EEN RSMANTiSCHE JONGEN buitenland. feuilleton. „DE EEMLAN DER". Woensdag 3 Februari 1915. 13" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Politiek Overzicht. De str:jd om het bestaan van Oostenrijk. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Amersfoort f l.OO» Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummer3 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Adveiientiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties cn berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elke regel meer «O.IO Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingoa tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Van lijd tot iij.d verschijnen in dc pers van de triple-entente alannherichlen over den toestand in Oostenrijk, het „wankelende rijk van Frans Jozef', zooals het in hel laatst door ons ontvangen nummer van liet Journal des Débats wordt genoemd. Die berichten worden geregeld gevolgd door mededcelingen van hel correspondentiebureau te Wcenen, waarin alles wat gemeld wordt over oproeren, plunderingen en brandstichtingen in het ge bied der Donau-mouarchic, naar hot rijk der labelen wordt verwezen. Ook van andere zijden wordt verzekerd, daL Oosten rijk-Hon garije geenszins een beeld van twist eu Lwec- drachl vertoontde llongaarschc minister president graaf Slephan Tisza lieelt nog on langs den geest van eensgezindheid geroemd, die in dc verhouding lusschen Oostenrijkers en Hongaren thans heerscht. De door zoo vele .verschillende volksstammen bewoonde monar chie is alles behalve een nationaal blok. Maai de bewoners, hoezeer verschillend van ras en taal, worden door sterke banden, wortelend In gelijkgestemde belangen, samengehouden tot eene eenheid, die ülians haar proefstuk af legt in den nu reeds zes maanden durenden oorlog en de beweringen logenstraft van hen, di- meenden, dat de oorlog dc banden losser zou maken lusschen de verschillende bestand- doelen van de Habsburgsche monarchic. Evenals. Duilschland, voert thans Oosten rijk den strijd om zijn beslaan, maar in ge heel anderen zin. De slrijdroep van Rusland, dat Oostenrijk-IIongarijc wil vernietigen, heeft allen partijtwist, die in vredestijd hel veeltalige rijk verscheurde, tot zwijgen ge bracht. Toen de oude keizer Frans Jozef zijne \oiken opriep lol den strijd legen de vrede- ei aioorders, waren allen bereid op te komen voor hel beslaan van het rijk, dal hun vrij heid waarborgt voor hunne nationale aspi- rién. Maar hel is niet hel bestaan van Oosten rijk alleen, waarom gestreden wordtde 'strijd heefW een doel van veel ruimeren om vang. Deze zijde van het vraagstuk wordt behandeld door dr. Karl Brochhausen in c-cn opmerkelijk artikel in de Ncuc Freie Presse, waarin hel betoog wordt gele verd. dat het einddoel van den oorlog, dien Ooslenrijk-Hongarije thans v-oert, is de duur zame vrede van Europa De schrijver ziet slechts twee mogelijkhe den óf dc volken van Europa verdragen zich mei elkaar óf zij gaan voort elkaar te bestrij den. Om een werkelijk duurzamen vrede te verkrijgen, moet naar zijne meeniitg vooraf eene de volken vereenigende formule gevon den en doorgezel worden, diic tegelijk de levens- en de ontwikkelingsbehoeften van alle natiën bevredigt. Voor eene concrete en ge leidelijke oplossing van deze kwestie is er een proefveldOoslenrijk-Hongarije, en liet voor bereidende wenk, dat daar wordt verricht, zal het groolere gebied ten goede komen. „Want hel Ooslenrijkschc staatsprobleem is niets anders dan hel geconcentreerde F.uropeesohe vredespröbleem. Het getrouwe spiegelbeeld van Europa hier is hel gegeven. Het onmo gelijk schijnende, de symbiose der natiën, wordt hier tot werkelijkheid.'