EEN RSMANTiSCHE JONGEN
buitenland.
feuilleton.
„DE EEMLAN DER".
Woensdag 3 Februari 1915.
13" Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Politiek Overzicht.
De str:jd om het bestaan
van Oostenrijk.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoort f l.OO»
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummer3 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Adveiientiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties cn berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.50.
Elke regel meer «O.IO
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingoa
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Van lijd tot iij.d verschijnen in dc pers van
de triple-entente alannherichlen over den
toestand in Oostenrijk, het „wankelende rijk
van Frans Jozef', zooals het in hel laatst
door ons ontvangen nummer van liet Journal
des Débats wordt genoemd. Die berichten
worden geregeld gevolgd door mededcelingen
van hel correspondentiebureau te Wcenen,
waarin alles wat gemeld wordt over oproeren,
plunderingen en brandstichtingen in het ge
bied der Donau-mouarchic, naar hot rijk der
labelen wordt verwezen. Ook van andere
zijden wordt verzekerd, daL Oosten rijk-Hon
garije geenszins een beeld van twist eu Lwec-
drachl vertoontde llongaarschc minister
president graaf Slephan Tisza lieelt nog on
langs den geest van eensgezindheid geroemd,
die in dc verhouding lusschen Oostenrijkers en
Hongaren thans heerscht. De door zoo vele
.verschillende volksstammen bewoonde monar
chie is alles behalve een nationaal blok. Maai
de bewoners, hoezeer verschillend van ras en
taal, worden door sterke banden, wortelend
In gelijkgestemde belangen, samengehouden
tot eene eenheid, die ülians haar proefstuk af
legt in den nu reeds zes maanden durenden
oorlog en de beweringen logenstraft van hen,
di- meenden, dat de oorlog dc banden losser
zou maken lusschen de verschillende bestand-
doelen van de Habsburgsche monarchic.
Evenals. Duilschland, voert thans Oosten
rijk den strijd om zijn beslaan, maar in ge
heel anderen zin. De slrijdroep van Rusland,
dat Oostenrijk-IIongarijc wil vernietigen,
heeft allen partijtwist, die in vredestijd hel
veeltalige rijk verscheurde, tot zwijgen ge
bracht. Toen de oude keizer Frans Jozef zijne
\oiken opriep lol den strijd legen de vrede-
ei aioorders, waren allen bereid op te komen
voor hel beslaan van het rijk, dal hun vrij
heid waarborgt voor hunne nationale aspi-
rién. Maar hel is niet hel bestaan van Oosten
rijk alleen, waarom gestreden wordtde
'strijd heefW een doel van veel ruimeren om
vang. Deze zijde van het vraagstuk wordt
behandeld door dr. Karl Brochhausen in
c-cn opmerkelijk artikel in de Ncuc Freie
Presse, waarin hel betoog wordt gele
verd. dat het einddoel van den oorlog, dien
Ooslenrijk-Hongarije thans v-oert, is de duur
zame vrede van Europa
De schrijver ziet slechts twee mogelijkhe
den óf dc volken van Europa verdragen zich
mei elkaar óf zij gaan voort elkaar te bestrij
den. Om een werkelijk duurzamen vrede te
verkrijgen, moet naar zijne meeniitg vooraf
eene de volken vereenigende formule gevon
den en doorgezel worden, diic tegelijk de
levens- en de ontwikkelingsbehoeften van alle
natiën bevredigt. Voor eene concrete en ge
leidelijke oplossing van deze kwestie is er een
proefveldOoslenrijk-Hongarije, en liet voor
bereidende wenk, dat daar wordt verricht, zal
het groolere gebied ten goede komen. „Want
hel Ooslenrijkschc staatsprobleem is niets
anders dan hel geconcentreerde F.uropeesohe
vredespröbleem. Het getrouwe spiegelbeeld
van Europa hier is hel gegeven. Het onmo
gelijk schijnende, de symbiose der natiën,
wordt hier tot werkelijkheid.'*"
In groote trekken geeft hij het volgende
beeld van hel samenstel der tot de Habsburg
sche monarchie verbonden natiën, dal door
dc vijanden werd beschouwd als rijp voor den
ondergang en dat, in tegenstelling hiervan,
in de vuurproef van den oorlog de bewijzen
Yan zijne levensvatbaarheid heelt geleverd.
