EEN ROMANTISCHE JONGEN i E|7 „DE E EM LAN DER'. Zaterdag 19 December 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. N° 149 Tweede Blad. 13d* Jaargang. Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALK HO FF Cf Co. ABONNEMENTSPRIJS: (jper 8 maanden voor Amersfoort H l.OO* K Idem franco per post - 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en 1 Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- Advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. m m PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regels.. f 0.50. Elke regel O.IO Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnemont. Eene circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Do Staatscourant van Zaterdag 19 De cember bevat o. m. de volgende Kon. beslui ten bevorderd tot post- en telegraaf-commies 2e klasse J. R. y. d. Zalm, D. P. Pickée, K. T. Ykema, N. A. Oostinga, L W. y. Hellemond, H. A. Pabbruwe, T. v. Houwelingen, F. I. li. Sassen, B. Fijnebuik, J. Boer, P. Bossen, J. D v. Brink. J. B. Witsbek. G Hofman, P. Visser, Horensma, allen 3e klasse bevorderd tot post- en telegraaf-commies 3e klasse H. E. A. Gastelaars, F. J. Nipperus, J. Largerhorst, thans 4e klasse. Door tusschenkomsl vaat den burgemees- Ier van sGravenhagc heeft li. M. do Ko ringin aan de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers bij het vergaan van het visschers- vaarluig Scheveningen IH 92 haar innige deelneming betuigd en inlichtingen gevraagd nopens hun toestand. begrafenis B. J. Blommers. Gisteren is onder groote belangsbel.ing van kunstbroeders en vereerders, op Oud Eik en Duinen ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den kunstschilder B. J. Blom- mors. Aan de groeve waren o. a. vertegenwoor digers aanwezig van de Hollandsche Teeken- naatschappij. van „Pulchri Studio", „Arli et Amicilia", benevens verschillende kunstscnil- ders en vereerders van den overledene. De iijk-baar was bedolven onder bloemstukken van de bovengenoemde en andere corpora ties. Aan de groeve werd het woord gevoerd door den heer Alb. Roclofs namens de Hol landsche Teekenmaatschappij, doorAVilly Mar iens namens Pulchri Studio, door den beeld houwer Ilesselink namens Arti et Amicitiae. Verder huldigde de kunstschilder de Romiile den overledene De oudste schoonzoon des overledenen dankte voor de bewezen eer. Nederland en de oorlog. De Eerste Kamer en het leeningsoniwerp. In d eEerste Kamer-afdeelingen verklaarde niet: algemeen, de regeering bij hel tot stand- 1 urnen der Leemn^swet te willen steunen- Sb chts enkele leden hadden liever een hef ting in eens verlang1", welke anderen door de vermindering van vermogen nadeelig achtten voor den midden 'and en de arbeiders. Vele leden juichten het compromis omtrent de dekking der leening voor de eerste drie >3 un toe. Vrij algemeen w*.ra aanneming van het lee- i »ngsontwerp in 's lands belang onvermijde lijk geacht. Tegen het ieeningsbedrag Hadden velen geen bezwaar cn siechls eenigen hadden la ger rentetype geweuscht. Aangedrongen wt-r'l op opening der beurs, om den inschrijvers in slaat te stellen geld los te maken voor hun inschrijvingsbedrag. Dc Amsterdamsche beurs. Naar men verneemt zullen in de Memorie van Antwoord op het waarschijnlijk nog he den te verwachten Voorloopig Verslag der Eerste Kamer betreffende het leeningsoniwerp mededeelingen worden gedaan omtrent het vermoedelijk tijdstip van de opening der Am sterdamsche Beurs. Pandbrieven. De Haarlemsche Hypotheekbank bericht, dat zij zal overgaan tot de uitgifte yan 5 pet pandbrieven, nu aan de vraag naar hypo theek-gelden niet meer kan worden voldaan uit de door aflossing beschikbaar gekomen gelden Deze 5 pet. pandbrieven zullen worden uit gegeven in stukken van 5000, stukken van f 1000 en stukken van f 500, met op 