*" In groote trekken geeft hij het volgende beeld van hel samenstel der tot de Habsburg sche monarchie verbonden natiën, dal door dc vijanden werd beschouwd als rijp voor den ondergang en dat, in tegenstelling hiervan, in de vuurproef van den oorlog de bewijzen Yan zijne levensvatbaarheid heelt geleverd. „Lang leefden wij onder een absoluut re.gee- ringsslelsel, dat de natie als zoodanig niet er kende, 0111 een gemeenschappelijk Ooslcn- rijkscth staatsvolk le kweeken, ongeveer over eenkomende met eene Wiener Ncusladtsehe militaire academie voor soldalen of met een Thercsianum voor ambtenarenzoo zou een geslachlsloos Oostenrijksch volkcnmengcl- mocs ontstaan. Dal experimerol is mislukt; de natiën ontwaakten, werden zelfs ten deele heel wakker, en. in plaats van hrt gewenschte gemengde huwelijk aan te gaan, scheidden zij zich van eïkaar. Daarna kwam eene verder voor de hand liggende gedachte :ééne natie zou staatsvolk worden, de anderen hare aanhang sels. Maar voor deze mocielijhe rol was gcene enkele- natie sterk genoeg. Er kwam dus weer eene nieuwe gedachte. Dc rol, die voor één te groot is, wordt op eenigen verdeelddc last wordt gesplitst. Twee k drie natiën verdeden het eereambt onder elkaar, cn de kleineren worden hun als aanhangsels toegewezen, eventueel ter opzuiging. Maar daar niemand zich wil laten opzuigen cn allen, zelfs de kleinsten, zich weerbarstig toonden, kwam er weer eene nieuwe gedachte: het schommel- spel, waarbij afwisselend de eene natie tegen de andere wordt uitgespeeld, en wel in twee variantende eene maal wordt de kleinere tegen de sterke uitgespeeld, de volgende maal omgekeerd. Daar echter nl deze oplossingen, ondanks geweldaanwcnding nu cn dan, gecnc oplossin gen waren, ontwikkelde zich uit dit alles ten slotte een idee: Offerdieren zijn er niet meer; elk uitspelen moet ophouden, en langzaam be reiden zich compromissen voor, die ruimte laten aan de gedachte „leven en laten leven'' in verfijnden vorm Hel cxperimenlccren in den slechten zin hebl»-n ^«"'lelijk over wonnen; er vertoont zich eene leidende ge dachte, waartoe wij ons hebben doorge worsteld; het is niet meer de gewelddadig heid van een brutalcn politiestaat. Oplossingen, die op brutaliteit steunen, hebben wij prijs ge geven, zij liggen achter ons. De positieve uit komst echter is eene poging tol oplossing, die iedere individualiteit erkent, haar bevor dert en haar slechts in zoover in toom houdt, dal de anderen er naast kunnen bestaan. Ter wille van zijn bestaan moet Oostenrijk een slaat van de verzoenende gcreclrtigheid zijn, die de elkaar weerstrevende volken verbindt zonder ze te onderbinden. Daarmee is Oosten rijk, hetzij het wil of niet, gedwongen eene trede zedelijk liooger le staan dan menige an dere staat. Wanneer het ons gelukt ons expe riment uil' te voeren, wanneer aan dozen strijd een welslagen is beschoren, dan hebben wij eene groote Europeesche zending vervuld. Wij zouden dan onder zware offers een weg ge opend hebben waarop Europa ons kan volgen om in vrede voort te bestaan. Wol zou het voorbarig zijn te beweren, dat wij het Slinx- raadsel van ons bestaan reeds -geheel opge lost hebben; maar de goede wil is eindelijk aanwezig. Al zijn wij nog niet aan hel doel, wij zijn toch op den weg. Hoever wij reeds door bergen, van bezwaren dc scha dit hebben doorgebroken om ons samen, te verstaan, daarvoor levert juist deze oorlog een prach tig bewijs. Hij zou ons uiteendrijven, hij heeft ons dichter bij elkaar gebracht. Zeker niet zonder parlieele uitzonderingen. Maar men mag daarover spreken, omdat tegelijk de fei len aanwezig zijn, lioe weinig onze totale kracht daardoor heelt geleden. De