„Lang leefden wij onder een absoluut re.gee-
ringsslelsel, dat de natie als zoodanig niet er
kende, 0111 een gemeenschappelijk Ooslcn-
rijkscth staatsvolk le kweeken, ongeveer over
eenkomende met eene Wiener Ncusladtsehe
militaire academie voor soldalen of met
een Thercsianum voor ambtenarenzoo zou
een geslachlsloos Oostenrijksch volkcnmengcl-
mocs ontstaan. Dal experimerol is mislukt; de
natiën ontwaakten, werden zelfs ten deele
heel wakker, en. in plaats van hrt gewenschte
gemengde huwelijk aan te gaan, scheidden zij
zich van eïkaar. Daarna kwam eene verder
voor de hand liggende gedachte :ééne natie zou
staatsvolk worden, de anderen hare aanhang
sels. Maar voor deze mocielijhe rol was gcene
enkele- natie sterk genoeg. Er kwam dus weer
eene nieuwe gedachte. Dc rol, die voor één te
groot is, wordt op eenigen verdeelddc last
wordt gesplitst. Twee k drie natiën verdeden
het eereambt onder elkaar, cn de kleineren
worden hun als aanhangsels toegewezen,
eventueel ter opzuiging. Maar daar niemand
zich wil laten opzuigen cn allen, zelfs de
kleinsten, zich weerbarstig toonden, kwam er
weer eene nieuwe gedachte: het schommel-
spel, waarbij afwisselend de eene natie tegen
de andere wordt uitgespeeld, en wel in twee
variantende eene maal wordt de kleinere
tegen de sterke uitgespeeld, de volgende maal
omgekeerd.
Daar echter nl deze oplossingen, ondanks
geweldaanwcnding nu cn dan, gecnc oplossin
gen waren, ontwikkelde zich uit dit alles ten
slotte een idee: Offerdieren zijn er niet meer;
elk uitspelen moet ophouden, en langzaam be
reiden zich compromissen voor, die ruimte
laten aan de gedachte „leven en laten leven''
in verfijnden vorm Hel cxperimenlccren in
den slechten zin hebl»-n ^«"'lelijk over
wonnen; er vertoont zich eene leidende ge
dachte, waartoe wij ons hebben doorge
worsteld; het is niet meer de gewelddadig
heid van een brutalcn politiestaat. Oplossingen,
die op brutaliteit steunen, hebben wij prijs ge
geven, zij liggen achter ons. De positieve uit
komst echter is eene poging tol oplossing,
die iedere individualiteit erkent, haar bevor
dert en haar slechts in zoover in toom houdt,
dal de anderen er naast kunnen bestaan. Ter
wille van zijn bestaan moet Oostenrijk een
slaat van de verzoenende gcreclrtigheid zijn,
die de elkaar weerstrevende volken verbindt
zonder ze te onderbinden. Daarmee is Oosten
rijk, hetzij het wil of niet, gedwongen eene
trede zedelijk liooger le staan dan menige an
dere staat. Wanneer het ons gelukt ons expe
riment uil' te voeren, wanneer aan dozen strijd
een welslagen is beschoren, dan hebben wij
eene groote Europeesche zending vervuld. Wij
zouden dan onder zware offers een weg ge
opend hebben waarop Europa ons kan volgen
om in vrede voort te bestaan. Wol zou het
voorbarig zijn te beweren, dat wij het Slinx-
raadsel van ons bestaan reeds -geheel opge
lost hebben; maar de goede wil is eindelijk
aanwezig. Al zijn wij nog niet aan hel doel,
wij zijn toch op den weg. Hoever wij reeds
door bergen, van bezwaren dc scha dit hebben
doorgebroken om ons samen, te verstaan,
daarvoor levert juist deze oorlog een prach
tig bewijs. Hij zou ons uiteendrijven, hij heeft
ons dichter bij elkaar gebracht. Zeker niet
zonder parlieele uitzonderingen. Maar men
mag daarover spreken, omdat tegelijk de fei
len aanwezig zijn, lioe weinig onze totale
kracht daardoor heelt geleden.