1 Januari en 1 Juli vervallende halfjaar-coupons, en j stukken van f 100 met jaarcoupon op 1 Ja nuari. Zii zullen niet worden uitgeloot, noch geconverteerd, vóór 1 Januari 1918. Daarna zal jaarlijks worden uitgeloot een bedrag van tenminste 4 pet. van het telkens op 31 Decem ber tevoren uitstaand bedrag. O n der w ij-s aan de geinterneerde Belgen- Naar de Leeuw. Ct. vaar het bestuur der afideeling .Leeuwarden" van ihet algemeen Nederlandsch Verbond verneemt, hebben een 88-lal 1-Vauseh sprekende Belgen bun wensch te kennen gegeven de Nodierlandsche taal aaii te leeren. Aan hum verlangen wordt vcjd'aan; zij krijgen thans geregeld, les in het Ned'erlandsch. Kathleen Par low, die onlangs te Naarden belangloos- een conoert gaf, heeft diat ook voor het steun-comité te Helder belang loos gedaan. De uitverkochte zaal was gevuld met een geestdriftig puibliek. waaronder de staf der ma line en een groot aantal officieren. Kathleen Parlow werd buitengewoon ge dord en met bloemen overladen Engelsche water-vliegmachin e opgepikt. Hel stoomschip ..Om", komende van Phila- lelphia, heeft Donderdagmiddag te 3$ uur in de Noordzee opgepikt een Engelsche waler- vhegmachine, welke machine door de „Orn" naar Rotterdam is gebracht. De twee inzitten den, een vlieger cn een luitenant, die reeds twee uur in zee hadden gedreven, zijn door de bemanning van de „Orn" gered en te Hoek van Holland aan land gebracht Go-ed bedoeld. Wij, lezen in d-c Residenti-ebodeJ Een stadgenoot heeft 30 Nov. dus vóór het verzoek van den Paus bekend was den volgenden brief gericht tot de" hoofden van alle oorlogvoerende Staten: Binnen enkele dagen zal het Kerstavond zijn. Mijne moeder leerde mij reed® als kind liet Kerstlied der Christenen', da/t aanvangt: „Vrede op aarde". Een eenvoudige Hollander vraagt u eerbiedig, maar duizenden -vragen dit met he ra: Maakt Gij voor de Kerstdagen de woorden van dezen Kerstzang w a a rl" Onze stadgenoot heeft daarop namens president Poincaré het antwoord gekregen, dait ..Frankrijk, dat het voorwerp van een brutale en van te voren beraamde aanran ding is, in het belang van de hu maniteit zelf, een definitief, herstel voor zioli en- zijn bondgenoolen moet verkrijgen, aleer het de wapenen nedcrlegt." Een ree <*p straat. Te Gendringen heeft de heer J. Te Pas, mot hulp van zijn hond een ree in de dorpstraat gevangen. Van den Hak op den Tak. (Weekpraetje). Een Fransch blad verhaalt hoe Jim een dagje in Parijs doorbracht. Jim had zeven weken ge leden met zijn regiment Londen verlaten en al zes weken in 't veld gestaan. Dat grapje duurde Jim wel wat lang. Op zekeren dag had hij het fortuintje een keurigen Duitschen luitenant, die in zijn ransel een heele collectie groote en kleine toiletschuiers meedroeg, te vangen. Als belooning kreeg Jira 24 uur verlof om in Parijs door te brengen. Jim zoo schrijft de Tel. Jim is gelukkig, voelt zich den koning te rijk. Als begin van de pret zal-ie maar es aan een tafeltje voor een boulevard-cofc gaan zitten, achter een kop heete thé. n „Deliciouse chonse" om je beenen en armen eens uit te strekken, een pijp aan te steken, oi\ makkelijk te zitten op een makkelijken stoel, en naar de menschen te kijken die voorbij wandelen Twee midinnettes. 