„DE EEMLAN DER".
Zaterdag 19 December 1914.
BUITENLAND^
13d' Jaargang
Bericht.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post 1.50«
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Êfzonderlijko nummers 0.05»
ezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- en
Feestdagen.
Ad vortentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
tntercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels,. f 0.50.
El ko regel meer O.ÏO
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotnling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bodrijt bestaan zeer voonleeligo bop ili y:
tot het herhaald ndvertoeren in dit Blad, bij abonnomont.
Eono circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondeu.
ZiJ, die zich met ingang van
i Januari a.s. op dit blad abon-
neeren, ontvangen de lot dien
datum verschijnende num
mers G H A 11S,
De Administratie.
Kennisgevingen*
De Burgemeester van Amersloort
Gezien art. -11 der Gemeentewet;
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dins
dag, den 22. December aanstaande, des namid
dags ten 2 ure.
Amersloort, den IS. December 1914.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWUCK.
KAMER VAN ARBEID VOOR DE
EOUWBEDR1JVEN TE AMERSFOORT.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Amersloort
Gelet op artikel 11 valt het Kiesreglement
voor de Kumers van Arbeid
Herinneren de hoofden ol bestuurders van de
navolgende bedrijven het bewerken van hout,
steen of metalen, het leggen van electrische ge-
leidngen of von gas- of waterleidingen, het
schilder- en stolfeerders-, behangers-, heiers-,
stucadoors-, aardwerkers- en straatmakersbe-
drijf. het ontwerpen van- en het houden van
toezicht bij het uitvoeren van bouwbedrijven
aan hunne verplichtingen om vóór 15 Januari
a.s. eenc lijst of zoo noodig lijsten op te maken
van de namen en van de voornamen der manne
lijke en vrouwelijke personen, die in hun be
drijf binnen het gebied der Kamer van Arbeid
als patro ol in hun dienst als werklieden
werkzaam zijn geweest gedurende het laatstver-
loopen kalenderjaar, cn cm die lijst of lijsten
vóór 15 Januari a.s. te zenden aan Burgemees
ter en Wethouders voornoemd.
Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende den bovenaar.gegeven lijd niet
binnen het gebied der Kamer van Arbeid bij
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn
werkzaam geweest
Op de lijsten behoeven niet te worden vermeld
zij die geen ingezetenen des Rijks of geen Ne
derlanden zijn of op den 15 Februari a.s. den
leeftijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt-
Zii d e gedurende het laatstverloopen kalen
derjaar, in het bedrijf van hetzelfde hoofd of
denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest,
en die aanspraak kunnen maken om op eene
kiezersli'st voor de Kamer van Arbeid te wor
den geplaatst, worden er voorts aan herinnerd,
dat zij daarvan vóór 15 Januari a. s. aangifte
kunnen doen bi) Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De formulieren der lijsten en der aangiften
zijn vanaf den ter Gemeente-Secretarie kos
teloos verkrijgbaar-
Amersfoort, den lfi December 1914
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D - Secretaris, De Burgemeester,
Pl R. VEnvcTRA. v. RANDWIJCK.
Mencieissohn Lobgesang.
Toen in het jaar 1835 Mendelssohn vin
zijne kunstreizen, waarop hij achtereenvol
gens Engeland, Schotland en Italië had be
zocht. roet roem beladen in zijn vaderland
terugkeerde, werd hem al spoed do schitte
rende positie aangeboden Yan directeur der
ucwanühaus-concerlen in Leipzig, in welke
betrekking hij met een tusschenpoos van en
kele jaren lol aan zijn dood is werkzaam ge-
Dleven- Deze periode vormt zonder twijfel
het glanslnjdperk in het leven van den com
ponist; door zijne zeldzame gaven als diri
gent wist liij het muziekleven in de kunst-
beende stad lot eene ongekende hoogte op
te voeren en Leipzig te maken lot een mid
delpunt, waarop de oogen van geheel Duitsch-
iand gevestigd waren. Maar ook als schep
pend kunstenaar was hij in die jaren omer-
mocid werkzaam en onder de veie composi
ties in dien tijd ontstaan behoort ook het
Lobgesang. Aanleiding lot hel' componee-
ren van dit werk was hel groote vierhonderd-
janige gedenkfeest van de.uilvinding der boek
drukkunst, dat 24 en 25 Juni 18iJ in de boe
kenstad Leipzig werd gevierd. Nadat reeds op
den eersten feestdag eene ook door Mendels
sohn gecomponeerde Gutenberg-Kanlatc ten
gehoore was gebracht, werd! op den tweeden
feestdag zijn Lobgesang uitgevoerd, echter
niet in den vorm, dien wij tegenwoordig ken
nen. daar er later door den componist nog
ingrijpende veranderingen in zijn aange
bracht.