De totale uitkomst van den oorlog is tot
dusver: Oostenrijk heeft innerlijk en uiterlijk
stand gehouden, ondanks de zwaarste beproe
ving van buiten, ondanks zware innerlijke ver
zoekingen. Wanneer wij met vertrouwen aan
nemen, dat Oostenrijk ook verder blijft stand
houden, dan houdJt hel niet alleen zich zelf
in- stand, maar levert het tegelijk het bewijs,
dat eene menschclijkè organisatie, die boven
de natiën staat, voldoende innerlijke kracht
en voldoend weerstandsvermogen naar buiten
kan bezitten, om zich tegen de zwaarste uiter
lijke en innerlijke schokken staande te hou
den; cn daarom mogen wij kloek zeggen: Met
ons slaat cn valt tegelijk Europa. Daarom is
ons strijddoel niet alleen zelfbehoud, maar be
houd van de Europeesche cultuur en verkrij
ging van den Europeeschen duurzamen vrede."
Symbiosehet gemeenschappelijk samen
leven van twee of meer ongelijksoortige orga
nismen
De oorlog.
B e r 1 ij li, 2 Feb 1*. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uil hel groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Behoudens artilleriegevechlen op verschil
lende plaatsen zijn er gccné bijzondere din
gen voorgekomen.
B e r 1 ij n, 2 F eb r. (W. B.) Uit hel groote
hoofdkwartier.
De Franschc officieels berichten over de
oorlogsgebeurtenissen bevatten in den laat-
slen tijd monsterachtig in ons nadeel ver
minkte en gedeeltelijk ook geheel verzon
nen niededeelingen. Natuurlijk ziet hel Duit
sche opperste legerbestuur er van af zich met
rililr/» vruiisl^llihooo iJ 1'-a L©
houden. Iedereen is in staat hunne waarde
.aan de hand van de officiecie Di.'tschc mede
dcelingen zelf na Le gaan.
B e r 1 ij n. 2 Febr. (Björnson). In het ope
ratiegebied in den B.oveu-Elzas lijden de
Fralische koloniale troepen l. stig van de
koude. In groepen van 50 tot 200 man komen
zij zich i de Duitschers overgegcwii. Da
gelijks komen gevangenen-transpor ten dooj-
Mulhuusen o*i weg, naar Freiburg.
P a r ij s, 2 Feb r. (B-) Avondcommuniqué.
Tusschen de zee en dc Lys deed de Duitsche
artillerie vruchleloozc pogingen om de onze
tot zwijgen te brengen.
In den sector van Atrccht was Maandag den
geheelcn nacht geweervuur, ïmtar geen in-
fantcric-aanval.
Wiij brachten schade loc aan de vijandelijke
batterijen bij Soissons en sloegen een infan-
terieaanval bij Saint-Paul terug. Wij gingen
verder voorruit bij Perthes les Hurulus en sloe
gen een Duitschen aanval terug bij Bagatelle
in de Argonne.
In Uffholz was eene knnonnade gedurende
den nacht. Wlij gingen vooruil in de richting
van Barnhaupt lc Bas in de Yogeczen.
Petersburg, 1 F e b r. (Tel.-agentscliap).
Vervolg van dc inedcdceliiig in hel vorige
nummer
In den strijd, die volgde op den door het
Duilschc offensief in de streek van Sochaczcw
en Bolinow veroorzaakten terugtocht van een
van onze eenheden naar de tweede loopgra-
venlinie, weid door-een tegenaanval van de
naburige afdeelingen de vijand uit alle door
hem bezette loougraven verdreven, waarbij
hem reusachtige verliezen werden toege
bracht.
Gelijktijdig met den aanval op Borgimow
verrichtten dc Duitschers eene reeks herhaal
de woedende aanvallen op het front van
het dorp Goumine en van het vlek Moghely,
welke ook door een buitengewoon hevig vuur
gesteund werden. Tot in den middag van 31
Januari sloegen wij al deze aanvallen af, ge
deeltelijk door ons vuur, gedeeltelijk met de
bajoncl. Tusschen 12 en 2 uur slaagden de
Duitschers door de krachtige werkzaamheid
van hunne artillerie tegen onze loopgraven
een deel daarvan le bezetten. Maar na 2 uur
in den namiddag ondernamen wij een alge-
nieencrt tegenaanval, ten gevolge waarvan de
vijand in den avond van den 31en slechts een
klein deel n ah onze voorste loopgraven en een
landhuis bezel hield. IIcl succes van de Duit
schers gedurende den 31cn in de streek van
Borgimow was dus onbeduidend, vergeleken
bi- de verliezen, die zij dien dag leden door
ons vuur en onze tegenaanvallen met dc bajo
net.
