EEN ROMANTISCHE JONGEN
i
E|7
„DE E EM LAN DER'.
Zaterdag 19 December 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
N° 149 Tweede Blad.
13d* Jaargang.
Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALK HO FF Cf Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
(jper 8 maanden voor Amersfoort H l.OO*
K Idem franco per post - 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
1 Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
Advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
m
m
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels.. f 0.50.
Elke regel O.IO
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnemont.
Eene circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Do Staatscourant van Zaterdag 19 De
cember bevat o. m. de volgende Kon. beslui
ten
bevorderd tot post- en telegraaf-commies 2e
klasse J. R. y. d. Zalm, D. P. Pickée, K. T.
Ykema, N. A. Oostinga, L W. y. Hellemond,
H. A. Pabbruwe, T. v. Houwelingen, F. I. li.
Sassen, B. Fijnebuik, J. Boer, P. Bossen, J. D
v. Brink. J. B. Witsbek. G Hofman, P. Visser,
Horensma, allen 3e klasse
bevorderd tot post- en telegraaf-commies 3e
klasse H. E. A. Gastelaars, F. J. Nipperus, J.
Largerhorst, thans 4e klasse.
Door tusschenkomsl vaat den burgemees-
Ier van sGravenhagc heeft li. M. do Ko
ringin aan de nagelaten betrekkingen van de
slachtoffers bij het vergaan van het visschers-
vaarluig Scheveningen IH 92 haar innige
deelneming betuigd en inlichtingen gevraagd
nopens hun toestand.
begrafenis B. J. Blommers.
Gisteren is onder groote belangsbel.ing van
kunstbroeders en vereerders, op Oud Eik
en Duinen ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van den kunstschilder B. J. Blom-
mors.
Aan de groeve waren o. a. vertegenwoor
digers aanwezig van de Hollandsche Teeken-
naatschappij. van „Pulchri Studio", „Arli et
Amicilia", benevens verschillende kunstscnil-
ders en vereerders van den overledene. De
iijk-baar was bedolven onder bloemstukken
van de bovengenoemde en andere corpora
ties.
Aan de groeve werd het woord gevoerd
door den heer Alb. Roclofs namens de Hol
landsche Teekenmaatschappij, doorAVilly Mar
iens namens Pulchri Studio, door den beeld
houwer Ilesselink namens Arti et Amicitiae.
Verder huldigde de kunstschilder de Romiile
den overledene De oudste schoonzoon des
overledenen dankte voor de bewezen eer.
Nederland en de oorlog.
De Eerste Kamer en het
leeningsoniwerp.
In d eEerste Kamer-afdeelingen verklaarde
niet: algemeen, de regeering bij hel tot stand-
1 urnen der Leemn^swet te willen steunen-
Sb chts enkele leden hadden liever een hef
ting in eens verlang1", welke anderen door de
vermindering van vermogen nadeelig achtten
voor den midden 'and en de arbeiders.
Vele leden juichten het compromis omtrent
de dekking der leening voor de eerste drie
>3 un toe.
Vrij algemeen w*.ra aanneming van het lee-
i »ngsontwerp in 's lands belang onvermijde
lijk geacht.
Tegen het ieeningsbedrag Hadden velen
geen bezwaar cn siechls eenigen hadden la
ger rentetype geweuscht.
Aangedrongen wt-r'l op opening der beurs,
om den inschrijvers in slaat te stellen geld
los te maken voor hun inschrijvingsbedrag.
Dc Amsterdamsche beurs.
Naar men verneemt zullen in de Memorie
van Antwoord op het waarschijnlijk nog he
den te verwachten Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer betreffende het leeningsoniwerp
mededeelingen worden gedaan omtrent het
vermoedelijk tijdstip van de opening der Am
sterdamsche Beurs.
Pandbrieven.