'n paar snoezen, glim lachen vriendelijk tegen hem. De schattigste van de twee waagt zelfs met een klein handbe weginkje 'n handkus in zijn richting. Een dame in den zwaren rouw, kijkt hem lang en innig en met een moederlijken, war men blik aan. Een blik als een liefkozing. Met open monden en met oogen als poffers, hou den twee straatjongens halt voor zijn café en verslinden hem ipet hun bewondering- Mannen, jongens, heeren bekijken 'm in 't voorbijgaan, zoo vriendelijk als ze 'n rijken neef zouden bekij ken. Jim is onuitsprekelijk in z'n sas is ge lukkig verteederd en engelachtig tevreden. Jim zit stil en denkt en soest En denkt aan zijn meer in Schotland, aan de oogen van zijn eigen mooie meisje, aan den mistletoe met de linten erom, van Kerstmis ver leden jaaren droomtvan de over winning, en droomt zoolang tot ie in slaap valt. Veertig dagen marschen, de wacht gehad, in loopgraven gestaan, Jim kan niet meerIs 't wonder, dat-ie in zijn mak kelijken stoel in slaap valt. En pas wakker wordtach, als het donker is vier uur later, acht. als z'e dag om is, en hij weer terug moetHelaas 1 Maar wat is dat Op 't ronde marmeren café-tafeltje vóór hem, ligt 'n stapel van alles- van alles door elkaar 1 Sigaren, sigaretten, pak ken chocola, een groot bouquet viooltjes. Zijn er dan goede feeën in Parijs? Jim, dood- verbaasd, informeert bij den garfon. Is dat alles voor hem? Maar waarachtig zeker f Terwijl hij sliep, hebben onbekende handen en handjes, die 't goed met hem meenden, in 't voorbijgaan. die verrassingen voor hem neer gelegd, waarnaar ie nu kijkt, met de oogen van 'n kind, dat long van huis is geweest, en nu „thuis" weer voor 't eerst voor z'n Kerstmis tafeltje staat Jim heeft Parijs niet gezien, maar Parijs heeft Jim gezien, en ze zullen mekaar nooit uit de gedachten gaan Van een anderen Londenaar vertelt „Tit-Bits" het volgende n Goed gekleede, dikke Londenaar staat al 'n paar minuten lang naar een gespierden kruier te kijken, die met al de woede van z'n spieren en z'n knuisten zwoegt aan een grooten, zwaren kist, die bijna even groot is als de voordeur- ingang, waar hij hem doorheen tracht te krij gen." De menschlievcnde meneer treedt op den in het zweet zijns aanschijns werkenden kruier toe en zegt minzaam »i'n Handje helpen?" „God zegen je, meneer alsjeblief", is het bla zende antwoord en gedurende de volgende twee minuten, trekken, sjouwen, sjorren, zwoegen, wrikken, bonken de twee mannen, de een bin- nens-, de ander buitenshuis, aan den kist, die niet van zijn plaats wil. Eindelijk laat de dikke meneer los en zegt lusschen twee zuchten .Ik geloof niet dat we hem er ooit in krijgenP" ,,'m Derin krijgen?" brult de kruier- „Wel alle machtig, stommerik, idiootik probeer 'm er uit te krijgen Dat was hard werken op die manier. Een betere verdeeling van aibeid hielden een club rechtsgeleerden er op na, waarvan we dezer dagen lazen. Bij gelegenheid van een voetbalwedstrijd in Parijs lusschen een aantal officieren en een club rechtsgeleerden hadden de eerstgenoem- den een copieus luncheon voor hunne bezoekers gereed laten maken, voordat het spel begon. Beide partijen lieten zich het maal goed sma ken, en daar de rechtsgeleerde heeren stevig champagne dronken, ja sigaren rookten, ver wachtten de officieren eene gemakkelijke over winning. Toen het luncheon was afgeloopen, zagen de officieren echter op het terrein voor den wed strijd een troep er in het oog loopend frisch uitziende jonge reuzen den bal voortschoppen, en in verbazing vroegen zij hun gasten, wie die vreemden waren. „Die?" antwoordde een hunner, zijn laatste glas champagne leegdrinkende, „dat zijn onze spelers, ons playing teamwij zijn maar het luncheon-team, de eters, moet gij weten." Dat waren slimmerts, hè? Slim dacht ook een jongmensch te wezen, waarvan een Lon- densch weekblad vertelt Een jonge, goed gekleede heer, die van den badtrein gebruik wil maken, komt aan het per ron tot oe minaer onaangename wiiacMtlug, dat de geheele trein stampvol is. Hij vindt geen enkele, ook maar eenigszins gemakkelijke plaats. Binnen 2 minuten vertrekt de trein. De lust naar avontuur bekruipt den jongen man en hij komt op een roekelooze ge dachte- Hij loopt naar den achtersten wagen van den trein, zet een hoogst ambtelijk gezicht en roept met stentorstem Allen uitstappen 1 De wagen blijft