"binnenland.-
Verspreide Berichten.
'deed, door België te overvallen en te ondcr-
Werpen. Intusschen hebben wij geen enkelen
maatregel genomen om het onrecht te herstel
len, dat door België is geleden. Het is een
ware klucht voor de Vereenigde Staten, Haag-
sche conventiën te onderteekencn en overeen
komsten te sluiten, wanneer onze regeering
zich niet verplicht rekent er voor te waken,
dal hunne voorschriften In acht genomen
worden.
New-York, 9 No v. (R.) De gewezen
staatssecretaris Bacon verklaarde in een in
terview, dat het een dure plicht van de Ver
eenigde Staten is bij Duitschland te protestce-
ren tegen de schending van de Belgische on
zijdigheid. omdat tengevolge van die schen
ding Duitschland verdragen met de Vereenig
de Staten heelt overtreden, met name de arlt.
1 en 2 van de Haagsche conventie. Het zwij
gen van de Amerikaansche regeering is even
zeer eene zwakheid als eene onvoorzichtig
heid.
Wa s h i n g t o n, 10 Nov. (R) De vereeni-
gingen van wolfabrikanten hebben een beroep
gedaan op staatssecretaris Bryan, om Enge
land te verzoeken, dat het de verscheping van
Australische wol rechtststreeks naar de Ver
eenigde Staten zal toestaan onder verbintenis,
dat de wol niet zal worden overgebracht naar
Duitschland en Oostenrijk. Thans gaat de
Australische wol alleen naar het moederland.
De Engelsche ambassadeur heeft Bryan ken
nis gegeven, dat eene regeling is getroffen
met Denemarken, Zweden en Noorwegen, dat
goederen, bestemd om door onzijdigen te wor
den gebruikt, vrij naar die landen zullen wor
den vervoerd, wanneer zij geconsigneerd zijn
aan bepaald aangewezen personen met certi
ficaten, die waarborg geven tegen wederuit
voer. Engeland heeft ook aan de Vereenigde
Stalen de officiecle verzekering gegeven, dat
ladingen tabak in neutrale schepen, bestemd
voor eenig land in Europa, niet zullen wor-
ien bemoeielijkt.
B e r 1 ij n, 1 0 N o v. (W. B.) Bij de rijksbank
\s van 31 October tot 7 November de goud
voorraad met 27.102.000 mark gestegen en be
draagt nu 1.885.416.000 mark. De dekking van
de in omloop zijnde banknoten door de geza
menlijke bare middelen is van 66.2 tot 68.1, de
zuivere gouddekking van de banknoten van
14.6 tot 46.2 pet. gestegen.
Mexico.
Veracruz, 10 Nov. (R.) Telegrammen
van particulieren berichten, dat een men-
schenhoop, door constitutionalistische solda
ten aangevoerd, de nationale bank te Mexico
heeft geplunderd.
Uit Brussel.
Men schrijft ons:
De Brusselaars zijn natuurlijk weinig ge-
tïücht over de hun opgelegde boete van 5 mil-
lioen franken (die opgelegd is, omdat bij een
ruzie tusschen Duitsche soldaten en Brussel-
sche burgers de politie de partij der burgers
gekozen heeft), 't Is dan ook wel hard, te meer,
daar de stad Brussel alleen deze zal moeten
opbrengen; de voorsteden zijn door die boete
niet getroffen. De ontwapening onzer politie
agenten (ook die der voorsteden zijn ontwa
pend) doet de vraag rijzen hoe die ambtena
ren zich kunnen doen eerbiedigen? Het feit
)s natuurlijk algemeen bekend en kan niet
gunstig op de slechte elementen werken. Er
wordt nog onderhandeld over de vraa" of in-
jpecteurs van politie hun wapenen mogen be
houden.
De politie-agenten moeten sinds eenige
iagen, ten gevolge van een door het Duitsche
gouvernement uitgevaardigd bevel de Duit
sche officieren groeten. De laatsten beant
woorden dit saluut met zichtbare beleefdheid.
Bewoners van Haeren, een dorpie op onge
veer 7 K.M. van Brussel, zeggen, dat "Woens-
ag j.l. een vliegenier 2 bommen heeft gewor-
cn op 't emplacement der door de Duitschers
bezette tankinrichtingen der Anglo-Bclgian
Benzine Company. De bommen misten hun
doel.