De Haarlemsche Hypotheekbank bericht,
dat zij zal overgaan tot de uitgifte yan 5 pet
pandbrieven, nu aan de vraag naar hypo
theek-gelden niet meer kan worden voldaan
uit de door aflossing beschikbaar gekomen
gelden
Deze 5 pet. pandbrieven zullen worden uit
gegeven in stukken van 5000, stukken van
f 1000 en stukken van f 500, met op 1 Januari
en 1 Juli vervallende halfjaar-coupons, en
j stukken van f 100 met jaarcoupon op 1 Ja
nuari. Zii zullen niet worden uitgeloot, noch
geconverteerd, vóór 1 Januari 1918. Daarna
zal jaarlijks worden uitgeloot een bedrag van
tenminste 4 pet. van het telkens op 31 Decem
ber tevoren uitstaand bedrag.
O n der w ij-s
aan de geinterneerde Belgen-
Naar de Leeuw. Ct. vaar het bestuur der
afideeling .Leeuwarden" van ihet algemeen
Nederlandsch Verbond verneemt, hebben
een 88-lal 1-Vauseh sprekende Belgen bun
wensch te kennen gegeven de Nodierlandsche
taal aaii te leeren. Aan hum verlangen wordt
vcjd'aan; zij krijgen thans geregeld, les in
het Ned'erlandsch.
Kathleen Par low, die onlangs te
Naarden belangloos- een conoert gaf, heeft diat
ook voor het steun-comité te Helder belang
loos gedaan.
De uitverkochte zaal was gevuld met een
geestdriftig puibliek. waaronder de staf der
ma line en een groot aantal officieren.
Kathleen Parlow werd buitengewoon ge
dord en met bloemen overladen
Engelsche water-vliegmachin e
opgepikt.
Hel stoomschip ..Om", komende van Phila-
lelphia, heeft Donderdagmiddag te 3$ uur in
de Noordzee opgepikt een Engelsche waler-
vhegmachine, welke machine door de „Orn"
naar Rotterdam is gebracht. De twee inzitten
den, een vlieger cn een luitenant, die reeds
twee uur in zee hadden gedreven, zijn door
de bemanning van de „Orn" gered en te Hoek
van Holland aan land gebracht
Go-ed bedoeld.
Wij, lezen in d-c Residenti-ebodeJ
Een stadgenoot heeft 30 Nov. dus vóór
het verzoek van den Paus bekend was
den volgenden brief gericht tot de" hoofden
van alle oorlogvoerende Staten:
Binnen enkele dagen zal het Kerstavond
zijn.
Mijne moeder leerde mij reed® als kind
liet Kerstlied der Christenen', da/t aanvangt:
„Vrede op aarde".
Een eenvoudige Hollander vraagt u
eerbiedig, maar duizenden -vragen dit
met he ra:
Maakt Gij voor de Kerstdagen de woorden
van dezen Kerstzang w a a rl"
Onze stadgenoot heeft daarop namens
president Poincaré het antwoord gekregen,
dait ..Frankrijk, dat het voorwerp van een
brutale en van te voren beraamde aanran
ding is, in het belang van de hu
maniteit zelf, een definitief, herstel voor
zioli en- zijn bondgenoolen moet verkrijgen,
aleer het de wapenen nedcrlegt."
Een ree <*p straat. Te Gendringen
heeft de heer J. Te Pas, mot hulp van zijn
hond een ree in de dorpstraat gevangen.
Van den Hak op den Tak.
(Weekpraetje).
Een Fransch blad verhaalt hoe Jim een dagje
in Parijs doorbracht. Jim had zeven weken ge
leden met zijn regiment Londen verlaten en al
zes weken in 't veld gestaan. Dat grapje duurde
Jim wel wat lang. Op zekeren dag had hij het
fortuintje een keurigen Duitschen luitenant, die
in zijn ransel een heele collectie groote en
kleine toiletschuiers meedroeg, te vangen. Als
belooning kreeg Jira 24 uur verlof om in Parijs
door te brengen. Jim zoo schrijft de Tel.