hier! In de compartimenten ontslaat 'n niet onver klaarbare vloed van verwenschingen, maar voor bezworen en om te onderhandelen is geen tijd meer nog slechts één minuut I en dus stormt ieder met pak en zak den voorsten wogen in- De jonge heer lacht voldaan, stopt in en maakt het zich in een leege coupé gemakkelijk. Kalm haalt hij zijn sigarenkoker te voorschijn, terwijl zijn eenige gedachte is't Is te hopen, dat we nu dadelijk vertrekken. Twee minuten verstreken evenwel, waarna de stationschef aan het portierraam verschijnt. Bent u nu de slimme heer die de menschen zeide, dat deze wagen niet meeging? Ja, bekent de jonge man onbezorgd en meesmuilend. Ook de stationschef lacht gemoedelijk. Nu ja, u hebt uw zin gekregen- De con ducteur hield u voor een hoogeren ambtenaar en heeft den wagen afgekoppeld. Hij had zijn zin gekregen, ja, meer, hij was t e slim geweest. Hun zin hebben ook gekre gen de Belgische vluchtelingen te Gorinchem, die klaagden over de koffie, welke hun werd verstrekt. Toch ontvingen ze de eerste soort van een bekende firma. Men gaf ze tweede soort. Ja, ze was wel wat beter, maar toch niet lekker. Dan maar derde soort geprobeerd. Toen begon het te lijken. En nadat de kofliezetsters begre pen hadden, dat er op een pond koffie een hall pond cichorei moest worden bijgevoegd en er vooral geen melk in mocht, toen smulden de menschen naar hartelust. Er was dus voor die vluchtelingen geen reden tot klagen. Wel was dit het geval met andere vluchtelingen, die in hotels terecht kwamen; velen hunner werden door hebzuchtige hotelier» geëxploiteerd. Terwijl aan de ééne zijde de regeenng en vele particulieren er op uit zijn de gevluchte Belgen zooveel mogelijk te helpen, zijn er aan den an deren kont helaas enkele hebzuchtigen, die van de gelegenheid trachten to profiteeren om een extra winstje te maken. Een der verslaggevers van het Hbld-, die tijdens de groote toevlucht van vluchtelingen te Roosendaal was. weet te vertellen, dot een van de hoteliers daar voor zolderkamertjes, die nooit meer opbrengen dan f 1-50 per nacht, den armen uitgewekenen, dio toch gaarne een dok boven het hoofd hadden f 3.50 wist of te persen. Ook in andere grensge meenten schijnen soortgelijke praktijken ook door particuliere kamerverhuurders, in toepas sing te zijn gebracht. Te Sluis dorst men zelfs 150 voor een maand kamerhuur te vragen. Vertrekken die men anders met plezier voor f 20 per maand kan krijgen, worden nu gere geld verhuurd voor f 50 tot f 60 en hooger. De burgemeester dier gemeente heeft zich nu tot den minister gewend met de vraag, welk® maatregelen daartegen genomen kunnen wor den. De minister heeft daorop verzocht hem ecnig® voorbeelden te willen geven ten einde het nemen van de gewenschte maatregelen te overwegen. Heel goed zool Nu we het over hoiclias heb ben. komt ons als vanzelf in de gedachte een heel ons land door en zelfs in ons werelddeel bij velen bekende hotelier fc'rrule SclbacJi. Op 28-jorigen leeftijd is te Nijmegen overle den de heer Emile SelhacK, laatstelijk eigenaar van het cofé-hotel-restaurant „Valkhof, de man die, allerminst tot eigen genoegen, door zijn bui tengewoon lichaamsgewicht tol ver over onza grenzen bekend was. Hij gold voor een der zwaarste menschen van Europa en meermolen hebben wij zijn afbeelding dan ook in geïllus treerde bladen gevonden. Selbach, die ondanks den last van zijn dikte steeds opgewekt en ge moedelijk bleef, noemde zich zelf „den gewich- tigsten hotelier van Nederland" en trok in zoo verre profijt van de moeilijke taak, welke de natuur hem had opgelegd om als merkwaard g- heid bij een bezoek aan Nijmegen ook een kijkje in zijn café naar zijne kolossale persoonlijkheid te nemen. En weinig dagjesmenschen zullen er dan ook geweest zijn, die van him uitstapje naar Nijmegen niet tevens eene herinnering aan „den gewichtigsten hotelier" meenomen. Selbach woog voor eenigen tijd 586 pond Een huiskuur deed dit enorme gewicht met een twin tigtal ponden afnemen, maar toen werd hij door een ernstig lijden neergeworpen en nam zijn zwaarte wederom toe, zoodot men gelooft dat hij de 600 pond wel overschreden zal hebben- Na een zeer smartelijk ziekbed moet de dood voor hem een verlossing zijn geweest. De over ledene was sinds een paar jaren gehuv.d en va* der. KEUVELAAR. Leven is lijden. Maar ook: lijden is leven."