We hebben ook weer een proclamatie ge
had om ons nog eens te zeggen, dat de mark
tegen frs. 1.25 moet aangenomen morden. Win
kels die dit weigeren, worden met sluiting
door de Duitsche overheid gedreigd.
Bij proclamatie wordt handelaars in meel,
tarwe, maïs. rogge, peulvruchten en aardap
pelen bevolen de bij hen aanwezige voorraden
aan hunne diverse burgemeesters vóór 10 No
vember op te geven. Niet aangegeven voor
raden zullen in beslag genomen worden. De
urgemeesters hebben zorg te draden, dat het
•aan gedorscht en gemalen wordt-
De Duitschers in Vlaanderen.
De Duitschers zijn nog voortdurend bezig
zich in het Noorden van Vlaanderen door
verdedigingswerken te beveiligen, zoo meld
de gisteren een telegram uit Sluis aan de Tel.
We hooren gansch Noord-Vlaanderen door
hevige ontploffingen. De Duitschers doen brug
gen springen. Ze deden het gisteren te Scha-
weys en met de Lievebrug ten Noorden van
Maldeghem. Heden is de Stroobrug aan de
beurt, waarover de tram Breskens—Malde-
ijhem reed en die dus zeer hecht was. Deze
bruggen en nog veel andere liggen over de
Leopoldsvaart.
Geschut werd op verschillende plaatteen
opgesteld in 't Landen, aan de duinen.
Een Engelsche of Fransche aviateur wierp
bommen op Blankenberghe. Zijn doel was een
afdeeling Duitschers op den UitWkschen
Steenweg. Een bom ontplofte bij het hotel
«Willem Tel", doodde een knaap van onge
veer 10 jaar en kwetste een burger, die voor
de d«ir vin zijn woning stond. Een tweede
bom trof het verecnigingslokanl der Liberale
Partij „Ons Huis", in de .Sergeant de Bruyne-
«traat. De voorgevel van het ruim en hoog
gebouw werd neergeworpen. Hierbij werden
geen personen getroffen.
Dat er te Blankenberghe, hetwelk onder
den Treeselijken slag geweldig daverde, een
groot aantal ramen gesprongen zijn, spreekt
Van zelf.
De Duitschers hebben de lange, breede pier
met het restaurant op het uiteinde, in brand
gestoken; hetzelfde gebeurde met het haven
hoofd, die geliefde wandelplaats der badgas
ten. De woningen op den dijik zijn hier, zoo
wel als in de andere badsteden, ontruimd.
Speren is nog steeds aan de verbondenen,
de bevolking heeft deze stad grootendeels
verlaten, uit voorzoig voor het bombarde
ment.
Achter de heuvels van Kemmelen, in Cats,
zag men dezelfde tooneelen als onlangs aan
de Nederlandsche grens, 't Was de uittocht
van duizenden bewoners van Zuid-Vlaande-
ren; een lange stoet zwaar-bepakte vermoeide
mannen, vrouwen en kinderen. Slechts de ge
lukkigen konden een plaatsje krijgen op een
militairen trein.
De lijnen van Noor cl - F rank rijk - A rm cn t i -
res-Hazebroek-Sommer-Calads en Hazebrock-
Duinkerken, en andere worden natuurlijk
voor militaire doeleinden gebruikt. Een bom
bardement van Yperen zal ook de kunst heel
wat schade doen. Geen straat in de oude stad
•zonder een aantal merkwaardige gebouwen.
Aan den Yser houden de Duitschers nog St.
Joris bezet (in bet Fransch St Georges), groo
tendeels verwoeste dorpjes aan deze zijde der
rivier. Het is in dat gebied stil- Hoorden we
gisteren nog zeegeschut, vandaag dringt geen
enkel geluid vandaar door.
Dat de Duitschers den toestand niet roos
kleurig inzien, blijkt uit de uitlatingen van
vele soldaten en ook uit de woorden, welke
ik heden van een Duitsch officier opving:
„Wij kunnen hier in België wel vier maanden
zitten". Waarom, dal verklaarde hij niet.
Spoorwegongeluk te Lnik.