Eene Symphonie-Kantalc heel het werk,
waarmee dus wordt uitgedrukt, dat het deels
instrumentaal, deels vocaal is gecomponeerd.
Inderdaad is het eerste gedeelte eene instru
mentaal symphonic, welke echter èn door de
omstandigheid, dat ze in lengte yerre onder
doet voor de daarop volgende cantate, èn
doordat ze grootendeels gebouwd is op een
hoofdmotief van vocalen oorsprong uit de
cantate, meer als eene inleiding te beschou
wen is. Iloewel ontegenzeggelijk Beethoven's
negende syniphoiïie niet zonder invloed zal
zijn geweest op .Mendelssohn's toonschc.pping,
beslaat er toch eea zeer groot onderscheid ift
de structuur dezer beide werken, aangezien
bij Beethoven het optreden van liet koor meer
of minder als een appendix ie beschouwen is,
waar in de motieven «Ier eerste salzen geen
enkele aanduiding voor te vinden is.
I. Door drie bazuinen wordt de Symphonie
geopend met het pompeuze hoofdmotief
(„Alles was Odem hat, lobe den Ilcrrn), dal
den geheeien eersten salz behcerschldoor
ccn spoedig optredend maar sterk verwant
tweede thema afgewisseld, keert het hoofd
motief na korten tijd weer terug, maar nu
in sneller tempo, omweven door de arpeggio
figuren van het tweede thema. Plotseling, na
eene halfsluilipg in c-majeur komt dan op
verrassende wijze in a-dur een nieuw derde
thema optreden, liefelijk en zangerig, dal aan
zijn slot eene zeer groote overeenstemming
vertoont met de heerlijke 'tenorsolo uil' de
Cantate: ,,Er Zalilet unsre Thranen in der
Zeit der Noth". Weldra breekt nu het krach
tige hoofdthema weer door, dat van dit
oogenblik tot aan hel' einde van den eersten
salz, conlrapunclisch bewerkt of .wel optre
dend in verbinding met het tweede thema,
telkens weer te voorschijn treedt, tol het zich
ten slotte nog eens zeer verbreed met alle
macht doet hooren
De tweede salz van de Symphonie, door
een korten cadans voor klarinet met de
eerste verbonden brengt ons een nieuw
thema, echt in Mendelssohn'scben stijl, eene
zoetvloeiende melodie van pastoraal karak
ter, dfie ongetwijfeld ons een beekl wil ge
ven van de heerlijke rust en vrede, welke het
deel is van den geloovige, die vast op zijnen
God vertrouwt. Zeer sterk blijkt dit ook uit
de verwantschap van het tweede gedeelte van
dit- thema met twee passages uit de cantate,
n.l. hel slot van hel uuet voor 'twee sopra
nen (,,Wohi dem, der seine Iloffnung selzt auf
den Ilcrrn") en de tenorsolo „Er tröstct die
Belrüblen'', welke ook beide spreken van het
vertroostende en bemoedigende van liet ge
loof in God. Plotseling treedt nu met een
overgang Yan den zachten g-moll-loonaard
naar deh krachligen d-dur eenc koraal-ine-
iodie optelkens afgebroken door het zich
steeds voorlspinnende pastoraal-thema, dat
ook. wanneer het koraal is verstomd, blijft
voortgaan en pianissimo uitstervende den
satz afsluit.