totale uitkomst van den oorlog is tot dusver: Oostenrijk heeft innerlijk en uiterlijk stand gehouden, ondanks de zwaarste beproe ving van buiten, ondanks zware innerlijke ver zoekingen. Wanneer wij met vertrouwen aan nemen, dat Oostenrijk ook verder blijft stand houden, dan houdJt hel niet alleen zich zelf in- stand, maar levert het tegelijk het bewijs, dat eene menschclijkè organisatie, die boven de natiën staat, voldoende innerlijke kracht en voldoend weerstandsvermogen naar buiten kan bezitten, om zich tegen de zwaarste uiter lijke en innerlijke schokken staande te hou den; cn daarom mogen wij kloek zeggen: Met ons slaat cn valt tegelijk Europa. Daarom is ons strijddoel niet alleen zelfbehoud, maar be houd van de Europeesche cultuur en verkrij ging van den Europeeschen duurzamen vrede." Symbiosehet gemeenschappelijk samen leven van twee of meer ongelijksoortige orga nismen De oorlog. B e r 1 ij li, 2 Feb 1*. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uil hel groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Behoudens artilleriegevechlen op verschil lende plaatsen zijn er gccné bijzondere din gen voorgekomen. B e r 1 ij n, 2 F eb r. (W. B.) Uit hel groote hoofdkwartier. De Franschc officieels berichten over de oorlogsgebeurtenissen bevatten in den laat- slen tijd monsterachtig in ons nadeel ver minkte en gedeeltelijk ook geheel verzon nen niededeelingen. Natuurlijk ziet hel Duit sche opperste legerbestuur er van af zich met rililr/» vruiisl^llihooo iJ 1'-a L© houden. Iedereen is in staat hunne waarde .aan de hand van de officiecie Di.'tschc mede dcelingen zelf na Le gaan. B e r 1 ij n. 2 Febr. (Björnson). In het ope ratiegebied in den B.oveu-Elzas lijden de Fralische koloniale troepen l. stig van de koude. In groepen van 50 tot 200 man komen zij zich i de Duitschers overgegcwii. Da gelijks komen gevangenen-transpor ten dooj- Mulhuusen o*i weg, naar Freiburg. P a r ij s, 2 Feb r. (B-) Avondcommuniqué. Tusschen de zee en dc Lys deed de Duitsche artillerie vruchleloozc pogingen om de onze tot zwijgen te brengen. In den sector van Atrccht was Maandag den geheelcn nacht geweervuur, ïmtar geen in- fantcric-aanval. Wiij brachten schade loc aan de vijandelijke batterijen bij Soissons en sloegen een infan- terieaanval bij Saint-Paul terug. Wij gingen verder voorruit bij Perthes les Hurulus en sloe gen een Duitschen aanval terug bij Bagatelle in de Argonne. In Uffholz was eene knnonnade gedurende den nacht. Wlij gingen vooruil in de richting van Barnhaupt lc Bas in de Yogeczen. Petersburg, 1 F e b r. (Tel.-agentscliap). Vervolg van dc inedcdceliiig in hel vorige nummer In den strijd, die volgde op den door het Duilschc offensief in de streek van Sochaczcw en Bolinow veroorzaakten terugtocht van een van onze eenheden naar de tweede loopgra- venlinie, weid door-een tegenaanval van de naburige afdeelingen de vijand uit alle door hem bezette loougraven verdreven, waarbij hem reusachtige verliezen werden toege bracht. Gelijktijdig met den aanval op Borgimow verrichtten dc Duitschers eene reeks herhaal de woedende aanvallen op het front van het dorp Goumine en van het vlek Moghely, welke ook door een buitengewoon hevig vuur gesteund werden. Tot in den middag van 31 Januari sloegen wij al deze aanvallen af, ge deeltelijk door ons vuur, gedeeltelijk met de bajoncl. Tusschen 12 en 2 uur slaagden de Duitschers door de krachtige werkzaamheid van hunne artillerie tegen onze loopgraven een deel daarvan le bezetten. Maar na 2 uur in den namiddag ondernamen wij een alge- nieencrt tegenaanval, ten gevolge waarvan de vijand in den avond van den 31en slechts een klein deel n ah onze