De correspondent der N. R. Ct. te Boeda
pest schrijft:
Omtrent een spoorwegongeluk te Luik,
waarbij een kapitein der 30.5 cM. Oostcn-
rijksch-Hongaarsche motorbatterijen het
leven liet, is het volgende aan een brief van
een der officieren aan zijn ouders te Sara-
jewo ontleend, die gisteren in de Bosnische
Post was opgenomen.
„Voor twee dagen kwamen wij naar Keu
len om eens goed uit te rusten. Na de over
gaaf van Antwerpen hadden wij daaraan ook
inderdaad behoefte, en buitendien -7--1.cn
onze motoren cn ook onze klceren eens goed
worden nagekeken.
De trein, waarmee wij reisden, was zeer
lang; de heele batterij met munitie, benzine,
enz., juist 50 goederenwagens. Even voor
Luik daalt de weg over een afstand van 7
•M., en daar bleek het, dat de remmen voor
deze belasting te zwak waren. Steeds harder
liep onze trein, en met een razende snelheid
liepen wij in 't holle van den nacht 't was
ongeveer half vier hel station binnen en
op een anderen trein, die daar stond. De
schok was geweldig. De twee eerste rijtui
gen, waarin de officieren zaten, werden hoog
opgetild, waarbij zij hun raderen verloren en
omgekeerd weer neergesmakt. en in deze af
schuwelijke stelling werden wij nog een eindje
voortgesleept, totdat onze locomotief eindeli k
vastzat. Bizonderheden van de ontzettende
tafereelen, die toen volgden, zal ik maar niet
schilderen. God heeft ons gered. Toen alle
manschappen uit de wagens waren verza
melde onze bevelhebben allen om zich en, ter
wijl hij ziin pet afnam, beval hij „Gebed". En
met weemoed baden wi) een Onze Vader voor
onzen armen batterij-commandant en een
dankzegging voor onze wonderbaarlijke red
ding. De vijandelijke kogels en granaat-kar
tetsen heb ik nooit erg gevonden, maar God
behoede mff voor zoo een ongeluk, als wij
hier beleefden."
De aanval op de D ussel dorf sche
lnchtschiplood®.
Een Engelsohman -die getuige is geweest
van den aanslag in October op de luchtschip-
loods te Dusseldorf, deelt aan de Times mede,
dat de in de loods liggende Zeppelin geheel
vernield is en dat 4 officieren gedood en ver
scheidene gewend zijn door de ontploffing
van het gas.
Het opsluiten van de
„K n i g s b e r g
Het Britsche gezantschap te 's-Gravenhage
deelt over het opsluiten van de „Königsberg''
de volgende bijzonderheden mede
..De Admiraliteit bericht het volgende
Nadat de verblijfplaats van de Königsberg
bekend was geworden door den aanval van
het schip op de Pegasus op 19 September,
wca 1 door de Admiraliteit een aantal snelle
kruisers in de Oost-Afrikaansohe wateren bij
eengebracht, welke oorlogsbodems daarop
gezamenlijk overgingen tol een nauwkeurigen
en langdurigen onderzoekingstocht.
Op 30 September werd de Königsberg ont
dekt door Z. M.'s Chatham. De Duitschers
verborgen zich in ondiep water, omstreeks
zes mijlen van de monding der Rufigi-rivier,
tegenover het Magia-edland (Duitsoh-Oost-
Afrika).
"Wegens haar gnooten diepgang kon de
Chatham de Ilönigsborg niet bereiken, die aan
den gror.d zit, behalve bij hoog water.
Een ged.,lle der bemanning van de Kö
nigsberg is aan land gezet en heeft loopgra
ven langs- de oevers van de rivier aangelegd.
De loopgraven der beide oevers en de Königs
berg zelf werden door de Chatham bescho
ten, maar wegens de d;-hle palmboombos-
scben is het niet r de aangerichte
schade vast te stelles
Gedurende de operalies ondernomen voor
het buitmaken of vernielen van het schip,
weTden doeltreffende maatregelen genomen
om de Königsberg op te sluiten door kolen
schepen te laten zinken in het eenige be
vaarbare kanaal, en daar het schip thans op
gesloten is en niet meer in staat is kwaad
te stichte", zijn dus de snelvarende schepen,
die naar het schip gezocht hebben, thans
vrijgekomen voor andere diensten.