De derde salz, die tevens tot inleiding van
de cantate dient, is een adagio rcligioso, dat
door zijn karakter van hooge wijding en
pleohtdgcn ernst eenigszins eene tegenstelling
vormt met het meer levendig karakter van
den pastoraal-satz. Na deze rustige phrase
komt een zeer onrustig motief voor strijkor
kest met houten blaasinstrumenten, dat later
als inleiding dient voor het eerste koor der
cantate; eerst echter keert hel hoofdthema
van het adagio religioso nogmaals terug,
maar nu in vrije, gefigureerde bewerking.
II. De cantate vangt aan met een imposant
koor ..Alles was Odem hat lobe den Ilcrrn",
dat al spoedig den fuga-vorm aanneemt, met
het lipoid,nolief dat we in de symphonie heb
ben lecren kennen. Bij de woorden „Lobt
den Herrn mit Sailenspiel" komt een nieuw,
levendiger thema, door de tenoren ingezet en
dat eenigen tijd wordt voorlgesponncn. Dan
verbreedt zich het tempo bij de nieuwe ge
dachte „Und alles Fleisch lobe seinen heili
gen Namen'*, welke in verbinding met het
tweede thema voert tot het slot van de eerste
afdeeling, welke eindigt met een imposant
„Alles was Odem hal".
Na dezen machtigen lofzang ter eere van
den Schepper, door het gansche koor aange
heven. treden nu enkele stemmen op, die
eveneens spreken van de goedheid en de wel
daden Gods, terwijl het koor afwisselend zich
doet hooren om instemming te betuigen. Een
der schoonste gedeelten van het werk is ze
ker wel de door den solo-tenar gezongen
uria „Er zahlet uns're Thranen" door strijk
kwartet begeleid en door het koor overgeno
men. Geheel in dezelfde stemming sluit- zich
daarbij aan het duet voor twee sopranen, al
spoedig in verbinding met het koor, het zoet
vloeiende en overbekende: „Ich harrele des
Ilerrn". Eene sterke tegenstelling met het
voorafgaande vormt de nu volgende tenor
solo .Slricke des Todes hatlen uns umfan-
gen", waarin de angsten worden geschilderd
van de zoekende menschenziel, die door nacht
en duisternis is omgeven; Yan ontroerende
schoonheid en van groote dramatische kracht
is de steeds dringender herhaalde vraag:
„Hüler, ist die Nacht bald liin?" Eindelijk
breekt het licht door, de sombere mineur
toonaard maakt plaats voor den stralcndien
D-dur. en jubelend doet het koor zich hooren:
„Die Nacht ist vergangen". Nieuwe motieven,
in vrijen fugavorm bewerkt, treden op bij de
woorden: „So lasst uns ablegcn die Werke
der Pinslerniss" en „und anlegcn die "Waffen
des Lichts", waarna nog eens een machtig
„Die Nacht is vervangen"' dit gedeelte af
sluit.
Het nu volgende koraal „Nun danket alle
GoF' wordt eerst zesstemmig a cappeila en
daarna unisono met eene zeer rijk gefigureer
de begeleiding gezongen. Nadat vervolgens de
sopraan en tenor eerst afzonderlijk en daarna
in samenzang hunne gevoelens van dankbaar
heid jegens God tot uiting hebben gebracht,
komit eindelijk het slotkoor. Breed en mach-
Sig wordt dit door de koorbassen geopend
met een oproep aan volkeren, koningen, hemel
en aarde om den Schepper eer en lof te bren
gen bij de woorden „Danket dem Herrn und
preiset seine Herrlichkcit", door de bassen
ingezet, begint dan oenc groote fuga, waarna
het geheele werk besloten wordt met het
hoofdmotief „Alles was Odem hat" in geweldig
fortissimo van koor en orkest.
Bach Weihnachtsoratorium.