voorste loopgraven en een landhuis bezel hield. IIcl succes van de Duit schers gedurende den 31cn in de streek van Borgimow was dus onbeduidend, vergeleken bi- de verliezen, die zij dien dag leden door ons vuur en onze tegenaanvallen met dc bajo net. Volgens de militaire ohefs bracht onze artil lerie eene reusachtige schade toe aan de Duit schers. Met haar vuur dreef zij dichte opcen- hoopingen van den vijand uiteen en bracht eene reeks Duitsche batterijen lot zwijgen, ten gevolge waarvan wij aan het onstuimige vuur van den vijand het hoofd konden bie den. Dc gevechten in de Karpathen duren voort. Ondanks dc deelneming van nieuwe Oosten- rijksche strijdkrachten, die tot zeer kort ge leden nog niet aan ons front waren versche nen, sloegen wij met succes alle pogingen van den vijand af om het offensief lc beginnen in de richting van dc passen Besliid en Wyseh- front Ncnilia Poljnnka— Ludowiska. Tweede telegram. Volgens getuigenis van lieden uil het vijandelijke land voerde dc vijand na den strijd op het front Lipno—Dobr- zin zijne gewonden op zestig voertuigen weg. Duitsche krijgsgevangenen uit de streek van Borgimow verzekeren, dat dc Duitsche aanval len op dit anderhalf werst lange front hun meer dan 6000 dooden hebben gekost, ongere kend de talrijke gewonden. In de Karpathen hebben wij van den 26cn tot den 29en Januari op het beperkte front Nynilia Poljanka— Ursjloh gevangen gemaakt 78 officieren en 4065 soldalen en buit gemaakt vier kanonnen, lien mitrailleuses. B e r 1 ij n, 2 F e b r. (W. B.) Bericht van hot opperste legerbestuur mt het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan de Oost-Pruisische grens is niels van belang gebeurd. Ten noorden van de Weichsel hadden in de streek van Lymo en ten noordwesten van Siorac gevechten met Russische cavaJlerie plaats. Ten zuiden van de Weichsel gaan onze aanvallen verder voorotüt. B e r 1 ij n, 2 F e b r. (Björnson). Uit Krakau wordt bericht: De Duitsche en Óostenrijksche Lnoepen slaan nu, ondanks iict slechte weder dat de operaliën belette, op nauwelijks een kanonschot ofstand van -de buitenforten van Warschau. De bevolking der stad vlucht in groote massa's in de richting van Bialystofc Het Petersburgsche Had Utro Rossii meldt, dat de Duitschers de stad Lubomirsk 9 uur lang hebben beschoten. Vier vijfden der gebouwen zouden in puin liggen. De v rsteden zou den bijna geheel zijn verbrand. Ween en, 2 Fe or. (W. li.) Officieel be richt van heden middag. In den algeraeenen toestand kwam gecnc verandering. Een geïsoleerde Russische aanval aan dc Midden-Pili'tza in Polen werd afgewezen. In de Karpathen duren de gevechten voort In het middenfront strijden de Duütschers en onze troepen mcL succes. B cr 1 ij n, 2 Febr. (W. B.) De oorrespon dent Yan de Lokal Anzeiger op het oonogs- lerrcin in Galioië bericht: In de pori ie-gcvechten aan de Dunajelz, welke vijf weken duurden, gaven de Russen na vruchleloozcn strijd, waarin zij zware ver liezen leden, liet idee van een doorbraak ge heel op. In tegenstelling tol het Westelijk oorlogstoo- neel, bestaat 'lider -de mogelijkheid van om singeling of ovcrvlcugcling. Tlians is hel zaak, om «den tegenstander met onze overmachtige artillerie lot wankelen te brengen. Het slagen van dit plan is nog slechts een kwcsLie van tijd, misschien van korten lijd. Het verl. jt in Tarnow is den Russen reed" onmogelijk gemaakt. De uitwerking der Russische artillerie is in vergelijking met de onze zeer zwak. Door eci enkel schot in eene door Russen bezette ka zerne, werden ongeveer 350 vijanden gedood. Het infanterievuur der beide tegenstander:, die aan de Dunajelz 80 lot 200 schreden var elkander staan, komt