De ondergang van de „Emden."
Hierover deelt het Britsche gezantschap te
Den Haag mede:
Een andere groote gecombineerde opera
tie, door groote kruisers legen de Emden,
werd reeds eenigen tijd uitgevoerd. In dat af
zoeken. dat over een zeer groot gebied werd
ondernomen, werden de Britsche kruisers,
geholpen door Fransche, Russische en Japan-
neesche schepen, die in goede harmonie sa
menwerkten. Z. M.'s Melbourne en Sydney
waren ook in deze operatie betrokken. Gis
terenmorgen werd bericht ontvangen, dat de
Emden te Kooiing op Cocos-eiland was aan
gekomen en troepen aan land had gezet om
het draadlooze telegraaf-station te vernielen
en den kabel af te kappen. Hier werd ze ver
rast en tot een gevecht gedwongen door de
Sydney. Een hevig gevecht .had plaats, waar
in de Sydney het verlies leed van 3 dooden
en 15 gewonden. De Emden dreef op de kust
aan en vloog in brand. Haar verlies aan man
schappen wordt als zeer zwaar cemeld. Alle
hulp. die mogelijk was, werd geboden aan
de overlevenden. Met uitzondering van het
Duitsche smaldeel aan de kust van Chili is
de geheele Stille Zuidzee en Indische Oceaan
nu vrij van vijandelijke oorlogsschepen.
Het optreden van generaal
Christiaan de Wet.
Uit het verslag van een vergadering, den
2den October te Potchefstroom gehouden, om
tegen de expeditie in Duitsch Zuid-West-
Afrika te protesteeren, ontleent de N. R. Ct.
aan het blad Het Westen nog een enkele zin
snede uit de rede door generaal De Wet ge
houden.
In een artikel had de Volksstem De Wet
in den mond gelegd, dat generaal De la Rey
niet bij ongeluk was doodgeschoten.
„Wel zeide spr, ik herhaal dit, ik ge
loof niet, dat dit 'n ongeluk is nie. Ik së dit
nog.'' „Toen ik die tijding' kreeg, sè mijn
vrouw en dogter aan mij met trane in hulle
oge: Pa hulle kan jou nou ook doodskiet op
die manier
Tal van malen werd De Wef het spreken
door tegenstanders en volgens het blad
ook donr huurlingen dezer tegenstanders
belet. Zij waren reeds bii het begin zoo te
keer gegaan in de gehuurde zaal, dat de ver
gadering naar het plein voor dekerk moest
worden verlegd. De Wet dreigde hen ten
slofte met de woorden:
„Die Here bewaar jullie als ik mij net om
draai, julle gaan die oorsaak wees als hier
vanaand nog bloed sal vloei. Misschien is daar
onder hulle nog wat ons kerke het help af
brand."
Na De Wet voerde nog een vijftal sprekers
het woord, waarna de protestmotie tegen de
expeditie naar Duitsch Zuid-West met groote
meerderheid werd aangenomen.
Een overwinning va«n G'hristiaan
De Wet.
Een particulier Reuter-telegram meldt uit
Pretoria d.d. 9 Nov.:
Oronjé, het lid van den volksraad, rappor
teert, dat hij eergistermorgen met een klein
regeerin gscommand0 Wiirburg (in het hart
van den Vrijstaat) verliet, nadat hem bevolen
was zich met andere kleine commando's in de
buurt te vereenigen.
De Wet, die in de nabijheid met 2000 op
standelingen gesignaleerd was, vn'el Oronjé
aan de brug over de Zandrivier bij Doorn-
burg aan, met (het resultaat, dat Oronjé 20
man gevangen nam, waarvan 11 gewonden:
10 opstandelingen sneuvelden. Oronjé had 3
dooden en 6 gewonden.
De Wet zond echter versterkingen, die een
stormaanval deden, de gevangenen ontzetten
en Cronjé's trein vermeesterden. De Wet's
zoon David sneuvelde.
Ons commando is bezig zich te herstellen.
De regeering zendt aanzienlijke versterkingen
Gevangen genomen opstandelingen dcelen me
de, dat zij door De Wet gesjambokt zijn, om
hen te bewegen zich aan de zijde van den
opstand te scharen.
Een buitengewone
onderscheiding.