- levensbeeld uoor JOANNES REDDINGIUS. 11 Rooie Kees, mag ik meerijden? 'Hij neen in spanning naar ueu voerman, deze spoog een straal laoaitssap op tie stee- Tien en kniKte, ctceu de kar sin staan en zeiue: Zeker moogt ge dat. De jongen was spoedig bij den wagen en •jrobcerde cr in te klimmen. De stevige voer man pakte iiein onder1 zijn armen en wip, daar ;lond hij onder de kuil en ging zitten. Rooie Kees lien naar voren, spoog van de lol wel een meter ver, liet zijn zweep knallen en stap voets ging weer bet oude paard. De kerel in blauwe kiel spoog maar en spoog, bii zou Herman afzetten in „De Sterke j|doef" .misschien kreeg hij daar wel een bor rel, omdat bii den jongen zoo netjes thuis pracht. Pang-pang-pang deed de zweep, 't paard Stoorde er zich niets aan. 't bleef rustig door lappen. schuddend met den kop, waht de azeu staken. Daar was geen mensoh te zien i de leege straat, de wagen ging voort, schud end en schokkend, kippen kropen door de haag bi] hun nadering. Vast van star» Uou d* voerman vóór ztio oaard, kauwend op zijn pruim, nu eens met zijn zweep onder zijn arm, dan weer ze zwaaiend, om wel-wetend te slaan, dapper- aan, een zcvcnslag. Herman had 't gevoel, dat hij klapte voor hem. Rooie Kees keek om, spoog netje# langs zijn schouder en vroeg: Hedde schik? De jongen knikte. Noul Allo dan maarl Zou vrouw Engeland thuis zijn, Kees? Vrouw Engeland, né jong, die is bakeren to Helmond in 't Kasteel. Bakeren, wal is dat? Als d'r een kleintje komt, moet zoo een mensoh de moeder helpen, gij zijt toch. ook gebakerd, nie waor? Ja, ik, laatst kwam zij hij ons binnen en toen zei moeder: Wel, wel, daar is de baker, ze had toen haar kap op en droeg een witten schort cn in haar mand zat lekkers voor mij. Hou jc ook van lekkers. Kees, van zuurtjes en stroop- tuutjes? Geef mij maar liever een borrel, jong. Herman vond dit een mooie gelegenheid om zijn kennis te luchten; hij had uitgemaakt, dat klare „vergunning" was. Een borrel, dat is klare, die kunde gij wel krijgen, daar zit heelemaal geen water in Nel haar vergunning; hoeveel glaaskes kunde wel op, Kees? Wel dartig als 't mot En zlj-de-ge dan noolf nie zat? Né. hooit Herman zweeg en Tceek naar den hof van „De Sterke Hoef', gind» waren de booraen van .•Kaj-elshoevo". Temée moet ik d'r uit, hoor Kees. Kees knikte cn begon te klappen, alsof hij de men schen uit hun huizen wilde roepen, 't Was een oolijkerd die Kees. Eens had hij gedaan, om hij een toeval kreeg en was kermend in elkaar gezakt aan den kant van den weg, menschen waren komen toeioopen en hadden hem overeind gezet. Om ncra hij te brengen hadden ze drie glaasjes klare door zijp keel gegooid, toen was üij op gesprongen, had gedanst van de lol en gezegd lot de verschrikte menschen: Santjes buur, ik lust d'r nog wel zoo eene. 