zelden geheel tol rust. De Russen gebruiken den laahlea tijd ont plofbare kogels. Dergelijke munitie werd ook reeds bij gevangenen gevonu^n, waarvan de met het volkenrecht strijdige samenstelling door nauwkeurig onderzoek bewezen is. u,v*"i cmzc troepen is voortreffe lijk, het ziekcnpepcentage zeer gering. Berlijn, 2 Febr. (öjurnson;. ken wordt uit Petersburg gemeld: Hel aange kondigde Duilsch-Oostenriikschc offensief ie- gen Servic schijnt werkelijkheid te worden De Rjetsch weet te melden, dat hevige gevoch ten begonnen zijn tusschen Lilanowatsch cn Grodistje. Van de Donau-oevers beschieten beide eikaars loopgraven. De Hongaren heb ben den berg bij Jopanik versterkt cn het bombardement op Tckio geopend. Sofia. 2 Febr. (Agence Bulgaie.) De typhus richt onder de Servische reenden iu Isohlip groote verwoestingen aan. Daigelijks sterven gemiddeld 30. Vele met geweld inge lijfde Bulgaarsckc en Turksclic recrulcn zijn uit dc kazerne van Isohtip gevlucht. Zij wei den door eene Servische troepenafdeeling vervolgd. Hol kwam tot een gevecht, waarin acht muzelmannen gedood werden; de an deren ontkwamen. B er 1 ij n2 Febr. (W. B.) Dc Reiciisanzei- ger brengt de volgende kennisgeving: Engeland slaat op Jiel punt talrijke troepen en groote hoeveelheden oorlogsbehoeften naar Frankrijk le verschepen. Tegen dit transport zal met alle beschikbare oorlogsmiddelen opgetreden worden. De vreedzame scheepvaart wordt Le temps qui change lout, Change aussi nos humeur» levensbeeld door JOANNES REDDINGIUS. 45 Toen Albert in zijn bed zal en de dekens .os trok. begon liet nachtlichtje, dat hij had opgestoken, na 't uitblazen van de lamp, lc knetteren; haastig kwam hij uit zijn bed en duwde het drijvertje naar beneden, de frik mocht eens wakker worden, toen slapte hij er weer in t Was stil op de heide zalen, maar in de bedden lagen de samenzweerders met kloppende harten, gekleed en wel, wachtend op het teeken van Graat om op te staan en weg te sluipen, één voor éën. Daar hoorde Herman Graal opstaan eu snel naar dc gang loopen. Graat toog er op uit, om de boel te ver kennen. Alles was rustig. Toen trad hij slui pend naar Herman's bed en zei fluisterend: Zeg Feith, ik ga, kom jij effe na mij en zeg Albert, dat hij na jou koint, laat die Look Here waarschuwen en die weer den vol genden jongen en zoo voorts. We zullen wel beneden komen, mochten wij gesnapt worden, dan zal ik zeggen, dat ik brandlucht rook «Q jullie gewekt heb om te gaan zien, of er onraad was en dat we alles slil deden om geen onrust te geven, nou saluut, slil Graat ging en Herman, Fcilh genoemd, om dat ook hij verzen schreef, volgde na een poosje. Hij keek om, of Albert niet le vroeg volgde, maar Albert was leep, hij verroerde zicli niet er. bleef waar hij was. Gerust gesteld iiep Herman voorzichtig door dc gang, zijn ge bloemde pantoffels tusschen de tanden, en gleed snel langs de leuning naar heneden. In de gymnastiekzaal werd hij opgewachl door Graat, die hem haastig een vraag deed. Alles goed, was zijn antwoord. Graat stak een dun kaarsje aan, dat liij van den Kerstboom had bewaard, hij hield het stijf vast met zijn sterke vingers en beveiligde de vlam met zijn eene hand legen den toclit. De deui stond aan. Alle warmte trekt weg. Graat deed de deur iets meer dicht en zei ai rillend: 'k Wou, dat ze d'r allen maar waren. Ik ook. Daar komt iemand. De jongens waren ongerust. Graat sprak zichzelf moed in door le vloeken. Albert kwam binnen, gevolgd door Look Here, die liever niet alleen ging, uit vrees van leven te maken. Wie volgt? vroeg' Graat. Frits. En dan? Anton, Bodegraven en Bram. Als Nicht maar niks omgooit Ik zal blij zijn als hij er is. De