De universiteit te Glasgow heeft President
Poincaré benoemd tot lord-rector, een waar
digheid, die anders nooit aan een buiten
lander wordt verleend.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Buitengewoon crediet.
De Ministers van Oorlog en van Financiën
hebben aan de Tweede en aan de Eerste Kamer
doen toekomen een nota, waarin zij hebben
samengevat hun antwoord op de opmerkingen,
ter sprake gebracht in de afdeelingen der
Tweede Kome; en der Eerste Kamer betreffende
de voorgestelde verhooging van Hoofdstuk VUI
(buitengewoon krediet) en in dc openbare ver
gadering der Tweede Kamer van 9 October j-1.
Aan die nota ontleenen wij onder meer het
volgende
Ten aanzien van de gevraagde gegevens,
waarop de toegestane sommen
zijn uitgegeven, zegt de Regeering, dat
door de onvermijdelijke decentralisatie bij het
doen van nagenoeg alle uitgaven het haar, ten
eenenmale onmogelijk is op een gegeven oogen-
blik den juisten stand van de reeds gedane en
nog minder dien van de nog te doene uitgaven
te kennen.
Met betrekking tot de onbekrompen
heid in de beschikking over
'slands gelden wordt er op gewezen,
dat bij het intreden van den mobilisatietoestand
aan tal van personen de bevoegdheid moest
worden verleend tot onmiddëllijken aankoop
van tal van benoodigdheden. Aangezien tijd
verlies in deze de schromeliikste gevolgen zou
kunnen hebben, moet de grootst mogelijke spoed
worden Betracht, en daardoor kan het ongetwij
feld zijn voorgekomen, dot in sommige gevallen
te hooge prijzen ziin besteed geworden. Onder
zulke omstandigheden is het bijna onvermijde
lijk dat het voordeel is aan de zijde ven den
verkooper, die de juiste waarde van zijn goed
beter kent dan de officier, met den aankoop
belast, die, met hoeveel goeden wil ook bezield,
vaak een slecht „koopman" is. Tot dusver zijn
echter geen gevallen van bestede buitensporig
hooge prijzen bekend geworden.
Ter bestrijding van de uitgaven
vanwege het ministerie van
Landbouw, N ij verheid en Han
del gedaan, zij medegedeeld, dat inmid
dels een suppl. Landbouwbegrooting voor het
loopende jaar is ingediend. De aan de spoor
weg-maatschappijen uit te keeren schadeloos
stellingen zullen, als rechtstreeksch gevolg van
den mobilisatietoestand, te zijner tijd moeten
worden gekweten uit de gelden, die als buiten
gewoon crediet op de oorlogsbegrooting be
schikbaar werden gesteld.
Naar aanleiding van de beweerde lucht
hartigheid bij de opruimingen
zegt de minister van Oorlog, persoonlijk een
groot deel der plaatsen bezocht te hebben, waar
opruimingen zijn uitgevoerdhij heeft zich daar
met de officieren, aan wie de leiding daarvan
was toevertrouwd, onderhouden. Van luchthar
tigheid heeft hij geen spoor ontdekt. Wel is de
minister duidelijker dan ooit geworden hoe
moeilijk het is, wanneer men niet weet over
hoeveel tijd men voor de opruimingen zal kun
nen beschikken, te bepalen wat terstond wèl en
wat nog niet moet worden opgeruimd, wat in
de eerste plaats behoort te geschieden en wat
desnoods zou kunnen worden achterwege ge
laten. De belangen van de schatkist treden dan
ten achter bii de belanaen der verdedicriiur.
welke laatste vereischen, dat ten spoedigste
vuuruitwerking kan worden verkregen in die
richtingen en op die afstanden waar dit van
het meeste belang is. De beoordeeling van
deze aangelegenheid is voor niet-deskundigen
vaak bezwaarlijk.
De toelagen voor officieren
90 per maand voor den subalternen officier
en f 120 voor den hoofdofficier) kan de minis
ter van Oorlog niet „aanzienlijk" vinden. In de
eerste degen der mobilisatie mochten geen
verblijfkosten worden gerekend, terwijl door de
opperofficieren veel moest worden gereisd, zoo
dat de toelage van f 8 per dag voor deze cate
gorie evenmin aanzienlijk was.