Jim is gelukkig, voelt zich den koning te rijk.
Als begin van de pret zal-ie maar es aan een
tafeltje voor een boulevard-cofc gaan zitten,
achter een kop heete thé. n „Deliciouse chonse"
om je beenen en armen eens uit te strekken,
een pijp aan te steken, oi\ makkelijk te zitten
op een makkelijken stoel, en naar de menschen
te kijken die voorbij wandelen
Twee midinnettes. 'n paar snoezen, glim
lachen vriendelijk tegen hem. De schattigste
van de twee waagt zelfs met een klein handbe
weginkje 'n handkus in zijn richting.
Een dame in den zwaren rouw, kijkt hem
lang en innig en met een moederlijken, war
men blik aan. Een blik als een liefkozing. Met
open monden en met oogen als poffers, hou
den twee straatjongens halt voor zijn café en
verslinden hem ipet hun bewondering- Mannen,
jongens, heeren bekijken 'm in 't voorbijgaan,
zoo vriendelijk als ze 'n rijken neef zouden bekij
ken. Jim is onuitsprekelijk in z'n sas is ge
lukkig verteederd en engelachtig tevreden.
Jim zit stil en denkt en soest
En denkt aan zijn meer in Schotland, aan de
oogen van zijn eigen mooie meisje, aan den
mistletoe met de linten erom, van Kerstmis ver
leden jaaren droomtvan de over
winning, en droomt zoolang tot ie in
slaap valt. Veertig dagen marschen, de wacht
gehad, in loopgraven gestaan, Jim kan
niet meerIs 't wonder, dat-ie in zijn mak
kelijken stoel in slaap valt. En pas wakker
wordtach, als het donker is vier uur
later, acht. als z'e dag om is, en hij weer
terug moetHelaas 1
Maar wat is dat Op 't ronde marmeren
café-tafeltje vóór hem, ligt 'n stapel van alles-
van alles door elkaar 1 Sigaren, sigaretten, pak
ken chocola, een groot bouquet viooltjes.
Zijn er dan goede feeën in Parijs? Jim, dood-
verbaasd, informeert bij den garfon. Is dat
alles voor hem? Maar waarachtig zeker f
Terwijl hij sliep, hebben onbekende handen en
handjes, die 't goed met hem meenden, in 't
voorbijgaan. die verrassingen voor hem neer
gelegd, waarnaar ie nu kijkt, met de oogen
van 'n kind, dat long van huis is geweest, en
nu „thuis" weer voor 't eerst voor z'n Kerstmis
tafeltje staat
Jim heeft Parijs niet gezien, maar Parijs heeft
Jim gezien, en ze zullen mekaar nooit uit de
gedachten gaan
Van een anderen Londenaar vertelt „Tit-Bits"
het volgende
n Goed gekleede, dikke Londenaar staat al
'n paar minuten lang naar een gespierden kruier
te kijken, die met al de woede van z'n spieren
en z'n knuisten zwoegt aan een grooten, zwaren
kist, die bijna even groot is als de voordeur-
ingang, waar hij hem doorheen tracht te krij
gen."
De menschlievcnde meneer treedt op den in
het zweet zijns aanschijns werkenden kruier toe
en zegt minzaam
»i'n Handje helpen?"
„God zegen je, meneer alsjeblief", is het bla
zende antwoord en gedurende de volgende twee
minuten, trekken, sjouwen, sjorren, zwoegen,
wrikken, bonken de twee mannen, de een bin-
nens-, de ander buitenshuis, aan den kist, die
niet van zijn plaats wil.
Eindelijk laat de dikke meneer los en zegt
lusschen twee zuchten
.Ik geloof niet dat we hem er ooit in krijgenP"
,,'m Derin krijgen?" brult de kruier- „Wel alle
machtig, stommerik, idiootik probeer 'm er
uit te krijgen
Dat was hard werken op die manier. Een
betere verdeeling van aibeid hielden een club
rechtsgeleerden er op na, waarvan we dezer
dagen lazen.