Na in zijne „Passionsmusiken" op zulk eene
machtige en ontroerende wijze het lijden en
het einde van Christus te hebben uitgebeeld
kon de vrome Leipzigcr cantor wel niet in
gebreke blijven zijne kunst dienstbaar te ma
ken om uiting te geven aan de feestelijke
stemming van reine, heilige vreugde, die hel
Kerstfeest te voorschijn roept, cn zoo ont
stond in 173-1 liet Weihnachtsoratorium. Dit
werk is ccnc vcrecniging van C cantates, db
oorspronkelijk voor evenveel godsdienstige
bijeenkomsten bestemd waren, n.l. Yoor de
drie Kerstdagen, Nieuwjaarsdag (besnijdenis),
den Zondag daarna en den Zondag Epipha-
nias. De bindend» draad, die door hel ge
heele Weichnachtsoratorium loopt, is de ver
kondiging van den bij'belschcn tekst (Lucas 2
cn Mallhacus 2). Dit verhalend gedeelte wordt
uitsluitend toevertrouwd aan den tenor, die,
evenals de personen welke sprekend optre
den, den tekst in secco-rccilalief, d. i. recita
tief met eenvoudige harmonische begeleiding
\an den basso continuo, voordraagt. Daar,
waar de tekst woorden in den mond legt van
meerdere personen, waar eene geheele me
nigte zich uitspreekt, treden de koren op,
welke aan het Evangelieverhaal eene dramati
sche kleur geven cn aan het geheel eene
groote levendigheid bijzetten. Maken zich
echter enkele personen van de menigte los
om individueel uiting te geven aan hunne ge
voelens. dan treden de solostemmen op in be
werkte recitatieven cn aria's, somtijds ook in
duetten of terzetten. Van zeer groote beleeke-
nis zijn in dit werk, evenals trouwens in de
Passionen, de koralen, welke te beschouwen
zijn als het middel waardoor de gemeente
zelve hare belangstelling in de geheele han
deling doet blijken. Wat Bach van dit eenvou
dige gemeentelied heeft gemaakt grenst aan
het ongelooflijke; door zijn wonderbaren rijk
dom van harmonie en stemvoering heeft hij
het lot een kunstwerk yan de hoogste schoon
heid verheven.
De* zesde cantate draagt tol opschrift „Am
Fesle der Erscheinung Christi" en verhaalt
ons hoe de wijzen uit het Oosten door de ster
geleid eindelijk in Bethlehem aankomen, om
daar aan de voeten van het kindeke hunne
huldigingen neer tc leggen. Na eene korte in-
slrumcntaal-inleiding, die ons terstond het
thema brengt, waarop het volgende koor ge
bouwd is, zetten de tenoren met de woorden
„H'err, wenn die stolzen Feinde schnaubcn"
de meesterlijk geschreven fuga in, die in zeer
plastischen vorm een beeld geeft van den
zwaren strijd, dien de geloovige tegen de
vijandelijke machten tc strijden heeft, maar
levens van den machtigen steun, dien zijn ge
loof hem geeft.
Nadat de Evangelist hem sprekende, heeft
ingeleid, hooren we dan hoe Herodes het
woord lot de Wijzen richt om hen aan te
9poren vlijtig naar het Kindeke le zoeken,
opdat hij ook kan gaan cn het aanbidden. Een
daarop volgend recitatief voor sopraan stelt
de valschhcid van Herodes in het licht, ter
wijl in dc daarbij aansluitende aria „Nur cin
Wink von seinen Handen" (waarvan dc hobo
het motief inleidt en dit verder ook in de
begeleiding met de zangstem afwisselend doet
hooren), hel machöclooze van den strijd der
boozen tegen den wil des Allerhoogsten wordt i
bezongen.
Na deze heerlijke aria neemt weer de Evan
gelist het woord, die dan vertelt hoe de drie
koningen aan dc kribbe komen cn het kindeke
Jezus beschenken met goud, wierook cn
myrrlie. Het wonderschoone koraal „Ich
steh" an deiner Krippen hier", geeft op innige
wijze uiting aan de gevoelens van dankbaar
heid en ootmoed, die de aanbLik van de kribbe
met het kindje den geloovige inboezemt.