Dat de wijze van inrichting der
gevorderde automobielen voor
militair gebruik niet vereenigbaar zou zijn met
een zuinig beleid, is niet gebleken. Waar het de
militaire autoriteit bleek, dat op onoordeelkun
dige of ongeoorloofde wijze door militairen
werd gebruik gemaakt van automobielen, heeft
zij niet nagelaten daarin verandering te brengen.
Bij de vaststelling der vergoedingen voor het
gebruik der automobielen wordt er naar ge
streefd gedragregelen te volgen, die aan de
deskundigen volle bevrediging zullen schenken.
Wat de vergoedingen aan ge
zinnen en kostwinners betreft,
welke aan de burgemeesters zijn overgelaten,
is, waar de bedragen te veel aan den schrielen
kant waren, daarop de aandacht gevestigd.
Vaststelling van vaste schalen voor onder
scheiden groepen van gemeenten zou op groote
moeilijkheden sluiten.
De minister van Oorlog is niet bereid ten
aanzien van de verspreiding van
couranten in het algemeen en
van het dagblad Het Volk in
het b ij zonder een voor het geheele leger
geldenden regel vast te stellen of den opper
bevelhebber te verzoeken zulks te doen. Juist
dit standpunt laat de mogelijkheid open om de
menschen niet meer dan noodig is in him ge
woonten te treffen.
Tot haar leedwezen moet de Regeering zich
op het standpunt plaatsen, dat het oogehblik
om aan de Kamer inlichtingen te ver
schaffen nopens den staatkun
digen toestand, waarin ons land ten
opzichte van het buitenland verkeert, nog niet
is aangebroken.
Uit de Pers.
Nederland's neutraliteit en de
Pers.
"Wij hebben eenige dagen geleden in deze
rubriek uit het tijdschrift Vragen des Tijds
overgenomen, hetgeen Prof. Kernkamp
schreef over de houding der groote bladen,
die de mededceling onzer Regeering om zich
te onthouden van uitingen, die krenkend kun
nen zijn voor een der oorlogvoerende par
tijen, zóó schijnen opgevat te hehben, dat zij
zich moesten onthouden van alle voorlichting
omtrent de kansen van Nederland, om in den
oorlog betrokken te worden of de gevaren
voor Nederland te duchten ook als het buiten
den oorlog bleef.
De Nieuwe Courant stelt daar de vol
gende beschouwing tegenover:
„Verzekering van vriendschappelijke
betrekkingen met de ons land omringende
mogendheden door inachtneming van strikte
onzijdigheid is, in vredestijd, sedert jaren de
bestendige staatkunde van onze regeeringen
geweest De voortzetting van die politiek
werd ,toen de oorlog uitbrak, mogelijk,
grootendeels ofschoon niet geheel, tenge
volge van omstandigheden van onszelven
onafhankelijk. Zij bleek mogelijk niet alleen,
doch ook boven elke andere houdm"- ver
kieselijk; middel tegelijk om ons land voor
de oorlogsramp te behoeden en, voorshands
om zijn zelfstandigheid te behouden. Onze
Regeering zag het zoo int het leed geen
twijfel of de overgroote meerderheid der na
tie begreep het zooprof. Kernkamr» naar
wij verstaan, behoorde niet tot de weinigen
die er anders over dachten.
Zou het ook kunnen zijn, dat de „groote
dagbladen", deze eensgezindheid waarne
mende en zelf erin deelende, het hun vader-
landschen plicht achtten zich te onthouden
van wat haar zou kunnen verstoren. Te ont
houden. waakzaam, zóó lang als zij meenden
dat inderdaad het vasthouden aan een eer
lijke neutraliteitspolitiek voor het land in
elk opzicht het beste was en zóó lang als
zij genoegzaam vertrouwen in de Regeering
stelden om bij haar de beslissing veilig te
achten, hoever de offers door een volk als
het onze aan het bewaren van vrede te mid
den der oorlogvoerenden te brengen, moch
ten gaan?"
Als hij die vraag overdenkt, zal meent de
N. Ct., de Utreehtsche hoogleeraar misschien
de geringschatting betreuren, waarmee hij
het zwijgen onzer dagbladpers over groote
vraagstukken van buitenlandsche politiek
toeschreef aan inertie uit sleur.