jongens wachtten. Albert begon van angst te praten. Stil Niks zeggen. Op een rijtje kwamen aanzeilen: Frits, Anion en Bodegraven. Gelukkig, zei Graat. Nou, antwoordde Herman, die zijn hand legen zijn hart hield: Kcmt Nicht ook? Ja, fluisterde Bodegraven, hij zou na mij komen Dc jongens kropen bij de kachel. Niks opgooien Look, waarschuwde Her man, eerst moeten ze allen binnen, met de open deur is liet te gevaarlijk. Waar blijft Bram? Waar zou hij blijven? Hij zal niet durveu, d'r is zeker wat. Graat schudde liet hoofd. Als er wat was, zouden wij het al lang gemerkt hebben. Dit zeggend sloop hij door de deur om te gaan luisteren in de huisgang, hij hoorde niels, nog eens geluisterd, neen niets te hoo ien, oiaustig ging hij naar de gymnastiek zaal terug, overdenkend, wat hij doen moest; naar boven gaan en kijken? de trap kraakte soms zoo, of wachten? In de zaal terug, werd hem dadelijk door Look Here gevraagd: Komt hij? Weet ik 't, ik hoor niels. De flauwe kerel zal niet durven, beweer de Neep. D'r zal wat zijn, verkondigde Look Iiere cn sjorde aan zijn broek. Dat geloof ik ook, zei Herman, ik moest maar eens gaan kijken, ik loop licht en zal langs den muur gaau. Neen, niet doen, die trap kraakt als de pest. Wat dan? Wachten, zei Graat. Daar hoorden wat. iemand -kwam. Licht uit. Graat en Look Here bliezen. De jongens bukten zich naar 't groen, de kachel zond door 1 dooven der kolen geen glanzen meer in de zaal. Zij wachtten in 't duister, angstig in spanning van wat gebeu ren zou. Daar hoorden zij de deur open gaan en ecu welbekende stem zeggen: Zijn jullie daar? Wat is 't donker, ik kan geen steek zien. Goddank, het was Bram. Graat deed haastig de deur op slot en op dc knip en vroeg. Bram bij den arm vattend: Waar kom jij zoo laat vandaan? Wij zaten wat in de rats. Dat zal ik vertellen, als ik bij de kachel zit, ik verrek van de kou. Is alles goed? Gelukkig wel, maar ik verrek Nog niet... zei Look Here, die kolen op dc kachel wierp. Laat liij 't nou dadelijk maar zeggen, begon Albert, die bang was, dat er toch wat was. Donder óp vent, dat zal hij ook weL Ik doe tocli niets, broer? Dat doe je wel, mispunt. Albert ging mopperend naar de andere zij van de kachel. Bram stak zijn magere rechterhand uit. We waren haast zuur, ik was net uit mijn nest, toen Ilerr Obermann wakker werd, die, zijn kop buiten de gordijnen stekend, vroe*: Wie loopt daar? Ik mijnheer, zei ik natuurlijk, ik heb mijn zakdoek op de plé laten liggen, dien wou effe halen. Dc frik trok zijn kop terug en zei: Gauw dan. Ik weg cn snel terug, ik stapte iu mijn bed en moest wichten lol ik hem zwaar hooide ademhalen, voor ik durfde gaan. De kerel heeft niets gehoord, dat is vast... maar laten wij nu weer gauw bij de kachel gaan liggen, oan kan Herman vertellen. Dc jongens lagen spoedig op hun oude plaatsen. Graat trok een flesch open, stak ziju nies bedaard in zijn zak en reikte dc flesch over aan Frits. Koning Neep zal schenker zijn begon Herman. En onzer harten drenker zijn...» rijmde Bram. Herman lachte en zeide: Dat is concurrentie Bram, nu ben ik t heele wijsje kwijt. Daar heb je wat voor den dorst. Frits reikte zijn makker een volgeschonken glas, dat hij snel omsloeg; 't werd weer ge vuld nu was 't dc beurt aan Bodegraven. Ieder kreeg een glaasje Petit Bourgogne. Lekkere wijn, zei Graat, je vader kent het. Frits knikte. Hoeveel broers en zusters heb je ook weer. twaalf of dertien? Frits word nijdig. Flauwe kerel. Den koning niet kwaad maken, waar schuwde Albert De jongens lagen stiL Nu begint de nacht zoetfes aan, zei Bram. Ja, beaamde Herman, nu begint de naoht Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1