Volgens de militaire ohefs bracht onze artil
lerie eene reusachtige schade toe aan de Duit
schers. Met haar vuur dreef zij dichte opcen-
hoopingen van den vijand uiteen en bracht
eene reeks Duitsche batterijen lot zwijgen,
ten gevolge waarvan wij aan het onstuimige
vuur van den vijand het hoofd konden bie
den.
Dc gevechten in de Karpathen duren voort.
Ondanks dc deelneming van nieuwe Oosten-
rijksche strijdkrachten, die tot zeer kort ge
leden nog niet aan ons front waren versche
nen, sloegen wij met succes alle pogingen van
den vijand af om het offensief lc beginnen in
de richting van dc passen Besliid en Wyseh-
front Ncnilia Poljnnka— Ludowiska.
Tweede telegram. Volgens getuigenis
van lieden uil het vijandelijke land voerde dc
vijand na den strijd op het front Lipno—Dobr-
zin zijne gewonden op zestig voertuigen weg.
Duitsche krijgsgevangenen uit de streek van
Borgimow verzekeren, dat dc Duitsche aanval
len op dit anderhalf werst lange front hun
meer dan 6000 dooden hebben gekost, ongere
kend de talrijke gewonden. In de Karpathen
hebben wij van den 26cn tot den 29en Januari
op het beperkte front Nynilia Poljanka—
Ursjloh gevangen gemaakt 78 officieren en
4065 soldalen en buit gemaakt vier kanonnen,
lien mitrailleuses.
B e r 1 ij n, 2 F e b r. (W. B.) Bericht van
hot opperste legerbestuur mt het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan de Oost-Pruisische grens is niels van
belang gebeurd.
Ten noorden van de Weichsel hadden in
de streek van Lymo en ten noordwesten van
Siorac gevechten met Russische cavaJlerie
plaats. Ten zuiden van de Weichsel gaan onze
aanvallen verder voorotüt.
B e r 1 ij n, 2 F e b r. (Björnson). Uit Krakau
wordt bericht: De Duitsche en Óostenrijksche
Lnoepen slaan nu, ondanks iict slechte weder
dat de operaliën belette, op nauwelijks een
kanonschot ofstand van -de buitenforten van
Warschau. De bevolking der stad vlucht in
groote massa's in de richting van Bialystofc
Het Petersburgsche Had Utro Rossii meldt, dat
de Duitschers de stad Lubomirsk 9 uur lang
hebben beschoten. Vier vijfden der gebouwen
zouden in puin liggen. De v rsteden zou
den bijna geheel zijn verbrand.
Ween en, 2 Fe or. (W. li.) Officieel be
richt van heden middag.
In den algeraeenen toestand kwam gecnc
verandering.
Een geïsoleerde Russische aanval aan dc
Midden-Pili'tza in Polen werd afgewezen.
In de Karpathen duren de gevechten voort
In het middenfront strijden de Duütschers
en onze troepen mcL succes.
B cr 1 ij n, 2 Febr. (W. B.) De oorrespon
dent Yan de Lokal Anzeiger op het oonogs-
lerrcin in Galioië bericht:
In de pori ie-gcvechten aan de Dunajelz,
welke vijf weken duurden, gaven de Russen
na vruchleloozcn strijd, waarin zij zware ver
liezen leden, liet idee van een doorbraak ge
heel op.
In tegenstelling tol het Westelijk oorlogstoo-
neel, bestaat 'lider -de mogelijkheid van om
singeling of ovcrvlcugcling. Tlians is hel zaak,
om «den tegenstander met onze overmachtige
artillerie lot wankelen te brengen. Het slagen
van dit plan is nog slechts een kwcsLie van
tijd, misschien van korten lijd.
Het verl. jt in Tarnow is den Russen reed"
onmogelijk gemaakt.
De uitwerking der Russische artillerie is in
vergelijking met de onze zeer zwak. Door eci
enkel schot in eene door Russen bezette ka
zerne, werden ongeveer 350 vijanden gedood.
Het infanterievuur der beide tegenstander:,
die aan de Dunajelz 80 lot 200 schreden var
elkander staan, komt zelden geheel tol rust.
De Russen gebruiken den laahlea tijd ont
plofbare kogels. Dergelijke munitie werd ook
reeds bij gevangenen gevonu^n, waarvan de
met het volkenrecht strijdige samenstelling
door nauwkeurig onderzoek bewezen is.
u,v*"i cmzc troepen is voortreffe
lijk, het ziekcnpepcentage zeer gering.