„Was niet de verleiding veeleer groot
voor bevoegde en onbevoegde schrijvers
om zich, juist in deze maanden, levend:g te
gaan weren op een gebied, waar minder dan
ergens elders het publiek tinnegieters van
goudsmeden onderscheiden kan. waar door
kleine voorlichters gewerkt wordt met ont
zaglijke grootheden, waar gevoel en ver
stand elkander ieder stukje terrein betwis
ten en volsche profeten gelijke aanspraak
maken op leiding der volksmeening als be
zonnen empiristen P
De ingetogenheid van onze dagbladen
heeft de zeer zware taak van de Regeering
ontegenzeggelijk verlicht. Zij konden zich
dat ongemeene zelfbedwang opleggen en
het verantwoorden, omdat zij overtuigd wa
ren dat de Regeering de onzijdigheid niet
als het hooeste goed maar als het beste
middel betrachtte en dienovereenkomstig
handelde en besliste. Voorts wijl zij wisten
dat de onzijdigheidspolitiek der Regeering
een hechten steun vond in het ontbreken
eener gevestigde voorkeur voor een bepaal
de natie in de Nederlandsche volkszielge
dragen werd door de „geestelijke onzijdig
heid" van ons volk, zooals rector Casimir
het noemt in een pas verschenen, uitne
mend geschrift."
Dc heer Kernkamp klaagt dat de volksmee
ning stuurloos is. En o zeker, er wordt heel
wat gebazeld onder het publiek over Duitsch
land dit en Engeland dat, en „de weelde van
den söciëteitsganger", waarvan Buys eens
Bprak, stijgt in dagen als deze tot een bui
tensporige hoogte.
„Maar kan een zoo bevoegd beoordeelaar
als de heer Kernkamp werkelijk meenen dat
«en dagelijksche perspolemiek (zooals uit de
vervulling van ziin wen&ch zou zijn voort*
gesproten) over de tr: '-r> en
komstige verhouding v,-i: H lot de
oorlogvoerenden, midden in onze beroering,
zou hebben bijgedragen tot het vormen van
een welgegronde volksmeening over de kan
sen van ons land om in den oorlog betrok
ken te worden en de gevaren, voor on9 land
te duchten, ook als het buiten den oorlog
bleef?
Nu „dobbert de volksmeening als een
schip zonder stuur op de onstuimige zee."
Is het wel zoo? Heeft, om enkele zeer be
langrijke vragen even aan te roeren, de heer
Kernkamp de volksmeening voelen dobbe
ren, b.v. ten aanzien van deze quaestie of
Nederland een ander antwoord zou hebben
gegeven dan België deed, indien een oisch
tot vreedzamen doortocht als die van 2
Augustus tot onze Regeering ware of zotf
worden gericht. Nam hij in de volksziel
eenige teekenen waar van verslapt nationa
liteitsgevoel of van onlust om zich voor he
behoud van eigen volksbestaan offers aar
goed en aan bloed zoo noodig, te getroos
ten? Wij niet."
In één opzicht kan prof. Kernkamp gelijk
hebben, n.L dat men zich van de gevaren
die ons land bedreigen, hetzij het nog in oor
log geraakt dan wel er buiten blijft, niet le
vendig genoeg bewust is. Het is goed dat
daarvoor de oogen open blijven, maar deze
zorg is aan publicisten van zijn gading het
allerbest toevertrouwd. Hij doet door te
waarschuwen en tot blijvende waakzaamheid
te manen, zijn plicht, veilig voor het wekken
van alarm en sensatie binnenslands,
spraak en protest daarbuiten. Wij, daffifca-
den, vervullen weer op andere wijs den
onzen.
Berichten.