Bij gelegenheid van een voetbalwedstrijd in
Parijs lusschen een aantal officieren en een
club rechtsgeleerden hadden de eerstgenoem-
den een copieus luncheon voor hunne bezoekers
gereed laten maken, voordat het spel begon.
Beide partijen lieten zich het maal goed sma
ken, en daar de rechtsgeleerde heeren stevig
champagne dronken, ja sigaren rookten, ver
wachtten de officieren eene gemakkelijke over
winning.
Toen het luncheon was afgeloopen, zagen de
officieren echter op het terrein voor den wed
strijd een troep er in het oog loopend frisch
uitziende jonge reuzen den bal voortschoppen,
en in verbazing vroegen zij hun gasten, wie die
vreemden waren.
„Die?" antwoordde een hunner, zijn laatste
glas champagne leegdrinkende, „dat zijn onze
spelers, ons playing teamwij zijn maar het
luncheon-team, de eters, moet gij weten."
Dat waren slimmerts, hè? Slim dacht ook
een jongmensch te wezen, waarvan een Lon-
densch weekblad vertelt
Een jonge, goed gekleede heer, die van den
badtrein gebruik wil maken, komt aan het per
ron tot oe minaer onaangename wiiacMtlug,
dat de geheele trein stampvol is.
Hij vindt geen enkele, ook maar eenigszins
gemakkelijke plaats. Binnen 2 minuten vertrekt
de trein. De lust naar avontuur bekruipt den
jongen man en hij komt op een roekelooze ge
dachte-
Hij loopt naar den achtersten wagen van den
trein, zet een hoogst ambtelijk gezicht en roept
met stentorstem
Allen uitstappen 1 De wagen blijft hier!
In de compartimenten ontslaat 'n niet onver
klaarbare vloed van verwenschingen, maar voor
bezworen en om te onderhandelen is geen tijd
meer nog slechts één minuut I en dus
stormt ieder met pak en zak den voorsten
wogen in-
De jonge heer lacht voldaan, stopt in en
maakt het zich in een leege coupé gemakkelijk.
Kalm haalt hij zijn sigarenkoker te voorschijn,
terwijl zijn eenige gedachte is't Is te hopen,
dat we nu dadelijk vertrekken. Twee minuten
verstreken evenwel, waarna de stationschef aan
het portierraam verschijnt.
Bent u nu de slimme heer die de menschen
zeide, dat deze wagen niet meeging?
Ja, bekent de jonge man onbezorgd en
meesmuilend.
Ook de stationschef lacht gemoedelijk.
Nu ja, u hebt uw zin gekregen- De con
ducteur hield u voor een hoogeren ambtenaar
en heeft den wagen afgekoppeld.
Hij had zijn zin gekregen, ja, meer, hij was
t e slim geweest. Hun zin hebben ook gekre
gen de Belgische vluchtelingen te Gorinchem,
die klaagden over de koffie, welke hun werd
verstrekt. Toch ontvingen ze de eerste soort
van een bekende firma. Men gaf ze tweede soort.
Ja, ze was wel wat beter, maar toch niet lekker.
Dan maar derde soort geprobeerd. Toen begon
het te lijken. En nadat de kofliezetsters begre
pen hadden, dat er op een pond koffie een hall
pond cichorei moest worden bijgevoegd en er
vooral geen melk in mocht, toen smulden de
menschen naar hartelust.
Er was dus voor die vluchtelingen geen reden
tot klagen. Wel was dit het geval met andere
vluchtelingen, die in hotels terecht kwamen;
velen hunner werden door hebzuchtige hotelier»
geëxploiteerd.