Berlijn, 2 Febr. (öjurnson;.
ken wordt uit Petersburg gemeld: Hel aange
kondigde Duilsch-Oostenriikschc offensief ie-
gen Servic schijnt werkelijkheid te worden
De Rjetsch weet te melden, dat hevige gevoch
ten begonnen zijn tusschen Lilanowatsch cn
Grodistje. Van de Donau-oevers beschieten
beide eikaars loopgraven. De Hongaren heb
ben den berg bij Jopanik versterkt cn het
bombardement op Tckio geopend.
Sofia. 2 Febr. (Agence Bulgaie.) De
typhus richt onder de Servische reenden iu
Isohlip groote verwoestingen aan. Daigelijks
sterven gemiddeld 30. Vele met geweld inge
lijfde Bulgaarsckc en Turksclic recrulcn zijn
uit dc kazerne van Isohtip gevlucht. Zij wei
den door eene Servische troepenafdeeling
vervolgd. Hol kwam tot een gevecht, waarin
acht muzelmannen gedood werden; de an
deren ontkwamen.
B er 1 ij n2 Febr. (W. B.) Dc Reiciisanzei-
ger brengt de volgende kennisgeving: Engeland
slaat op Jiel punt talrijke troepen en groote
hoeveelheden oorlogsbehoeften naar Frankrijk
le verschepen. Tegen dit transport zal met
alle beschikbare oorlogsmiddelen opgetreden
worden. De vreedzame scheepvaart wordt
Le temps qui change lout,
Change aussi nos humeur»
levensbeeld door
JOANNES REDDINGIUS.
45
Toen Albert in zijn bed zal en de dekens
.os trok. begon liet nachtlichtje, dat hij had
opgestoken, na 't uitblazen van de lamp, lc
knetteren; haastig kwam hij uit zijn bed en
duwde het drijvertje naar beneden, de frik
mocht eens wakker worden, toen slapte hij er
weer in t Was stil op de heide zalen, maar
in de bedden lagen de samenzweerders met
kloppende harten, gekleed en wel, wachtend
op het teeken van Graat om op te staan en
weg te sluipen, één voor éën. Daar hoorde
Herman Graal opstaan eu snel naar dc gang
loopen.
Graat toog er op uit, om de boel te ver
kennen. Alles was rustig. Toen trad hij slui
pend naar Herman's bed en zei fluisterend:
Zeg Feith, ik ga, kom jij effe na mij en
zeg Albert, dat hij na jou koint, laat die Look
Here waarschuwen en die weer den vol
genden jongen en zoo voorts. We zullen wel
beneden komen, mochten wij gesnapt worden,
dan zal ik zeggen, dat ik brandlucht rook
«Q jullie gewekt heb om te gaan zien, of er
onraad was en dat we alles slil deden om
geen onrust te geven, nou saluut, slil
Graat ging en Herman, Fcilh genoemd, om
dat ook hij verzen schreef, volgde na een
poosje.
Hij keek om, of Albert niet le vroeg volgde,
maar Albert was leep, hij verroerde zicli niet
er. bleef waar hij was. Gerust gesteld iiep
Herman voorzichtig door dc gang, zijn ge
bloemde pantoffels tusschen de tanden, en
gleed snel langs de leuning naar heneden. In
de gymnastiekzaal werd hij opgewachl door
Graat, die hem haastig een vraag deed.
Alles goed, was zijn antwoord.
Graat stak een dun kaarsje aan, dat liij van
den Kerstboom had bewaard, hij hield het
stijf vast met zijn sterke vingers en beveiligde
de vlam met zijn eene hand legen den toclit.
De deui stond aan.
Alle warmte trekt weg.
Graat deed de deur iets meer dicht en zei
ai rillend:
'k Wou, dat ze d'r allen maar waren.
Ik ook.
Daar komt iemand.
De jongens waren ongerust. Graat sprak
zichzelf moed in door le vloeken.
Albert kwam binnen, gevolgd door Look
Here, die liever niet alleen ging, uit vrees
van leven te maken.
Wie volgt? vroeg' Graat.
Frits.
En dan?
Anton, Bodegraven en Bram.
Als Nicht maar niks omgooit
Ik zal blij zijn als hij er is.
De jongens wachtten. Albert begon van
angst te praten.
Stil
Niks zeggen.
Op een rijtje kwamen aanzeilen: Frits,
Anion en Bodegraven.
Gelukkig, zei Graat.
Nou, antwoordde Herman, die zijn hand
legen zijn hart hield:
Kcmt Nicht ook?