De Staatscourant van Woensdag 11 No
vember bevat 0. m. de volgende Koninklijke
besluiten
opnieuw benoemd tol notaris te Zoeter-
woude J. H. Weydung, aan wien met ingang
van 1 September eervol ontslag werd ver
leend
eervol ontslagen ter zake langdurige afwe
zigheid wegens ziekte D. J. G. v. Oostveen
klerk aan de Rijkspostspaarbank.
benoemd tot kantonrechter-plaatsvervangcr ir
het kanton Delft ,met ingang van 15 Nov. a. s
mr. J. J. Roes, advocaat en procureur te Delft
benoemd tot kontonrechter-plaatsvervanger ir
het kanton Schiedam, met ingang van 15 Nov
a. s.. L. van 't Sant. ontvanger der registrr"
en domeinen te Schiedam
benoemd bij het reservepersoneel der lcn
macht, bij het wapen der cavalerie, met ingan?
van heden 11 Nov., tot resenre-eerste-luitenani
de reserve-tweede-luhenants L. H. Doendels, W
F. Tromp Meesters, J. Lohman en jhr. P. P. de
Beaufort, allen van het wapen.
Vice-president Raad van State.
Mr. W. F. van Leeuwen, Commissaris
der Koningin in Noord-Holland, werd Maan
dag door den minister van Binnenlandlscb:
Zaken te Den Haag ontvangen.
Dit wordt, niaar men uit Den Haa;?
meldt, in verband gebracht met het gerucht
dat mr. Yan Leeuwen in aanmerking zoi
komen voor het vaceerende ambt van vice
president van den Raad van State.
H. v a n d e r G e 1 cl. f De Tijd meldt h
overlijden te 's Hertogenbosch van den 7G
jarigen beeldhouwer H. van der Geld.
Hij vervaardigde een groot, golhiek vlei
gelaltaar voor de kerk te Kaeken, nabij Klc f
en werkte voor de dorpjes en steden lan
den Rijn, ook voor Calcar en Dusseldorp. Be
kend werd hij vooral door zijn talrijke
beelden aan de pijlers der Sint Janskerk U
's Hertogenbosoh.
Zijn vermaard levenswerk, te zijnen huize
bewaard, was een hoogaltaar, een reusachti'
werk van negen meter hoogte en zeven mete
breedte, mei meer dan tweehonderd figu»e
Van zijn zestigste tot zijn zeventigste jaar heeft
hij daaraan gearbeid.
Te Haarlem is overle. n in den ouder
dom van 74 jaren, de heer A Ph. Hoogh-
winkel, gepensior.neerd kapitein-luitenant ter
zee.
Nederland en de oorlog.
Staat van beleg.
Bij Kon. besluit zijn met ingang van heden
in staat van beleg verklaard de volgende ge
meenten
a. in de provincie Groningen: Teriwunten,
Appingedam, Bierum, 't Zandt Uithuizermee-
den. Uilhuizen, Usquert, Warffum (voor zoo
ver niet reeds vroeger in staat van beleg ver
klaard), Baflo, Eenrum, Kloosterbur<en, Leen6,
Grijpskerk;
b. in de provincie Friesland: Koliumer-
1' 1 en Nieuw Kruisland, Oostdongeradeel,
Westdou geradeel, Ferwerderadeel, 't Blldt
Barradeel
Uitvoerverbod.
D uitvoer van looistoffen en looi-extrac
ten is van gisteren af verboden.
Smokkelhandel in wol.
Met het oog op den smokkelhandel in wol
niettegenstaande het uitvoerverbod, zal.
schrijft de N. R. Ct., vanwege de Regeering
het toezicht aan de grenzen, zoowel te lanc
als op de rivieren dermate worden verscherpt,
dat de uitvoer van wdl (naar naburige staten)
zoo goed als onmogelijk wordt.
Geïnterneerde militairen.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
voorzieningen betreffende den rechtstoestahd
van hier te lande geinterneerde militairen
van een buitenlandsdhe mogendheid.
Voor het Kon. Nationaal
Steuncomité.
Ruim 900 ambtenaren aan de departemen
ten van algemeen bestuur, hooge colleges v5h
staat en analoge colleges te 's-Gravenhage
staan thans één pet. van (hun inkomen téh
bate van het Kon. Nationaal Steuncomité db
Over de maand October werd van deze zijde
(na aftrek van allerlei onkosten) f 981 ont
vangen; voor de toekomst kan op een bijdtr>è
van f 1000 per maand gerekend worden.
Vergoeding wegens kost
winnerschap.
De minister van Oorlog heeft onder dagteev
kening van 6 November het volgende geeohre'
ven aan de burgemeesters:
Daar het zich niet laat aanzien, dat op
üDQedjge demobilisatie vo-n d« we^cjpacb^