Nogmaals neemt nu do Evangelist het woord
om te verhalen hoe de" drie koningen op Gods
bevel niet weor naar Herodes terugkeeren,
en nadat nu de tenor in een recitatief ge
sproken heeft van den onverbrelcelijken band,
die den Christen met zijnen Heiland verbindt,
bezingt hij in dc daarbij aansluitende aria
„Nun mögt ihr stolzen Feinde schreckero" bet
vaste vertrouwen, dat hiervan het gevolg is
en dat in staat stelt de zwaarste beproevin
gen het hoofd te bieden. Evenals in de aria
voor sopraan is het ook nu weer de hobo, die
het thema inleidt en het afwisselend met de
zangstem doet hooren. Een kort, maar zeld
zaam verheven solo-kwartet in recitatief-
vorm: „Was will der Hólle Sckreoken nun",
een lied van triomf over de machten der duis
ternis, leidt nu den slatzang in, die, met trom
petten en pauken, de overwinning yan het
christelijk geloof bejubelt.
Zeer beteekenisvol is het zeker, dat Bach
voor dezen slotzang heeft gebruik gemaakt
Yan het aangrijpend sckoone koraal uit de
Matthaeuspassion„O Haupt voll Blut und
Wunden", maar nu uitgebreid tot eene schit
terende en imposante koraalfantasie. Op de
wijze van de profetisc' voorspellingen van
het Oude Testament hc. de componist hier
reeds bij de geboorte van Christus willen ver
klanken het diep tragisch einde van diens
aardsck beslaan, maar daardoor tevens her
innerd aan zijn verlossingswerk, aan zijn
zegepraal over zonde, dood en hel.
Aan het slot van onze beschouwingen geko
men, willen we niet nalaten velen op le wek
ken om een der beide avonden te gaan luis
teren naar dc uilvoering, die de afdeeling van
Toonkunst yan dc beide hier besproken wer
ken zal geven. In dc ernstige tijdsomstandig
heden waarin wij leven, is een avond van ge
wijde muziek ongetwijfeld wel op zijne plaats,
omdat deze kunst zeker in staat is ons denken
en gevoelen in eene andere richting le leiden
en edeler en verhevener stemmingen in ons
op lo roepen dan die, welke uitgaan van de
slagvelden in ons werelddeel.
H.
Politiek Overzicht.
De wereldstrijd.
Groote vreugde heeischl in Berlijn en in
Weenen over de overwinning, die de verbon
den legers in Polen op dc Russen hebben be
taald. De eerste vraag, dij rijst, is natuur
lijk: Is het bericht wuist? Wij geloovcn niet,
Cat het voor redelijken twijfel vatbaar is. De
stellige bewoordingen, wauri. het overwin
ningsbulletin van den i7en is gesteld, sluiten
twijfel uit. „Het door de Russen aangekondigde
offensief tegen Silczie cn Posen ij geheel in
eengezakt." Dit verkondigt de Duilsche gene
rale staf en de generale staf van het Ooslen-
rijksch-Hongaarsche leger bevestigt dit met
de woorden„De laatste z/erichtcn laten geen
twijfel meer, dat het erzei van de Russische
hoofdmacht gebroken is.' Zoo spreekt men
niet. als men niet volkomen zeker van zijne
zaak is. Het is waar de proei op de som
moet nog geleverd worden. De erkenning van
de geleden nederlagen door de Russen zelf
hebben wij nog niet. Maar aL men tusschcn
du regels leest, dan k-.* men toch eene halve
erkenning dislilleeren uit deze zinsnede in
het bulletin van den Russis-hen gcneralcn
slaf: „Aan den linkerjever van de Wcicksel
had den 16eu geen enkel belangrijk feit plaats.'
Dat kan letterlijk juist zijn cn locb de mede-
deelingen van dc andere zijde bevestigen,
want als die mededeclingcn jur. zijn, dan was
bet den 16cn voor dc Russen geen lijd om te
vechten maar om e vluch.en.
Het laatst ontvangen Russisch bulletin
spreekt van wijzigingen, die noodig zijn ge
worden in de aan de Aussïschc legers aange
wezen plaatsen. Hier 'nebben w;j een aanwij
zing, dat het bevel >ot den terugtocht is ge
geven. Dat wordt wel Piet in rondo woorden,
maar voor een goede verstaander toch vrij
duidelijk gezegd.