Ja, fluisterde Bodegraven, hij zou na
mij komen Dc jongens kropen bij de kachel.
Niks opgooien Look, waarschuwde Her
man, eerst moeten ze allen binnen, met de
open deur is liet te gevaarlijk.
Waar blijft Bram?
Waar zou hij blijven?
Hij zal niet durveu, d'r is zeker wat.
Graat schudde liet hoofd.
Als er wat was, zouden wij het al lang
gemerkt hebben.
Dit zeggend sloop hij door de deur om te
gaan luisteren in de huisgang, hij hoorde
niels, nog eens geluisterd, neen niets te hoo
ien, oiaustig ging hij naar de gymnastiek
zaal terug, overdenkend, wat hij doen moest;
naar boven gaan en kijken? de trap kraakte
soms zoo, of wachten?
In de zaal terug, werd hem dadelijk door
Look Here gevraagd:
Komt hij?
Weet ik 't, ik hoor niels.
De flauwe kerel zal niet durven, beweer
de Neep.
D'r zal wat zijn, verkondigde Look Iiere
cn sjorde aan zijn broek.
Dat geloof ik ook, zei Herman, ik moest
maar eens gaan kijken, ik loop licht en zal
langs den muur gaau.
Neen, niet doen, die trap kraakt als de
pest.
Wat dan?
Wachten, zei Graat.
Daar hoorden wat. iemand -kwam.
Licht uit.
Graat en Look Here bliezen.
De jongens bukten zich naar 't groen, de
kachel zond door 1 dooven der kolen geen
glanzen meer in de zaal. Zij wachtten in 't
duister, angstig in spanning van wat gebeu
ren zou. Daar hoorden zij de deur open gaan
en ecu welbekende stem zeggen:
Zijn jullie daar? Wat is 't donker, ik
kan geen steek zien.
Goddank, het was Bram.
Graat deed haastig de deur op slot en op
dc knip en vroeg. Bram bij den arm vattend:
Waar kom jij zoo laat vandaan? Wij
zaten wat in de rats.
Dat zal ik vertellen, als ik bij de kachel
zit, ik verrek van de kou.
Is alles goed?
Gelukkig wel, maar ik verrek
Nog niet... zei Look Here, die kolen
op dc kachel wierp.
Laat liij 't nou dadelijk maar zeggen,
begon Albert, die bang was, dat er toch wat
was.
Donder óp vent, dat zal hij ook weL
Ik doe tocli niets, broer?
Dat doe je wel, mispunt.
Albert ging mopperend naar de andere zij
van de kachel.
Bram stak zijn magere rechterhand uit.
We waren haast zuur, ik was net uit
mijn nest, toen Ilerr Obermann wakker werd,
die, zijn kop buiten de gordijnen stekend,
vroe*:
Wie loopt daar?
Ik mijnheer, zei ik natuurlijk, ik heb mijn
zakdoek op de plé laten liggen, dien wou
effe halen.
Dc frik trok zijn kop terug en zei:
Gauw dan.
Ik weg cn snel terug, ik stapte iu mijn bed
en moest wichten lol ik hem zwaar hooide
ademhalen, voor ik durfde gaan. De kerel
heeft niets gehoord, dat is vast... maar laten
wij nu weer gauw bij de kachel gaan liggen,
oan kan Herman vertellen.
Dc jongens lagen spoedig op hun oude
plaatsen. Graat trok een flesch open, stak ziju
nies bedaard in zijn zak en reikte dc flesch
over aan Frits.
Koning Neep zal schenker zijn
begon Herman.
En onzer harten drenker zijn...»
rijmde Bram.
Herman lachte en zeide:
Dat is concurrentie Bram, nu ben ik
t heele wijsje kwijt.
Daar heb je wat voor den dorst.
Frits reikte zijn makker een volgeschonken
glas, dat hij snel omsloeg; 't werd weer ge
vuld nu was 't dc beurt aan Bodegraven.
Ieder kreeg een glaasje Petit Bourgogne.
Lekkere wijn, zei Graat, je vader kent het.
Frits knikte.
Hoeveel broers en zusters heb je ook
weer. twaalf of dertien?
Frits word nijdig.
Flauwe kerel.
Den koning niet kwaad maken, waar
schuwde Albert
De jongens lagen stiL
Nu begint de nacht zoetfes aan, zei Bram.
Ja, beaamde Herman, nu begint de
naoht
Wordt vervolgd*