Terwijl aan de ééne zijde de regeenng en vele
particulieren er op uit zijn de gevluchte Belgen
zooveel mogelijk te helpen, zijn er aan den an
deren kont helaas enkele hebzuchtigen, die van
de gelegenheid trachten to profiteeren om een
extra winstje te maken. Een der verslaggevers
van het Hbld-, die tijdens de groote toevlucht
van vluchtelingen te Roosendaal was. weet te
vertellen, dot een van de hoteliers daar voor
zolderkamertjes, die nooit meer opbrengen dan
f 1-50 per nacht, den armen uitgewekenen, dio
toch gaarne een dok boven het hoofd hadden
f 3.50 wist of te persen. Ook in andere grensge
meenten schijnen soortgelijke praktijken ook
door particuliere kamerverhuurders, in toepas
sing te zijn gebracht. Te Sluis dorst men zelfs
150 voor een maand kamerhuur te vragen.
Vertrekken die men anders met plezier voor
f 20 per maand kan krijgen, worden nu gere
geld verhuurd voor f 50 tot f 60 en hooger.
De burgemeester dier gemeente heeft zich nu
tot den minister gewend met de vraag, welk®
maatregelen daartegen genomen kunnen wor
den.
De minister heeft daorop verzocht hem ecnig®
voorbeelden te willen geven ten einde het nemen
van de gewenschte maatregelen te overwegen.
Heel goed zool Nu we het over hoiclias heb
ben. komt ons als vanzelf in de gedachte een
heel ons land door en zelfs in ons werelddeel
bij velen bekende hotelier fc'rrule SclbacJi.
Op 28-jorigen leeftijd is te Nijmegen overle
den de heer Emile SelhacK, laatstelijk eigenaar
van het cofé-hotel-restaurant „Valkhof, de man
die, allerminst tot eigen genoegen, door zijn bui
tengewoon lichaamsgewicht tol ver over onza
grenzen bekend was. Hij gold voor een der
zwaarste menschen van Europa en meermolen
hebben wij zijn afbeelding dan ook in geïllus
treerde bladen gevonden. Selbach, die ondanks
den last van zijn dikte steeds opgewekt en ge
moedelijk bleef, noemde zich zelf „den gewich-
tigsten hotelier van Nederland" en trok in zoo
verre profijt van de moeilijke taak, welke de
natuur hem had opgelegd om als merkwaard g-
heid bij een bezoek aan Nijmegen ook een kijkje
in zijn café naar zijne kolossale persoonlijkheid
te nemen. En weinig dagjesmenschen zullen er
dan ook geweest zijn, die van him uitstapje
naar Nijmegen niet tevens eene herinnering
aan „den gewichtigsten hotelier" meenomen.
Selbach woog voor eenigen tijd 586 pond Een
huiskuur deed dit enorme gewicht met een twin
tigtal ponden afnemen, maar toen werd hij door
een ernstig lijden neergeworpen en nam zijn
zwaarte wederom toe, zoodot men gelooft dat
hij de 600 pond wel overschreden zal hebben-
Na een zeer smartelijk ziekbed moet de dood
voor hem een verlossing zijn geweest. De over
ledene was sinds een paar jaren gehuv.d en va*
der. KEUVELAAR.
Leven is lijden. Maar ook: lijden is leven."-
levensbeeld uoor
JOANNES REDDINGIUS.
11
Rooie Kees, mag ik meerijden?
'Hij neen in spanning naar ueu voerman,
deze spoog een straal laoaitssap op tie stee-
Tien en kniKte, ctceu de kar sin staan en zeiue:
Zeker moogt ge dat.
De jongen was spoedig bij den wagen en
•jrobcerde cr in te klimmen. De stevige voer
man pakte iiein onder1 zijn armen en wip, daar
;lond hij onder de kuil en ging zitten. Rooie
Kees lien naar voren, spoog van de lol wel
een meter ver, liet zijn zweep knallen en stap
voets ging weer bet oude paard.
De kerel in blauwe kiel spoog maar en
spoog, bii zou Herman afzetten in „De Sterke
j|doef" .misschien kreeg hij daar wel een bor
rel, omdat bii den jongen zoo netjes thuis
pracht.