Het bericht yan de in Polen behaalde
Dui'sch-Ooslenrijkschj overwinning is dus
juist. De groote spanning waarmee er naar
werd uitgezien, drukt de Neu^ Freie Presse
uil, die den 16en naar aanleiding van de
toen door den Ooslennjkschcn geucralen staf
aangekondigde achttrwaarlsch beweging
aan het front, gelegen tussclicn Rajbrol in
Galicic cn Piotrkow i Zuid-Polen, schreef:
„Hoe groot de beteekenis Yan hei antwoord is
op de vraag, in welke richting de Russen
zich bewegen en weue nieuwe stelling zij
willen betrekken, behoeft nauwelijks le wor
den gezegd. Zeker is tchier, da* bet gedeelte
van tien veldtocht, dat omstreeks het begin
van de maand December ij begonnen en
welks inleidingen reeds reiken in November,
een der belangwekkendslen, mee-st bewogen en
ook gewichligsten is van de.i geheeien oorlog-
De geest wordt wakker en wij zien, als wij
de bewegingen van de troepen op de kaart
vergezellen, hoe de vangarmen zich in Noord-
Poien en in Galicie ui.breiden en hoe te
rechter tijd en op de echte plaats de aanval
uit dc Karpalkcn komt, hoe de hooge school
van het manoeuvreeren in toepassing komt
cn hoe in Noord-Polen, Zuid-1 olen cn Galicie
bet succes zich doet gelden, de slagen van
Lodz en van Umanowa gewonnen worden,
bet grootste gedeelte van V. es'-Galicie vrij
wordt en de Russen -ian gevangenen, dooden.
vermisten en zieken niet veei minder dan een
kwari millioen mensch i verLezen.'*
De Neue Freie Presse deed uilkomen, dal
het laatste woord nog niet w s gesproken en
ciat nog vele moeiten en bezwaren waren tc
overwinnen. Het laatste woord is ook nog
Liet gesproken in de overwinningsbulletins,
die sedert zijn verschenen. Ma wel is er een
gewichtig woord gespreken in den strijd, die
op een langgerekt front, van de Oostzee tot
in de Karpathenpassen, in een haast onaf
gebroken kelen werd streoen. In dien strijd
moest, volgens de algemeene verwachting, de
beslissing vallen in het centrum, in Polen.
Dc beide parlijen hebben dit erkend. De Rus
sen hebben Yoor de beslissing dc laatste
krachten bijeengetrokken, die beschikbaar
konden worden gesteld. Dc Oostenrijkers eu
Hongaren moesten hunnerzijds afzien van het
handhaven en verder vervolgen van gewich
tige Yoordeelen, die .ueds waren verkregen.
In Bukowina lieten zij den vijanu in Czerno-
witz slaan en in Servië gaven zij zelfs Bel
grado weer prijs. Dal moest geschie
den, want om dc beslissing le krijgen, die
11 Polen is gevallen, noest men alle krachten
op ééne plaats laten v erken
Nu is die beslissing «verkregen. De Duitsch-
Goslenrijkschc legers hebben liet door Rus
land ondernomen offensiei gebroken; li t Rus
sische leger moei het veld ruimen en bevindt
zich in vollen aflocht. Dj vraag dringt zich
op: Wal zullen de gevolg- n zijn van deze
overwinning der Duilsch-Ooslenrijkschc wa
penen? Dat zal afhangen va den omvang,
dien de door de Russen geled ncdi-riaag zal
krijgen. Wanneer blijkt, d; die van zoodnni-
gen omvang is, dal liet Russische h ger iuder
daad moet worden ncs:houwd als te zijn w
siagen, dan is het veld zee. ruim waarop de
invloed zich zal doen .oelen. Bij al de mo;.
lijke gevolgen, die in e Duilseh peis wor
den voorspeld, kan men nog ü.- mogelijkheid
voegen, dat in Rusland zeil de nederlaag van
de Russische wapenen .iel zonder uilwerking
zal blijven Maar wij hebbe ,n de laatst vcr-
loopen maanden zoo 'ikwijls voorbeelden ge
zien van het keeren van de oorlogskans. IIel
Duitschc overwinningsbulletin van eergisteren
eindigde met deze wuorden „De vruchten
var. deze beslissing laten zie nog niet over
zien." Men kan die woord. opvatten in
tweeërlei zin; de vruchten kunnen meevallen»
nu.ar ook tegenvallen. Dat zal men moeten
afwachten.
