig en tevreden bent!" „Dat kan i'k toch zijn, zonder dat ik na juist hoef te trouwen, beste Papa." „Wel mogelijk maar nu alle factoren aanwezig zijn om ihet tot een schitterend ge heel te brengen, zie ik niet in waarom je het niet zou doen." „Wacht eens. Papa, alle factoren zegt U, ik geloof echter dat U er één, cn wellicht den voornaamsten vergeet, en wel Betsy zelf. U hebt een prachtig luchtkasteel gebouwd dat moet ik zeggen, maar één woord van haar kan het in eikaar doen storten." „Daar ben ik zoo bang nog niet voor. Ik geloof dat mijn luchtkasteel, zooals jij het belieft te noemen, een stevig huis zal blijken te ziji\ dat vast op zijn grondvesten staat" Bob bleef zijn vader een oogenblik onder- »o*k«»nd aanzien, toen was het alsof het tri umfeerend lachje, dal op het gezicht van den ouden heer Ilennard speelde, zich plotseling in Bobs grijze oogen terugkaatste. Hij kwam naderbij eu zette zich op de leuning van een sloeL „U hebt mij op een verschrikkelijke ma nier overrompeld, dat zult U toch niet ont kennen, wel? Maar er valt oyer tc denken." „Niet waar, jongen? Nu ga je verstandig pralen. Denk er goed over na, cn het zal ie duidelijk worden dat Betsy Hellingh een schitterende partij is." „Daar twijfel is volstrekt niet aan. Werke lijk, iiu ik er een klein beetje aan gewend ben, lijkt uw plan mij niet onaannemelijk. Hoe zei U ook weer? Ze is lief ze is mooi, zc is rijk ik hou van haar. cn zij Bobs ondeugende oogen keken den ouden heer vragend aan. „Meer kom je van mij niet te welen, vraag haar dat zelf." Toen zijn vader vertrokken was, bleef Bob in diep gepeins op zijn kamer achter. Hij had om Papa's voorstel gelachen, dat was waar. maar niet zoo zeer om hel feit zelf dan wcJ om dc manier waarop zijn vader met de deur in thuis was gevallen. Het was als een bom zijn rust komen verstoren. En dat geheimzinnige lachje om Papa's lippen bracht hem nog meer vail de wijs. Dc oude lieer wist bepaald meer dan hij zeggen wilde. Vooruit Bob, zelf op onderzoek uitgaan, jongen; wie niet waagt die niet wint, en als ik verlies aeb, dal zou allemachtig jaanmer zijn van Papa's lucht kasteel." Drie maanden later werd de verloving ge vierde Het was een in gelukkige tijd voor Betsy. Papa Hennaerd, blij en tevreden, over stelpte zijn aanstaand dochtertje met de uitge- zochtslö cadeaus. „Papa verwent je maar" plaagde Bob eens. „Iedereen verwent me, geloof ik" antwoord de ze zacht. .Jij en je vader Papa en niaina. Vooral mama, ze vindt het ook zoo treurig dat ik het land uit ga." „Troost haar door te zeggen dat ze dikw ijls bij ons moet komen; heb je dat niet gedaan?" „O ja, maar het troost haar nog meer als ik zeg dat het niel voor langen tijd zal zijn dal ik weg ben, en dat zal hel toch ook niet, hè? Len paar jaartjes maar? toe zeg nu ja vragend zag ze hem aan. „Als het nu eens voor langer was, als hel eens moest, dan zou jij het toch niet erg inden, wel?" Ze kreeg een hevige kleur, hei geen Bob bevreemdde, maar toen zc hem glimlachend toevoegde: „Welnccn, natuurlijk niet. malle jongen" was hij geruststeld. CVlel iiel einde van den zomer gingen ze liouwen. De bruidstijd was een aaneenscha keling van Iccslen. Alleen hel afscheid wierp een schaduw op Belsy's geluk. Zc was altijc een moeders kindje geweest. Bob toonde zicb een kradiligeh steun. Zelf onder den indruk van zijn vai'ers afscheid, troostte hij haar zachtjes, en als een gelukkig jong vrouwtjo verliet ze Bosclilust om tc vertrekken naar Frankfurt am Main, waar hun lief gezellig huis stond. Den eersten lijd van hun huwelijk genoten zij samen van al hel mooie dal de stad en de prachtige omstreken hun aanboden. Ze be zochten Wiesbaden, vertoefden eenige dagen in het romantische Heidelberg, kortom ze brachten onvergetelijke wittebroodsweken door. Toen kwam er aan het (heerlijke najaar een einde, zoo ook aan hun uitstapjes in Bobs riten tijd. Bovendien had hij hel drukker dan gewoon lijk; men maakte in Frankfort toebereidselen voor eene electro-technische tentoonstelling, welke toebereidselen hem handen vol werk gaven. Zoo kwam hel dal Betsy gcheele dagen aan zich zelf overgelaten was; sombere, regen achtige dagen die ze doorbracht alleen mek haar gedachten. Als Bob dan 's middags laat thuis kwam. vond hij zijn vrouwtje down en zenuwachtig gestemd. Zc klaagde over haar eenzaamheid cn sprak haar verlangen naar Holland uit. Bob kon daar echter voorloopig geen verandering in brengen. Wel zocht hij naar afleiding voor tiaar, trouwens voor zich zelf ook, want om de lange winteravonden in louter verveling door tc brengen, streed totaal met zijrt ener giek, min of uiet'r rusteloos karakter. Hij had zich in korten tijd onder zijn collega's vrien den verworven en hij wist dat ze hem graag in hun midden zagen; maar hij vond hel hard voor Betsy oni zich alleen te gaan amuseeren; vergezellen wijde ze 'hem niet. Ze voelde niets vooi die vreemde menschen; met de dames waar ze aan voorgesteld was, kon ze heele- niaal niet sympalkiseeren. Toen verzocht Bob zijn vrienden ten avond bij hem thuis. Belsy schikte zich er in Zo was een waardige gastvrouw; toch ontbrak haar iets, wat de ga&len zich bij haar op hun gemak deed a oeien. Bob was echter het middelpunt waar alles om draaide; men riep, raon zocht hem, en waar hii was, heerschle een ongedwongen vroolijke geest. Wordt vcrvplqd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5