Pang-pang-pang deed de zweep, 't paard
Stoorde er zich niets aan. 't bleef rustig door
lappen. schuddend met den kop, waht de
azeu staken. Daar was geen mensoh te zien
i de leege straat, de wagen ging voort, schud
end en schokkend, kippen kropen door de
haag bi] hun nadering.
Vast van star» Uou d* voerman vóór ztio
oaard, kauwend op zijn pruim, nu eens met
zijn zweep onder zijn arm, dan weer ze
zwaaiend, om wel-wetend te slaan, dapper-
aan, een zcvcnslag.
Herman had 't gevoel, dat hij klapte voor
hem.
Rooie Kees keek om, spoog netje# langs
zijn schouder en vroeg:
Hedde schik?
De jongen knikte.
Noul
Allo dan maarl
Zou vrouw Engeland thuis zijn, Kees?
Vrouw Engeland, né jong, die is bakeren
to Helmond in 't Kasteel.
Bakeren, wal is dat?
Als d'r een kleintje komt, moet zoo een
mensoh de moeder helpen, gij zijt toch. ook
gebakerd, nie waor?
Ja, ik, laatst kwam zij hij ons binnen en
toen zei moeder:
Wel, wel, daar is de baker, ze had toen
haar kap op en droeg een witten schort cn
in haar mand zat lekkers voor mij. Hou jc
ook van lekkers. Kees, van zuurtjes en stroop-
tuutjes?
Geef mij maar liever een borrel, jong.
Herman vond dit een mooie gelegenheid om
zijn kennis te luchten; hij had uitgemaakt, dat
klare „vergunning" was.
Een borrel, dat is klare, die kunde gij
wel krijgen, daar zit heelemaal geen water
in Nel haar vergunning; hoeveel glaaskes
kunde wel op, Kees?
Wel dartig als 't mot
En zlj-de-ge dan noolf nie zat?
Né. hooit
Herman zweeg en Tceek naar den hof van
„De Sterke Hoef', gind» waren de booraen
van .•Kaj-elshoevo".
Temée moet ik d'r uit, hoor Kees. Kees
knikte cn begon te klappen, alsof hij de men
schen uit hun huizen wilde roepen, 't Was
een oolijkerd die Kees.
Eens had hij gedaan, om hij een toeval kreeg
en was kermend in elkaar gezakt aan den
kant van den weg, menschen waren komen
toeioopen en hadden hem overeind gezet. Om
ncra hij te brengen hadden ze drie glaasjes
klare door zijp keel gegooid, toen was üij op
gesprongen, had gedanst van de lol en gezegd
lot de verschrikte menschen:
Santjes buur, ik lust d'r nog wel zoo eene.
'Toen begrepen zij, dat Rooie Kees hen een
loer gedraaid had, dagen aan een werd iu
't dorp over den oolijkerd gesproken.
De drijver .liield voor de herberg stil en
opende de deur van de. gelagkamer, llcnnan
riep hem goêndag, toen hij uit den wagen
was. De jongen ging langs dc bakkerij, keek
even in bij den smid en sloeg, gaande over 't
marktplein, den straatweg in. die naar de
pastorie-voerde.
Langzaam liep hij, want bij wilde goed de
kerk bekijken en ook liet huis van den koster,
dat tegenover 't kerkje lag.
De kerkdeuren waren dicht, dat was erg
jammer, nu kon hij den preekstoel niet goên
dag zeggen en 't dikke boek. waaruit de voor
zanger 's Zondags hardop las, cn den ronden,
koop'ren bak naast den preekstoel, waar 't
water in was, waarmee de kindertjes gedoopt
werden. Hier had pa nu altijd gepreekt, nu
was hij dood en lag op het kerkhof begraven,
men kon den mooien boom, dien zijn moeder
bij 't graf had laten planten, van den weg ai
goed zien. Kijkend naar den boom kreeg hij
tranen in de oogen en liep zachtjes door, tel
kens omkijkend naar de linde, waarvan de
bladeren ruisdhten in den wind. De jongen
knikte haar toe, een beetje bang voor al die
dooie menschen achter hel muurtje.