De oorlog.
Berlijn, 18 Dec. (W. li.) Bericht van
hol opporsle legerbestuur uit liet groote
hoofdkwartier van lieden voormiddag.
De strijd bij NicuwpooiT slaat gunstig,
maar is nog iviet ten elndic gebracht.
De aan vollen van de Fran schei i tussclicn
La Bossee en At recht cn aan beide zijden
van de Somiiic mislukten ouder zware ver
liezen voor dc tegenstand en». Alleen aan do
Somme verloren de Franschen 1200 gevan
genen en minstens 800 dooden. Onze eigen
verliezen bedragen daar nog geen 200 man.
In do Argonnc bezorgden ocnige goed gel
slaagde aanvallen ons omstreeks 750 gevan
genen en eenigen krijgsvoorraad.
Van- de overige deelen van het weslcrfront
zijn geone bijzondere gebeurtenissen te ver-
melden.
Parijs, 18 Dec. (R.) Namiddag commu
niqué. Onze vooruitgang in België werd ge
handhaafd. Alle legen-aanvallen van dei»
vijr. -d mislukten.
In dc streek van Al-recht werden wij door
een krachtig offensief meester van verschei
dene loopgraven van Auctylcs, La Bassée
Loos, Saint-Laurent en Blangy. Op het laat'
sle pu i. namen wij over ccn front van meer
■dan ec i Kilometer bijna aJle loopgraven yao
de eerste linie van den vijand.
In Argonnc lieten de Duitsohcrs een va»
oiuj loopgraven ten noorden van Four de
Paris springen. Zij trachtten daaruit te voor
schijn te komen met drie bataiillons infanterie,
n- ar werden teruggeslagen.
Avondcommuniquc. Wij hebben een weinig
terrein verloren langs dc duinen ten hoc d-
oosten van Nieuwpoort.
Twee krachtige tegenaanvallen van den
vijand ten noorden van den weg van Ypcren
cn van Menin ziiju teruggeslagen. In dc streek
v n Armenliéres zijn dc Engclschcn een wei
nig vooruitgegaan. Onze artillerie heeft twee
zware batterijen in de streek van Verdun ver
nield.
Op de rest van het front is niels van belang
to vei nelden.
Londen, T9 Dec, (R.) De correspondent
van de Daily Telegraph in Noord-Frankrijk
bericht, dat Rousselacrc door de Fransch-
Engelsche voorposten bezet is. De Duitschers
schijnen zicli voor goed le liebben terugge
trokken. Dixmuiden is geheel door dc bond-
genooten bezet.
De Daily Chronicle heeft van haren 'córres.
pondent in Noord-Frankrijk bericht ontvan
gen, dat de bondgenooten zijn voorwaarts ge
gaan ten noorden van Dixmuidcn en ten zui
den van Nieuwpoort en hunne strijdkrachten
hebben vereenigd aan de noordoostzijde vau
heli overstroomde gebied. Zij hebben Rous-
selaere genomen en zijn voorwaarts gegaan
naar Middelkerke.
Berlijn, 18 Dec. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het grooto
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan dc Oost- en West-Pruisische -grens
de toestand onveranderd. In Polen volger
wij den verder terugwijkenden vijand.
Weenen, 18 Dec. (W. B.) De gestegen
Russische hoofdmacht fword't op het geheele#
meer dian 400 KM. breede geyechtsfront van
Krosno tot den mond van de Bzuro ver»
volgd. Gisteren is de vijand ook uit zijne
«tellling in het noordelijk voorland van do
Karpaithen, tusschen Krosno en Zakliezyu,
verdreven. Aan d!e Benedcn-Dunajec staan
dc troepen 'der bondgenooten in gevecht met