'Toen begrepen zij, dat Rooie Kees hen een loer gedraaid had, dagen aan een werd iu 't dorp over den oolijkerd gesproken. De drijver .liield voor de herberg stil en opende de deur van de. gelagkamer, llcnnan riep hem goêndag, toen hij uit den wagen was. De jongen ging langs dc bakkerij, keek even in bij den smid en sloeg, gaande over 't marktplein, den straatweg in. die naar de pastorie-voerde. Langzaam liep hij, want bij wilde goed de kerk bekijken en ook liet huis van den koster, dat tegenover 't kerkje lag. De kerkdeuren waren dicht, dat was erg jammer, nu kon hij den preekstoel niet goên dag zeggen en 't dikke boek. waaruit de voor zanger 's Zondags hardop las, cn den ronden, koop'ren bak naast den preekstoel, waar 't water in was, waarmee de kindertjes gedoopt werden. Hier had pa nu altijd gepreekt, nu was hij dood en lag op het kerkhof begraven, men kon den mooien boom, dien zijn moeder bij 't graf had laten planten, van den weg ai goed zien. Kijkend naar den boom kreeg hij tranen in de oogen en liep zachtjes door, tel kens omkijkend naar de linde, waarvan de bladeren ruisdhten in den wind. De jongen knikte haar toe, een beetje bang voor al die dooie menschen achter hel muurtje. Daar merkte hij opeens, dat hij vergeten had naar 't huis van den koster te kijken, dat zou hij maar doen als hij terug kwam. Jonge- jongc, wat had hij het druk, hij kwam van daag nooit klaar, gelukkig dat hij overmorgen pas wegging. Als hij nu vandaag tante Dien maar goènüag kon zeggen en den domine en tante Francisca en den Burgemeester, dan kon hij morgen naar den schoenmaker gaan en 't vrouwtje van de strooptuutjes en den veld wachter; ook moest hij nog eens gaan kijken naar de kip met krommen poot van vrouw Engeland. Hij moest nog naar de poelen van hotel „de Zwaan" cn naar den notaris en naar den baron van 't kasteel. Ilij zou zijn moeder vragen, oi' Tinus mocht inspannen, uan kon hij als een groote mijnheer visites maken met ecu rijtuig. Dat zou prettig zijn. Bij l vrouwtje van ye strooptuutjes zou hij tiog wat koopeu, ais hij centen kreeg van zijn moeder. Eigenlijk was nij wel wat benauwd bii het vrouwtje te komen, omdat hij laatst zoo'n leven had gemaakt, toen hij zijn lekkers had teruggebracht, maar toch wilde hij er heen. Naar vrouw Engeland moest hij ook nog. die juist uil bakeren was, zij had verleden jaar twee gouden oorbellen gekregen Kijk daar lag een knikker, zoo maar op straat, dal was heerlijk, hij zou hem maar gauw in zijn zak steken, 't was nog wel een albasten, met blauwe lijnen. Moeder bewaarde altijd nog een zakje met knikkers, die zijn vader voor Annetjè had gekocht Als hij groot was, kreeg hij vaders mes en horloge, dat had zij hem beloofd. Blij om de schatten, die hem nog wachtten, begon hij hard te loopen op een huppel- drafje, zingend van pleizier. Bii de nastor"»« gekomen, liep hij weer gewoon, 't Hek stond open. Hij telde gauw de ramen, twee aan eiken kant van de deur, toen de raamblindcn, acht, dus voor elk raam twee, dat kwam uit; uaar bedacht hij zich, twee voor elk raam cn toch niet voor 't raam, want de blinden waren opengeslagen, hoog rijzend langs dep muur. Naast (ie voordeur was aan weerskan ten een hekwerk voor de wijnstokken; jon» gen, wal zouden ciaar een druiven aankomen, want de planten liepen met een boog naar het dak, elk een kaut uil, tot voorbij 'l eerste raam. De jongen keek er aandachtig naar; de zou scheen op de blaren, dc muur gaf warmte af. Ilij zag niemand in huis, zqy nu maar voor zichtig naar de eetkamer gaan, om tante Dien te verrassen. Herman liep op zijn leenen ovei de kiezels en kwam, langs de seringen gaan de, op zij van 't huis, weldra op het hordes van de eetkamer. Op dat bordes stond aan weerskanten een groote leeuw, vroeger was hij er wel een beetje bang voor geweest, maai nu niet meer. Oom doininé had hem eens, toen hij bang was, boven op een van de dieren ge zel, die hem collier niets deed. Ze waren van steen, zei oom, en dieren van steen deden nooit kwaad. Toen had hij aan oom dominé gevraagd: Oom als ze eens betooverd waren en oo» eens weer levend werden? Ze zijn niet betooverd, jongen, had oom toen gezegd. Wordt vtrvolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5