Daar merkte hij opeens, dat hij vergeten had
naar 't huis van den koster te kijken, dat zou
hij maar doen als hij terug kwam. Jonge-
jongc, wat had hij het druk, hij kwam van
daag nooit klaar, gelukkig dat hij overmorgen
pas wegging. Als hij nu vandaag tante Dien
maar goènüag kon zeggen en den domine en
tante Francisca en den Burgemeester, dan kon
hij morgen naar den schoenmaker gaan en 't
vrouwtje van de strooptuutjes en den veld
wachter; ook moest hij nog eens gaan kijken
naar de kip met krommen poot van vrouw
Engeland. Hij moest nog naar de poelen van
hotel „de Zwaan" cn naar den notaris en
naar den baron van 't kasteel. Ilij zou zijn
moeder vragen, oi' Tinus mocht inspannen,
uan kon hij als een groote mijnheer visites
maken met ecu rijtuig. Dat zou prettig zijn.
Bij l vrouwtje van ye strooptuutjes zou hij
tiog wat koopeu, ais hij centen kreeg van zijn
moeder. Eigenlijk was nij wel wat benauwd bii
het vrouwtje te komen, omdat hij laatst zoo'n
leven had gemaakt, toen hij zijn lekkers had
teruggebracht, maar toch wilde hij er heen.
Naar vrouw Engeland moest hij ook nog.
die juist uil bakeren was, zij had verleden
jaar twee gouden oorbellen gekregen
Kijk daar lag een knikker, zoo maar op
straat, dal was heerlijk, hij zou hem maar
gauw in zijn zak steken, 't was nog wel een
albasten, met blauwe lijnen. Moeder bewaarde
altijd nog een zakje met knikkers, die zijn
vader voor Annetjè had gekocht Als hij groot
was, kreeg hij vaders mes en horloge, dat had
zij hem beloofd.
Blij om de schatten, die hem nog wachtten,
begon hij hard te loopen op een huppel-
drafje, zingend van pleizier. Bii de nastor"»«
gekomen, liep hij weer gewoon, 't Hek stond
open. Hij telde gauw de ramen, twee aan
eiken kant van de deur, toen de raamblindcn,
acht, dus voor elk raam twee, dat kwam uit;
uaar bedacht hij zich, twee voor elk raam
cn toch niet voor 't raam, want de blinden
waren opengeslagen, hoog rijzend langs dep
muur. Naast (ie voordeur was aan weerskan
ten een hekwerk voor de wijnstokken; jon»
gen, wal zouden ciaar een druiven aankomen,
want de planten liepen met een boog naar het
dak, elk een kaut uil, tot voorbij 'l eerste
raam.
De jongen keek er aandachtig naar; de zou
scheen op de blaren, dc muur gaf warmte af.
Ilij zag niemand in huis, zqy nu maar voor
zichtig naar de eetkamer gaan, om tante Dien
te verrassen. Herman liep op zijn leenen ovei
de kiezels en kwam, langs de seringen gaan
de, op zij van 't huis, weldra op het hordes
van de eetkamer. Op dat bordes stond aan
weerskanten een groote leeuw, vroeger was
hij er wel een beetje bang voor geweest, maai
nu niet meer. Oom doininé had hem eens, toen
hij bang was, boven op een van de dieren ge
zel, die hem collier niets deed. Ze waren van
steen, zei oom, en dieren van steen deden
nooit kwaad. Toen had hij aan oom dominé
gevraagd:
Oom als ze eens betooverd waren en oo»
eens weer levend werden?
Ze zijn niet betooverd, jongen, had oom
toen gezegd.
Wordt vtrvolgd